Verslag van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Deventer.

Transcriptie

1 Verslag van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Deventer. Datum: 10 juni 2009 Voorzitter: Griffier: ir. A.P. Heidema drs. A.G.M. Dashorst Aanwezig: M.J. Ahne, O. Arslan, mw. G. Brouwer-Knol, mw. C.M. ten Bulte-Herrebrugh, mw. M. Dijkshoorn, M.W.H. Elferink, A. Emens, R.S. de Geest, J. Goejer, mw. E.G. Grijsen, mw. M.J.G. de Jager- Stegeman, H.G. Jansen, W. de Jong, A.M. Koot, A.J. Krabbendam, mw. J. Lamberts-Grotenhuis, mw. G. Lutje Hulsik, mw. E.S. Mook-Matualatupauw, M.H. Nijboer, mw. K.J.J. Obdeijn, J. Oggel, M.J.M. Oosterwegel, mw. W.J.M. van der Ouderaa, J.P.H.M. Pierey, T.R. Poppens, B. Rolloos, J.C.M. Schaap, mw. I. Sipman-Jansen, T.W. Stegink, mw. A. Spa, mw. G. Tomruk-Kisi, C.J. Verhaar, mw. B.J.Th. Westerbeek-Spin, M. Yazici, Y. Yabas, Ç. Yıldırım en mw. A. Zandstra-Keijl. Afwezig: - Aanwezige wethouders: A. van den Berg, G.A.J. Berkelder, G. Hiemstra en M.P. Swart 1. Opening De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. Wethouder Fleskes is wegens rugklachten verhinderd. Oorspronkelijk stond vandaag de voorjaarsnota geagendeerd. Gezien de ontwikkelingen van de afgelopen dagen, doet de voorzitter een ordevoorstel. Allereerst stelt hij voor de agendapunten 2, vragenkwartier, en 3, voorjaarsnota, te schrappen. Wat betreft de voorjaarsnota, zal het presidium na de vergadering een voorstel doen voor de agendering van dit onderwerp. Verder stelt hij voor de agenda vandaag te laten bestaan uit drie punten, namelijk de hamerstukken, vervolgens naar aanleiding van een tweetal moties vreemd aan de orde, de ontwikkelingen in de coalitie en vervolgens de sluiting. De aanwezigen stemmen hiermee in. Bij de bespreking van het agendapunt ontwikkelingen coalitie, doet de voorzitter een voorstel hoe dit agendapunt door te lopen. 2. Vragenkwartier Vervallen. Debatstukken 3. Voorjaarsnota 2009 Vervallen. Hamerstukken De voorzitter stelt voor, gezien het feit dat door een van de fracties nog een motie is ingediend bij agendapunt 8 gewijzigde vaststelling bestemmingsplan De Wijtenhorst en Douweler Leide, dit agendapunt in de eerstvolgende raadsvergadering te behandelen. De aanwezigen stemmen hiermee in.

2 2 4. Conceptprogrammabegroting 2010 GGD Gelre IJssel Besluit: Het voorstel wordt zonder stemming of stemverklaring aangenomen. 5. Verordening leerlingenvervoer gemeente Deventer 2009 Besluit: Het voorstel wordt zonder stemming of stemverklaring aangenomen. 6. Voortgangsrapportage veiligheid 2009 Besluit: Het voorstel wordt zonder stemming of stemverklaring aangenomen. 7. Visie Duurzaam Deventer Stemverklaring fractie Algemeen Plattelands Belang: Deze fractie heeft in de politieke markt enkele op- en aanmerkingen over de visie gemaakt. De fractie vindt de visie niet voldoende realistisch en niet voldoende gericht op mogelijke alternatieven, daarom stemt de fractie tegen. Besluit: Het voorstel wordt met de aantekening dat de fractie van Algemeen Plattelands Belang wenst tegen te stemmen, aangenomen. 9. Project verdubbeling Siemelinkseweg Stemverklaring mevrouw Mook: Zij meldt dat haar fractie tegen het voorstel is. Besluit: Het voorstel wordt met de aantekening dat de fractie van de SP tegenstemt, aangenomen. 10. Ontwikkelingen coalitie De voorzitter meldt dat door de combinatie GroenLinks-CDA-VVD is aangegeven dat er een motie zal worden ingediend en ook de SP heeft datzelfde aangegeven. De voorzitter stelt voor dat zonder interrupties achtereenvolgens GroenLinks, CDA en VVD de gelegenheid krijgen om hun toelichting te geven bij de betreffende motie. Vervolgens wordt de fractie van de PvdA de gelegenheid gegeven daar zonder interruptie op te reageren. Daarna zal de SP haar motie toelichten. De voorzitter stelt voor vervolgens de vergadering een kwartier te schorsen, zodat iedereen de gelegenheid krijgt tot beraadslaging. Daarna kan het politieke debat in de raad plaatsvinden, waarna ook door het college door de betreffende personen zal worden gereageerd. De aanwezigen gaan hiermee akkoord. De heer Verhaar meldt dat GroenLinks geen vertrouwen meer heeft in de samenwerking met de huidige PvdA-fractie. Hij stelt dat altijd sprake is geweest van een verstandshuwelijk. Op verschillende momenten is met de vier fracties afgesproken open en verantwoordelijk samen te werken. Vaak ging dat goed, soms ging dat moeizaam. Hij wenst vast te stellen dat de breuk niet gaat om personen, maar om de inhoud. De directe aanleiding voor de ingediende motie is de opstelling van de PvdA-fractie en PvdA-wethouders rond het dossier stadskantoor. Nadat het dossier stadskantoor in december 2007 was gestruikeld in handen van wethouder Doornenbos, nam de heer Berkelder het over.

