: Belastingverordeningen 2019 Bronckhorst. 1.8 Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Bronckhorst 2019

Transcriptie

1 Raadsvoorstel Datum : Kenmerk Portefeuillehouder Nee Onderwerp : Z108158/Raad : W.W. Buunk : Belastingverordeningen 2019 Bronckhorst Geachte leden van de gemeenteraad, Voorstel 1. De volgende verordeningen vast te stellen: 1.1 Verordening onroerende-zaakbelastingen Bronckhorst Verordening rioolheffing Bronckhorst Verordening afvalstoffenheffing Bronckhorst Verordening forensenbelasting Bronckhorst Verordening toeristenbelasting Bronckhorst Verordening begraafrechten Bronckhorst Legesverordening Bronckhorst Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Bronckhorst De onderbouwing voor de tarieven van de onroerende-zaakbelastingen en de kostenonderbouwing voor de rioolheffing, reinigingsrechten en leges voor 2019 vast te stellen. Inleiding Op grond van rijksbeleid en het gemeentelijk begrotingsbeleid stelt u de tarieven voor de gemeentelijke belastingen en heffingen vast in het jaar voorafgaande aan het nieuwe belastingjaar. Veel van de veranderingen kunt u ook lezen in de programmabegroting , paragraaf Lokale heffingen. Daarin worden ook alle belastingen en heffingen uitgelegd (hoe, wat en waarom). Dit voorstel gaat in op de belangrijkste veranderingen bij de verschillende belastingen en heffingen (bij de argumenten). Er zijn alleen veranderingen doorgevoerd in de tarieven en niet in regelgeving of systematieken. De tarieven in de verordeningen volgen de uitgangspunten en geraamde opbrengsten uit de programmabegroting die u eerder hebt vastgesteld. De tarieven zijn allemaal geïndexeerd met 2,4% voor inflatie. Voor de rioolheffing, de OZB en de reinigingsheffingen 2019 ziet u de wettelijke financiële onderbouwingen van de tarieven als bijlagen bij dit raadsvoorstel opgenomen. Deze bijlagen maken deel uit van uw raadsbesluit (beslispunt 2).

