TIJDSCHRIFT. voor Documentatie en Voorlichting DE BETALINGSBALANS VAN DE BELGISCH-LUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE IN 1966 NATIONALE BANK VAN BELGIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "TIJDSCHRIFT. voor Documentatie en Voorlichting DE BETALINGSBALANS VAN DE BELGISCH-LUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE IN 1966 NATIONALE BANK VAN BELGIE"

Transcriptie

1 NATIONALE BANK VAN BELGIE TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS Departement Studiën XLIIe Jaargang, Deel I, Nr 5 Mei 1967 Dit tijdschrift wordt als objectieve documentatie uitgegeven. De artikels geven de opvatting van de schrijvers weer, onafhankelijk van de mening der Bank. INHOUD : De betalingsbalans van de BelgischLuxemburgse Economische Unie in 1966 Literatuur in verband met de economische en financiële problemen van België Economische wetgeving Statistieken. DE BETALINGSBALANS VAN DE BELGISCHLUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE IN 1966 Deze kroniek omvat vier delen. Deel 1 «Algemeen overzicht van de betalingsbalans van de BelgischLuxemburgse Economische Unie» beschrijft in het kort de meest in het oog vallende stadia in de ontwikkeling van deze balans in Deel 2 omvat deeltabellen van de algemene balans en aantekeningen die de soorten transacties in de verschillende rubrieken nader omschrijven en commentaar leveren op sommige ontwikkelingen tussen 1965 en In deel 3 zijn de tabellen en technische noten gegroepeerd betreffende de geografische balans. De gegevens van de tabellen van delen 1, 2 en 3 volgen het schema van de betalingsbalans gepubliceerd in de «Statistieken» van het Tijdschrift. Dit schema, dat in fine melding 'naakt van de financiering van de transadties met het buitenland die aanleiding heeft gegeven tot een verandering in de goudvoorraad en de nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen of tot een herfinanciering buiten deze instellingen van commerciële vorderingen op het buitenland, is het meest geschikt om het verband te leggen tussen de evolutie van de betalingsbalans en die van de diverse elementen van de algemene financiële toestand van België; daarom werd het gebruikt voor de analyse van de ontwikkeling der betalingen met het buitenland. Ten einde te beantwoorden aan de desiderata van de internationale instellingen en aldus de vergelijking met de betalingsbalansen van de andere landen te vergemakkelijken, werden in deel 4 «Voorstelling van de gegevens volgens het geunificeerde 0.E.S.0L1VI.F.schema» de gegevens van de tabellen van delen 1, 2 en 3 evenwel gehergroepeerd volgens het enige schema van betalingsbalans dat werd aangenomen door het Internationale Monetaire Fonds en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling tijdens de vergadering van nationale deskundigen inzake betalingsbalans, gehouden in februari 1964 onder de bescherming van het Comité voor Onderzoek van de Economische Toestanden en de Ontwikkelingsproblemen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.

2 558 DEEL 1 ALGEMEEN OVERZICHT VAN DE BETALINGSBALANS VAN DE BELGISCHLUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE De lopende transacties en het kapitaalverkeer van de B.L.E.U. met het buitenland, rekening houdend met de vergissingen en weglatingen, sloten met een tekort van fr. 6 miljard in 1966, tegen een overschot van fr. 8,5 miljard in Deze verslechtering is het gevolg van de ommekeer van het saldo der lopende transacties en van dat van het kapitaalverkeer : het saldo van het lopend verkeer veranderde van een overschot van fr. 7,6 miljard in 1965 in een tekort van fr. 5 miljard in 1966 en het kapitaalverkeer gaf aanleiding tot een nettokapitaalafvoer van fr. 2 miljard in 1966, i.p.v. een nettoinvoer van fr. 1,2 miljard in Het verloop van de goederentransacties lag aan de basis van de ommekeer van de balans der lopende transacties. Het 'groeitempo van de uitgaven voor invoer van goederen steeg van 7,1 pct. in 1965 tot 10,5 pct. in 1966; het was uitzonderlijk snel in het eerste halfjaar van De sterkere expansie van de industriële produktie aan het einde van 1965 en in de eerste maanden van 1966 leidde tot een vermeerdering van het ingevoerde volume. Terzelfder tijd heeft de stijging van de wereldnoteringen der grondstoffen een rechtstreekse invloed uitgeoefend op de waarde van de gezamenlijke aankopen in het buitenland door de vermeerdering van de eenheidswaarde der ingevoerde goederen, en een onrechtstreekse invloed door de toeneming van de voorraden die hierop volgde. De stijging van de uitvoerontvangsten beliep daarentegen slechts 5 pct. in 1966, tegen 10 pct. in Deze vertraging vloeit voort uit de vermindering van het groeitempo van de economische activiteit in de Duitse Bondsrepubliek en Nederland, voornaamste afnemers van de B.L.E.U.; de ontvangsten uit de export naar deze landen namen inderdaad slechts toe met respectievelijk 1,6 en 2,3 pct., tegen 16 en 5,6 pct. in In totaal, lieten de in en uitvoer van goederen een tekort van fr. 16,6 miljard in 1966, tegen fr. 2,6 miljard in Deze verslechtering van de ene periode tot de andere was vooral scherp in de eerste helft van het jaar, toen het groeitempo van de invoer toenam, terwijl dat van de uitvoer reeds de invloed onderging van de vertraging van de invoer in sommige buurlanden. De ongunstige invloed, van de verslechtering van het saldo van de in en uitvoer van goederen op het gezamenlijke saldo.van de lopende transacties werd enigszins goedgemaakt door de ontwikkeling van de overige goederentransacties. De nettoontvangsten uit hoofde van arbitrageverrichtingen op goederen stegen van fr. 3,2 miljard in 1965 tot 5,3 miljard in 1966 en de nettoontvangsten voor loonwerk namen toe van fr. 6,6 miljard tot 8,1 miljard. Deze laatste stijging wordt vooral teruggevonden in de betrekkingen met Nederland en de Duitse Bondsrepubliek; de ontvangsten vooral uit dit laatste land zijn sedert 1964 sterk toegenomen in verband met de vestiging van een belangrijke dochtermaatschappij van een autobedrijf. De dienstentransacties sloten met een overschot van fr. 0,6 miljard, tegen fr. 2,3 miljard in Deze inkrimping moet in hoofdzaak worden toegeschreven aan een toeneming van de uitgaven uit hoofde van reisverkeer, verzekeringspremies en uitkeringen, royalties, patent en auteursrechten. De vermeerdering van de uitgaven in laatstgenoemde rubriek vloeit in hoofdzaak voort uit de betrekkingen met de Verenigde Staten. Het tekort van de overdrachten van de Staat is nagenoeg van dezelfde orde van grootte als in De verandering van het gezamenlijke saldo der overdrachten van een overschot van fr. 0,1 miljard in 1965 in een tekort van fr. 0,9 miljard in 1966 moet dus worden toegeschreven aan de vermindering van de nettoontvangsten uit hoofde van de particuliere overdrachten; deze vermindering is uitsluitend te wijten aan de stijging van de uitgaven, vooral ten gunste van de nietaangrenzende landen waaruit de buitenlandse arbeidskrachten afkomstig zijn. De ommekeer van het saldo van het kapitaalverkeer vloeit uitsluitend voort uit een inkrimping van de nettoontvangsten uit de kapitaaltransacties van de bedrijven en particulieren, want de nettoafvloeiing van overheidskapitaal was kleiner dan in 1965.

3 Tabel I. Algemene betalingsbalans van de BelgischLuxemburgse Economische Unie (Miljarden franken) '11) Jaar Jaar Jaar Jaar ),alf hal2faar jaar halfj'aar half<jaar ju'ar 1. Goederen en dienstentransacties : 1.1 Goederentransacties : 1.11 Uitvoer en invoer 1 6,1 6,4 9,0 8,7 +1,4 4,0 2,6 7,7 8,9 16, Loonwerk + 2,7 +3,8 + 3,3 + 5,2 +3,5 + 3,1 + 6,6 + 4,1 + 4,0 + 8, Arbitrage +.2,3 +3,1 + 2,4 + 5,4 +2,1 + 1,1 + 3,2 + 3,3 + 2,0 + 5,3 1.2 Nietmonetair goud 0,9 0,5 0,7 0,8 1,0 1,0 2,0 0, 8 0,7 1,5 1.3 Vracht en verzekeringskosten voor goederenvervoer 2 0,4 4 +0,7 0,3 0,4 +0,1 0,5 0,4 0,1 0,2 0,3 1.4 Andere vervoerkosten 0,2 + 0,8 + 1,0 +0,4 + 0,7 + 1,1 + 0,2 + 0,2 + 0,4 1.5 Reisverkeer 3 2,1 2,2 3,2 3,4 1,6 2,5 4,1 1,8 2,7 4,5 1.6 Opbrengsten uit investeringen + 1, 3 +0,1 1,0 0, 9 0,5 + 1,1 + 0,6 0,4 + 1,3 + 0,9 1.7 Overheidstransacties niet elders vermeld 0,1 0,2 1,0 2,3 + 0,3 + 0,3 + 0,1 + 0,1 + 0,2 1.8 Overige + 5,1 +5,2 + 4,1 + 4,2 +2,3 + 2,5 + 4,8 + 1,9 + 2,0 + 3,9 Totaal ,8 +3,4 4,6 0,7 +6,7 + 0,8 + 7,5 1,2 2,9 4,1 2. Overdrachten : 2.1 Particulieren + 3,0 +2,6 + 2,5 + 3,0 +1,3 + 1,2 + 2,5 + 0, 7 + 0,9 + 1, Staat 2,3 1,8 3,1 2,4 1,3 1,1 2;4 1,1 1,4 2,5 Totaal 2 + 0,7 +0,8 0,6 + 0,6 + 0,1 + 0,1 0,4 0,5 0,9 3. Kapitaalverkeer van de overheid : 3.1 Staat : 3.11 Verplichtingen : Contractuele aflossingen 1,7 1,3 2,2 2,3 2,3 1,0 3,3 :1,1 0, 7 1, Andere transacties 3,4 0,2 + 5,0 + 2,8 2,5 + 0,5 2,0 0,8 + 0,4 0, Vorderingen 0,2 0,7 0,4 0,1 0,1 0,4 0,5 + 0,1 0,4 0,3 3.2 Andere overheid : 3.21 Verplichtingen... +0,3 + :1,0 +0,6 0, Vorderingen + 0,1 +0,1 + 0,1 + 0,1 Totaal 3 5,2 1,8 + 2,5 + 1,5 4,3 1,5 5,8 1,8 0,7 2,5 4. Kapitaalverkeer van de bedrijven en particulieren. : 4.1 Overheidsbedrijven + 1,9 0,1 0,1 + 0,3 +1,3 + 0,4 + 1,7 + 0,5 + 0,2 + 0,7 4.2 Nietgeldscheppende financiële instellingen van de overheidssector + 0,2 0,7 + 0,7 + 2,0 +0,1 + 0,3 + 0,4 + 1,1 + 0,2 + 1,3 4.3 Particuliere sector 3 : 4.31 BelgischLuxemburgse investeringen en beleggingen in het buitenland : Effecten 4, 7 3,6 5,5 1, 3 0,5 1, 6 2,1 3,6 2, 9 6, Directe investeringen 1,3 0,7 2,0 + 0,3 0,7 0, Onroerende goederen + 1,8 0,8 4,0 5,4 0,6 0,7 1,3 0, 8 0,9 1, Overige 0,1 + 1,1 + 1,0 0,1 0,5 0, Buitenlandse investeringen en beleggingen in de B.L.E.U. : Effecten + 1, 5 +0,8 + 0,8 + 0,1 +0,5 + 0,5 0,2 0,1 0, Directe investeringen +3,7 + 3,4 + 7,1 + 4,2 + 2,8 + 7, Onroerende goederen + 3,5 +5,6 + 8,9 +12,1 + 0,2 + 0,2 0,2 0,1 0, Overige +0,3 + 0,4 + 0,7 + 0,7 + 0, Niet onderscheiden investeringen en beleggingen 0,4 0,8 + 1,3 + 1,0 +0,5 + 0,3 + 0,8 + 0,3 + 0,3 + 0,6 Totaal 4 + 3,8 +0,4 + 2,1 + 8,8 +3,9 + 3,1 + 7,0 + 1,5 1,0 + 0,5 5. Vergissingen en weglatingen + 0,6 +1,4 + 0,6 + 0,5 0,9 + 0, 6 0,3 + 0,5 + 0,5 + 1,0 Totaal 1 tot 5 + 1,7 +4,2 +10,7 +5,4 + 3,1 + 8,5 1,4 4,6 6,0 6. Financiering van het totaal : 6.1 Herfinanciering buiten de geldscheppende instellingen van commerciële vorderingen op het buitenland , 1 + 0, 2 + 0, 1 + 0, 1 +0,4 + 0, 8 + 1, 2 0,9 0, 2 1, Mutaties van de goudvoorraad en de netto. deviezenpositie van de geldscheppende instellingen : 6.21 Nationale Bank +12,2 1,7 +11,2 +12,6 +5,6 + 2,4 + 8,0 + 0,2 + 1,5 + 1, Overige 11,6 +5,7 11,3 2,0 0,6 0,1 0,7 0,7 5,9 6,6 'Voor een deel van de uitvoer en van de invoer zijn het c.i.f.c jfers, d.w z. inelus ef de vracht en verzekeringskosten voor het goederenvervoer. ' Deze rubriek vermeldt, in ontvangsten en in uitgaven, slechts eet deel van de vracht en verzekeringskosten voor het goederenvervoer. Het andere deel kan niet gescheiden worden van de uitvoer of van de invoer waarop het betrek king heeft en is dus begrepen in de ontvangsten en in de uitgaven van rubriek 1.11 Uitvoer en invoer» (cf. noot 1). 3 De cijfers na 31 december 1063 kunnen, ten gevolge van de verbetering van het statistisch materiaal, niet volstrekt vergeleken worden met die van de vorige periodes. 4 A oor zijn alleen de cijfers beschikbaar die terzelfder tijd betrekking hebben op de rubrieken 1.3 Vracht en verzekeringskosten voor goederen. vervoer» en 1.4 ), Andere vervoerkosten n. Daarenboven kunnen deze cijfers niet helemaal worden vergeleken met de gecombineerde cijfers van de rubrieken 1.3 en 1.4 voor de jaren nadien. Zij omvatten niet de ontvangsten en de uitgaven voor de verzekering van het goederenvervoer die sedert 1962 begrepen zijn in rubriek 1.3 en ook niet de aan en verkopen van boordproviand en de ontvangsten en de uitgaven voor het personenvervoer die sedert 1962 opgenomen zijn in rubriek 1.4.

4 560 Zoals in 1965, maar in mindere mate, heeft de Staat zijn directe schuld tegenover het buitenland verminderd : hij deed een nettoterugbetaling van fr. 3,8 miljard op zijn langlopende schuld, die de vermeerdering met fr. 1,6 miljard van zijn kortlopende verplichtingen in ruime mate heeft goedgemaakt. In tegenstelling met het jaar voordien, kon de Staat, op de binnenlandse markt, niet alle middelen vinden die hij nodig had, maar zijn nettoberoep op de buitenlandse markten had plaats met de tussenkomst van de Belgische banken, d.w.z. door een uitbreiding van de portefeuille schatkistcertificaten welke deze banken met in het buitenland verkregen middelen financieren. Aangezien de banken, voor dit onrechtstreeks beroep van de Staat op de buitenlandse markten, schulden aangaan tegenover het buitenland, geeft het op de betalingsbalans aanleiding tot een vermindering van hun nettodeviezenpositie die, onder overigens gelijke omstandigheden, een stijging van de nettodeviezenpositie van de Nationale Bank als tegenpost heeft. Behoudens de nettoterugbetalingen op zijn schuld in het buitenland, heeft de Staat, zoals in 1965, zijn deelneming in het kapitaal van de Internationale Ontwikkelingsassociatie verhoogd. De gezamenlijke kapitaaltransacties van de overheid sloten met een tekort van fr. 2,5 miljard, tegen fr. 5,8 miljard in De inkrimping van de nettokapitaalinvoer van de bedrijven en particulieren van fr. 7 miljard in 1965 tot 0,5 miljard in 1966, moet vrijwel uitsluitend worden toegeschreven aan de ommekeer van het saldo van het kapitaalverkeer van de particuliere sector, dat van een overschot van fr. 4,9 miljard in 1965 veranderde in een tekort van fr. 1,5 miljard in Deze ommekeer houdt hoofdzakelijk verband met een toeneming van de nettouitvoer uit hoofde van BelgischLuxemburgse investeringen en beleggingen in het buitenland, waaronder beleggingen in buitenlandse effecten; de hoge rendementspercentages die konden verkregen worden door inschrijving op leningen uitgegeven in sommige landen of op de internationale markt hebben ingezetenen van de BelgischLuxemburgse Economische Unie ertoe aangezet een groter deel van hun besparingen in het buitenland te beleggen. De buitenlandse investeringen en beleggingen in de B.L.E.U. lieten opnieuw een aanzienlijk overschot. De directe buitenlandse investeringen bereikten hetzelfde hoge peil als in 1065, zijnde fr. 7 miljard. Het buitenland ging daarentegen over tot nettoverkopen van Belgische en Luxemburgse effecten. Het totale tekort van fr. 6 miljard van de gezamenlijke hierboven beschreven transacties kwam tot uiting in een vermindering met fr. 1,1 miljard van de commerciële vorderingen op het buitenland, die de markt heeft afgekocht van de geldscheppende instellingen, en in een inkrimping met fr. 4,9 miljard van de nettodeviezenpositie van deze instellingen. De goudvoorraad en de n ettodeviezenpositie van de Nationale Bank vermeerderden met fr. 1,7 miljard, maar die van de overige geldscheppende instellingen verminderden met fr. 6,6 miljard, inzonderheid omdat de Belgische banken, zoals reeds gezegd werd, per saldo in het buitenland middelen hebben opgenomen om de Schatkist te financieren. DEEL 2 AANTEKENINGEN EN DEELTABELLEN VAN DE ALGEMENE BETALINGSBALANS Rubriek 1.1 «Goederentransacties» : Tabel II. Rubriek 1.11 «Uitvoer en invoer». Deze gegevens werden verkregen door een aantal wijzigingen aan te brengen aan de door het BelgischLuxemburgs Instituut voor de Wissel geregistreerde betalingen; een der voornaamste bestaat erin de bedragen van de werkelijke betalingen te vermeerderen (ver minderen) met de toename (de afname) van de uitvoer en invoertransacties op krediet die kunnen aangetekend worden; in feite wijzigen de met commerciële kredieten gepaard gaande aankoop of verkooptransacties waarmee rekening kan gehouden worden, het uitstaande bedrag der uitvoeraccepten in Belgische franken of der acceptverplichtingen van de Belgische banken aan buitenlandse

5 561 banken. Als tegenpost van die onder de rubriek «Uitvoer en invoer» geregistreerde buitenlandse transacties waarvoor Belgische of buitenlandse banken kredieten hebben verleend, wordt een verandering van dezelfde grootte geboekt hetzij onder rubriek 6.2 «Mutaties van de goudvoorraad en de nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen», tot beloop van de verandering van het uitstaande bedrag der uitvoeraccepten in Belgische franken gefinancierd door de geldscheppende instellingen, hetzij onder rubriek 6.1 «Herfinanciering buiten de geldschep. pende instellingen van commerciële vorderingen op het buitenland», tot beloop van de verandering van het uitstaande bedrag der uitvoeraccepten in Belgische franken gefinancierd buiten de geldscheppende instellingen, hetzij onder rubriek «Overige buitenlandse investeringen en beleggingen in de B.L.E.U.», tot beloop van de verandering van het uitstaande bedrag der acceptverplichtingen van de Belgische banken aan het buitenland. De betalingen voor goederenuitvoer en invoer kunnen beïnvloed worden door wijzigingen in de betalingstermijnen (leads and tags). Deze wijzigingen zouden moeten opgetekend worden als kapitaalverkeer en niet als goederenverkeer; het bestaande statistisch materiaal maakt het evenwel niet mogelijk de vereiste correctie aan te brengen. Tabel II. Rubriek 1.1 «Goederentransacties» (Miljarden franken) Persode 1,11 Uitvoer en invoer 1.12 Loonwerk Ontvangsten I Uitgaven 1 Saldo Ontvan g sten 1.13 Arbitrage Uitgaven Saldo Saldo Ontvangsten 2 Totaal Uitgaven Saldo 1961 Jaar 172,7 178,8 6,1 4,1 1,4 + 2,7 + 2,3 179,1 180,2 1, Jaar.. 181,1 187,5 6,4 5,1 1,3 + 3,8 + 3,1 189,3 188,8 + 0, Jaar 200,7 209,7 9,0 5,1 1,8 + 3,3 + 2,4 208,2 211,5 3, Jaar 230,5 239,2 8,7 7,0 1,8 + 5,2 + 5,4 242,9 241,0 + 1,9 : halfjaar 124,7 123,3 + 1,4 4,5 1,0 + 3,5 + 2,1 131,3 124,3 + 7,0 20 halfjaar 128,9 132,9 4,0 4,4 1,3 + 3,1 + 1,1 134,4 134,2 + 0,2 Jaar 253,6 256,2 2,6 8,9 2,3 + 6,6 + 3,2 265,7 258,5 + 7, le halfjaar 130,9 138,6 7,7 5,3 1,2 + 4,1 + 3,3 139,5 139,8 0,3 20 halfjaar 135,5 144,4 8,9 5,4 1,4 + 4,0 + 2,0 142,9 145,8 2,9 Jaar 266,4 283,0 16,6 10,7 2,6 + 8,1 + 5,3 282,4 285,6 3,2 1 b oor een deel van de uitvoer en van de invoer z' n het c.i.f.cijfers, d.w.z. inclusief de vrael t eu verzekeringskosten voor het goederen vervoer. 2 i n el. het positief saldo van <le arbitrage. Rubriek 1.12 «Loonwerk». Overeenkomstig de algemene beginselen van het Balance of Payments Manual dienen alle internationale verzendingen van goederen tussen een hoofdbedrijf en zijn vestigingen in het buitenland, met het oog op verwerking, te worden beschouwd als aankopen en verkopen van goederen; zij dienen dus niet als een ontvangst voor loonwerk te worden aangetekend. Daar de uit Kongo naar België voor afwerking verzonden goederen meestendeels in deze categorie vallen, worden zij beschouwd als rechtstreekse invoer van goederen uit Kongo en vervolgens als uitvoer naar de landen die deze goederen kopen. De kosten van de verwerking van die goederen in België zijn dus begrepen in de cijfers van de uitvoer. Dezelfde beginsele' n zou men dienen te volgen voor een zeker aantal goederen bewerkt door Belgische vestigingen van buitenlandse bedrijven : dat is, althans in zekere mate, o.m. het geval met de raffinage van ruwe aardolie en de automontage. Daar evenwel voldoend gedetailleerde statistieken ontbreken om die transacties af te zonderen, worden zij beschouwd als verband houdend met verwerkende activiteiten waarvan de kosten dus als een ontvangst voor loonwerk geregistreerd worden. De ontvangsten en uitgaven uit hoofde van loonwerk omvatten ook de ontvangsten van

6 I 562 ingezetenen voor onderhoud en herstelling van buitenlandse schepen en de aan vreemdelingen betaalde bedragen voor onderhoud en herstelling van Belgische schepen. Die havenkosten zouden normaal moeten begrepen zijn in de rubriek 1.4 «Andere vervoerkosten», maar daar men ze in de statistieken slechts van 1965 af van de ontvangsten en uitgaven voor loonwerk kon scheiden, werden zij ter wille van de continuïteit onder die rubriek behouden. Rubriek 1.13 «Arbitrage». Het nettosaldo van deze rubriek is gelijk aan het verschil tussen, enerzijds, het bedrag van de verkopen aan het buitenland van goederen die door ingezetenen in het buitenland gekocht werden, en, anderzijds, de aankoopprijs van deze goederen vermeerderd met de uitgaven in het buitenland die de ingezetenen uit hoofde van die transacties moesten dragen. Dat saldo omvat bijgevolg de winstmarge van de Belgische en.luxemburgse doorvoerhandelaars en de kosten die zij aan andere ingezetenen hebben betaald. Het is mogelijk dat deze rubriek, zoals die van de uitvoer en invoer, beïnvloed wordt door de wijzigingen in de betalingstermijnen van de gekochte of verkochte goederen. Rubriek 1.2 «Nietmonetair goud». Onder nietmonetair goud dient te worden verstaan het metaal dat niet in het bezit is van de geldscheppende instellingen. Het negatief saldo van de transacties onder die rubriek, dat voor de B.L.E.U. een nettoinvoer betekent, bedroeg in 1965 en 1966 resp. fr. 2 miljard en 1,5 miljard. In dit verband zij eraan herinnerd dat aangemunt goud en goudbaren in België vrij mogen worden verhandeld en door alle Belgen en vreemdelingen langs welke weg ook zonder beperking 'in of uitgevoerd mogen worden. In de mate waarin, gedurende de beschouwde periode, voor die transacties in sommige andere landen niet dezelfde vrijheid bestaat, kan er naar die landen wederuitgevoerd nietmonetair goud begrepen zijn in de ontvangsten onder andere posten van de betalingsbalans dan nietmonetair goud. Het tekort onder deze laatste rubriek in 1965 en 1966 zou aldus kunnen gestegen zijn door een toename van de doorvoer bestemd voor de particuliere goudoppotting in het buitenland. Rubrieken 1.3 tot 1.8 «Dienstentransacties» (Milj arden franken ) ce ce )taal.8 Overige rheidstran saoti es elders vermeld Op bi inves UM191] ere vervoerkosten Pres J ittven I ua;s8 I 'Mc U itgaven On vang, U it I Saldo gave n On vang, opf Ui gas c atsá tnm 1U0 Saki, Uit gav( s8uen U it I Saldo gaven sbuu.k 0 Saldc k ra dmrii,derei U i gas Periode Ontvangsten ] CO,N CD 00 r od. rd od CD ri C) ri 4 E i 1 A A c.,1,....,..,. cq.,,,t.,, r,r co Cq ud,r,m ud CD 00 CO CD ri 0, rl., cl c, uo,1 to,.4 co r,r ud ud c.0 cd co ri CA ra CA OD C, Ir;,C,17, A E co cm,i, cc cq., ri CO ud ad CD CD ri H11 ri ri ri,i, ri UO... mo. uo Cc. CD cn 0, CA CA CO ri ri 01 ri ri ri cl cr, co co CïcS.,icj : c; liii + ce 01., cr, ri CD CA OD CO CC ri 0,.. <H UO UO 43 CO CA CO ri CD 0.) C3 ri ri CD ri CD CD ri A,r,.0,o ri. o0 Cr,1,..0 n'' r..4 1 cn cc ca.. _ cc _ co co OD CO CD Leb CD 11, rl. CZ,0.. Cl 01 CO CO ri I I I I Cl CD ri 11 CD ri GO 0, ri Cl j0:7 ri ri OD 00 C., ClD CO CO I CO Cl CO 0,t C.. i CD CD ri C; C; 1 E E E E 1 o r. 00 r4 1 CO. CO. co,; cl" L ' '6 ± 0 0 L' 9 6` L 9 L 0` 1 9` 9 3` 0 ' 8 ' 3 T C' IT L' 03 9` 83 3' 31 L ' 0 + o + o + ' o + 6' 3 C L' T` ` 0 I fi` 0 9` 0 t 0' 9 I fi L 8 8 L. L` 9 T 11 fi` 3T fi ' ' 91 ` 6 ` II 0 + ' 9 3' 0 + fr ' 3 ' 9 3' ` OT T 'T 6 Cl co c ca co c> c1 cc 1 c:1 co ; Cl. cl,,r; Cl. ci" e, c co e, r A co ó 1 E 1 1 h 1 tot cn ri CO d.,..... Cn Gr GO CD,0 CD ri,:f,j, CD 1.. r}, CD, t U5 00 0,. U1.,I; ' 0 o ` o t ST 9 9 TI T' 9 8' 11 9' Jaar 1962 Jaar 1963 Jaar 1964 Jaar 1965 le halfjaar 2e halfjaar Jaar 1966 le halfjaar 2 halfjaar Jaar

7 563 Rubrieken 1;3 tot 1.8 «Dienstentransacties» : Tabel III. De cijfers van die tabel dienen met veel omzichtigheid te worden gebruikt. Een zeker aantal uitgaven en ontvangsten uit hoofde van dienstentransacties zijn gecompenseerd, inzonderheid op het gebied van het reisverkeer en de vervoer en verzekeringskosten, en zijn bijgevolg niet in de betalingsstatistieken geregistreerd. Rubriek 1.3 «Vracht en verzekeringskosten voor goederenvervoer». De uitgaven onder die rubriek omvatten slechts een deel van de vracht en de verzekeringskosten betaald voor het transport van de invoer; het andere deel kon niet gescheiden worden van de invoer waarop het betrekking heeft en is dus begrepen in de uitgaven onder de rubriek 1.11 «UitVoer en invoer». Zij omvatten bovendien sommige aan vreemdelingen betaalde vracht en verzekeringskosten voor uitvoer van Belgische en Luxemburgse goederen die men normaal in mindering had moeten brengen van de ontvangsten inge schreven onder de rubriek 1.11 «Uitvoer en invoer». De ontvangsten onder die rubriek omvatten slechts een deel van de vracht en de verzekeringskosten ontvangen voor het transport van de uitvoer; het andere deel kon niet gescheiden worden van de uitvoer waarop het betrekking heeft en is dus begrepen in de ontvangsten onder de rubriek 1.11 «Uitvoer en invoer». Zij omvatten bovendien sommige aan ingezetenen betaalde vracht en verzekeringskosten voor invoer van goederen in de B.L.E.U. die men normaal in mindering had moeten brengen van de uitgaven ingeschreven onder de rubriek 1.11 «Uitvoer en invoer». Rubriek 1.5 «Reisverkeer». De stijging van de toeristische ontvangsten blijft geregeld beneden die van de uitgaven; het negatieve saldo van het reisverkeer nam in twee jaar tijd met ongeveer één miljard toe. Tabel. IV geeft de statistiek van de overnachtingen van vreemdelingen in België. Tabel 1V. P.ron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. Periode Aantal overnachtingen van vreemdelingen in België (Duizendtallen) verenigd Kon Frankrijk Nederland Land van gewoon verblijf West Duitsland Zwitserland Verenigde Staten Diversen 1 Totaal l Excl. het Groothertogdom Luxemburg. Rubriek 1.6 «Opbrengsten uit investeringen». De onder deze rubriek geboekte ontvangsten namen in 1965 en 1966 in zeer aanzienlijke mate toe. De uitgaven kenden een geringere stijging. Beide worden zonder twijfel beïnvloed door de toenemende bedrijvigheid van de Belgische en LuxembUrgse banken op de internationale financiële markten, maar de stijging der uitgaven werd vermoedelijk geremd, omdat sommige belangrijke vestigingen van buitenlandse bedrijven in de B.L.E.U. winsten heb ben geïnvesteerd die vroeger naar het buitenland werden overgedragen. Rubriek 1.7 «Overheidstransacties niet elders vermeld». Deze rubriek omvat, in ontvangsten, grotendeels de lopende uitgaven van Europese instellingen waarvan de zetel thans in de B.L.E.U. gevestigd is. Deze uitgaven stegen van fr. 3,8 miljard in 1965 tot fr. 4.1 miljard in 1966.

8 564 Tabel V. Rubriek 1.8 «Overige» van de dienstentransacties (Miljarden franken) Periode Grensarbeiders Ontvangsten Uitgaven Sa ldo Boyalties voor films, voor patenten a iteursreehten Ontvangsten Uitgaven Saldo Makelaarsen commissielonen Ontvang sten U itgaven op ins Verzekeringspremies en uitkeringen 1 Ontvangsten U itgaven Saldo Diverse diensten Ontvangsten Uitgaven OMES Ontva ngsten Totaal U itgaven op IaS 1961 Jaar.. 4,1 0,8 +3,3 1,4 2,2 0,8 4,6 3,7 +0,9 1,6 1,9 4,7 2,7 +2,0 16,4 11,3 +5, Jaar.. 4,4 0,7 +3,7 2,3 2,6 0,3 5,7 4,6 +1,1 1,5 1,8 5,2 4,2 +1,0 19,1 13,9 +5, Jaar.. 4,9 0,9 +4,0 2,3 3,1 0,8 6,6 5,4 +1,2 1,8 1,9 3,9 4,1 0,2 19,5 15,4 +4, jaar.. 5,0 1,0 +4,0 2,7 3,5 0,8 7,5 6,2 +1,3 2,0 2,1 5,3 5,5 0,2 22,5 18,3 +4, halfj. 2,5 0,5 +2,0 1,5 2,1 0,6 4,3 4,0 +0,3 1,3 1,3 2,9 2,3 +0,6 12,5 10,2 +2,8 20 halfj. 2,7 0,6 +2,1 1,6 2,4 0,8 4,5 4,0 +0,5 1,2 1,2 3,0 2,3 +0,7 13,0 10,5 +2,5 Jaar.. 5,2 1,1 +4,1 3,1 4,5 1,4 8,8 8,0 +0,8 2,5 2,5 0 0 I I 11 C I I 5,9 4,6 +1,3 25,5 20,7 +4, halfj. 2,6 0,7 +1,9 1,7 2,4 0,7 4,9 4,4 +0,5 1,1 1,3 2,9 2,5 +0,4 13,2 11,3 +1,9 20 halfj. 2,8 0,7 +2,1 1,8 3,0 1,2 5,2 4,7 +0,5 1,3 1,5 3,1 2,3 +0,814,21.2,2 +2,0 Jaar.. 5,4 1,4 +4,0 3,5 5,4 1,9 10,1 9,1 +1,0 2,4 2,8 0,4 6,0 4,8 +1,2 27,4 23,5 +3,9 1 Excl. de premies en uit teringen in verband met levens, krediet en kap:tallsatieverzekeringen en, van 1962 af, excl. die welke betrek king hebben op de verzekeringen van het goederenvervoer. Rubriek 1.8 «Overige dienstentransacties». Tabel V geeft een indeling van deze rubriek. Rubrieken 2.1 en 2.2 «Overdrachten» : Tabel VI. Rubriek 2.1 «Particuliere overdrachten». De ontvangsten bestaan voornamelijk uit de bezoldigingen waarover de in Kongo werkende Belgen in België beschikken. Hoewel het grootste deel van die bezoldigingen in België werd ontvangen en hierbij geen enkele finan ciële transactie met Kongo plaatshad, komen zij toch onder deze rubriek voor, gelet op de buitenlandse' verblijfplaats van de bezoldigde personen. Bovendien omvatten de ontvangsten vergoedingen uitgekeerd aan oorlogsslachtoffers in België en Luxemburg, tot een bedrag van fr. 1,4 miljard in 1961, fr. 0,3 miljard in 1962 en fr. 0,2 miljard in 1963, 1964 en Rubriek 2.2 «Overdrachten mrt de Staat». De uitgaven uit hoofde van overdrachten van de Staat omvatten de technische hulp van België aan Kongo, o.m. het door België betaal Tabel VI. Rubrieken 2.1 en 2.2 «Overdrachten» (Miljarden franken) Periode ontvangsten. 2.1 Particulieren 2.2 Staat Totaal Uitgaven Saldo omvangsten Uitgaven Saldo Ontvangsten Uitgaven Saldo 1961 Jaar 5,8 2,8 + 3,0 2,3 2,3 5,8 5,1 + 0, Jaar 5,6 3,0 + 2,6 0,1 1,9 1,8 5,7 4,9 + 0, Jaar 6,0 3,5 + 2,5 0,1 3,2 3,1 6,1 6,7 0, Jaar 6,6 3,6 + 3,0 0,1: 2,5 2;4 6,7 6,1 + 0, halfjaar 3,3 2,0 + 1,3 0,1 1,4 1,3 3,4 3,4 2 halfjaar 3,7 2,5 + 1,2 0,1 1,2 1,1 3,8 3,7 + 0,1 Jaar 7,0 4,5 + 2,5 0,2 2,6 2,4 7,2 7,1 + 0, le. halfjaar 3,3 2,6 + 0,7 0,1 1,2 1,1 3,4 3,8 0,4 2 halfjaar 3,8 2,9 + 0,9 0,2 1;6 1,4 4,0 4,5 0,5 Jaar 7,1 5,5 + 1,6 0,3 2,8 2,5 7,4 8,3 0,9

9 565 de deel van de wedden van de Belgische technici die hun medewerking verlenen aan de Kongolese administratie, de bijdrage van de Staat gestort aan verschillende internationale instellingen en de verschillende tranches van de bijdragen die België betaalt aan het Europese Ontwikkelingsfonds van de Europese Economische Gemeenschap. Geen enkele bijdrage werd aan dit Fonds gestort in 1964, 1965 en Rubrieken 3.1 en 3.2 «Kapitaalverkeer van de overheid» : Tabel VII. Rubriek 3.1 «Staat». De nettokapitaaluitvoer van de Staat bedroeg in 1966 fr. 2,5 miljard; hij vloeit voort uit een stijging met fr. 0,3 miljard van de nettovorderingen op het buitenland, een vermindering inch fr. 3,8 miljard van de netto Tabel VIL Rubrieken 3.1 en 3.2 «Kapitaalverkeer van de overheid» (Miljarden franken) Ontvangste n U itgaven O pla S Ontvang ste n Uitgaven P1,,S Ontvangste n Uitgaven P1,, S Ontvangsten Uitgaven O pros Ontvangsten U itgav en pres Ontvangs ten opleg rtans2;!fi 3.1 Staat : Verplichtingen aan het buitenland :. Op meer dan één jaar : Emissies 7,3 + 7,31,5 +1,54,5 +4,53,9 +3,90,1 +0,13,3 +3,3 Terugbetalingen 1,6 1,6 2,9 2,9 2,6 2,6...3,3 3,3 4,4 4,4.7,1 7,1 Op korte termijn 1,812,6 10,85,45,5 0,13,02,1 +0,91,61,7 0,11,32,3 1,01,70,1 +1,6 Vorderingen op het buitenland : Leningen op lange termijn aan andere Staten en internationale instellingen 0,2 0,3 0,1 0,7 0,7. 0,4 0,4 0,1 0,1 0,2 0,20,10,1 Participaties Vorderingen op korte termijn 0,1 0, Andere overheid Verplichtingen aan het buitenland Op meer dan één jaar Emissies.... 0,3 +0,3 0,7 +0,70,5 +0,5. Terugbetalingen Op korte termijn Vorderingen op het buitenland : Op meer dan één jaar. :.. Op korte termijn 0,1 + 0,10,1 +0,10,1 +0,10,1 +0,1 verplichtingen op meer dan één jaar en een vermeerdering met fr. 1,6 miljard van de nettoverplichtingen op korte termijn: Het kapitaalverkeer van de Staat omvat uit hoofde van de vorderingen op het buitenland een terugbetaling van fr. 0,1 miljard door de Duitse Bondsrepubliek op de Duitse buitenlandse schuld vastgelegd door de Overeenkomsten van Den Haag in 1930 (PlanYoung), een lening van fr. 0,1 miljard aan Turkije en een inschrijving van fr. 0,3 miljard van de Belgische Staat en van de Luxemburgse Staat op het kapitaal van de Internationale Ontwikkelingsassociatie. De emissies van de Staat op meer dan één jaar bereikten in 1966 fr. 3,3 miljard, waarvan fr. 2,2 miljard als hernieuwing van in 1966 vervallen dollarleningen. De contractuele aflossingen _van buitenlandse. leningen bedroegen fr. 1,8 miljard en de andere, fr. 5,3 miljard. Tabel VIII geeft de indeling, per geldsoort, van de door de Staat toegestane leningen, genomen participaties en opgenomen leningen op meer dan één jaar. Er zij aan herinnerd dat men de verplichtingen van de Staat aan het buitenland niet moet verwarren met de openbare schuld

10 566 Tabel VIII. Indeling, per geldsoort, van de door de Staat toegestane leningen, genomen participaties en opgenomen leningen op meer dan één jaar (miljarden lal nken) Binnenkomend kapitaal : + Uitgaand kapitaal : Toegestane leningen Opgenomen leningen Toegestane leningen Opgenomen leningen Toegestane leningen Opgenomen leningen Toegestane leningen Opgenomen leningen Toegestane leningen Participaties Opganomen leningen Toegestane leningen Participaties Opgenomen leningen Opnemingen : Deutsche Mark Belgische franken 0, , , , , , 4... Nederlandse guldens , U.S.dollars + 2,7 + 1,5 + 4,4 1 2,0 0,1... I 2, 8 Zwitserse franken I 0, Totaal _0,3 +7,3 _0,7 +1,5 _0,4 +4,5 _0,1 +3,0 _0,5+0,10, 4 + 3, 3 Terugbetalingen : Deutsche Mark 0, 6 I 0, 1 1,9 Belgische franken , Nederlandse guldens. 0,1 0,1 0,3 0,3 0,3 0,4 U.S.dollars 1,3 2,5 1,9 2,1 3,1 4, 5 Ponden sterling Zwitserse franken... 0, , , , 2 0, 2 Canadese dollars Totaal + 0,2 1,6 2,9 2,6 3,3 4,4 I 0,1 7,1 Saldo : Deutsche Mark + 0,2 + 2,5 0,1 I 1,9 0,5 1 0,1 1,9 Belgische franken 0, , 7 0,1 0, , , , 4... Nederlandse guldens. + 2,0 0,1 0,3 0,3 0,3 0,4 U.S.dollars + 1,4 1,0. + 2,5 0,1 0,1 3,1 1,7 Ponden sterling Zwitserse franken 0,1... 0,8 0,2... 0,2 Canadese dollars Lires , 5 Totaal 0,1 + 5,7 0,7 1,4 0,4 I 1,9 0,1 I 0,6 0,5 4,3 0,3 3,8

11 567 Tabel IX. Evolutie van de openbare schuld in buitenlandse valuta's en evolutie van de verplichtingen van de Staat aan het buitenland (Miljarden franken) Schuld op meer dan één jaar : Openbare schuld in buitenlandse valuta's 1 + 5,7 1,5 + 2,4 E 0,3 2,9 0,9 Min : Openbare schuld in buitenlandse valuta 's ondergebracht bij de Belgische banken () () ( +0,5) ( 0,3) ( +1,4) (+2,9) Openbare schuld in buitenlandse valuta 's die in de betalingsbalans opgenomen is + 5,7 1,5 + ], 9 I 0,6 4,3 3,8 Openbare schuld in Belgische franken waarvan men weet dat ze in het buitenland ondergebracht is... 0, Diversen , Verplichtingen van de Staat aan het buitenland + 5, 7 1,4 + 1,9 + 0,6 4,3 3,8 Schuld op ten hoogste één jaar : Openbare schuld in buitenlandse valuta's 1 3,8 9,1 + 5,8 + 1,0 2,6 + 4,8 Min : Openbare schuld in buitenlandse valuta 's ondergebracht bij de Belgische banken (+7,8) ( 8,6) ( +4,4) ( +2,1) ( 0,8) (+4,8) Openbare schuld in buitenlandse valuta's die in de betalingsbalans opgenomen is 11,6 0,5 + 1,4 1,1 1,8... Openbare schuld in Belgische franken waarvan men weet dat ze in het buitenland ondergebracht is 1 1,2 + 0,5 0,5 + 1, il + 1,0 + 1,6 Diversen 0,4 0,1... 0,1 0,2... Verplichtingen van de Staat aan het buitenland 10,8 0,1 + 0,9 0,1 1,0 + 1,6 1 Incl. de gewaarborgde Kongolese schuld.

