Jaarverslag Rekenkamer 2017

Transcriptie

1 Jaarverslag Rekenkamer 2017 April 2018

2 COLOFON De Rekenkamer heeft een onafhankelijke positie binnen de gemeente. Haar doel is de gemeenteraad een extra handvat te bieden zijn controlerende taak uit te voeren. Daartoe voert zij onderzoek uit op het gebied van: Doeltreffendheid: Bij dit type onderzoek wordt nagegaan of de gewenste resultaten daadwerkelijk worden bereikt Doelmatigheid Bij dergelijk onderzoek gaan we na of de gewenste resultaten worden bereikt met zo weinig mogelijk middelen (personeel, geld) Rechtmatigheid: Bij onderzoek op dit terrein staat de vraag centraal of de uitvoering plaatsvindt volgens geldende wetten en regels. Bij de uitvoering van haar onderzoeken kijkt de Rekenkamer altijd terug (wat is besloten, wat is gedaan), met als nadrukkelijk doel daarvan te kunnen leren voor de toekomst. De wijze waarop de Rekenkamer haar onderzoeken (en overige werkzaamheden) uitvoert is vastgelegd in de Notitie Werkwijze. Samenstelling: de heer G. Backus (voorzitter) de heer H. Bekkers (lid) mevrouw B. Cornielje (lid) De Rekenkamer wordt ambtelijk ondersteund door mevrouw J. Smink (secretaris / onderzoeker). Contact: Post: Postbus HG NIJMEGEN Telefoon: Website: Twitter: rekenkamer@nijmegen.nl

3 INHOUDSOPGAVE 1. Samenstelling in Onderzoeken Sturen op zorg 2 Gemiste subsidies voor arbeidsgehandicapten 3 Governance Veilig Thuis 4 Warmtenet 6 Tussentijdse verzoeken om onderzoek 9 3. Overige uitgevoerde activiteiten in Nazorg uitgevoerde onderzoeken 9 Gesprekken met (delegaties uit) de gemeenteraad 12 Contact met rekenkamer(commissie)s regio Nijmegen 13 Bijdrage aan VNG belastingconferentie over lokale lastenmeter 13 Werving nieuwe voorzitter Financiën 14 Bijlagen: Bijlage 1: Bijlage 2: Stand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek financiële ondersteuning sportverenigingen door de gemeente Stand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek Sturen op Zorg

4

5 Voor u ligt het jaarverslag van de (verder: de Rekenkamer). Achtereenvolgens gaan wij in op: 1. de samenstelling van de Rekenkamer in 2017; 2. de onderzoeken opgepakt in 2017; 3. de overige uitgevoerde activiteiten in 2017; 4. de financiën. 1. SAMENSTELLING REKENKAMER IN 2017 De gemeenteraad heeft bij het instellen van de Rekenkamer in zijn huidige vorm per 1 januari 2008 bepaald dat de Rekenkamer bestaat uit drie externe leden, waaronder de voorzitter. Lid van de Rekenkamer waren in 2017 de heren M. Wilke (voorzitter, tot 1 november 2017), M. van Dam (lid tot 1 februari 2017) en H. Bekkers (lid). Mevrouw Cornielje is de heer Van Dam opgevolgd als lid vanaf 1 februari ONDERZOEKEN 2017 In het najaar van 2015 heeft de Rekenkamer na overleg met de klankbordgroep Onderzoeksplan uit de gemeenteraad een Onderzoeksplan opgesteld voor 2017 en In het voorjaar van 2017 is met de klankbordgroep over het Onderzoeksplan gesproken en naar aanleiding daarvan besloten enkele aanpassingen te doen voor Wij hebben de raad daarover geïnformeerd via een brief. In 2017 is het rapport Sturen op zorg, betreffende de informatievoorziening aan de raad voor de nieuwe Wmo en Jeugdhulp, aan de raad aangeboden. Verderop in dit hoofdstuk gaan we in op de bevindingen, conclusies en aanbevelingen uit dit onderzoek. Verder is in 2017 gewerkt aan twee onderzoeken. Samen met de rekenkamer(commissie)s uit de regio Nijmegen is onderzoek gedaan naar de governance bij Veilig Thuis. Verder is onderzoek gedaan naar het Nijmeegse warmtenet. Het was de planning beide onderzoeken eind 2017 af te ronden en de rapportages aan de raad aan te bieden. Bij beide bleek dat het verzamelen van de benodigde stukken erg veel doorlooptijd vroeg. De digitale en papieren dossiers bleken niet op orde. Wij hebben daarop navraag gedaan naar ontbrekende stukken. Hiervoor was het nodig eerst zelf stukken te gaan lezen en vandaaruit te ontdekken welke stukken er nog meer zouden moeten zijn. Die stukken konden vaak niet zelfstandig worden gevonden, daarvoor was de hulp nodig van ambtenaren die toegang hebben tot de digitale mappen hierover. Door personele wisselingen (Veilig Thuis) en het feit dat in het verleden meermaals met externen is gewerkt (warmtenet), bleek het ook voor hen niet altijd eenvoudig de benodigde stukken te vinden. Beide onderzoeken zijn hierdoor in aanzienlijke mate vertraagd. Wij hebben de gemeenteraad en het college hierover op 20 september 2017 (warmtenet) en 24 oktober 2017 (Veilig Thuis) geïnformeerd met een brief. Verderop in dit hoofdstuk gaan we in op de onderzoeksvragen van de onderzoeken nar de governance bij Veilig Thuis en het warmtenet. 1

6 Sturen op zorg 5 april 2017 Aanpak In het onderzoek Sturen op zorg nam de Rekenkamer de informatievoorziening van het college aan de raad over de nieuwe Wmo en de Jeugdhulp onder de loep. Het betrof voor alle duidelijkheid geen onderzoek naar de mate waarin die beoogde maatschappelijke effecten zijn of worden bereikt op die terreinen. De onderzoeksfocus lag op wat daaraan vooraf gaat: zijn de doelstellingen van het beleid duidelijk en meetbaar, worden de resultaten gemeten en verantwoord? Conclusie De conclusie van de rekenkamer is dat de gemeente Nijmegen geen van die onderdelen op orde heeft. Terwijl dat nodig is om (later) als college of raad onderbouwde uitspraken te kunnen doen in hoeverre de inspanningen het gewenste rendement opleveren en of er al dan niet aanleiding is om het ingezette beleid bij te sturen. In de beleidsplannen is sprake van een wirwar aan doelen, uitgangspunten en randvoorwaarden. Het gaat vooral om kwalitatieve beschrijvingen, die weinig sturend zijn. Er zijn nauwelijks concrete doelen geformuleerd in termen van maatschappelijk te bereiken effecten. Aan die doelen zijn vervolgens zelden indicatoren gekoppeld. Met andere woorden, de gemeente meet niet systematisch of de doelen worden gerealiseerd. In de meeste verantwoordingsdocumenten blijken de doelen van gemeentelijk beleid en indicatoren nauwelijks of geen rol te spelen. Dat maakt het voor de raad moeilijk om te bepalen of het de goede of verkeerde kant op gaat. De Rekenkamer constateert dat de raad zichzelf ook weinig actief opstelt. Tot nu toe heeft hij alle van het college ontvangen verantwoordingsinformatie voor kennisgeving aangenomen. Geen van die stukken is besproken tussen raad en college. Aanbevelingen Om als raad wel over de benodigde verantwoordingsinformatie te kunnen beschikken, zijn volgens de Rekenkamer flinke inspanningen nodig. Ten eerste adviseert de Rekenkamer de raad om op korte termijn in overleg met het college te bepalen wat de kerndoelen zijn waarop de raad wil sturen. Om inzicht te krijgen in hoeverre die worden bereikt, beveelt de Rekenkamer het werken met een robuuste set van indicatoren aan. Dat wil zeggen: indicatoren die langere tijd achter elkaar en met regelmaat worden gemeten, zodat uiteindelijk trends zichtbaar worden. De Rekenkamer adviseert verder de behandeling van de beleidsstukken en verantwoordingsinformatie meer planmatig en systematisch aan te pakken, bijvoorbeeld door een aparte raadscommissie in te stellen. Het college onderschrijft het merendeel van de aanbevelingen. 2

