Gemeentelijke kaders Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen 2013.

Transcriptie

1 PARAGRAAF LOKALE HEFFINGEN ALGEMEEN Inleiding In deze paragraaf presenteren wij de uitgangspunten en het doel van de gemeentelijke heffingen. De belangrijkste (gemeentelijke woonlasten) zijn de onroerende zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de rioolrechten. De gepresenteerde tarieven voor 2013 en verdere jaren betreffen voorlopige tarieven. De definitieve tarieven worden met vaststelling van de betreffende belastingverordeningen in december vastgesteld en kunnen door actuele waarde- en prijsontwikkelingen afwijken. Na de begrotingsbehandeling actualiseren wij jaarlijks de verordeningen op het gebied van de lokale heffingen. In december voorafgaande aan het heffingsjaar bieden wij u deze ter vaststelling aan. Er is onderscheid te maken tussen opbrengsten als algemene dekkingsmiddelen en opbrengsten die direct dienen ter dekking van gemaakte kosten. Tot de eerste categorie behoren de onroerende zaakbelastingen, roerende zaakbelastingen, forensenbelasting, hondenbelasting, watertoeristenbelasting en landtoeristenbelasting. Tot de tweede categorie, zogenaamde bestemmingsheffingen, behoren de rioolheffing, afvalstoffenheffing, lijkbezorgingrechten, marktgelden en leges. Voor deze categorie is het uitgangspunt dat de te maken kosten worden terugverdiend door de opbrengsten van de betreffende belasting of leges. Wij streven naar een 100% kostendekkend tarief. Of het tarief ook daadwerkelijk 100% kostendekkend kan zijn is afhankelijk van diverse factoren, zoals het aandeel vaste en variabele kosten binnen de activiteit, de schommelingen in aantallen per jaar en de diversiteit binnen activiteiten, maar ook is in zekere zin sprake van marktconforme prijzen ten opzichte van buurgemeenten of met landelijk vastgestelde maximum tarieven. Ontwikkelingen Er zijn geen ontwikkelingen op het gebied van de lokale heffingen. ONROERENDE ZAAK BELASTINGEN Onder de naam onroerende zaakbelastingen (OZB) heffen wij ter zake van binnen onze gemeente gelegen onroerende zaken twee directe belastingen in het geval van niet-woningen: een gebruikersbelasting en een eigenarenbelasting. In het geval van onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen heffen wij alleen een eigenarenbelasting. Voor het belastingjaar 2013 baseren wij de OZB-heffing op de nieuwe taxatiewaarden per 1 januari Omdat deze taxatiegegevens bij het opstellen van deze begroting nog niet bekend zijn, gaan wij bij de gepresenteerde tarieven nog uit van de waarden per 1 januari De hertaxatie zal aanpassing van de tarieven met zich meebrengen. Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen De ontwikkeling van de OZB-tarieven in de afgelopen c.q. komende jaren, op basis van de huidige afspraken, ziet er als volgt uit: Soort Woningen - zakelijk recht 0,1015% 0,1060% 0,1065% 0,1070% 0,1075% 0,1080% - feitelijk gebruik n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Totaal woningen 0,1015% 0,1060% 0,1065% 0,1070% 0,1075% 0,1080% 1

2 Soort Niet-woningen - zakelijk recht 0,1567% 0,1605% 0,1613% 0,1621% 0,1629% 0,1637% - feitelijk gebruik 0,1244% 0,1276% 0,1282% 0,1288% 0,1294% 0,1300% Totaal woningen 0,2811% 0,2881% 0,2895% 0,2909% 0,2923% 0,2937% In 2013 verhogen wij de tarieven, conform de uitgangspunten, met de inflatiecorrectie van 0,5%. Voor 2013 ramen wij de volgende opbrengsten betreffende de onroerende zaak belastingen (bedragen x 1.000): - Zakelijk gerechtigden Gebruikers Totaal raming De opbrengsten van de afgelopen jaren en te verwachten opbrengsten voor de komende jaren presenteren wij bij het onderdeel lokale heffingen. ROERENDE ZAAKBELASTINGEN Onder de naam "belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten" heffen wij een, met de OZB vergelijkbare, belasting voor binnen onze gemeente gelegen roerende objecten, zoals woonwagens en woonschepen. De tarieven dienen gelijk te zijn aan die van de OZB. Verordening op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten De tarieven voor de roerende zaakbelastingen zijn gelijk aan de tarieven van onroerende zaakbelastingen. Zie de tabel bij het onderdeel Onroerende zaakbelastingen. Voor 2013 ramen wij de volgende opbrengsten betreffende de roerende zaak belastingen (bedragen x 1.000): - Zakelijk gerechtigden 5 - Gebruikers - 1 Totaal raming HONDENBELASTING Onder de naam "hondenbelasting" heffen wij een directe belasting ter zake van het houden van een hond binnen onze gemeente. Als houder wordt aangemerkt degene die, onder welke titel dan ook, een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is. Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting De ontwikkeling van de tarieven voor de hondenbelasting ziet er als volgt uit: Tarief per hond/kennel e hond 46,56 46,80 47,04 47,28 47,52 47,75 2 e en volgende hond 93,12 93,60 94,08 94,56 95,03 95,51 Kennel 279,36 280,80 282,24 283,68 285,10 286,53 2