12 568 in buitenlandse valuta's. Eendeels omvatten de verplichtingen van de Staat aan het buitenland de openbare schuld in Belgische franken waarvan men weet dat ze in het buitenland ondergebracht is. Anderdeels vertegenwoordigt de overheidsschuld in buitenlandse valuta's niet voor het volle * bedrag een verplichting van de Staat aan het buitenland, want een gedeelte van die schuld is ondergebracht bij de banken in België. Tabel IN geeft de bedragen die men moet aftrekken van of voegen bij de mutatie van de openbare schuld in buitenlandse valuta's om de beweging te verkrijgen van de verplichtingen van de Staat aan het buitenland. Rubrieken 4.1 en 4.2 «Kapitaalverkeer van de overheidsbedrijven en van de nietgeldscheppende financiële instellingen van de overheidssector» : Tabel X. Rubriek 4.1 «Overheidsbedrijven». De nettoontvangsten van fr. 0,7 miljard in 1966 in deze rubriek vertegenwoordigen hoofdzakelijk kredieten door de Verenigde Staten aan de Sabena verstrekt voor de aankoop van vliegtuigen. Rubriek 4.2 «Nietgeldseheppende financiële instellingen van de overheidssector». De emissies op meer dan één jaar van deze instellingen bereikten in 1066 fr. 1.1 miljard : dit bedrag omvat voor fr. 1 miljard dollarleningen uitgegeven door de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid en een emissie van fr. 0,1 miljard in Zwitserse franken van. de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting. De terugbetalingen van leningen op meer dan één jaar bereikten fr. 0,4 miljard en werden, ten belope van fr. 0,3 miljard, gedaan door het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet op leningen in guldens en in dollars, en, ten belope van fr. 0,1 miljard, door de Nationale Maatschappij voor de Kleine Landeigendom op een lening in Zwitserse franken. Rubriek 4.3 «Kapitaalverkeer van de particuliere sector». Dit kapitaal werd ingedeeld in Belgisch Luxemburgse investeringen en beleggingen in het buitenland rubriek 4.31 en in buitenlandse investeringen en beleggingen in de B.L.E.U. rubriek De transacties waar Tabel X. Rubrieken 4.1 en 4.2 «Kapitaalverkeer van de overheidsbedrijven en van de nietgeldscheppende financiële instellingen van de overheidssector» Ijarden.fra)11,.en) ua;s2tra nquo Uitgaven oplas Ontvangsten, Uitgaven Sa ldo Ontvangsten Uitgaven Sa ldo Ontvangs ten Uitgaven opleg Ontvangsten Uitgaven oplas Ontvangsten Uitgaven ople g 1.1 Overhei(13bcdrijven : Verplichtingen aan het buitenland : Op meer dan één jaar : Emissies 2,3 +2,30,1 +0,10,2 +0,20,4 +0,42,0 +2,00,9 +0,9 Terugbetalingen,. 0,4 0,4 0,2 0,2 0,3 0,3 0,2 0,2 0,3 0,3 0,2 0,2 Op korte termijn Vorderingen op het buitenland : Op meer dan één jaar Op korte termijn 1.2 Nietgeldscheppende financiele instellii?gen. Van de overheidssector : Verplichtingen aan het buitenland : Op meer dan één jaar : Emissies 0,5 +0,5 0,6 +0,62,0 +2,00,2 +0,21,1 +1,1 Terugbetalingen. 0,2 0,2 0,6 0,6 0,1 0,1 0,1 0,1 0,4 0,4 Op korte termijn. 0,10,10,1 +0,10,20,1+0,10,50,2 +0,30,60,3 +0,31,20,6 +0,6 Vorderingen op het buitenland : Op meer dan één jaar 0,2 0,2 Op korte termijn

13 569 van de aard niet nader bepaald is, werden gegroepeerd onder de benaming «Niet onderscheiden investeringen en beleggingen» rubriek 4.33; daar de richting en de omvang van deze transacties van de ene periode tot de andere zeer kunnen verschillen en zij, indien men over nader statistisch materiaal zou beschikken, naargelang het geval zouden moeten toegevoegd worden aan de Belgisch Luxemburgse investeringen en beleggingen in het. buitenland, of aan de buitenlandse investeringen en beleggingen in de B.L.E.U., kan de evolutie van deze beide categorieën transacties een enigszins onjuist beeld geven. Bovendien zij onderstreept dat de cijfers van de BelgischLuxemburgse investeringen en beleggingen in het buitenland, evenzeer als die van de buitenlandse investeringen en beleggingen in de B.L.E.U., opgedreven kunnen zijn door gelijktijdige invoer en uitvoertransacties van kapitaal, m.a.w. door buitenlands kapitaal dat in de B.L.E.U. doorgevoerd wordt en, bij het binnenkomen, geregistreerd wordt als investeringen en beleggingen in de B.L.E.U. en, bij het uitgaan, als investeringen en beleggingen in het buitenland. Tenslotte kunnen onder het in de B.L.E.U. ingevoerde kapitaal begrepen zijn de opbrengsten van investeringen in het buitenland of nog het provenu van sommige andere transacties wanneer de oorsprong van de geldmiddelen niet kon worden bepaald. Rubriek «BelgischLuxemburgse investeringen en beleggingen in het buitenland : Effecten» en rubriek «Buitenlandse investeringen en beleggingen in de : Effecten». Van 1061 tot 1964 konden, dank zij gegevens door de voornaamste banken en effectenmakelaars vrijwillig verstrekt, effectentransacties afgezonderd worden van het overige kapitaalverkeer van de particuliere sector. De andere effectentransacties, die men dus niet kon onderscheiden, bleven geregistreerd onder de rubriek «Overig kapitaalverkeer van de particuliere sector». Sedert 1965 konden alle effecten transacties uitgevoerd door bemiddeling van Belgische of Luxemburgse banken of effectenmakelaars gescheiden worden van het overige kapitaalverkeer; daaruit vloeit voort dat de cijfers van de effectentransacties voor 1965 en 1966 betrekking hebben op een groter aantal verrichtingen en dus niet volledig vergelijkbaar zijn met de vorige jaren. Rubriek «BelgischLuxemburgse investeringen en beleggingen in het buitenland : Directe investeringen» en rubriek «Buitenlandse investeringen en beleggingen in de B.L.E.U. : Directe investeringen». Deze rubrieken omvatten de nettooverdrachten van middelen naar aanleiding van de oprichting of de vereffening van vennootschappen, het verwerven of het overdragen van participaties in vennootschappen, evenals de toegestane leningen en voorschotten of de terugbetalingen daarvan. Volgens de beginselen van het Balance of Payments Manual dienen alle investeringen bestemd om een blijvende participatie in een bedrijf te nemen of te vermeerderen, als directe investeringen te worden beschouwd. De directe investering draagt dus dit kenmerk dat de investeerder een zekere controle heeft op het beheer van het bedrijf waarin hij investeerde. Elke oprichting of vereffening van vennootschappen evenals het verwerven of het overdragen van participaties vallen zonder twijfel in deze categorie. Wat de toegestane leningen betreft, beschouwt het geunificeerde betalingsbalansschema aangenomen door het Internationale Monetaire Fonds en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling als directe investeringen de leningen verstrekt aan zgn. «geassocieerde» bedrijven. De statistieken waarover men beschikt, maken evenwel dat onderscheid niet mogelijk en dientengevolge werden alle toegestane leningen als directe investeringen beschouwd. Rubriek 6.1 «Herfinanciering buiten de geldscheppende instellingen van commerciële vorderingen op het buitenland». De bedragen van deze rubriek geven hoofdzakelijk de mutaties weer van het uitstaande bedrag der buiten de geldscheppende instellingen gefinancierde uitvoeraccepten in Belgische franken (zie Deel 2, rubriek 1.11 «Uitvoer en invoer», blz ). Rubriek 6.2 «Mutaties van de goudvoorraad en de nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen». Het bedrag en het beloop van de vorderingen en verplichtingen van de geldscheppende instel

14 570 liegen in de 'BelgischLuxemburgse Economische Unie op en aan het buitenland zijn in tabel XI ingedeeld naar de categorie instellingen. A. 1.1 «Vorderingen van de Nationale Bank van België : Goud». De goudvoorraad van de Nationale Bank verminderde in 1966 met fr. 1,7 miljard. Tot een beloop van fr. 1,1 miljard vloeit deze vermindering voort uit de goudstorting die de Bank, overeenkomstig de wettelijke en conventionele bepalingen, in naam, voor rekening en tot ontheffing van de Saat bij het Internationale Monetaire Fonds heeft gedaan, als gedeeltelijke betaling van de verhoging met 25 pct. van het aandeel van België in deze instelling. A «Vorderingen van de Nationale Bank van België : Aandeel in het». In 1966 is het bedrag van deze rubriek toegenomen ten gevolge van de vermeerdering van het aandeel van België in het Internationale Monetaire Fonds ten belope van het door (le Nationale Bank gestorte goud en van het bedrag waarmee deze laatste de rekening van het Fonds in haar boeken heeft gecrediteerd, d.i. in totaal fr. 1,1 miljard. Het is eveneens toegenomen ten gevolge van de afnemingen door het Fonds van zijn tegoed in Belgische franken. Het heeft deze Belgische franken verkocht aan India, Joegoslavië, Colombia, Rwanda en Burundi, respectievelijk tot een bedrag van fr. 750 miljoen, 375 miljoen, 337 miljoen, 250 miljoen en 150 miljoen. Hoewel zij gepaard gaan met het incasseren van Belgische schatkistcertificaten door het Fonds, komen deze disponeringen in de betalingsbalans van de B.L.E.U. voor als toenemingen van vorderingen van de Nationale Bank en niet als kapitaalverkeer van de Staat, omdat, krachtens de overeenkomsten van 1 augustus en 14 oktober 1959 gesloten tussen de Staat en de Bank, deze laatste, voor rekening en tot ontheffing van de Staat, de verrichtingen niet liet Internationale Monetaire Fonds financiert. Deze boekingswijze strookt met de voorschriften van de derde uitgave van het Balance of Payments Mariaal dat al de transacties van een land met het Fonds beschouwt als behorend tot liet domein der geldscheppende instellingen. A «Vorderingen van de Nationale Bank van België : Leningen aan, het I.M.F.». Deze rubriek geeft liet bedrag aan van de leningen verstrekt aan het Internationale Monetaire Fonds krachtens de instemming van de Belgische Regering bekrachtigd bij de wet van 4 januari 1963 met de beslissing van 5 januari 1962 van de Raad van beheer van het Fonds met betrekking tot de Algemene Leningsovereenkomsten. A «Vorderingen van de Nationale Bank van België : Overige vorderingen in buitenlandse valuta's». Behoudens een marge van enkele honderden miljoenen die de Bank aanhoudt om de noteringen op de valutamarkt te kunnen regulariseren, staan op de balans van de Bank, tegenover de vorderingen in buitenlandse valuta's van de rubriek A. 1.61, verplichtingen om op termijn deviezen tegen Belgische franken te leveren hetzij aan de Schatkist om de komende vervaldagen van de schuld in buitenlandse valuta's te dekken, hetzij aan de 'Belgische banken die aan de Bank contant deviezen hebben verkocht om in te schrijven op schatkistcertificaten in Belgische franken, hetzij aan buitenlandse centrale banken. A «Vorderingen van de Nationale Bank van België : Overige vorderingen in Belgische franken». Deze vorderingen bestaan uit certificaten van de Amerikaanse Schatkist in Belgische franken. Het bedrag ervan onderging in 1966 geen wijziging. A. 3.2 «Voorschotten, disconto en, acceptkredieten, van de Belgische en LUX CM burgse banken.», A «Overige V Order 1:11 ijen van de Belgische en Luxemburgse banken : Vorderingen in buitenlandse valuta's», B. 3.1 «Verplichtingen, van de Belgische en Luxemburgse banken in buitenlandse valuta's», en «Verplichtingen van de Belgische en. Luxemburgse banken in Belgische franken». De vorderingen en verplichtingen in buitenlandse valuta's zijn in 1966 sterk toegenomen; de expansie is niettemin voor de eerste minder

15 571 Tabel XI. Vorderingen en verplichtingen van de geldscheppende instellingen in de BelgischLuxemburgse Economische Unie op en aan het buitenland (Miljarden franken) Uitstaande bedragen Bewegingen in 1961 in 1962 in in 1961 in 1965 in 1966 A. Vorderingen van : 1. Nationale Bank van België : 1.1 Goud :1..2 I.M.F. : 58,5 72,5 77,9 76,2 + 3,9 +5,9 + 0,3 + 3,9 + 5,4 1,7 62,4 68,3 68, Aandeel 4,4 8,0 6,7 7, Leningen 1 8,7 12,2 15,2 + 3,6 1,3 + 0,4 + 1,6 + 3,5 + 3,( 1.3 Obligaties 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0, en accept 1.4 Voorschotten, discontokredieten 2,4 2,4 3,8 4,1 4,3 6,7 7, ,4 + 0,3 + 0,2 + 2,4 + 0,9 1.5 Vorderingen op de E.B.U. 2 3,5 0,4 0,3 0,1 0,1 3,1 0,1 0,2.. 0,1 1.6 Overige : 1.61 In buitenlandse valuta's 3 12,6 20,4 12,8 21,5 27,0 21,9 21,4 + 7, 8 7,6 + 8, 7 + 5, 5 5, 1 0, In Belgische franken 3 0,1 1,5 1,5 1,5 1,5 + 0,1 0,1 + 1,5 1.7 Totaal 81,5 93,8 92,0103,0115,7123,7 125,4 +12,3 1,8 +11,0 +12,7 + 8,0 + 1,7 2. Belgische overheidsinstellingen : voorschotten, disconto en acceptkredieten. 0, 4 0, 5 0,2 0, 2 0, 1 0, 1 0, 1 + 0,1 0,3... 0; Belgische en Luxemburgse banken : 3.1 Obligaties 3.2 Voorschotten, disconto en accept. 0,9 1,5 1,1 0,6 0,6 1,4 1,9 + 0,6 0,4 + 0,2'. + 0,8 + 0,5 kredieten 3,3 4,3 6,4 9,9 12,7 17,8 20,1+ 1,0 +2,1 + 1, ,8 + 5,1 + 2,3 3.3 Overige : 3.31 In buitenlandse valuta's 13,0 14,1 19,4 20,9 29,5 34,8 51,5 A 1,1 +5,3 + 1,5 + 8,6 + 5,3 +16, In Belgische franken 0,9 1,0 1,7 1,7 2,3 2,5 2,5 + 0,1 +0,7 + 0,6 + 0,2 3.4 Totaal 18,1 20,9 28,6 33,1 45,1 56,5 76,0 + 2,8 +7,7 + 3, ,0 +11,4 +19,5 Totaal der vorderingen can de geldschep pende instellingen 100,0 115,2 120,8 136,3 160,9 180,3 201,5 +15,2 +5,6 +14, ,6 +19,4 +21,2 B. Verplichtingen van : 1. Nationale Bank van België :.1.1 Aan het I.M.F. 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0, :L.2 Aan andere officiële instellingen 4 0, 8 0, 9 0,8 0, 6 0,7 0, 7 0,7 + 0, 1 0,1 0, 2 + 0, 1 :L.3 Overige : 1.31 In buitenlandse valuta's In Belgische franken Totaal 1,0 1,1 1,0 0,8 0,9 0,9 0,9 + 0,1 0,1 0,2 + 0, Belgische overheidsinstellingen : 2.1 Aan officiële instellingen Overige 1,5 2,0 1,9 3,1 2,8 2,3 1,2 + 0,5 0,1 + 1,2 0,3 0,5 1,1 2.3 Totaal 1,5 2,0 1,9 3,11. 2,8 2,3 1,2 + 0,5 0,1 + 1,2 0,3 0,5 1,1. 3. Belgische en Luxemburgse banken : 3.1 In buitenlandse valuta's 9,5 22,6 23,1 34,6 47,4 58,6 82,3 +13,1 +0,5 +11,5 +12,8 +11,2 +23,7 3.2 In Belgische franken 10,8 11,7 13,0 14,6 16,0 17,4 20,9 + 0,9 +1,3 + 1,6 + 1,4 + 1,4 + 3,5 3.3 Totaal 20,3 34,3 36,1 49,2 63,4 76,0103,2 +14,0 +1,8 +13,]. +14,2 +12,6 +27,2 Totaal der verplichtingen van de geldscheppende instellingen. 22,8 37,4 39,0 53,1 67,1 79,2 105,3 +14,6 +1,6 +14,1 A:14,0 +12,1 +26,1 C. Goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen van de B.L.E.U. (A B) 77,2 77,8 81,8 83,2 93,8101,1 96,2 + 0,6 +4,0 0, ,6 + 7,3 4,9 1 Speciale bons van de Belgische Schatkist (Wet van 4 januari 'ereenkomst van 1 februari 1063). 2 Bilateraal gemaakte vorderingen op de debiteurlanden, bij de vereffenn g van de E.B.U. 3 Voor de aan 30 juni 1968 voorafgaande periode hebben de bedragen van rubriek 1.61 a In buitenlandse valuta's n alleen betrekking op de inwisselbare buitenlandse valuta's, terwijl die van rubriek 1.62 a In Belgische franken n niet alleen slaan op de Belgische franken maar ook op de nietinwisselbare buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen. 4 Exclusief de nietgeldscheppende internationale instellingen. 5 De evolutie stemt niet overeen met het verschil tussen de eindejaarsbedragen ter wille van een statistische verbetering die slechts sedert 30 juni 1963 kon aangebracht worden.

16 572 snel geweest dan voor de tweede, aangezien de banken zich in het buitenland valuta's hebben moeten aanschaffen om hun portefeuille Belgisch overheidspapier in deviezen te financieren. De verplichtingen in Belgische franken zijn eveneens toegenomen; tegenover deze vermeerdering staat een verhoging van de voorschotten, disconto en acceptkredieten in Belgische franken verleend aan vreemdelingen. DEEL 3 GEOGRAFISCHE BETALINGSBALANS VAN DE BELGISCHLUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE Bij de geografische verdeling van de betalingsbalans van de B.L.E.U. voor de aan 1965 voorafgaande jaren werden alle landen van hetzelfde monetaire gebied samen genomen. Dit criterium stemde niet overeen met dat van het gennificeerde schema van regionale betalingsbalans aangenomen door het Internationale Monetaire Fonds en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling; daarom werd het voor de regionale balansen van 1965 en 1966 niet meer toegepast. Deze laatste balansen zijn dus ingedeeld per geografisch gebied en niet meer per.monetair gebied. Door het invoeren van dit nieuwe verdelingsschema, werd de continuïteit van de bestaande statistische reeksen met betrekking tot de geografischg betalingsbalans verbroken. De geografische balansen voor 1965 en 1966, die in tabellen XII en XIII zijn opgenomen, vormen derhalve een nieuwe reeks die niet aansluit met de balansen van de jaren 1961 tot De geografische gebieden zijn gekozen op grond van de verdeling uitgewerkt in het gennifinerde I.M.F.0.E.S.0.schema; bovendien werden evenwel sommige landen die voor België van bijzondere betekenis zijn, afgezonderd, met name : Kongo, Rwanda en Burundi. Het criterium gebruikt bij de geografische indeling van de betalingsbalans van de 13.L.E.U. was, over het algemeen, het land van verblijf van de buitenlandse ontvanger of opdrachtgever van de betaling. De verrichtingen in buitenlandse bankbiljetten werden evenwel ingedeeld naar het land van uitgifte van de biljetten. De betalingen zonder enige betrouwbare aanduiding van het land van verblijf van de buitenlandse ontvanger of opdrachtgever, zijn gegroepeerd in kolom XIII «Niet onderscheiden transacties». Er moet op gewezen worden dat, wat het kapitaalverkeer betreft, de indeling naar het gebied, gebaseerd op het land waar de ontvanger of de opdrachtgever van de betaling verblijft, hoe langer hoe meer van haar betekenis verliest naarmate de internationalisatie van de financiële markten voortschrijdt; het land van de opdrachtgever of van de ontvanger is inderdaad niet noodzakelijk het land waarvandaan de kapitalen komen of waarheen ze gaan. Aldus betekent het tekort t.o.v. de Verenigde Staten uit hoofde van de «BelgischLuxemburgse investeringen en beleggingen in het buitenland : Effecten» in 1966 niet noodzakelijk dat dit land een toevoer van geldmiddelen boekte, zelfs niet dat ingezetenen van de B.L.E.U. tot het bedrag van het tekort zouden hebben ingeschreven op Amerikaanse effecten. Het is inderdaad mogelijk dat liet in sterke mate beïnvloed werd door de wijze waarop de middelen die bij de uitgifte van internationale leningen werden aangetrokken, gestort werden. Dit voorbehoud geldt eveneens voor de andere beleggingen en voor de directe investeringen, bijvoorbeeld wegens de financiële banden die tussen de verschillende vestigingen van een buitenlandse firma bestaan of nog omdat de holdings zich hij voorkeur vestigen in sommige landen met een voordelig fiscaal stelsel. De geografische verdeling van het kapitaalverkeer in tabellen XII en XIII moet dus met veel omzichtigheid geïnterpreteerd worden, want zij geeft, in het gunstigste geval, maar een gedeeltelijke aanduiding van de oorsprong of de bestemming van de kapitalen. Was er een kennelijk gebrek aan overeenstemming tussen de aangegeven en de werkelijke oorsprong of bestemming der kapitalen, zoals in het geval van transacties tussen holdings gevestigd in toevluchtslanden, dan werden die kapitalen niet geografisch ingedeeld, maar opgenomen in kolom XIII «Niet onderscheiden transacties».

17 573 Hierna worden bijzonderheden verstrekt over de wijze van indeling van rubriek 6 «Totaal van de ontvangsten en de uitgaven waarvan het saldo overeenstemt met de mutaties van de goudvoorraad en de nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen of met de herfinanciering buiten deze instellingen van commerciële vorderingen op het buitenland». Rubriek 1.13 «Arbitrage». Het cijfer van deze rubriek werd niet gesplitst naar geografisch gebied. De winst die uit een arbitrageverrichting voortvloeit, kan in beginsel beschouwd worden als zijnde verwezenlijkt t.o.v. het land dat de goederen heeft gekocht. Maar deze toewijzing veronderstelt dat men voor elke verkoop de gemaakte winst kan berekenen, m.a.w. dat men van de door het BelgischLuxemburgs Instituut voor de Wissel geregistreerde brutoontvangsten het bedrag van de gekochte goederen alsmede van de andere betalingen aan het buitenland kan aftrekken. Bij gebrek aan soortgelijke inlichtingen werd het totaalbedrag van de nettoontvangsten op arbitrageverrichtingen opgenomen in kolom XIII «Niet onderscheiden transacties». Rubriek 3.1 «Kapitaalverkeer van de Staat». Het was onmogelijk een geografische indeling te maken van de emissies en terugbetalingen van certificaten op korte termijn in buitenlandse valuta's waarop oorspronkelijk door in de B.L.E.U. gevestigde banken werd ingeschreven. De bedragen opgenomen en terugbetaald op leningen op meer dan één jaar werden naar landen ingedeeld in zover men het land van verblijf van de eerste buiten landse intekenaar kende : bovendien geeft tabel VIII een indeling, per geldsoort, van deze verrichtingen alsmede van de leningen en participaties. Rubriek 5 «Multilaterale betalingen, vergissingen en weglatingen». Men verkrijgt de cijfers van deze rubriek door het verschil te maken tussen de mutaties van de goudvoorraad en de nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen en de financiering buiten deze instellingen van commerciële vorderingen op het buitenland (rubriek 6) enerzijds, en het saldo van de goederen en dienstentransacties, van de overdrachten en van het kapitaalverkeer (rubrieken 1 tot 4) anderzijds. Rubriek 6 «Totaal van de ontvangsten en de uitgaven waarvan het saldo overeenstemt met de mutaties van de goudvoorraad en de nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen of met de herfinanciering buiten deze instellingen van commerciële vorderingen op het buitenland». Voor elk geografisch gebied omvat het saldo van deze rubriek niet alleen de vermeerdering ( + ) of de vermindering ( ) van de nettovorderingen in Belgische franken op het genoemde gebied, maar ook de vermeerdering( + ) of de vermindering ( ) van de goudvoorraad van de Nationale Bank voortvloeiend uit de goudtransacties van deze instelling met de landen van het gebied. Het saldo van kolom XII «Europese en internationale instellingen» omvat de verandering van de vorderingen van de Nationale Bank op het Internationale Monetaire Fonds ten gevolge van transacties uiteengezet op blz. 570.

18 Tabel XII. (Miljarden franken) Geografische betalingsbalans van de Belg': I. Verenigde Staten 1L Canada III. Verenigd Eoninkrijk 1V. LidStaten van de E.E.G. V. Spanje. Griekenland, Turkije VI. Andc re Europe& LidState van de O.E. S.I Ontvangsten U itgaven Saldo Ontvangsten U itgaven Saldo On tvangsten U itgaven Saldo Ontvangsten U itgaven Saldo Ontvangsten ' uana2 1!n Saldo Ontvangsten U itgaven S 1. Goederen en dienstentra nsacties : 1.1 Goederentransacties : Uitvoer en invoer l 24,3 22,9 +1,4 2,7 2,8 0,1 15,0 29,8 14,8 151,9 141,9 +10,0 5,2 1,9 +3,321,321, Loonwerk 0,5 0,1 +0,4 0,9 0,2 + 0,7 6,1 1,9 + 4,2 0,8 0, Arbitrage (netto) 1..2 Nietmonetair goud 1.3 Vracht en verzekeringskosten voor goederenvervoer 2 1,2 0,8 +0,4 0,1 0,2 0,1 1,2 2,1 0,9 6,5 5,8 + 0,7 0,2 0,2 0,9 1,3 1.4 Andere vervoerkosten 0,6 0,3 +0,3 0,1 0,1 1,0 0,7 + 0,3 1,9 2,1 0,2 0,1 0,1 0,6 0,4 1.5 Reisverkeer 2,2 1,4 +0,8 0,1 +0,1 1,9 0,4 + 1,5 3,5 7,1 3,60,21,0 0,8 1,3 3,8 1.6 Opbrengsten uit investeringen 2,7 2,1 +0,6 0,3 0,2 +0,1 0,9 1,3 0,4 3,6 4,3 0,7 0,1 0,1 0,9 2,1 1.7 Overheidstransacties niet elders vermeld 0,2 0,9 0,7 0,6 0,1 + 0,5 1,1 4,1 3,0 0,1 +0,1 0,1 0,2 1.8 Overige : 1.81 Grensarbeiders 5,2 1,1+ 4, Overige 2,4 2,8 0,4 0,2 0,1 +0,1 2,0 1,7 + 0,3 10,8 10,1 + 0,7 0,3 0,4 0, ,2 Totaal 1 34,1 31,7 +2,4 3,5 3,4 +0,1 23,6 37,8 14,2 190,6 178,4 +12,2 6,1 3,7 +2,4 28,1 32,8 2. Overdra eken : 2.1. Particulieren 0,9 0,4 +0,5 0,1 0,1 0,3 0,2 + 0;1 0,8 1,9 1,1 0,4 0,4 0,4 0,5 2.2 Staat Totaal. 2 0,9 0,6 +0,3 0,1 0,1 0,3 0,2 + 0,1 1,0 2,0 1,0 0,4 0,4 0,4 0,5 3. Ka pitaalee rkeer aan, de overheid : 3.1 Staat : Verplichtingen : Contractuele aflossingen 1,1 1,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,2 0,2 0, Andere transacties 3.12 Vorderingen 3.2 Andere overheid 3.2:1. Verplichtingen 3.22 Vorderingen.. Totaal. 3 0,1 1,5 1,4 0,1 0,1 0,6 0,6 0,3 1,0 0,7 0,2 0,2 0,1 0,2 4. Kapitaalverkeer van de bedrijven en pa rticulieren : 4.1 Overheidsbedrijven 0,4 +0,4 1,5 + 1,5 0,1 0,1 0,1 0,1 4.2 :Nietgeldscheppende financiële instellingen van de overheidssector 4.3 Particuliere sector (nettocijfers) : 4.31 BelgischLuxerob. investeringen en beleggingen in het buiten! Effecten 0,3 +0,3 0,5 +0,5 0,2 + 0,2 2,6 2,6 0, Directe investeringen 0,1 0,1 0,1 +0,1 0,3 + 0,3 2,2 2,2 0,1 0,1 0, Onroerende goederen 0,9 0,9 0,3 0,3 0, Overige 0,9 +0,9 0,1 0,1 0,7 0,7 0,1 0, Buitenlandse investeringen en beleggingen in de B.L.E.U Effecten 0,2 +0,2 0,4 +0,4 0,2 + 0,2 0,1 + 0,1. 0, Directe investeringen 2,1 +2,1 0,1 + 0,1 2,5 + 2,5 0,2 4,323 Onroerende goederen Overige 4.33 Niet onderscheiden investeringen en beleggingen Totaal 4 3,9 0,1 +3,8 1,0 0,1 +0,9 2,3 + 2,3 2,8 6,7 3,9 0,5 0,5 0,6 0,8 5. Multilaterale betalingen, vergissingen en weglatingen (netto) 7,1 7,1 0,1 0,113,9 +13,9 7,6 7,6 0,5 +0,5 2,2 0. Totaal van de ontvangsten en de uitgaven (1 tot 5) waarvan het saldo overeenstemt met de mutaties van de goudvoorraad en de nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen of met de herfinanciering buiten deze instellingen van commerciële vorderin gen op het buitenland 39,041,02,0 4,6 3,8 A0,840,138,6 + 1,5 194,7 195,7 1,06,64,8 A1,8 31,434,3 N oor een deel van de uitvoer en van de invoer zijn het e..f.cijfers, (1.1%.z. inclusief de vnl ei verzekeringskosten voor het goederen ervoer. ' Deze rubriek vermeldt, in ontvangsten en in uitgaven, sleel ts een deel van de vracht en verzekeringskosten voor het goe lerenvervoer. Eet andere deel kan niet geseheli en den van de uitvoer of van de invoer waarop bet betrekking heeft en is ( us begrepen in de ontvangsten en in,le uitgaven van rubriek 1.11 «Uitvoer en invoer s (ef. noo 4

19 Kemburgse Economische Unie in 1965 (Miljarden franken) VII. Japan vin. Australië, NieuwZeeland, Republiek van ZuidAfrika, Finland 1X. Chinees Sowjetrussische zone X. Kongo, Rwanda, Burundi XI. Overige landen XII. Europese en internationale instellingen XIII. Niet onderscheiden transacties Totaal U itgave n Saldo On tvangsten Uitgaven Saldo Ontvangsten U itgaven Saldo Ontvangsten uam32 1!Il Saldo Ontvangsten Uitgaven Saldo Ontvangsten ' Uitgave n Saldo On tvangsten U it gaven Saldo Ontvangsten Uitgaven Saldo 2 1,7 0,5 3,7 6,3 2,6 4,5 4,9 0,4 4,0 8,4 4,4 19,1 14,1 +5,0 0,1 +0,1 0,6 +0,6 253,6256,2 2,6.. 0,1 A0,1 0,2 +0,2 0,3 +0,3 8,9 2,3 A6,6. 3,2 +3,2 3,2 +3,2 " "' ". 0,1 +0,1 0,2 0,1 A0,1 0,7 0,1 +0,6 0,2 1,1 0,9 11,3 11,7 0,4. 0,1 +0,1 0,1 +0,1 0,5. +0,5 0,1 0,2 0,1 5,0 3,9 +1,1. 0,1 +0,1 0,1 0,1 0,1 0,2 0,1 0,1 0,5 0,4 3,6 0,9 +2,7 12,4 11,8 +0,6 0,1 0,1 3,8 0,3 +3,5 6,0 5,7 +0,3 5,2 1,1 +4,1 1 +0,1 0,2 0,2 0,2 0,1 +0,1 1,3 0,2 +1,1 0,7 0,8 0,1 20,3 19,6 +0,7 3 1,7 0,4 4,1 6,5 2,4 5,2 5,2 7,2 8,9 1,7 20,9 16,8 +4,1 4,0 0,8 A3,2 7,4 0,9 A6,5 336,1328,6 A7,5 4,3 0,3 +4,0 0,2 0,5 0,3 7,0 4,5 A2,5. '" 1, 3 0,2 2,6 2,4.. 4,3 1,6 +2,7 0,2 0,5 0,3 1,2 1,2 7,2 7,1 +0,1 0,2 0,2 1,3 0,1 +1,2 0,1 1,9 1,8 1,4 3,4 2,0. 0,5 0,5. """ '" ".." '" "' "' "' 0,2 0,2 1,3 2,0 0,7 0,1 1,9 1,8 1,9 7,7 5,8. 0,1 0,1 2,0 0,3 + 1, 7 0,4 0,2 +0,2 0,3 A0,3 0,8 0,4 +0,4. 0,5 0,5 0,1 +0,1 1,1 3,2 2,1 _ 0,1 0,1 0,2 +0,2 0,6 2,6 2,0 _ 1,0 A1,0 1,9 0,9 A1,0. "' " 1 +0,1 _ 0,2 A0,2 1,9 A1,9 7,1 +7,1 0,1 A0,1 0,2 +0,2 0,1 0,1 0,5 +0,5 0,8 0,1 +0,7 0,8 A0,8 0,8 H0,8 1 H0;1 0,4 0,2 +0,2 0,2 0,2 0,4 0,5 0,1 4,5 0,1 +4,4 16,2 9,2 +7,0 2 +0,2 3,2 +3,2 0,3 +0,3 1,2 1,2 2,9 2,9 5,8 +5,8 7,5 7,5 26,1 26,4 0,3 6 1,7 0,1 7,3 6,5 +0,8 5,5 5,2 A0,3 11,9 12,1 0,2 21,3 20,4 +0,9 11,5 4,5 +7,0 12,0 10,4 +1,6 387,5379,0 +8,5

20 Tabel XIII. ( iljarden f ranken) Geografische betalingsbalans van de Belg!' I. Verenigde Staten II. Canada III. Verenigd Koninkrijk IV. LidStaten van de E.E.G. V. Spanje, Griekenland, Turkije VI. Ander Europese LidStaten van do O..E.r Ontvangsten Uitgaven Saldo Ontvangsten uansfi gin.l. Goederen en diensten tra nsacties : 1.1 Goederentransacties : 1.11Uitvoer en invoer l 25,8 24,7 +1,1 2,5 2,6 0,1 16,1 32,7 16,6 161,5 157,9 + 3,6 5,4 2,2 +3,2 21,6 22, Loonwerk 0,7 0,1 +0,6 1,0 0,1 + 0,9 7,6 2,2 + 5,4 0,1 +0,1 0,9 0, Arbitrage (netto) 1.2 Nietmonetair goud 1.3 Vracht en verzekeringskosten voor goederenvervoer 2 1,6 1,1 +0,5 0,1 0,2 0,1 1,4 2,1 0,7 7,0 6,2 + 0,8 0,1 0,4 0,3 1,1 1,6 :I.4 Andere vervoerkosten 0,5 0,4 +0,1 0,8 0,8 2,0 2,6 0,6 0,1 0,1 0,5 0, Beisverkeer 3,0 1,5 +1,5 0,1 0,1 1,7 0,4 + 1,3 4,0 7,7 3,7 0,2 1,5 1,3 1,6 4, Opbrengsten uit investeringen 2,9 2,6 +0,3 0,3 0,2 +0,1 1,6 1,7 0,1 5,2 5,2 0,10,1 1,2 2,6 1.7 Overheidstransacties niet elders vermeld 0,4 0,9 0,5 0,6 0,1 + 0,5 0,9 4,5 3,6 0,1 0,1 0,1 0, Overige : 1.81 Grensarbeiders 5,4 1,4 + 4, Overige 2,9 3,2 0,3 0,1 0,1 2,0 2,0 11,9 11,8 + 0,1 0,3 0,5 0,2 2,3 3,4 Saldo Ontvangsten Uitgaven Totaal :1 37,8 34,8 +3,0 3,1 3,2 0,1 25,2 40,8 15,6 205,5 199,5 + 6,0 6,3 4,9 +1,4 29,4 35,0 2. Overdrachten : 2.1 Particulieren 2.2 Staat 0,9 0,5 +0,4 0,1 0,1 0,4 0,3 + 0,1 0,6 2,3 1,7 0,1 0,7 0,6 0,4 0,5 Totaal 2 0,9 0,6 +0,3 0,1 0,1 0,4 0,3 + 0,1 0,8 2,5 1,7 0,1 0,7 0,6 0,5 0,5. 3. Kapitaal verkeer van de overheid : 3.1 Staat : 3.11 Verplichtingen : Contractuele aflossingen 0,8 0,8 0,1 0,1 0,1 0,1. 0, Andere transacties 0,4 0,9 0,5 2,2 2, Vorderingen 0,1 + 0,1 0,1.0, Andere overheid 3.21 Verplichtingen Vorderingen Totaal 3 0,4 1,7 1,3 0,1 0,1 2,2 2,2 0,6 2,2 1,6 0,1 0,1 0,2 4. Ka pitaal verkeer van de bedrijven en pa rticulieren :. 4.1 Overheidsbedrijven 0,9 0,1 +0,8 0,1 0,2 4.2 Nietgeldscheppende financiële instellingen van de overheidssector 0,5 +0,5 0,5 + 0,5 0,4 0,4 0,1 0,2 1.3 Particuliere sector (nettocijfers) : 4.31 BelgischLuxemb. investeringen en beleggingen in liet buitenl Effecten 3,4 3,4 0,1 +0,1 0,2 + 0,2 2,4 2,4 0, Directe investeringen 0,5 +0,5 0,2 + 0,2 0,7 0,7 0,2 0,2 0, Onroerende goederen Overige 1.32 Buitenlandse investeringen en beleggingen in de B.L.E.U. : Effecten 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 + 0,1 0, Directe investeringen 3,5 +3,5 0,5 + 0,5 1,5 + 1, Onroerende goederen Overige 0,1 +0, Niet onderscheiden investeringen en beleggingen Totaal 4 7,3 3,5 +3,8 0,1 0,1 1,4 0,1 + 1,3 1,6 6,1 4,5 1,1 1,1 0,3 1,7 5. Multilaterale betalingen, vergissingen en weglatingen (netto) 3,4 3,4 0,4 +0,4 12,9 +12,9 2,2 + 2,2 0,3 +0,3 0, Totaal van de ontvangsten en de uitgaven (1 tot 5) waarvan het saldo overeenstemt met de mutaties van de goudvoorraad en de nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen of met de herfinanciering buiten deze instellingen van commerciële vorderingen op het buitenland 46,4 44,0 +2,4 3,7 3,5 +0,2 42,1 43,4 1,3 210,7 210,3 + 0,4 6,76,8 0,1 30,7 37,4 Saldo Ontvangsten Uitgaven Saldo Ontvang sten Uitgaven Saldo ( Ontvangsten Uitgaven Voor een deel van de uitvoer en van de invoer zijn het c.i.f.cijfers, d.w.z. inclusief de vracht ei verzekeringskosten voor het goederenvervoer. Deze rubriek vermeldt, in ontvangsten en in uitgaven, slechts een deel van de vracht en verzekeringskosten voor het goederenvervoer. Eet andere deel kan niet gescheiden den van de uitvoer of van de invoer waarop het betrekking heeft en is dus begrepen in de ontvangsten en in de uitgaven van rubriek 1.11 «Uitvoer en invoer (of. nool

21 xemburgse Economische Unie in 1966 (Miljarden franken) VII. Japan VIII. Australië, NieuwZeeland, Repubhe : van ZuidAfrika, Finland IX. Chinees Sovjetrussische zone X. Kongo, Rwanda, Burundi XI. Overige landen XII. Europese en internationale instellingen XIII. Niet onderscheiden transacties Totaal Uitgaven Saldo Ontvangsten Uitgaven Saldo Ontvang sten Uitgaven Saldo Ontvangsten Uitgaven Saldo Ontvang sten Uitgaven Saldo Ontvang sten Uitgaven Saldo Ontvang sten.2 4!a Saldo Ontvangsten Uitgaven Saldo 7 2,0 0,3 3,3 6,8 3,5 4,7 5,4 0,7 4,2 10,9 6,7 19,6 15,5 + 4,1 266,4283,0 16,6... 0,1 + 0,1 0,1 + 0,1 0,2 + 0,2 10,7 2,6 + 8,1 5,3.._ + 5,3 5,3 + 5,3.. 0,1 0,1 0,1 1,6 1,5... 0,1 + 0,1 0,2 0,1 + 0,1 0,8 0,2+ 0,6 0,2 1,0 0,8 12,6 12,9 0,3. 0,1 + 0,1 0,2 0,1+ 0,1 0,5 + 0,5 0,2 0,2 4,8 4,4 + 0,4. 0,1 0,1 0,5 + 0,5 0,4 0,4 11,5 16,0 4,5. 0,1 + 0,1 0,1 0,4 0,3 0,3 0,4 0,1 0,2 0,6 0,4 3,0 0,3 + 2,7 15,0 14,1+ 0,9.. 0,1 0,1 4,1 0,3 + 3,8 6,3 6,1+ 0,2. 5,4 1,4 + 4, ,1 0,2 0,1+ 0,1 0,3 0,1+ 0,2 1,2 0,2+ 1,0 0,7 0,7 22,0 22,1 0,1 8 2,0 0,2 3,8 6,9 3,1 5,5 5,8 0,3 7,4 11,8 4,4 21,7 18,3 + 3,4 4,3 0,9+ 3,4 8,3 0,3 + 8,0360,1364,2 4,1. 4,5 0,4 + 4,1 0,1 0,5 0,4 0,1 0,1 0,1 0,1 7,1 5,5+ 1,6. 1,4 1,4 1,1 1,1 0,3 2,8 2,5. 4,5 1,8 + 2,7 0,1 0,5 0,4 1,2 1,2 0,1 0,1 7,4 8,3 0,9 0,6 0,6 1,8 1,8. 0,1 0,1 1,7 + 1,7 0,2 0,1 + 0,1 5,0 5,4 0,4 0,3 0,3 0,1 0,4 0,3. "' "' "' "' ''' "' *** "" "' '" *** ''' "' "' '" "' "' "' "' "' "' "' '". 0,1 0,1 1,7 0,9+ 0,8 0,2 0,1+ 0,1 5,1 7,6 = 2,5 ' "' "' "' "'.*. "' 1,0 0,3 + 0,7. 0,9 0,3 + 0,6 0,3 0,1+ 0,2 2,3 1,0+ 1,3 0, 5 0,5 0,3 6,8 6,5 0,1 0,1 0,2 0,2 0,2 + 0,2 0,9 1,3 0,4 1,7 1,7. 0,1 0,4 0,3. 1,5 + 1,5 7,0 + 7,0 0,1 0,1 0,5 + 0,5 0,8 0,1+ 0,7 0,6 + 0,6 0,6 + 0,6. 0,1 0,1 0,1 + 0,1 0,9 0,3 + 0,6 0,3 0,3 0,3 0,7 0,4 2,8 0,3+ 2,5 14,8 14,3 + 0,5 3 p 0,3 3,1 + 3,1 0,1 0,1 0,2 0,2 4,4 4,4 0,3 + 0,3 10,9 10,9 20,0 19,0 + 1,0 1 2,1 7,0 6,9 + 0,1 5,5 5,9 0,412,8 14,2 1,4 21,8 23,5 1,7 6,6 3,7 4 2,911,311,7 0,4407,4413,4 6,0

22 DEEL 4 VOORSTELLING VAN DE GEGEVENS VOLGENS HET GEUNIFICEERDE 0.E.S.0.I.M.F.SCHEMA (Miljarden franken) Verwijzing naar Credit Debet Credit Debet Credit Debet Credit 1 Debet Credit Debet Credit Debet vorige tabellen A. Goederen en diensten (1 tot 8) 1. Goederen : 1.1 Uitvoer en invoer 1.2 Overige goederentransacties (saldo) 2. Nietmonetair goud (netto) 3. Vervoer en verzekeringskosten op internationaal goederenverkeer 3.1 Vervoer 3.2 Verzekering 4. Overig vervoer : 4.1 Reizigers 4.2 Diversen 5. Toerisme en reizen 6. Opbrengsten uit investeringen : 6.1 Opbrengsten van directe particuliere investeringen 6.2 Overige opbrengsten van particuliere investeringen 6.3 Overige opbrengsten van overheidsinvesteringen 7. Niet elders vermelde overheidstransacties : 7.1 Militaire 7.2 Overige 8. Overige diensten : 8.1 Andere verzekeringen dan op goederen 8.2 Inkomens uit arbeid 8.3 Diverse diensten 172,7 5,0 8, 9 6, 8 8, 7 4, 2 1, 6 4, 1 10,7 178, 8 0, 9 9, 3 8, 9 7, 4 4, 3 1, 9 0, 8 8, 6 181, 1 6, 9 8, 4 2, 9 6, 8 8, 9 5, 0 1, 5 4, 4 13,2 187, 5 0, 5 7, 7 3, 1 9, 0 8, 8 5, 2 1, 8 0, 7 11,4 200, 7 5, 7 8, 6 3, 8 7, 9 8, 6 5, 5 1, 8 4, 9 12,8 209, 7 0, 7 8, 9 3, 0 11,1 9, 6 6, 5 1, 9 0, 9 12,6 230, 5 10,6 9, 7 4, 7 8, 7 10,2 5, 6 2, 0 5, 0 15,5 239,2 0, 8 10,1 3, 7 12,1 11,1 7,9 2, 1 1, 0 15,2 253,6 9, 8 11,3 5, 0 10,0 12,4 6, 0 2, 5 5, 2 17,8 256,2 2, 0 11,7 3, 9 14,1 11,8. 5, 7 2,5 1, 1 17,1 266, 4 13,4 12,6 4, 8 11,5 15,0 6, 3 2, 4 5, 4 19,6 283,0 1, 5 12,9 4, 4 16,0 14,1 6, 1 2,8 1, 4 19,3 II 1.11 II 1.12 en 1.13 I1.2 III 1.3 III 1.4 III 1.5 III 1.6 III 1.7 V V V B. Overdrachten, (9 en 10) 9. Particuliere sector : 9.1 Transfers van emigranten 9.2 Overige particuliere overdrachten 10. Staat 5, ,8 2,3 5, 6 0, 1 3,0 1, 9 6, 0 0, 1 3, 5 3, 2 6, 6 0, 1 3, 6 2,5 7, 0 0, 2 4, 5 2,6 7, 1 0,3 5,5 2,8 VI 2.1 VI 2.2 Tegoeden 41. po.to De be t Verplich '1 11" ,90( 1 Niet calelltflden 4 0, 1 00 Tegoeden V2),2 3!P"O Debet Credit 's lociaa Niet onder den Debet Tegoeden Credit Debet Vgigi2 :1!1220 Debet Niet onderden Cred it Credit qe cien V22 ''' Cre d it Debe t Niet :X. Tegoeden den Credit Credit Debet vziet 1 11)02 D Debet Niet onder den 1!1',It) Tegoeden :Ci I 52 \Z ie?" Cred it Debet Niet :X den 1!1 "D Verwijzing naar vorige tabellen C. Kapitalen en monetair goud (11 tot 16) 11. Particulier kapitaal op lange termijn (incl. de gezamenlijke directe invest.) : 11.1 Directe investeringen Overige gewone aandelen 11.3 Overige effecten 4,7 1,5 3,6 0,8 5,5 0,8... 1, 3 0, , 0 2,1 7,1 0,5... 0,4 6,5 '7,0 0,3 I en I en 4.321

23 12,1 Handelskredieten 1,1 0, 2 0,1 0,1 1,2 1, Overige tegoeden en verplichtingen. 0,1 0,1 0,2 0,1 0,6 0,2 0,6 0,3 1,3 0,7 I Plaatselijke overheid : 13.1 Tegoeden en verplichtingen op lange termijn 0,3 0,7 0,5 0,2 VII 13.2 Tegoeden en verplichtingen op korte termijn 0,1 0, 1 0, 1 0,1 0,3 0, 3 VII 14. Staat : 14.1 Uitgiften en terugbetalingen op lange termijn in het buitenland 14.2 Overige effecten op lange termijn 7, 3 1, 6 1,5 2,9 4, 5 2,6 3,93,3 0,1 4,4 3,3 7,1 VII 14.3 Leningen op lange termijn onder Staten 0,2 0,3 0, Overige leningen op lange termijn. 0,4 0,1 0,2 0,1 0,1 VII 14.5 Overige tegoeden en verplichtingen op lange termijn 14.6 Tegoeden en verplichtingen op korte 0,3 0, 3 VII termijn 0,1 1,812,6 5,4 5,5 3,0 2,1 1, 6 1, 7 1,3 2,3 1, 7 0, 1 VII 15. Centrale geldscheppende instellingen : 15.1 Positie hij het 3,6 1,3 0,4 3, 1 5,4 3,0 XI A 1.2 en B Goud 3, 9 5, 9 0,3 3,9 5,4 1, 7 XI A Overige vrij aan te wenden tegoeden 7,9 7,7 10, Overige reserves 5,5 5,1 0,5 XI A Verplichtingen tegenover officiële instellingen 15.6 Overige leningen op lange termijn. 0,1 0,1 0,2 0,1 XI B Overige leningen op korte termijn. 1, Overige tegoeden op en verplichtingen 0, 3 0, 2 2,4 0,9 XI A 1.4 aan het buitenland 3, 1 0,1 0,2 0,1 XI A 1.3 en Overige geldscheppende instellingen : B Goud 16.2 Overige vrij aan te wenden tegoeden 1,2 6,0 1, 5. 9, 2 5, 5 16, Verplichtingen tegenover officiële instellingen 16.4 Overige leningen op lange termijn Overige leningen op korte termijn Overige tegoeden op en verplichtingen aan het buitenland 0,6 14,5 0,4 1,8 0,1 0,2 14,3 14,2 0,3 0,8 12,6 0,5 0,5 27,2 1, 1 XI A 3.1 B 2 en B3 XI A 3.3 1, 1 0,3 2,1 1, 3 0,1 2,8 5,1 2,3 XI A 2 en A 3.2 Credit Debet Credit Debet Credit Debet Credit Debet Credit Debet Credit I Debet D. Samenvatting (17 tot 24) 17. Goederen en diensten (1 tot 8) 222,7 220,9 239,1 235,7 260,3 264,9 302,5 303, 2 333, 6 326,1 357, 4 361, Overdrachten (9 en 10) 5,8 5,1 5,7 4,9 6,1 6,7 6,7 6,1 7,2 7,1 7, 4 8, Vorderingen op het buitenland en monetair goud (11 tot 16, op het actief) 19,3 11,0 23,9 31,6 25,5 29,6 20. Verplichtingen tegenover het buitenland (11 tot 16, op het passief) 16,6 6,2 27,2 30,2 17,4 33,0 20bis. Niet onderscheiden transacties 0, 4 0,8 1,3 1,0 0,8 0,6 21. Verbeteringen aan de regionale indeling. 22. Multilaterale betalingen 23. Saldo van de gezamenlijke geboekte transacties (17 tot 22) 0,6 1,4 0,6 0,5 0, 3 1, Nettovergissingen en weglatingen 0,6 1,4 0,6 0, 5 0,3 1,0 1 Van 1961 tot 1964 konden de directe investeringen niet geisoleerd worden; zij zijn b grepen in de rubriek 11.5 «Overige tegoeden en verplichtingen z.