7 Tool Lokalezorgmeter Om de raad te helpen wegwijs te worden in dit deel van het sociaal domein, heeft de rekenkamer een digitaal instrument ontwikkeld, de lokale zorgmeter. Daarmee is een koppeling te maken tussen de kerndoelen en pijlers van beleid, beleidsvragen, indicatoren en verantwoording. Per indicator is bijvoorbeeld te zien of er al meetgegevens zijn, zo ja wat die dan zijn en waar die gevonden kunnen worden. Daarmee krijgt de raad op één plek inzicht en overzicht op het terrein van de Wmo en Jeugdhulp en de ontwikkelingen die zich daar voordoen. Gemiste subsidies voor arbeidsgehandicapten Onderzoek van voorbereidingslijst Op de voorbereidingslijst 1 van het Onderzoeksplan 2016 / 2017 stond het onderwerp gemiste subsidies voor arbeidsgehandicapten. De Rekenkamer is in het voorjaar van 2017 in een oriënterend onderzoek nagegaan of er aanwijzingen zijn, zoals door de indiener van dit idee is aangegeven, dat de gemeente Nijmegen onvoldoende gebruik maakt van de subsidiemogelijkheden die er zijn voor arbeidsgehandicapten die de gemeente in dienst heeft. Wij hebben stukken bestudeerd en een gesprek gevoerd met medewerkers van de salarisadministratie. De conclusie daaruit is dat het proces (sinds een jaar of vijf) goed op orde is. Aan het begin van het proces zit een toets en aan het eind van het proces worden de fiscale aspecten door het no cure no pay bureau getoetst. Naast de fiscale aspecten zijn er overige faciliteiten, zoals de loonkostensubsidie. Deze zijn voor de gemeente niet aan de orde, omdat er geen functies zijn die geschikt zijn voor deze doelgroepen. Een onderzoek door de Rekenkamer wordt niet nodig geacht. De raad is hierover geïnformeerd in de brief betreffende de actualisatie van het Onderzoeksplan 2016 en 2017 voor 2017 en de eerste helft van Op de voorbereidingslijst staan: ideeën waarvoor de informatie voor het nemen van een besluit het idee wel of niet op te pakken nog niet volledig is; ideeën die interessant genoeg zijn om op te pakken, maar in deze selectie zijn afgevallen. Mocht er om wat voor reden dan ook tijd zijn een extra onderzoek te doen, dan wordt een onderwerp gekozen van de voorbereidingslijst; ideeën die zijn afgevallen, omdat een andere partij hier al onderzoek naar gaat doen. De ideeën zijn interessant genoeg om na te gaan of aanvullend of verdiepend onderzoek door de Rekenkamer naar aanleiding van dat onderzoek een toegevoegde waarde voor de raad kan hebben. 3

8 Governance Veilig Thuis Lopend onderzoek (samen met de rekenkamer(commissie)s in de regio Nijmegen) De rekenkamer(commissie)s van de gemeenten Berg en Dal, Beuningen, Heumen, Nijmegen, West Maas en Waal en Wijchen hebben gezamenlijk een onderzoek uitgevoerd naar de wijze waarop de governance van VTGZ is ingericht en heeft gefunctioneerd, en in het bijzonder de rol die de gemeenteraden daarin hebben gespeeld. Aanleiding voor het onderzoek Sinds 1 januari 2015 functioneren in Nederland 26 regionale Veilig Thuis organisaties. Veilig Thuis is het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling. In de regio Gelderland Zuid is Veilig Thuis ondergebracht bij de GGD Gelderland Zuid. De Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (verder: de inspecties) onderzoeken de kwaliteit van Veilig Thuis stapsgewijs, omdat de Veilig Thuis organisaties nog in ontwikkeling zijn. In de tweede helft van 2015 hebben de inspecties stap 1 van het toezicht uitgevoerd bij alle 26 Veilig Thuis organisaties. Dit toezicht richtte zich op basiseisen op het gebied van randvoorwaarden, veiligheid en organisatie. Uit dit onderzoek bleek dat Veilig Thuis Gelderland Zuid (verder: VTGZ) op 16 van de 24 toetsingscriteria een onvoldoende scoorde. Daarop is het toezicht op VTGZ geïntensiveerd en later is VTGZ zelfs onder verscherpt toezicht van de inspecties geplaatst. Inmiddels is het (verscherpt) toezicht opgeheven. Naar aanleiding van het instellen van het verscherpt toezicht en vragen die hierover in de diverse gemeenteraden zijn gesteld, is een informatiestroom in de richting van de gemeenteraden op gang gekomen. De rekenkamercommissie van Wijchen heeft aan de andere rekenkamer(commissie)s in de regio Nijmegen gevraagd of er belangstelling is om hier gezamenlijk onderzoek naar te doen. Die belangstelling was er. De Rekenkamer(commissie)s zijn van mening dat het maatschappelijk, bestuurlijk en financieel belang van Veilig Thuis groot is en daarmee dus hoog scoort op de criteria die zij hanteren bij het kiezen van een onderwerp voor onderzoek. Daarnaast is het bredere thema van bestuurlijke samenwerking voor alle gemeenteraden uiterst relevant. Gemeenteraden, ook in deze casus, worstelen met de vraag hoe zij invloed kunnen uitoefenen op de inrichting van bestuurlijke samenwerkingsverbanden en de uitvoering van taken door die verbanden. Het doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in de wijze waarop VTGZ en de bestuurlijke samenwerking ten aanzien van VTGZ is ingericht en heeft gefunctioneerd, en in het bijzonder in de rol die de gemeenteraden daarin hebben gespeeld. Dat inzicht kan hopelijk leiden tot verbeteringen in de kaderstelling en controle van VTGZ, maar met name ook van gemeenschappelijke regelingen en andere bestuurlijke samenwerkingsverbanden in bredere zin. 4