2 Het inflatiepercentage halen we ieder jaar uit de meicirculaire. Dit is het door het CPB in Meerjarige Economische Verkenningen (MEV) bepaald percentage (mei 2018) voor het begrotingsjaar (2019) voor overheidsbestedingen. Bij de overheid bestaan de uitgaven niet uit voeding, kleding of woonlasten, maar uit investeringen om productie en inkomen te bereiken. Met dit MEV-percentage voor overheidsbestedingen kijken we één jaar vooruit op een vast moment, volgen we de grootste inkomstenbron en hanteren we overal één overheidsgerelateerd percentage. Voor uitgaven en inkomsten in de private sfeer volgen we de geëigende CBS-indexen (huren en pachten). Afstemming De bevoegdheden voor de waardering, heffing en invordering zijn voor Bronckhorst overgedragen naar het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (GBT). De directeur van het GBT is de heffingsambtenaar van Bronckhorst en hij heeft de verordeningen binnen het GBT laten opstellen. Beoogd effect Vaststelling van actuele belastingverordeningen om van burgers en bedrijven belastingen te kunnen heffen. Argumenten 1.1 Onroerendezaakbelastingen (OZB) Ieder jaar wordt er alleen inflatie als OZB-opbrengststijging berekend. Voor 2019 is dat in de programmabegroting, waarvan eigenaren en vanuit bedrijven (eigenaren en gebruikers ). De berekening van de OZB-percentages (verdeelmaatstaf), die over de woningwaarde (heffingsgrondslag) worden toegepast in de jaarlijkse aanslag gemeentelijke belastingen, kent een stappenplan dat we u in een stroomschema duidelijk willen maken (bijlage 6). De OZB-percentages kennen 2 parameters: - De inflatie (2,4%) wordt berekend over de gerealiseerde OZB-opbrengst per OZBgroep tijdens het aanslagjaar (2018) voor het begrotingsjaar (2019) in juni. De groepen zijn eigenaren woningen, eigenaren niet-woningen en gebruikers nietwoningen. Deze actualisering heeft effect op de parameter OZB-opbrengst. - Bij de tariefbepaling (september voor begrotingsjaar 2019) wordt van de WOZwaarden de gerealiseerde areaaluitbreiding en waardeontwikkeling (2018) per OZBgroep meegenomen (+4,3% woningen en -2,7% niet-woningen). Deze actualisering heeft effect op de parameter WOZ-waarde. De deling parameter OZB-opbrengst van groep / parameter WOZ-waarde per OZB-groep geeft het tarief. Hier ontstaat dan het hefboomeffect beschreven in de paragraaf lokale heffingen. Wanneer de gemiddelde waarde op de vastgoedmarkt stijgt, leidt dit tot een neerwaartse bijstelling van het OZB-tarief. Anders zou de OZB-opbrengst evenredig meestijgen. Deze situatie speelt voor 2019 bij eigenaren woningen. Andersom geldt hetzelfde. Een negatieve waardeontwikkeling van de vastgoedmarkt leidt tot een verhoging van het OZB-tarief om te voorkomen dat de OZB-opbrengst daalt. Dit speelt bij eigenaren en gebruikers niet-woningen. De uitwerking van de OZB-tarieven ziet u in bijlage 1 en in bijlage 5 bij dit voorstel. Voor lastenverlichting bij maatschappelijke organisaties bestaat vanaf 2018 een compensatieregeling OZB maatschappelijke objecten. We gebruiken hiervoor geen facultatieve vrijstelling in de OZB-verordening vanwege de financiële risico s. Varianten ozb-percentages De werkelijke OZB-opbrengst ligt jaarlijks rond de geraamde OZB-opbrengst. De afwijking is jaarlijks 1% of lager. Dit gegeven betekent dat de waardeontwikkeling jaarlijks door het GBT goed gecalculeerd wordt.

3 1. Toepassing van de inflatiecorrectie De wijziging van de verdeelmaatstaf (tarief) maakt dat we de begrote OZBgemeenteopbrengst voor woningen en niet-woningen kunnen realiseren. Ontwikkeling tarieven OZB % van de WOZ-waarde Eigenaar woning 0,1228% 0,1251% 0,1286% Eigenaar niet-woning 0,2114% 0,2051% 0,1969% Gebruiker niet-woning 0,1620% 0,1571% 0,1508% Totaal niet-woning 0,3734% 0,3622% 0,3477% 2. Teruggaaf ozb-inflatie 2019 volgens coalitie-programma Met de teruggave van de inflatiecorrectie OZB volgens het coalitieprogramma Gewoon doen! Doet u mee? daalt de OZB-opbrengst structureel met ten opzichte van de programmabegroting Dit is een optie die we noemen in het programmaplan Wanneer deze variant wordt toegepast, is de volgende tariefstelling van toepassing voor 2019: Ontwikkeling tarieven OZB 2019 Aanslag 2019 bij WOZ-van % van de WOZ-waarde Eigenaar woning 0,1199% - 7,25 - Eigenaar niet-woning 0,2065% - 12,25 Gebruiker niet-woning 0,1582% - 9,50 Totaal niet-woning 0,3734% - 21,75 Keuze In de verordening onroerende-zaakbelastingen bij dit raadsvoorstel hebben we variant 1 toegepast. We geven geen OZB-inflatiecorrectie over 2019 terug. In plaats daarvan worden de bekende tekorten voor afval niet doorgerekend in de afvalstoffenheffing voor Voor het belastingjaar 2020 bekijken we opnieuw of de OZB-inflatiecorrectie wordt toegepast. 1.2 Rioolheffing De lasten zijn gebaseerd op het Watertakenplan Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) geeft ons de mogelijkheid om in de tariefberekening te sparen voor vervangingsinvesteringen. In de voorziening zit het gespaarde bedrag. We passen volgens de programmabegroting het tarief aan met de inflatiecorrectie van 2,4%. In 2019 investeren we De jaarlasten daarvan ( ) passen binnen het tarief. Nieuw is dat met de vaststelling van het watertakenplan op 25 januari 2018 we gefaseerd overstappen van betalen achteraf (via kapitaallasten) naar vooraf sparen (doteren) op basis van de variant traag doteren. Met de gekozen methode kunnen we de toekomstige investeringen opvangen. Jaarlijks wordt het spaarbedrag met verhoogd. Ondanks de verhoging van het spaargedeelte blijft de rioolheffing de eerstkomende jaren nagenoeg gelijk. Daarna stijgt deze licht. Tarief rioolheffing per perceel 274,20 267,60