3 3 De heer Berkelder heeft altijd geknokt voor de inhoud. De basis was een breed gedragen uitspraak van de coalitiefractie, namelijk om uit te gaan van de visie Binnenstad-Zuid en van het ontwerp Neutelings- Riedijk. Die visie was voor de coalitie zoals afgesproken, leidraad. Voor GroenLinks gold dat het voorstel met behoud van die uitgangspunten, zo goed mogelijk tegemoet moest komen aan de kritiek. Het voorstel dat B en W in december 2008 voorlegde, was volgens de heer Verhaar goed verdedigbaar. Toen het dossier vorderde, kwamen de coalitiepartijen meerdere malen bij elkaar. Gevraagd werd om afspraken, maar de PvdA gaf steeds aan dat er steun was, met hooguit één of twee bedenkingen. De heer Verhaar vervolgt dat in november 2008 de fractievoorzitter van de PvdA nog heeft gesteld dat er geen veto zou komen. In december 2008 vernam GroenLinks dat er vier tegenstanders waren binnen de PvdA. Afgesproken werd dat deze marge als coalitie zou worden geaccepteerd. Geconstateerd werd toen wel dat het spijtig was dat het voorstel al zover gevorderd was, dat aanpassing om de tegenstanders tegemoet te komen, niet meer mogelijk was. Achteraf is vernomen dat er binnen de PvdA-fractie al sinds het voorjaar van 2008 flinke tegenstand bestond. Het is volgens de heer Verhaar tekenend dat de PvdA daar zo weinig open over is geweest. In februari 2009 barstte volgens hem de bom. Tijdens de politieke markt kwam de verdeeldheid binnen de PvdA duidelijk naar buiten. Geconcludeerd werd dat voor het draagvlak binnen de PvdA een second opinion nodig was, door de raad zelf uit te voeren. Het was de PvdA duidelijk gemaakt dat haar vragen zouden leiden tot ontslag van het college. Wethouder Van den Berg was overduidelijk in zijn steun voor het plan, het stadskantoor zou er komen. Echter de fractie hield vast, de PvdA-wethouders en vervolgens het college vatten dat op als een motie van wantrouwen en stapten op. De vier fractievoorzitters kwamen bijeen en er werd gelijmd. De motivatie hiervoor was dat het college veel goede zaken had gedaan en nog veel goeds in de planning had. Daarnaast was GroenLinks van mening dat de stad bestuurd moest blijven, zeker in het laatste jaar voor de verkiezingen en dat de vier fracties daarvoor verantwoordelijk waren. Zijn fractie hecht zwaar aan deze verantwoordelijkheid. Ook de motie van vandaag komt volgens de heer Verhaar voort uit de overtuiging dat Deventer bestuurbaar moet blijven. Tijdens de lijmpoging had GroenLinks veel last van de verdeeldheid binnen de PvdA. De voortgang van de onderhandelingen werd voortdurend overschaduwd door gemengde signalen vanuit de PvdA en nooit was volgens de heer Verhaar duidelijk met welke PvdA aan tafel werd gezeten en wat het fractiestandpunt was. Tijdens de onderhandelingen heeft GroenLinks opnieuw de kleinere variant van het stadhuis ingebracht met een dislocatie en balies op een andere plek. Een oplossing voor alle vragen die leefden over financiën en parkeren en een oplossing die tegemoet zou komen aan veel kritiek vanuit de stad, aldus de heer Verhaar. De PvdA gaf echter aan dat het plan onveranderd moest blijven. Omwille van de samenwerking heeft GroenLinks ingestemd met de second opinion die de cijfers van het college nog eens onafhankelijk tegen het licht zou houden. Volgens de heer Verhaar was duidelijk dat voor geen van de vier partijen de Leeuwenbrug een alternatieve locatie was. Dat was immers volstrekt in strijd met de visie Binnenstad-Zuid. Bij de herstart werd uitgesproken dat verder zou worden gegaan op basis van verantwoordelijkheid, stabiliteit en vertrouwen, aldus de heer Verhaar. GroenLinks en ook de andere collega s bleven het plan verdedigen omdat er breed politiek draagvlak was. De vier coalitiepartijen en drie oppositiepartijen steunden het plan. Ondertussen werd het rumoer binnen de PvdA steeds groter, volgens de heer Verhaar. Delen van de fractie voerden op de markt campagne tegen het stadskantoor en welk appel ook werd gedaan op het verantwoordelijkheidsgevoel van de PvdA voor de bestuurbaarheid van de stad, niets leek te helpen. Gaandeweg werd GroenLinks duidelijk dat de gemaakte afspraken met de PvdA herhaaldelijk door deze partij werden gebroken. Hierover werd regelmatig onvrede uitgesproken, maar op een goed moment houdt dit op. De heer Verhaar vindt dat dit moment nu is aangebroken. Deze breuk gaat volgens de heer Verhaar niet over het stadskantoor, maar is de aanleiding. De oorzaak is volgens hem de breuk in het vertrouwen. Er is in vertrouwen samengewerkt, maar GroenLinks heeft dit vertrouwen bij herhaling geschaad gezien. Dat spijt de heer Verhaar en het doet volgens hem schade aan de politiek. Hij stelt dat de raad het niet goed heeft gedaan en dat kan iedereen zich aantrekken. Ook vindt hij het spijtig dat het politieke draagvlak voor het stadskantoor is verdwenen. Daarom roept zijn fractie het college op er verder geen energie meer in te steken. De heer Verhaar vindt het spijtig dat de plannen van tafel gaan, omdat zijn fractie van mening blijft dat het een goed plan is. Hierdoor zal er naar zijn mening voor jaren geen oplossing worden gevonden voor de huisvesting van de ambtenaren en het aanpakken van rotte plekken, zoals het Beursplein en het Sluiskwartier. Ook zal de bibliotheek voorlopig niets geboden kunnen worden. Verder is het spijtig voor alle mensen die hard en enthousiast aan het huis van Deventer hebben gewerkt.

4 4 De heer Verhaar stelt dat sommigen deze stap zullen zien als een triomf voor de PvdA. Hij van mening dat men zwak is in de politiek wanneer een samenwerking wordt gehandhaafd waarin niet meer wordt geloofd. Hij vindt het belangrijker om duidelijk en betrouwbaar te zijn en niet te blijven aanmodderen, wanneer het vertrouwen weg is. Deze breuk is uit te leggen, doorgaan met de PvdA niet, vindt de heer Verhaar. GroenLinks zal niet weglopen voor de bestuursverantwoordelijkheid in een tijd van economische crisis. Zijn fractie realiseert zich dat als fractie een heel zware periode tegemoet wordt gegaan en hij is blij dat zijn wethouder ook bereid is dit te doen. Hij vraagt de voorzitter de motie voor te lezen. De voorzitter leest de motie voor: MOTIE ingediend door de fracties GroenLinks, CDA en VVD Onderwerp: Coalitie wil verder zonder PvdA Overwegend, Dat coalitiefracties GroenLinks, CDA en VVD geen basis meer zien in voortzetting van de samenwerking met de PvdA. Spreekt uit Dat het vertrouwen in PvdA wethouders Fleskes en Van den Berg wordt opgezegd en verzoekt hen hun ontslag in te dienen. De heer Oggel stelt dat de kruik net zo lang te water gaat tot ze barst. De betekenis volgens de Van Dale is zeer van toepassing op de ontstane situatie. Hij resumeert dat toen de fractievoorzitter