9 De centrale vraag van het onderzoek is: Welke inzichten en concrete handvatten voor versterking van de kaderstellende en controlerende rol van gemeenteraden bij bestuurlijke samenwerking kunnen uit de casus VTGZ worden afgeleid? Om deze vraag te kunnen beantwoorden hebben we de volgende deelvragen geformuleerd, die bij het uitvoeren van het onderzoek leidend zijn geweest: 1. Hoe is de besluitvorming over de vorming van VTGZ en de onderbrenging bij de GGD GZ (inclusief de daaraan gestelde condities en voorwaarden) verlopen, en welke rol hebben de gemeenteraden hierin gespeeld? 2. Hoe is de governance (sturing, beheersing, toezicht en verantwoording) bij de start van VTGZ geregeld? Hoe verhoudt deze zich tot de wettelijke regels? Wat zijn de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van gemeenteraden, colleges, Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur? Hebben de gemeenteraden in dit verband specifieke kaders aan hun college gesteld? 3. Welke beleidsmatige doelen zijn geformuleerd voor VTGZ, hoe zijn deze tot stand gekomen hoe zijn ze financieel vertaald? 4. Hoe zag de informatiestroom tussen Dagelijks Bestuur, Algemeen Bestuur, colleges en gemeenteraden eruit rond de inrichting en het functioneren van VTGZ? En hoe zag die eruit voor de P&C-producten van de GGD GZ: begroting, begrotingswijzigingen, jaarstukken, beleidsplan en beleidsprogramma? 5. Hoe hebben de bovengenoemde actoren, en de gemeenteraden in het bijzonder, gebruik gemaakt van hun bevoegdheden bij de kaderstelling/aansturing van en de controle op VTGZ? 6. Welke lessen zijn er te leren uit de gang van zaken, zowel in de voorbereidende fase als tijdens de eerste jaren van VTGZ, en welke aanbevelingen komen hieruit voort voor de gemeenteraden, met name ten aanzien van hun kaderstellende en controlerende verantwoordelijkheid? De onderzoeksperiode betreft medio 2013 tot en met 4 april Uitvoering onderzoek vroeg meer tijd door slechte beschikbaarheid stukken Aanvankelijk was het de planning het onderzoek in het najaar van 2017 af te ronden. Dit is niet gelukt, omdat het verzamelen van de stukken over de voorbereidingsperiode bij centrumgemeente Nijmegen én het verkrijgen van inzicht in de stukkenstromen binnen de gemeenten veel meer (doorloop)tijd kostte dan wij hadden verwacht. Al met al heeft het bijna een half jaar geduurd voordat wij de stukken betreffende de voorbereidingsfase compleet hadden. De voorbereidingsfase bleek alleen te reconstrueren door zelf stukken te gaan lezen en vandaaruit te ontdekken welke stukken er nog meer zouden moeten zijn. Die stukken konden vaak niet zelfstandig worden gevonden, daarvoor was de hulp nodig van ambtenaren die toegang hebben tot de digitale mappen hierover. Door diverse personele wisselingen bleek het ook voor hen niet altijd eenvoudig de benodigde stukken te vinden. Het onderzoek is hierdoor in aanzienlijke mate vertraagd. Wij hebben de gemeenteraden en colleges en het AB en het DB van de GGD hierover op 24 oktober 2017 geïnformeerd met een brief en daarin ook de aangepaste planning met hen gedeeld. 5

10 Rapport wordt 23 april 2018 openbaar gemaakt Het onderzoek is eind 2017 afgerond. Op 8 januari 2018 is het voor een toets op de feiten voorgelegd aan de ambtelijke contactpersonen van de gemeenten en de GGD. De opmerkingen die daaruit naar voren kwamen, zijn zoveel mogelijk verwerkt. Daarop zijn conclusies en aanbevelingen aan het rapport toegevoegd en zijn de colleges van B&W en het DB van de GGD in de gelegenheid gesteld te reageren. Het rapport wordt op 23 april 2018 openbaar gemaakt. Warmtenet Lopend onderzoek Bij het opstellen van het Onderzoeksplan voor 2016 en 2017 zijn door inwoners en fracties meerdere ideeën aangedragen die raakvlakken hebben met het energie- en duurzaamheidsbeleid. Het ging met name om het ontbreken van inzicht in de planning en realisatie van maatregelen en de effectiviteit daarvan. Ook is twee keer zowel door een inwoner als een fractie uit de raad - de casus warmtenet Nijmegen Noord aangedragen. Aangegeven werd dat de kosten voor bewoners hoger zijn dan vooraf aangegeven, ook in relatie tot het gebruik van aardgas. Verder zijn er twijfels geuit bij de duurzaamheid van het systeem. Na afweging van alle ideeën voor onderzoek en twee gesprekken met de klankbordgroep Onderzoeksplan Rekenkamer uit de gemeenteraad is besloten dit onderwerp op te pakken. In het voorjaar van 2017, bij het actualiseren van het Onderzoeksplan voor 2017, heeft de klankbordgroep opnieuw aangegeven veel waarde te hechten aan dit onderzoek. Aanpak onderzoek Na een nadere oriëntatie op het onderwerp heeft de Rekenkamer ervoor gekozen in het onderzoek na te gaan hoe - in het licht van het doel een duurzame energievoorziening in de Waalsprong tot stand te brengen de keuze voor het warmtenet tot stand is gekomen, en wat hiervan geleerd kan worden voor de energietransitie in de bestaande stad. De Rekenkamer acht dit van belang, omdat het om grote maatschappelijke en financiële belangen gaat. Om haar te ondersteunen bij de uitvoering van dit onderzoek heeft de Rekenkamer onderzoekers ingehuurd van Rebel Energy uit Rotterdam. De centrale onderzoeksvraag is: Welke lessen kan de gemeenteraad leren uit de keuzes die gemaakt zijn rond de totstandkoming van het warmtenet in de Waalsprong voor de energietransitie in de bestaande stad, en in het bijzonder voor zijn rol daarbij? 6