4 In bijlage 2 bij dit raadsvoorstel vindt u de kostenonderbouwing behorend bij de verordening rioolheffing. In onderstaande grafiek ziet u de verschillende kostencomponenten. 1.3 Afvalstoffenheffing Het tariefsysteem voor afvalinzameling en verwerking is gebaseerd op het principe van de vervuiler betaald. Het nieuwe systeem is een succes, inwoners bieden weinig restafval aan. In de verordening zijn de volgende veranderingen doorgevoerd: - volgens de programmabegroting zijn de verschillende tarieven (vastrecht en tarieven containers) aangepast met de inflatiecorrectie van 2,4%. - stimuleren omgekeerd inzamelen op vrijwillige basis door vast te houden aan een tarief van 2,00 per storting in een ondergrondse restafvalcontainer. - Bij de afvalpunten worden de tarieven per 10 kilogram doorgerekend. De opbrengst zal lager zijn dan geraamd in de programmabegroting. Daarover bent u geïnformeerd in de 2 e tussenrapportage 2018 en in het programmaplan In 2019 komen we met een voorstel hoe we met de dienstverlening voor afvalinzameling en verwerking verder willen inrichten. De kostendekkendheid is bij ongewijzigde voortzetting namelijk niet meer mogelijk. De voorziening afvalstoffenheffing, bedoeld om schommelingen in uitgaven en inkomsten op te vangen, is leeg. De uitkomst is nog niet te voorspellen. Om te voorkomen dat er onnodig en teveel schommelingen in de tarieven ontstaan, wordt de kostendekkendheid voor 2019 losgelaten. Tarieven afvalstoffenheffing vastrecht 84,96 82,92 87,71 Rest per lediging 40 liter 2,00 2,00 2,00 80 liter 6,82 6,66 6, liter 11,93 11,65 11, liter 20,46 19,98 19,57 GFT per lediging 20 liter 0,22 0,21 0,21 80 liter 0,86 0,84 0, liter 1,52 1,48 1, liter 2,59 2,53 2,47