van de PvdA maandagavond meldde dat zijn fractie toch meer rekenwerk wilde over de Leeuwenbrug, het voor hem duidelijk was dat de PvdA-fractie niet meer uit haar eigen worsteling zou kunnen komen. Toen ook wethouder Van den Berg zich pal achter de PvdA-fractie opstelde, was duidelijk dat er ook een breuk was ontstaan in het college. Er was, mede gezien de voorgeschiedenis, maar één conclusie mogelijk: het CDA kan niet meer verder met deze PvdA-fractie. Deze conclusie is niet met vreugde getrokken. Door te blijven hameren op de Leeuwenbrug, heeft de PvdA volgens de heer Oggel bij de burgers van Deventer de indruk gewekt dat de Leeuwenbrug nog een optie zou zijn als locatie van de huisvesting van de ambtenaren. Die suggestie was en is volgens hem een onjuiste voorstelling van zaken. Ook APB heeft daar volgens de heer Oggel aan meegewerkt. De discussie over het huis van Deventer betreft zoveel meer, aldus de heer Oggel. Het huis van Deventer is de hoeksteen van de visie Binnenstad-Zuid, die staat voor een structurele en dynamische impuls voor heel Deventer op sociaal, economisch en cultureel gebied. Daar ging en gaat het om en voorlopig dus even niet. Hoe het nu ook verder gaat, Deventer kent vandaag alleen maar verliezers, stelt de heer Oggel. Als het aan het CDA ligt, wordt niet bij de pakken neergezeten. Het mag en kan niet zo zijn dat Deventer nu plat gaat tot ver na de gemeenteraadsverkiezingen. Deze stad moet volgens de heer Oggel bestuurd worden en wel vanaf nu met volle kracht vooruit. De heer Poppens meldt dat het voor zijn fractie een ingrijpende beslissing is geweest om deze motie mede in te dienen. Hij memoreert aan de vele jaren van constructieve samenwerking tussen zijn fractie en de PvdA. In goede en slechte tijden kon men op elkaar bouwen. De aanwezige verschillen tussen de partijen werden gerespecteerd. Hij legt uit dat de motie niet in de eerste plaats over het stadskantoor gaat. Met deze motie wil de VVD geen onderscheid maken tussen voor- en tegenstanders van het stadskantoor. Ook gaat de motie niet over de individuele PvdA-raadsleden die voor of tegen het stadskantoor zouden hebben gestemd. De heer Poppens werkt al een aantal jaren samen met de PvdA en kent de meeste PvdA-raadsleden als kundige, integere en betrokken collega s. Deze motie gaat volgens de heer Poppens wel over het vertrouwen in de huidige leiding van de PvdA, of eigenlijk het gebrek daaraan. Dit gevoel is niet in enkele weken ontstaan. Het heeft volgens hem alles te maken met bestuurskracht en leiderschap. Hij schetst een stukje geschiedenis. In 2004 is op initiatief van de toenmalige wethouder Doornebos gestart met de eerste invulling van de visie Binnenstad-Zuid, namelijk nieuwbouw van het stadskantoor en de bibliotheek. Eerst was er nog sprake van een satelliet aan de Sluisstraat. Dat stond ook in het verkiezingsprogramma van zijn partij. Zijn fractie heeft zich er door de PvdA-wethouder inhoudelijk van laten overtuigen dat nieuwbouw op één locatie bij het stadhuis, toch beter was. De huidige coalitie, inclusief de PvdA-fractie, is op deze voet verder gegaan. Ook met de nieuwe PvdA-fractievoorzitter, aangetreden in 2007, na perikelen rondom de benoeming van de burgemeester, leek de door de coalitie ingezette koers te worden bestendigd. Later in 2007

5 5 vertrok de heer Doornebos als wethouder en partijleider. Hij werd opgevolgd door wethouder Van den Berg. Vanwege persoonlijke omstandigheden is de portefeuille van de heer Van den Berg enige tijd onder collega-wethouders verdeeld. Daar zaten niet de eenvoudigste dossiers bij, zoals onder meer het stadskantoor. Tot op heden is wethouder Berkelder hiervoor nog steeds verantwoordelijk. Over drie weken zou deze portefeuille weer teruggaan naar wethouder Van den Berg. De heer Poppens vindt het opmerkelijk dat het voltallige college, inclusief de twee PvdA-wethouders, in februari jl. vanwege het verzoek om een second opinion, opstapte. In februari 2009 heeft wethouder Van den Berg tijdens de ledenvergadering van de PvdA, een invloedrijk orgaan, volgens de heer Poppens letterlijk geroepen: bouwen die bijenkorf. Hij vraagt zich af waarom de wethouder nu opeens van mening is veranderd. Ook uit opmerkingen in de maanden daarna is niet gebleken dat wethouder Van den Berg koos voor stoppen of voor een alternatieve locatie van het stadskantoor. Toen werd collectief afgetreden en nu wordt gevraagd om meer duidelijkheid. Terwijl de heer Van den Berg zelf in het college zit en zelf medeverantwoordelijk is voor collegebesluiten en collegebrieven over dit onderwerp de afgelopen maanden. Volgens de heer Poppens schaadt dit de geloofwaardigheid van de PvdA. In november 2008 werd volgens de heer Poppens duidelijk dat een aantal leden van de PvdAfractie zich niet kon vinden in de plannen rond het huis van Deventer. De coalitiepartijen is verteld dat echter nog steeds een meerderheid van de fractie voorstander zou zijn. De coalitiepartijen accepteerden deze constructie en op grond daarvan is het college gevraagd door te gaan met de plannen voor het stadskantoor. Naar buiten toe begon inmiddels het beeld te ontstaan dat de PvdA tegen de plannen zou zijn. Dit beeld werd versterkt door de weifelachtige openbare optredens in de raad. Volgens de heer Poppens kan de partij niet op twee gedachten blijven hinken. Juist als grootste partij moet er duidelijkheid worden uitgedragen en leiderschap worden getoond. Mede in die context moet volgens de heer Poppens de raadsvergadering van 11 februari jl. worden gezien, waar tot ieders verrassing het volledige college van B en W aftrad naar aanleiding van de opstelling van de PvdAfractie. In maart maakte het college een doorstart en hebben de vier coalitiepartijen het college opgedragen een second opinion over de cijfers te houden. Zonder overigens te suggereren dat een studie naar een alternatieve locatie aan de orde kan zijn. In een brief aan de raad van 29 mei jl. zijn de resultaten door het volledige college gepresenteerd, inclusief de PvdA-wethouders. Op woensdag 3 juni jl. was het raadsdebat over de second opinion-resultaten. De heer Poppens vraagt zich af waarom de PvdA-fractie tijdens dat debat niet direct stelling heeft genomen tegen de uitkomst van de second opinion. Toen is het oordeel opgeschort. Hij vraagt zich af of dit was om de besluitvorming nog verder te vertragen. Ook maandagavond 8 juni jl. bleef de PvdA-leiding zich volgens de heer Poppens in nevelen hullen en is hem niets van een eindoordeel gebleken. De PvdA wilde aanvullende informatie over de second opinion, dus een soort third opinion. Dit leidt volgens de heer Poppens tot nog meer uitstel. Gesteld was dat een alternatieve locatie geen onderdeel van het onderzoek zou