24 LITERATUUR IN VERBAND MET DE ECONOMISCHE EN FINANCIELE PROBLEMEN VAN BELGIE Onderstaande literatuuropgave sluit aan bij diegene die wij gepubliceerd hebben in het aprilnummer 1967 van het Tijdschrift. Er weze opgemerkt dat in deze literatuuropgave noch de verslagen van de verschillende instellingen, noch de statistische bronnen zijn overgenomen. 1. GELD EN KREDIETWEZEN LENF'ANT M., Le financement des exportations de biens d'équipement. (Etudes Economiques, Bergen, nr , december 1966, blz. 532.) PHILIPPE J., Financiering importexport. (Maandblad van de Nederlandsche Kamer van Koophandel voor België en Luxemburg, Brussel, L, nr 3, maart 1967, blz. 79.) SIAENS A., Structure financière des entreprises et conjoncture économique. (Recherches économiques de Louvain, Leuven, XXXIII, nr 1, februari 1967, blz. 528.) VERBOIS J.C., Le prét personnel en Belgique. (Revue pratique des Questions commerciales et économiques, Luik, nr 4, december 1966, blz ) VERHAEGEN P., Stiretés et garanties des organismes de crédit face aux faillites des entreprises. (Conférences du Centre d'etudes bancaires et financières, Impresor, Brussel, boekje nr 123, februari 1967, 27 blz.) 3. NIETGELDSCHEPPENDE FINANCIELE IN STELLINGEN MARTIN G., Les placements des compagnies d'assurances au service de l'économie. (Conférences du Centre d'etudes bancaires et financières, Impresor, Brussel, boekje nr 124, maart 1967, 35 blz.) 4. OYERHEIDSFINANCIEN CEULEMANS J., La technique de la taxe sur la valeur ajoutée. (La Revue fiscale, Brussel, XXIV, n's 123, januarifebruarimaart 1967, blz ) De belastbare inkomens der natuurlijke personen en hun regionale verdeling volgens de hoogte van het inkomen Dienstjaar (Statistisch Tijdschrift, Brussel, LIII, nr 3, maart 1967, blz ) FRANK M., De nieuwe wet op de rij kscomptabiliteit. (Documentatieblad van het Ministerie van Financiën, Brussel, nr 1, januari 1967, blz. 525.) LAMBERT P., La taxe sur la valeur ajoutée. (Les Annales de l'economie collective, Genève, LV, nr 1, januarimaart 1967, blz ) SPREUTELS M., Het fiscaal interventionisme. (Documentatieblad van het Ministerie van Financiën, Brussel, nr 3, maart 1967, blz ) VANDENBOSSCHE J., De hervorming van de gemeentecomptabiliteit en de begroting als beleidsinstrument. (De Gemeente, Brussel, XLII, nr 188, maart 1967, blz ) 5. NATIONAAL INKOMEN SPAARWEZEN INYESTERINGEN VERBRUIK Evolution des marges bénéficiaires. (Service mensuel de Conjoncture de Louvain, Leuven, XXI, april 1967, blz ) Insuffisance d'amortissement et pertes sur stocks provoquées par la dépréciation monetaire. (Bulletin d'information de Fabrimétal, Brussel, nr 9, 24 april 1967, blz ) 6. BEVOLKING Bevolking van het Rijk, de provincies en de taalgebieden naar leeftijd en geslacht in Vooruitzichten voor (Statistisch Tijdschrift, Brussel, LIII, nrs 12; januarifebruari 1967, blz. 518.) Evolution et structure de la population en Belgique. (Bulletin économique de la Société Générale de Belgique, Brussel, VI, nr 59, april 1967, blz. 36.) 8. WERKGELEGENHEID EN WERKLOOSHEID De interne migraties van de arbeidskrachten in België en hun problemen. (De Maatschappelijke Vooruitgang, Luik, LV, nr 95, januarifebruari 1967, blz. 912.) De ondernemingsraad. Werking en opdracht en het statuut van de afgevaardigden (C.E.D. Samsom, Brussel, 1967, 36 blz.)

25 581 De vrouwelijke actieve bevolking in België. (Arbeidsblad, Brussel, LXVIII, nr 1, januari 1967, blz ) De vrouwelijke beroepsarbeid. (Statistisch Tijdschrift, Brussel, LIII, nrs 12, januarifebruari 1967, blz ) FUKS F., A propos du travail prof essionnel des femmes. (Socialisme, Brussel, XIV, n' 80, maart 1967, pp ) LALOIRE M., Les conventions collectives du travail. (La Revue nouvelle, Brussel, XLV, n' 4, 15 april 1967, blz ) STEYAERT J., De bijzonderste wijzigingen aan de wetten op de ondernemingsraden en komitees voor de veiligheid. (Tijdschrift voor Sociaal Recht, Brussel, n* 3, 1967, blz ) 10. ECONOMISCHE TOESTAND ECONOMISCHE POLITIEK Le programme de développement régional prévu par la loi du 14 juillet (Bulletin financier de la Banque de Bruxelles, Brussel, n' 12, 24 maart 1967, blz. 13.) Pour une meilleure compréhension de nos problèmes. (Revue du Conseil Economique Wallon, Luik, nr 82, januarimaart 1967, blz. 121.) TARR R., Bibliographie européenne : la politique de développement régional. (Problèmes de l'europe, Parijs, IX, nr 33, 1966, blz ) VAN OFFELEN J., Pourquoi une politique économique? (Revue de la Société d'etudes et d'expansion, Luik, LXVI, nr 224, januarifebruari 1967, blz NIJVERHEID LANDBOUW VISSERIJ Antwerpen, nieuw petrochemisch centrum van wereldformaat. (Weekberichten van de Kredietbank, Brussel, XXII, nr 15, 15 april 1967, blz ) COHEUR P., Beschouwingen over de toestand in onze staalnijverheid. (Socialistische Standpunten, Brussel, XIV, n' 2, april 1967, blz ) De koffiebranderij en koffiemarkt in België. (Weekberichten van de Kredietbank, Brussel, XXII, nr 14, 8 april 1967, blz ) De ontwikkeling van de chemische industrie in het Antwerps havengebied. (Belgische Chemische Industrie, Brussel, XXXII, nr 4, april 1967, blz ) Enkele resultaten van de landbouw en tuinbouwtelling op 15 mei (Statistisch Tijdschrift, Brussel, LIII, n's 12, januarifebruari 1967, blz ) FRANKINET L., La Wallonie pourrait valoriser davantage ses ressources agricoles. (Revue du Conseil Economique Wallon, Luik, nr 82, januarimaart 1967, blz ) JAMBERS L.B., La crise économique de l'exploitation cinématographique en Belgique. (Annales de Sciences économiques appliquées, Leuven, XXV, n' 1, maart 1967, blz ) Le tentre d'étude de l'énergie nucléaire. Passé. Avenir. (Energie, Brussel, nr 178, 1' kwartaal van 1967, blz ) LUCAS P., Comment évolue l'industrie belge des fabrications métalliques? (Revue de la Société d'etudes et d'expansion, Luik, LXVI, n' 224, januarifebruari 1967, blz ) MAINIL P.J., Le problème sidérurgique en Belgique. (Socialisme, Brussel, XIV, n' 80, maart 1967, blz ) 12. WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK VAN DEN VEN P., La situation actuelle de la recherche scientifique fondamentale en Belgique. (Le Flambeau, Brussel, L, n* 1, januarifebruari 1967, blz. 119.) 13. VERKEERSWEZEN DULIEU P., Calcul de priorité en matière d'autoroutes. (Recherches économiques de Louvain, Leuven, XXXIII, nr 1, februari 1967, blz ) Het goederenvervoer over de weg met Belgische voertuigen in (Statistisch Tijdschrift, Brussel, LIII, n's 12, januarifebruari 1967, blz ) 15. BUITENLANDSE HANDEL Uitvoer van de B.L.E.U. in (Mededelingen van het Verbond der Belgische Nijverheid, Brussel, nr 9, 20 maart 1967, blz. VIIXII.) 16. INTERNATIONALE FINANCIELE TRANSAC TIES ALTMAN 0.L., De quoi s'agitil? Eurodollars. (Finances et Développement, Washington, IV, nr 1, maart 1967, blz ) COOMBS C.A., Treasury and Federal Reserve Foreign Exchange Operations. (Federal Reserve Bulletin, Washington, nr 3, maart 1967, blz ) CRAWFORD M., World Money Reform : The Belgian Compromise. (The Statist, Londen, CXCI, nr 4646, 7 april 1967, ) DE ROOS F., Het vraagstuk van de internationale liquiditeiten. (Economisch Kwartaaloverzicht van de AmsterdamRotterdam Bank, Amsterdam, nr 8, maart 1967, blz ) International Securities and European Capital Markets. (International Economic Review, Chicago, april 1967, blz. 14.) ISSING 0., Zur Frage der objektiven Beurteilung einer «angemessenen» Versorgung mit internationaler Liquididt. (Revue suisse d'economie politique et de Statistique, Bazel, CIII, nr 1, maart 1967, blz )

26 582 KOO A.Y.C., Toward a World Payments System : A Review Article. (Journal of Finance, Chicago, 'XXII, ne 1, maart 1967, blz ) L'actuel déficit extérieur des EtatsUnis. (Bulletin mensuel économique de la First National City Bank, New York, maart 1967, blz ) Le marché de l'eurodollar. (Informations économiques et financières de l'union européenne industrielle et financière, Parijs, n* 4, 4e kwartaal van 1966, blz. 15.) LLAU R, Le rapport des experts de 1'U.N.C.T.A.D. et la réforme du système mondial de paiements et de financement. (Revue de Science financière, Parijs, LXI, nr 1, januarimaart 1967, blz ) REDDING D.C., Closing the U.S. Payments Gap. (Lloyds Bank Review, Londen, n, 84, april 1967, blz ) ROTHSCHILD J. & LEACH R., Recent Developments in the International Capital Markets. (The Banker, Londen, CXVII, nr 494, april 1967, blz ) SNIDER D.A., International Monetary Relations. (Random House, New York, 1966, VIII+141 blz.) TRIFFIN R., International Monetary Reform. (Yale University New Haven [Connecticut], 1966, blz ) 17. INTERNATIONALE ECONOMISCHE AANEEN SLUITING BOSMAN H.W.J., L'intégration monétaire en Europe occidentale. (Revue de la Société d'etudes et d'expansion, Luik, LXVI, nr 224, januarifebruari 1967, blz ) DAMASKENIDES A.N., Le róle de la Communauté Economique Européenne dans le cadre de la coopération économique internationale. (Economia Internationale, Genua, XX, nr 1, februari 1967, blz ) De Amerikaanse investeringen in Europa. (Mededelingen van het Verbond der Belgische Nijverheid, Brussel, nr 10, 1 april 1967, blz. VIXI.) DEBRE M., L'harmonisation des régimes fiscaux applicables aux mouvements de marchandises et de capitaux dans les pays du Marché commun. (La Fiscalité du Marché commun, Deventer, nr 21, april 1967, blz ) DELREZ M., L'industrie textile lainière dans la C.E.E. (Revue pratique des Questions commerciales et économiques, Luik, nr 4, december 1966, blz. 222.) Financement de la croissance économique en Europe. Conditions préalables au développement d'un marché financier européen. (Beknopt verslag van de XVIIe Ronde Tafel, Madrid, juni 1966) (Les Problèmes de l'europe, Parijs, IX, nr 33, 1966, blz ) FONTGELOY B., Perspectives sur le financement des investissements privés dans le Marché commun. (Hommes et Techniques, Parijs, XXIII, n' 267, februari 1967, blz ) FRISCH A., Le présent et l'avenir de la Communauté européenne. (Les Problèmes de l'europe, Parijs, IX, nr 33, 1966, blz ) HARROD R., The Treaty of Rome. (The Bankers' Magazine, Londen, CCII, nr 1477, april 1967, blz ) HERREGAT G., Conjoncture du Marché commun européen. (Bulletin Sédéis, Parijs, nr 981, 20 maart 1967, blz ) Het vraagstuk van de concentraties in de Gemeenschappelijke Markt. (Europese Economische Gemeenschap, Brussel, 27 blz.) KRUSE H., La Commission Economique pour l'europe aura vingt ans. (Les Problèmes de l'europe, Parijs, IX, ne 33, 1966, blz ) La dimension des entreprises européennes. (Compagnie Lambert pour l'indystrie et la Finance, Brussel, 1967, 39 blz.) LAGRANGE M., Le pouvoir de décision dans les Communautés européennes : théorie et réalité. (Revue trimestrielle de Droit européen, Parijs, III, nr 1, januariapril 1967, blz. 129.) LOU WES S.L., De landbouwprijsstatistiek in de E.E.G. Taak en toekomst. (Statistische Mededelingen van het Bureau voor de Statistiek der Europese Gemeenschappen, Brussel, n e 4, 1966, blz ) MEIMBERG R., Koordinierung der Budgetpolitik westeuropuischer L9,nder. (Aussenwirtschaft, StGall, XXII, ne 1, maart 1967, blz ) MERTENS de WILMARS J., De monetaire toekomst van de Gemeenschappelijke Markt. (Agon Elsevier, Amsterdam, 1967, blz ) PEYRARD M., La conjoncture économique de la Communauté. (Les Problèmes de l'europe, Parijs, IX, n' 33, 1966, blz ) POURVOYEUR R., Die BefUgnisse des Ministerratel der E WG. (Economisch en Sociaal Tijdschrift, Antwerpen, XXI, nr 2, april 1967, blz ) SIMONT F., Un nouveau pas vers l'harmonisation fiscale du Marché commun. (Les Dossiers de l'action sociale catholique, Brussel, XLIV, nr 3, 15 maart 1967, blz ) The U.K. and the Common Market. Round Three. (Morgan Guaranty Survey, New York, maart 1967, blz VERGES J.R., Nouveaux développements du financement de la Politique agricole commune. (Revue trimestrielle de Droit européen, Parijs, III, n' 1, januariapril 1967, blz ) Verschuivingen in de handels en produktiestructuur binnen en buiten de Euromarkt, (Statistische en Econometrische Onderzoekingen, Zeist, nr 8, februari 1967, blz. 768.) Vers un marché financier européen : les euroémissions. (Informations économiques et financières de l'union européenne industrielle et financière, Parijs, n' 1, / e kwartaal van 1967, blz. 13.)

27 583 Vers un système communautaire de la taxe sur la valeur ajoutée. (Bulletin économique de la Société Générale de Banque, Brussel, VI, nr 59, april 1967, blz. 12.) VOGELPOLSKY E., L'article 119 du Traité de Rome peutil être considéré comme self. executing? (Journal des Tribunaux, Brussel, LXXXII, n' 4570, 15 april 1967, blz ) WALHIN Ch., L'Angleterre devant le Marché commun. Vers un nouvel examen d'entrée. (Les Dossiers de l'action socale catholique, Brussel, XLIV, nr 3, 15 maart 1967, blz ) 18. DIVERSEN FLAMME M.A., Le régime juridique des activités commerciales et industrielles des pouvoirs publics en Belgique et á l'étranger. (Les. Annales de l'economie collective, Genève, LIV, nr 4, oktoberdecember 1966, blz ) Wetten op de handelsvennootschappen. Off i cieuse coordinatie. (Verbond der Belgische Nijverheid, Brussel, 1967, 67 blz. + bijlage.)

28 ECONOMISCHE WETGEVING Deze rubriek bevat de wetten, besluiten en andere officiële bekendmakingen die van bijzonder belang zijn voor 's lands algemene economie en via het Belgisch Staatsblad werden afgekondigd in de loop van de maand aan deze van de publikatie van het Tijdschrift voorafgaand. Alleen de gewichtigste wetten en besluiten hebben wij u in extenso» overgenomen. Voor de andere wetteksten volstaat een eenvoudige vermelding, desnoods door een verklarende nota verduidelijkt. Anderzijds, omvat de economische wetgeving de voornaamste besluiten, richtlijnen en verordeningen voorkomend in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Om het naslaan ervan te vergemakkelijken, hebben wij bovenbedoelde documentatie in de volgende rubrieken ondergebracht : 1. Algemene economische wetgeving 2. Geld, krediet en bankwezen 3. Overheidsfinanciën 4. Landbouw 5. Nijverheid 6. Arbeid 7. Binnenlandse handel 8. Buitenlandse handel 9. Verkeerswezen 10. Prijzen en lonen 11. Pensioenen, sociale verzekeringen en diverse sociale voordelen 12. Europese Economische Gemeenschap 1. ALGEMENE ECONOMISCHE WETGEVING Wet van 31 maart 1967 tot toekenning van bepaalde machten aan de Koning ten einde de economische heropleving, de bespoediging van de regionale reconversie en de stabilisatie van het begrotingsevenwicht te verzekeren, en koninklijk besluit van 14 april 1967 betreffende de uitvoering van artikel 2, 3, 4 en 6, van de bovenvermelde wet (Staatsblad, 20 april 1967, blz en 4192). Artikel 1. Door in Ministerraad overlegde besluiten kan de Koning alle nuttige maatregelen treffen ten einde : 1 0 de verschillende wetten betreffende de algemene en gewestelijke economische expansie aan te vullen en te wijzigen, de nodige wettelijke maatregelen te nemen met het oog op de gezondmaking van de buiten gebruik zijnde nijverheidsoorden, de middelen en instrumenten van het expansie en reconversiebeleid aan te passen en aan te vullen, inzonderheid door het oprichten van een Fonds dat gestijfd wordt door begrotingskredieten en aangewende middelen; 20 ruime faciliteiten toe te kennen voor de werving in de openbare diensten van werknemers die getroffen werden door de sluiting van steenkolenmijnen; de Koning kan het voordeel van die maatregelen uitbreiden tot de door de sluiting van andere nijverheidsondernemingen getroffen werknemers; 3 0 de tegemoetkoming van de Staat inzake delcredere, herverzekering en krediet aan de uitvoer uit te breiden en te versoepelen; 40 a) de wetten betreffende de inrichting en de werking van de openbare diensten, met uitzondering van de wetten betreffende de rechterlijke orde en het Rekenhof, de provinciale wet, de gemeentewet en de wet tot instelling van de Raad van State, aan te vullen en te wijzigen; b) de mobiliteit van de beambten tussen alle staatsdiensten, de strijdkrachten en de instellingen van openbaar nut, al dan niet onderworpen aan de wet van 16 maart 1954, met eerbiediging van de verkregen rechten te verzekeren; c) het beheer en de activiteit der instellingen van openbaar nut, al dan niet onderworpen aan de wet van 16 maart 1954, te verbeteren; d) de afschaffing, de omvorming of de fusie van sommige van deze instellingen door te voeren; e) hun controle te verscherpen; 50 de toekenning en de aanwending te controleren van alle toelagen ten laste van het Rijk of verleend door elke rechtspersoon die zelf rechtstreeks of onrechtstreeks door het Rijk gesubsidieerd wordt; 6 0 de financiering van de investeringen te verbeteren, inzonderheid door de deelname van de portefeuillemaatschappijen aan de programmatle van de

29 585 economische expansie te organiseren en door alle wijzigingen aan te brengen in de wettelijke bepalingen betreffende de organisatie van het statuut, de bevoegdheid en de werkingsmodaliteiten, enerzijds van de openbare kredietinstellingen en anderzijds van de private financiële organismen; 7 in alle schoolnetten een betere verdeling en een meer oordeelkundige aanwending der begrotingskredieten bestemd voor het onderwijs te verzekeren, door een eventuele herziening en een harmonisering van de verschillende wetten ter zake, behalve die van 29 mei 1959; 8 a) de kwaliteit der geneeskundige zorgen te bevorderen en de normale verstrekking ervan te verzekeren door een herziening en een aanpassing van de wetgeving in verband met de uitoefening van de verschillende takken van de geneeskunde; b) het financieel evenwicht van de ziekte en invaliditeitsverzekering te verwezenlijken door de toepassing van de bepalingen van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte en invaliditeitsverzekering, gewijzigd bij de wetten van 24 december 1963, 6 juli 1964, 8 april 1965 en 7 juli 1966, zonder in geval van dringendheid de adviezen te moeten vragen of de voorstellen te moeten afwachten die door die wet worden voorgeschreven; 9 de verschillende wetgevingen op de pensioenen der loontrekkende en weddetrekkende arbeiders te herzien en te harmoniseren; 10 een sociaal statuut voor de zelfstandige arbeiders in te voeren, inzonderheid door de herziening van het stelsel dat de kinderbijslag uitbreidt tot de werkgevers en de nietloontrekkenden, en van de stelsels van rusten overlevingspensioenen en van de ziekte en invaliditeitsverzekering ten voordele van de zelfstandige arbeiders; 11 het beleid van globale sociale vooruitgang te bevorderen door : a) de verzekering voor geneeskundige verzorging uit te breiden tot de geestelijk gehandicapten; b) de kinderbijslag uit te breiden tot de gevallen welke een bijzondere aandacht verdienen; c) een sociaal statuut voor de ernstig gehandicapten op te stellen; d) de sociale zekerheid aan te passen aan de parttime arbeid; e) de wetgeving betreffende de bescherming van de werkende vrouw aan te passen; J) de wetgeving op de immigratie aan te passen; g) een toeslag bij het rustpensioen van arbeiders en bedienden toe te kennen per bijkomend jaar arbeid boven de normale pensioenleeftijd. Art Voor de aanwagjaren 1968 tot 1970 worden, uitsluitend in het voordeel van de Staat, op de personenbelasting, de vennootschapsbelasting en de belasting der nietverblijfhouders, opdeciemen geheven volgens het hierna gemaakte onderscheid : a) personenbelasting en belasting der nietverblijfhouders berekend overeenkomstig artikel 152, 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen : 1 opdeciem op de belasting met betrekking tot de schijf van het belastbare inkomen boven frank, zonder dat het belastingtotaal, met inbegrip van de opdeciem, méér mag bedragen dan 50 pct. van het belastbaar inkomen; b) vennootschapsbelasting, berekend overeenkomstig de artikelen 126 tot 128 en 130 tot 133 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, en belasting der nietverblijfhouders, berekend overeenkomstig artikel 152, 2 van hetzelfde Wetboek : 1 opdeciem wanneer het totaal bedrag van het belastbaar inkomen meer dan 3 miljoen bedraagt. 2 Het bepaalde in de artikelen 89 tot 91 en 129 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen is van toepassing op de opdeciemen. 3 De personenbelasting, de vennootschapsbelasting of de belasting der nietverblijfhouders, die tot grondslag dienen voor de berekening van de opdeciemen, worden vastgesteld vóór de toepassing van de verminderingen als bedoeld in de artikelen 186 tot 205 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, en van de vermeerderingen als bedoeld in de artikelen 89 tot 91, 129 en 334 van hetzelfde Wetboek. 4 De aanvullende gemeentebelasting en de opcentiemen, als bedoeld in de artikelen 352 tot 357 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, worden niet toegepast op de in 1 bedoelde opdeciemen In artikel 63 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in 1 worden de woorden : «een som afgetrokken die gelijk is aan 40 pct.» vervangen door de woorden : «een som afgetrokken die gelijk is aan 45 pct.»; b) in 2 worden de bedragen van en frank respectievelijk vervangen door en frank. 2 In artikel 81, 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen worden de woorden : «het gedeelte van het belastbaar inkomen boven frank, vermeerderd met frank per persoon ten laste na de vierde» vervangen door de woorden : het gedeelte van het belastbaar inkomen boven frank, vermeerderd met frank per persoon ten laste na de derde». 3. De Koning kan, door in Ministerraad overlegde besluiten : 1 voor een beperkte periode : a) vrijstelling verlenen van de vennootschapsbelasting op de normale inkomsten van aandelen of van delen van belegde kapitalen onderschreven en volgestort in speciën bij de oprichting of de kapitaalverhoging van een vennootschap; b) het fiscaal stelsel inzake fusies en splitsing van vennootschappen en inbreng van bedrijfstakken aanpdssen; c) het stelsel van de aftrekbaarheid van de bedrijfsverliezen wijzigen; 2 de aftrekbaarheid van de premies voor verzekeringen in verband met het meubilair en de gebouwen afschaffen; 3 de bepalingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen met betrekking tot de budgettaire aanhechting van de aanslagen, in overeenstemming brengen met de wet van 28 juni 1963 op de Rijkscomptabiliteit; 4 de grondslagen, aanslagvoeten en aanslagmodaliteiten van de taksen als bepaald in de titels III en IV van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen wijzigen. 4. De Koning kan door in Ministerraad overlegde besluiten, wijzigingen aanbrengen : 1 in de artikelen 8, 13, 25, 37, 38, 40, 42, III, 103/1, 46, 48, 52/2, 54, 56, 78 en 97 van het door de wet van 4 mei 1936 bekrachtigd koninklijk besluit nr 308 van 31 maart 1936 tot invoering van het Wetboek der successierechten; 2 in de artikelen 11, 44, 53, 61/1, 62, 72, 87 tot 93, 131, 132/2, 135, 136, 141, 153 tot 155, 157, 212, 213 en 270/1 tot 278 van het door de wet van 16 juni 1947 bekrachtigde koninklijk besluit nr 64 van 30 november 1939, houdende het Wetboek der registratie, hypotheek en griffierechten; 3 in de artikelen 4, 5, 7, 8, 9, 10, 11, 14, 21, 30 tot 33 en 38 van het door de wet van 14 juli 1951 bekrachtigde besluit van de Regent van 26 juni 147, houdende het Wetboek der zegelrechten; 4 in de artikelen 84, 93 en 175/1 van het Wetboek der met het zegel gelijkgestelde taksen, gewijzigd inzonderheid bij artikel 1 van de wet van 27 december 1965.

30 De Koning kan maatregelen treffen met het oog op een juistere heffing der belastingen. 6. De Koning regelt de uitvoering van de bepalingen van dit artikel. Hij bepaalt, op voorstel van de Ministerraad, de data van inwerkingtreding ervan. Art. 3. De machten toegekend aan de Koning verstrijken op 14 november De besluiten getroffen krachtens deze machten kunnen de vigerende wettelijke bepalingen opheffen, aanvullen, wijzigen of vervangen. Na het verstrijken van de door deze wet toegekende machten, kunnen die besluiten niet worden opgeheven, aangevuld, gewijzigd of vervangen dan door een wet, terwijl de Koning het recht behoudt de bepalingen, die betrekking hebben op zaken die onder zijn bevoegdheid vallen, op te heffen, aan te vullen, te wijzigen of te vervangen. Art. 4. De Koning kan, zo nodig, de toepassing van de bepalingen genomen in uitvoering van deze wet verzekeren door sancties van administratieve, burgerlijke, fiscale en strafrechtelijke aard; deze laatste mogen niet meer bedragen dan een gevangenisstraf van zes maanden en een geldboete van vijftigduizend frank. Art. 5. Over de in toepassing van deze wet getroffen maatregelen zal vóór 30 november 1967 bij de Kamers verslag uitgebracht worden. Art. 6. Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt. * * Artikel 1. Artikel 2, 3 en 4, van de wet van 31 maart 1967, tot toekenning van bepaalde machten aan de Koning ten einde de economische heropleving, de bespoediging van de regionale reconversie en de stabilisatie van het begrotingsevenwicht te verzekeren, treedt in werking op 14 april Koninklijk besluit nr 1 van 18 april 1967 tot oprichting van een Fonds voor de economische expansie en de regionale reconversie (Staatsblad, 20 april 1967, blz. 4148). Artikel 1. Er wordt een Fonds voor de economische expansie en de regionale reconversie opgericht dat aangehecht wordt aan de begroting voor ontvangsten en uitgaven voor orde. Art. 2. Het Fonds wordt gestijfd : a) door de overschrijving van kredieten ingeschreven op de begroting van de diensten van de Eerste Minister of van de ministeries, krachtens een koninklijk besluit genomen op de voordracht van de Eerste Minister, van de belanghebbende Minister en van de Minister die de begroting onder zijn bevoegdheid heeft; b) door de eraan toegewezen belastingontvangsten; c) door de opbrengst van verkopen, inkomsten, renten, terugbetalingen, enz., voortkomend uit de aanwending van sommen die ter beschikking van het Fonds worden gesteld; d) door de opbrengst van leningen speciaal uitgegeven om de regionale reconversie te bevorderen; e) door alle andere middelen die nuttig zijn voor de economische heropleving, toegewezen uit hoof de van wettelijke of conventionele bepalingen. Art. 3. Het Fonds neemt de uitgaven voor zijn rekening die voortvloeien uit : a) de toepassing van de wetten : 10 van 17 juli 1959 tot invoering en ordening van maatregelen ter bevordering van de economische expansie en de oprichting van nieuwe industrieën; 20 van 18 juli 1959 tot invoering van bijzondere maatregelen ter bestrijding van de economische en sociale moeilijkheden in sommige gewesten; 30 van 14 juli 1966 tot tijdelijke instelling van uitzonderlijke hulpverlening ter versnelling van de economische reconversie en ontwikkeling van de steenkoolmijngebieden en van bepaalde andere gewesten die met ernstige en dringende problemen te kampen hebben; b) de toepassing van alle nieuwe wetsbepalingen met hetzelfde doel; c) de verwerving en de uitrusting van nijverheidsgebieden; d) de sanering van buiten gebruik zijnde nijverheidsvestigingen; e) de studies in verband met de economische expansie; /) de terugbetalingen van aan het Fonds verveende voorschotten en de financiële dienst der door het Fonds ontvangen leningen; g) elke andere opdracht ten gunste van de economische expansie en de economische reconversie. Art. 4. De vastlegging en de ordonnancering der uitgaven ten laste van het Fonds worden door elk der betrokken Ministers verricht binnen de perken : a) van het bedrag der kredieten die van de begroting van hun departement worden overgeschreven op het Fonds; b) van de andere inkomsten van het Fonds die hun ter beschikking worden gesteld op de door de Koning vastgestelde wijze. Koninklijk besluit nr 2 van 18 april 1967 betreffende de gezondmaking van de steenkolenvestigingen die aan hun eerste bestemming zijn onttrokken (Staatsblad, 20 april 1967, blz. 4150). 2. GELD, KREDIET EN BANKWEZEN Koninklijk besluit nr 4 van 18 april 1967 tot wijziging en aanvulling van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut (Staatsblad, 20 april 1967, blz. 4156). Koninklijk besluit nr 6 van 18 april 1967 houdende aanvulling van de wet van 3 juni 1964 tot wijziging van het koninklijk besluit ir' 42 van 31 augustus 1939 houdende reorganisatie van de Nationale Delcrederedienst en

31 587 tot machtiging van de Minister van Financiën leningen aan Staten of buitenlandse organismen to e te staan, en koninklijk besluit nr 10 van 18 april 1967 tot wijziging van het bovenvermeld koninklijk besluit nr 42 (Staatsblad, 20 april 1967, blz en 4198). Artikel 1. In de wet van 3 juni 1964 tot wijziging van het koninklijk besluit nr 42 van 31 augustus 1939 houdende reorganisatie van de Nationale Delcrederedienst en tot machtiging van de Minister van Financiën leningen aan Staten of buitenlandse organismen toe te staan, wordt een hoofdstuk III ingevoegd, luidend als volgt : «Hoofdstuk III. Andere financiële bijdragen ten gunste van ontwikkelingslanden.» Art. 8. Voor zover daartoe kredieten zijn uitgetrokken op de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel, mag de Minister tot wiens bevoegdheid de buitenlandse handelsbetrekkingen behoren, de medewerking van de Staat verlenen voor de verwezenlijking van projecten die bijdragen tot de uitrusting van ontwikkelingslanden. Die medewerking bestaat in een bijdrage in de rentelast met betrekking tot de financiering van voornoemde projecten; zij is gebonden aan het verschaffen van Belgische prestaties.» Art. 9. Er wordt een technisch comité ingesteld voor de medewerking aan de uitrusting van de ontwikkelingslanden. Dat comité dient de Minister tot wiens bevoegdheid en buitenlandse handelsbetrekkingen behoren, vooraleer deze zijn beslissing neemt, van advies over alle verrichtingen, die in dit hoofdstuk zijn vervat. De samenstelling en de werkwijze van dat comité worden bij koninklijk besluit bepaald.» ** Artikel 1. Artikel 5 van het koninklijk besluit nr 42 van 31 augustus 1939 houdende reorganisatie van de Nationale Delcrederedienst, gewijzigd bij artikel 2 van de wet van 21 april 1949, wordt met de volgende bepaling aangevuld : «In de voorwaarden bepaald in artikel 7 van onderhavig besluit wordt daarenboven aan de Dienst, bij wijze van dotatie, toegekend een nominaal kapitaal van 850 miljoen frank in obligaties van één of meer leningen van 'de Belgische Staat, te bepalen door een besluit van de Minister van Financiën.» De Koning mag, door een koninklijk besluit waarover de in Rade vergaderde Ministers hebben beraadslaagd, aan de Dienst, eveneens bij wijze van dotatie, twee aanvullende tranches toekennen van een nominaal kapitaal van 200 miljoen frank elk in obligaties van één of meer leningen van de Belgische Staat, te bepalen door een besluit van de Minister van Financiën.» Art. 2. Artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd door artikel 1 van de wet van 25 juli 1960, wordt vervangen door de volgende bepaling : «Artikel 7. De opbrengst van de tranches van de dotatie bedoeld in leden 1 en 2 van artikel 5, wordt toegekend aan de Dienst.» De opbrengst van de tranches van de dotatie bedoeld in leden 3 en 4 van artikel 5 wordt aan de Dienst toegekend wanneer en voor zover bij de driemaandelijkse afsluiting van de rekeningen die volgt op de ontvangst van deze opbrengst, het totaal bedrag van de bijzondere reserves bedoeld in artikel 18, vergeleken met het obligo der risico's uit hoofde van de binnen de bij artikel 8 gestelde perken uitgegeven verzekerings en herverzekeringspolissen, lager is dan de verhouding vastgesteld door een besluit van de Minister van Financiën. Deze verhouding mag niet lager zijn dan acht procent. Het surplus van de opbrengst wordt in de Schatkist gestort.» Art. 3. Het voorlaatste lid van artikel 3 van hetzelfde besluit aangevuld door artikel 1 van de wet van 3 juni 1964 wordt vervangen door de volgende bepaling : «De bij voorgaand lid bepaalde waarborgen worden afzonderlijk in de boeken van de Dienst geboekt. Hun totaal bedrag mag vier miljard frank niet te boven gaan. De Koning mag evenwel, bij besluit van de in Raad vergaderde Ministers, dit bedrag tot acht miljard frank verhogen door twee tranches van twee miljard frank.» Art. 4. Het tweede lid van artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij artikel 2 van de wet van 27 juli 1962, wordt met de volgende bepaling aangevuld : «In uitzonderlijke gevallen kan, met goedkeuring van de Minister van Financiën, van deze verplichting worden afgeweken voor de gehele of gedeeltelijke duur van de transactie.» Art. 5. Onderhavig besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt. Koninklijk besluit nr ti van 18 april 1967 tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 december 1934 betreffende de controle op de private spaarkassen en van de wet van 7 december 1934 houdende oprichting van een Centraal Bureau voor de Kleine Spaarders (Staatsblad, 20 april 1967, blz. 4206). 3. OYERHEIDSFINANCIEN Koninklijk besluit van 14 februari 1967 tot regeling van de toekenning van subsidies voor toeristische propaganda (Staatsblad, 4 april 1967, blz. 3430). Wet van 10 maart 1967 houdende de begroting van het Ministerie van Landbouw voor het dienstjaar 1967 (Staatsblad, 5 april 1967, blz. 3475). Artikel 1. Voor de aan het dienstjaar 1967 verbonden () gewone uitgaven betreffende het Ministerie van Landbouw zijn kredieten geopend die de som van fr belopen.

32 588 Koninklijk besluit van 23 maart 1967 Koninklijk besluit van 7 april 1967 tot vastlegging van de toestand van de overgedragen kredieten van het jaar 1966 (gewone uitgaven) (Staatsblad, 11 april 1967, blz. 3730). Wet van 24 maart 1967 tot wijziging van de wet van 29 mei 1948 houdende bijzondere bepalingen tot aanmoediging van het privaat initiatief bij het oprichten van volkswoningen en het kopen van kleine landeigendommen (Staatsblad, 13 april 1967, blz. 3851). Wet van 28 maart 1967 houdende de begroting van het Ministerie van Economische Zaken voor het dienstjaar 1967 (Staatsblad, 26 april 1967, blz. 4499). Artikel 1. Voor de aan het dienstjaar 1967 verbonden () gewone uitgaven betreffende het Ministerie van Economische Zaken, worden kredieten geopend die de som van fr belopen..... Wet van 31 maart 1967 houdende de begroting van het Ministerie van Openbare Werken voor het dienstjaar 1967 (Staatsblad, 21 april 1967, blz. 4308). Artikel 1. Voor de aan het dienstjaar 1967 verbonden () gewone uitgaven betreffende het Ministerie van Openbare Werken, worden kredieten geopend die de som van fr belopen. Art. 6. Vastleggingskredieten worden geopend ten bedrage van fr (). Art. 7. Ordonnanceringskredieten () worden geopend ten belope van fr Ministerieel besluit van 3 april 1967 betreffende de tussenkomst van het Landbouwfonds inzake bloem en gries van tarwe gebruikt voor het vervaardigen van beschuiten, koekjes, deegwaren en diëetwaren (Staatsblad, 5 april 1967, blz. 3490). Wet van 3 april 1967 houdende verhoging en vermindering van sommige vastleggings en ordonnanceringskredieten die als buitengewone begroting voor het. dienstjaar 1966 werden uitgetrokken (Staatsblad, 12 april 1967, blz. 3787). betreffende de uitgifte van de 7 pct.lening van het Wegenfonds (Staatsblad, 11 april 1967, blz. 3724). Artikel 1. Het Wegenfonds wordt ertoe gemachtigd, tegen de hiernabepaalde voorwaarden, een binnenlandse lening, genaamd «7 pct. lening », waarvan het nominaal kapitaal beperkt wordt tot fr. 6 miljard, uit te geven. Art. 2. De lening is vertegenwoordigd door toonderobligaties () welke renten tegen 7 pct. 's jaars vanaf 24 april Art. 4. De lening wordt afgelost van het tweede jaar af (). Art. 8. Het Wegenfonds behoudt zich het recht voor, op 24 april 1977 of op elke daaropvolgende rentevervaldag, alle nog af te lossen obligaties of een gedeelte ervan vervroegd á pari terug te betalen (). Art. 10. De betaling van de coupons en de terugbetaling van de obligaties worden door de Staat gewaarborgd. Art. 15. De uitgifteprijs is vastgesteld op fr. 995 netto voor fr nominaal kapitaal; hij is volledig te betalen op het ogenblik van de indiening der inschrijvingen, hetzij in specie, hetzij in obligaties van de 4,50 pct. Staatslening , terugbetaalbaar op 16 mei 1967 (). Art. 17. Aan de in België gevestigde banken en effectenmakelaars wordt een plaatsingscommissieloon van 1,25 pct. van het door hun toedoen ingeschreven nominaal kapitaal toegekend. Het halfcommissieloon mag aan de financiële instellingen worden toegekend op de door hun bemiddeling ingezamelde inschrijvingen. Koninklijk besluit nr 5 van 18 april 1967 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van de toelagen (Staatsblad, 20 april 1967, blz. 4170). Koninklijk besluit n' 6 van 18 april 1967 houdende aanvulling van de wet van 3 juni 1964 tot wijziging van het koninklijk besluit nr 42 van 31 augustus 1939 houdende reorganisatie van de Nationale Delcrederedienst en tot machtiging van de Minister van Financiën leningen aan Staten of buitenlandse organismen toe te staan (Staatsblad, 20 april 1967, blz. 4172). (Zie ook rubriek 2.) Koninklijk besluit nr 9 van 18 april 1967 tot wijziging van sommige bepalingen inzake inkomstenbelastingen (Staatsblad, 20 april 1967, blz. 4193).

33 5 sé30 Koninklijk besluit nr 12 van 18 april 1967 tot wijziging van het Wetboek der successierechten, van het Wetboek der registratie, hypotheek en griffierechten en van het Wetboek der zegelrechten (Staatsblad, 20 april 1967, blz. 4220). Koninklijk besluit nr 13 van 18 april 1967 tot wijziging van het Wetboek der met het zegel gelijkgestelde taksen (Staatsblad, 20 april 1967, blz. 4244). Ministerieel besluit van 18 april 1967 ter uitvoering van artikel 31 van het Wetboek der zegelrechten (Staatsblad, 20 april 1967, blz. 4251). Koninklijke besluiten van 18 april 1967 tot wijziging van de Algemene Verordening op de met het zegel gelijkgestelde taksen (Staatsblad, 20 april 1967, blz. 4251). Koninklijk besluit nr 14 van 18 april 1967 tot wijziging van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen (Staatsblad, 20 april 1967, blz. 4246). Ministerieel besluit van 20 april 1967 betreffende het tarief van invoerrechten (Staatsblad, 26 april 1967, blz. 4516). Koninklijk besluit van 18 april 1967 tot wijziging van het besluit van de Regent van 18 september 1947 betreffende de uitvoering van het Wetboek der zegelrechten (Staatsblad, 20 april 1967, blz. 4250). Ministerieel besluit van 27 april 1967 tot wijziging van de tabel der fiscale bandjes voor tabak (Staatsblad, 29 april 1967, blz. 4676). 6. ARBEID Ministerieel besluit van 30 januari 1967 tot tijdelijke afwijking ten voordele van sommige werknemers die in de Ford fabrieken te Genk zijn tewerkgesteld, van de termijn bepaald in artikel 101, 1, van het ministerieel besluit van 4 juni 1964 inzake werkloosheid (Staatsblad, 19 april 1967, blz. 4094). Koninklijk besluit van 16 maart 1967 waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 1966 van het Nationaal Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de verkorting van de arbeidsduur (Staatsblad, 29 april 1967, blz. 4685). Koninklijk besluit van 23 maart 1967 waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1966 van het Nationaal Paritair Comité voor de voedingsnijverheid betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen welke tot de roomijsbedriffssector behoren (Staatsblad, 29 april 1967, blz. 4690). Koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders (Staatsblad, 6 april 1967, blz. 3549). Koninklijk besluit nr 3 van 18 april 1967 ter bevordering van een gemakkelijker werving of indienstneming, in overheidsdienst, van personen ontslagen wegens gehele of gedeeltelijke sluiting van steenkolenmijnen (Staatsblad, 20 april 1969, blz. 4153).

34 590 S. BUITENLANDSE HANDEL Ministeriële besluiten van 31 maart 1967 tot wijziging van de lijsten 1 en II evenals van de lijsten I en III respectievelijk gevoegd bij de ministeriële besluiten van 7 januari 1966, waarbij de invoer en de uitvoer van sommige goederen aan vergunning onderworpen worden (Staatsblad, 1 april 1967, blz. 3348). Ministerieel besluit van 20 april 1967 betreffende het tarief van invoerrechten (Staatsblad, 26 april 1967, blz. 4516). 10. PRIJZEN EN LONEN Koninklijk besluit van 6 februari 1967 waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve overeenkomst van 22 november 1966 van het Nationaal Paritair Comité voor het tabaksbedrijf tot wijziging van artikel 9 van de overeenkomst van 6 mei 1965 van ditzelfde comité tot vaststelling van de beroepsindeling en de minimumlonen van de werklieden en werksters tewerkgesteld in het tabaksbedrijf, en de koppeling van deze lonen aan het indexcijfer der kleinhandelsprijzen van het Rijk, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 november 1965, gewijzigd bij de overeenkomst van 18 november 1965 van hetzelfde comité, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 24 januari 1966 (Staatsblad, 5 april 1967, blz. 3498). Koninklijk besluit van 23 februari 1967 houdende wijziging van de posttarieven in binnenlandse dienst (Staatsblad, 1 april 1967, blz. 3350). Koninklijk besluit van 23 maart 1967 waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve overeenkomst van 29 september 1966 van het Nationaal Paritair Comité voor de ondernemingen waar teruggewonnen grondstoffen opnieuw ter waarde worden gebracht, tot koppeling van de minimumlonen aan het indexcijfer der kleinhandelsprijzen van het Rijk voor de werklieden en werksters tewerkgesteld in sommige ondernemingen welke onder zijn bevoegdheid vallen (Staatsblad, 13 april 1967, blz. 3858). Koninklijk besluit van 23 maart 1967 waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve overeenkomst van 29 september 1966 en 15 februari 1967 van het Nationaal Paritair Comité voor het kleding en confectiebedrijf betreffende de beroepsindeling en de vaststelling van de uurlonen der werksters tewerkgesteld in de ondernemingen welke kant en borduurwerk met de hand maken en bepaarlen (Staatsblad, 29 april 1967, blz. 4687). Koninklijk besluit van 16 maart 1967 waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve overeenkomst van 14 oktober 1966 van het Nationaal Paritair Comité voor het hotelbedrijf betreffende de koppeling van de minimumlonen aan het indexcijfer der kleinhandelsprijzen van het Rijk (Staatsblad, 7 april 1967, blz. 3616). Koninklijk besluit van 19 april 1967 waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve overeenkomst van 7 november 1966 van het Nationaal Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel tot vaststelling van de beloningsvoorwaarden der bedienden tewerkgesteld in de kleinhandelszaken (Staatsblad, 29 april 1967, blz. 4691).