3 Voor de hondenbelasting ramen wij in aan opbrengsten. Hier tegenover staat ongeveer aan kosten voor heffing en invordering. TOERISTENBELASTING Ter zake van het binnen onze gemeente houden van verblijf met overnachten tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van onze gemeente zijn ingeschreven, heffen wij onder de naam toeristenbelasting een directe belasting. Deze belasting heffen wij naar het aantal overnachtingen. Bij campings rekenen wij voor vaste standplaatsen met forfaitaire tarieven, waarbij wij uitgaan van een bezetting van 60 overnachtingen per seizoen door 2 of 3 personen afhankelijk van de grootte. Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting De ontwikkeling van de tarieven voor de toeristenbelasting ziet er als volgt uit: Tarief Per overnachting 0,74 0,84 0,94 1,00 1,00 1,00 Het tarief wordt jaarlijks met 0,10 verhoogd tot het tarief van 1,00 per overnachting in 2014 is bereikt (begrotingsbehandeling 2009). Voor 2013 ramen wij aan opbrengsten betreffende de toeristenbelasting. WATERTOERISTENBELASTING Ter zake van het binnen onze gemeente houden van verblijf op vaartuigen waarvoor, in welke vorm dan ook, een vergoeding wordt betaald door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van onze gemeente zijn ingeschreven, heffen wij onder de naam watertoeristenbelasting een directe belasting. De belasting heffen wij naar het aantal etmalen van verblijf. Verordening op de heffing en de invordering van watertoeristenbelasting Wanneer voor het verblijf, krachtens een overeenkomst, een vergoeding is voldaan vóór 15 april van het belastingjaar, heffen wij geen belasting op grond van de verordening watertoeristenbelasting. De belasting wordt naar rato van het aantal belastingplichtige ligplaatsen verdeeld over de verschillende jachthavens. De ontwikkeling van de tarieven voor de watertoeristenbelasting ziet er op basis van de huidige afspraken als volgt uit: Tarief Per etmaal 0,74 0,84 0,94 1,00 1,00 1,00 Betreffende de watertoeristenbelasting ramen wij voor aan opbrengsten. 3