zijn. Hij vraagt zich af of de PvdA toen al zocht naar een geschikt excuus om de stekker uit het hele project te trekken. De heer Poppens had liever gehad dat dit dan in december 2008 was gedaan. Dat zou veel tijd en geld bespaard hebben. Hij vindt het onacceptabel dat de PvdA in coalitieverband heeft volgehouden voor het plan te zijn en naar buiten toe de suggestie heeft gewekt tegen te zijn door veel vragen te stellen en een weifelende houding aan te nemen. Hij had liever gezien dat de PvdA, indien de partij na verloop van tijd tot een ander oordeel was gekomen, dit had uitgesproken. Ook wenst hij verantwoording over het feit dat nu, na zoveel jaren voorbereiding, tot dit inzicht is gekomen. Gelet op deze opstelling van de huidige PvdAleiding en wethouders, is voor de VVD de basis voor verdere samenwerking met de PvdA in deze coalitie onvoldoende geworden. De heer Poppens wil graag vooruitkijken. De gemeente moet worden bestuurd. Er is nog veel te doen en er ligt nog een collegeprogramma dat om een verdere uitvoering vraagt. De huidige plannen voor het huis van Deventer zijn wat de VVD betreft, van tafel. Zijn fractie ziet onvoldoende draagvlak in de raad. Er moeten volgens de heer Poppens nieuwe oplossingen worden gezocht voor de huisvesting van de bibliotheek en het stadskantoor. Ook om aan dit deel van de stad een nieuwe impuls te geven. Wat de VVD betreft, wordt hier nu mee gestart. Misschien moet dat in samenhang worden bekeken met invulling van cultuurfuncties nabij het Grote Kerkhof of met versterking van het Sluiskwartier. Deventer moet verder en de VVD wil daar haar bestuursverantwoordelijkheid voor nemen de komende tijd. De heer Nijboer spreekt uit dat voor hem sprake is van een lastig moment. Het gaat om partners waar lang mee is samengewerkt en veel mee is bereikt en nu lijkt sprake te zijn van een radicale splitsing. Hij schetst hoe zijn fractie de afgelopen periode heeft beleefd en wat er volgens hem is gebeurd. De heer Nijboer meldt dat vorig jaar de informatie over de nieuwbouw in brokken tot de fractie kwam. Er was

6 6 geen totaalbeeld. In november was er bij zijn fractie een redelijk totaalbeeld ontstaan van wat er lag en daarin bleken veranderingen en nieuwe inzichten te zitten, zoals het parkeren en de sterke versnippering van de huisvesting van ambtenaren. Dat leidde inderdaad tot dynamiek. Er was geen eenheid meer, vier mensen spraken zich uit tegen de plannen. Dat is gecommuniceerd naar de collegepartijen en gepoogd is om verder te gaan. Na een dieptepunt in februari, is in maart jl. een herstart gemaakt. Afgesproken werd dat er een second opinion zou komen wat betreft de financiën. Begrijpelijk, volgens de heer Nijboer. Het gaat immers om een bedrag van 70 miljoen euro. De fractie vroeg zich af of sprake was van een verantwoorde investering en of de getallen wel klopten. Naast de robuuste parkeeroplossing, was er ook een gentleman s agreement. Hierin is afgesproken dat de heer Nijboer en de wethouders zich zouden inzetten om de voorstanders in de fractie te behouden. Helaas is toen niet afgesproken dat het college zich ook zou inzetten om het draagvlak in de stad te vergroten. Dat leek toen vanzelfsprekend. Vervolgens komt er een coalitieverklaring, een meerderheid van de PvdA-fractie is voor. Daarna volgt de stemming over het referendum, een meerderheid van de PvdA-fractie stemt tegen het referendum. De onderzoeksopdracht wordt unaniem geaccepteerd door de fractie. Daarna gaat het slechter in het proces. Er vindt uitstel in de second opinion plaats en een radiostilte volgt. Er ontstaat volgens de heer Nijboer ruis over het wel of niet bestaan van een conceptrapport, ruis over de mogelijkheid van de verkoop van de Leeuwenbrug en afgelopen woensdag blijkt dat de cijfers over de Leeuwenbrug niet zijn gecheckt. Terwijl deze tekst expliciet was opgenomen in de onderzoeksopdracht en in de coalitieverklaring. Er volgt een brief van het college met een verdere toelichting. In deze brief wordt gesteld dat de cijfers van De Mol van Otterloo klakkeloos zijn overgenomen. De heer Nijboer vraagt zich af of deze cijfers nu wel betrouwbaar zijn voor een second opinion voor een berekening van de Leeuwenbrug. In een ultieme reparatiepoging om het geslonken vertrouwen te herstellen, dringt wethouder Van den Berg aan op een aanvulling van deze omissie. Dit leidt tot coalitieoverleg afgelopen maandag. Geconcludeerd werd in dat overleg dat het gehele rommelige proces sinds de herstart ertoe heeft geleid dat er momenteel geen draagvlak is voor de nieuwbouw van het stadskantoor. De heer Nijboer heeft dit vervolgens in alle openheid aan zijn medefractievoorzitters gemeld. Het was voor hem pijnlijk dit te melden. Ook pijnlijk was de volgende dag geconfronteerd te worden met het persbericht van de coalitiepartners. Er was immers afgesproken op dinsdagavond bijeen te komen om met elkaar te overleggen of met elkaar kan worden verder gegaan en in welke vorm. Dit was niet meer mogelijk. Hij heeft gemeend openheid te moeten betrachten en hij vraagt zich achteraf af of dit naïef was. Hij was ervan overtuigd dat de coalitie gezamenlijk zou gaan voor de bestuurbaarheid van de stad. Er staan volgens de heer Nijboer nog zoveel plannen op stapel. Kennelijk is dat van geen belang. Hij vraagt zich af wat de motie oplost en bijdraagt aan de bestuurbaarheid van de stad. De heer Nijboer snapt niet waarom de motie is ingediend. Mevrouw Mook meldt geschokt te zijn door de ingediende motie van GroenLinks, CDA en VVD. Het is voor haar partij van belang wat zich heeft afgespeeld sinds februari jl. Tijdens de inspraak zijn een aantal vragen gerezen, zoals een doorberekening van de Leeuwenbrug en een robuuste parkeeroplossing. Er was immers ruis ontstaan over de financiën. Op 11 februari jl. vond hierover een debat plaats. Na de eerste termijn hield het college het echter voor gezien. Haar fractie vond dit weglopen een laffe daad. Er was toen immers nog voldoende draagvlak voor het stadskantoor. De spanningen bleven volgens mevrouw Mook merkbaar, ook na de lijmpoging. De wethouder heeft sinds deze lijmpoging onhandig gehandeld, stelt zij. Daarom zegt de SP het vertrouwen op. De heer Berkelder was niet in staat ontstane twijfel en ruis omtrent de financiën van het stadskantoor weg te nemen. Zij vraagt de voorzitter de motie voor te lezen. De voorzitter leest de motie voor: MOTIE ingediend door de SP fractie Onderwerp: Motie van Wantrouwen wethouder Berkelder Overwegende, dat De procedure rond de second opinion niet getuigde van transparantie. De presentatie van het rapport en de bijbehorende late beantwoording van de vragen van de fracties door tijdsoverschrijding en onbehoorlijk is en een minachting van de raad.