5 In bijlage 3 bij dit raadsvoorstel vindt u de kostenonderbouwing horend bij de verordening afvalstoffenheffing. 1.4 Forensenbelasting Over deze belasting zijn geen bijzonderheden te melden. Het tarief is afhankelijk van de waarde van de woning in het economisch verkeer zoals die geldt voor de OZB. In de tarieven is rekening gehouden met een inflatiecorrectie (2,4%) en de waardeontwikkeling van recreatiewoningen (+3,53%). Door de waardeontwikkeling dalen de tarieven. 1.5 Toeristenbelasting We voeren de inflatiecorrectie bij de toeristenbelasting telkens met een jaar vertraging door om verblijfsbieders de gelegenheid te bieden de tariefsaanpassing in de kostprijsberekening en in de mailingen mee te nemen. De opname in de verordening is de formalisering van dat besluit. Zo zijn de tarieven voor 2019 ook in 2018 gecommuniceerd. Maar wat de tarieven voor 2020 worden, kunnen we nu nog niet zeggen. We onderzoeken de mogelijkheden om het aantal forfaitaire regelingen te beperken tot de (vaste) jaar- en seizoenplaatsen, omdat bij andere vormen van verblijf de verblijfsbieder zonder extra administratieve lasten het aantal overnachtingen bijhoudt. Forfaits moeten echter worden onderbouwd en daar doen we onderzoek naar. De uitkomsten kunnen pas in de verordening Toeristenbelasting 2020 worden meegenomen. We streven er naar om het onderzoek naar de forfaits in april 2019 af te ronden, zodat we dan de nieuwe tarieven voor 2020 aan de ondernemers kenbaar kunnen maken. Tarieven toeristenbelasting tarief overnachting Camping: - toeristische plaats 0,73 0,72 - seizoenplaats 0,73 0,72 - vaste jaarstandplaats 0,73 0,72 Mini-camping: - toeristische plaats 0,73 0,72 - seizoenplaats 0,73 0,72 Hotel 1,54 1,52 Bed & breakfast / pension 0,93 0,92 Kampeerboerderij/herberg/groepsaccommodatie: - meer dan 8 slaapplaatsen 0,57 0,56 - maximaal 8 slaapplaatsen 1,24 1,22 Tarieven toeristenbelasting Groepskamperen buiten reguliere kampeerterreinen - meer dan 8 slaapplaatsen 0,57 0,56 Overige vakantie-onderkomens 1,24 1,22 Watertoeristenbelasting Jaarligplaats 0,73 0, Begraafrechten Uitgangspunt is dat de begraafplaatsen kostendekkend zijn. In de programmabegroting (paragraaf Lokale heffingen) ziet u dat de kostendekkendheid bij ongewijzigde beleidsuitvoering (aanpassing voor 2,4% inflatiecorrectie) in gevaar is. Er is onderzoek nodig naar de dekkingsgraad van de begraafplaatsen, waarmee we een betere doorkijk hebben naar de uitgaven en inkomsten van de begraafplaatsen. In het programmaplan staat dat dit onderzoek in 2020 wordt afgerond. De uitkomst is nog niet te voorspellen. Om te voorkomen dat er onnodig en teveel schommelingen in de tarieven ontstaan, wordt de kostendekkendheid voor 2019 losgelaten.

6 1.7 Leges Artikel van titel 2 van de legesverordening is vereenvoudigd door te verwijzen naar de legesverordening van de provincie Gelderland. Van verschillende diensten worden de lasten gedekt uit de legesopbrengsten volgens de uitgangspunten in de programmabegroting (2,4% voor inflatie). Voor leges waarvoor vastgestelde rijkstarieven gelden, sluiten we aan bij die tarieven (reisdocumenten, rijbewijs, kansspelen). De leges voor de paspoorten zijn voorlopig vastgesteld en in de voorliggende legesverordening verwerkt. De overige tarieven zijn echter nog niet bekend gemaakt door de rijksoverheid. Deze worden direct na bekendmaking door het college vastgesteld. Behandeling in de raad is hiervoor niet nodig (op grond van artikel 10 van de Legesverordening). In bijlage 4 bij dit raadsvoorstel vindt u de kostenonderbouwing horend bij de legesverordening afvalstoffenheffing. 1.8 Kwijtscheldingsverordening Kwijtschelding is mogelijk voor de riool- en afvalstoffenheffing. De kwijtschelding voor afvalstoffenheffing hebben we voor het variabele tarief gemaximeerd. Voor het variabele tarief gaan we uit van containers van 140 liter met 7 ledigingen van de restafvalcontainer en 8 ledigingen van de gft-container (gemiddeld ledigingsgedrag). Kanttekeningen 1.1 Wet WOZ in relatie tot de tarieven onroerendezaakbelastingen De waardering in het kader van de Wet WOZ, als grondslag voor de aanslagen onroerende zaakbelastingen, is nog niet klaar. Dit is ieder jaar zo bij de tariefsvoorstellen. Dit betekent dat er aannames zijn gedaan voor die objecten die nog niet van een nieuwe waarde zijn voorzien. Bij die objecten is gerekend met de gemiddelde waarde mutatie (zie argument 1.1). Dit kan gevolgen hebben voor de daadwerkelijk te realiseren OZB-opbrengsten in Bij de tariefsvoorstellen voor het jaar daarop nemen we de afwijkingen weer mee bij de bepaling van de OZB-opbrengstraming. 1.2 Afwijkingen bevestigen de regel Van de toepassing van de diverse trendmatige verhogingen is hier en daar afgeweken. Dit in verband met wettelijk vastgestelde tarieven of afrondingen in de tariefstelling. Dat geldt vooral voor de bedragen in de bij de Legesverordening behorende tarieventabel. Zo heeft de trendmatige verhoging (inflatieaanpassing) van de legestarieven voor kleine legesbedragen niet ieder jaar een verhoging tot gevolg. De effecten treden ieder jaar op en vormen geen probleem voor de gemeentelijke begroting. 1.3 Geen besluit over de tarieven voor 1 januari 2019 Wanneer de verordeningen niet tijdig worden vastgesteld door de raad, blijven de belastingverordeningen 2018 in stand.