4 FORENSENBELASTING Onder de naam "Forensenbelasting" heffen wij een directe belasting van personen die, zonder in onze gemeente hoofdverblijf te hebben, op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning in onze gemeente beschikbaar houden. Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting De ontwikkeling van de tarieven voor de forensenbelasting ziet er, op basis van 0,5% inflatiecorrectie per jaar, als volgt uit: Tarief Per gemeubileerde woning 362,00 364,00 366,00 368,00 370,00 372,00 Voor 2013 ramen wij aan opbrengsten betreffende de forensenbelasting. AFVALSTOFFENHEFFING Gebruikers van een perceel, waarvan ingevolge artikel en van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt, betalen afvalstoffenheffing. Door de toetreding tot de GR Rivierenland is de AVRI Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2012 van kracht in onze gemeente. De hoogte van de opbrengsten en daarmee de tarieven afvalstoffenheffing worden vastgesteld door het bestuur van de GR. Kosten Bij de Perspectiefnota 2011 hebt u besloten om de maximaal toe te rekenen kosten mee te nemen bij de berekening van de afvalstoffenheffing. Dit betekent dat wij, naast de regionaal vastgestelde heffing, ook de kosten voor zwerfafval, afvaldumpingen, het vegen van de openbare ruimte en het leegmaken van de prullenbakken, inclusief de kosten voor de verwerking van deze afvalstromen, doorberekenen in de afvalstoffenheffing. Het bestuur van de GR verlaagt de tarieven voor 2013 t/m Pas in december 2012 stelt het Bestuur van de GR de tarieven voor 2013 vast. Het is aannemelijk dat de tarieven zullen dalen vanwege contractonderhandelingen met afnemers van de verschillende afvalstromen. De regionaal vastgestelde tarieven worden in onze gemeente vervolgens verhoogd met de kosten voor het afval uit de openbare ruimte voor zover dat bestaat uit afval afkomstig van huishoudens. Door de regionaal lagere tarieven blijft de stijging van de afvalstoffenheffing voor onze gemeente in 2013 beperkt en dalen de tarieven vanaf Tarief per huishouden Restafvalcontainer 140 liter 194,76 184,68 182,86 182,72 180,72 174,72 Restafvalcontainer 240 liter 251,16 239,28 222,86 222,72 220,72 218,72 en kostendekkendheid De opbrengsten van de regionaal vastgestelde heffingen vormen een 100% dekking voor het ophalen van afvalstromen aan huis, de kosten voor de milieustraten, alsmede de kosten voor de verwerking van alle vrijkomende afvalstromen, inclusief BTW. Wanneer op rekeningbasis een meer of juist minder dan 100% kostendekkende opbrengst wordt gerealiseerd, wordt het verschil verrekend in de regionale egalisatiereserve. Deze komt ten goede aan of ten laste van alle gemeenten uit de regio. 4

5 Voor wat betreft de kosten voor het afval uit de openbare ruimte wordt eveneens uitgegaan van een kostendekkendheid van 100%. Wanneer blijkt dat een hogere of lagere opbrengst wordt gerealiseerd, komt dit ten goede aan of ten laste van de egalisatiereserve van de gemeente. BREDE RIOOLHEFFING Onder de naam "brede rioolheffing" heffen wij een belasting van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een eigendom dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering. Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing De hoogte van de opbrengsten en daarmee de tarieven rioolheffing berekenen wij zo dat sprake is van 100% dekking van de gemaakte kosten, inclusief BTW. Daarmee zitten de tarieven op het wettelijke maximum. Wanneer op rekeningbasis een meer of juist minder dan 100% kostendekkende opbrengst wordt gerealiseerd verrekenen wij het verschil met de Egalisatiereserve Rioolheffing. Kosten Met de vaststelling van de Perspectiefnota 2011 hebt u besloten om de maximaal toe te rekenen kosten mee te nemen bij de berekening van de rioolheffing. Dit betekent dat wij met ingang van 2011 ook kosten voor de aanslagoplegging en inning en kosten reiniging straatkolken in de 100% kostendekkendheid meenemen. In het onderstaande overzicht geven wij u op hoofdlijnen inzicht in de ontwikkeling van de (geraamde) kosten van de gemeentelijke riolering. Tabel: Overzicht kosten Bedragen x Kostensoort Klein onderhoud en controle Reguliere onderzoeken Stroomverbruik gemalen Kapitaallasten Doorbelasting kostenplaats Overige directe lasten Aanslagoplegging / inning Reiniging straatkolken BTW Directe opbrengsten Verfijninguitkering riolering Mutatie reserve Totaal kosten riolering Conform het huidige Gemeentelijk RioleringsPlan (Voortgangsnotitie GRP vastgesteld in 2008) groeit het tarief voor rioolheffing jaarlijks met 5% om naar een volledig kostendekkend tarief te groeien. Daarmee bouwen wij de onttrekking aan de Egalisatiereserve Rioolheffing geleidelijk af. De tarieven voor de brede rioolheffing ontwikkelen zich, op basis van de bovenvermelde kosten, als volgt: Tarief per eigendom Aansluiting gem. riolering 217,00 228,00 239,00 251,00 264,00 264,00 en kostendekkendheid Betreffende de brede rioolheffing ramen wij voor aan opbrengsten. Inclusief de onttrekking aan de Egalisatiereserve Rioolheffing ad realiseren wij een kostendekkingspercentage van 100%. Het huidige kostendekkingspercentage, zonder de beschikking over de reserve bedraagt in 2013 ongeveer 97% en groeit zoals gezegd geleidelijk naar 100% in