7 7 De wethouder de raad onvolledig, onzorgvuldig en onjuist heeft ingelicht over de doorberekening van de Leeuwenbrug waar in het raadsvoorstel dd. 8 april 2009 nadrukkelijk naar is gevraagd. De wethouder de raad onvolledig, onzorgvuldig en onjuist heeft ingelicht over de mogelijkheden tot koop van de Leeuwenbrug. De informatieverschaffing aan derden, met name de financiële cijfers, over de bouw van de stadskantoor en de Leeuwenbrug optie onder de maat was. Constateert dat: het vertrouwen van de raad in de wethouder Berkelder onherstelbaar geschaad is. En verzoekt: de wethouder zijn zetel ter beschikking te stellen. De voorzitter schorst de vergadering tot uur SCHORSING De voorzitter heropent de vergadering en nodigt de overige fracties uit een reactie te geven met de afspraak in de eerste termijn niet te interrumperen. Mevrouw Zandstra stelt vast dat vandaag weer een zwarte dag is voor de democratie van Deventer door het dossier stadskantoor. Kennelijk mag en kan de politieke discussie niet meer gevoerd worden waar deze thuishoort, namelijk in de raadzaal. Zij roept in herinnering de dag waarop na een jaar van stilte het stadskantoor als bespreekpunt op de agenda van de politieke markt werd geplaatst. Toen werd al voordat alle fracties in staat werden gesteld een bijdrage te leveren aan het debat, door het college ontslag aangeboden. Vervolgens is er gelijmd. Ook dit proces verdient de schoonheidsprijs niet, volgens mevrouw Zandstra. Het was geen open en transparant proces. Na het uitgesproken vertrouwen van de vier coalitiepartijen, is men weer aan de slag gegaan. Na drie maanden van vele discussies over aannames en beschikbaarheid van cijfers, zaken die allen terug te voeren zijn op het ontbreken van transparantie in het collegiaal bestuur en niet tijdig dan wel onvolledig verstrekken van alle relevante informatie, is men weer terug bij af. Weer wordt er, voordat een verantwoordingsdiscussie in de raad kan plaatsvinden, een poging gedaan om de stekker eruit te trekken, aldus mevrouw Zandstra. Alleen nu niet door het college van B en W, maar door drie van de vier coalitiepartijen. Weer is een dergelijk besluit binnenskamers genomen. Saillant detail is volgens mevrouw Zandstra dat het dossier stadskantoor nu van tafel is vanwege het ontbreken van draagvlak bij de bevolking, volgens GroenLinks, CDA en VVD. Die conclusie had het APB al getrokken. Omdat genoemde partijen het dossier binnenskamers al hebben afgevoerd, wordt gelijktijdig de mogelijkheid ontnomen tot een verantwoordingsdebat over dit dossier. Mevrouw Zandstra vindt de motie daarom onbegrijpelijk. Als deze motie wordt aangenomen, leidt dit tot het aftreden van de twee wethouders die niet eindverantwoordelijk zijn voor het dossier stadskantoor. Democratisch gezien leidt het aannemen van de motie tot een verkeerd besluit, omdat de verantwoordelijke voor het dossier binnen het college kan blijven zitten. Het zou volgens haar van wijsheid getuigen en politieke moed als die verantwoordelijkheid wel wordt genomen. Mevrouw De Jager stelt vast dat het gaat om vertrouwen. Het elan is weg en het publiek snapt er volgens haar niets van. Er is vandaag een heldere analyse gemaakt van wat er volgens de collegepartijen is gebeurd. Sprake is van brokstukken. Zij heeft het gevoel dat zaken niet kloppen. Dat is begonnen met onduidelijke standpunten van de PvdA. Het is niet zozeer het college dat de ontstane situatie heeft veroorzaakt, volgens haar fractie heeft de PvdA aangewakkerd wat sluimerde in het college. Mevrouw De Jager is verbaasd dat het dossier stadskantoor nu van tafel is. Zij heeft de indruk dat het wel gaat om personen en zij vindt het kwalijk dat achterkamertjespolitiek is bedreven. Zij vraagt zich af of sprake is van dubbele agenda s. Volgens mevrouw De Jager gaat het over het ontbreken van vertrouwen. Zij vraagt zich af hoe afspraken kunnen worden gemaakt als men elkaar niet vertrouwt. Dit is veroorzaakt doordat collega-raadsleden in het ongewisse zijn gelaten. De heer Ahne meldt dat de motie van de coalitiefracties zijn fractie heeft verrast. Ook zijn fractie zag dat de fractie van de PvdA geen uitspraak deed, behalve dat men aangaf dat de stemverhouding nog steeds bestond, waarvan eerder kennis was genomen. Vandaag hebben de coalitiepartners hun versie over de gang van zaken gegeven. De heer Ahne stelt vast dat vele zaken over de ontstane problemen

8 8 zich achter gesloten deuren en buiten zijn gezichtsveld hebben afgespeeld. Daarmee is het voor zijn fractie lastig zaken te controleren. Hij is van mening dat de PvdA te lang bezig is geweest met het stellen van vragen rond het dossier stadskantoor. Dit heeft gezorgd voor meer vertraging en het zaaien van twijfel, hetwelk het draagvlak heeft aangetast. Er had eerder een besluit door de PvdA-fractie moeten worden genomen. Politiek bedrijven, heeft volgens hem ook te maken met vertrouwen, vertrouwen tussen fracties en het college. De fractie van de PvdA lijkt volgens de heer Ahne het vertrouwen in het college kwijt te zijn en wordt daarin inmiddels gesteund door de eigen wethouder. Wat betreft de voorliggende motie, begrijpt de heer Ahne uit de uitleg van de drie coalitiepartijen dat verder gaan met de PvdA voor hen geen optie is. Het vertrouwen is volledig weg. Zijn fractie is van mening dat dit handelen onverantwoord is voor het bestuur van de stad, maar soms zijn onverantwoorde zaken onoverkomelijk. Lijmen lijkt nu geen optie. De heer Ahne vraagt zich af wat het beste is voor Deventer; het verwerpen van de motie waardoor een volledige collegecrisis ontstaat of het aannemen van de motie waardoor de overgebleven coalitiepartijen op zoek kunnen naar een oplossing voor het komende jaar. Voor de fractie van D66 lijkt deze laatste oplossing op dit moment het beste voor de bestuurbaarheid van Deventer. Daarmee blijft er een minderheidscoalitie, die in ieder geval aantoont samen verder te willen. D66 zal steun geven aan de motie, niet omdat zij het vertrouwen kwijt is in de huidige PvdA-bestuurders, maar omdat dit de minst slechte optie is voor de bestuurbaarheid van Deventer. De heer De Jong citeert een eerdere uitspraak van zichzelf tijdens de vorige breuk: een partij die zichzelf niet kan besturen, kan moeilijk de belangrijkste peiler zijn voor het stadsbestuur. Hij heeft een goede analyse liggen van de vorige crisis en de lijmoperatie die daarop volgde. Sprake was van een diepgaande vertrouwensbreuk van drie partijen met een tot op het bot verdeelde PvdA-fractie. Die breuk was volgens de heer De Jong oppervlakkig geheeld. De heer De Jong was al van mening dat het vragen om een second opinion een vreemde zaak was. Het was volgens hem tijd kopen, interne verdeeldheid maskeren of misschien wel traineren van besluitvorming. Weer vragen om extra cijfers betekent nog meer ruimte geven aan twijfel, hetgeen leidt tot verminderd draagvlak voor het plan, aldus de heer De Jong. Hij verwijt de PvdA dat het geen standpunt heeft ingenomen en geen duidelijkheid heeft verschaft. Ook bevreemdde het hem dat de wethouder zich verwijderde van het standpunt van het college. Hij verwijt ook de andere coalitiepartners het een en ander. Hij is van mening dat zij een leeg akkoord hebben gesloten. Er hadden concrete