35 PENSIOENEN, SOCIALE VERZEKERINGEN EN DIVERSE SOCIALE VOORDELEN Koninklijk besluit van 2 maart 1967 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 28 maart 1964 betreffende de rechten van de gewezen kolonisten binnen het raam van het stelsel voor rust en overlevingspensioen der zelfstandigen (Staatsblad, 7 april 1967, blz. 3628). Koninklijk besluit van 14 april 1967 tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 mei 1959 waarbij de Algemene Spaar en Lijfrentekas wordt belast met het bijhouden van de individuele rekening, bedoeld in artikel 2, 1, van de wet van 21 mei 1955 betreffende het rust en overlevingspensioen voor arbeiders (Staatsblad, 22 april 1967, blz. 4374). Koninklijk besluit nr 7 van 18 april 1967 tot wijziging van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders (Staatsblad, 20 april 1967, blz. 4173). Koninklijk besluit nr 8 van 18 april 1967 tot wijziging van de wet van 3 april 1962 betreffende het rust en overlevingspensioen voor arbeiders en bedienden (Staatsblad, 20 april 1967, blz. 4180). Koninklijk besluit van 18 april 1967 tot wijziging van het organiek koninklijk besluit van 22 december 1938, voorzien bij de wet van 10 juni 1937 houdende uitbreiding van de kindertoeslagen tot de werkgevers en tot de nietloontrekkende arbeiders (Staatsblad, 20 april 1967, blz. 4182). 12. EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP Vraag nr 146 van de heer Burgbacher aan de Commissie van de E.E.G. Betreft : Schending van nondiscriminatiebeginsel van het E.E.G.Verdrag bij Nederlandse aardgasleveranties (Publikatieblad, 6 april 1967, blz. 1021). Arrest van het Hof in de gevoegde zaken 8 tot 1166 : «Société anonyme Cimenteries C.B.R.», Cementbedrijven N.V., e.a., Cementfabriek IJmuiden (Cemij) N.V., Eerste Nederlandse Cement Industrie (E.N.C.I.) N.V., Alsen'sche Portland CementFabriken, e.a. tegen de Commissie van de E.E.G. (Publikatieblad, 6 april 1967, blz. 1025). Koninklijk besluit van 22 december 1966 houdende maatregelen ter voldoening aan de richtlijnen van 28 februari 1966 van de Raad van Ministers van de Europese Economische Gemeenschap betreffende de verwezenlijking van de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten voor de niet in loondienst verrichte werkzaamheden welke onder de sectoren elektriciteit, gas, watervoorziening en sanitaire diensten ressorteren (Staatsblad, 12 april 1967, blz. 3820). Eerste richtlijn van de Raad van 11 april 1967 (67/227/E.E.G.) betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der LidStaten inzake omzetbelasting (Publikatieblad, 14 april 1967, blz. 1301). Artikel 1. De LidStaten vervangen hun huidige omzetbelastingstelsel door het in artikel 2 omschreven gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde. In elke LidStaat wordt de wet waarbij deze vervanging zal plaatsvinden zo spoedig mogelijk afgekondigd, opdat zij in werking kan treden op een tijdstip dat door de LidStaat, rekening houdende met de conjuncturele toestand, zal worden bepaald en dat uiterlijk op 1 januari 1970 ligt.

36 592 Vanaf de inwerkingtreding van die wet kan de Lid Staat geen forfaitaire compenserende maatregelen bij invoer of uitvoer uit hoofde van de omzetbelasting voor het handelsverkeer tussen de LidStaten meer handhaven of instellen. Art. 2. Het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde berust op het beginsel dat van goederen en diensten een algemene verbruiksbelasting wordt geheven welke strikt evenredig is aan de prijs van goederen en diensten, zulks ongeacht het aantal transacties welke tijdens het produktie en distributieproces v6ór de fase van heffing plaatsvonden. Bij elke transactie is de belasting over de toegevoegde waarde, berekend over de prijs van het goed of van de dienst volgens het tarief dat voor dat goed of voor die dienst geldt, verschuldigd onder aftrek van het bedrag van de belasting over de toegevoegde waarde waarmede de onderscheidene elementen van de prijs rechtstreeks zijn belast. Het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wordt toegepast tot en met de kleinhandelsfase. Tot aan de afschaffing van het belasten bij invoer en het ontlasten bij uitvoer in het handelsverkeer tussen de LidStaten, hebben deze evenwel, onder voorbehoud van de in artikel 5 bedoelde raadpleging, de bevoegdheid dit stelsel slechts toe te passen tot en met de groothandelsfase en om, in voorkomend geval, in de kleinhandelsfase of in de daaraan voorafgaande fase een autonome aanvullende belasting te heffen. Art. 3. Op voorstel van de Commissie stelt de Raad een tweede richtlijn vast betreffende de structuur en de wijze van toepassing van het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde. Art. 4. Ten einde de Raad in staat te stellen hierover te beraadslagen en zo mogelijk vóór het einde van de overgangsperiode besluiten te nemen, dient de Commissie v6ór het einde van het jaar 1968 bij de Raad voorstellen in waarin wordt aangegeven op welke wijze en binnen welke termijn de harmonisatie van de omzetbelastingen het doel van de afschaffing van het belasten bij invoer en het ontlasten bij uitvoer in het handelsverkeer tussen de LidStaten kan bereiken, onder waarborging van de neutraliteit van deze belastingen met betrekking tot de oorsprong van de goederen en diensten. In dit opzicht moet met name rekening worden gehouden met de verhouding tussen directe en indirecte belastingen, welke in de LidStaten verschillend is, alsook met de gevolgen van een wijziging van de belastingstelsels voor het fiscale en het begrotingsbeleid der LidStaten en met de invloed die van de belastingstelsels uitgaat op de mededingingsvoorwaarden en op de sociale toestand in de Gemeenschap. Artikel 1. De LidStaten voeren, volgens een gemeenschappelijk stelsel, een omzetbelasting in welke hierna belasting over de toegevoegde waarde wordt genoemd. Art. 2. Aan de belasting over de toegevoegde waarde zijn onderworpen : a) de leveringen van goederen en de diensten, welke in het binnenland door een belastingplichtige onder bezwarende titel worden verricht; b) de invoer van goederen. Art. 4. Als belastingplichtige wordt beschouwd ieder die zelfstandig en regelmatig, met of zonder winstoogmerk, handelingen verricht welke tot de werkzaamheden van een fabrikant, handelaar of dienstverrichter behoren. Art. 8. De belastinggrondslag is : a) voor leveringen en diensten : alles wat de tegenwaarde vormt voor de levering van het goed of voor de dienst, met inbegrip van alle kosten en belastingen, doch met uitzondering van de belasting over de toegevoegde waarde zelf; b) voor de handelingen, bedoeld in artikel 5, lid 3, sub a) en b) : de inkoopprijs van de goederen of van soortgelijke goederen of, indien er geen inkoopprijs is, de kostprijs; c) bij invoer van goederen : de douanewaarde, vermeerderd met alle ter zake van de invoer verschuldigde rechten, belastingen en heffingen, met uitzondering van de belasting over de toegevoegde waarde zelf. Dezelfde grondslag is van toepassing, indien het goed is vrijgesteld van invoerrechten of niet aan een invoerrecht ad valorem is onderworpen. Elke LidStaat heeft de bevoegdheid de belastinggrondslag voor de invoer van goederen te verhogen met de niet in deze grondslag begrepen bijkomende kosten (verpakking, vervoer, verzekering, enz.) tot de plaats van bestemming. Art. 9. Het normale tarief van de belasting over de toegevoegde waarde wordt door elke LidStaat vastgesteld op een percentage van de belastinggrondslag, dat voor leveringen van goederen en voor diensten gelijk is. 3. Het bij invoer van een goed toe te passen tarief is gelijk aan het tarief dat op de levering van een zelfde goed in het binnenland wordt toegepast. Tweede richtlijn van de Raad van 11 april 1967 (76/228/E.E.G.) betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der LidStaten inzake omzetbelasting Structuur en wijze van toepassing van het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (Publikatieblad, 14 april 1967, blz. 1303). Aanbeveling van de Commissie van 19 april 1967 (67/280/E.E.G.) gericht tot het Koninkrijk België, het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg op grond van artikel 115, eerste alinea, van het verdrag, over de invoer van bepaalde ferrolegeringen van oorsprong uit de Oosteuropese landen (Publikatieblad, 27 april 1967, blz. 1637).

37

38 STATISTIEKEN (De inhoudsopgave en de lijst van de gebruikte afkortingen komen voor op het einde van het Tijdschrift) Na ieder hoofdstuk vindt de lezer bibliografische referenties; zij vermelden enkele statistische publikaties die meer omstandige gegevens over het onderwerp van het hoofdstuk of overeenstemmende gegevens voor het buitenland bevatten I. BEVOLKING EN NATIONALE REKENINGEN 1. BEVOLKING Bronnen : Nationaal Instituut voor de Statistiek en Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. Bron I 1965 (duizenden, per einde jaar) 1966 Totale bevolking N.I.S Bevolking op wel kbekwame leeftijd (15 tot 65 jaar) waarvan : Mannen Vrouwen Actieve bevolking 1 : waarvan : Landbouw Extractieve nijverheid Fabrieksnijverheid Bouwbedrijf Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid Vervoer Handel, banken, verzekeringen en diensten Volledige werklozen Incl. de werklozen en excl. de gewapende macht.

39 595 I 2. VERDELING VAN HET NATIONAAL PRODUKT OVER DE PRODUKTIEFACTOREN (Ramingen van het N.I.S., genormaliseerd systeem) (miljarden franken) Bron : Nationaal Instituut +oor de Statistiek. Commissie van de Nationale Boekhouding i Inkomen uit bezoldigde arbeid 1 : a) Wedden en lonen van werknemers onderworpen aan de Maatschappelijke Zekerheid b) Wedden en lonen van werknemers 124,2 135,7 137,2 136,8 144,8 152,7 166,1 182,0 211,8 232,5 onderworpen aan sommige bepalingen van de Maatschappelijke Zekerheid 9,5 10,1 10,7 10,6 11,8 12,6 14,2 15,3 16,7 18,5 c) Werkgeversbijdragen Maatschapped) Werknemers niet onderworpen aan de Maatschappelijke Zekerheid lijke Zekerheid 50,3 20,3 53,2 23,4 58,2 24,0 60,0 23,6 63,5 26,2 64,6 28,9 69,2 31,5 76,8 36,5 82,3 42,9 91,7 48,5 e) Aanvullingen en correcties 11,6 13,0 13,3 13,6 15,5 15,2 20,0 21,1 20,0 20,9' Totaal 215,9 235,4 243,4 244,6 261,8 274,0 301,0 331,7 373,7 412,1 2. Ondernemersinkomen van zelfstandigen en personenvennootschappen : a) Land, tuin, bosbouw, 1 19,6 23,0 21,5 22,5 23,4 27,0 25,2 27,3 29,6 30,5 b) Vrije beroepen 1 9,9 10,1 11,2 11,7 12,5 13,3 14,3 15,1 16,6 21,3 c) Handelaars en ambachtslieden 1 d) Inkomen der personenvennootschappen 2 71,6 6,4 71,1 6,2 71,2 5,6 73,0 6,0 76,0 6,5 79,3 7,1 82,8 7,2 87,2 7,4 95,7 7,9 102,4 8,4 e) Statistische aanpassing 0,6 1,0 1,2 1,0 1,3 0,4 0,6 0,4 0,9 1,0 Totaal 108,1 111,4 110,7 114,2 119,7 127,1 130,1 136,6 148,9 161,6 3. Inkomen uit vermogen toevloeiend aan particulieren 1 : a) Intresten 13,5 14,5 15,9 17,3 19,2 21,0 23,5 25,8 28,2 30,4 b) Huur (ontvangen of toegerekend) 33,7 34,1 34,1 34,3 34,2 34,1 34,0 33,6 33,3 33,4 c) Handelaars en ambachtslieden 12,5 13,4 12,3 11,4 13,1 14,6 16,1 14,6 15,0 16,3 Totaal 59,7 62,0 62,3 63,0 66,5 69,7 73,6 74,0 76,5 80,1 4. Reserveringen van vennootschappen 2 13,3 10,2 7,2 10,6 11,7 13,2 11,7 13,3 15,7 16,2 5. Directe belastingen der vennootschappen van alle juridische vormen 8,3 8,7 7,8 7,6 9,2 10,0 11,5 11,3 14,1 16,0 6. Inkomens uit vermogen en ondernemersinkomen toevloeiend aan de overheid 5,3 6,3 5,4 5,0 5,8 5,8 5,4 4,4 6,3 3,3 7. Intrest van de overheidsschuld 11,7 12,6 12,9 14,0 16,4 18,6 18,6 20,5 22,1 24,2 Netto nationaal inkomen tegen factorkosten 398,9 421,4 423,9 431,0 458,3 481,2 514,7 550,8 613,1 665,1 8. Afschrijvingen 47,1 50,1 50,5 53,2 56,1 58,4 61,7 67,0 74,3 79,7 Bruto nationaal produkt tegen factorkosten 446,0 471,5 474,4 484,2 514,4 539,6 576,4 617,8 687,4 744,8 9. Indirecte belastingen 50,8 54,2 55,2 60,2 65,4 73,2 78,8 84,4 94,1 101,8 10. Subsidies 6,5 6,5 6,9 6,6 7,2 6,7 7,2 6,6 7,7 9,6 Bruto nationaal produkt tegen marktprijzen..._ 490,3 519,2 522,7 537,8 572,6 606,1 648,0 695,6 773,8 837,0 V66r belastingsheffing. 2 Na belastingsheffing.

40 596 I 3. B.N.P. BEREKEND DOOR ONTLEDING YAN DE VOORTBRENGING TEGEN MARKTPRIJZEN (Ramingen in courante prijzen, genormaliseerd systeem) (miljarden franken) Uror : Natzonaal Instituut voor de 8tatistick. Commissie van de Nationale Boekhoud'ng Landbouw, bosbouw en visserij 31,9 35,6 34,2 35,3 36,6 40,4 38,9 41,5 44,4 45,7 2. Extractieve industrieën 18,6 21,2 18,2 14,3 14,0 14,0 14,0 15,6 17,1 15,8 3. Be en verwerkende industrieën : a) Voedingsmiddelen, dranken en tabak 33,8 35,3 37,0 37,8 39,3 40,7 42,5 44,4 48,5 52,5 b) Textiel 14,8 15,7 12,9 14,0 15,5 16,3 16,7 18,6 20,8 19,5 c) Kleding en schoeisel 6,5 7,2 6,8 7,1 7,6 8,2 9,2 9,6 10,8 11,4 d) Hout en meubelen 5,0 5,3 5,6 5,5 6,7 6,8 7,8 8,9 9,1 10,3 e) Papier, drukkerij, uitgeverij 6,9 7,4 7,5 7,8 8,5 9,1 10,3 11,3 12,8 13,6 f) Chemie en aanverwante activiteiten 13,2 13,5 13,1 13,7 14,5 14,9 15,6 17,5 18,8 20,2 g) Klei, ceramiek, glas, cement 8,0 8,3 8,2 9,2 10,3 10,8 11,9 12,2 14,4 14,2 h) Ijzer, staal en non ferrometalen ti) Metaalverwerkende industrieën scheepsbouw 15,5 31,5 15,8 35,2 13,3 33,7 14,6 33,2 18,6 36,9 17,1 43,0 17,0 49,0 16,3 55,5 21,6 65,3 21,4 69,9 j) Overige industrieën 9,8 10,3 10,2 10,7 12,3 12,9 14,1 15,4 17,8 19,8 Totaal van de rubriek 3 ". 145,0 154,0 148,3 153,6 170,2 179,8 194,1 209,7 239,9 252,8 4. Bouwnijverheid 27,7 31,2 30,7 30,7 33,2 36,9 40,3 42,1 54,0 56,6 5. Elektriciteit, gas, water 9,5 10,0 10,6 10,7 11,1 11,5 12,6 13,5 15,0 17,0 6. Handel, bankwoongebouwen en verzekeringswezen, a) Handel 71,6 76,1 77,0 83,5 87,8 95,3 103,4 113,9 121,3 132,8 b) Bank en verzekeringswezen 12,0 13,0 13,4 15,0 16,0 17,2 19,1 21,6 24,3 26,9 c) Woongebouwen 37,6 38,5 39,1 39,9 40,5 41,1 41,5 42,5 43,6 44,9 Totaal van de rubriek 6 121,2 127,6 129,5 138,4 144,3 153,6 164,0 178,0 189,2 204,6 7. Vervoer 32,6 34,2 34,5 35,9 38,9 38,8 42,1 45,9 51,4 56,8 8. Diensten 93,7 100,7 108,0 112,8 119,8 124,6 132,8 144,4 159,1 178,5 9. Correcties 2,4 3,3 1,1 1,2 2,3 1,2 4,8 1,1 0,1 4,9 Bruto binnenlands produkt tegen marktprijzen 482,6 511,2 515,1 532,9 565,8 600,8 643,6 691,8 770,2 832,7 10. Saldo van de factorinkomens ontvangen van en betaald aan het buitenland 7,7 8,0 7,6 4,9 6,8 5,3 4,4 3,8 3,6 4,3 Bruto nationaal produkt tegen marktprijzen 490,3 519,2 522,7 537,8 572,6 606,1 648,0 695,6 773,8 837,0

41 597 I 4. B.N.P. BEREKEND DOOR ONTLEDING VAN DE BESTEDINGEN (Genormaliseerd systeem) (miljarden franken) Bre n R ationaal Instituut voor de Statistiek. Cols music van de Nationale Boekhouding. TEGEN COURANTE PRIJZEN TEGEN PRIJZEN VAN Brutonationaal produkt Brutonationaal produkt Private consumptie 4, I floo 0. Ie de I _..** Private consumptie.0 oe I, e0... I I e.. I., Brutobinnenlandse kapitaalvorming 100 _ Brutobinnenlandse kapitaalvorming 100 Overheidsconsumptie..* "'"******* *** Overheidsconsumptie Netto uitvoer Netto uitvoer I I 1 1 i lil!

42 598 I 4a. BESTEDING VAN HET NATIONAAL PRODUKT (Ramingen in courante prijzen, genormaliseerd systeem) (miljarden franken) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. Commissie van de Nationale Boekhouding Private consumptie : a) Voedingsmiddelen 98,8 102,2 103,3 105,8 108,2 112,5 119,8 126,4 131,0 142,3 b) Dranken en tabakswaren 24,0 26,1 27,2 28,3 29,1 30,3 31,2 33,2 36,7 40,2 c) Kleding en ander persoonlijk goed 33,3 36,2 34,2 35,9 38,4 40,6 43,1 47,6 50,8 53,3 d) Huur, taksen, water 44,5 45,9 46,8 47,5 48,2 49,1 50,2 51,9 54,1 56,2 e) Verwarming en verlichting 19,0 20,4 18,9 18,8 19,7 20,4 24,2 27,9 25,4 28,1 f) Duurzame huishoudartikelen 25,1 27,9 27,6 28,5 32,3 34,9 36,4 40,8 46,7 49,5 g) Onderhoud van de woning 15,3 16,3 16,8 17,4 18,3 19,1 20,6 21,5 23,7 25,9 h) Persoonverzorging en hygiëne 17,4 18,4 20,5 21,9 23,5 24,9 27,1 28,8 31,1 38,6 1) Vervoer en verkeer 24,7 26,9 27,6 28,9 33,0 34,0 36,1 39,5 44,3 49,1 j) Vrije tijdsbesteding 25,2 27,4 30,5 30,2 30,6 32,3 33,9 37,0 41,6 44,7 k) Andere uitgaven en statistische aanpassing 7,1 10,8 3,6 10,3 12,3 12,1 10,4 17,8 21,7 20,1 2. Overheidsconsumptie : Totaal 334,4 358,5 357,0 373,5 393,6 410,2 433,0 472,4 507,1 548,0 a) Bezoldigingen en pensioenen 37,6 40,1 44,0 46,3 49,8 51,3 54,8 61,4 66,4 74,6 b) Goederen en diensten 14,4 14,3 15,2 17,4 18,2 17,7 21,1 24,9 26,3 26,8 c) Toegerekende nettohuur (of betaalde) d) Toegerekende afschrijvingen van administratieveenonderwijsgebouwen 1,8 0,7 2,0 0,8 2,2 0,8 2,2 1,0 2,3 1,0 2,6 1,1 2,9 1,2 3,3 1,3 3,8 1,5 4,3 1,7 3. Bruto binnenlandse kapitaalvorming : Totaal 54,5 57,2 62,2 66,9 71,3 72,7 80,0 90,9 98,0 107,4 a) Landbouw, bosbouw, visserij 4,2 4,3 4,0 4,2 3,5 4,0 3,9 4,2 4,9 5,7 b) Extractieve industrieën 3,0 3,0 2,7 1,9 1,5 2,0 1,5 2,0 2,0 1,7 c) Be en verwerkende industrieën 21,3 20,0 18,3 18,7 26,4 32,2 37,6 39,0 40,7 44,6 d) Bouwnijverheid 2,1 2,3 1,9 2,3 2,6 3,3 5,7 5,6 5,5 5,6 e) Elektriciteit, gas en water 4,6 5,0 4,9 6,0 4,8 4,6 7,6 6,7 8,3 8,8 f) Handel, bank en verzekeringswezen 9,6 10,0 9,0 10,1 11,1 12,2 13,0 14,2 15,0 15,8 g) Woongebouwen 21,6 24,4 22,5 24,7 29,3 32,2 29,4 28,0 44,9 47,8 h) Vervoer en verkeer 10,5 10,7 12,0 11,2 12,2 12,2 13,1 14,6 15,2 19,2 i) Overheid en onderwijs 9,1 8,4 8,5 12,1 12,3 13,9 16,1 17,9 23,6 19,6 j) Andere diensten 2,4 2,5 2,5 2,7 2,9 '3,2 3,4 3,6 3,8 4,1 k) Veranderingen der voorraden 4,0 6,6 0,8 4,0 0,2 4,2 1,5 0,9 3,3 1,0 0 Statistische aanpassing 0,6 0,2 0,8 0,7 0,1 0,4 1,2 0,4 1,3 0,3 4. Nettouitvoer van goederen en diensten : Totaal 91,8 97,4 86,3 97,2 106,3 123,6 131,6 137,1 168,5 174,2 a) Totale uitvoer 179,7 184,6 177,3 176,3 200,1 216,7 233,6 254,2 295,2 325,8 h) Totale invoer 170,1 178,5 160,1 176,1 198,7 217,1 230,2 259,0 295,0 318,4 c) Nettouitvoer +9,6 +6,1 +17,2 +0,2 +1,4 0,4 +3,4 4,8 +0,2 +7,4 Bruto nationaal produkt tegen marktprijzen 490,3 519,2 522,7 537,8 572,6 606,1 848, ,8 837,0

43 599 I 4b. BESTEDING VAN HET NATIONAAL PRODUKT (In prijzen van 1953 indexcijfers, genormaliseerd systeem) bron : i;ationaal Instituut voor de Statistiek. Commissie van de Nationale Boekhouding Private consumptie : a) Voedingsmiddelen b) Dranken c) Tabakswaren , d) Kleding en ander persoonlijk goed e) Huur, taksen, water j) Verwarming en verlichting g) Duurzame huishoudartikelen k) Onderhoud van de woning i) Persoonverzorging en hygiëne j) Vervoer k) P.T.T.verbindingen ) Vrije tijdsbesteding Totaal Overheidsconsumptie : a) Bezoldigingen en pensioenen b) Goederen en diensten c) Toegerekende huur van administratieve en onderwijsgebouwen (incl. afschrijvingen) Totaal Brutobinnenlandsekapitaalvorming : a) Landbouw, bosbouw en visserij b) Extractieve industrieën c) Be en verwerkende industrieën d) Bouwnijverheid e) Elektriciteit, gas en water f) Handel, bank en verzekeringswezen , g) Woongebouwen h) Vervoer en verkeer i) Overheid (excl. onderwijs) j) Onderwijs k) Andere diensten Totaal Nettouitvoer van goederen en diensten : a) Totale uitvoer b) Totale invoer ' Bruto nationaal produkt tegen marktprijzen (prijzen van 1953) 111,8 114,6 113,8 116,5 123,1 129,2 136,1 142,4 151,9 156,9 Bibliografische referenties : Bevolking : Statistisch Jaarboek voor België. Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. Publikaties van het Nationaal Centrum voor mechanische berekeningen. Algemene telling van de bevolking, de nijverheid en de handel op 31 december Bulletin de VI.R.E.S.P. Annuaire démographigue Revue Internationale du Travail (1.A.B.). Annuaire des statistiquea du Travail (1.A.B.). Nationaal Inkomen en B.N.P. : Statistisch Jaarboek voor België. Statistisch Tijdschrift van het N.LS.. juliaugustus 1965, blz Statistische reeksen van Brussel (D.U.L.B.E.A.). Recherches économiques de Louvain (LE.S.P.O.). International Financial Statistica (I.M.F.). Statietigues généralea (0.E.S.0.). Données atatistiques (Raad van Europa). Yearbook of International Accounts Statistica (O.V.N.). Belgische Economische Statistieken

44 II. TEWERKSTELLING EN WERKLOOSHEID 1. INDEXCIJFERS VAN DE TEWERKSTELLING IN DE NIJVERHEID (arbeiders) Bron : Ministerie van Arbeid. Basis 1958 = Maandgemiddelden of maanden 1965 le kwartaal 2 0 kwartaal 3e kwartaal 4 kwartaal 1966 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 1965 November December 1966 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November Algemeen Indexcijfer 97,6 99,6 101,9 104,0 108,2 105,8 106,1 106,0 106,0 105,6 103,2 104,8 105,3 105,8 104,3 102,9 103,5 103,2 104,5 104,7 105,1 104,3 105,5 106,1 105,8 105,2 Extractiebedrijven 76,9 67,6 62,0 60,1 61,2 57,2 60,5 57,9 55,1 55,1 49,1 49,6 48,1 55,4 55,0 53,7 52,8 40,9 51,2 50,3 49,8 48,8 48,2 47,4 47,1 46,6 Totaal 100,7 104,0 105,7 107,8 111,0 109,6 110,4 109,2 109,4 109,7 108,9 109,5 109,9 109,8 109,2 109,1 108,4 109,1 109,2 109,6 109,7 109,3 109,4 110,9 110,8 110,2 Nijverheid der bas is. metalen 103,4 107,1 105,8 105,7 107,4 107,0 108,7 107,9 106,3 104,9 103,7 101,8 100,9 105,0 104,3 104,4 103,1 103,6 102,8 102,6 102,5 100,2 101,6 101,0 100,6 99,8 Fabricage van metaalprodukten (exclusief machines n., en transportmaterieel) 98,8 106,5 109,3 119,5 122,0 117,6 118,4 116,7 116,6 118,8 118,1 121,3 121,8 119,2 118,6 118,0 117,0 119,3 120,2 121,3 121,0 121,6 120,8 122,9 124,1 123,5 1 Indexcijfers oorspronkelijk berekend op basis 1964 = 100 omgezet in basis 115S = Bron : Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. Aantal werkdagen per periode 1 Totaal Fabrieksbedrijven Metaalverwerkende nijverheid Machinebouw (exclusief electrische machines) 108,8 118,5 126,8 131,5 134,4 138,3 139,6 137,5 135,8 140,0 135,0 135,4 133,9 139,1 139,1 135,3 134,3 135,3 136,0 137,8 135,9 132,5 134,9 134,3 137,0 135,5 II 2. WERKLOOSHEID Algemene gegevens Aantal gece;ntroleerde werklozen (duizenden) 2 Volledige Gedeeltelijke en toevallige Maandgemiddelde van het aantal verloren werkdagen (daisen. den) Bouw van electrisehe machines, apparaten en toebehoren 100,3 113,7 114,8 113,1 123,1 129,1 130,5 129,0 129,0 128,0 117,0 116,2 116,8 128,3 127,0 118,9 116,3 115,7 115,0 115,6 116,9 116,1 116,3 117,9 116,9 117,4 Gemiddeld aantal werkloosheidsdagen per maand 3 Volledig werklozen Gedeeltelijke en toevallige werklozen Door de openbare besturen tewerkgestelde werklozen (dansenden) 2 Bouw van transport materieel 89,5 89,2 99,2 100,6 104,5 105,2 106,3 104,0 104,7 106,1 104,3 108,9 111,9 106,2 106,1 103,6 103,9 105,4 106,9 106,4 108,9 111,4 112,1 112,2 109,8 109,9 werknonvragen 4 5 Textiel (exc l. confectie) 99,5 99,1 97,8 99,1 98,7 93,6 95,7 93,1 92,7 93,3 98,5 97,7 97,6 93,3 93,7 98,6 98,3 98,6 98,4 97,8 98,2 97,1 97,9 97,9 96,8 96,8 Bouwnijverheid 99,7 100,7 106,9 108,9 117,5 112,9 107,9 114,7 116,6 112,3 106,1 112,1 114,4 113,9 106,9 99,8 107,4 111,2 110,8 111,0 113,0 112,4 114,7 116,2 115,4 113,7 Werkaanbiedingen 4 opengedurende staande de maand Itanbiedin,e..., ontvangen 8 eind er e maand (in duizenden) ,1 110,1 48, ,9 6,8 9,8 61,2 18,9 7, ,3 87,9 38, ,2 7,7 7,1 31,4 20,1 12, G * ,5 47,1 38, ,0 6,7 6,6 18,1 18,3 14, ,1 32,9 50, ,7 10,0 6,0 13,1 15,3 16, ,8 26,1 26, ,3 6,2 6,3 10,2 13,3 12, ,0 32,2 36, ,8 6,8 6,0 16,1 13,0 7, ,4 38,7 35, ,9 6,4 5,7 21,9 13,1 6, kwartaal 63 39,4 27,1 12, ,8 4,2 7,0 13,3 11,7 8,2 4e kwartaal 63 78,0 33,9 44, ,5 6,9 6,2 19,3 11,1 6, le kwartaal ,7 44,1 66, ,4 8,2 4,6 25,7 15,6 6,4 2 kwartaal 61 56,0 35,6 20, ,5 4,6 6,9 18,7 14,4 7,8 3 kwartaal 63 47,4 32,9 14, ,8 4,4 5,6 16,6 11,2 7,4 4e kwartaal 63 82,0 42,0 40, ,7 6,2 5,6 26,5 11,3 5, le kwartaal ,1 60,9 70, ,1 7,6 4,5 39,4 11,9 3, April 19 65,2 38,4 26, ,9 4,9 6,5 21,4 14,6 7,6 Mei 22 54,2 35,8 18, ,3 4,7 7,0 19,1 14,6 7,9 Juni 20 49,3 32,8 16, ,1 4,2 7,1 15,5 14,1 8,0 Juli ,5 34,0 15, ,5 4,8 5,3 16,5 8,5 7,0 Augustus 19 44,5 31,5 13, ,0 3,8 5,8 16,1 11,4 7,7 September 20 47,6 33,1 ]4, ,9 4,5 5,8 17,2 13,8 7,4 Oktober 24 56,2 35,9 20, ,8 4,3 6,1 22,3 15,4 6,1 November 19 75,1 41,8 33, ,5 5,4 5,8 24,6 10,0 5,0 December ,4 49,4 70, ,8 7,9 4,9 32,6 8,4 4, Januari ,0 59,2 96, ,2 9,0 3,2 38,3 11,3 3,8 Februari ,1 62,3 67, ,0 6,8 5,0 40,9 11,2 3,6 Maart ,1 61,6 39, ,0 6,0 5,1 39,0 13,2 3,8 April 25 98,8 61,3 37, ,7 6,2 6,2 37,9 13,1 4,0 1 De werleloosheidsmaand omvat 4 of 5 weken. 2 Daggemiddelde per werkloosheidsn aand. Aantal verloren werkdagen per maand 3 Gemiddelde duur van de werkloosheid Aantal werklozen ingeschreven in de gemeentelijke stempellokalen, per maand 4 Werkaanvragen en aanbiedingen met betrekking tot arbeiders en arbeidsters alleen. 5 Normaal arbeidsbekwame volledige werklozen. e Sedert februari 1162 bevatten de cijfers niet meer de werklozen die van de gemeentecontrole ontslagen zijn ingevolge liet ministerieel besluit van Sedert 1162 worden voor een week slechte 5 werkdagen aangerekend, daar waar vroeger 6 werkdagen in aanmerking kwamen.

45 ltion : Rijksdienst voor Arbeidsvoorsiening. 601 II 3. WERKLOOSHEID Daggemiddelden van het aantal gecontroleerde werklozen Volledig + gedeeltelijk werklozen (duizenden) O M J S D O Jaar le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December Bibliografische referenties : Maandelijkse berichten van de R.Y.A. Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. Statistisch Jaarboek voor België. Arbeid,. blad. Recherches dconomiques de Louvain (I.E.S.P.O.). Industrie, tijd schrift van het V.B.N. Statistische Mededelingen (E.G.K.S.). Annuaire des Statistigues du 7'ravail (I.A.B.). t Sedert februari 1962 bevatten de cijfers niet meer de werklozen die van de gemeentecontrole ontslagen zijn ingevolge het ministerieel besluit van

46 602 III. LANDBOUW EN VISSERIJ 1. LANDBOUWPRODUKTIE Bronnen : Ministerie van Landbouw (plantaardige produktie) Nationaal Instituut voor de Statistiek (aantal dieren, dierlijke produktie en betaald areaal) Beteeld areaal 1 (duizenden hectaren) Broodgranen waarvan : tarwe rogge Andere granen Nijverheidsgewassen Wortel en knolgewassen Groenten geteeld voor het zaad Hooi en weiland Diversen Plantaardige produktie (duizenden tonnen) Totaal Tarwe Andere graangewassen : Suikerbieten Vlas ( zaad en stro) Cichorei Aardappelen Aantal dieren 1 (duizenden stuks) Land bouwpaarden Totaal der runderen waarvan : melkkoeien Varkens Dierlijke produktie Melkleveringen aan de melkerijen (miljoenen liters) Slachtingen (nettogewicht vlees duizenden tonnen) van het Telling op 15 mei van ieder jaar. III 2. ZEEVISSERIJ Voornaamste vissoorten aangevoerd in de Belgische havens (maandgemiddelden in tonnen) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek Schelvis Kabeljauw Pladijs Tong Rog Haring Garnaal }monografische referenties : Landbouwtijdschrift (Ministerie van Landbouw). Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. Statistisch Jaarboek voor Belgié. Dontades statist:vies kraad van Europa). Bulletin mensucl : Economie et statistigues agricoles (F.A.O.).

47 TV. NIJVERHEID Gezamenlijke IYL RESULTATEN DER CONJUNCTUURENQUETES (') nijverheid : Textiel IJzer en Staal Metaalverwerkende nijverheid Papier Hout Leder Non ferrometalen Percentage van de antwoorden "in stijging, op vragen A,B en C Percentage van de antwoorden 'Hoger dan normaal, op vragen D en E _ _ Percentage.van de antwoorden "in daling, op vragen A,B en C Percentage van de antwoorden"lager dan normaal, op vragen D en E _ { Verschil der antwoorden "in stijging, en 'in daling op vragen A,B en C uitgedrukt in percentages Verschil der antwoorden'hoger en'lager dan normaal op vragen D en E uitgedrukt in percentages A.INSCHRIJVINGEN VAN BESTELLINGEN BINNENLANDSE MARKT C2) álik_ EllitL'Utállreti _ II legleilla Eo 11E11 Na I 1111 perdi II11m1;11 11 imeg Igielkiámlik, B.INSCHRIJVINGEN VAN BESTELLINGEN BUITENLANDSE MARKT C2) ii NiiiIiiiiiiiklimilmiliiiiiiiiI511 awvd a 1/ :111, ErglograllE: Filipieir r i t C. VERLOOP VAN DE VERKOOPPRIJZEN Ask.illiiiiiiiiill 2E13 IliNh lial i i Z adle zommilmi. ri rg MmumwAill6MOin.momment.ral%i a. mrallabmow :_00 M=PmEm R'"wwl"WSNEW0,qN1PPRE5210'~5 Qiia7:52 t t t 1 I li i i t L,á410"mg _ i 111 lllll _ D. OORDEEL OVER ORDERPOSITIE mmmerriffilbailhilik a.e.a_._, imamala.._ a 111:1;:liliiiiiii md li: mlma.. IAl 02gdgiagwomito, / i 1 1 I i 1 t tan. Gnah t 1 i I _ _ +40 _ _ eo eo + 40 _ 0 _ a +40 E. OORDEEL OVER DE VOORRAAD AFGEWERKTE PRODUKTEN IMRE.. IMPaggi ROMEMEMOOMPO:aiiii iika0110!: q 112: gil; 11=EEffliálagEniiiáRdEMREEERgX 121RMW=EgESEENEREESEENEME _ F. GEMIDDELDE VERZEKERDE ACTIVITEITSDUUR (in maanden) 5 2 _ I %., I.,,,..,.. i 1 / / _ De antwoorden der deelnemers zijn gewogen met de omzetcijfers en geven de wijzigingen tegenover de vorige maand voor de vragen A tot D aan. 2 Seizoenbewegingen uitgeschakeld.

48 IY la. ALGEMENE INDEXCIJFERS VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE Basis 1958 = 100 Bron : N.I.S. Bron : I.E.S.P.O. 1 Bron : Agrfi 1 Maandgemiddelden of maanden Algemeen indexcijfer * waarvan : fabrieksnijverheid alleen Algemeen indexcijfer * waarvan : fabrieksnijverheid alleen Algemeen indexcijfer v 150 v 161 v 148 v kwartaal e kwartaal kwartaal e kwartaal v 153 v 165 v 155 v kwartaal v 142 v 152 v 134 v e kwartaal v 156 v 168 v 153 v le kwartaal v Mei v 158 v Juni v 158 v 170 v 155 v Juli v 117 v 122 v 115 v Augustus v 147 v 159 v 133 v September v 162 v 175 v 155 v Oktober v 156 v 169 v 151 v November v 152 v 163 v 157 v December v 159 v 171 v 152 v Januari v 149 v 161 v 149 v 161 v 154 Februari v 147 v 158 v 146 Maart v 155 April v 151 Mei Excl. de bouwnijverheid. 1 indexcijfers op oorspronkelijke basis 1953 omgezet in indexcijfers op basis 1050 = Vooruitzicht. Bron : N.I.S. IY 2. INDEXCIJFERS YAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE (Voornaamste sectoren) Maandgemiddelden of maanden 1 Ina< tiebed inde2 jverheid vt stilhoudend xelus ief p e steen kool Basis 1958 = 100 er e n stap Industrie nonferron Metaalverss nijvere Voedingsn i e n dran k tu Fabrieksnijverheid waarvan : Totaal Textieldjverheid Spinnerijen waarvan : ueploeem Indu strie der gebreide goedere n Chemische bedrijven en rubberindustrie waarvan : verwerking van Totaal de plastiekstoffen (1502 = 100) v v v176 v v 179 v 211 v kwartaal e kwartaal kwartaal le kwartaal e kwartaal v v v kwartaal v v v kwartaal v v v 190 v v 187 v 239 v Maart April Mei Juni v v v Juli v v v Augustus v v v September v v v Oktober v v v v 185 v November v v v v 176 v December v v v 191 v v 199 v 264 v Januari v Februari v Excl. de bouwnijverheid.,troleumraf:

49 605 IV 2. INDEXCIJFERS VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE (N.I.S.) Basis 1958 = 100 GEZAMENLIJKE NIJVERHEID IJZEREN STAALNIJVERHEID METAALVERWERKENDE NIJVERHEID TEXTIELNIJVERHEID CHEMISCHEEN RUBBERNIJVERHEID M J D

50 IY 3. ENERGIE Bronnen : Algemene Directie van het Mijnwetten Rol. (1), (2) en (5)] Administratie van de Nijverheid [km. (8) en (9)] Berekeningen door de N.M. [kol. (4 )] W.I.S. [kol. (3), (6) en (7)1. Steenkool Elektriciteit Ruwe petroleum Ons Maandgemiddelden of maanden Voorraden Waarneemper einde baar Totale periode Netto verbruik produktie op de invoer van ruwe mijn steenkool terreinen 1 Dagelijks rendement rr onder en bovengrondse arbeider Totale produktie er Produktie der cokesfabrieken voor rechtstreekse leveringen aan de nijverheid Totaal beselii I; baar gas (duizenden tonnen) (kg) (m iljoenen (duizenden (miljoenen m3 ) k In) tonnen) (1). 1 (2) (3) (4 ) (5) (6) (7) (8) (9) e kwartaal e kwartaal e kwartaal le kwartaal e kwartaal e kwartaal e kwartaal le kwartaal v v v Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December Januari Februari v v v Maart v v v April v v Steenkolenproduktie I nettoinvoer van steenkolen, cokes en agglomeraten voorraadbeweging (1,3 ton cokes en 0,9 ton agglomeraten 1 ton ruwe steenkolen). Bronnen : N.I.S. [kol. (1) en (2)]. Fabrimdfal [kol. (3) tot (6)]. Ijzer en staalnijverheid (duizenden tonnen) Maandgemiddelden of maanden Produktie van ruwataal IY 4. METAALPRODUKTIE Produktie van afgewerkt staal voor de binnenlanden markt Metaalverwerkende nijverheid (miljarden franken) Binnengekomen bestellingen voor de uitvoer Totaal Totaal der verzendingen (1) (2) (3) (4) (5) (6) ,43 3,76 9,19 8, ,35 3,74 9,09 8, ,90 4,03 9,93 10, ,29 5,20 11,49 11, ,58 6,02 12,60 12, v 6,83 v 6,59 v 13,42 v 13, e kwartaal ,87 5,93 12,80 13,31 3e kwartaal ,77 5,35 11,12 11,41 4e kwartaal ,26 6,54 13,80 14, le kwartaal ,67 6,96 13,63 :t3,22 2e kwartaal ,85 6,86 13,71 1.4,27 3e kwartaal ,67 5,45 12,12 11,65 4, kwartaal v 7,11 v 7,10 v 14,21 v 14; le kwartaal v Februari ,51 7,32 13,83 12,97 Maart ,26 7,17 14,43 15,05 April ,68 6,87 13,55 1.3,83 Mei ,47 6,62 13,09 13,59 Juni ,40 7,08 14,48 15,39 Juli ,31 5,02 10,33 9,95 Augustus ,27 4,83 13,10 10,84 September ,42 6,50 12,92 14,17 Oktober v 6,61 v 7,20 v 13,81 v 13,91 November v 6,89 v 6,98 v 13,87 v 13,82 December v 7,84 v 7,13 v 14,97 v 15, Januari v 6,46 v 6,64 v 13,10 v 12,91 Februari Maart 828, April Raming van Agetz.

51 C07 IV 5., BOUWNIJVERHEID : jaarcijfers Bron : Nationaal instituut voor de Statistiek. Jaar Gebouwen hoofdzakelijk of uitsluitend voor huisvesting bestemd Toegestane bouwvergunningen Nieuwbouw of volledige herbouw Aantal Te bouwen volume (duizenden m3) Verbouwingen, vergrot ngen of gedeeltelijke herbouw Aantal Te bouwen volume (duizenden m 3 ) Voltooide gebouwen Nieuwbouw en volledige herbouw Aantal Gebouwen die niet hoofdzakelijk voor huisvesting bestemd zijn Toegestane hou overgunningen Nieuwbouw of volledige herbouw Aantal Te bouwen volume (duizenden m 3) Verbouwingen, vergrotingen of gedeeltelijke herbouw Aantal Te bouwen volume (duizenden m3 ) Voltooide gebouwen Nieuwbouw en verbouwingen Aantal v v v In 1061 en 1966 werden respectievelijk en vergunningen verleend voor nieuwbouw, volledige herbouw, verbouw ngen, vergrotingen en Bedeeltelijke herbouw. IV 6. BOUWNIJVERHEID : maandcijfers Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. Maandgemiddelden of maanden Gebouwen hoofdzakelijk of uitsluitend voor huisvesting bestemd 1 Toegestane bouwvergunningen Volt ooide gebouwen Gebouwen die niet hoofdzakelijk voor huisvesting bestemd zijn 2 Toegestane bouwvergunningen Voltooide gebouwen kwartaal e kwartaal e kwartaal lekwartaal kwartaal e kwartaal e kwartaal Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December Januari f Februari i 702 t Nieuwbouw of volledige wederopbouw waarvoor een bouwvergunning werd afgeleverd. 2 Nieuwbouw, herbouw, verbouwing en uitbreidingen, waarvoor een bouwvergunning werd afgeleverd.

52 608 IV 7. VERGELIJKENDE EVOLUTIE VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE DER E.E.G.LANDEN Algemene indexcijfers van de industriële produktie (aangepast voor seizoenschommelingen) Basis 1960 = 100 Bron : O.E.S.0. Gezamenlijke E.E.G.landen Belgió \VestDuitaland 1 Schommel. Schommel. Schommel in pet. in pct. in pct. 1 8 kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal , , I 7, , , , , , , , , , le kwartaal 2 kwartaal 3e kwartaal 40 kwartaal , , , , , ,1 1, ,0 + 2, ,5 1, ,5 Frankrijk Italig Nederland 1964 Schommel Schommel. in pct in pct Schommel. in pet. le kwartaal 2 8 kwartaal 3 8 kwartaal 4e kwartaal , , , , , , , , , , , , le k wartaal 2e kwartaal 3 0 kwartaal 4e kwartaal , , , , , , , , , , , ,8 Schominclingspurcent tegenover het indexcijfer van het overeenstemmend kwartaal van het vorige jaar. 1 Saarland en WestBerlijn uitgesloten. Bibliografische referenties : Statistisch Jaarboek voor België. Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. Annalen der Mijnen van België. Arbeidsblad. Recherches dconoinigues de Louvain (I.E.S.P.O.). Industrie, tijdschrift van het V.B.N. Bulletin van Fabrimdtal. Maandelijks statistisch tijdschrift van Fédéchar. Maandelijks tijdschrift van het M.E.Z. (Adminia:ratie van de Nijverheid Dienst : Elektrische energie). Energie. Figas, informatieblad van het \ erbond der Glasnijverheid. Agence économigue et financière. Het Bouwbedrijf. Principaux indicateurs dconomigues (O.E.S.O.).

53 IV 7 VERGELIJKENDE EVOLUTIE VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE DER E.E.G.LANDEN Algemene indexcijfers van de industriële produktie (O.E.S.O.) Basis 1960 = 100 (Aangepast voor seizoenschommelingen) GEZAMENLIJ KEN EIG. LANDEN WEST DUITSLAND (excl.saarland en WestBerlijn) FRANKRIJK ITALIE NEDERLAND ' D S D De indexcijfers ran 1064 en het le kwartaal 1965 zijn driemaandelijkse gemiddelden.