11 De bijbehorende deelvragen zijn: Hoe is de besluitvorming over het warmtenet op de verschillende ijkmomenten tot stand gekomen? Welke alternatieven voor warmtelevering zijn er afgewogen? En wat had daarbij verwacht mogen worden? Welke criteria (technische, beheersmatige, financiële (voor de gemeente én voor bewoners)) zijn gebruikt om de alternatieven met elkaar te kunnen vergelijken? Hoe verhouden deze zich tot het energie- en duurzaamheidsbeleid van de gemeente? En wat had op dat vlak verder verwacht mogen worden? Wat was de rol van de verschillende stakeholders (gemeente (college en raad), provincie en energiebedrijven, maar ook inwoners) in het proces? Hoe is omgegaan met ervaringen, nieuwe ontwikkelingen en voortschrijdende inzichten? Als ijkmomenten ziet de Rekenkamer vooralsnog: 2009: businesscase voor een hybride lage temperatuur warmtenet 2012: keuze voor een conventioneel warmtenet 2014: collegebesluit over warmtenet : maatschappelijke kosten baten analyse tracé 2 In hoeverre is er zicht op de bijdrage die het warmtenet levert aan de duurzaamheidsdoelstellingen van de gemeente? En hoe verhoudt zich dat tot de verwachtingen vooraf? Wat is de financiële bijdrage van de gemeente Nijmegen aan het warmtenet? In welke vorm(en) is de bijdrage geleverd? Hoe verhouden de bijdragen zich tot de verwachtingen vooraf? De onderzoeksperiode betreft 2009 (businesscase hybride lage temperatuur warmtenet) tot en met medio Waar dat voor het verkrijgen van een goed beeld van de voorbereiding van de besluitvorming nodig is, worden ook stukken van voor 2009 in het onderzoek betrokken. Bij het beantwoorden van de onderzoeksvragen wordt gebruik gemaakt van college en raadsbesluiten en onderliggende onderzoeksrapporten en adviezen. Om zicht te krijgen op de context waarin de keuzes gemaakt moesten worden, worden ook landelijke en provinciale stukken bestudeerd. Door gesprekken te voeren met een aantal sleutelfiguren willen we nader inzicht krijgen in eventuele omissies en onduidelijkheden. Geen klankbordgroepbijeenkomsten De Rekenkamer heeft meerdere pogingen ondernomen om een klankbordgroep bij elkaar te brengen en hiermee te overleggen over de aanpak van het onderzoek en de tussentijdse bevindingen te bespreken. Wegens te geringe deelname vanuit de raad, heeft de Rekenkamer moeten besluiten bij dit onderzoek geen klankbordgroepbijeenkomsten te houden. 7

12 Uitvoering onderzoek vroeg meer tijd door slechte beschikbaarheid stukken Vanaf juni 2017 is de Rekenkamer gestart met het gericht verzamelen van stukken uit het archief van de gemeente Nijmegen. De digitale dossiers bleken moeilijk toegankelijk, omdat deze op geen enkele manier geordend zijn (niet chronologisch, niet naar subonderwerp of thema), nogal wat documenten geen duidelijke naam hebben en ook de nodige niet archiefwaardige stukken bevatten (lege formats, niet ondertekende brieven). Navraag heeft opgeleverd dat de stukken worden geüpload door medewerkers, dat ze in de volgorde waarin dit gebeurt worden opgenomen in het dossier en dat er geen DIV-medewerker aan te pas komt. Al in de zomer hebben wij kunnen vaststellen dat voor alle dossiers (digitaal én papier) geldt dat ze verre van compleet zijn. Wij hebben daarop navraag gedaan naar ontbrekende stukken. Medio september hebben wij een deadline gesteld voor het aanleveren van de opgevraagde en overige relevante stukken: 1 november Planning Bij het actualiseren van het onderzoeksplan was onze insteek om ruim voor de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2018 het rapport naar aanleiding van dit onderzoek aan de raad aan te bieden; bij voorkeur nog in Gezien het feit dat wij pas in het late najaar van 2017 de beschikking hadden over alle relevante stukken, én op dat moment het regionale rekenkameronderzoek naar de governance van Veilig Thuis ook veel tijd vroeg, is de planning van het onderzoek naar het warmtenet doorgeschoven. Wij hebben de raad en het college daarover per brief geïnformeerd op 20 september

13 Tussentijdse verzoeken om onderzoek In de loop van 2017 heeft de Rekenkamer twee verzoeken gekregen om onderzoek te doen. Het ging om: Digitale (on)veiligheid naar aanleiding van een rapport van de Rekenkamer Rotterdam De Rekenkamer heeft besloten dit onderwerp op de lijst met potentiële onderzoeksonderwerpen te zetten. Het onderwerp wordt meegewogen bij het opstellen van het Onderzoeksplan voor 2019 en Privacy in het sociale domein De Rekenkamer heeft besloten dit onderwerp op de lijst met potentiële onderzoeksonderwerpen te zetten. Het onderwerp wordt meegewogen bij het opstellen van het Onderzoeksplan voor 2019 en OVERIGE UITGEVOERDE ACTIVITEITEN IN 2017 In 2017 heeft de Rekenkamer verder de volgende activiteiten uitgevoerd. Nazorg uitgevoerde onderzoeken; Gesprekken met (delegaties uit) de gemeenteraad; Contact gehouden met rekenkamer(commissie)s van gemeenten uit de regio Nijmegen; Bijdrage geleverd aan VNG-belastingconferentie; Nieuwe voorzitter geworven. Nazorg uitgevoerde onderzoeken In het kader van de nazorg volgt de Rekenkamer tot drie jaar na het uitbrengen van een onderzoeksprapport hoe het staat met de uitvoering van toezeggingen en raadsbesluiten naar aanleiding van dat rapport. Voor 2017 ging het om nazorg van het onderzoeken naar de Financiële ondersteuning van sportverenigingen, Strategische aan- en verkopen en Sturen op zorg. De stand van zaken voor deze verbetertrajecten is bijgewerkt tot 21 maart Nazorg financiële ondersteuning sportverenigingen door de gemeente Het onderzoek van de Rekenkamer naar de financiële ondersteuning van sportverenigingen door de gemeente was vooral gericht op het geven van een antwoord op de vraag van diverse raadsfracties hoe het zit. Er is gekeken naar directe en indirecte subsidies over de jaren 2010 tot en met De gemeente verstrekt directe subsidies aan sportverenigingen (en andere sportorganisaties) voor een bepaald doel, bijvoorbeeld voor deskundigheidsbevordering voor trainers of bestuursleden of 9