6 MARKTGELD Onder de naam marktgeld heffen wij een recht voor het gebruik van enig gedeelte van openbare gebouwen, terreinen, pleinen of straten, welke door ons voor het houden van markten is aangewezen. Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden In 1996 is in overleg met vertegenwoordigers van de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel en met vertegenwoordigers van de marktkooplieden besloten de tarieven jaarlijks zodanig te verhogen dat de kosten vanaf 1997, bij algehele bezetting van de markt, volledig worden gedekt door de marktgelden. Ook bij de uitgangspunten voor de begroting 2013 zijn wij hiervan uitgegaan. Kosten Doordat wij uitgaan van een onderbezetting, gebaseerd op de ervaringscijfers over de afgelopen jaren, realiseren wij een totale opbrengst, waarmee feitelijk slechts 43% van de kosten wordt gedekt door de marktgelden. De kosten hebben wij in de begroting 2013 geraamd op voor de toiletwagen en voor de marktmeester. De opbrengsten ramen wij op In het onderstaande overzicht geven wij u op hoofdlijnen inzicht in de ontwikkeling van de (geraamde) kosten van de markten. Tabel: Overzicht kosten Bedragen x Kostensoort Toiletwagen Marktmeester Totaal kosten markten De (geraamde) tarieven voor de marktgelden ontwikkelen zich, op basis van 0,5% inflatiecorrectie per jaar, als volgt: Tarief per strekkende meter Incidenteel 1,32 1,33 1,34 1,35 1,36 1,37 Per kwartaal 16,81 16,89 16,97 17,05 17,13 17,21 en kostendekkendheid Betreffende de marktgelden ramen wij voor aan opbrengsten. Hiermee realiseren wij een kostendekkingspercentage van 43%. LIJKBEZORGINGRECHTEN Wij heffen rechten voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door onze gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats. Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingrechten

7 Kosten In het onderstaande overzicht geven wij u op hoofdlijnen inzicht in de ontwikkeling van de (geraamde) kosten van de lijkbezorging en onderhoud begraafplaatsen. Tabel: Overzicht kosten Bedragen x Kostensoort Grafdelving en klein onderhoud Doorbelasting kostenplaats Overige kosten Kapitaallasten Mutatie voorziening Totaal kosten lijkbezorging De (geraamde) tarieven voor de lijkbezorgingsrechten ontwikkelen zich, op basis van de extra verhoging conform de Perspectiefnota 2011, als volgt Tarief volwassenen Begraven 248,00 249,00 250,00 251,00 252,00 253,00 Onderhoud 20 jaar 1.315, , , , , ,00 en kostendekkendheid Door het geringe aantal begravingen op de openbare begraafplaatsen, kunnen wij het beoogde dekkingspercentage van 100% niet realiseren. Wanneer u vasthoudt aan volledige kostendekking moeten de tarieven de komende jaren nog aanzienlijk stijgen. Gelet op de extra verhoogde tarieven is dat niet meer reëel. Betreffende de lijkbezorging ramen wij voor aan opbrengsten. Hiermee realiseren wij een kostendekkingspercentage van 48%. LEGES Onder de naam "leges" heffen wij verschillende rechten ter zake van het genot van door ons verstrekte diensten, genoemd in de legesverordening en de daarbij behorende tarieventabel. Verordening op de heffing en de invordering van leges Uitgangspunt bij bepaling van de tarieven is 100% kostendekkendheid. Kosten In het onderstaande overzicht geven wij u op hoofdlijnen inzicht in de ontwikkeling van de (geraamde) kosten van de leges. Tabel: Overzicht kosten Bedragen x Kostensoort Bouwvergunningen Bestemmingsplannen Gemeentelijke basisadministratie Burgerlijke stand Rij- en reisdocumenten APV Totaal kosten