7 Kosten, baten en dekking De tariefsaanpassingen zijn verwerkt in de programmabegroting Bronckhorst. Ze geven het volgende beeld: Opbrengsten belastingen en rechten Werkelijk Begroot 2018 Begroot 2019 (bedragen x 1.000) 2017 Onroerende-zaak belastingen eigenaren woningen Onroerende-zaak belastingen eigenaren niet-woningen Onroerende-zaak belastingen gebruik ers niet-woningen Onroerende-zaakbelastingen totaal Rioolheffing woningen Rioolheffing niet-woningen Rioolheffing totaal Afvalstoffenheffing Forensenbelasting Toeristenbelasting Begraafrechten Leges titel 1: Algemeen Leges titel 2: Fysiek e leefomgeving Leges titel 3: Europese dienstenrichtlijn Leges totaal Reclamebelasting Baatbelasting Voor meer informatie verwijzen we u naar de paragraaf Lokale heffingen in de programmabegroting Bronckhorst. Voor de opbrengst afvalstoffenheffing verwijzen we u naar het programmaplan Uitvoering De communicatie naar de inwoners toe geven we vorm via publicatie in Contact en op de website. Inwoners en bedrijven kunnen met hun belastingvragen terecht bij het GBT via telefoon, en website van zowel gemeente als GBT of door (op afspraak) langs te komen op het gemeentehuis. Het GBT verzendt de aanslagen gemeentelijke belastingen in februari Vanuit de belastingplichtigen kunnen hieruit bezwaarprocedures voortvloeien. Dit laat de belastingplicht intact, maar kan op een later moment leiden tot een aanpassing van de aanslag. Evaluatie De belastingverordeningen kennen geen evaluatiemoment. Daarom beperken we het aantal jaarlijkse aanpassingen tot eenmaal per jaar, namelijk bij de jaarlijkse tariefsvoorstellen. De wijzigingen door hogere regelgeving zijn immers altijd al geldend vanaf moment van inwerkingtreding. Wanneer er sprake is van een nieuwe belastingsoort, wordt op dat moment de bijbehorende verordening aan de raad voorgelegd. Zo zult u in het voorjaar van 2019 van ons het vervolgvoorstel voor de verordening reclamebelasting ontvangen. De geldende verordening loopt door tot en met 31 juli Hengelo (Gld), Burgemeester en wethouders van Bronckhorst, de secretaris, de burgemeester, B.J. Drewes M. Besselink

8 Bijlagen Ontwerp raadsbesluit Diverse belastingverordeningen 2019 Diverse bijlagen over onderbouwingen belastingtarieven onroerendezaakbelastingen (bijlage 1), kostendekkingsplan rioolheffing (bijlage 2), kostendekkingsplan reinigingsheffingen (bijlage 3) en het kostendekkingsplan leges (bijlage 4) Overzicht gemiddelde lokale lasten 2019 met lastenvergelijking (bijlage 5) Stroomschema totstandkoming tarieven onroerendezaakbelastingen (bijlage 6) de Gemeentewet