afspraken gemaakt moeten worden. Ook verwijt hij de partners dat zij zich binnen en buiten de raad niet hebben verzekerd van steun binnen de fractie bij de PvdA. Wat betreft de motie stelt de heer De Jong dat hij wel kritiek heeft op de PvdA, maar dat hij het op politiek vlak vaak goed kan vinden met deze fractie. Hij moet een afweging maken. Als hij de motie niet steunt, dan is het mogelijk dat de motie het niet haalt, hetgeen tot gevolg heeft dat de wethouders van de andere partijen weg moeten. In het belang van de bestuurbaarheid van de stad, zal hij de motie moeten steunen. De breuk ligt er en hij heeft begrip voor het standpunt van de indieners van de motie. Mevrouw Mook meldt dat het bericht van de drie coalitiepartijen bij haar insloeg als een bom. Zij vraagt zich af wat er achter gesloten deuren is gebeurd. Zij complimenteert de drie partijen dat zij de stekker uit de plannen voor het stadskantoor trekken. Dit lijkt volgens haar een zege voor de stad. Het draagvlak voor het stadskantoor is bij de burgers tot een laag niveau gedaald. Mevrouw Mook vraagt zich een aantal zaken af: hoe zien de partijen de toekomst van het stadskantoor, hoe willen de drie partijen verder, komt er een minderheidscollege en hoe moet de stad dan bestuurd worden tot aan de verkiezingen? Daarnaast vraagt zij zich af wat het voor zin heeft om de PvdA-wethouders weg te sturen. Het hele college en met name wethouder Berkelder, is volgens haar verantwoordelijk. De drie partijen en de rest van het college komen weg met hun verantwoordelijkheid voor de puinhopen van vijf jaar besluitvorming over een nieuw stadskantoor. Mevrouw Mook meldt dat naast de PvdA, meer partijen last hebben van het ontbreken van voortschrijdend inzicht. Zij is van mening dat de burger de dupe is. De fractie van de SP steunt de motie van de coalitiepartijen niet. Mevrouw Lutje Hulsik komt tot de conclusie dat als het college en de raad geen vertrouwen meer hebben in elkaar, dat ook niet mogelijk is richting de burger. Het gaat volgens mevrouw Lutje Hulsik niet meer om het stadhuis, het gaat om vertrouwen. Zij vraagt zich af wat er gebeurd is de afgelopen tijd. Er wordt veel achterkamertjespolitiek bedreven. Er worden haar fractie zaken voorgeschoteld waarop geen invloed mogelijk is en zij twijfelt aan de getrouwheid van verstrekte informatie. Wat betreft de ingediende moties, wacht mevrouw Lutje Hulsik met het geven van haar mening tot na de schorsing, omdat zij nog enige tijd nodig heeft om te kunnen oordelen.

9 9 Wethouder Van den Berg stelt dat als iemand overweegt een nieuw huis te bouwen, het goed is om ook te berekenen wat de verbouwing van de huidige woning kost. Alleen dan kan volgens hem een logische keuze worden gemaakt. De heer Van den Berg heeft er in het college op aangedrongen bureau Brink de opdracht te geven de verbouwingsoptie Leeuwenbrug goed te laten doorrekenen. Dit is nooit gebeurd. Alleen dan kan de raad volgens hem een logische keuze maken. Hij stelt vast dat dit voor de coalitiepartners de aanleiding is om nu de samenwerking op te zeggen. De coalitiepartners willen volgens hem niets meer: geen energie steken in de nieuwbouw, maar ook niet laten doorberekenen wat het kost om de Leeuwenbrug te verbouwen. Hij vraagt zich af of hier sprake is van bestuurskracht en leiderschap. De heer van den Berg stelt dat het kapotmaken van de coalitie de raad niet helpt aan een nieuwe woning. Hij vraagt de coalitiepartners de motie in te trekken en met elkaar voor te bereiden dat de raad op 24 juni a.s. kan kiezen tussen bouwen of verbouwen. Wethouder Berkelder gaat in op de tegen hem ingediende motie van wantrouwen door de SP. In april 2009 heeft de raad de onderzoeksopdracht aan de Brinkgroep besproken. De raad, ook mevrouw Mook, heeft toen ingestemd met de toezending van het eindrapport. Het lijkt de heer Berkelder ook niet wenselijk om alle conceptrapportages van nota s en rapporten te ontvangen, omdat dit een enorme papierwinkel zou betekenen. Het eindrapport is verstrekt en de Brinkgroep heeft ook het door de APB gevraagde tussenproduct ter inzage verstrekt. Dit lijkt hem redelijk transparant. Ten aanzien van de tweede overweging adviseert hij mevrouw Mook dit met de Brinkgroep te bespreken. De heer Berkelder wijst deze stellingname krachtig af. Wat betreft de tijdsoverschrijding, geeft de heer Berkelder toe dat dat vervelend is geweest, maar de Brinkgroep heeft uitgelegd dat zij zelden over een zo goed uitgewerkt voorstel een second opinion heeft uitgevoerd. De enorme hoeveelheid gegevens die verwerkt moest worden, is door de Brinkgroep onderschat. Ten aanzien van de derde overweging, vindt de heer Berkelder dat dit de mening is van de SP en geen feit. Hij is van mening dat het tegendeel het geval is. Het college heeft meer gedaan dan gevraagd is, er is namelijk een taxatierapport verstrekt en er is een quick scan gemaakt van de bouwkundige staat van het gebouw. Zoals eerder aangegeven in de politieke markt, had de Brinkgroep in haar rapportage eigenlijk de opmerking moeten vermelden: voor zover de gemeente weet, is het gebouw niet te koop. Mevrouw Mook had twee maanden geleden een motie in kunnen dienen met het verzoek de Leeuwenbrug te kopen. De heer Berkelder is van mening dat de raad over geen enkel onderwerp zo goed is geïnformeerd als over het dossier stadskantoor. De voorzitter schorst de vergadering voor een half uur, waarna wordt gestart met de tweede termijn. Op verzoek van de APB wordt deze schorsing vervolgens nog verlengd met 10 minuten. SCHORSING Tweede termijn De voorzitter stelt voor tijdens de tweede termijn de fractievoorzitters in volgorde van grootte van de fracties het woord te geven. Desgewenst is er gelegenheid interrupties te plaatsen. De heer Nijboer stelt vast dat eigenlijk sprake was van een zakelijk verschil van mening. De cijfers van de Leeuwenbrug waren niet bekeken en afspraak is afspraak. Zijn fractie wilde zorgvuldigheid en transparantie betrachten richting de burgers ten aanzien van de betaalbaarheid van de nieuwbouw met de Leeuwenbrug als referentie. De Leeuwenbrug is echter nooit als volledig locatiealternatief bedoeld. Dit inzicht bleek er vorige week woensdag niet te zijn, aldus de heer Nijboer. Zijn fractie was verdeeld, maar dat wil niet zeggen dat hij de volledige regie over zijn fractie kwijt was. Volgens de heer Nijboer is een en ander een politiek spel geworden. Hij betreurt het dat geen echte verantwoording in de raad zal worden afgelegd over het stadskantoor. Dat was volgens hem een beter signaal geweest richting de bevolking van Deventer. Hij vindt het prettig te vernemen dat de crisis ook niet gaat over het functioneren van wethouders. Het gaat de heer Nijboer erom hoe Deventer bestuurbaar te houden. Daarom wil hij een moreel appel doen op de indieners van de moties. Hij verzoekt hen beide moties in te trekken. De heer Nijboer stelt dat als de moties worden aangenomen, dit niet goed is voor het aanzien van de politiek in Deventer, noch voor de bestuurbaarheid van de stad. De gespletenheid van het bestuur wordt alleen maar uitvergroot. Hij vraagt zich af wat de reden is om de wethouders naar huis te sturen. Hij vraagt de raad of er breder gedragen oplossingen zijn om uit deze impasse te komen.