14 voor het aanstellen van een betaalde trainer. Bij indirecte subsidies gaat het om de kosten die de gemeente maakt voor sportaccommodaties die niet gedekt worden door de huur die sportverenigingen betalen. Verder is gekeken naar de sturing en verantwoording op financiële ondersteuning van sportverenigingen. De Rekenkamer heeft het onderzoek afgerond met een aantal aanbevelingen. Het college heeft in het kader van bestuurlijk hoor- en wederhoor en bij de behandeling van het rapport in de Kamerronde een aantal toezeggingen gedaan aanbevelingen uit te voeren. De raad vond deze toezeggingen voldoende; zij vond het niet nodig het rapport te behandelen in de Besluitenronde. In het overzicht in bijlage 1 zijn de aanbevelingen en toezeggingen op een rij gezet. Daarbij heeft de Rekenkamer aangegeven hoe het staat met de uitvoering (peildatum 21 maart 2017). Het overzicht levert een wisselend beeld op van de uitvoering van de aanbevelingen en toezeggingen. Zo zijn de aanbevelingen rond de verstrekking van directe subsidies reeds in 2016 uitgevoerd. Op basis hiervan kan meer inzicht worden gegeven in de doelen waarvoor subsidies zijn verstrekt en kunnen verenigingen ook meer gericht geïnformeerd worden over de subsidiemogelijkheden. In 2017 zijn de nota s Sport en Bewegen 2017 en nota Buitensportaccommodatiebeleid Nijmegen door de raad conform voorstel van het college vastgesteld. De Rekenkamer is kritisch op de meetbaarheid van de doelstellingen en de relatie tussen doelstellingen en indicatoren. De Rekenkamer heeft ook geconstateerd dat de wijze waarop het begrip voldoende middelen inmiddels is uitgewerkt, in de praktijk niet toepasbaar is. In een nazorggesprek met betrokken ambtenaren heeft de Rekenkamer suggesties gedaan voor een andere formulering. Nazorg Strategische aan- en verkopen De Rekenkamer heeft in 2016 onderzoek naar strategische aan- en verkopen van grond en gebouwen en de strategische voorraad uitgevoerd aan de hand van de volgende vragen: 1. Wat zijn strategische aan- en verkopen? 2. Welke kaders en spelregels zijn er voor strategische aan- en verkopen? 3. Wat zijn specifieke regels voor het bepalen en beoordelen van kansen en risico s van strategische aan- en verkopen? 4. Hoe heeft de strategische voorraad zich sinds 2013 ontwikkeld? Wat was er strategische aan deze aan- en verkopen en andere verschuivingen in de voorraad? Hoe en door wie is dat bepaald? 5. Welke sturings- en controlemogelijkheden heeft de raad? En hoe maakt hij hier gebruik van? Uit de bevindingen en de analyse daarvan heeft de de Rekenkamer drie conclusies getrokken en zes aanbevelingen aan de raad gedaan: 10

15 Conclusies 1. er bestaan weinig afspraken en criteria voor strategische aan- en verkopen, ook niet voor de wijze van afwegen van kansen, risico s en alternatieve acties; 2. er is beperkt zicht op de risico s van objecten en gronden in de strategische portefeuille en van strategische aan- en verkopen; 3. de raad is in de onderzochte periode mondjesmaat geïnformeerd en was ook maar beperkt geïnteresseerd. Aanbevelingen: Leg in de kadernota Grondbeleid vast: 1. wat de kaders zijn voor het proces van strategische aan- en verkopen, gebaseerd op een nee, tenzij-principe 2. dat periodiek een heroverweging wordt gemaakt van de strategische portefeuille, met als uitgangspunt: afstoten, tenzij 3. wat de spelregels zijn voor het verkoopproces, met als uitgangspunt: transparantie Leg in de Financiële beheerverordening vast: 4. wat de grenswaarden zijn voor privaatrechtelijke transacties door het college 5. dat de raad jaarlijks over de strategische portefeuille wordt geïnformeerd En daarnaast: 6. Geef het college opdracht de strategische voorraad zo snel mogelijk op te schonen volgens de nieuwe BBV-regels en de hiervoor benoemde principes Met de unaniem aangenomen motie Kaders bij strategische aankopen heeft de raad het college op 21 december 2016 opgeroepen: De aanbevelingen van de Rekenkamer te verwerken in de nieuwe Kadernota Grondbeleid en de nieuwe Financiële Beheerverordening; Hierbij een beredeneerd voorstel te doen voor een maximaal te hanteren bedrag waarboven een wensen- en bedenkingenprocedure sowieso wordt toegepast; Voortaan de gemeenteraad jaarlijks een overzicht te verstrekken van strategische aan- en verkopen, inclusief een exploitatieoverzicht per object, zo nodig onder geheimhouding. In het kader van de nazorg heeft de Rekenkamer de gemeenteraad op 5 februari 2018 een brief gestuurd betreffende de uitvoering van de aanbevelingen van de Rekenkamer. In de Gespreksronde tijdens de Politieke Avond op 21 februari 2018 stond het thema grondbeleid op de agenda, daarbij is de brief van de Rekenkamer ook besproken. De wethouder heeft toen desgevraagd de toezegging gedaan dat het college jaarlijks in het VGP verantwoording aflegt over de aanbevelingen 2 en 3. De overige aanbevelingen zijn afdoende geregeld, concludeerde de raad (mede op basis van de brief van de Rekenkamer). 11

16 Nazorg Sturen op zorg Het rapport Sturen op zorg is door de Rekenkamer in april 2017 aan de gemeenteraad aangeboden. Hiervoor is al ingegaan op de conclusies en aanbevelingen uit het rapport. Het college heeft in het kader van bestuurlijk hoor- en wederhoor en bij de behandeling van het rapport in de Kamerronde een aantal toezeggingen gedaan om de aanbevelingen uit te voeren. De raad vond deze toezeggingen voldoende; zij vond het niet nodig het rapport te behandelen in de Besluitenronde. In het overzicht in bijlage 2 is per aanbeveling en toezegging aangegeven wat de stand van zaken rond de uitvoering is. Samengevat is de stand van zaken dat nog geen van de aanbevelingen op dit moment is uitgevoerd, maar dat aan de meeste wel wordt gewerkt. Hierdoor is het inzicht en overzicht van de raad in het veld van zorg en welzijn nog niet verbeterd; daarbij ontbreekt het de raad voor een belangrijk deel aan informatie om (bij) te sturen. De werkgroep vanuit de raad is een aantal keren bij elkaar gekomen om samen met de betrokken ambtenaren te werken aan de aanbevelingen rond een nieuwe set kerndoelen beleidsvragen - indicatoren. Het is niet gelukt deze voor het aantreden van de nieuwe raad gereed te hebben. Er zijn nog geen nieuwe meetgegevens in de lokale zorgmeter ingevoerd. En de totaal-evaluatie die het college had aangekondigd voor medio 2017 is nog niet aan de raad aangeboden. Ook de toegezegde halfjaarlijkse managementrapportages met financiële informatie heeft de raad niet ontvangen. De raad zelf heeft nog niet bepaald of en hoe hij de beleidsstukken en verantwoordingsinformatie meer planmatig en systematisch gaat behandelen; ook heeft hij nog geen afspraken gemaakt met het college over verantwoordingsinformatie die hij wil ontvangen. Gesprekken met (delegaties uit) de gemeenteraad Wij vinden het belangrijk goed contact te hebben en houden met de gemeenteraad. Hiertoe is altijd één van de leden of de secretaris aanwezig tijdens de Politieke Avond. Verder hebben wij gesprekken gevoerd met de auditcommissie en met de klankbordgroep Onderzoeksplan. Met de auditcommissie hebben wij in totaal vier keer gesproken: specifiek over de werving van en nadere kennismaking met de nieuwe voorzitter, de aanpassingen van de financiële beheersverordening en over het jaarverslag 2016 en de geplande onderzoeken voor Wij hebben één overleg gevoerd met de klankbordgroep Onderzoeksplan. In dit gesprek is de jaarschijf 2017 van het Onderzoeksplan en een voorstel voor bijstelling van de Rekenkamer besproken. Verder zijn al ideeën voor onderzoek van de fracties voor 2018 en volgende jaren geïnventariseerd. Concreet is afgesproken om het nieuwe Onderzoeksplan niet in november 2017 met de huidige raad op te stellen, maar dat te doen met de nieuwe raad in juni In het kader van de lopende onderzoeken is één keer gesproken met de klankbordgroep Sturen op zorg. Het ging toen over de conclusies en aanbevelingen uit het Rekenkameronderzoek. Het is, ondanks diverse pogingen, niet gelukt om een klankbordgroep voor het rekenkameronderzoek naar het warmtenet te organiseren. De belangstelling hiervoor bleek te gering. Afgesproken is in de nieuwe raadsperiode een nieuwe poging te doen een klankbordgroep te vormen. 12