54 Bron : N.B.S., N.M.B. en SABENA. V. DIENSTEN 1. VERVOER a). Bedrijvigheid van de N.M.B.S., de N.M.B. en de SABENA N.M.B.S. SABENA Heizagers Goederenvervoer N.M.B. vervoer (volledige wagonladingen) Vervoerde Geregeld en betalend Maangemiddelden of maanden waarvan : Aantal tonkm luchtverkeer A antal r~km produktieve 'totale 2 tkm 1 tonnenmaat brandstoffen en minerale ertsen. oliën ( miljoenen (miljoe nen ( milj enen) (duizenden tonnen) (duizenden) Pa"""" km) tonkm) ,7 13, ,2 12, ,4 13, ,2 13, ,5 16, ,8 18, ,8 18, kwartaal ,8 25,2 4e kwartaal ,2 17, le kwartaal ,9 12,7 2e kwartaal ,4 15,7 3 0 kwartaal ,4 27,8 4e kwartaal ,6 17, le kwartaal v Maart ,0 14,0 April ,1 16,3 Mei ,0 17,0 Juni ,2 13,7 Juli ,2 27,8 Augustus ,6 28,2 September ,4 27,4 Oktober ,2 20,0 November ,4 15,0 December ,1 17, Januari v ,7 15,4 Febrqad.... v ,2 14,7 Maart v De produktieve tonkm hebben betrekking op bet commercieel vervoer (met uitsluiting van het dienstvervoer : bet is de som van de vermenigvuldigingen van het gewicht van elke verzendlag met de afstand van het traject. 2 De vervot.rde tonkm worden berekend door optelling van de resultaten bekomen door vermenigvuldiging van de vervoerde tonnage met het aantal kilometers van liet vervoer. 1 b). Zeevaart Bronnen : Havenbestuur te Antwerpen [kul. (1)], te Gent [kol. (4)], l Handgemiddelden of maanden kwartaal 3 0 kwartaal 4e kwartaal 1966 le kwartaal 2e kwartaal 3 0 kwartaal 4e kwartaal kwartaal 1066 Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December Januari Februari Maart. Laadvermogen van de binnen. gekomen schepen (duizenden registertonnen) Haven van Antwerpen Goederen (duizenden metrieke tonnen) Binnen. gekomen Vertrokken Laadvermogen van de binnen. gekomen schepen (duizenden registertonnen) (overige kolommen). Haven van Gent Goederen (duizenden metrieke tonnen) Binnen. gekomen Vertrokken Ir 1 0). scheepvaart Bron : N. I.S. (duizenden metrieke tonnen) Totaal verkeer Binnen (1) (2) (3) (4) ( 5) (8) (1) (2) ' Binnenlands vervoer + nvoer + uitvoer + doorvoer ( miljoenen tonkm)

55 Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. Maandgemiddelden of maanden Totaal V 2. TOERISME (duizenden overnachtingen) waarvan land van gewone verblijfplaats Frankrijk Nederland erenigd Koninkrijk Duitsland kwartaal e kwartaal e kwartaal le kwartaal e kwartaal kwartaal kwartaal December Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December U.S.A. Y 3. BINNENLANDSE HANDEL a). Verkoopindexcijfers Bron : Na tionaa/ Institstit roor dr Statistici:. Basis 1953 = 100 Maandgemiddelden of maanden Onder Verkoopindexcijfers na uitschakeling Warenhuizen met veelvuldige afdelingen Co O era Grootneminvan de prijst tieven handel met gen en seizoenbewegingen bij (berekeningen door de huizen N.B.13.) Groot Alge Alge handel Algem n ltlaubi. Huis. meen mene in alge. waren Co5peindex ',. oeding Kleding lering houden Index vos Voeding huizen ratieven mene 2 cijfer cijfer dingt voedings. waren waren * e kwartaal kwartaal le kwartaal e kwartaal e kwartaal kwartaal le kwartaal :L Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December Januari Februari Maart Nieuwe reeks vanaf 1065, indexcijfers op oorspronkelijke bas's 1964 = 100 herleid op basis 1958 = Incl. de verkopen van de supermarkten van 1965 af. 2 Huisboudartil elan en huishoudtoestellen.

56 612 Bron : Nationaal Institwut voor de Statistiek. Totaal Aantal lopende contracten op einde halfjaar (duizenden) verkopers V 3 b). Verkoop op afbetaling 1 Algemene resultaten Financiering door banken Uitstaande kredieten (miljarden Totaal verkopers op einde halfjaar franken) Financiering door banken e halfjaar ,80 5,48 3,86 5, le halfjaar ,24 5,76 3,95 5,52 2 halfjaar ,04 6,01 4,05 5, le halfjaar ,50 6,30 4,26 5,94 2 halfjaar ,20 6,78 4,51 5,91 2 Achterstallige betalingen Totaal Krediet verleend in de loop van liet halfjaar (miljarden franken) verkopers 6,11 2,53 6,61 2,85 6,57 2,97 6,93 3,10 7,25 3,33 Financiering door banken 1,40 1,54 1,40 1,58 1,63 2,18 2,22 2,20 2,25 2, halfjaar 2 halfjaar 1965 le halfjaar 2e halfjaar 1966 le halfjaar Aantal schuldenaars welke in gebreke gebleven zijn met liet betalen van drie of meer vervallen termijnen in de loop van het halfjaar (duizenden) Totaal verkopers Financiering door banken financieringsorganismen of particulieren Totaal der bedragen van drie termijnen welke door de schuldenaars, bedoeld in voorgaande kolommen, niet werden betaald (miljoenen franken) Totaal verkopers Financiering doo banken ,6 64,5 8, ,8 36,4 10, ,7 37,3 12, ,1 34,3 9, ,9 32,8 11,7 3 Indeling van de kredieten verleend tijdens het half aar, volgens de aard der goederen financieringsorganismen of particulieren financieringsorganismen of particulieren financieringsorganismen of particulieren financieringsorganismen of articulieren 51,6 49,1 50,3 41,9 53,4 Totaal 'Vrachtwagens, bestelwagens, autobussen, zwaar vervoermaterieel nieuw reeds gebruikt Landbouw materieel, land bouwtractoren, vee Wagens voor personenvervoer behalve autobussen nieuw reeds gebruikt Mol o's scooters, bromfietsen, rijwielen Textielwaren, bontartikelen. kleding Boeken huishoudartikelen en voor, werpen voor persoonlijk gebruik, niet elders vermeld Diensten (reizen, herstellen van motorrijtuigen) Aantal contracten (duizenden) e halfjaar halfjaar 2 halfjaar halfjaar 2 halfjaar ,1 1,0 2,0 4,5 1,1 2,3 3,8 1,1 2,1 4,1 1,0 2,1 3,9 0,9 2,6 37,0 15,2 11,7 388,4 46,4 18,0 9,3 380,1 42,9 18,5 8,6 371,4 46,5 19,4 8,5 416,8 45,5 17,6 8,5 307,8 14,4 8,5 409,2 19,1. 7,2 334,8 25,1 13,2 355,3 23,2 7,8 386,8 28,5 8,2 364,3 3,5 4,4 2,7 2,8 4,2 Verleend krediet (miljoenen franken) halfjaar le halfjaar halfjaar halfjaar halfjaar Verleend krediet Percentsgewijze verdeling t.o.v. het totaal halfjaar 100, halfjaar 100,0 2 halfjaar 100, halfjaar 100,0 2 halfjaar 100,0 9,8 1,3 2,1 31,6 9,8 1,1 2,1 36,1 8,0 1,1 1,9 33,9 6,7 7,7 7,7 1,2 1,0 0,9 8,9 1,0 1,8 36,7 7,9 0,8 4,3 8,2 0,9 3,0 34,0 7,3 0,8 4,9 5,7 1,1 4,5 1,1 5,5 1,5 1,1 1,3 9,3 9,4 9,7 9,9 10,2 30,7 0,5 26,5 0,7 29,2 0,6 27,0 0,6 28,8 0,6 Bibliografische referenties : Statistisch Jaarkoet voor Belqii. Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. Bulletin van de Kamer van Koophandel van Antwerpen. Recherches économigues de Louvain (I.E.S.P.O.). Maandstatistiek over de internationale trafick der havens (N.I.S.). Vervoerkronirk (tweemaandelijks). Les tranoporte tnaritimes, Etude Annuelle (0.E.S.0.). Bulletin grindral de Statistigues (Office.tatistique des Communautés Européennes).

57 VI. INKOMENS 1. BEZOLDIGINGEN VAN DE ARBEIDERS (mannen + vrouwen) Indexcijfer van de gemiddelde brutoverdienste per gewerkt uur (Basis 1953 = 100) III III III 7 I I I I 1 III III III III III Indexcijfers van de bezoldigingen in de nijverheid Basis 1953 = 100 Bronnen : kol. (1) (2) (3) : N.B.B. (wijze van opstelling, zie Novembernummer 1957, blz. 415). kol. (4) : R.M.Z. berekeningen N.B.B. (zie noot). kol. (5) : I.E.S.P.O. (iemiddolde brutoyerdie n st e er gew P erkt uur (1) Typeuurloon 1 Geschoold arbeider (2) Onge Gehooid arbeider (3) Indexcijfer van de loonas msa 2 (4) Indexcijfer der erb kosten eid v Dec Maart Juni Sept Dec. v Maart. v (5) Algemene gemiddelden van de uurlonen der arbeiders (sociale lasten inbegrepen) Bron : Verbond der Belgische Nijverheid. Bdgié (BF) West Duitsland Groot Britan nië I Nederland Frankrijk percentage in verhouding tot de Belgische lonen 5 Italié ,67 92,2 93,7 70,4 78, ,04 95,1 95,0 70,2 101,4 80, ,30 98,9 95,0 70,4 89,8 79, ,71 105,2 98,4 73,8 92,8 81, ,76 115,1 100,6 85,0 96,3 82, ,72 119,6 98,9 87,5 98,8 88, ,25 116,1 93,2 86,9 97,4 95, ,98 111,3 88,3 89,7 91,8 94, ,40 v110,0 87,2 88,6 88,3 85, FebruariApril 48,14 115,3 94,5 83,3 98,5 95,6 August Olttob. 50,36 117,0 92,0 85,1 98,1 101, MaartApril 54,29 112,2 89,6 90,7 94,1 94,4 Sept.Oktober. 57,67 110,5 87,1 88,8 90,9 91, MaartApril 61,22 107,9 86,9 89,1 89,2 86,2 SeptOktober. 63,57 v109,0 87,5 88,2 88,4 84, MaartApril 66,75 v108,2 87,5 v88,1 v 86,8 82,5 1 Excl. de transportarbeiders. 2 Het betreft het eenvoudig indexcijfer van de totale bezoldigingen betaald aan de arbeiders die onderworpen zijn aan de maatschappe ijke zekerheid en behorend tot de extractiebedrijven, de fabrieksnijverheid, het bouwbedrijf, het vervoer en het verkeer. (Voor de bepaling van de totale bezoldigingen, zie X\ e Jaarverslag R.M.Z., blz. 141.) 3 Dit indexcijfer, waarin de steenkolenmijnen niet werden opgenomen, geeft de arbeidskosten per uur en niet de kosten per geproduceerde eenheid. 4 De indexcijfers van de gemiddelde verdienste per gewerkt uur en van het typeuurloon worden verkregen door de indexcijfers van de verschillende economische sectoren te wegen door de gezamenlijke lonen die in deze sectoren werden uitbetaald. De in aanmerking genomen lonen zijn die van het jaar 1058 voor de periodes vermeld boven de lijn (1963 en vorige jaren), en die van liet jaar 1963 voor de periodes onder de lijn (1063 en volgende periodes). 5 Het V.B.N. publiceert de buitenlandse uurlonen uitgedrukt in Belgische franken op basis van de wisselkoers. De bekomen percentages houden geen rekening met de veranderingen van het Belgisch en buitenlandse prijspeil : zij geven dus niet de verhouding van de reële lonen weer.

58 614 VI 2. GEMIDDELDE VERDIENDE BRUTOUURLONEN IN DE NIJVERHEID (mannen + vrouwen in frank per uur) Bron : Bedrijfsgroepen en sektoren 1960 oktober 1961 oktober 1962 oktober 1963 oktober 1964 oktober 1065 oktober 1966 april Extraktieve nijverheid : Steenkolenwinning (onder en bovengr.) 1 40,09 41,29 45,70 48,39 52,62 56,62 57,51 Groeven 1 34,61 34,79 37,58 39,84 44,59 48,24 51,35 Totaal extraktieve nijverheid 1 39,72 40,81 45,10 47,76 51,83 55,84 56,97 Fabrieksnijverheid : Voedingsmiddelen (behalve dranken) '25,98 27,67 29,41 32,75 37,09 40,29 42,53 Dranken 29,21 30,27 32,30 34,80 39,59 44,38 45,87 Tabak 22,27 22,94 26,12 29,50 33,50 37,06 39,31 Textielindustrie... 25,04 26,94 27,55 31,16 34,61 37,27 39,82 Schoeisel, kleding 20,09 21,23 23,16 25,39 28,98 32,45 34,83 Hout (behalve meubelen) 26,67 28,25 30,47 32,82 37,01 39,93 42,16 Meubelindustrie ,59 30,05 31,38 35,27 40,65 42,17 45,78 Papier, papierwaren 28,98 30,85 33,39 35,87 39,61 43,58 48,25 Druk en boekbindersbedrijf... 32,85 34,97 37,02 39,47 43,96 48,06 51,27 Leder (behalve schoeisel, kleding) 24,34 '25,80 27,82 30,90 33,97 37,07 40,21 Rubber en plastiekindustrie 30,85 31,65 34,16 36,93 40,29 43,59 46,15 Chemische industrie 31,64 32,84 35,08 38,49 44,43 49,81 52,60 Petroleumindustrie ,29 51,02 53,33 57,25 62,88 71,33 78,44 Steen, glas, aardewerk, enz. 30,37 32,05 34,43 37,31 42,55 45,83 48,63 Metallurgische basisindustrie 41,11 42,13 45,11 47,96 52,08 54,96 57,69 Metaalverwerkende industrie, behalve machines en transportmaterieel.. 31,08 32,72 35,92 38,85 43,37 46,13 47,44 Machines, behalve elektrische 33,66 34,92 37,70 40,42 45,23 47,38 49,70 Elektrotechnische industrie 29,60 30,18 33,57 35,48 39,97 43,99 46,55 Transportmaterieel 37,36 37,58 42,06 45,07 48,55 51,80 54,65 Diamantindustrie 25,42 25,99 26,72 31,50 33,24 34,68 38,02 Totaal fabrieksnijverheid 29,59 31,01 33,26 36,20 40,74 44,03 46,61 waarvan : mannen 33,30 34,63 37,13 40,10 44,53 48,14 50,81 vrouwen 20,00 21,10 22,78 25,45 29,16 31,97 34,88 Bouwnijverheid 1 32,76 33,17 36,21 38,66 43,75 47,30 48,60 Algemeen gemiddelde voor de nijverheid : Totaal (mannen + vrouwen) 31,36 32,40 35,00 37,82 42,20 45,60 47,83 waarvan : mannen 34,16 35,14 37,99 40,81 45,11 48,75 50,96 1 Mannen alleen. Bibilogratisene referenties : Statistisch Jaarboek voor Belgii. Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. Recherches économiques de Louvain (I.E.S.P.O.). Jaarverslagen van de R.M.Z. Arbeidsblad. Industrie, tijdschrift van het Le Cora de la tnuind'oeuvre dans l'industrie européennc, Etudes et Documents. nouvelle serie. nr 52, 1959 (I.A.B.). Annuaire des statistiques du Travail (I.A.B.).

59 Daggcmiddelden 615 VII. PRIJZEN EN PRIJSINDEXCIJFERS 1. GROOTHANDELSPRIJZEN OP DE WERELDMARKTEN te NewYork cents per GO Ibe Koffie te N ewyork Santos IV cents per lb.11.1rinos 64 S wol in Verenigd Roninkrijk d per lb Katoen 15/16 middling (NewYork Spot) cents per lb Rubber te Londen. s Pot price nr 1 d per lb Roper te Londen per long ton Tin te Londen slotkoers Oudijzer in de Verenigde Staten $ per long ton Ruwe petroleum westtexas t $ per barrel , , ,3 2, , , ,0 2, , , ,3 2, , , ,4 2, , , ,0 2, , , ,7 2, , ,3 v ,2 2, , ,3 v ,0 2, e kwartaal , , ,6 2,89 40 kwartaal , ,6 v ,3 2, kwartaal , ,4 v ,3 2,89 2 kwartaal , ,5 v ,2 2,89 30 kwartaal , ,6 v ,5 2, kwartaal , ,8 v ,0 2, le kwartaal , ,0 v , April , ,4 v ,5 2,89 Mei , ,5 v ,7 2,89 Juni , ,5 v ,5 2,89 Juli , ,5 v ,0 2,89 Augustus , ,5 v ,5 2,89 September , ,9 v ,0 2,89 Oktober , ,8 v ,0 2,89 November , ,7 v ,0 2,89 December , ,8 v ,0 2, Januari , ,9 v ,5 2,89 Februari , ,0 v ,0 2,89 Maart 235 v 38, ,0 v ,89 April v 229 v 38,2 v 26,5 v 17 v 365 v VII 2. INDEXCIJFERS VAN DE GROOTHANDELSPRIJZEN OP DE WERELDMARKTEN Basis 1953 = 100 Bronnen : Comic' Reuter Moody's Investore Service Der Volkswirt Chamber of Shipping. Maandgemiddelden of maanden Reuterindexcijfer Moody.indexcijfer Volkswirtindexcijfers (oude Schulzeindexcijfers) Algemeen Nijverheid Voeding Vrachtprijzen GrootBrittannië per reis) kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal e kwartaal le kwartaal April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December Januari Februari Maart April Bevrachting per reis voor droge ladingen. 2 Gezien de uitbreiding van de statistiek. zijn de gegevens, vanaf 1060, niet meer volledig vergeli lcbaar met de cijfers der vorige perioden.

60 616 VII 3. INDEXCIJFERS VAN DE GROOTHANDELSPRIJZEN IN BELGIE Basis 1953 = 100 (*) Bron Ministerie van Economische Zaken. Maandgemiddelden of maanden Algemeen indexcijfer Produkten Landbouwproduk ten II dustriële produkten OSUla3 qui epaeoae2 ui Algemee n indexcijfer Dierlijke Plantaardige Algemee n indexcijfer Delfstoffe n Metalen en metaalprodukten Textielprodukte n Scheikundige produkte n Bouwmaterialen G,zumenlijko industriële produkten in do drie produktiestadia Grondstoffen mmtniliqugnsh Fabrikaten ,8 105,5 93,9 96,0 92,8 98,9 103,2 105,8 109,6 87,5 107,9 115,0 96,3 102,4 108, ,4 104,7 95,3 95,0 95,9 94,1 103,0 103,7 109,8 84,9 107,6 115,4 96,4 102,4 107, ,6 105,0 96,5 92,2 98,2 86,8 105,4 101,4 110,2 92,2 107,0 121,4 101,5 104,0 108, ,4 105,4 94,8 94,3 110,2 81,5 104,5 99,4 109,1 93,3 104,5 121,7 99,9 103,0 108, ,2 108,6 92,7 100,8 106,9 95,2 103,8 97,7 108,5 90,5 104,5 125,6 97,4 103,1 108, ,8 111,0 94,6 107,0 117,9 97,5 105,4 99,7 109,4 95,5 105,1 130,0 98,8 104,6 110, ,7 116,4 100,2 109,9 126,7 96,0 110,9 104,6 116,2 98,8 108,4 140,5 104,7 110,5 115, ,9 117,2 101,7 113,2 131,2 98,5 111,5 106,6 118,0 93,1 109,3 143,9 104,1 110,9 117, ,5 119,0 105,5 118,2 134,0 104,8 113,5 106,6 118,8 94,9 111,6 145,9 103,6 114,4 119, e kwartaal _. 111,1 116,5 100,7 110,1 129,0 94,7 111,3 106,0 118,0 93,1 108,0 144,4 103,4 110,8 117,1 4e kwartaal _. 112,9 118,3 102,4 116,7 135,3 101,4 112,0 106,9 117,7 93,4 109,1 145,2 104,1 111,6 117, kwartaal _. 114,5 119,0 105,4 117,2 131,6 104,8 113,7 108,3 118,5 95,6 111,4 145,2 105,3 113,3 120,0 2 kwartaal _. 115,4 119,7 107,1 119,5 132,9 107,8 114,4 106,5 119,9 96,1 112,6 145,2 104,8 116,0 119,9 3e kwartaal _. 113,9 118,9 105,1 117,2 134,4 102,9 113,2 105,7 118,8 94,6 110,6 145,2 102,6 114,8 119,3 40 kwartaal _. 114,0 119,1 104,4 118,8 137,0 103,8 112,8.105,8 117,9 93,5 111,8 147,9 101,5 113,4 120, le kwartaal. 114,2 119,2 104,3 119,5 136,4 105,4 112,9 105,9 117,2 92,9 113,6 151,5 100,5 113,3 121, Augustus 111,0 116,3 100,6 109,4 129,1 93,5 111,3 106,0 118,2 92,9 108,1 144,4 103,2 110,9 117,2 September 111,3 116,6 101,0 110,8 129,8 95,3 111,4 106,7 117,9 93,1 108,2 144,4 103,3 110,9 117,4 Oktober 112,1 117,3 101,7 112,6 130,3 98,1 111,9 107,1 118,0 93,5 108,7 145,2 104,1 111,4 117,7 November _. 113,1 118,7 102,3 118,1 137,4 102,2 111,8 106,7 117,5 93,2 109,2 145,2 103,6 111,5 117,8 December._. 113,6 119,0 103,1 119,4 138,1 103,9 112,2 106,8 117,7 93,5 109,4 145,2 104,5 111,8 118, Januari 114,2 118,9 104,9 117,6 133,1 104,4 113,3 108,7 118,3 94,6 111,4 145,2 104,9 112,8 119,6 Februari 114,4 118,9 105,5 115,8 129,4 104,1 114,0 108,7 118,8 95,9 111,6 145,2 105,6 11.3,6 120,3 Maart 114,8 119,2 105,9 118,1 132,4 106,0 113,9 107,5 118,4 96,2 111,1 145,2 105,4 113,6 120,1 April 115,6 119,9 107,4 119,6 132,5 108,5 114,6 107,3 119,5 96,6 113,8 145,2 105,4 115,7 120,2 Mei 116,0 120,4 107,3 121,8 134,4 110,7 114,6 107,0 120,0 96,2 112,7 145,2 105,4 1.16,1 120,0 Juni 114,5 118,7 106,5 117,0 131,9 104,3 113,9 105,3 120,2 95,5 111,4 145,2 103,7 116,3 119,4 Juli 114,5 118,4 106,6 116,8 133,9 102,5 113,9 105,6 120,2 95,3 111,4 145,2 103,6 116,2 119,5 Augustus 113,4 119,6 104,6 116,6 134,5 101,7 113,0 105,6 118,0 94,5 110,2 145,2 102,4 114,1 119,2 September._ 113,8 118,7 104,1 118,3 134,7 104,6 112,7 105,8 118,2 93,9 110,2 145,2 101,8 114,1 119,3 Oktober 113,8 118,9 104,2 117,9 133,9 104,5 112,8 105,8 118,3 93,5 111,0 147,9 101,4 113,6 120,2 November._. 114,2 119,4 104,5 119,6'139,5 103,4 112,9 105,8 117,9 93,6 112,1 147,9 101,6 113,5 120,4 December 114,0 119,0 104,5 118,8 137,5 103,4 112,8 105,9 117,5 93,4 112,2 147,9 101,4 113,1 120, Januari 113,8 118,8 104,5 118,0 135,8 103,3 112,8 105,7 117,4 93,6 113,4 147,9 101,0 112,8 121,2 Februari 114,1 119,0 104,6 118,2 135, ,1 106,1 117,4 93,2 113,6 153,3 100,6 113,7 121,0 Maart 114,6 119,8 103,9 122,4 137,9 109,3 112,8 106,0 116,9 91,9 113,8 153,3 100,0 113,4 121,4 April 114,0 119,6 102,3 122,1 137,4 109,1 112,0 104,4 116,3 91,2 113,8 153,3 98,6 112,8 121,1 Indexcijfers oorspronkeli k berekend op basis = 100 omgezet in basis 1953 = 100.

61 617 VII 3. INDEXCIJFERS VAN DE GROOTHANDELSPRIJZEN IN BELGIE Basis 1953 = 100 Bron : M.E.Z. INHEEMSE EN INGEVOERDE PRODUKTEN Inheemse produkten... "." ' I' ""\ \....." /1.'` \0 1 Algemeen indexcijfer I 100 Ingevoerde produkten go 1 Il III III III III III III III III III III go LANDBOUW EN INDUSTRIELE PRODUKTEN Landbouwprodukten ' Industriele produkten.."*", "' PRIJZEN IN DE DRIE PRODUKTIESTADIA Fabrikaten.,... ir ' " it 11 0."' Halffabrikaten Grondstoffen I

62 VII 4 INDEXCIJFERS VAN DE KLEINHANDELSPRIJZEN IN BELGIE Basis 1953 = 100 Bron : di inisteric van Economische Zaken Diensten Voedingswaren ~ ,0 Algemeen indexcijfer 01..,. 0. "'" Produkten andere dan voedingswaren _ HIIIIHIM HIIIIIIIII IIIHIMIH HINIHIH HINIHIH IIIHIMIH IIIHIHIH MIHIIIIII 10 0 Maandgemiddelden of maanden Mdemeenindexeiger 65 produkten Voedingswaren 85 produkten Produkten andere dan voedingswaren 25 produkten Diensten 5 diensten ,93 107,0 104,5 111, ,31 107,9 106,2 114, _._._.. _ 109,64 109,5 106,6 120, ,97 109,3 107,0 122, ,06 110,5 107,4 125, ,62 112,5 108,3 128, ,04 114,7 109,9 136, ,84 120,3 113,1 145, ,71 126,0 116,2 153, ,92 132,2 119,8 161, kwartaal 128,13 131,81 130,4 133,9 118,1 121,5 159,1 165,9 2e kwartaal 130,52 133,5 119,8 160,7 3 0 kwartaal 130,06 131,9 120,3 161,7 4e kwartaal 130,96 133,0 120,9 162,9 Januari 127,68 131,43 130,1 133,5 117,6 121,2 158,1 165,2 Februari 128,07 131,67 130,3 133,7 118,0 121,4 159,2 165,8 Maart.._._....._ 128,63 132,32 130,9 134,5 118,8 122,0 159,9 166,6 April 129,93 133,25 132,7 135,9 119,7 122,2 160,3 167,4 Mei 130,56 133,71 133,5 136,8 119,9 121,9 160,8 167,9 Juni 131,08 134,2 119,9 161,1 Juli 129,94 131,9 120,1 161,3 Augustus 129,85 131,6 120,3 161,7 September 130,38 132,3 120,6 162,2 Oktober 130,80 132,8 120,9 162,5 November 130,88 132,9 120,9 162,9 December 131,19 133,4 121,0 163,3 13,,bliografisehe referenties : Statistisch Jaarboek voor België. Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. Arbeidsblad. Industrie, tijdschrift van het Recherches économiques de Louvain (1.E.S.P.O.). De Belgisch e Textielnif verheid, tijdschrift van Febeltex. Der V olkswirt. Wirtschaft und Statietik. Bulletin mensuel de statistique (O.V.N.). Monthly Digeet of Statistica. Bulletin statistique de l'i.n.s.e.e. Principaux indicateurs iiconorniques.). Donnies statistiques (Raad van Europa). Financiële dagbladen : Agéfi, Het Financiecle Dagblad, The Financi1 Times, L'Information.

63 VIII. BUITENLANDSE HANDEL VAN DE B.L.E.U. INVOER, UITVOER EN HANDELSBALANS Maandgemiddelden in miljarden franken 40 Invoer 30.. /.,, Uitvoer I I I 1 I I I 1 I I I Uitvoeroverschot / Invoeroverschot I I I i I I I 1 I Bron:N.l.S. Berekeningen N.B.B. 250 Basis 1958=100 INDEXCIJFERS VAN HET VOLUME 250 Invoer Uitvoer Invoer / Uitvoer Bron: N.1.5. Berekeningen N.B.B. INDEXCIJFERS VAN DE GEMIDDELDE WAARDEN PER EENHEID EN VAN DE RUILVOET 110 Basis 1958= Uitvoer 100 Invoer Invoer 100 Uitvoer Ruilvoet * Ten gevolge van codificatiemoeilijkheden kon het N.I.S. sommige transacties niet opnemen in zijn statistiek van de buitenlandse handel. Dientengevolg zijn de basisgegevens van deze grafiek niet juist voor de periode van mei 1906 lot september 1966 wat de indexcijfers van de uitvoer betreft en voor d periode van januari 1964 tot september 1966 wat de indexcijfers van de invoer betreft.

64 620 VIII 1. BUITENLANDSE HANDEL VAN DE B.L.E.U. ALGEMENE TABEL Maandgemiddelden of maanden Bron : N.I.S. Bron : N.1..,. Berekeningen N Waarde (miljarden franken) Invoer Uitvoer Handelsbalans Percentage uitvoer hoeveelheid Indexcijfers basis 1958 = 100 pri zen invoer invoer uitvoer bij invoer bij uitvoer ruilvoet ,3 13,7 0, ,4 111,6 97,4 96,4 99, ,5 15,7 0, ,8 125,0 99,4 98,7 99, ,6 16,4 1, ,3 130,0 99,9 97,8 97, ,0 18,0 1, ,6 145,1 99,5 96,4 96, ,3 20,2 1, ,5 157,9 100,1 97,9 97, ,9 23,3 1,6 94 g 184,4 175,7 101,9 101,1 99, ,1 26,6 0,5 98 g 201,5 199,1 101,4 102,4 101, ,9 28,5 1, kwartaal 25,9 25,5 I 0,4 99 g 191,0 188,7 102,4 103,5 101,1 4 0 kwartaal 30,1 28,9 1,2 96 g 224,2 215,4 101,7 103,2 101, kwartaal 28,9 27,5 1, kwartaal 30,0 29,1 0,9 97 3e kwartaal 29,1 27,0 2, kwartaal 31,6 30,2 1,4 96 :1.967 le kwartaal v 29,5 30,2 I 0, Januarifebruari 27,5 26,5 1, Januarifebruari v 28,5 30,0 i 1,5 105 indexcijfer van de uitvoerprijzen 1 Ruilvoet 1966 Februari 28,4 26,4 2,0 93 indexcijfer van de invoerprijzen Maart 31,7 31,3 0,4 99 April 28,5 28,0 0,5 98 Mei 30,0 27,9 2,1 93 van de eerste x maanden niet noodzakelijk over. Juni 31,3 31,4. 1 0,1 100 een met het gemiddelde van do maandcijfers. Juli 26,4 26,2 0, Wat de indexcijfers van de hoeveelheid, de prij. N. B. 10 Wegens de verbeteringen van de cumulatieve cijfers, stemmen de kwartaalcijfers en do cijfers zen en de ruilvoet betreft, wijkt het gemiddelde Augustus 30,0 23,8 6,2 79 van de kwartaalcijfers af van liet jaarlijks index. September 30,5 31,0 + 0,5 102 cijfer omdat in dat laatste ook seizoenprodukten Oktober 31,3 30,0 1,3 96 en sommige artikelen waarvan de bewegingen sporadisch zijn, worden opgenomen. November 30,9 29,5 1,4 95 December 31,9 31,1 0, Januari 29,5 30,4 1 0,0 103 Februari v 27,5 29,7 1 2, Maart v 31,5 30,4 1,1 97 VIII 2. UITVOER VAN DE B.L.E.U. Verdeling volgens de aard der produkten (miljarden franken) Bron : N.I.S. (indeling van de N.B.B. volgens de Typeclassificatie voor de internationale handel van de O.V.N.). Maandgemiddelden of maanden IJzer. en staalprodukten Metaalverwenhing Nonferrometalen Textiel Scheikundige produkten Steenkolennijverheid Petroleumnijverheid Glas en spiegelglas Parels en edelge Landbouw Diversen steenfan produkten ,8 2,6 0,9 1,8 1,0 0,3 0,5 0,3 0,5 0,4 1,6 12, ,8 2,7 1,1 2,1 1,2 0,2 0,5 0,4 0,7 0,4 1,6 13, ,5 3,2 1,3 2,4 1,2 0,2 0,5 0,5 0,7 0,4 1,8 15, ,1 3,8 1,3 2,6 1,2 0,2 0,4 0,4 0,8 0,5 2,1 16, _._ 3,20 4,34 1,36 2,92 1,28 0,22 0,46 0,52 0,83 0,68 2,20 18, ,21 5,03 1,54 3,23 1,46 0,25 0,66 0,50 0,96 0,89 2,43 20,16 Nieuwe reeks ,21 4,80 1,54 3,23 1,46 0,25 0,66 0,50 0,96 0,89 2,66 20, ,75 5,85 1,84 3,56 1,65 0,27 0,65 0,57 1,17 0,84 3,14 23, ,13 7,07 2,22 3,78 2,02 0,18 0,69 0,58 1,22 1,16 3,54 26, ,95 7,34 2,81 4,17 2,19 0,12 0,67 0,61 1,50 1,22 3,87 28, kwartaal 4,08 7,08 2,05 3,55 1,90 0,18 0,68 0,51 1,23 0,99 3,50 25, kwartaal 4,06 6,41 2,32 3,60 2,02 0,18 0,77 0,58 1,10 1,06 3,40 25,50 4e kwartaal 4,15 7,78 2,34 4,19 2,20 0,17 0,72 0,6i 1,41 1,42 3,86 28, le kwartaal 4,04 7,13 2,64 4,16 2,02 0,12 0,59 0,58 1,43 1,18 3,56 27, kwartaal 3,86 7,84 2,92 4,40 2,19 0,10 0,66 0,58 1,57 1,00 3,99 29, kwartaal 3,91 6,24 3,00 3,86 2,15 0,11 0,80 0,61 1,34 1,21 3,78 27,01 4e kwartaal 3,99 8,11 2,69 4,25 2,41 0,13 0,64 0,65 1,67 1,51 4,17 30, April 4,08 7,56 2,78 4,45 2,00 0,08 0,66 0,63 1,14 0,94 3,66 27,98 Mei 3,53 7,57 2,91 4,20 2,16 0,11 0,69 0,51 1,47 0,87 3,88 27,90 Juni 3,98 8,39 3,07 4,56 2,47 0,11 0,65 0,61 2,09 1,19 4,33 31,45 Juli 3,92 6,73 2,92 3,78 2,02 0,11 0,67 0,58 0,73 1,01 3,70 26,17 Augustus 3,71 4,76 2,87 3,10 2,00 0,09 0,82 0,57 1,35 1,22 3,31 23,80 September 4,09 7,28 3,16 4,69 2,46 0,14 0,90 0,69 1,93 1,40 4,31 31,05 Oktober 3,97 8,30 2,70 4,37 2,34 0,10 0,52 0,66 1,41 1,54 4,10 30,01 November 4,16 7,58 2,65 4,23 2,42 0,16 0,64 0,68 1,38 1,54 4,04 29,48 December._ 3,83 8,45 2,77 4,15 2,46 0,14 0,74 0,61 2,19 1,44 4,37 31, Januari 4,60 8,23 2,93 3,96 2,45 0,14 0,58 0,69 1,13 1,60 4,09 30,40 N. B. De inhoud van elke rubrieit stemt met de benaming overeen, zelfs indien de produkten werden vervaardigd door een nijverheidstak die een andere hoofdactiva heeft. Voor een overzicht van de buitenlandse handel van 1965 : zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XLIe Jaargang, Deel 11, nr 23. augustusseptember Totaal

65 VIII 3. INVOER VAN DE B.L.E.U. Verdeling volgens gebruik der produkten (miljoenen franken) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. Berekeningen van de N.B.B. Produktiegoederen bestemd voor Verbruiksgoederen Maandgemiddelden Totaal de metaalnijverheid 4 de textielbedrijven de landbouw en d e vosdings. bedrijven 2 de diamantnijver huid de houtnijver. held de ledernijverheid 3 de papier en gra fische nijverheid de tabaks. nijverheid de bouwbedrijven 5 de rubbernijverheld 6 de petroleum raffina derijen 7 Brandstoffen vloeibare 8 diverse produktiesectoren andere scheikundige Predulden metaalprodukten 9. andere prodokten 10 Totaal niet duurzame voedingsmiddelen dierlijke produkten plantaardige pro dukten andere 11 duurname 12 Uitrus tingsgoederen 13 Diversen 14 Algemeen totaal * _, I vi C 2 C D g 1965 g le kwartaal g 2e kwartaal g 3e kwartaal g 4e kwartaal g 1966 le kwartaal g 2e kwartaal g 3 0 kwartaal g * Benaderende cijfers verkregen aan de hand van de oude tariefposten. 1 Rubriek vanaf 1960 gewijzigd. a) door opneming van sommige produkten die voordien ingedeeld waren hetzij bij de «Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : andere produkten», hetzij bij de «Duurzame verbruiksgoederen s, hetzij bij de Uit. rustingsgoederen»; b) door uitsluiting van produkten die voortaan opgenomen worden bij de e Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : andere produkten s. Die rubriek omvat, zowel vd6r als na 1980, de losse stukken van autovoertuigen. Rubriek vanaf 1963 gewijzigd door het opnemen van produkten die voordien deel uitmaakten van de rubriek «Duurzame verbruiksgoederen». 2 Rubriek gewijzigd wegens opneming van produkten die voordien deel uitmaakten van de rubriek a Niet duurzame verbruiksgoederen andere dan voedingsmiddelen». Die rubriek omvat, zowel vóór als na 1960, do graangewassen. 3 De nieuwe reeks omvat de schoenen van alle aard, behalve die van rubber. 4 Rubriek die vanaf 1959 gewijzigd werd door opneming van produkten die voordien gerangschikt waren onder het hoofd a Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : andere produkten». 5 Vanaf 1959, nieuwe rubriek waarvan de inhoud voordien hoofdzakelijk voorkwam onder het hoofd Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : andere produkten». e Vanaf 1960 nieuwe rubriek, waarvan de inhoud voordien voorkwam onder de rubriek «Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : scheikundige en andere produkten e. 7 Vanaf 1960 nieuwe rubriek, waarvan de inhoud voordien voorkwam onder de rubriek Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : vloeibare brandstoffen e. Rubriek gesplist sedert 1060 : zie noot 7. 9 Vanaf 1960 nieuwe rubriek waarvan de inhoud voordien hoofdzakelijk voorkwam onder de rubriek e Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : andere produkten». 10 Gewijzigde rubriek, zie noot 1, 4, 8, 6 en Vanaf 1959 nieuwe rubriek, waarvan de inhoud voordien hoofdzakelijk voorkwam onder het hoofd Duurzame verbruiksgoederen e. 12 Rubriek gewijzigd. s) in 1959 zie noot 11. b) in 1960 door opneming van produkten uit de rubriek Uitrustingsgoederen en door overplaatsing van andere produkten naar de a Produktiegoederen bestemd voor de metaalindustrie en de metaalverwerkende nijverheid c) in 1964, door uitsluiting van produkten die opgenomen worden bij de a Produktiegoederen bestemd voor de metaalnijverheid en de metaalverwerkende nijverheid» en onder de rubriek a Diverse goederen s. 13 Gewijzigde rubriek : zie noot 12 b) en door de produkten gaande naara Produktiegoederen bestemd voor de metaalindustrie en de metaalverwerkende nijverheid». 14 Rubriek die vooral sedert 1963 produkten omvat waarvoor een vertrouwelijk tarief geldt.

66 Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek Berekeningen door de N.B.B. VIII 4a. INDEXCIJFERS VAN DE GEMIDDELDE WAARDEN PER EENHEID * Basis 1958 = le kwart. 12e kwart. 13e kwart. 14e kwart. le kwart. 12e kwart. 61 :e kwart. 14e kwart. INVOER (C.I.F.) Verdeling volgens gebruik der produkten Produktiegoederen Verbruiksgoederen Uitrustingsgoederen Totaal 109,4 100,0 98,6 100,8 100,2 103,4 100,0 96,9 96,9 99,0 100,7 100,0 92,1 97,5 101,1 106,9 100,0 97,4 99,4 99,9 98,7 98,9 106,5 98,9 100,0 108,4 100,4 102,3 110,8 g 99,0 105,1 108,0 g 99,1 104,4 109,0 9 97,5 104,9 110,2 g100,4 105,3 109,0 99,5 100,1 101,9 101,4 101,4 100,4 102,4 g 99,2 105,9 108,3 101,7 DIT VOER (F.O.B.) Verdeling volgens aard der produkten IJzer en staalnijverheid Metaalverwerkende bedrijven Nonferro metalen Textiel Scheikundige produkten Steenkolennijverheid Petroleumnijverheid. Glas en spiegelglas Landbouwprodukten Cement Steengroeven Ceramiek Hout en meubelen Huiden, leder en schoeisel Papier en boeken Bewerkte tabak Rubber Voedingsbedrijven Diversen Totaal 113,5 100,0 93,2 103,0 98,5 93,7 91,3 92,6 92,7 92,8 93,1 93,0 91,8 90,7 92,2 92,1 103,3 100,0 95,2 93,0 94,8 95,3 100,0 102,6 104,0 101,3 102,4 106,9 106,4 106,8 118,6 100,0 111,4 116,6 110,7 109,4 111,2 123,3 137,6 135,5 135,9 139,5 139,1 150,9 171,2 178,9 110,7 100,0 94,7 100,0 101,2 100,7 103,7 109,1 106,8 107,6 104,5 109,5 107,5 105,7 105,6 106,5 102,8 100,0 98,6 98,2 98,7 94,7 92,4 94,2 96,2 96,9 96,6 96,3 96,6 98,0 95,7 95,7 102,7 100,0 81,8 74,6 70,3 71,9 81,9 96,8 78,5 77,3 75,2 78,5 84,0 76,4 75,1 70,2 103,8 100,0 93,9 85,2 85,2 83,2 80,8 78,5 77,9 78,0 79,4 77,2 77,1 76,9 75,8 73,6 98,9 100,0 100,1 99,5 101,1 99,8 96,6 99,1 98,4 98,7 97,6 97,3 100,0 97,5 98,4 100,6 101,3 100,0 99,3 98,2 100,3 105,0 114,3 109,3 114,1 107,6 111,7 116,7 119,9 120,9 120,3 110,8 99,0 100,0 97,6 94,6 99,0 98,3 98,6 100,2 101,6 103,7 100,6 101,1 101,6 100,4 100,3 99,7 101,6 100,0 96,1 101,6 98,2 96,8 95,4 96,1 98,5 98,2 98,2 98,0 97,9 99,6 97,0 96,2 100,6 100,0 97,8 88,3 91,1 95,7 100,7 109,4 111,3 110,2 109,0 112,1 114,2 112,7 115,9 119,3 105,4 100,0 96,5 98,3 99,3 97,0 99,0 104,7 107,8 106,9 106,2 108,6 109,7 110,7 112,2 110,1 103,7 100,0 109,0 110,6 110,3 108,8 102,7 107,6 114,7 114,2 117,0 116,9 114,6 124,9 131,4 129,6 99,1 100,0 92,6 94,5 92,4 95,3' 92,7 95,4 98,5 99,1 97,2 98,9 98,4 100,9 97,8 100,8 101,5 100,0 95,3 95,7 100,5 111,7 105,7 100,7 112,6 101,0 115,9 115,9 115,5 116,2 118,2 118,6 104,6 100,0 97,4 92,6 88,4 86,2 83,0 84,1 84,4 83,3 85,3 85,4 83,8 82,7 81,5 86,2 109,6 100,0 91,1 91,1 91,1 89,6 94,2 97,7 98,3 98,8 96,8 97,0 100,2 96,3 94,8 99,0 103,9 100,0 99,1 95,3 90,1 87,8 88,9 93,0 87,4 89,7 92,7 81,1 78,9 97,7 61,4 82,3 107,6 100,0 96,4 98,7 97,8 96,4 97,9 101,1 102,4 101,4 101,5 103,5 103,2 104,4 INDEXCIJFERS VAN DE RUILVOET Totaal 100,7 100,0 99,0 99,3 97,9 96,9 97,8 99,2 101,0 I 100,0 1 01,1 101,1 101,5 i indexcijfer van de gemiddelde waarden per eenheid bij de uitvoer (f.o.b.) 1 Indexcijfers van de ruilvoet : indexcijfer van de gemiddelde waarden per eenheid bij de invoer (c.i.f.) * Zie 20 onder N.B. van tabel VIII.1. ** De ontbrekende gegevens worden thans herzien en zullen eerstdaags worden gepubliceerd.

67 VIII 4b. INDEXCIJFERS VAN HET VOLUME * Basis 1958 = 100 I Bron : Nationaal instituut voor de Statistiek Berekeningen door de N.B.B ** le kwart. 12e kwart. 13e kwart. 14e kwart. le kwart. I 2e kwart. 13e kwart. 14e kwart. INVOER (C.I.F.) Verdeling volgens gebruik der produkten Produktiegoederen Verbruiksgoederen Uitrustingsgoederen Totaal 104,4 100,0 111,3 124,4 130,9 99,9 100,0 110,9 121,5 128,1 97,0 100,0 112,5 122,9 147,7 102,5 100,0 111,4 123,8 132,3 145,6 131,8 161,4 144,6 159,7 152,4 179,3 160,5 g 178, 5 g 188,1 g 214,1 g 184, 4 g 194,6 g 214,4 g 221,8 g 201,5 g 180, 6 g 201,6 g 209,4 g 187,9 g 200,3 g 214,1 g 223,5 g 205, 4 g 184, 6 g 203,9 g 207, ,0 g 215,8 g 241,1 g 246,4 g 224,2 UITVOER (F.O.B.) Verdeling volgens aard der produkten IJzer en staalnijverheid Metaalverwerkende bedrijven Nonferro metalen Textiel Scheikundige produkten Steenkolennijverheid Petroleumnijverheid Glas en spiegelglas Landbouwprodukten Cement Steengroeven Ceramiek Hout en meubelen Huiden, leder en schoeisel Papier en boeken Bewerkte tabak Rubber Voedingsbedrijven Diversen Totaal 99,5 92,2 90,6 110,0 94,6 137,7 81,9 91,2 71,7 142,6 108,3 110,6 113,4 98,5 98,4 82,7 99,8 92,4 99,0 97,8 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 110,8 127,4 109,1 130,5 111,3 124,3 119,6 129,5 115,6 115,3 78,8 82,3 100,1 103,8 130,2 143,7 96,9 100,1 114,5 108,2 111,4 117,6 120,7 172,7 129,4 162,3 120,9 124,4 114,0 133,4 126,2 147,9 117,0 124,8 112,8 130,5 117,4 138,5 111,6 125,0 117,5 141,2 131,9 139,0 123,4 90,7 97,2 145,1 110,5 111,3 131,6 229,3 205,5 160,1 140,2 178,8 148,1 154,1 147,9 130,0 127,3 164,6 135,2 158,5 130,3 88,1 107,1 168,8 138,0 109,2 154,0 196,3 287,1 175,8 161,8 167,2 165,6 185,8 153,7 145,1 130,9 175,0 150,7 170,0 151,0 85,6 154,3 169,5 158,3 99,3 173,9 206,7 349,4 195,5 181,7 216,0 187,0 209,9 155,1 157,9 151,6 208,2 162,5 177,6 166,4 78,2 156,0 188,1 157,2 115,8 204,9 250,5 399,0 209,2 205,9 278,0 222,0 234,0 159,9 175,7: 166,0 169,2 250,5 257,5 175,3 174,2 192,7 192,2 198,0 192,7 63,6 66,1 166,1 140,4 190,2 181,9 208,0 234,5 133,7 124,5 212,1 200,6 258,0 244,7 450,1 413,0 217,1 208,8 234,9 223,4 336,4 290,8 261,1 275,1 278,0 251,8 177,6 188,8 199,1 199,6 163,9 253,6 164,4 185,8 186,2 67,5 160,7 169,1 189,1 140,6 213,3 269,3 462,4 192,7 232,9 299,1 269,3 280,6 163,4 163,4 217,6 181,8 179,0 198,3 64,9 188,1 193,6 186,4 146,8 224,4 259,5 419,7 210,2 217,2 320,0 250,9 271,4 166,6 168,7 274,2 182,6 216,5 213,2 55,8 175,5 216,7 243,7 123,1 211,7 258,5 501,9 246,0 266,4 435,1 257,3 313,8 189,3 166,3 253,3 190,7 213,2 194,4 44,8 143,5 192,1 204,9 100,1 188,1 190,9 452,4 227,7 250,2 294,0 232,4 286,9 162,3 194,1 188,7 215,4 202,3 156,4 185,6 226,6 219,2 38,0 162,4 167,6 171,4 131,4 224,8 230,1 518,1 242,3 284,7 339,8 335,0 340,8 249,5 158,7 182,1 196,7 214,4 46,4 201,8 172,5 236,7 119,9 220,4 243,8 445,1 197,8 253,2 338,1 257,2 290,5 199,6 14> Zie 20 onder N.B. van tabel VIIT1. ** De ontbrekende gegevens worden thans herzien en zullen eerstdaags worden gepubliceerd.