10 10 Het huis van Deventer is niet meer, maar de heer Nijboer vraagt alle raadsleden ervoor te zorgen dat de bewoners zich wel thuis blijven voelen bij het bestuur van deze stad. De heer Ahne vraagt zich af, gesteld dat beide moties worden ingetrokken, hoe de heer Nijboer het vervolg voor zich ziet, in aanmerking genomen wat in de eerste termijn gesteld is door de drie coalitiefracties en het gebrek aan wederzijds vertrouwen dat er blijkbaar is. De heer Nijboer snapt goed het dilemma waar men nu voor staat. Hij zou zich voor kunnen stellen dat iemand die boven de raad staat, een korte inventarisatieronde doet om te kijken welke andere opties er momenteel zijn. Hij wil vooral een beroep doen op de raadsleden om te bedenken welk signaal met het besluit over deze moties aan de bevolking van Deventer wordt afgegeven. De heer Poppens stelt vast dat de heer Nijboer spreekt over gespletenheid en dat dit een vervelend effect heeft op de uitstraling naar buiten. Hij vraagt zich af waarom de heer Nijboer deze gespletenheid zo lang heeft laten bestaan ten aanzien van het dossier stadskantoor. De heer Nijboer vindt dat de heer Poppens twee belangen door elkaar haalt. Hij is van mening dat er over een inhoudelijk punt van mening verschild kan worden. Dat is gebeurd en dat is voor iedereen lastig geweest. Maar dat is iets anders dan totale gespletenheid uit gaan stralen in het besturen van Deventer. De heer Verhaar reageert op het verwijt van de heer Nijboer dat het college zich niet zou hebben ingezet voor het verwerven van draagvlak voor het stadskantoor. De heer Verhaar stelt de wedervraag wat de PvdA heeft gedaan voor het verwerven van draagvlak voor het stadskantoor. De heer Nijboer zegt dat de PvdA zowel intern als extern heeft gepoogd als voorstanders eenheid te verkrijgen en het draagvlak te verwerven. Hij stelt vast dat de PvdA daar niet in is geslaagd en hij betreurt dat, maar de inzet is er wel degelijk geweest. De heer Verhaar bestrijdt dit. Als argumenten van tegenstanders uit de stad, bijvoorbeeld over de Leeuwenbrug als alternatief, zodanig worden omarmd, dat een second opinion wordt aangevraagd, dan wordt meegewerkt aan het afkalven van het draagvlak, aldus de heer Verhaar. Hij had graag in plaats daarvan vanuit de PvdA een vurig pleidooi gehoord voor de visie Binnenstad-Zuid. De heer Nijboer vindt dat daar inhoudelijk niet de grootste spanning zit. Hij vindt dat het meer gaat om de vraag of het een verantwoorde keuze was. Ook zijn fractie is een warm voorstander van een publiekstrekker op deze plaats. De heer Verhaar vindt dat de PvdA dat dan goed heeft gemaskeerd. Hij reageert verder op de opmerking van de heer Nijboer dat het zou gaan om een zakelijk geschil. Als hij de indruk had gehad dat het gehele traject was doorlopen met een PvdA-fractie waarop gerekend en gebouwd kon worden, dan was men wel uit het zakelijke geschil gekomen, aldus de heer Verhaar. Juist omdat het vertrouwen tussen zijn fractie en de PvdA steeds verder is afgenomen, is er weinig basis om zo n zakelijk geschil nog goed uit te praten. Verder reageert hij op de vraag van de heer Nijboer wat de reden is om wethouders weg te sturen. Er is volgens de heer Verhaar geen basis meer voor een samenwerking in vertrouwen tussen de fractie van de PvdA en de fracties van GroenLinks, CDA en VVD. De consequentie daarvan is dat er wethouders uit het college moeten. Niet van belang is of zij actief hebben bijgedragen aan het stadskantoor. Ze zijn verbonden aan de fractie van de PvdA. De heer Verhaar is niet van plan de motie in te trekken. Verder komt hij terug op een opmerking van mevrouw Zandstra. Zij stelde dat het stadskantoor door de drie fracties van tafel is geschoven omdat het draagvlak bij de bevolking ontbreekt. Dat heeft zij verkeerd begrepen, volgens de heer Verhaar. Het draagvlak in de politiek ontbreekt. Dan rest geen andere conclusie dan te moeten stoppen met het stadskantoor, aldus de heer Verhaar. De heer Oggel reageert op een opmerking van de heer Nijboer, waarom niet is gewacht tot dinsdagavond. Hij heeft echter na afloop van de fractievergadering van de heer Nijboer begrepen dat de PvdA-fractie toch graag opnieuw cijfers wilde hebben over de Leeuwenbrug, maar dat er hoe dan

11 11 ook geen draagvlak meer was binnen de PvdA-fractie. Volgens de heer Nijboer zou het dan ook niet meer helpen als de coalitiepartners akkoord zouden gaan met de nieuwe cijfers, aldus de heer Oggel. De heer Nijboer bevestigt dat dit verhaal klopt. Maar de afspraak was dat hij zou rapporteren hoe de standpunten in de fractie lagen. Hij verwachtte dan wel dat er dinsdagavond naar gekeken zou worden hoe hiermee verder te gaan. De heer Oggel refereert verder aan de motie van de SP. Zijn fractie zal deze motie niet steunen vanwege de argumentatie van de heer Berkelder, maar ook omdat dit dossier de heer Berkelder overkomen is. Hij mag daar volgens de heer Oggel niet op afgerekend worden. Wat betreft de opmerking van mevrouw Zandstra, sluit de heer Oggel zich aan bij de opmerking van de heer Verhaar. Wat betreft de opmerking van de heer De Jong over het afgesloten lege akkoord in maart jl. stelt de heer Oggel dat geen sprake was van een leeg akkoord, maar dat het akkoord wel op vertrouwen was gebaseerd. Het compliment van mevrouw Mook over het trekken van de stekker uit de plannen voor het stadskantoor, accepteert hij liever niet. Hij deelt de zorg van mevrouw Mook over de toekomst van Deventer. Hij vindt dat gezamenlijk ervoor moet worden gezorgd dat geplande ontwikkelingen voortgang kunnen vinden. Verder reageert hij op de opmerking van de heer Van den Berg over het berekenen van de kosten van verbouw van de Leeuwenbrug, zodat de raad een goede keuze kan maken. Dat veroorzaakt nu juist het probleem, volgens de heer Oggel. Zijn fractie had de beleving dat die keuze al een aantal jaren daarvoor was gemaakt. De oproep van de heer Nijboer om de motie in te trekken, raakt de heer Oggel. Hij denkt echter dat er nu te veel gebeurd is en dat het beter is een timeout te nemen. De heer Oggel hoopt dat de fracties elkaar, zeker na de verkiezingen in 2010, weer recht in de ogen kunnen kijken en constructief kunnen werken aan de verdere ontwikkeling van Deventer. Mevrouw Zandstra heeft de verschillende coalitiepartijen aangehoord. Haar fractie wil en kan zich op dit moment niet uitlaten