17 Verder hebben wij individuele gesprekken gevoerd met raadsleden, zowel over lopende als afgeronde onderzoeken en vragen van hen beantwoord (met name naar aanleiding van stukken uit de p&c-cyclus). Contact met rekenkamer(commissie)s regio Nijmegen Sinds 2015 overleggen de rekenkamer(commissie)s uit de regio Rijk van Nijmegen enkele keren per jaar met elkaar. De overleggen zijn gericht op het delen van kennis en kunde, zaken die in de regiogemeenten spelen, onderzoeksaanpakken en resultaten van de deelnemende rekenkamer(commissie)s en het verkennen van mogelijkheden voor gezamenlijk onderzoek. In 2017 heeft dit geresulteerd in het samen doen van onderzoek naar de governance bij Veilig Thuis. Na afronding van van dit onderzoek zetten wij de overleggen voort en blijven we nagaan waar verdere mogelijkheden liggen om samen op te trekken. Bijdrage aan VNG belastingconferentie over Lokale Lastenmeter De Rekenkamer heeft in 2014 de Lokale Lastenmeter ontwikkeld en die in de jaren daarop verder door ontwikkeld. Met deze rekentool kunnen inwoners zien hoeveel zij aan gemeentelijke belastingen betalen en deze vergelijken met andere gemeenten. Ook kunnen zijn gebruik maken van het deel dat de Rekenkamer voor raadsleden ontwikkelde, waarin is te zien wat er gebeurt als belastingen verhoogd, verlaagd of afgeschaft worden. Inmiddels gebruiken al ruim andere 50 gemeenten de Lokale Lastenmeter. Onze secretaris heeft een presentatie verzorgd op de VNG belastingconferentie 2017 over de Lokale Lastenmeter. Werving nieuwe voorzitter Omdat de heer Wilke zijn voorzitterschap niet meer kon combineren met zijn (nieuwe) hoofdfunctie, is een nieuwe voorzitter geworven. De werving is in juni 2017 gestart. De werving is uitgevoerd door een werving- en selectiebureau. Er hebben zich 24 kandidaten gemeld; met 10 daarvan zijn voorgesprekken gevoerd door het wervings- en selectiebureau. Van zeven van hen is het cv besproken door de selectiecommissie uit de auditcommissie en de Rekenkamer. Uiteindelijk zijn met vier kandidaten gesprekken gevoerd. Na deze gespreksronde is unaniem de heer Backus geselecteerd. Op 1 november 2017 heeft de gemeenteraad de heer G. Backus benoemd tot voorzitter van de Rekenkamer per 1 januari

18 4. FINANCIËN Het budget van de Rekenkamer wordt (exclusief de vaste niet beïnvloedbare kosten 2 ) onderscheiden naar onderzoekskosten en overige kosten. Bij de overige kosten gaat met name om kosten voor digitale producten (geschikt maken van onze rapporten voor de vernieuwde gemeentelijke website, ontwikkeling van de lokale zorgmeter), maar ook om kosten voor vergaderingen, dienstreizen, congressen, het lidmaatschap van de landelijke vereniging voor rekenkamers en dergelijke. In tabel 1 is per categorie kosten aangegeven wat begroot was en wat gerealiseerd is. Na de tabel wordt een korte toelichting op de afwijkingen gegeven. Tabel 1: Overzicht van begroting vs realisatie van de in 2017 Begroting 3 Realisatie Afwijking Onderzoekskosten onderschrijding Overige kosten geen Totaal onderschrijding Voor de uitvoering van onze taken zijn wij binnen het totaal beschikbare budget gebleven. Het resterende budget à vloeit terug naar de algemene middelen. Toelichting afwijking onderzoekskosten De onderschrijding op de onderzoekskosten wordt verklaard door het feit dat het regionale rekenkamer onderzoek naar de governance bij Veilig Thuis in eigen beheer is uitgevoerd. Hiervoor is geen externe deskundigheid ingehuurd. Bovendien vroeg dit onderzoek veel meer (doorloop)tijd dan gepland. Consequentie daarvan was, in combinatie met het feit dat wij veel tijd moesten steken in het verzamelen van stukken, een substantieel deel van de ingehuurde externe capaciteit voor ondersteuning bij het onderzoek naar het warmtenet pas in 2018 kan worden ingezet. We zijn hiervoor in 2017 verplichtingen aangegaan, maar deze kosten drukken dus uiteindelijk niet op de begroting Door deze ontwikkelingen was het bovendien niet meer mogelijk het voorgenomen onderzoek naar een witte vlek op het terrein van zorg op te starten. Wij waren er bij de start van 2017 van uitgegaan dat we ook daarbij externe ondersteuning zouden inhuren. 2 3 Vaste niet beïnvloedbare kosten van de Rekenkamer: de vergoeding van de leden, de personeelslasten voor de secretaris en de doorberekeningen van overhead. Begroting ultimo