68 624 VIII 5. GEOGRAFISCHE SPREIDING VAN DE BUITENLANDSE HANDEL VAN DE B.L.E.U. (miljarden franken) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. \VestDuitsland 1 Frankrijk 1 Nederland Maandgemiddelden of maanden invoer uitvoer handelsbalans invoer uitvoer handelsbalans uitvoer hmidelsi balans ,24 2,34 2,81 3,14 3,55 4,10 5,12 5,76 6,47 1,46 1,82 2,48 2,51 3,18 3,73 4,83 5,81 6,00 0,78 0,52 0,33 0,63 0,37 0,37 0,29 + 0,05 0,47 1,51 1,80 2,24 2,59 2,77 3,20 3,65 4,15 4,65 1,34 1,25 1,64 1,84 2,24 2,94 3,53 3,86 4,60 0,17 0,55 0,60 0,75 0,53 0,26 0,12 0,29 0,05 2,05 2,26 2,45 2,69 2,80 3,14 3,67 4,02 4,37 2,63 2,92 3,35 3,83 4,11 4,55 5,34 5,87 6,33 F 0,58 0,66 + 0,90 1,14 + 1,31 1 1,41 1 1,67 + 1,85 1, kwartaal 2 kwartaal 3 kwartaal 4e kwartaal : kwartaal 6,17 6,38 6,23 7,08 6,10 5,71 6,53 5,50 6,24 5,50 0,46 0,15 0,73 0,84 0,60 4,88 4,74 4,23 4,74 4,60 4,47 4,65 4,20 5,08 5,62 0,41 0,09 0,03 1 0,34 1 1,02 4,29 4,47 4,11 4,61 4,39 6,12 6,68 5,96 6,56 6,20 I 1,83 A 2,21 1,85 1 1,95 1, Maart April Mei juni Juli Augustus September Oktober November December 7,15 6,07 6,21 6,76 5,32 6,33 6,99 7,11 6,79 7,28 6,52 6,14 6,56 6,90 5,51 4,59 6,40 6,71 6,36 5,66 0,63 0,07 ± 0,35 0,14 0,19 1,74 0,59 0,40 0,43 1,62 5,26 4,61 4,60 4,87 3,97 4,33 4,36 4,90 4,46 4,78 5,01 4,15 4,68 5,11 4,70 3,06 4,79 4,78 4,83 5,68 0,25 0,46 + 0,08 I 0,24 0,73 1,27 1 0,43 0,12 + 0,37 + 0,90 4,71 4,57 4,21 4,55 3,24 4,33 4,70 4,66 4,60 4,54 7,15 6,32 6,52 7,19 5,85 5,31 6,73 6,52 6,52 6,65 F 2,44 1,75 I 2,31 I 2,64 1 2,6] H 0,98 2,03 1 1,86 1,92 2, Januari Februari Maart 5,80 5,62 6,89 5,84 5,18 5,48 F 0,04 0,44 1,41 4,34 4,37 5,10 5,61 5,73 5,52 ± 1,27 + 1,36 + 0,42 4,25 4,28 4,65 5,78 6,39 6,43 + 1,53 1 2,11 1,78 Europese Economische Gemeenschap Totaal E tropese 0.E.S.0.landen ( noederlanden 2 illaandgemiddelden of maanden invoer uitvoer handelsbalans invoer uitvoer handelsbalans invoer uitvoer handelsbalans kwnrtaal 2 kwartaal 30 kwartaal 40 kwartaal kwartaal 1966 Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1967 Januari Februari Maart 0,28 0,34 0,39 0,48 0,56 0,74 0,94 1,05 1,22 1,13 1,20 1,30 1,25 1,31 1,28 1,15 1,49 1,29 1,20 1,43 1,25 1,33 1,21 1,20 1,17 1,23 1,53 0,29 0,36 0,48 0,53 0,72 1,04 0,88 0,91 0,94 0,94 0,88 0,88 1,08 1,33 0,98 0,78 0,88 0,98 0,86 0,70 1,08 1,00 0,97 1,26 1,11 1,41 1,46 0,01 0,02 0,09 0,05 0,16 I 0,30 0,06 0,14 0,28 0,19 0,32 0,42 0,17 0,02 0,30 0,37 0,61 0,31 0,34 0,73 0,17 0,33 0,24 0,06 0,06 0,18 0,07 6,08 6,74 7,89 8,90 9,68 11,18 13,38 14,98 16,70 16,47 16,79 15,87 17,68 16,41 18,40 16,40 16,51 17,47 13,73 16,42 17,30 18,00 17,06 17,80 15,56 15,50 18,17 5,72 6,35 7,95 8,71 10,25 12,26 14,58 16,45 17,87 17,24 18,74 16,54 18,97 18,65 19,66 17,39 18,65 20,18 16,92 13,66 19,00 19,01 18,68 19,25 18,34 18,71 18,89 0,36 0,39 0,06 n'19 + 0,57 + 1,08 I 1,20 1,47 + 1,17 + 0,77 + 1,95 + 0,67 + 1,29 2,24 1 1,26 0,99 1 2,14 2,71 3,19 2,76 1,70 I 1,01 1,62 1,45 H 2,78 ± 3,21 I 0,72 8,03 8,94 10,35 11,51 12,50 14,33 16,87 18,74 20,79 20,08 20,51 19,22 22,23 20,72 22,59 20,35 20,59 21,56 17,05 20,27 21,18 22,30 21,77 22,26 19,91 20,06 22,19 7,92 8,71 10,78 11,68 13,25 15,51 17,96 20,41 21,85 21,28 21,99 19,79 23,01 23,18 23,99 21,61 22,33 24,34 20,45 17,15 23,42 22,83 22,53 23,69 23,13 23,15 23,27 0,11 0,23 + 0,43 I 0,17 + 0,75 + 1,18 1,09 1,67 + 1,06 1,20 1,48 1 0,57 1 0,78 1 2,46 1,40 + 1,26 I 1,74 ± 2,78 + 3,40 3,12 2,24 + 0,53 0,76 1,43 1 3,22 3,09 1,08 1 Bet Saargebied wordt gerekend bij lirankrijk lot op het einde van het le halfinar 1050 en bij WestDuitsland vanaf het 2e halfjaar Incl. Spanje vanaf 1060.

69 625 VIII 5. GEOGRAFISCHE SPREIDING YAN DE BUITENLANDSE HANDEL YAN DE B.L.E.U. 1 (miljarden franken) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. Maandgemiddelden of maanden Verenigde Staten van Amerika invoer uitvoer handelsbalans invoer VerenigdKoninkrijk uitvoer handelsbalans Landen van het sterlinggebied exclusief het VerenigdKoninkrijk invoer uitvoer handelsbalans le kwartaal 2 kwartaal 30 kwartaal 4 kwartaal kwartaal 1,29 1,35 1,63 1,56 1,88 1,97 2,19 2,29 2,37 2,40 2,15 2,45 2,48 2,30 1,17 1,81 1,49 1,50 1,72 1,71 1,88 2,22 2,46 2,27 2,50 2,57 2,51 2,45 0,12 + 0,46 0,14 0,06 0,16 0,26 0,31 0,07 + 0,09 0,09 1 0,35 1 0,12 1 0,03 + 0,15 0,96 1,19 1,21 1,33 1,53 1,76 1,89 2,02 2,21 2,18 2,31 1,95 2,40 2,23 0,72 0,81 0,87 0,86 0,90 1,16 1,15 1,28 1,34 1,41 1,36 1,28 1,30 1,59 0,24 0,38 0,34 0,47 0,63 0,60 0,74 0,74 0,87 0,72 0,91 0,64 1,10 0,64 0,97 1,11 0,95 0,95 1,14 1,29 1,47 1,57 1,76 1,62 1,75 1,73 1,94 0,80 0,68 0,83 0,81 0,74 0,81 0,88 1,03 1,01 0,96 0,87 0,96 1,23 0,17 0,43 0,12 0,14 0,40 0,48 0,59 0,54 0,75 0,66 0,88 0,77 0, Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 2,54 2,04 2,08 2,31 2,17 2,64 2,50 2,36 2,41 2,63 2,84 2,47 2,26 2,76 2,19 2,64 2,87 2,76 2,26 2,52 0,30 + 0,43 + 0,18 + 0,45 + 0,02 + 0,37 + 0,40 0,15 0,11 2,20 2,21 2,41 2,30 1,76 2,16 1,88 2,33 2,48 2,30 1,45 1,49 1,25 1,33 1,19 1,15 1,50 1,24 1,16 1,51 0,75 0,72 1,16 0,97 0,57 1,01 0,38 1,09 1,32 0,81 1,87 1,64 2,00 1,62 1,67 1,64 1,85 1,67 2,15 1,99 1,26 0,83 0,74 1,06 0,82 0,91 1,14 1,20 1,25 1,22 0,61 0,81 1,26 0,56 0,85 0,73 0,71 0,47 0,90 0, Januari Februari Maart 2,29 2,09 2,53 2,41 2,44 2,50 + 0,12 + 0,35 0,03 2,19 2,49 2,00 1,61 1,68 1,49 0,58 0,81 0,51 2,56 1,23 1,33 LatijnsAmerika 1 Kongo en RwandaBurundi Comecon Maandgemiddelden of maanden invoer uitvoer handelsbalans invoer uitvoer handelsbalans invoer uitvoer handels balans ,63 0,77 + 0,14 0,69 0,49 0,20 0,24 0,26 I 0, ,64 0,72 + 0,08 0,81 0,38 0,43 0,31 0,25 0, ,75 0,68 0,07 1,11 0,26 0,85 0,32 0,40 0, ,72 0,64 0,08 0,96 0,19 0,77 0,36 0,39 0, ,85 0,58 0,27 0,76 0,21 0,55 0,43 0,36 0, ,92 0,46 0,46 0,71 0,21 0,50 0,48 0,31 0, ,96 0,61 0,35 0,86 0,28 0,58 0,49 0,32 0, ,97 0,63 0,34 0,87 0,30 0,57 0,51 0,39 0, ,04 0,62 0,42 1,31 0,30 1,01 0,58 0,50 0, le kwartaal 0,99 0,51 0,48 1,02 0,34 0,68 0,44 0,46 + 0, kwartaal 1,05 0,58 0,47 1,56 0,30 1,26 0,56 0,46 0,10 30 kwartaal 1,15 0,67 0,48 1,42 0,26 1,16 0,63 0,45 0, kwartaal... 0,99 0,72 0,25 1,24 0,31 0,93 0,69 0,62 0, Januari 1,00 0,47 0,52 1,02 0,37 0,65 0,43 0,39 0,04 Februari 0,84 0,58 0,26 1,01 0,29 0,72 0,42 0,48 0,06 Maart 1,13 0,50 0,63 1,01 0,34 0,67 0, ,04 April 1,02 0,59 0,43 0,98 0,33 0,65 0,43 0,39 0,04 Mei 1,04 0,49 0,55 1,75 0,25 1,50 0,51 0,43 0,08 Juni 1,07 0,68 0,39 1,95 0,32 1,63 0,73 0,54 0,19 Juli 1,11 0,62 0,49 1,84 0,21 1,63 0,57 0,41 0,16 Augustus 1,19 0,64 0,55 1,33 0,27 1,06 0,76 0,37 0,39 September ,77 0,37 1,09 0,32 0,77 0,52.0,57 + 0,05 Oktober 0,94 0,72 0,22 1,17 0,26 0,91 0,66 0,62 0,04 November 0,97 0,73 0,24 1,02 0,33 0,69 0,59 0,42 0,17 December 1,01 0,71 0,30 1,40 0,32 1,08 0,76 0,82 I 0, Januari 1,16 0,82 0,34 0,94 0,21 0,73 0,56 0,56 I Omvat : MiddenAmerika, ZuidArre ika en Mexico. Bibliografische referenties : Maandelijks bulletin over de buitenlandse handel van de B.L.E.U. Statistisch Jaarboek voor België. Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. Industrie, tijdschrift van de V.B.N. De Belgische Textielnijverheid, maandelijks tijdschrift van Febeltex. Belgisch Handelstijdschrift van de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel. Handelsoverzicht van de Nederlandsche Kamer van Koophandel voor België en Luxemburg: Bulletins statistiques : Commerce extérieur (0.13.S.0.). Statistical Papers : Direction of International Trade (0.V.N.). Algemeen Statistisch Bulletin (Statistisch Bureau van de Europese Gemeenschappen). Recherches économiques de Louvain (I.E.S.P.O.).

70 IX. BETALINGSBALANS VAN DE BELGISCHLUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE IX 1. ALGEMENE BETALINGSBALANS J aarcijfers (Miljarden franken) Ontvangsten Uitgaven Saldo 1. Goederen en dienstentransacties : 1.1 Goederentransacties : 1.11 Uitvoer en invoer 1 6,1 6,4 9,0 8,7 2,6 266,4 283,0 16, Loonwerk + 2,7 + 3,8 + 3,3 + 5,2 + 6,6 10,7 2,6 + 8, Arbitrage (netto) + 2,3 + 3,1 1 2,4 + 5,4 + 3,2 5,3 + 5,3 1.2 Nietmonetair goud 0,9 0,5 0,7 0,8 2,0 0,1 1,6 1,5 1.3 Vracht en verzekeringskosten voor goederenvervoer. 2 0, ,7 0,3 0,4 0,4 12,6 12,9 0,3 1.4 Andere vervoerkosten 0,2 + 0,8 I 1,0 I 1,1 4,8 4,4 + 0,4 1.5 Reisverkeer 3 2,1 2,2 3,2 3,4 4,1 11,5 16,0 4,5 1.6 Opbrengsten uit investeringen ,3 + 0,1 1,0 0,9 + 0,6 15,0 14,1 + 0,9 1.7 Overheidstransacties niet elders vermeld 0,1 0,2 1,0 2,3 1 0,3 6,3 6,1 + 0,2 1.8 Overige : 1.81 Grensarbeiders + 3,3 + 3,7 + 4,0 + 4,0 + 4,1 5,4 1,4 + 4, Overige + 1,8 + 1,5 + 0,1 + 0,2 + 0,7 22,0 22,1 0,1 Totaal 1 1 1,8 + 3,4 4,6 0,7 + 7,5 360,1 364,2 4,1 2. Overdrachten : 2.1 Particulieren j 3,0 + 2,6 + 2,5 + 3,0 + 2,5 7,1 5,5 + 1,6 2.2 Staat 2,3 1,8 3,1 2,4 2,4 0,3 2,8 2,5 Totaal 2 i 0,7 + 0,8 0,6 + 0,6 + 0,1 7,4 8,3 0,9 3. Kapitaalverkeer van de overheid : 3.1 Staat : 3.11 Verplichtingen : Contractuele aflossingen 1,7 1,3 2,2 2,3 3,3 1,8 1, Andere transacties 3,4 0,2 1 5,0 + 2,8 2,0 5,0 5,4 0, Tegoeden 0,2 0,7 0,4 0,1 0,5 0,1 0,4 0,3 3.2 Andere overheid : 3.2.I. Verplichtingen 1 0,3 + 1, Tegoeden + 0,1 + 0,1 + 0,1 + 0,1. Totaal 3 5,2 1,8 + 2,5 + 1,5 5,8 5,1 7,6 2,5 4. Kapitaal verkeer van de bedrijven en particulieren : 4.1 Overheidsbedrijven + 1,9 0,1 0,1 + 0,3 + 1,7 1,0 0,3 + 0,7 4.2 Nietgeldscheppende financiële instellingen van de overheidssector + 0,2 0,7 + 0,7 + 2,0 + 0,4 2,3 1,0 + 1,3 4.3 Particuliere sector 3 (netto cijfers) : 4.31 BelgischLuxemburgse investeringen en beleggingen in het buitenland : Effecten 4,7 3,6 5,5 1,3 2,1 6,5 6, Directe investeringen 0,4. 0, Onroerende goederen + 1,8 0,8 4,0 5,4 1,3 1,7 1, Overige + 1,0 0,6 0, Buitenlandse investeringen en beleggingen in de B.L.E.U. : Effecten 1 1,5 + 0,8 1 0,8 + 0,1 + 0,5 0,3 0, Directe investeringen + 7,1 7,0 + 7, Onroerende goederen 4 3,5 + 5,6 + 8,9 + 12,1 + 0,2 0,3 0, Overige 1 + 0,7 0,7 + 0, Niet onderscheiden investeringen en beleggingen 0,4 0,8 + 1,3 + 1,0 + 0,8 0,6 + 0,6 Totaal 4 + 3,8 + 0,4 + 2,1 + 8,8 + 7,0 11,6 11,1 + 0,5 5. Vergissingen Cu weglatingen (netto) + 0,6 + 1,4 + 0,6 + 0,5 0,3 1,0 + 1,0 Totaal 1 tot 5 + 1,7 + 4,2 + 10,7 + 8,5 385,2 391,2 6,0 6. Financiering van het totaal : 6.1 Herfinanciering buiten de geldscheppende instellingen van commerciële vorderingen op het buitenland ,1 + 0,2 + 0,1 1 0,1 1 1,2 1,1 6.2 Mutaties van de goudvoorraad en de nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen : 6.21 Nationale Bank + 12,2 1,7 + 11,2 + 12,6 + 8,0 + 1, Overige 11,6 + 5,7 11,3 2,0 0,7 6,6 1 Voor een deel van de uitvoer en van de invoer zijn liet c.i.f. cijfers, d.w.z. inclusief de vracht en verzekeringskosten voor het goederenvervoer. 2 Deze rubriek vermeldt, in ontvangsten en uitgaven, slechts een deel van de vracht en verzekeringskosten voor he goederenvervoer. liet andere deel kan niet gescheiden worden van de uitvoer of van de invoer waarop het betrekking heeft en is dus begrepen in de ontvangsten en do uitgaven van rubriek 1.11 a Uitvoer en invoer n (cf. noot 1). 3 De cijfers na 31 december 1964 kunnen, ten gevolge van de verbetering van het statistisch materiaal, niet volstrekt vergeleken worden met die van de vorige periodes. 4 Voor 1961, zijn alleen de cijfers beschikbaar die terzelfder tijd betrekking hebben op de rubrieken 1.8 e Vracht en verzekeringskosten voor goederenvervoer a en 1.4 Andere vervoerkosten,,. Daarenboven, kunnen deze cijfers niet helemaal worden vergeleken met de gecombineerde cijfers van de rubrieken 1.8 en 1.4 voor de jaren nadien. Zij omvatten niet de ontvangsten en uitgaven voor de verzekering van het goederenvervoer die sedert 1962 begrepen zijn in rubriek 1.3 en ook niet de aanen verkopen van boordproviand en de ontvangsten en uitgaven voor liet personenvervoer die sedert 1962 opgenomen zijn in rubriek 1.4.

71 IX 2. ALGEMENE BETALINGSBALANS Saldi per kwartaal (Miljarden franken) le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4o kwartaal 1. Goederen en dienstentransacties : 1.1 Goederentransacties : 1.11 Uitvoer en invoer 1 + 1,4 3,3 0,7 4,3 3,4 5,0 3, Loonwerk 1 1,5 1 2,0 + 1,4 + 1,7 :1 2,3 + 1,8 + 2,2 + 1,8 + 2, Arbitrage + 1,4 + 0,7 + 0,8 + 0,3 + 1,8 + 1,5 + 1,5 + 0,5 + 1,7 1.2 Nietmonetair goud. 0,6 0,4 0,7 0,3 0,6 0,2 0,5 0,2 0,5 1.3 Vracht en verzekeringskosten voor goederenvervoer 2 + 0,1 0,2 0,3 0,1 0,2 + 0,3 1.4 Andere vervoerkosten + 0,3 + 0,1 + 0,4 + 0,3 + 0,1 + 0,1 + 0,1 + 0,1 + 0,1 1.5 Reisverkeer 0,4 1,2 2,2 0,3 0,7 1,1 2,7 0,6 1.6 Opbrengsten uit investeringen 0,5 + 0,6 + 0,5 + 0,2 0,6 + 0,8 + 0,5 + 0,1 1.7 Overheidstransacties niet elders vermeld ,3 4 0,3 + 0,4 0,1 0,1 + 0,2 + 0,4 0,3 + 0,2 1.8 Overige : 1.81 Grensarbeiders + 1,1 + 0,9 + 1,2 + 0,9 + 1,0 + 0,9 + 1,0 + 1,1 + 1, Overige ,3 + 0,2 + 0,2 + 0,1 0,1 + 0,2 0,3 + 0,1 Totaal 1 + 4,4 + 2,3 1,4 + 2,2 0,3 0,9 2,2 0,7 + 4,6 2. Overdrachten : 2.1 Particulieren + 0,5 + 0,8 + 0,8 + 0,4 + 0,4 + 0,3 + 0,4 + 0,5 + 0,3 2.2 Staat 0,6 0,7 0,5 0,6 0,5 0,6 0,7 0,7 0,6 Totaal 2 0,1 + 0,1 + 0,3 0,2 0,1 0,3 0,3 0,2 0,3 3. Kapitaalverkeer van de overheid : 3.1 Staat : 3.11 Verplichtingen : Contractuele aflossingen 0,9 1,4 0,6 0,4 0,6 0,5 0,5 0,2 0, Andere transacties 2,7 + 0,2 + 0,6 0,1 0,5 0,3 0,9 + 1,3 1, Tegoeden 0,1 0,4 + 0,1 0,4 3.2 Andere overheid : 3.21 Verplichingen 1 0,1 + 0,5 0,6 0, Tegoeden Totaal 3 3,5 0,8 0,6 0,9 1,1 0,7 1,4 + 0,7 2,9 4. Kapitaalverkeer van de bedrijven en particulieren : 4.1 Overheidsbedrijven + 0,1 + 1,2 + 0,4 + 0,5 + 0,2 + 0,1 4.2 Nietgeldscheppende financiële instellingen van de overheidssector 4 0,1 + 0,5 0,2 + 0,3 + 0,8 0,1 + 0,3 + 2,4 4.3 Particuliere sector : 4.31 BelgischLuxemburgse investeringen en beleggingen in het buitenland : Effecten + 0,2 0,7 0,7 0,9 2,3 1,3 1,0 1,9 1, Directe investeringen. 0,8 0,5 0,3 0,4 + 0,5 0,2 0,6 0,1 1, Onroerende goederen 0,2 0,4 0,4 0,3 0,4 0,4 0,4 0,5 0, Overige 0,6 + 0,5 + 1,1 + 0,1 0,2 0,5 + 0, Buitenlandse investeringen en beleggingen in de B.L.E.U. : Effecten + 0,2 + 0,3 0,3 + 0,3 0,2 + 0,3 0,4 + 0, Directe investeringen. + 2,0 + 1,7 + 1,6 + 1,8 + 2,1 + 2,1 + 1,8 + 1,0 + 1,9 ' Onroerende goederen + 0,2 0,1 0,1 0, Overige ,1 + 0,2 + 0,2 1 0,2 0,1 + 0,1 + 0,3 + 0,4 + 0, Niet onderscheiden investeringen en beleggingen + 0,2 + 0,3 + 0,1 + 0,2 + 0,1 + 0,2 + 0,2 + 0,1 + 0,1 Totaal 4 + 1,3 + 2,6 + 1,1 + 2,0 + 0,7 + 0,8 + 0,1 1,1 + 2,7 i. Vergissingen en. weglatingen 0,5 0,4 + 0,2 + 0,4 + 0,2 + 0,3 + 0,5 0,4 Totaal 1 tot 5 + 1,6 + 3,8 0,4 + 3,5 0,6 0,8 3,8 0,8 + 3,7 3. Financiering van het totaal : 6.1 Herfinanciering buiten de geldscheppende instellingen van commerciële vorderingen op het buitenland + 2,3 1,9 + 2,2 1,4 0,3 0,6 0,6 + 0,4 + 0,4 6.2 Mutaties van de goudvoorraad en de nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen : 6.21 Nationale Bank.. 1,5 + 7,1 0,4 + 2,8 3,1 + 3,3 1,2 + 2,7 0, Overige + 0,8 1,4 2,2 + 2,1 + 2,8 3,5 2,0 3,9 + 3,8 le kwartaal v 1 Voor een deel van de uitvoer en van de invoer zijn het c.i.f.cijfers, d.w.z. inclusief de vracht en verzekeringskosten voor het goederenvervoer. 2 Deze rubriek vermeldt, in ontvangsten en uitgaven, slechts een deel van de vracht en verzekeringskosten voor het goederenvervoer. Het andere deel kan niet gescheiden worden van de uitvoer of van de invoer waarop het betrekking heeft en is dus begrepen in de ontvangsten en de uitgaven van rubriek 1.11 Uitvoer en invoer (cf. noot 1).

72 628 IX. 3. ALGEMENE BETALINGSBALANS Ontvangsten en uitgaven per kwartaal en samengevoegde maandsaldi (Miljarden franken) Ont. vangsten e kwartaal Uitgaven Saldo vangsten le kwart aal v ',67 v Uitgaven Saldo Eerste 3 maanden 1. Goederen cn dienstentransacties : 1 1 Goederentransacties : Lil Uitvoer en invoer 1 70,4 74,3 3,9 68,2 68,2... :1.12 Loonwerk 2, 5 0,7 + 1,8 2,8 0,8 + 2,0 1 2,3 + 2, Arbitrage (netto) 0, 5 + 0, 5 1, 7 I 1,7 1 1, 8 + 1, Nietmonetair gond 0, 1 0,3 0,2 0,1 0,6 + 0,5 0,6 0,5 1.3 Vracht en verzekeringskosten voor goederenvervoer 2 3, 3 3, , 3 3,0 + 0,3 = 0,1 + 0,3 1.4 Andere vervoerkosten 1, 3 1, 2 + 0, 1 1, 1 1,0 + 0,1 + 0,1 + 0,1 1.5 Beisverkeer 2,5 2, , 3 2,9 0,6 0,7 0,6 :1.6 Opbrengsten uit investeringen 4, 4 3,9 + 0,5 3,2 3,1 I 0,1 I 0,2 + 0,1 1.7 Overheidstransacties niet elders vermeld 1, 1 1, 4 0, 3 2,1 1,9 + 0,2 0, 1 + 0,2 1.8 Overige 1.81 Grensarbeiders 1, 5 0, 4 + 1, 1 1, 5 0,3 + 1,2 + 1,0 + 1, Overige 5, 9 6,2 0,3 5,8 5,7 + 0,1 + 0,1 + 0,1 Totaal 1 93,5 94,2 0,7 92,1 87,5 + 4,6 0,3 + 4,6 2. Overdrachten : 2.1 Particulieren 2, 0 1, 5 + 0, 5 1, 6 1,3 + 0,3 + 0,4 + 0,3 2.2 Staat 0, 1 0,8 0,7 0,6 0,6 0,5 0,6 Totaal 2 2, 1 2,3 0,2 1,6 1,9 0,3 0,1 0,3 3. Kapitaalverkeer van de overheid : 3.1 Staat 3.11 Verplichtingen : Contractuele aflossingen 0, 2 0, 2 0,6 0,6 0,6 0, Andere transacties 3, 3 2, 0 + 1, ,9 1,9 0,5 1, Tegoeden... 0, 4 0, Andere overheid 3.21 Verplichtingen ,4 0,4 0, Tegoeden Totaal 3 3, 3 2,6 0, 7 2,9 2,9 1, 1 2,9 4. Kapitaalverkeer van de bedrijven en particulieren : 4.1 Overheidsbedrijven 0,2 0,1 + 0,1 + 0,5 + 0,1 4.2 Nietgeldscheppende financiële instellingen van de overheidssector 0, 5 0,2 + 0,3 3,0 0,6 + 2,4 + 0,3 + 2, Particuliere sector (netto cijfers) : 4.31 BelgischLuxemburgse investeringen en beleggingen in het buitenland : Effecten 1, 9 1, 9 1,2 1,2 2,3 1, Directe investeringen 0, 1 0, 1 1, 1 1, 1 + 0, 5 1, 1 4.3:13 Onroerende goederen 0, 5 0, 5 0,4 0,4 0, 4 0, Overige 0, 2 + 0,2 + 0,1 + 0, Buitenlandse investeringen en beleggingen in de B.L.E.U. : Effecten 0,4 0,4 0,2 + 0, , Directe investeringen 1, 0 + 1, 0 1, 9 + 1,9 + 2,1 + 1, Onroerende goederen Overige 0, 4 + 0, 4 0, 5 + 0, 5 0, 1 + 0, Niet onderscheiden investeringen en beleggingen 0, 1 + 0, 1 0, 1 + 0,1. + 0,1 + 0,1 Totaal 4 2,0 3,1 1, 1 6, 1 3,4 + 2,7 + 0,7 + 2,7 5. Vergissingen en weglatingen (netto) 0, 5 + 0, 5 0,4 0, 4 + 0,2 0,4 Totaal 1 tot 5 101,4 102,2 0,8 99,8 96,1 + 3,7 0,6 + 3,7 6. Financiering van het totaal : 6.1 Herfinanciering buiten de geldscheppende instellingen van commerciële vorderingen op het buitenland + 0, 4 + 0,4 0,3 + 0,4 6.2 Mutaties van de goudvoorraad en de nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen 6.21 Nationale Bank + 2, 7 0,5 3,1 0, Overige 3, 9 + 3,8 + 2,8 + 3,8 1 Voor een deel van de uitvoer en van de invoer zijn het c.i.f.cijfers, d.w.z. inclusief de vracht en verzekeringskosten voor het goede envervoer. 2 Deze rubriek vermeldt, in ontvangsten en uitgaven, slechts een deel van de vracht en verzekeringskosten voor het goederenvervoer. Het andere deel kan niet, g,scheiden worden van de uitvoer of van de invoer waarop het betrek king heeft en is dus begrepen in de ontvangsten en de uitgaven van rubriek 1.11 a Uitvoer en invoer n (cf. noot 1).

73 X. VALUTAMARKT 1. OFFICIELE WISSELKOERSEN VASTGESTELD DOOR DE IN VERREKENINGSKAMER TE BRUSSEL VERGADERDE BANKIERS (Belgische franken) Daggemiddelden I U.S. dollar 1 Franse frank 1 po. nd sterling 1 Nederl. guld7n 1 Zwitserse frank 1 Datesahe M ark 100 s haiasise t.irle, 1 Zweedse kroon 1 Noorse kroon 1 Deense kroon 1 Canadese dollar Enkel Post 100 escudo 100 st e nr 100 ' Peseta Oosten schilling ,76 10,15 139,71 13,81 11,51 12,45 8,02 9,65 6,97 7,21 46,553 46, ,19 192, ,86 10,18 139,62 13,85 11,54 12,51 8,02 9,61 6,97 7,22 46, ,05 193, ,75 10,15 138,89 13,79 11,52 12,52 7,97 9,66 6,95 7,19 46,119 46, ,16 192, ,64 10,13 138,78 13,79 11,47 12,43 7,94 9,62 6,94 7,18 46,042 46, ,07 192,21 82,88' ,83 10,14 139,18 13,77 11,52 12,46 7,98 9,65 6,97 7,21 46,252 46, ,58 192,87 83, le kwartaal 49,74 10,15 139,30 13,74 11,48 12,39 7,96 9,63 6,96 7,21 46,236 46, ,74192,4282,98 2e kwartaal 49,81 10,16 139,06 13,74 11,53 12,41 7,98 9,66 6,96 7,21 46,258 46, ,42192,7883,07 3e kwartaal 49,78 10,14 138,82 13,78 11,51 12,47 7,98 9,63 6,96 7,19 46,285 46, ,13192,8883,07 4e kwartaal 50,00 10,11 139,54 13,82 11,56 12,57 8,00 9,67 7,00 7,24 46,229 46, ,02193,4183, le kwartaal 49,82 10,07 139,17 13,79 11,50 12,53 7,97 9,64 6,97 7,20 46,093 46, ,55192,6783, April 49,86 10,17 139,27 13,73 11,52 12,42 7,98 9,67 6,97 7,22 46,291 46, ,70 192,93 83,15 Mei 49,77 10,16 138,99 13,71 11,53 12,39 7,97 9,66 6,95 7,20 46,226 46, ,33 192,62 83,04 Juni 49,80 10,16 138,93 13,77 11,54 12,43 7,98 9,65 6,96 7,20 46,258 46, ,27 192,80 83,04 Juli 49,73 10,15 138,67 13,79 11,52 12,46 7,97 9,62 6,95 7,18 46,261 46, ,96 192,71 82,93 Augustus 49,69 10,14 138,59 13,76 11,49 12,45 7,97 9,62 6,95 7,17 46,221 46, ,84 192,55 82,94 September 49,90 10,14 139,19 13,79 11,53 12,51 8,00 9,66 6,98 7,22 46,373 46, ,58193,3683,33 Oktober 49,99 10,13 139,58 13,81 11,53 12,55 8,00 9,67 7,00 7,24 46,312 46, ,07193,5783,47 November 49,97 10,11 139,46 13,81 11,57 12,57 8,00 9,66 6,99 7,23 46,177 46, ,92193,2283,41 December 50,03 10,11 139,59 13,83 11,57 12,59 8,01 9,67 7,00 7,25 46,195 46, ,08193,4483, Januari 50,00 10,10 139,53 13,84 11,55 12,57 8,00 9,67 6,99 7,23 46,297 46, ,99 193,25 83,43 Februari 49,74 10,06 138,98 13,78 11,47 12,52 7,96 9,63 6,95 7,19 46,035 46, ,30192,3682,97 Maart 49,70 10,04 138,98 13,76 11,47 12,51 7,96 9,63 6,95 7,19 45,935 45, ,32 192,36 82,88 April 49,70 10,05 139,11 13,76 11,49 12,51 7,96 9,64 6,95 7,19 45,914 45, ,47 192,30 82,85 Mei 49,63 10,09 138,82 13,77 11,50 12,48 7,95 9,63 6,94 7,17 45,868 45, ,09 192,12 82,74 1 Gemiddelde. van 12 juli tot 31 december X 2. VALUTA'S VAN DE LIDSTATEN VAN DE E.M.A. parikoers tegenover de dollar, marges van de aan en verkoopkoersen van de centrale banken en uiterste noteringen te Brussel op 31 mei 1967 Land Parikoers (of gemiddelde koers) tegenover de U.S.dollar 1 Marges van de koers van de U.S.dollar in pct. van de parikoers (of van de gemiddelde koers van de dollar) Uiterste noteringen te Brussel aankoop 4 verkoop 5 Verkoop (+) Aankoop ( ) in Belgiscl e franken voor : Oostenrijk 26, sch. + 0,769 0, , , sch. België 50, BF 0,750 0,750 Denemarken 6,90714 DK + 0,729 0,719 7,1325 7, DK Frankrijk 4,93706 FF 0,748 0,751 9, , FF Duitsland 4, DM 0,750 0,750 12, , DM Griekenland 30, Dr. + 0,333 0,333 IJsland 43, IJsl.K. + 0,140 0,116 Italië 625, Lire + 0,720 0,720 7,8832 8, Lire Nederland 3,62 Fl. + 0,760 0,760 13, , Fl. Noorwegen 7,14286 NK + 0,800 0,740 6,8924 7, NK Portugal 28,75 Esc. + 1,148 1, , , Esc. Spanje 60, Peseta + 0,750 0,750 82, , Peseta Zweden 5,17321 Z.K. 0,759 0,739 9,5203 9, Z.K. Zwitserland 4,37282 Z.F. + 1,765 1,780 11, , Z.F. Turkije 9, T.P. + 0,889 VerenigdKoninkrijk 2, ,714' 0,714, 137, , I.M.F.parikoers, behalve voor Zwitserland, waar de aangeduide parikoers diegene is die toegepast vordt door de centrale bank. 2 Notering uitgedrukt in U.S.dollar per pond sterling. 3 De marges van liet VerenigdKoninkrijk kunnen niet geheel met die van dr andere landen vergeleken worden; zij zijn de grenzen waartussen het pond, uitgedrukt in U.S.dollars, schommelt, terwijl voor de andere landen de marges de grenzen aanduiden van de U.S.dollarschommelingen, uitgedrukt in nationale munt. 4 (Parikoers van de BF tegenover de U.S.dollar marge uitgedrukt in BF van de aankoopkoers van de Nationale Bank van België voor de U.S.dollar) : (Huntpariteit van de lidstaat tegenover de U.S.dollar marge, uitgedrukt in de munt van deze lidstaat, van de verkoopkoers van de centrale bank van deze lidstaat voor de U.S.dollar.) 5 (Parikoers in 1M; tegenover de U.S.dollar marge uitgedrukt in BF van de verkoopkoers van de Nationale Bank van België voor de U.S.dollar) : (Muntpariteit van de lidstaat tegenover de U.S.dollar marge, uitgedrukt in de munt van deze lidstaat, van de aankoopkoers van de centrale bank van deze lidstaat voor de U.S.dollar.) Bibliografische referentie : Koerslijst der Fondsen en Wisselbeurs van Brussel.

74 630 XI. RIJKSFINANCIEN 1. ONTVANGSTEN EN UITGAVEN YAN DE SCHATKIST VOORTVLOEIEND UIT DE BEGROTINGSVERRICHTINGEN 2 (Miljarden franken) Bron : Ministerie van Financiën. Per:ode Ontvangsten (1) Gewone begroting Uitgaven 3 (2) Saldo ( 3 ) = (1) (2) Ontvangsten (4) Buitengewone begroting Uitgaven (5) Saldo ( 6) = (4) (5) Totaal begrotingssaldo ( 7) ( 3 ) 4 (6) ,4 126,0 5,6 0,4 14,6 14,2 19, ,2 130,1 + 1,1 0,5 17,8 17,3 16, ,5 143,0 3,5 0,4 22,0 21,6 25, ,8 155,3 1 2,5 0,3 24,1 23,8 21, ,7 176,5 3,8 0,2 25,2 25,0 28, ,6 203,9 3,3 0,6 24,6 24,0 27, Eerste 4 maanden 53,1 60,6 7,5 7,6 7,6 15,1 Eerste 5 maanden 65,1 73,1 8,0 9,7 9,7 17,7 Eerste 6 maanden 78,8 87,7 8,9 12,4 12,4 21,3 Eerste 7 maanden 102,3 103,4 1,1 14,2 14,2 15,3 Eerste 8 maanden 113,6 114,8 1,2 16,3 16,3 17,5 Eerste 9 maanden 126,6 128,4 1, ,4 18,4 20,2 Eerste 10 maanden 140,5 143,3 2,8 19,7 19,7 22,5 Eerste 11 maanden 154,5 158,7 4,2 21,6 21,6 25,8 12 maanden 172,7 176,5 3,8 0,2 25,2 25,0 28, Eerste maand 19,3 16,2 I 3,1 1,3 1,3 I 1,8 Eerste 2 maanden 32,6 32,8 0,2 3,7 3,7 3,9 Eerste 3 maanden 48,1 48,5 0,4 5,4 5,4 5,8 Eerste 4 maanden 62,6 66,4 3,8 0,1 7,0 6,9 10,7 Eerste 5 maanden 76,8 81,7 4,9 0,1 8,9 8,8 13,7 Eerste 6 maanden 93,7 100,5 6,8 0,2 10,8 10,6 17,4 Eerste 7 maanden 119,9 119,3 I 0,6 0,3 12,9 12,6 12,0 Eerste 8 maanden 134,0 134,5 0,5 0,4 15,4 15,0 15,5 Eerste 9 maanden 149,5 150,4 0,9 0,4 17,5 17,1 18,0 Eerste 10 maanden 165,5 170,0 4,5 0,5 19,9 19,4 23,9 Eerste 11 maanden 181,4 185,1 3,7 0,5 21,9 21,4 25,1 :1 2 maanden 200,6 203,9 3,3 0,6 24,6 24,0 27, Eerste maand 21,4 19,0 I 2,4 2,2 2,2 + 0,2 Eerste 2 maanden 36,5 37,7 1,2 0,1 4,8 4,7 5,9 1 De statistieken betreffende de Staatsschuld zijn opgenomen onder hoofdstuk XVI. 2 Werkelijke ontvangsten en uitgaven gedurende iedere periode, ongeacht het begrotingsjaar waarop zij betrekking hebben, de interne overschrijvingen buiten beschouwing gelaten. Van 1963 af, incl. de uitgaven van de Zelfstandige Eas voor Oorlogsschisele.

75 XI 2. SCHATRISTIMPASSE EN FINANCIERING ERVAN Bron : Minicteric van Financiën. (Miljarden franken) Financiering van de impasse Periode 1965 Eerste 4 maand. Eerste 5 maand. Eerste 6 maand. Eerste 7 maand. Eerste 8 maand. Eerste 9 maand. Eerste 10 maand. Eerste 11 maand 12 maanden 1966 Eerste maand Eerste 2 maand Eerste 3 maand Eerste 4 maand Eerste 5 maand Eerste 6 maand Eerste 7 maand Eerste 8 maand Eerste 9 maand Eerste 10 maand Eerste 11 maand 12 maanden 1967 Eerste maand Eerste 2 maand Totaal begro tin g5 saldo 1 (1) 19,8 16,2 25,1 21,3 28,8 27,3 15,1 17,7 21,3 15,3 17,5 20,2 22,5 25,8 28,8 + 1,8 3,9 5,8 10,7 13,7 17,4 12,0 15,5 18,0 23,9 25,1 27,3 + 0,2 5,9 Gelden van derden 2 (2) 2,5 0,5 3,7 + 0,3 0,8 + 3,1 1,6 + 2,1 0,5 + 0,4 + 1,3 0,4 + 0,2 0,8 0,6 1,2 0,1 0,6 0,7 + 1,2 + 1,1 + 0,2 + 0,3 + 0,9 + 3,1 2,5 2,9 Voorschotten aan de publieke instellingen 3 (3) 0,1 1,5 1,7 6,5 2,6 3,0 3,4 3,9 4,5 4,9 5,3 6,0 1,7 0,6 1,2 1,8 2,4 2,9 3,4 4,0 4,5 4,9 5,5 7,1 6,5 0,5 1,0 Impasse 4 (4) = (1) + (2) + (3) 22,4 16,7 30,3 21,0 31,3 30,7 19,3 20,7 22,6 19,7 21,6 23,8 28,2 31,6 31,3 + 0,6 6 6,3 7,7 13,7 17,3 19,6 14,9 19,8 22,6 29,4 31,3 30,7 2,8 9,8 Emissies van gevestigde leningen 5 in Belgische franken (5) +13,0 +20,1 +17,5 +24,0 +22,2 +21,0 + 9,6 +14,3 +14,3 +14,3 +14,3 +14,3 +22,6 +22,3 +22,2 + 6,9 + 6,6 + 6,6 +15,5 +13,7 +13,3 +13,3 +25,2 +22,8 +22,1 +21,0 + 8,1 in vreemde valuta's (6) + 2,2 + 1,4 Totaal (7) = (5) + (6) +15,2 +21,5 +17,5 +24,0 +22,2 +21,0 + 9,6 +14,3 +14,3 +14,3 +14,3 +14,3 +22,6 +22,3 +22,2 + 6,9 + 6,6 + 6,6 +15,5 +13,7 +13,3 +13,3 +25,2 +22,8 +22,1 +21,0 + 8,1 Op de markt uitgegeven schatkisteertificaten op halflange termijn (8) 1,1 6,0 7,5 Banksector (0) Veranderingen van de vlottende schuld Belgische franken Parastatale sector (10) K on Rwangd a ' en Burundi (11) Diverse eertificaten (12) Bestuur der Postchecks (13) in vreemde valuta's (14) Totaal (15) = (8) tot (14 ) Beroep op de marge bij de N.B.B. (16) Kasmiddelen van de rekent pliehn a 'ge en and ere schatkistverrichtingen 1 Cf. tabel XI1. 2 Van 1963 af, excl. de uitgaven van de Zelfstandige Kas voor Oorlogsschade, die sedertdien in kolom (1) zijn opge nomen. 3 Vermeerdering : (); vermindering : ( ). 4 Deze kolom verschilt van kolom (3) c Schatkisttekort van tabel XI3. liet schatkisttekort houdt inderdaad reken ing met verschillende categorieën van verrichtingen die niet in aanmerking komen bij de berekening van de Impasse. Aldus omvat het saldo van de extrabudgettaire verrichtingen, begrepen in het schatkisttekort, niet alleen de gelden van derden kolom (2) van tabel XI2, maar ook de rubriek «Kasmiddelen van de rekenplichtigen en andere schatkistverrichtingen kolom (17) van dezelfde tabel alsmede de uitgaven van parastatale instel lingen in hoofdzaak het Wegenfonds gefinancierd door uitgiften van indirecte overheidsleningen 5 Na aftrek van de emissiekosten en de extrabudgettaire aflossingen. Overschot. + 0,4 + 3,0 + 3,6 + 3,3 + 5,8 + 3,4 + 5,0 + 1,6 + 3,5 + 3,5 + 7,3 + 8,9 + 7,6 + 6,8 + 5,8 + 2,7 + 1,4 + 0,8 + 3,4 + 2,5 + 3,0 + 1,6 + 5,0 + 1,6 + 3,2 + 3,4 + 3,4 + 1,1 1,7 + 3,2 + 3,9 3,5 7,6 + 4,4 3,2 +10,4 +11,4 +10,4 + 7,9 + 7,8 + 8,4 + 5,7 + 5,5 + 4,4 + 2,2 + 2,5 + 3,2 + 4,2 + 0,8 + 3,6 + 3,0 2,5 0,3 + 4,1 3,2 + 9,5 +12,2 + 0,1 0,2 + 0,1 0,1 + 1,0 1,7 0,1 + 0,2 + 0,1 + 0,3 + 0,1 + 0,1 0,3 0,1 0,1 0,1 + 1,2 + 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 + 0,3 + 0,3 + 0,1 0,2 + 0,4 + 3,5 + 4,1 + 6,4 + 0,2 + 3,1 4,4 5,6 4,1 3,8 6,0 6,1 4,6 4,3 + 0,2 2,3 4,8 3,9 2,0 1,7 1,4 1,5 4,0 4,8 2,4 4,6 + 3,1 4,7 6,6 + 1,2 10,7 +10,5 + 2,9 1,2 + 5,6 0,5 0,8 1,1 1,7 1,7 1,7 1,7 1,5 1,2 0,4 0,4 + 0,7 + 1,6 + 1,1 + 1,4 + 1,4 + 2,0 + 2,7 + 5,5 + 5,6 + 5,6 0,1 1,4 + 6,3 3,3 + 8,7 2,4 + 9,3 + 9,2 +10,6 + 6,7 + 8,7 + 5,6 + 7,3 + 9,4 + 6,9 + 7,7 + 9,3 + 2,2 1,3 + 0,7 + 7,1 + 2,6 + 6,5 + 1,4 + 5,9 3,1 + 5,9 + 8,8 + 9,2 + 5,9 1 2,3 + 0,5 1,4 + 4,1 + 0,6 0,8 + 0,6 + 0,1 + 0,1 0,6 0,1 2,5 + 0,2 0,8 + 0,3 + 0,9 + 1,0 + 0,3 + 0,2 + 0,8 + 1,0 + 1,0 + 0,9 + 1,0 + 0,6 2,5 + 0,2 (17) + 0,4 0,1 1,2 + 0,6 0,1 1,0 0,3 0,5 + 0,4 + 0,1 + 0,1 + 1,2 + 1,4 + 0,6 3,1 0,2 0,6 1,1 0,8 0,6 0,4 0,5 0,2 0,6 0,1 0,6 0,8 Totaal (18) = ((1 75)) ++ (16) + ( 17) +22,4 +16,7 +30,3 +21,0 +31,3 +30,7 1+19,3 +20,7 +22,6 +19,7 +21,6 +23,8 +28,2 +31,6 +31,3 0,6 + 6,3 + 7,7 +13,7 +17,3 +19,6 +14,9 +19,8 +22,6 +29,4 +31,3 +30,7 + 2,8 I 9,8

76 632 XI 3. NETTOFINANCIERINGSBEHOEFTEN VAN DE STAAT EN HUN DEKKING (Miljarden franken) Dekking 5 Periode Totaal begrotingssaldo 1 ( 1 ) Saldo van de extrabudgettaire verrich. tingen 2 (2) Schatkisttekort 3 (3) (1) + (2) Aflossingen van do overheidsschuld begrepen begp in de begrotingsuitgaven 4 (4) Nettofinancierings_ behoeften hoeen van de Stat a (5) = ( 8) + (4 ) Beroep op de Belgische markt Veranderingen van het uitstaand bedrag der van de gevestigde andere leningen verplichen op de markt tingen uitgegeven op halflange certificaten op halflange termijn (6) ( 7 ) van de ver ti.pgliecnh op korte termijn (8) Totaal (P) = (6) tot (8) Beroep op de buitenlandse markten 6 (10) L ,8 16,2 25,1 21,3 28,8 7,0 4,3 9,0 6,3 7,8 26,8 20,5 34,1 27,6 36,6 + 9,5 + 8,2 + 10,8 + 12,6 + 14,5 17,3 12,3 23,3 15,0 22,1 + 10,3 + 15,5 + 5,7 1 11,9 j 17,2 0,7 + 4,6 1,1 j 0,5 + 4,2 } 6,2 + 2,0 + 9,2 + 13,8 + 20,1 1 10,8 + 13,9 + 26,9 + 3,5 7,8 + 12,5 + 1,1 4, ,3 4,1 31,4 1 14,3 17,1 + 9,2 + 0,9 + 2,1 + 12,2 + 4, Eerste 4 m.. Eerste 5 m.. Eerste 6 in.. Eerste 7 In.. Eerste 8 in.. Eerste 9 m.. Eerste JO in.. Eerste 11 m maanden 1966 Eerste maand Eerste 2 m. Eerste 3 in. Eerste 4 m. Eerste 5 m. Eerste 6 in. Eerste 7 in. Eerste 8 in. Eerste 9 in. Eerste 10 m. Eerste 11 m. 12 maanden 15,1 17,7 21,3 15,3 17,5 20,2 22,5 25,8 28,8 + 1,8 3,9 5,8 10,7 13,7 17,4 12,0 15,5 18,0 23,9 25,1 27,3 3,2 4,0 2,3 4,5 4,4 4,3 5,4 6,6 7,8 1,7 2,8 2,8 3,3 5,2 3,5 3,8 5,0 5,5 6,3 7,6 4,1 18,3 21,7 23,6 19,8 21,9 24,5 27,9 32,4 36,6 + 0,1 6,7 8,6 14,0 18,9 20,9 15,8 20,5 23,5 30,2 32,7 31,4 + 4,9 + 5,5 + 7,4 + 8,3 + 8,9 + 10,0 + 11,2 + 13,2 + 14,5 + 1,7 + 3,1 + 4,1 + 5,2 + 5,8 + 7,2 + 8,3 + 9,4 + 10,3 + 11,9 + 13,4 + 14,3 13,4 16,2 16,2 11,5 13,0 14,5 16,7 19,2 22,1 + 1,8 3,6 4,5 8,8 13,1 13,7 7,5 11,1 13,2 18,3 19,3 17,1 + 3,7 F 10,3 + 9,7 + 8,9 1 8,4 + 7,8 + 15,2 + 14,7 + 17,2 4,2 + 4,2 + 3,2 + 2,3 + 10,9 + 7,9 + 6,5 + 5,6 + 16,9 + 13,1 + 11,2 + 9,2 0,4 1,4 1,2 1,2 0,3 + 0,2 + 0,2 + 0, ,2 + 0,2 +. 0,2 + 0,2 + 0,6 + 0,8 + 0,8 + 0,8 + 0,9 + 14,4 + 9,9 + 10,9 I 7,4 + 8,8 + 11,0 j 5,4 + 8,5 + 9,2 I 2,4 0,3 + 1,1 + 5,4 + 1,6 + 5,2 + 1,0 + 4,8 4,9 + 1,4 + 3,9 + 2,1 + 17,7 + 18,8 + 19,4 + 15,1 1 16,9 + 18,8 + 20,8 + 23,4 + 26,9 1,8 + 3,9 + 4,3 + 7,9 + 12,7 + 13,3 + 7,7 + 11,0 + 12,8 + 15,3 + 15,9 + :12,2 4,3 2,6 3,2 3,6 3,9 4,3 4,1 4,2 4,8 0,3 + 0,2 + 0,9 + 0,4 + 0,4 0,2 + 0,1 + 0,4 + 3,0 + 3,4 + 4, Eerste maand Eerste 2 m. + 0,2 5,9 3,7 5,0 3,5 10,9 + 1,8 + 3,3 1,7 7,6 1,7 + 5,3 + 5,2 1 5,8 + 3,5 I 11,1 1,8 3,5 1 Of. tabel XI1. 2 hiel, de uitgaven van parastatale instellingen gefinancierd door uitgiften van indirecte schulden. Van 1903 af, excl. de uitgaven van de Zelfstandige Kas voor Oorlogsschade, die sedertdien in kolom 1 zijn opgenomen. 3 Of. noot 4 van tabel X12. 4 Volgens de staten van de overheidsschuld. 5 Incl. de veranderingen van de indirecte schuld. 6 Deze rubriek geeft de beweging aan van al de schulden, zowel in deviezen als in Belgische franken, waarvan de Stant t.o.v. liet buitenland de debiteur is, hetzij direct, hetzij via Belgische instellingen.