over hetgeen gezegd is. De fractie heeft meer tijd nodig. Mevrouw Zandstra is van mening dat dergelijke gesprekken eigenlijk thuishoren in een verantwoordingsdebat over het stadskantoor. Het is duidelijk dat het vertrouwen tussen de coalitiepartners weg is. Haar fractie blijft verder bij de mening dat de motie onbegrijpelijk is en tot een ongewenste situatie leidt en zij stemt tegen deze motie. De heer Poppens reageert op de oproep van wethouder Van den Berg om de verdere verbouwingskosten voor een andere locatie van het huis van Deventer goed door te rekenen. Hij is van mening dat hiermee ook de locatie ter discussie wordt gesteld. Zeker omdat het over een third opinion zou gaan. Juist het ter discussie stellen van een alternatieve locatie is in tegenspraak met het coalitieakkoord van maart 2009, aldus de heer Poppens. Daarnaast stelt de heer Van den Berg volgens de heer Poppens dat de second opinion niet goed is doorgerekend. Hij vraagt zich af hoe dat kan. Op 29 mei jl. heeft de raad van het college een brief gekregen over de resultaten van de second opinion. Hij citeert daaruit dat het college tevreden is met de resultaten van het onderzoek en geen aanleiding ziet om het raadsvoorstel inhoudelijk aan te passen. Verder stelt het college van mening te zijn dat de raad hiermee voldoende is geïnformeerd en dat tot besluitvorming kan worden overgegaan. Een derde punt van de heer Poppens is dat de heer Van den Berg aangaf nog behoefte te hebben om openbaar verantwoording af te leggen over het stadskantoor. Wat de VVD betreft is dit akkoord. De VVD heeft gesteld geen energie meer te willen steken in de huidige plannen voor het huis van Deventer. Maar een debat in de raad is wenselijk. Wat betreft de motie van de SP meldt de heer Poppens dat hij van mening is dat wethouder Berkelder het beleid van het college uitvoert en de VVD steunt dit college. Ook steunt de VVD het collegeprogramma. Dus wat de VVD betreft is er geen steun voor deze motie. De fractie handhaaft wel de zelf ingediende motie. Mevrouw De Jager stelt dat als het vertrouwen weg is, het moeilijk is om de stad te besturen. Ooit was er een goed plan voor een huis van Deventer, dat kan niet zomaar van tafel worden geveegd. Vier jaar is erover gesproken, de bewoners van Deventer zijn hierbij uitgebreid betrokken. Het is niet uit te leggen aan de bevolking wat er thans gebeurt. Zij vreest dat dit zich tegen de politiek gaat keren. De fractie ADB is van mening dat aangezien ja is gezegd tegen het plan, dit moet worden afgemaakt. Het vertrouwen is weg en de coalitie zal er zelf aan moeten werken om dit vertrouwen terug te winnen. Zij eist heldere afspraken. ADB zal tegen de motie stemmen.

12 12 De heer Ahne vindt dat als het belang van Deventer voor ogen wordt gehouden, er gekeken moet worden naar de bestuurbaarheid van de stad en het nemen van verantwoordelijkheid. Hij heeft via interruptie proberen te achterhalen wat het alternatief van de heer Nijboer was. Dat alternatief had er kunnen zijn op het moment dat zijn handreiking was opgepakt door de drie coalitiepartijen, door de motie in te trekken. Maar door zo stellig het vertrouwen ter discussie te stellen, is die oplossing er volgens de heer Ahne niet. Het niet aannemen van de motie leidt tot een onbestuurbare stad, want dan is er morgen geen college meer, aldus de heer Ahne. Het intrekken lijkt hem geen optie. Hij ziet als enige oplossing het steunen van de motie. Het belang van Deventer komt volgens de heer Ahne zodanig in het geding, dat ervoor gezorgd moet worden dat in ieder geval een deel van het college blijft zitten en verder kan met besturen. Als de motie wordt verworpen, leidt dit volgens de heer Ahne tot maanden van coalitieonderhandelingen die nergens toe zullen leiden en de stad verder op achterstand zullen zetten. Dat is niet in het belang van Deventer. De heer De Jong ziet geen brood in de oproep van de heer Nijboer om de motie in te trekken. De ontstane situatie vraagt om oplossingen om eruit te komen. Ook zijn kleine fractie heeft daarin een verantwoordelijkheid. Hij reageert op de vraag van de heer Nijboer waarom er wethouders weg moeten. Dit is nu eenmaal het gevolg in bestuurlijk Nederland als er een andere coalitie moet komen, aldus de heer De Jong. Secundair is wat de wethouders zouden hebben gedaan of gelaten. Hij wil de fractie van ADB de boodschap meegeven nog eens na te denken over het ingenomen standpunt. Ook zou hij de SP willen vragen zich bewust te zijn van de vraag of de stad nog wel bestuurd kan worden de komende maanden. Mevrouw Mook constateert dat geen gehoor wordt gegeven aan de oproep van de heer Nijboer. Zij vindt de timing heel onhandig, om nu het bestuur op losse schroeven te zetten. Haar fractie houdt de motie aan. Het gaat de SP om het stadskantoor en niet om het opzeggen van vertrouwen in de PvdA. SP steunt de motie van GroenLinks, CDA en VVD niet. De heer De Jong interrumpeert. Hij vraagt mevrouw Mook hoe zij de bestuurlijke toekomst van Deventer ziet de komende maanden. Mevrouw Mook vreest een onzekere toekomst. De heer De Jong reageert. Hij stelt vast dat de feiten er liggen. Nu is het ook de verantwoordelijkheid van de SP daar verstandig mee om te gaan. Hij vraagt waarom zij dan nu tegenstemt. Mevrouw Mook is erg verbaasd over de motie en vindt het onterecht dat haar gevraagd wordt naar de te ondernemen actie. Zij stemt tegen de motie omdat zij meer vertrouwen heeft in de huidige PvdAwethouders. Mevrouw Lutje Hulsik wenst verder niet inhoudelijk op de zaak in te gaan, maar meldt dat zij tegen de motie stemt. Zij vindt dat het college zijn eigen verantwoordelijkheid moet nemen. Het college moet het verdwenen vertrouwen zelf weer herstellen en doorgaan met waar hij mee bezig is. De voorzitter schorst de vergadering wederom een half uur, voorafgaand aan de stemming. SCHORSING Na heropening van de vergadering informeert de voorzitter of er nog sprekers zijn voor een derde termijn. De heer Verhaar meldt dat zijn fractie de motie handhaaft. De voorzitter meldt dat de motie van de SP wat betreft deze vergadering is ingetrokken. Vervolgens wordt overgegaan tot stemming over de motie van GroenLinks, CDA en VVD door middel van handopsteking. De voorzitter stelt vast dat voor de motie wordt gestemd door de fracties van VVD (4), CDA (5), GroenLinks (6), D66 (2) en de ChristenUnie (1).