19 Bijlage 1: Stand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek financiële ondersteuning sportverenigingen door de gemeente De Rekenkamer heeft haar onderzoek naar de financiële ondersteuning van sportverenigingen door de gemeente afgerond met een aantal aanbevelingen. Het college heeft in het kader van bestuurlijk hoor- en wederhoor en bij de behandeling van het rapport in de Kamerronde een aantal toezeggingen gedaan aanbevelingen uit te voeren. De raad vond deze toezeggingen voldoende; zij vond het niet nodig het rapport te behandelen in de Besluitenronde. In het overzicht in voorliggende bijlage zijn de aanbevelingen en toezeggingen op een rij gezet. Voor zover al aan de orde, heeft de Rekenkamer aangegeven hoe het staat met de uitvoering per 21 maart In de tabel is gebruik gemaakt van de volgende afkortingen en kleurcoderingen: Afkortingen: BHW: toezeggingen gedaan in de reactie in het kader van bestuurlijk hoor- en wederhoor; KR: toezeggingen gedaan bij de behandeling van het rapport in de Kamerronde op 23 september 2015; O: actie benoemd tijdens de bespreking in diezelfde Kamerronde, maar niet genoteerd als toezegging. Groen: de toezegging is uitgevoerd Geel: de toezegging is deels uitgevoerd Rood: de toezegging is niet uitgevoerd Blauw: de toezegging is niet meer aan de orde Grijs: in 2017 deed de Rekenkamer in het kader van de nazorg geen dossieronderzoek, voor één aanbeveling / toezegging kan daardoor door de Rekenkamer niet teruggekoppeld worden of de ingezette stijgende lijn van de afgelopen jaren is voortgezet. Het overzicht levert een wisselend beeld op van de uitvoering van de aanbevelingen en toezeggingen. Zo zijn de aanbevelingen rond de verstrekking van directe subsidies reeds in 2016 uitgevoerd. Op basis hiervan kan meer inzicht worden gegeven in de doelen waarvoor subsidies zijn verstrekt en kunnen verenigingen ook meer gericht geïnformeerd worden over de subsidiemogelijkheden. In 2017 zijn de nota s Sport en Bewegen 2017 en nota Buitensportaccommodatiebeleid Nijmegen door de raad conform voorstel van het college vastgesteld. De Rekenkamer is kritisch op de meetbaarheid van de doelstellingen en de relatie tussen doelstellingen en indicatoren. De Rekenkamer heeft ook geconstateerd dat de wijze waarop het begrip voldoende middelen inmiddels is uitgewerkt, in de praktijk niet toepasbaar is. In een nazorggesprek met betrokken ambtenaren heeft de Rekenkamer suggesties gedaan voor een andere formulering. Bijlage1, bladzijde 1

20 Aanbevelingen Rekenkamer Reactie / toezeggingen college en eventueel raad Stand van zaken per 21 maart 2018 Wanneer de gemeenteraad de ambitie heeft om in de toekomst te gaan sturen en de wil heeft om doelgericht en doeltreffend te zijn op het gebied van sportondersteuning, dan biedt de in 2016 op te stellen Sportnota een uitgelezen kans. De Rekenkamer geeft een aantal voorzetten voor mogelijke denkrichtingen: KR: In 2016 wordt een nieuwe sportnota opgesteld. Er komt een schriftelijk antwoord over de planning. O: De raad heeft onderling bepaald een werkgroep of iets dergelijks te gaan opzetten bij het opstellen van de nieuwe Sportnota. Het is aan de raad om daar vorm aan te geven en op tijd bij de wethouder aan te kloppen met ideeën. In 2017 zijn de nota Sport en Bewegen en de nota Buitensportaccommodatiebeleid Nijmegen, met een deelnota voor hockey, vastgesteld door de gemeenteraad. Kostendekkendheid: Zoek uit hoe andere gemeenten tot hogere kostendekkenheid komen Denk daarbij aan effecten op korte én lange termijn op verschillen in financiële ondersteuning Neem eventueel met die informatie een besluit over te treffen maatregelen KR: er volgt een notitie over de inzet en het gebruik van buitensportaccommodaties en de manier waarop dat verbeterd kan worden. In beleidsnota s is niet zichtbaar aandacht besteed aan de kostendekkendheid van de accomodaties. De lage bezettingsgraad wordt in de nota Buitensportaccommodatiebeleid Nijmegen (2.2) als aanleiding genoemd voor deze nota genoemd maar daarop wordt niet verder ingegaan. Directe subsidies: Beantwoord de fundamentele vraag over het nut van directe subsidies X Deze vraag is in het kader van het opstellen van de nota Sport en Bewegen niet expliciet aan de orde geweest. Er is voor gekozen de beleidsregels voor directe subsidies aan te passen. Als het instrument van directe subsidie gehandhaafd blijft: Besluit hoe gedetailleerd beleidsregels en subsidieplafonds moeten zijn Maak een nadere analyse van de categorie overig Geef het college opdracht op basis van de bevindingen een werkbare set beleidsregels te maken BHW: in aanvulling op de budgetten gekoppeld aan specifieke beleidsregels ramen we ook een budget overig. BHW: Een afweging tot herziening van de beleidsregels voor directe subsidies maken we bij de oplading van de nieuwe Sportnota. Mede op basis van een onderzoek van een stagiair naar de bekendheid, het gebruik en de toepassing van de beleidsregels onder de sportverenigingen in 2015, zijn de beleidsregels en subsidieplafonds aangepast. Het college heeft op 28 november 2017 de Beleidsregels subsidies Sport en Bewegen gemeente Nijmegen 2018 vastgesteld. Bijlage1, bladzijde 2

21 Jaarverslag 2016 Aanbevelingen Rekenkamer Reactie / toezeggingen college en eventueel raad Stand van zaken per 21 maart 2018 Zoek (voordat de Sportnota 2016 wordt vastgesteld) antwoord op de vraag hoe de subsidiënten de Nijmeegse sportclubs het gemeentelijke sportondersteuningsbeleid ervaren. De nota en beleidsregels zijn tot standgekomen in samenwerking met en na overleg met de sportclubs. O: de bestuurlijke lijn van de afgelopen twee jaar om verenigingen niet actief aan te schrijven over subsidiemogelijkheden wordt veranderd. Deze aanbeveling is direct na het verschijnen van het rapport al opgepakt. Zo zijn in 2015 de bij de gemeente bekende verenigingen rechtstreeks via een mailing op de bestaande subsidiemogelijkheden gewezen. Tevens is een publicatie in De Brug verschenen. Aanvullend is in 2015 het onderzoek door de stagiair (zie hiervoor) gevraagd naar de voorkeuren van de verenigingen voor de wijze van communiceren. Daaruit kwam naar voren dat zij het liefst via sociale media op de hoogte worden gehouden en niet via De Brug. In 2016 is dan ook geen stuk in De Brug geplaatst, maar zijn de verenigingen via een mail geïnformeerd. Tevens is in 2016 een brede bijeenkomst georganiseerd over de subsidiemogelijkheden. Monitoring en evaluatie: Zorg voor een goede, transparante, eenvoudig te ontsluiten en controleerbare registratie van verstrekte subsidies BHW: inmiddels is een model ontwikkeld waarmee we inzichtelijk maken aan wie we subsidie geven en wat de grondslag hiervoor is binnen de beleidsregels sport en bewegen. De eerste resultaten presenteren we in de jaarstukken Vanaf januari 2016 worden de verstrekte subsidies gecategoriseerd naar de beleidsregel op basis waarvan deze wordt verstrekt. In het systeem is per beleidsregel tevens het subsidieplafond opgenomen, zodat kan worden nagegaan of het budget nog ruimte biedt. In 2017 heeft de Rekenkamer in het kader van de nazorg geen dossieronderzoek gedaan. Zij kan dus niet zeggen of de stijgende lijn die in voorgaande jaren uit de nazorg bleek, is doorgezet. 3