77 Bron : Ministerie van Financiën. Begrotingsjaar 633 XI 4. BELASTINGONTVANGSTEN (per begrotingsjaar) ' (miljarden franken) A : werkelijke ontvangsten. 13 : verschillen ten opzichte van de begrotingsramingen. Directe belastingen 2 Douanen en Accijnzen Registratierechten Totaal A B A 13 A B A B ,1 1,8 18,1 0,3 32,9 2,0 87,1 4, ,5 + 0,8 19,6 0,6 35,9 + 0,2 95,0 + 0, ,4 + 0,9 22,0 0,9 38,5 0,1 101,9 0, ,0 1,4 23,8 + 1,1 44,6 1,9 112,4 2, ,4 + 2,2 24,5 0,2 48,5 0,5 124,4 + 1, ,2 + 1,0 25,9 0,1 52,5 + 1,0 132,6 + 1, ,5 + 4,7 28,2 + 0,5 60,0 + 4,5 148,7 + 9, ,6 + 8,5 30,1 + 0,4 65,7 + 1,7 165,4 +10, ,1 + 3,3 33,7 + 0,6 78,6 0,2 179,4 + 3, maanden 9,3 + 0,2 7,5 + 0,7 18,4 0,5 35,2 A 0, maanden 21,0 0,3 9,0 + 0,5 21,4 + 0,3 51,4 + 0, Januari 7,4 + 1,3 0,5 0,1 7,9 + 1,2 scc.?, 1, ''' Februari 1,8 + 0, ,8 + 0,6.s.,, Maart 1,3 + 0, ,3 + 0, Januari 3,5 + 0,1 2,0 + 0,2 5,8 0,3 11,3... Februari 2,7... 2,5 + 0,1 5,6 0,4 10,8 0,3 Maart 3,1 + 0,1 3,0 + 0,4 7,0 + 0,2 13,1 + 0,7 April 4,7 + 0,1 3,0 6,4 0,4 14,1 0,3 Mei 4,3 + 0,1 2,8... 6,5 + 0,1 13,6 + 0,2 "s1 Juni 6,5 + 0,4 2,9 + 0,1 6,9 0,1 16,3 + 0,4 Juli 16,6 + 0,5 2,7 0,2 6,1 0,1 25,4 + 0,2 Augustus 4,6 + 0,3 2,8... 6,2 + 0,5 13,6 + 0,8 September 4,6 + 0,2 3,2 + 0,2 7, ,8 + 0,4 Oktober 5,9 + 0,5 2,7 0,2 6, ,5 + 0,3 November 5,5 + 0,6 2,8 0,1 6,9 + 0,3 15,2 + 0,8 December 5,0 + 0,2 3,3 + 0,2 7,4 + 0,1 15,7 + 0, Januari 11,4 0,3 2,9 + 0,2 6,5 0,2 20,8 0,3 á P, Februari 4,8 + 0,1 2,8 + 0,1 6, ,4 + 0,2.:, Maart... 4,8 0,1 3,3 + 0,2 8,1 + 0,5 16,2 + 0,6 April 5,1 + 0,2 3,2 + 0,1 7,4 0,1 15,7 + 0,2 1 Excl. de provinciale en gemeente ijke tipcentimes, de ontvangs en van de ilininisnneringsbeinstingen en de ontvangsten voor rekening van Kongo en RwandaBurundi. 2 Incl. de bij voorbaat betaalde bedrijfsbelasting. Bron : Ministerie van Financiën. XI 5. INDELING VAN DE BELASTINGONTVANGSTEN 1 (Miljarden franken) Dienstjaar Dienstjaar 1966 : april 1906 Dienstjaar 1967 : april 1967 Opbrengsten Begrotingsramingen Opbrengsten Begrotingsramingen Opbrengsten Begrotingsramingen I. Directe belastingen 3 67,1 63,8 4,7 4,6 5,1 4,9 Onroerende voorheffing 0,8 0,8 Roerende voorheffing 6,1 5,9 0,4 0,4 0,5 0,5 Bedrijfsvoorheffing 30,0 28,8 2,6 2,5 3,0 2,8 Vooraf betalingen 14,0 13,7 0,5 0,5 0,7 0,6 Personenbelasting (kohieren) 6,9 6,4 0,1 0,1 0,6 0,7 Vennootschapsbelasting (kohieren) 1,8 1,3 0,1 0,1 Verkeersbelasting op autovoertuigen 4,2 4,2 0,1 0,1 0,1 0,1 Belasting op de inkomsten (samengeschakelde wetten oud regime) Diversen 3 3,3 2,7 /, 0 1,0 0,1 0,1 II. Douanen en accijnzen 33,7 33,1 3,0 3,0 3,2 3,1 waarvan : douanen 8,2 8,0 0,7 0,7 0,8 0,8 accijnzen 24,0 2,1 2,2? 2,3 24,9 2,3 bijzondere verbruikstaksen 1,2 0,1 0,1 III. Registratie 78,6 78,8 6,4 6,8 7,4 7,5 waarvan : registratie 6,7 6,4 0,6 0,5 0,7 0,6 erfenissen 3,2 3,1 0,3 0,2 0,3 0,3 zegel en gelijkpest. taksen 67,9 68,7 5,4 5,9 6,3 6,5 Totaal 179,4 175,7 14,1 14,4 15,7 15,5 _V Verschil t.o.v. de begrotingsramingen + 3,7 0,3 + 0,2 1 Excl. de provinciale en gemeentelijke opcentimes. 2 Ingevolge de overgang van het stelsel van het Begrotingsjaar naar dat van het Beheer, met ingang van 1 januari 1967, werd de aanvullende periode van 1960 weggelaten en bijgevolg werden de ontvangsten die tot die periode zouden behoord hebben, gevoegd bij de rekening van :1 Incl. de geinde of terugbetaalde bedragen betreffende de afgesloten diens' jaren en de belastingen van nietverblijfhouders (kohieren). N. B. Het Belgisch Staatsblad publiceert maandelijks volledige en omstandige gegevens over de fiscale ontvangsten.

78 634 XI 6. BELASTINGONTVANGSTEN ZONDER ONDERSCHEID YAN BEGROTINGSJAAR ' (miljarden franken) Bron : Ministerie van Financiën. Maandgemiddelden of maandcijfers Directe belastingen 2 Douanen en accijnzen Registratierechten Totaal waarvan : vooraf betalingen op de bedrijfsbelasting ,1 1,5 2,7 7,3 0, ,2 1,7 3,0 7,9 0, ,5 1,8 3,2 8,5 0, ,6 2,0 3,7 9,3 0, ,2 2,1 4,0 10,3 0, ,4 2,1 4,4 10,9 0, ,0 2,4 5,0 12,4 1, ,6 2,5 5,5 13,6 1, ,5 2,8 6,6 15,9 1, Eerste 9 maanden 5,4 2,3 4,9 12,6 1, Eerste 3 maanden 5,7 2,2 5,1 13,0 0,86 Eerste 6 maanden 5,0 2,4 5,2 12,6 0,62 Eerste 9 maanden 5,9 2,4 5,2 13,5 1, Eerste 3 maanden 6,6 2,7 6,1 15,4 0,98 Eerste 6 maanden 5,9 2,8 6,3 15,0 0,71 Eerste 9 maanden 6,8 2,8 6,4 16,0 1, April 4,7 3,0 6,4 14,1 0,54 Mei 4,3 2,8 6,5 13,6 0,15 Juni 6,5 2,9 6,9 16,3 0,60 Juli 16,6 2,7 6,1 25,4 11,68 Augustus 4,6 2,8 6,2 13,6 0,06 September 4,6 3,2 7,0 14,8 0,01 Oktober 5,9 2,7 6,9 15,5 0,43 November 5,5 2,8 6,9 15,2 0,03 December 5,0 3,3 7,4 15,7 0, Januari 11,4 2,9 6,5 20,8 2,13 Februari 4,8 2,8 6,8 14,4 0,08 Maart 4,8 3,3 8,1 16,2 0,13 April 5,1 3,2 7,4 15,7 0,69 Ezel. de provinciale en gemeentelijke opcentimes, de ontvangsten van de muntsaneringsbelastingen en de ontvangsten voor rekening van Kongo en Rwenda Burundi. 2 Incl. de bij voorbaat betaalde bedrijfsbelasting. Bibliografische referenties : Tijdschrift voor Documentatie (Ministerie van Financiën). Statistisch Jaarboek voor België. Statistisch Tijdschrift van het N.1.S. Belgisch Staatsblad. Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) XLIe Jaargang, Deel II, nr 4, oktober 1966 : u Begrotingen voor 1966 en 111(17 n en Xlille Jaargang, Deel 1, nr 8, maart 1967 : «Hoofdstuk X( u Rijksfinancièn» van het statistische gedeelte. Wijziging van sominge gegevens n.

79 XI 6. BELASTINGONTVANGSTEN ZONDER ONDERSCHEID VAN BEGROTINGSJAAR (miljarden franken) TOTALE ONTVANGSTEN A A i t I I 1 I % I 1 I I / it I I 1 I I I I / I i 1 t 1 I 1 I 1 I 1 tt I _ f 1 / 1 /#"' S, 1 1 V.***. ".« I J 1 I I 1 I I 1 I I DIRECTE BELASTINGEN oom NE1111 DOUANEN EN ACCIJNZEN ME O 1 0 REGISTRATIERECHTEN O ' 66 D M J 2

80 Bron : Nationale Bank van België. SCHULDEN PER SECTOR EN PER SOORT Nietfinanciële nationale sectoren Bedrijven en particulieren Parastatale bedrijven Staat ( Schatk ist) ( 1) ( 2) ( 3) Over heidsse ctor n iet elders vermeld (o. m. lagere over he id) ( 4) Buitenland Sociale verze kering (5) (5) Gegevens niet beschikbaar Nihil of beneden F 50 miljoen Met gedane verrichtingen Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rek.courant of voorschotrek. Obligaties Andere leningen op halflange en lange termijn Diversen (Aandelen en deelnemingen) XII. VORDERINGEN EN SCHULDEN IN DE BELGISCHE ECONOMIE la. UITSTAANDE VORDERINGEN EN SCHULDEN OP 31 DECEMBER (miljarden franken) Totaal Geld op zeer korte termijn Accepten, handelspapier en promessen Verplichtingen in rek.courant of voorschotrek. Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger Andere leningen op halflange en lange termijn Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal Gelden van derden Certificaten op korte termijn Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger Diversen Totaal Geld op zeer korte termijn Verplichtingen in rek.courant of voorschotrek. Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger Andere leningen op halflange en lange termijn Diversen Totaal Re erves van de sociale verzekering Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger Diversen Totaal Geld op zeer korte termijn (Belgische franken) Accepten en handelspapier Verplichtingen in rek.courant of voorschotrek. Overige verplichtingen op korte termijn (incl. de goudvoorraad van de N.B.B.) Obligaties Verplichtingen van de internationale kredietinstellingen uit hoofde van de inschrijving van België Diversen (Aandelen en deelnemingen) Bedrijven en particulieren (I) 7,7 10,8 8,1 (181,4) Nietfinanciële nationale sectoren Parastatale bedrijven (2) 0,1 0,1 1,2 (0,3) Staat (Schatkist) (3) 1,6 (..) VORDERINGEN PER SECTOR EN PER SOORT Overheidssector n iet elders vermeld (o. m. lagere overhe id) 0,1 Sociale ver (5) 13,5 (0,2) Buitenland 3ridache P pende instel lingen (0)... (7) 44,5 42,2 (0,6) Beulenfonds (8) () Financiële instellingen Spaark assen, hypotheeken kapitalisatiemaatschappijen (9) 3,2 0,1 1,0 95,3 2,7 (1,1) Inst. voor verzekering op het teven. en tegen arbeidsongevallen, pensioenfondsen (10) 15,7 31,1 3,0 (2,8) Nietgeldscheppende openbare penare kredietinstellingen (11) 1,7 0,9 92,0 0,6 () (Voorlopige cijfers) Niet bepaalde sect. en aanpasringen (12) 6,3 () Totaal sc van h ulden de (13) (1) tot (12) 55,9 50,9 27,5 226,6 22,7 (186,4) 26,6 1,4 1,6 0,1 13,5 86,8 102,2 49,8 95,3 6,3 383,6 0,1 15,9 5,3 (0,8) 0,3 0,2.. 5,1 (14,5) 0,1 0,1 '0,2 (5,1) () CD 't CD CD 11 up CD u% up OD.. 1,8 0,2 2,2 1,2 ( ) 21,3 0,5 5,1 0,4 7,3 5,4 0,9 4,8 9,7 9,9 0,8 66,2 2,3 107, ,4 0,8 1,1 0,1 1,7 1,1 0,9 19,9 10,3 16,5 7,4 38,7 36,2 37,8 57,9 109,4 3,9 3,0 2,1 54,1 170,6 7,8 43,0 41,4 19,6 8,4 463,2 15,4 1,9 0,7 4,8 0,4 2,8 0,1. 0,5. 4,3 0,5 17,4 5,9 2,8 0,1 0,5 4,8 1,0 10,4 9,7 51,0 3,0 106,5 16,0 5,2.. 2,5 0,5 2,6 0,2.. 1,1 21,2 2,5 3,1 0,2 1,1 1,4 7,5 3,8 40,9 7,6 0,9 (0,2) 0,2 13,1 8,0 (0,4) () 10,1 4,5 112,0 0,7 7,1 (1,1) 0,9 () 2,7 5,1 1,0 0,9 () 0,6 3,6 0,6.. (0,2) 5,4 35,2 2,4 1,6 8,2 0,6. 1,4 0,8 0,2 0,3 (..) 5,2 4,3 0,2.. (0,1) 39,0 2,0 0,4 6,8 2,9 0,1 7,3 0,1 6,2 0,4 (1,5) 0,4 0,1 0,4 9,0 0,1 (0,2) CD 00 OD rl0 V ti.0 1,0 49,5 0,6 1,7 0,2 0,2 ( ) 0,1 0,7 (0,9) 4,8 1,3 2,3 3,0 1,4 2,4 1,7 0,1. (. 0,6 2,3 0,7 32,5 7,0 9,8 13,2 (21,7) 47,1 73,7 249,8 82,7 9,9 4,3 27,7 11,1 54,8 8,7 16,0 0,3 11,7 12,9 14,2 4,7 112,0 16,0 20,2 9,6

81 Geldscheppe nde instellingen (7) Geld Geld op zeer korte termijn Brutoverplichtingen tegenover het buitenland Deviezendeposito' s van de ingezetenen Inlagen op spaarboekjes van de ingezetenen Termijndeposito's van de ingezetenen Verplichtingen niet elders vermeld Obligaties (incl. kasbons) Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal 253,9 9,1 29,3 25,7 11,4 0,1 (7,7) 2,8... 3,8 " 0,2 (0,2) 12,4 1,0... 0,2 55,0 1,4 11,7 (0,6) 329,5 2,8 4,0 12,5 1,0 55,2 13,1 2,3 1,6 0,3 9,6 432,0 2,0 0,3 1,6 0,1. (0,1) 0,3 0,1.. 0, ,6 277,9 2,0 55,0 9,1 29,3 25,8 11,7 11,4 9,8 (8,6) SCHULDEN PER SECTOR EN PER SOORT Financiële instellingen Re nten fonds ' (8) Spaarkassen, hyp ot heeken kap italisatiemaatschappijen (9) Instellingen voor ve rzeker. op het leven e n teg en arbeidsong., pens ioe n fondsen ( 10)1 Nietgeldscheppende op e nbare kred ietinstellingen (11) Geld op zeer korte termijn Certificaten op korte termijn Verplichtingen in rek.courant of voorschotrek. Diversen Totaal Direct opvraagbare deposito's Inlagen op spaarboekjes Termijndeposito's Obligaties (incl. kasbons) Wiskundige reserves van de kapitalisatiemaatschappijen Diversen (Aandelen en deelnemingen) Reserves van de sociale verzekering Wiskundige reserves Diversen Totaal Totaal Direct opvraagbare deposito's Geld op Zeer korte termijn Inlagen op spaarboekjes Termijndeposito's Verplichtingen in rek.courant of voorschotrek. Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal. 3,8 138,4 0,9 11,1 0,6 4,6 (1,3) 2,8 0,4 0,2 6,5 0,6 2,8 0,4 7,4 0, 2 10,9 1,0 0,1 0,8 3,5 0,1 159,4 1,0 0,1 4,3 0,1 0,1 0,6 0,3 3,7 169,6 18,4 145,7 0,3 0,1 12,5 164,5 0,1 12,5 1,5 178,6 2,5 6,4 2,3 73,2 3,0 (0,1)... 0,4 0, (.. ) 10,3 (1,0) 0,2 0,3 3,1 0,1... 0,1 (0,7)... 0,9 0,7... () 0,3 0,1 1,3 1,7 () 0,2 0,1 0,3 10,2 0,5 0,7 (0,1) 0,5 () 0,2 0,1 0,7 8,7 4,1 0,3 () 0,6 0,4 19,1 16,0 () 87,4 0,6 10,3 3,7 1,7 3,4 12,1 0,5 13,8 35,5 0,5 6,8 176,3 0,3. 0,1 0,2 0,2 (..) 0,6 3,1 1,5 0,1 1,2 5,5 () 0,9 6,5 0,6 2,8 5,5 138,4 6,0 11,1 0,6 8,0 (1,3) 18,4 158,2 2,0 2,9 0,9 6,4 6,4 1,0 113,2 23,8 21,7 (2,0) Niet bepaalde sectoren en aanpassingen ( 12) ( 13),. ( 1) tot ( 121 4,2 2,1 1,9 4,2 10,6 0,6 1,8 1,8 1,8 20,7 Totaal van de vorderingen 940,0 19,2 50,6 19,8 27,6 137,7 446,3 11,8 181,4 164,3 180,9 45, ,3 tioot : Wegens de afrondingen zijn de totalen niet noodzakelijk gelijk aan de som van de posten. oor de ja en 1957 tot. 1959, cf. Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting. XX X Villa Jaargang, Deel I. nr 2, februari 1963; voor het jaar 1960, cf. hetzelfde Tijdschrift, XXXIXe Jaargang, Deel I, nr 3, maart 1964; voor het jaar 1961, cf. hetzelfde Tijdschrift, XLe jaargang, Deel II, nr 4, oktober 1965; voor het jaar 1962, cf. hetzelfde Tijdschrift, XLIIe Jaargang, vol. I, nr 2, februari 1907.

82 p Bron : Nationale Bank van België. 3 n [rij tien Ie 1 ;tal het (1) 2) (3 Gegevens niet beschikbaar Nihil of beneden 1, 50 miljoen Niet gedane verrichtingen XII lb. UITSTAANDE VORDERINGEN EN SCHULDEN OP 31 DECEMBER 1964 Bedrijven en particulieren (1) (miljarden franken) Nietfinanciële nationale sectoren Parastatale bedrijven (2) Staat (schatkist) (3) VORDERINGEN PER SECTOR EN PER SOORT Overhe idssector n iet elders vermeld (o. m. lagere overhe id) Sociale verzekering (5) Buitenland (6) Celdsche P" pende instel. lingen (7) Financiële instellingen Rentenfonds (8) S aarkassen, hypotheeken kapit; D satiemaat. schappije (0) Inst. voor verzekering P het leven en tegen arbeidsongevallen, pensmenfondsen (10). Nietg eldscheppende openbare krediet. instellingen (11) (Voorlopige cijfers) Niet bepaalde sect. aanpas_ en slagen (12) Totaal van de schulden (18) (1) tot (12) Accepten, handelspapier en promessen 0,1 49,2 4,3 1,3 8,0 62,8 Verplichtingen in rek.courant of voorschotrek.. 8,3 47,6 0,2 1,0 57,1 Obligaties 12,3 1,0 15,8 29,1 Andere leningen op halflange en lange termijn. 8,9 0,1 107,2 35,2 103,2 254,6 Diversen 1,5 1,7 0,1 18,0 1,6 4,1 0,6 27,7 (Aandelen en deelnemingen) (192,4) (0,8) () (0,3) (0,6) () (1,2) (3,0) () () (198,3) Totaal 29,5 1,7 1,7 0,1 18,1 96,8 114,3 55,1 106,1 8,0 431,3 Geld op zeer korte termijn... 0,3.. 0,1 0,5 Accepten, handelspapier en promessen 0,5 1,2. 0,3 2,1 Verplichtingen in rek.courant of voorschotrek.. 0,2 0,1 0,6 Obligaties verkrijgbaar door elke belegger 15,9 0,5 2,0 0,8 3,7 5,1 0,6 32,5 Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger.. 0,2 0,1 2,6 0,5 4,1 0,3 8,6 Andere leningen op halflange en lange termijn. 0,1 0,2 11,1 11,8 Diversen 6,3 5,9 0,2 0,1 0,4 14,6 (Aandelen en deelnemingen) (0,9) (14,7) (5,5) ( ) (0,1) () (0,2) (0,1) (0,3) (0,9) (22,7) O Totaal 22,6 0,8 5,9 0,4 7,4 6,0 0,8 4,5 9,4 12,1 0,8 70,7 Gelden van derden 4,2 0,8 45,6 3,5 54,1 Certificaten op korte termijn 0,5 0,2 16,9 36,8 4,1 4,3 1,5 70,4 Obligaties verkrijgbaar door elke belegger 118,2 2,4 1,7 1,7 9,3 38,7 3,7 33,3 41,9 1,4 260,7 Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger. 19,2 58,6 3,5 2,1 0,6 85,1 Diversen 0,7 1,6 6,3 0,5 9,2 Totaal 122,4 3,7 2,6 3,3 51,7 179,7 7,8 41,1 44,5 15,6 7,0 479,5 CO EC1 sse ve are (4) cis ] :ke] 5) Geld op zeer korte termijn "' Verplichtingen in rek.courant of voorschotrek. 4,8... 4,8 Obligaties verkrijgbaar door elke belegger 14,4 0,6 0,1 0,5 0,7 1,2 1,7 6,6 1,2 27,0 Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger. 1,1 0,2 10,7 2,4 14,5 Andere leningen op halflange en lange termijn. 5,0 0,7 55,5 61,1 Diversen 2,1 0,5 2,0. 0,3 2,3 7,1 Totaal 16,5 6,1 2,0 0,1 1,6 5,7 1,2 13,1 9,0 57,0 2,3 114,5 Rererves van de sociale verzekering 22,3 22,3 Obligaties verkrijgbaar door elke belegger ' 0,2.. 0,1 0,3 Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger... 0,7 0,6 1,3 9,0 1,6 13,2 Diversen 4,6 1,1 3,6.. 0,3 2,7 12,4 Totaal 26,9 1,1 4,3 0,3 0,6 1,3 1 9,3 4,3 48,2 Buitenland (6) Geld op zeer korte termijn (Belgische franken). 0,1 0,1 Accepten en handelspapier 12,9 1,0 1,7 1,5 17,1 Verplichtingen in rek.courant of voorschotrek.. 4,1 0,2. 4,3 Overige verplichtingen op korte termijn (incl. de goudvoorraad van de N.B.B.) 129,2 129,2 Obligaties 7,8 0,7 0,9 0,3 6,1 0,2 0,2 16,0 Verplichtingen van de internationale kredietinstellingen uit hoofde van de inschrijving van België 11,5 8,7 20,2 Diversen 0,9 8,1 0,8 0,2 10,0 (Aandelen en deelnemingen) (0,2) (0,4) () (1,3) () () (1,5) () () Totaal 7,8 0,9 19,7 6.9

83 Geldschepp e nde instellingen (7) Geld Geld op zeer korte termijn Brutoverplichtingen tegenover het buitenland._ Deviezendeposito's van de ingezetenen Inlagen op spaarboekjes van de ingezetenen Termijndeposito's van de ingezetenen Verplichtingen niet elders vermeld Obligaties (incl. kasbons) Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal _ 273,3 5,1 35,6 29,4 11,4 0,1 (9,2) 3,0 3,6 0,2 (0,2) 11,3 0,6 1,5 66,2 1,3 15,5 (0,7) 355,0 3,0 3,8 11,3 0,6 67,7 16,7 3,5 1,9 0,3 10,9 474,7. 3,5 1,8 ": 0,1 (0,1) 0,3 10,9 297,5 2,8 66,2 5,1 35,6 29,5 15,5 11,4 11,2 (10,2) E 1:4 0 0 CO O4 z 0 E1 0 tx1 to CG a4 z A Financiële instellingen Ite ntenfonds (8) Spaarkassen, hyp otheeken kapitalisatiemaatschapp ijen 1 0) Instell ingen voor verzeker. op het leven e n teg en ar beidsong., pensioe n fondsen ( 1 0) Geld op zeer korte termijn Certificaten op korte termijn Verplichtingen in rek.courant of voorschotrek. Diversen Totaal Direct opvraagbare deposito's Inlagen op spaarboekjes Termijndeposito's Obligaties (incl. kasbons) Wiskundige reserves van de kapitalisatiemaatschappijen Diversen (Aandelen en deelnemingen) Reserves van de sociale verzekering Wiskundige reserves Diversen Totaal _ Totaal 2,8 7,4. 0,4 2,8 7,7 0,1 10,6 3,8 148,1 1,3 11,8 0,6 5,8 (1,6) 1,0. 0,2 0,5 2,3 3,7 0,2 0,1 171,3 1,0 0,7 6,0 0,2 0,1 0,1 0,8 0,2 3,1 183,6 21,3 155,7 0,3 0,2 0,1 14,4 177,3 0,2 0,1 14,4 2,0 194,1 0,1 0,6... 0,2 0,2 0,1 0,3 2,8 2,0 7,4 0,4 2,9 7,0 148,1 6,4 12,0 9,5 (1,6) 21,3 170,2 2,7 0 CO Nietgeldscheppende openbare kred ietinstellingen ( 1 1) Direct opvraagbare deposito's Geld op zeer korte termijn Inlagen ep spaarboekjes Termijndeposito's Verplichtingen in rek.courant of voorschotrek Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger. Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal 2,7 7,0 2,0 78,5 3,5 (0,1) 0,5 0,3 () 10,3 (1,0) 0,2 2,9 0,1 0,1 (0,7) 1,5 1,4 0,8 () 3,5 2,5 () 0,2 0,2 0,3 0,1 9,8 0,7 (0,2) 0,3 ( ) in co..er, c.... c) o co cn ,9 20,9 17,9 (..) 0,1 0,2 0,2 ( ) 0,3 1,4 5,5 ( ) 93,7 0,7 10,3 3,3 3,8 6,1 11,3 0,3 13,9 39,7 0,5 7,2 190,7 3,1 0,7 7,0 8,7 1,1 119,9 28,0 22,2 (2,0) Niet bepaalde sectoren en aan passing2n ( 1 2) 4,2 2,2 1,3 1,1 4,2 10,9 0,7 3,3 1,0 1,2 21,7 ( 1 3) ( 1) tot (1 2) Totaal van de vorderingen 1.018,7 20,0 48,9 18,6 37,4 153,6 491,2 11,6 196,7 177,7 195,0 47, ,4 Noot : 'Wegens de afrondingen z'jn de totalen niet noodzakelijk gelijk aan de van de posten.

84 Broze : Nationale Bank van Belgié. 1%1 ni toe lat l ( 3) loer vel Te 4 ) Buitenlan d 5) Gegevens niet beschikbaar.. Nihil of beneden lo 50 miljoen Niet gedane verrichtingen XII 2. BEWEGING VAN DE VORDERINGEN EN SCHULDEN IN 1964 I Bedrijven Paraen statale particulieren bedrijven (1) (miljarden franken) Nietfinanciële nationale sectoren (2) Staat (Schatkist) (3) VORDERINGEN PER SECTOR EN PER SOORT Overlieideeector n iet elders.7: ver m eld (o. m. lagere overheid) Sociale verzekering (0) Buitenland (6) Geld scheppende insteltingen (7) Rentenfonds (51 Financiële instellingen S pkassen, aar hypotheeken kapitalisatiemaatschappijen (0) Inst. voor verzekering op het leven en t egen arbeidsongevallen, pensioen. fondsen (10) Nietgeldscheppende openbare krediet. instellingen (11) (Voorlopige cijfers) Niet bepaalde sect. en aanpasringen (12) Totaal van de schulden (13) = (1 ) tot (12) Accepten, handelspapier en promessen 0,1 + 4,1 + 1,2 0,4 + 2,3 + 7,1 Verplichtingen in rek.courant of voorschotrek.. + 0,6 + 5,4 + 0,1 + 0,1 + 6,1 Obligaties + 1,5 + 0,1 + 1,6 Andere leningen op halflange en lange termijn. + 0,8 +13,1 + 4,1 +11,1 + 29,1 Diversen + 0,3 + 0,1 + 4,6 +13,1 1,1 + 1,1 + 18,0 (Aandelen en deelnemingen) (+ 8,4) (+0,5) () (+ 0,1) (+ 0,1) ( ) () (+ 0,1) (+ 0,2) () ( ) (+ 9,5) Totaal + 2,9 + 0,3 + 0,1 + 4,6 +13,1 + 9,5 +13,3 + 5,3 +10,8 + 2,3 + 62,0 Geld op zeer korte termijn 0,3 + 0,1 0,1 Accepten, handelspapier en promessen + 0,3 + 0,1 0,6 0,1 0,2 Verplichtingen in rek.courant of voorschotrek.. 0,1 Obligaties verkrijgbaar door elke belegger 0,1 + 0,2 0,1 + 0,2 Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger. + 0,2 + 1,4... 0,2 + 0,2 + 1,6 Andere leningen op halflange en lange termijn. + 2,1 + 1,9 Diversen + 1,0 + 0,7 0,3 + 1,3 (Aandelen en deelnemingen) (+ 0,1) (+ 0,3) (+ 0,4) () () () (+ 0,1) () (+ 0,1) () (+ 1,0) Totaal.. + 1,3 + 0,2 + 0,7. + 0,6 0,2 0,2 0,3 + 2,2 + 4,4 Gelden van deiden + 1,8 0,4 _ 1,3 + 7,1 Certificaten op korte termijn 0,2 + 0,1.. 0,8 + 1,4 1,1 2,7 0,5 3,2 Obligaties verkrijgbaar door elke belegger +11,2 + 0,6 1,0 1,4 1,9 + 2,9 0,4 + 0,1 + 10,9 Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger ,8 + 1,1 + 0,1 0,7 1,7 + 2,3 Diversen 0,1 + 0,7 0,4 + 0,1 0,2 0,6 Totaal +13,0 0,3 0,3 + 1,3 + 0,6 + 8,4 1,9 + 3,2 4,1 3,4 + 16,5 Geld op zeer korte termijn Verplichtingen in rek.courant of voorschotrek. + 0,5 + 0,5 Obligaties verkrijgbaar door elke belegger 1,0 0,1 + 0,2 + 0,2 + 0,1 0,2 + 0,2 0,7 Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger.. + 1,1 + 0,2 + 2,6 0,5 + 3, 3 Andere leningen op halflange en lange termijn + 0,2 + 0,1 + 6,0 + 6,4 Diversen + 0,1.. 0,8 0,3 0,7 1,6 Totaal 0,9 + 0,2 0,8 + 1,1 + 0,9 + 0,2 + 2,7 0, ,9 0,7 + 7,9 Reserves van de sociale verzekering + 6,3 + 6,3 Obligaties verkrijgbaar door elke belegger.. Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger. + 0,2 0,5 0,1 + 1,6 + 0,2 + 1,5 Diversen 0,6... 1,4 + 1,0 + 0,1 + 0,3 0,5 Totaal + 5,7 1,4 + 1,2 0,5 0,1 + 1,8 + 0,5 + 7,3 Geld op zeer korte termijn (Belgische franken).. + 0,1 + 0,1 Accepten en handelspapier + 2,8 + 0,2 0,1 + 2,9 Verplichtingen in rek.courant of voorschotrek. 0,4 0,4 Overige verplichtingen op korte termijn (incl. de goudvoorraad van de N.B.B.) +17,1 + 17,1 Obligaties 0,1 0,1 0,2 Verplichtingen van de internationale kredietinstellingen uit hoofde van de inschrijving van België.. + 1,7 1,7 Diversen + 5,4 + 0,1 + 0,1 + 0,3 0,1 + 5,8 (Aandelen en deelnemingen) (+ 1,4) (.) (.) () (+ 0,2) () ( ) ( ) () ( ) (+ 1,6) n, n

85 ad( ( 7) Geld +19,4 + 0,2 0,3 1,1 0,4 + 1,5 + 0,3 + 19,6 Geld op zeer korte termijn + 1,3 0,1 0,3 0,1 0,1 + 0,8 Brutoverplichtingen tegenover het buitenland +11,2 + 11,2 Deviezendeposito's van de ingezetenen 4,0 4,0 Inlagen op spaarboekjes van de ingezetenen + 6,3 + 6,3 Termijndeposito's van de ingezetenen + 3,7 + 3, 7 Verplichtingen niet elders vermeld + 3,7 + 3,8 Obligaties (incl. kasbons) 0,1 _. 0,1 Diversen _.. + 1,3 + 1,3 (Aandelen en deelnemingen) (+ 1,5) ( ) (+ 0,1) ( ) (+ 1,6) Totaal +25,4 + 0,1 0,2 1,1 0,4 +12,5 + 3,6 + 1,3 + 0,3 + 1,2 + 42,7 0 rll C ciële Geld op zeer korte termijn 0,4 0,2 0,2 0,9 Certificaten op korte termijn + 0,8 + 0,8 Verplichtingen in rek.courant of voorschotrek.. 0,2.. 0,2 Diversen.. Totaal 0,4 + 0,4 0,2 0,3 Direct opvraagbare deposito's 0,1. + 0,2 + 1,5 0,1 + 1,5 Inlagen op spaarboekjes + 9,7 + 9, 7 Termijndeposito's + 0,4 + 0,3 0,3 + 0,4 Obligaties (incl. kasbons) + 0,7 + 0, ,9 Wiskundige reserves van de kapitalisatiemaatschappijen. Diversen + 1,3 0,1 + 0,5 + 0,2 0,4 + 1,5 (Aandelen en deelnemingen) (+ 0,3) N (+ 0,3). Totaal +12,0 0,1 + 0,7 + 1,8 + 0,2 + 0,2 0,1 0,7 { 14,1 z A mg(. op I art fon( Reserves van de sociale verzekering + 2,8 + 2,8 Wiskundige reserves +10,0 + 2,0* + 12,0 Diversen + 0,2 + 0,5 + 0,7 Totaal +12,9 + 0,2 + 2,0* + 0,5 + 15,5 0 co 3 11e ieti I) Direct opvraagbare deposito's + 0,2 + 0,2 Geld op zeer korte termijn 0,2 0,2 + 0,1 + 0,2 0,2 Inlagen op spaarboekjes + 0,6 + 0,6 Termijndeposito's 0,3 + 0,1 0,1 + 1,5 + 0,5 + 0,5 + 2,3 Verplichtingen in rek.courant of voorschotrek.. + 0,1 + 0,1 0,1 + 0,1 Obligaties verkrijgbaar door elke belegger + 5,4 + 0,5 0,4 0,2 0,3 + 1,8 ::: + 6,8 Obligaties niet verkrijgbaar door elke belegger ,1 + 2,2 + 0,2 0,3 + 1,8 + 0,2 } 1,2 Diversen + 0,5 + 0,5 (Aandelen en deelnemingen) ( ) ( ) (. ) (.. ) () ( ) (±0,1) () () ( ) ( ) ( ) (± 0,1) Totaal + 6,3 + 0,1 0,4 + 2,1 + 2,0 0,2 + 0,1 + 4,2 + 0,4 1 14,5 Niet ~Me :doren ri aanseingen ( 12) 0,1 + 0,1 0,1 0,8 1,6 + 0,2 + 1,5 0,8 0,6 2,1.. (n) 407 ( r) = ( 2T) Totaal van de vorderingen ,9 + 0,9 1,6 1,1 + 9,8 +29,5 +44,4 0,2 +16,6 +13,4 +14,1 1,8 +207,8 Noot : Wegens de afrondingen zijn de totalen niet noodzakelijk gelijk aan de som van de posten. 1 Voor de jar n 1956, 1959 en 1960, cf. Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, xxxvme Jaargang, Deel I, nr 2, februari 1963; voor het jaar 1961, cf. hetzelfde Tijdschrift, XXXIXe Jaargang, Deel I, nr 3, maart 1964; voor liet jaar 1962, cf. hetzelfde Tijdschrift,XLe Jaargang, Deel II, nr 4, oktober 1965; voor het jaar 1963, zie zelfde Tijdschrift, XLIIe Jaargang, Deel I, nr 2, februari *In de betalingsbalans is deze beweging niet opgenomen in de kapitaalsverrichtingen.