8 De belangrijkste tarieven voor de leges geven, op basis van de huidige afspraken, de volgende ontwikkeling te zien: Tarief Reguliere bouwvergunning bij bouwkosten Principeverzoek bestemmingsplan/ projectbesluit 2.100, , , , , , , , , , , ,00 Huwelijksvoltrekking 315,00 320,00 320,00 325,00 325,00 330,00 Paspoort n.n.b. 48,70 n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. Rijbewijs 33,00 35,00 35,00 36,00 37,00 38,00 Voor 2012 ramen wij aan opbrengsten betreffende de leges. Hiermee realiseren wij een kostendekkingspercentage van 72%. De 100% dekking van kosten wordt niet gehaald, omdat niet alle gemaakte kosten rechtstreeks verband houden met de dienstverlening en daarom niet kunnen worden gedekt uit leges. Dit geldt vooral voor een deel van de kosten voor bestemmingsplanprocedures en burgerlijke stand. OPBRENGSTEN LOKALE HEFFINGEN De (geraamde) opbrengsten van de lokale heffingen zien er als volgt uit: Tabel: lokale heffingen Bedragen x Belasting c.q. heffing Onroerende zaakbelastingen Roerende zaakbelastingen Baatbelasting Hondenbelasting Toeristenbelasting Watertoeristenbelasting Forensenbelasting Totaal belastingen Afvalstoffenheffing Brede rioolheffing Marktgeld Lijkbezorgingrechten Leges Totaal heffingen Totaal lokale heffingen ONTWIKKELING LOKALE LASTENDRUK Ontwikkeling lokale lastendruk per soort woning Hierna presenteren wij een overzicht van de belangrijkste gemeentelijke belastingen c.q. heffingen per type huishouden. Tabel: Lokale lastendruk Belasting c.q. heffing Koopwoning Huurwoning % wijziging % wijziging Onroerende zaakbelastingen 307,40 308,85 0,5% Afvalstoffenheffing 222,86 222,72 0,0% 222,86 222,72 0,0% Brede rioolheffing 228,00 239,00 5,0% Totaal Lokale lastendruk 758,26 775,57 2,3% 222,86 227,72 0,0% 8

9 Uitgangspunten: Onroerende zaakbelastingen Afvalstoffenheffing - Uitgangspunt woningwaarde Tarief restafvalcontainer 240 liter - Tarief eigenaren 2012: 0,1060% - Tarief eigenaren 2013: 0,1065% Ontwikkeling lokale lastendruk per inwoner De lastendruk per inwoner in onze gemeente in relatie tot onze nabuurgemeenten en het gemiddelde in onze provincie zag er in 2012 als volgt uit: Grafiek: Lokale lastendruk per inwoner West Maas en Waal - provincie Gelderland (Bron: Provincie Gelderland - Financieel toezicht op gemeenten) KWIJTSCHELDINGSBELEID Indien een belastingplichtige niet of over te weinig financiële middelen beschikt om de belastingaanslag te voldoen, kunnen wij onder bepaalde voorwaarden aan deze belastingplichtige gehele of gedeeltelijke kwijtschelding verlenen. Het percentage van de bijstandsnorm, dat ten behoeve van de beoordeling of een verzoek wel of niet kan worden gehonoreerd, bedraagt 100%. Dit betekent dat alle belastingplichtigen die een inkomen hebben dat 100% van het minimuminkomen (volgens bijstandsnorm) of lager bedraagt, in aanmerking komen voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding. Kwijtschelding kunnen wij alleen verlenen indien het een aanslag betreft voor onroerende zaakbelastingen, belastingen roerende woon- en bedrijfsruimten, afvalstoffenheffing, rioolheffing en hondenbelasting (alleen 1 e hond). Tabel: Overzicht kwijtschelding Bedrag x Jaar Aantal verzoeken* Toegekende verzoeken Bedrag kwijtschelding * Het aantal verzoeken is nog niet bekend, maar zal in de vorm van managementinformatie van de BSR beschikbaar komen. 9

10 RISICO S De risico s bij lokale heffingen zijn voornamelijk incidenteel van aard, omdat deze het jaar daarop in de belastingtarieven opgevangen kunnen worden. Financiële risico s bestaan met name uit onvoorziene kostenontwikkelingen bij afvalverwerking en riolering. Meerjarig bestaat het risico dat areaaluitbreiding van woningen en niet-woningen afwijkt van de prognose, waarmee de waardeontwikkeling als grondslag voor de onroerende zaakbelastingen anders is. Dit laatste risico wordt deels teniet gedaan, doordat diezelfde waardeontwikkeling ook als correctie op de Algemene uitkering wordt gehanteerd. Een nadeel op de onroerende zaakbelasting leidt zodoende tot een voordeel op de Algemene uitkering. CONCLUSIE Met onze totale belastingdruk zitten we onder het provinciaal gemiddelde. Onze onroerende zaakbelasting blijft ook onder het provinciaal gemiddelde. 10