22 Jaarverslag 2016 Aanbevelingen Rekenkamer Reactie / toezeggingen college en eventueel raad Stand van zaken per 21 maart 2018 Ga bij het formuleren van nieuw beleid direct ook na of het meetbaar is Ga na wie (raad, college, ambtelijk) welke informatie wil hebben, met welk doel en in welke frequentie BHW: we nemen de door u gemaakte constateringen mee bij het opstellen van de begroting 2016 om de relatie met de doelstellingen uit het beleidsplan nadrukkelijker te leggen. ( ) We gaan ervan uit dat de begroting én jaarstukken 2016 voor het onderdeel sport inzichtelijker zijn voor de raad. O: Waar publiek geld wordt uitgegeven moet de verantwoording transparant en controleerbaar zijn voor de raad. Daarom zijn in de begroting 2016 verschillende verbetersuggesties van de rekenkamer verwerkt. De portefeuillehouder wil graag van de raad terugkrijgen of deze met de nieuwe opzet voldoende in staat is om op hoofdlijnen te sturen en te controleren. BHW: We gaan de ontwikkeling van de subsidieaanvragen monitoren en zullen op basis hiervan clubs tussentijds informeren over de huidige subsidiemogelijkheden. O: we gaan de ledenaantallen bijhouden. Het gaat erom dat 75% van de leden in Nijmegen moet wonen. Daar hebben we echt iets laten liggen, waarop we meer moeten gaan sturen. De Rekenkamer constateert dat er in de Sportnota geen meetbare doelen zijn opgenomen. De Rekenkamer constateert ook dat de opgenomen indicatoren nauwelijks een relatie hebben met de wel opgenomen meer beschrijvende doelen. Op deze manier wordt het moeilijk te meten of het beleid effectief is. De raad heeft de Sportnota conform voorstel van het college vastgesteld. Het is nu zaak dat hij nagaat of hij informatie ontvangt over de afgesproken indicatoren. Elk kwartaal wordt op een rij gezet hoeveel subsidie per beleidsregel is verstrekt. De clubs worden één keer per jaar via de mail geïnformeerd over de subsidiemogelijkheden. Met het vaststellen van de Beleidsregels subsidies Sport en Bewegen gemeente Nijmegen 2018 is de regel dat 75% van de leden in Nijmegen moet wonen vervallen. Deze toezegging is niet meer aan de orde. In plaats daarvan is de algemene regel opgenomen dat de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd de stad Nijmegen en haar burgers ten goede moeten komen. 4

23 Jaarverslag 2016 Aanbevelingen Rekenkamer Reactie / toezeggingen college en eventueel raad Stand van zaken per 21 maart 2018 En verder: Besteed afzonderlijk aandacht aan het beleid van privatisering van accommodaties van sportverenigingen Geef het college opdracht het begrip voldoende gelden uit artikel 11 van de NKS uit te werken in nadere regels, om een afwegingskader te hebben voor het toetsen van subsidieaanvragen. X X In de deelnota Hockey is een terugblik op de privatisering opgenomen, en wordt tevens aangegeven hoe hockey in Nijmegen toekomstbestendig kan worden. Door vaststelling van de nota Buitensportaccommodaties heeft de raad ook ingestemd met de voorstellen van het college ten aanzien van de hockeyverenigingen. In de Beleidsregels subsidies Sport en Bewegen gemeente Nijmegen 2018 (28 november 2017 vastgesteld door het college) wordt ook ingegaan op het begrip voldoende middelen. In een gesprek gevoerd met ambtenaren in het kader van de nazorg van het Rekenkameronderzoek sport is vanuit de Rekenkamer teruggegeven dat de regel 1 zoals die nu geformuleerd is niet toepasbaar is, omdat er geen maatstaf is. Als op grond van deze regel een vereniging bezwaar zou maken, kan het besluit niet in stand blijven. Vanuit de Rekenkamer is gesuggereerd in elk geval te concretiseren wat onder derden wordt verstaan (bijvoorbeeld aan de vereniging gelieerde stichtingen) en bijvoorbeeld een grens te hanteren voor de groei van het eigen vermogen van de vereniging en de daaraan gelieerde stichtingen. 1 Het college kan naast het bepaalde in de artikelen 4:25, 4:35 en 4:48 van de Awb subsidie weigeren, lager vaststellen of intrekken indien de aanvrager ook zonder subsidie over de benodigde gelden, hetzij uit eigen middelen of uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van zijn activiteiten te dekken. 5

24 Jaarverslag

25 Bijlage 2: Stand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek informatievoorziening aan de gemeenteraad over de Wmo en Jeugdhulp De Rekenkamer heeft haar onderzoek naar de informatievoorzieing aan de gemeenteraad over de Wmo en Jeugdhulpt afgerond met een aantal aanbevelingen. Het college heeft in het kader van bestuurlijk hoor- en wederhoor en bij de behandeling van het rapport in de Kamerronde een aantal toezeggingen gedaan aanbevelingen uit te voeren. De raad vond deze toezeggingen voldoende; zij vond het niet nodig het rapport te behandelen in de Besluitenronde. In het overzicht in voorliggende bijlage zijn de aanbevelingen en toezeggingen op een rij gezet. Voor zover al aan de orde, heeft de Rekenkamer aangegeven hoe het staat met de uitvoering per 21 maart In de tabel is gebruik gemaakt van de volgende afkortingen en kleurcoderingen: Afkortingen: BHW: toezeggingen gedaan in de reactie in het kader van bestuurlijk hoor- en wederhoor; KR: toezeggingen gedaan bij de behandeling van het rapport in de Kamerronde op 31 mei 2017; O: actie benoemd tijdens de bespreking in diezelfde Kamerronde, maar niet genoteerd als toezegging. Groen: de toezegging is uitgevoerd Geel: de toezegging is deels uitgevoerd Rood: de toezegging is niet uitgevoerd Blauw: de toezegging is nog niet aan de orde Samengevat is de stand van zaken dat nog geen van de aanbevelingen op dit moment is uitgevoerd, maar dat aan de meeste wel wordt gewerkt. Hierdoor is het inzicht en overzicht van de raad in het veld van zorg en welzijn nog niet verbeterd. Zo is de werkgroep vanuit de raad een aantal keren bij elkaar gekomen om samen met de betrokken ambtenaren te werken aan de aanbevelingen rond een nieuwe set kerndoelen beleidsvragen - indicatoren. Het is niet gelukt deze voor het aantreden van de nieuwe raad gereed te hebben. Er zijn nog geen nieuwe meetgegevens in de lokale zorgmeter ingevoerd. En de totaalevaluatie die het college had aangekondigd voor medio 2017 is nog niet aan de raad aangeboden. Ook de toegezegde halfjaarlijkse managementrapportages met financiële informatie heeft de raad niet ontvangen. De raad zelf heeft nog niet bepaald of en hoe hij de beleidsstukken en verantwoordingsinformatie meer planmatig en systematisch gaat behandelen; ook heeft hij nog geen afspraken gemaakt met het college over verantwoordingsinformatie die hij wil ontvangen. Bijlage 2, bladzijde 1