86 Bron : Nationale Bank van België. XII 3a. UITSTAANDE VORDERINGEN EN SCHULDEN OP 31 DECEMBER 1963 Totalen per sector (miljarden franken) (Voorlopige cijfers) Gegevens niet beschikbaar... Nihil of beneden F 50 miljoen Niet gedane verrichting Bedrijven en particulieren (1 ) Parastatale bedrijven (2) Staat ( Schatkist) (8 ) Overheidssector niet elders vermeld (4) Sociale verzekering (5) Nietfinanciële nationale sectoren samen (6) = (1) tot (5) Buitenland (7) Geldscheppende instellingen (8) Rentenfonds (i) Spaarkassen, hypotheeken kapitalisatiemaatschappijen (10) Instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, pensioenfondsen (11) Nietgeldscheppende openbare kredietinstellingen (12) Financiële instellingen samen (13 ) = (8) tot (12) Niet bepaalde sectoren en aanpassingen (14) Totaal van de schulden (15),. 1s) + ( 7 ) i (13 ) 1 (14) 1. Bedrijven en particulieren 26,6 1,4 1,6 0,1 13,5 43,2 86,8 102,2 49,8 95,3 334,1 6,3 383,6 2. Parastatale bedrijven 21,3 0,5 5,1 0,4 27,3 7,3 5,4 0,9 4,8 9,7 9,9 30,7 0,8 66,2 3. Staat (Schatkist) 109,4 3,9 3,0 2,1 118,4 54,1 170,6 7,8 43,0 41,4 19,6 282,4 8,4 463,2 4. Overheidssector niet elders vermeld 17,4 5,9 2,8 0,1 26,2 0,5 4,8 1,0 10,4 9,7 51,0 76,9 3,0 106,5 5. Sociale verzekering 21,2 2,5 3,1 26,8 0,2 1,1 1,4 7,5 10,0 3,8 40,9 6. Nietfinanciële nationale sectoren samen 195,9 11,7 12,0 3,6 18,7 241,9 62,1 268,7 9,7 161,8 118,1 175,8 734,1 22, ,4 7. Buitenland 7,6 0,9 21,3 29,8 134,4 0,9 1,3 6,6 2,1 145,3 1,6 176,8 8. Geldscheppende instellingen 329,5 2,8 4,0 12,5 1,0 349,8 55,2 13,1 2,3 1,6 0,3 17,3 9,6 432,0 9. Rentenfonds 2,8 2,8 0,4 7,4 0,2 7,6 10,9 10. Spaarkassen, hypotheek en kapitalisatiemaatschappijen 159,4 1,0 0,1 4,3 164,8 0,1 0,1 0,6 0,3 1,1 3,7 169,6 11. Instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, pensioenfondsen 164,5 0,1 164,6 12,5 1,5 178,6 12. Nietgeldscheppende openbare kredietinstellingen 87,4 0,6 10,3 3,7 1,7 103,7 3,4 12,1 0,5 13,8 35,5 0,5 62,4 6,8 176,3 13. Financiële instellingen samen 740,8 4,4 17,2 16,2 7,1 785,7 71,5 32,7 0,5 16,4 37,7 1,1 88,4 21,6 967,4 14. Niet bepaalde sectoren en aanpassingen 4,2 2,1 1,9 0,2 4,2 10,6 0,6 1,8 1,8 1,8 16,6 20,7 15 Totaal van de vorderingen 940,0 19,2 50,6 19,8 27, ,2 137,7 446,3 11,8 181,4 164,3 180,9 984,7 45, ,3 16. Saldo van de vorderingen en schulden + 556,4 47,0 412,6 86,7 13,3 3,2 39,1 1 14,3 1 0,9 1 11,8 14,3 + 4,6 1 17,3 + 24,9

87 XII 3b. UITSTAANDE VORDERINGEN EN SCHULDEN OP 31 DECEMBER 1964 Totalen per sector.....,., (miljarden franken) (Voorlopige cijfers) Gegevene niet beschikbaar... Nihil of beneden F 50 miljoen Niet gedane verrichting Bedrijven en particulieren (1) Parastatale bedrijven (2) Staat (Schatkist) (3) Overheide sector niet elders vermeld (4) verzekering 151 Nietfinanciële nationale sectoren samen (G) = (1) tot (5) Buitenland (7) Geldscheppende instellingen (5) Bentenfonds (9) Spaarkassen, hypotheeken kapitalisatiemaatscheppijen (10) Instellingen voor overzekering het. j en tegen arbeidsongevallen, pensioenfondsen (11) Nietgeldscheppende openbare kredietinstellingen (12) Financiële instellingen samen (13) = (.1) tot (12) Niet bepaalde sectoren en aanpassingen (14) Totaal van de schulden (15) = (G) d (7) + (13) + ( Bedrijven en particulieren 29,5 1,7 1,7 0,1 18,1 "" 51, ,8 114, ,1 372,3 8,0 431,3 2. Parastatale bedrijven 22,6 0,8 5,9 0, ,7 7,4 6,0 0,8 4,5 9,4 12,1 32,8 0,8 70,7 3. Staat (Schatkist) 122,4 3,7 2,6 3,3 132,0 51,7 179,7 7,8 41,1 44,5 15,6 288,7 7,0 479,5 4. Overheidssector niet' elders vermeld 16, ,0 0, ,7 1,6 5,7 1,2 13,1 9,0 57,0 86,0 2,3 114,5 5. Sociale verzekering 26,9 1,1 4,3 32,3 0,3 0,6... 1,3 9,3 11,2 4,3 48,2 6. Nietfinanciële nationale sectoren samen 217,9 12,3 10,7 3,2 25,7 269,8 61,0 288,8 9,8 174,3 127,3 190,8 791,0 22, ,2 7. Buitenland 7,8 0,9 19, ,4 155,7 0,9 1,5 6,9 2,1 167,1 1,3 196,8 8. Geldscheppende instellingen 355,0 3,0 3,8 11,3 0,6 373,7 67,7 16,7... 3,5 1,9 0,3 22,4 10,9 474,7 9. Rentenfonds... 2, ,8 7, ,7 0,1 10,6 10. Spaarkassen, hypotheek en kapitalisatiemaat schappij en 171,3 1,0... 0,7 6,0 179,0 0,2 0,1 0,1 0,8 0,2 1,2 3,1 183,6 11. Instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, pensioenfondsen 177,3... 0,2... 0,1 177,6 14, ,0 194,1 12. Nietgeldscheppende openbare kredietinstellingen 93,7 0,7 10,3 3,3 3,8 111,8 6,1 11,3 0,3 13,9 39,7 0,5 65,7 7,2 190;7 13. Financiële instellingen samen 797,3 4,7 17,1 15,3 10,5 844,9 88,4 35,8 0,3 17,5 42,4 1,0 97,0 23, ,7 14. Niet bepaalde sectoren en aanpassingen 4,2 2,2 1,3 1,1 0,4 4,2 10,9 0,7 3,3 1,0 1,2 17,1 21,7 15. Totaal van de vorderingen 1.018,7 20,0 48,9 18,6 37, ,6 153,6 491,2 11,6 196,7 177,7 195, ,2 47, ,4 16. Saldo van de vorderingen en schulden 1 587,4 50,7 430,6 95,9 10,8 0,6 43,2 4 16,5 + 1,0 ± 13,1 16,4 + 4,3 + 18,5 4 25,3

88 Bron : Nationale Bank van België. XII 4. BEWEGING YAN DE VORDERINGEN EN SCHULDEN IN 1964 Totalen per sector (miljarden franken) (Voorlopige cijfers) Gegevens niet beschikbaar Nihil of beneden F 50 miljoen Niet gedane verrichting Bedrijven en particulieren (1) Parastatale bedrijven (2) Staat (Schatkist) (3) Overheidssector niet elders vermeld (4) Sociale verzekering (5) Nietfinanciële nsaeteitonreanle samen (6) = (1) tot (5) Buitenland (7) Geldscheppende instellingen (8) Rentenfonds (9) Si paarkassen, hypotheeken kapitalisatieinaatscha en (10) Instellingen voor ovpe verzekering Itt elrei leven en tegen arbeidsongevallen, pensioenfondsen (11) Nietgeldscheppende openbare kredietinstellingen (12) Financiële instellingen samen (13) = (8) tot (12) Niet bepaalde sectoren en aanpassingen (14) Totaal van de. schulden (15) r. (6) + (7) 1 (13) I (14) 1. Bedrijven en particulieren + 2,9 + 0,3 + 0,1 { 4,6 + 7,9 + 13,1 + 9,5 + 13,3 + 5,3 + 10,8 + 38,9 + 2,3 + 62,0 2. Parastatale bedrijven + 1,3 + 0,2 + 0,7 + 2,2 + 0,6 0,2 0,2 0,3 + 2,2 + 2,1 + 4,4 3. Staat (Schatkist) + 13,0 0,3 0,3 + 1,3 + 13,7 + 0,6 + 8,4 1,9 + 3,2 4,1 } 5,6 3,4 + 16,5 4. Overheidssector niet elders vermeld 0,9 + 0,2 0,8 1,5 + 1,1 + 0,9 + 0,2 + 2,7 0,7 + 5,9 + 9,0 0,7 + 7,9 5. Sociale verzekering + 5,7 + 1,2 + 5,5 0,5 0,1 + 1,8 + 1,2 + 0,5 + 7,3 6. Nietfinanciële nationale sectoren samen + 22,0 + 0,4 1,4 0,3 + 7,1 + 27,8 + 14,8 + 18,9 + 13,8 + 9,3 + 14,8 + 56,8 1,3 + 98,1 7. Buitenland + 5,4 + 0,1 + 5,5 + 21,3 + 0,2 + 0,3 + 21,8 1,9 + 25,3 8. Geldscheppende instellingen + 25,4 + 0,1 0,2 1,1 0,4 + 23,8 + 12,5 + 3,6 + 1,3 + 0,3 + 5,2 + 1,2 + 42,7 9. Rentenfonds.. 0,4 + 0,4 0,2 + 0,2 0,3 10. Spaarkassen, hypotheek en kapitalisatiemaatschappijen + 12,0 0,1 + 0,7 + 1,8 + 14,4 + 0,2 + 0,2 0,1 + 0,1 0,7 + 14,1 11. Instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, pensioenfondsen + 12,9 + 0, ,1 + 2,0 + 0,5 + 15,5 12. Nietgeldscheppende openbare kredietinstellingen + 6,3 + 0,1 0,4 + 2,1 + 8,1 + 2,0 0,2 + 0,1 + 4,2 + 4,1 + 0,4 + 14,5 13. Financiële instellingen samen + 56,6 + 0,2 0,1 0,8 + 3,5 + 59,4 + 16,3 + 4,0 0,2 + 1,2 + 4,7 0,1 + 9,4 + 1,4 + 86,5 14. Niet bepaalde sectoren en aanpassingen 0,1 + 0,1 0,1 0,8 0,9 1,6 + 0,2 + 1,5 0,8 0,6 0,1 2,1 15 Totaal van de vorderingen + 83,9 + 0,9 1,6 1,1 + 9,8 + 91,9 + 29,5 + 44,4 0,2 + 16,6 + 13,4 + 14,1 + 88,2 1,8 +207,8 16. Saldo van de vorderingen en schulden + 21,9 3,5 18,1 9,0 + 2,5 6,2 + 4,2 + 1,7 + 0,1 + 2,5 2,1 0,4 + 1,7 + 0,3

89 XIII. GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN 1. GEZAMENLIJKE BALANSEN YAN DE GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN (miljarden franken) 1960 December 1961 Maart Juni September December 1962 Maart Juni September December Einde periode 1963 Maart Juni r 5 Geldhoeveelheid (1) 220,4 222,6 226,8 228,6 237,4 236,3 245,0 246,7 254,5 262,6 273,2 Quasimonetaire liquiditeiten In handen van de bedrijven en particulieren Deposito's in Belgische franken 1 (2) 34,7 37,5 38,0 41,1 43,6 47,5 47,9 50,4 48,5 50,7 51,3 Deposito's inla buiten jut sen geldsoorten (3) 7,2 7,9 7,9 8,4 8,0 8,2 7,9 8,0 7,4 7,4 8,2 In handen van de Schatkist (4) 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 Totaal van de geldkoeveelheid en van de quasimonetaire liquiditeiten (5), (1) tot (4) 262, , , , ,0 292,1 300,8 305,1 310,4 320,8 332,8 (6) 74,8 73,3 68,2 70,9 77,8 84,6 82,4 80,9 80,5 83,8 84,4 Vorderingen op de overheid Vorderingen op de Staat (7) 135,9 143,6 149,3 154,3 147,4 147,3 151,9 154,8 149,0 159,8 164,5 Vorderingen op de andere openbare besturen 2 (8) 4,7 4,2 4,7 4,2 6,1 5,6 5,5 6,6 7,7 6,0 6,4 Discontokredieten, voor ;shotten en acceptkredieten aan bedrijven en particulieren Gefinancierd door de geldscheppende instellingen (9) 53,0 51,4 54,1 54,6 61,2 61,7 63,5 66,8 72,9 74,5 78,7 pro memorie g efinancierd door en buiten de g isncsbt ene, igi de ne (10) 65,4 64,5 67,3 69,7 75,2 73,9 77,8 78,6 86,7 88,6 92,5 Vorderingen op en schulden tegenover niet geldscheppende financiële instellingen Op en tegenover het Rentenfonds (11) 5,8 4,0 4,1 3,4 5,2 3,2 4,4 5,8 7,0 7,2 7,5 Op en tegenover andere instellingen (12) 4,9 5,4 6,1 6,3 6,8 7,0 8,9 9,0 10,1 10,3 10,2 Goudvoorraad en nettodeviezenpositie Obligatieleningen van de depositobanken (13) 7,6 7,9 8,2 8,4 8,6 9,1 9,8 10,4 11,1 11,1 11,2. Diversen 3 (14) 9,0 5,9 5,5 7,2 6,9 8,2 6,0 8,4 5,7 9,7 7,7 Nieuwe reeks 5 Juni September December 1964 Maart Juni September December 1965 Maart Juni September December 1966 Maart Juni September December 1967 Maart 270,9 266,8 277,8 273,3 285,6 283,8 297,4 292,9 309,5 306,4 318,6 314,6 329,3 322,4 339,7 326,5 51,3 53,1 55,1 58,3 58,3 64,1 65,1 70,6 71,1 74,8 77,4 82,4 81,1 86,4 89,0 97,6 8,2 8,4 9,1 10,1 8,] 5,0 5,2 4,5 5,1 3,9 4,4 4,2 4,9 5,1 5,7 6,0 0, ,5 328,3 342,0 341,7 352,0 352,9 367,7 368,0 385,7 385,1 400,4 401,2 415,3 413,9 434,4 430,1 83,2 80,7 79,2 78,3 79,4 81,0 88,0 87,0 92,4 90,4 94,8 93,7 93,3 89,5 89,2 v 90,9 167,0 165,8 170,6 174,0 177,8 175,9 179,7 178,7 185,5 189,0 193,9 191,3 197,4 195,6 203,9 v 200,6 5,0 5,1 5,8 4,8 5,2 5,0 6,3 7,3 7,6 7,0 6,6 8,3 9,5 10,5 12,0 v 8,6 76,9 79,9 88,8 88,4 92,1 94,4 98,3 98,5 102,4 106,9 112,5 114,0 119,1 125,2 134,9 136,3 88,6 91,8 99,9 104,1 107,5 108,9 111,6 112,0 116,6 119,9 127,9 130,0 134,2 139,2 149,3 154,1,o CD Cn CO 00 CO 11 C9 C C9 CO Nen CD.. C en C C 00 C ti en t ed, et. t 00 et, en 10,0 10,6 11,5 10,6 10,1 11,2 11,0 12,9 12,1 11,8 12,6 12,4 13,4 15,2 15,7 v 15,4 11,2 11,3 11,4 11,2 11,3 11,3 11,4 11,3 11,3 11,3 11,4 11,5 11,5 11,7 12,0 12,4 7,9 9,4 9,9 10,2 10,2 11,1 12,0 11,9 10;1 12,9 13,3 14,2 14,7 15,5 13,9 v14,3 1 Deze deposito's omvatten de termijndeposito's en de op boekjes ingeschreven deposito's. 2 Incl. de vorderingen op de pensioenfondsen. 3 Deze rubriek omvat voornamelijk het saldo van de verrichtingen op halflange en lange termijn van het Muntfon verschillen tussen de vastleggingen en participaties eensdeels en de eigen middelen anderdeels. Zij omvat, daaren 4 In beginsel zouden de deposito's van de Kongolese ingezetenen in de Belgische banken niet moeten opgenomen moeilijkheden. Zo waren tot einde juli 1960 de deposito's bij de Belgische banken van de Kongolese ingezetenen een bedrag van F 0,2 miljard in augustus en t' 0,7 in september, doch deze bedragen werden er nadien lende bedragen van F 0,2 miljard in januarifebruari 1961, F 0,1 miljard in september 1961 en F 0,2 miljard in 5 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks verwijzen wij de lezer naar deel 2 van lingen van de statistieken e van het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) : XLIIe jaargang, N. B. Voor de wijze van opstelling van deze tabel, zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXIV(' deel II, nr 5, november 1958 XLIIe jaargang, deel I, nr 1, januari \ oor de indeling van de Geldhoeveelheid e, zie tabel 4, hoofdstuk XIII. Voor de indeling van de Goudvoorraad en nettodeviezenpositie», zie tabel 5, hoofdstuk XIII. ds, van de niet elders ingedeelde vorderingen of de schulden tegenover ingezetenen, de salderingsrekeningen, de boven, tot 30 juni 1963 (oude reeks) het saldo van de verrichtingen op halflange en lange termijn van de N.K.B.K. worden in de geldhoeveelheid en de quasimonetaire liquiditeiten. De toepassing van dit beginsel stuit op statistische nietbankiers in de geldhoeveelheid en de quasimonetaire liquiditeiten begrepen; zij werden eruit verwijderd voor gedeeltelijk weder in opgenomen en wel ten belope van I, 0,3 miljard in novemberdecember 1960, en van aanvuloktober het artikel Hoofdstuk XII., Vorderingen en schulden in de Belgische economie en XIII, Geldscheppende insteldeel I, nr 1. januari jaargang, deel II. nr 6. december 1949 XXXe jaargang, deel II, nr 5, november 1955 XXXIIIe jaargang.

90 XIII 2. DE BALANSEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE, DE GELDSCHEPPENDE OPENBARE IN STELLINGEN EN DE DEPOSITOBANKEN a) Nationale Bank van België Activa Driemaandelijkse cijfers (miljarden franken) A. Vorderingen op het buitenland : 1. Goud 66,8 67,1 68,3 68,6 68,6 68,4 68,6 68,8 69,6 69,7 72,5 74,2 78,1, 77,7 77,9 77,8 77,8 76,3 76,2 76,2 2. I.M.F. Deelneming 7,5 6,7 6,7 6,7 6,5 7,0 7,1 8,2 8,2 8,2 8,7 9,0 10,0 12,2 12,2 12,9 14,0 15,2 15,2 15,2 Leningen, 1,5 1,5 3,4 3,4 3,4 3,4 3,4 3,4 3,4 3,4 3. Obligaties 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 4. Uitvoeraccepten in Belgische franken 2,3 0,8 3,8 3,0 3,1 3,8 4,1 3,0 4,7 4,4 4,3 1,8 6,2 2,7 6,7 4,9 7,3 6,1 7,6 6,9 5. Vordering op de E.B.U. 2 0,3 0,3 0,3 0,2 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0, Andere : a) in deviezen 3 13,4 14,3 12,8 17,8 19,5 19,6 21,5 20,9 19,8 22,0 27,0 25,9 21,9 23,2 21,9 20,0 19,7 20,0 21,4 21,3 b) in Belgische franken 3 0,1. 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1, 7 7. Statistische aanpassing Totaal van de vorderingen op het buitenl. 90,4 89,4 92,0 96,4 99,5 100,5 103,0 102,6 104,0 106,0 115,7 114,0 121,2 120,8 123,7 120,6 123,8 122,6 125,4 124,8 B. Vorderingen op de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 0,5 0,4 0,3 0,4 0,3 0,4 0,2 0,3 9,3 0,3 0,4 0,6 0,5 0,5 0,4 0,6 0,4 0,4 0,3 0,4 2. Andere : a) op de Nationale Bank van België b) op de openbare instellingen.... c) op de depositobanken 1,3 0,3 0,2 1,5 0,3 0,2 0,5 0,5 C. Vorderingen op de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Op de Staat : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar 8,1 9,9 5,2 8,8 9,9 8,2 9,3 oblig. verkrijgbaar door elke belegger. 2,3 2,3 2,3 2,3 2,3 2,3 2,3 2,3 2,4 2,4 2,4 2,5 2,4 2,5 2,5 2,7 2,7 2,6 2,7 2,7 overige 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen : a) op ten hoogste één jaar o) op meer dan één jaar : 9,6 9,8 10,0 9,8 9,9 10,0 9,9 9,0 10,0 9,3 10,0 oblig. verkrijgbaar door elke belegger. 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,3 0,3 0,3 0,3 0,4 0,3 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,5 overige 3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : 1) accepten 2,7 0,1 0,4 1,7 0,9 0,6 0,1 0,2 2,7 0,2 1,7 1,7 4,0 0,8 b) handelspapier 1,7 1,7 3,6 2,4 2,5 1,5 3,5 3,0 3,3 2,8 2,6 2,4 2,1 2,1 2,9 2,4 2,8 3,1 3,9 2,3 e) voorschotten d) obligaties :.. verkrijgbaar door elke belegger.... overige 1. Op het Rentenfonds : op ten hoogste één jaar 0,6 1,0 0,6 0,6 1,1 2,5 1,5 0,4 5. Op de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : 0,6 0,3 0,2 0,8 1,8 2,0 0,5 0,3 0,2 0,8 oblig. verkrijgbaar door elke belegger..... overige D. Andere 23,6 22,6 19,9 28,2 33,4 34,4 36,4 35,4 36,6 38,7 40,2 38,3 39,8 37,0 36,2 37,0 37,6 36,3 38,7 36,8 TOTAAL DER ACTIVA 160,8 160,5 162,7 174,5 182,4 184,3 192,3 188,6 194,1 198,4 206,1 204,1 211,0 207,5 211,8 208,8 212,7 213,0 219,0 212,2 1 Speciale bons van de Belgische Schatkist (wet van overeenkomst d.d ). 2 Bilateraal gemaakte vorderingen op de debiteurlanden, bij de vereffening van de E.B U. 3 \ oor de data váne 30 juni 1063 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek 6a) in buitenlandse valuta's uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek Ob) in Belgische franken niet enkel betrekking hebben op de Belgische franken doch ook op de nietconvertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen. 4 Met inbegrip van fr. 1 miljard goud in rekening bij een buitenlandse correspondent. 9,6 9,9

91 a) Nationale Bank van België Passiva Driemaandelijkse cijfers (miljarden f anken) A. Verplichtingen aan het buitenland : 1. 1.M.F. 2. E.B.U. 3. Andere : a) in deviezen b) in Belgische franken 1 4. Statistische aanpassing Totaal der verplichtingen aan het buitenland 0,2 0,2 0,6 0,5 0,8 0,7 0,2 0,8 1,0 0,2 0,2 0,8 1,0 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,6 0,8 0,6 0,6 0,6 0,6 0,7 0,5 0,6 0,7 0,7 0,7 0,6 0,6 0,7 0,6 0,8 1,0 0,8 0,8 0,8 0,8 0,9 0,7 0,8 0,9 0,9 0,9 0,8 0,8 0,9 0,8 B. Verplichtingen aan de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2 2. Andere : a) aan de Nationale Bank van België b) aan de openbare instellingen c) aan de depositobanken : monetaire reserve andere 2,4 0,1 2,3 2,6 0,1 1,6 2,5 2,5 2,2 0,1 2,6 0,1 2,8 3,2 2,3 1,4 3,0 0,1 2,9 1,2 0,1 3,0 1,2 1,3 0,7 2,1 3,1 3,3 3,3 3,5 3,6 1,4 0,1 0,1 1,4 1,7 3,8 0,1 3,3 0,1 3,5 3,5 1,3 2,1 C. Verplichtingen aan de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Chartaal geld,1 2. Giraal geld : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren 4 b) aangehouden door cle overheid 3. Quasimonetaire liquiditeiten : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren deposito's in Belgische franken op meer dan één maand deposito's in Belgische franken op depositoboekjes deposito's in deviezen b) aangehouden door de Schatkist 4. Obligatieleningen 5. Andere : a) tegenover het Rentenfonds b) tegenover de parastatale kredietinstellingen c) tegenover de Schatkist 129,7 131,0 135,9 138,0 143,8 144, 0,4 0,4 0,5 0,3 0,3 0,3 2,1 1,7 147,7 145,4 0,5 0,5 150,9 152,1 0,4 0,4 157,3 155,1 162,5 162,7 166,8 163,4 0,6 0,5 0,3 0,4 0,4 0,4 0,3.. 0,7 0,1 171,0 0,3 170,0 171,8 166,5 0,3 0,5 0,3 D. Andere 25,3 24,3 21,1 30,5 34,9 36,1 38,2 37,3 38,9 40,9 42,4 41,0 42,6 39,4 38,7 38,8 36,7 38,5 41,0 39,0 TOTAAL DER PASSIVA 160,8 160,5 162,7 174,5 182,4 184,3 192,3 188,6 194,1 198,4 206,1 204,1 211,0 207,5 211,8 208,8 212,7 213,0 219,0 212,2 t Incl. de verplichtingen in Belgische franken aan de andere internationale instellingen dan het I.M.F. en de E.B.U. 2 Incl. de munten en biljetten van de Schatkist aangehouden door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank. 3 De cijfers van deze rubriek zijn onderschat voor het bedrag van munten en h'ijetten van de Schatkist aangehouden door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank. 4 Incl. de direct opeisbare tegoeden van de parastatale instellingen behalve dit van het Rentenfonds hetwelk onder C5a voorkomt.

92 A. Vorderingen op het buitenland : 1. Goud 2. I.M.F. Deelneming Leningen 1 3. Obi.gaties 4. Uitvoeraccepten in Belgische franken 5. Vordering op de E.B.U Andere : a) Nationale Bank van België Activa Maandelijkse cijfers (miljarden franken) ,7 12,2 3,4 0,1 2,8. 77,9 ]2,2 3,4 0,1 5,3 77,9 12,2 3,4 0,1 3,3. 77,9 12,2 3,4 0,1 6,7 77,9 12,5 3,4 0,1 5,4 77,9 12,5 3,4 0,1 4,7 77,8 12,9 3,4 0,1 4,9 a) in deviezen 23,2 22,6 22,6 21,9 20,5 19,4 20,0 19,9 19,7 19,7 21,6 21,4 20,0 21,8 21,6 21,4 22,3 20,8 21,3 22,1 b) in Belgische franken 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,6 1,6 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1, 7 1,7 7. Statistische aanpassing Totaal van de vorderingen op het buitenl. 120,8 123,0 121,0 123,7 121,3 119,5 120,6 123,4 124,0 123,8 126,2 124,1 122,6 124,1 124,1 125,4 125,0 122,1 124,8 125,7 B. Vorderingen op de binnenl. geldschep. sector : 1. Munten en biljetten 0,5 0,5 0,5 0,4 0,5 0,6 0,6 0,5 0,5 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,3 0,3 0,4 0,4 0,4 2. Andere : a) op de Nationale Bank van België b) op de openbare instellingen c) op de depositobanken 0,3 0,5 1,1 0,6 0,3 C. Vorderingen op de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Op de Staat : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : 77,8 13,8 3,4 0,1 6,8.. 77,8 14,0 3,4 0,1 7,4. 77,8 14,0 3,4 0,1 7,3 9,9 7,3 10,0 9,0 9,3 10,0 10,0 9,0 9,4 9,3 9,8 10,0 10,0 9,9 10,0 9,6 7,1 9,9 9,9 9,3 oblig. verkrijgbaar door elke belegger. 2,5 2,5 2,5 2,5 2,6 2,6 2,7 2,6 2,6 2,7 2,6 2,6 2,6 2,7 2,6 2,7 2,8 2,8 2,7 2,7 overige 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 34,0 2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : oblig. verkrijgbaar door elke belegger. 0,4 0,3 0,3 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,5 0,5 overige 3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : a) accepten.. 0,5 2,7 0, ,2 0,7 1,3 1,7 2,3 1,7 1,0 0,6 4,0 0,3 0,8 0,4 h) handelspapier 2,1 2,0 1,9 2,9 2,5 2,9 2,4 2,5 2,8 2,8 4,1 2,4 3,1 2,3 2,5 3,9 3,0 3,1 2,3 2,5 c) voorschotten 0,1 d) obligaties : verkrijgbaar door elke belegger '''..... overige 4. Op het Rentenfonds : op ten hoogste één jaar 5. Op de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : 0,3 0,3 0,2 0,1 oblig. verkrijgbaar door elke belegger. overige D. Andere 37,0 36,8 37,1 36,2 35,2 34,4 37,0 35,4 35,3 37,6 36,9 38,4 36,3 39,6 39,6 38,7 38,4 36,0 36,8 37,7 TOTAAL DER ACTIVA 207,5 207,5 207,3 211,8 206,6 204,7 208,8 208,5 210,8 212,7 216,7 213,2 213,0 215,7 214,3 219,0 211,9 208,7 212,2 213,8 76,6 15,1 3,4 0,1 7,9 76,4 15,2 3,4 0,1 6,1 76,3 15,2 3,4 0,1 6,1 76,2 15,2 3,4 0,1 5,9 76,2 15,2 3,4 0,1 6,1. 76,2 15,2 3,4 0,1 7, ,2 15,2 3,4 0,1 6,3 76,1 15,2 3,4 0,1 5,0 76,2 15,2 3,4 0,1 6,9 76,2 15,3 3,4 0,1 6,9 1 Speciale bons van de Belgische Schatkist (wet van overeenkomst d.d ). 2 Bilateraal gemaakte vorderingen op de debiteurlanden, bij de vereffening van de E.B.U.

93 a) Nationale Bank van België Passiva Maandelijkse cijfers (miljarden franken) A. Verplichtingen aan het buitenland : L I.M.F. 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 2. E.B.U. 3. Andere : a) in deviezen b) in Belgische franken 1 0,7 0,8 0,7 0,7 0,7 0,6 0,7 0,6 0,5 0,6 0,4 0,6 0,6 0,6 0,6 0,7 0,5 0,3 0,6 0,5 4. Statistische aanpassing Totaal der verplichtingen aan het buitenland 0,9 1,0 0,9 0,9 0,9 0,8 0,9 0,8 0,7 0,8 0,6 0,8 0,8 0,8 0,8 0,9 0,7 0,5 0,8 0,7 B. Verplichtingen aan de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2 3,3 3,0 3,4 3,5 3,4 3,4 3,6 3,1 3,8 3,8 3,8 3,5 3,3 3,6 3,6 3,5 3,7 3,6 3,5 v 3,6 2. Andere : a) aan de Nationale Bank van België h) aan de openbare instellingen c) aan de depositobanken : monetaire reserve andere 0,1 0,1 1,4 0,1 0,1 1,7 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 1,3 0,1 0,1 2,1 v 0,1 C. Verplichtingen aan de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Chartaal geld " 162,7 164,0 162,7 166,8 163,5 163,2 163,4 166,5 167,6 171,0 173,0 170,3 170,0 169,2 167,0 171,8 165,9 165,4 166,5 v168,8 2. Giraal geld : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren 0,4 0,3 0,4 0,4 0,3 0,3 0,4 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,4 0,3 0,5 0,3 0,3 0,3 0,3 b) aangehouden door de overheid 3. Quasimonetaire liquiditeiten : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren : deposito's in Belgische franken op meer dan één maand depcsito's in Belgische franken op depositoboekjes deposito's in deviezen b) aangehouden door de Schatkist Obligatieleningen 5. Andere : a) tegenover het Rentenfonds 0,7 0,1. b) tegenover de parastatale kredietinstellingen c) tegenover de Schatkist D. Andere 39,4 39,2 39,8 38,7 38,4 36,9 38,8 37,7 38,3 36,7 38,9 38,2 38,5 41,6 42,5 41,0 41,2 38,8 39,0 v 40,3 TOTAAL DER PASSIVA 207,5 207,5 207,3 211,8 206,6 204,7 208,8 208,5 210,8 212,7 216,7 213,2 213,0 215,7 214,3 219,0 211,9 208,7 212,2 213,8 1 Incl. de verplichtingen in Belgische franken aan de andere 'nternationale instellingen dan het I.M.F. en de E.B.U. 2 bid. de munten en biljetten van de Schatkist aangehouden door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank. 3 De cijfers van deze rubriek zijn onderschat voor het bedrag van munten en biljetten van de Schatkist aangehouden door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank. 4 Incl. de direct opeisbare tegoeden van de parastatale instellingen behalve dit van het Rentenfonds hetwelk onder C5a voorkomt.

94 b) Geldscheppende openbare instellingen 1 Activa Driemaandelijkse cijfers (miljarden franken) U A. Vorderingen op het buitenland : 1. Goud 2. I.M.F. Deelneming Leningen 3. Obligaties 4. Uitvoeraccepten in Belgische franken 0,2 0,2 0,2 0,1 0,1 0,1 0,2 0,2 0,1 0,2 0,1 0,5 0,1 0,4 5. Vordering op de E.B.U. 6. Andere : a) in deviezen h) in Belgische franken 7. Statistische aanpassing Totaal van de vorderingen op het buitenl. 0,2 0,2 0,2 0,1 0,1 0,1 0,2 0,2 0,1 0,2 0,1 0,5 0,1 0,4 B. Vorderingen op de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 0, ,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 2. Andere : a) op de Nationale Bank van België b) op de andere instellingen 0,1 0,1 0,1 0,1 0,6 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,4 0,1 c) op de depositobanken C. Vorderingen op de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Op de Staat : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : 36,6 36,8 37,5 40,0 41,2 40,3 39,0 42,9 42,0 44,2 42,9 48,0 41,0 44,2 43,0 49,1 44,3 45,3 40,6 48,5 46,7 oblig. verkrijgbaar door elke belegger. 5,2 5,1 5,3 5,5 5,5 5,6 5,6 5,7 5,7 5,8 5,7 5,7 5,5 5,5 5,2 6,3 6,5 6,5 6,5 6,5 6, 5 overige 2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : 2,5 3,2 4,5 3,3 3,4 3,4 3,4 4,3 3,1 3,7 3,5 4,8 5,5 5,7 5,0 4,5 6,2 7,3 8,3 9,6 5,4 oblig. verkrijgbaar door elke belegger. 0,2 0,2 0,1 0,2 0,1 overige 3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : a) accepten 0,5 0,2 0,1 0,2 0,1 0,1 0,5 0,1 0,1 0,4 0,5 0,2 0,7 0,4 0,1 0,1 0,4 0,1 b) handelspapier c) voorschotten d) obligaties : 0,7 0,7 0,9 0,8 0,7 0,5 0,6 0,6 0,6 0,4 0,4 0,4 0,5 0,3 0,3 0,3 0,4 0,3 0,1 0,5 0,2 verkrijgbaar door elke belegger overige 0,2 0,2 0,3 0,4 0,4 0,5 0,5 0,5 0,5 0,7 0,8 0,9 0,3 0,8 4. Op het Rentenfonds : op ten hoogste één jaar. 5. Op de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : 0,2 oblig. verkrijgbaar door elke belegger... overige 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 D. Andere 4,6 4,7 4,7 5,0 5,2 4,5 3,1 3,0 3,6 4,2 3,4 2,4 2,9 3,8 3,1 2,9 3,1. 2,4 3,4 4,9 3,7 TOTAAL DER ACTIVA 50,8 51,4 53,8 55,3 56,9 54,7 52,0 57,7 55,8 58,8 56,7 63,0 56,9 60,9 58,1 64,9 62,1 63,1 60,2 71,4 63,7 1 Bestuur der Postchecks, Belgisch Muntfonds (activa op korte term ijn en obligaties), Nationale Kas voor Eeroepskrediet activa op korte termijn) tot 30 jun' 1963, oude reeks, Gemeentekrediet van België (activa die de tegenwaarde vormen van de direct en op ten hoogste één maand opeisbare passiva, Herdiscontering en Waarborginst"tuut (act va gefinancierd door een beroep op de geldscheppende instellingen). Met betrekking tot het Belgisch Muntfonds is de tegenwaarde van het overschot van de getelde passiva op de getelde activa opgenomen in rubriek «D Andere.. Wat de Nationale Kas voor Beroepskrediet betreft werd de tegenwaarde van het overschot van de getelde passiva op de getelde activa tot 30 juni 1963, oude reeks, opgenomen in de rubriek «D Andere». 2 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar deel 2 van het artikel «Hoofdstuk XII, Vorderingen en schulden in de Belgische economie en XIII, Geldscheppende instellingen van de statistieken. van het Tijdschrift zoor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) : XLIIe jaargang, deel I, nr 1. januari 1967.

95 b) Geldscheppende openbare instellingen 1 Passiva Driemaandelijkse cijfers (miljarden franken) A. Verplichtingen aan het buitenland : 1. I.M.F. 2. E.B.U. 3. Andere : a) in deviezen b) in Belgische franken 2,0 2,0 1,9 2,6 2,6 2,6 2,5 3,1 3,1 3,0 2,9 2,8 2,7 2,6 2,5 2,3 2,1 2,0 1,2 1,2 1,0 4. Statistische aanpassing Totaal de' verplichtingen aan het buitenland 2,0 2,0 1,9 2,6 2,6 2,6 2,5 3,1 3,1 3,0 2,9 2,8 2,7 2,6 2,5 2,3 2,1 2,0 1,2 1,2 1,0 B. Verplichtingen aan de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2 0,5 0,4 0,3 0,4 0,3 0,3 0,4 0,3 0,3 0,2 0,3 0,4 0,6 0,5 0,5 0,4 0,5 0,4 0,4 0,3 0,4 2. Andere : a) aan de Nationale Bank van België b) aan de openbare instellingen.. 0,1 0,1 0,1 0,6 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,4 0,1 c) aan de depositobanken : monetaire reserve andere 1,0 0,9 2,6 0,7 0,6 0,5 0,4 3,1 2,2 1,0 1,1 6,0 2,2 0,9 1,3 5,8 3,0 0,6 0,7 5,8 2,3 C. Verplichtingen aan de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Chartaal geld 3 5,6 5,7 5,8 5,8 5,9 5,9 5,9 6,0 6,0 6,2 6,3 6,4 6,3 6,4 6,4 6,6 6,5 6,7 6,8 6,9 6,9 2. Giraal geld : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren 4 30,6 31,1 32,4 33,2 34,5 32,5 31,6 33,0 32,8 35,9 34,4 36,0 35,5 37,7 36,0 37,9 37,2 41,2 38,5 41,9 39,0 b) aangehouden door de overheid 10,4 11,0 10,6 12,5 12,7 12,7 11,2 12,1 11,3 12,4 11,7 10,8 9,2 12,2 10,8 11,8 12,4 12,0 12,0 14,9 14,0 3. Quasimonetaire liquiditeiten : a) Aangehouden door de bedrijven en particulieren : deposito's in Belgische franken op meer dan één maand deposito's in Belgische franken op depositoboekjes deposito's in deviezen b) aangehouden door de Schatkist t. Obligatieleningen 5. Andere : a) tegenover het Rentenfonds 0,7 0,3 0,1 0,1 0,1 b) tegenover de parastatale kredietinstellingen 0,1 0,1 0,3 0,3 0,2 0,1 c) tegenover de Schatkist D. Andere TOTAAL DER PASSIVA 50,8 51,4 53,8 55,3 56,9 54,7 52,0 57,7 55,8 58,8 56,7 63,0 56,9 60,9 58,1 64,9 62,1 63,1 60,2 71,4 63,7 1 Bestuur der Postchecks, Belgisch Muntfonds (munten en biljetten), Nationale Kas oor Beroepskrediet (direct en op ten hoogste 30 dagen, inbegrepen de deposito' op meer dan 1 maand, die niet konden geëlimineerd worden) tot 30 juni 1963 oude reeks, Gemeentekrediet van België (direct en op ten hoogste één maand opeisbare passiva), Herdiscontering en Waarborginstituut (passiva t.o.v, ge dscher pende instellingen). 2 Alleen de munten en biljetten in de handen van de Nationale Bank van België. 3 De cijfers zijn overschat voor een bedrag gelijk aan de munten en biljetten van de Schatkist. die door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank van België worden aangehouden. 4 incl. de direct opeisbare tegoeden van de parastatale instellingen, behalve deze van bepaalde administratieve parastatale instellingen welke in rubriek C2b begreoen zijn. 5 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar deel 2 van het artikel «Hoofdstuk XII, Vorderingen en schulden in de Belgische economie en XIII, Geldscheppende instellingen van de statistieken» van het Tijdschrift voor Documentatie cn Voorlichting (N.B.B.) : XLIIe jaargang, deel I, nr 1, januari 1967.

96 A. Vorderingen op het buitenland : 1. Goud 2.1.M.F. Deelneming Leningen c) Depositobanken Activa Driemaandelijkse cijfers r ( miljarden franken) Obligaties 1,2 1,1 1,1 1,1 1,1 0,4 0,5 0,6 0,6 0,6 0,5 0,6 0,7 0,7 0,7 1,4 1,9 1,8 1,8 1,9 v 1,9 4. Uitvoeraccepten in Belgische franken 2,2 2,1 0,8 1,1 2,1 3,2 2,8 2,7 2,5 2,9 3,6 4,8 5,6 4,3 4,2 5,2 6,3 4,6 6,0 5,6 5,4 5. Vordering op de E.B.U. 6. Andere : a) in deviezen 2 15,7 16,3 19,5 19,3 23,9 24,1 25,4 23,4 28,5 29,3 28,4 29,0 39,7 35,2 34,7 36,7 43,5 43,3 43,3 52,6 48,5 b) in Belgische franken 2 2,5 2,2 2,2 3,3 3,4 4,5 4,9 4,5 5,1 5,6 5,3 5,5 6,2 6,3 6,2 6,9 7,3 7,2 7,8 8,3 10,3 7. Statistische aanpassing 0,4 +0,6 +0,1 +0,7 0,1 Totaal van de vorderingen op het buitenl. 21,2 22,3 23,7 25,5 30,4 32,2 33,6 31,2 36,7 38,4 37,8 39,9 52,2 46,5 45,8 50,2 59,0 56,9 58,9 68,4 v66,1 B. Vorderingen op de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2,3 2,2 2,6 2,5 2,5 2,4 2,5 2. Andere : 2,8 3,1 2,9 2,8 2,9 3,0 3,2 3,2 3,4 3,5 3,7 3,2 3,4 3,5 a) op de Nationale Bank van België : monetaire reserve 1,2 1,2 1,3 1,4 andere 0,1 0,1 1,6 2,2 0,1 0,1 0,1 2,3 1,4 0,1 0,1 0,7 2,1 0,1 0,2 1,4 1,7 0,1 0,1 1,3 2,1 b) op de openbare instellingen 1,0 0,9 2,6 0,8 0,5 0,5 0,4 3,0 2,2 1,0 1,0 6,0 2,2 0,9 1,2 5,8 3,0 0,6 0,6 5,8 2,3 c) op de depositobanken 3,2 3,4 3,3 4,2 4,1 3,7 5,9 4,7 5,3 4,5 5,1 5,0 6,8 6,1 6,1 5,1 5,7 5,1 5,5 6,2 5,5 C. Vorderingen op de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Op de Staat : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : 39,4 39,0 14,4 19,1 22,1 22,4 24,3 22,7 26,0 26,3 26,5 24,6 29,1 29,7 33,6 28,8 29,6 33,7 31,9 34,0 v32,1 oblig. verkrijgbaar door elke belegger. 22,5 23,9 25,9 27,3 26,7 29,6 29,5 29,8 30,0 31,1 30,1 30,6 33,0 35,5 34,8 37,4 37,2 38,3 40,4 37,9 v38,0 overige 3,7 3,8 24,5 22,8 22,8 22,9 22,8 23,9 24,4 24,3 24,3 24,6 23,8 24,2 26,0 26,8 27,1 27,6 29,5 30,7 v30,6 2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : oblig. verkrijgbaar door elke belegger. 1,6 1,9 1,8 1,2 1,6 0,2 0,3 0,3 0,3 0,3 0,4 0,4 0,4 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 0,8 1,0 v 1,3 overige 1,0 1,1 1,1 1,1 1,0 1,1 1,2 1,0 1,1 0,9 0,8 0,8 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 v 1,4 3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : a) accepten 4,1 5,1 3,0 3,5 4,9 3,8 3,3 2,4 2,9 2,7 3,9 5,5 6,8 5,7 9,5 5,5 7,5 7,3 7,0 7,2 7,1 b) handelspapier 25,4 27,2 26,9 32,2 32,9 32,8 34,4 37,7 38,3 40,0 39,7 41,5 40,5 43,1 42,0 45,6 45,5 47,3 48,5 55,6 56,5 31,1 31,8 35,6 35,1 37,5 37,3 39,7 42,4 43,5 44,8 46,9 47,8 48,3 50,4 52,7 54,8 57,5 59,6 64,8 63,3 69,4 c) voorschotten d) obligaties : verkrijgbaar door elke belegger 2,9 2,9 2,7 2,7 2,9 2,2 2,1 2,1 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0 2,1 2,0 1,8 1,8 1,5 1,8 1,8 v 2,1 overige 0,9 0,9 1,2 1,2 1,2 1,2 1,1 1,0 1,1 1,7 2,1 2,1 2,0 2,0 2,0 1,9 1,7 1,8 1,8 2,0 v 2,1 4. Op het Rentenfonds : op ten hoogste één jaar. 8,6 8,6 6,4 6,5 7,9 7,9 6;3 6,8 5,9 6,3 6,3 7,4 7,0 7,6 5,7 4,7 5. Op de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : 0,1 0,1.. 0,2 0,2 0,1 0,1 0,4 0,1 0,1 0,2 0,2 0,5 0, 7 1,0 v 1,0 oblig. verkrijgbaar door elke belegger. 8,3 8,5 8,9 9,3 9,9 9,9 10,1 10,3 10,1 9,9 9,7 9,8 10,8 10,9 10,9 11,4 11,3 11,7 12,4 13,2 v13,2 overige 0,7 0,7 0,7 0,7 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,6 0,6 0,7 0,7 0,7 0,8 0,9 1,2 1,4 1,4 1,4 v 1,4 D. Andere 29,6 28,1 31,1 29, ,2 31,4 31,7 31,0 34,3 32,1 36,2 36,2 40,9 40,9 43,3 48,3 51,2 50,3 53,3 v51,8 TOTAAL DER ACTIVA 207,6 212,4 218,1 227,6 242,0 242,0 249,5 256,8 266,0 272,2 273,5 290,1 309,3 312,7 319,2 330,7 343,5 350,0 360,6 388,5 387,5 1 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe n de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar deel 2 van het artikel Hoofdstuk XII, Vorderingen en schulden in de Belgische economie en XIII, Geldscheppende instellingen van de statistieken van het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) : XLIIe jaargang, deel I, nr 1, januari k oor de data vffir 30 juni 1963 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek «6a) in buitenlandse valuta's» uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek «614) in Belgische franken niet enkel betrekking hebben op de Belgische franken doch ook op de nietconvertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen.

97 c) Depositobanken Passiva Driemaandelijkse cijfers (miljarden franken) A. Verplichtingen aan het buitenland : 1. I.M.F. 2. E.B.U. 3. Andere : a) in deviezen 2 16,4 17,2 20,4 21,7 28,1 29,1 32,4 34,4 40,5 41,7 43,1 45,9 54,9 51,1 53,1 55,3 62,6 62,3 67,1 78,3 73,2 b) in Belgische franken ,1 11,2 12,4 12,3 13,5 16,1 17,6 16,9 16,7 17,5 15,9 18,1 21,1 21,0 20,3 20,6 20,7 22,3 22,8 24,3 25,0 4. Statistische aanpassing 0,9 0,1 0,3 40,6 40,6 Totaal der verplichtingen aan het buitenland 26,6 28,3 32,5 34,6 42,2 45,2 50,0 51,3 57,2 59,2 59,0 64,0 76,0 72,1 73,4 75,9 83,3 84,6 89,9 102,6 98,2 B. Verplichtingen aan de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2. Andere : a) aan de Nationale Bank van België 1,3 0,3 0,2 0,2 1,5 0,3 0,2 0,5 0,4 h) aan de openbare instellingen 0,3 0,3 0,4 0,1 c) aan de depositobanken 3,1 3,4 3,3 4,3 4,1 3,7 5,9 4,6 5,3 4,5 5,1 5,0 6,8 6,0 6,1 5,1 5,7 5,1 5,5 6, 2 5,6 C. Verplichtingen aan de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Chartaal geld 2. Giraal geld : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren 68,3 67,5 69,3 72,9 76,0 75,8 73,6 78,5 77,3 79,8 79,0 86,3 86,4 90,4 90,1 95,1 94,6 98,2 94,8 103,6 99,8 b) aangehouden door de overheid 3. Quasimonetaire liquiditeiten : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren : deposito's in Belgische franken op meer dan één maand 30,5 31,9 28,6 28,6 27,9 27,9 26,6 2:5,8 26,4 25,6 29,9 29,5 32,7 32,4 34,2 35,4 38,3 36,3 40,5 40,5 45,6 deposito's in Belgische franken op depositoboekjes 17,4 18,4 19,9 22,1 23,4 23,4 26,4 29,2 31,9 32,7 34,2 35,6 37,8 38,8 40,6 42,0 44,1 44,8 46,0 48,5 52,0 deposito's in deviezen 7,9 8,0 7,4 7,4 8,2 8,2 8,4 9,1 10,1 8,1 5,0 5,1 4,5 5,1 3,9 4,4 4,2 4,9 5,1 5,7 6,0 b) aangehouden door de Schatkist 4. Obligatieleningen 9,8 10,4 11,1 11,1 11,2 11,2 11,3 11,4 11,2 11,2 11,3 11,4 11,4 11,3 11,3 11,4 11,5 11,5 11,7 12,0 12,4 5. Andere : a) tegenover het Rentenfonds 1,3 0,7 0,2 0,2 0,2 0,6 b) tegenover de parastatale kredietinstellingen 0,2 0,3 0,2 0,1 0,3 0,7 0,3 0,3 0,4 0,6 1,1 0,4 0,1 0,1 0,2 0,4 0,1 0,2 0,3 c) tegenover de Schatkist D. Andere 42,5 43,5 44,2 46,0 48,0 45,5 45,5 46,3 46,2 50,5 48,9 53,0 52,9 56,5 58,9 61,2 60,9 64,5 66,4 69,4 67,6 TOTAAL DER PASSIVA 207,6 212,4 218,1 227,6 242,0 242,0 249,5 256,8 266,0 272,2 273,5 290,1 309,3 312,7 319,2 330,7 343,5 350,0 360,6 388,5 387,5 1 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe n de oude reeks (voorgaal de kolom) verwijzen wij de lezer naar deel 2 van het artikel «Hoofdstuk XII, Vorderingen en schulden in de Bolgis he economie en XIII, Geldscheppende instellingen van de statistieken» van het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) : XLIIe jaargang, deel I, nr 1, januari oor de data v6ór 30 juni 1963 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek «3a) in buitenlandse valuta's uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek «3b) in Belgische franken» niet enkel betrek long hebben op de Belgische franken doch ook op de nietconvertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen. 3 Incl. de verrichtingen in Belgische franken aan de internationale instellingen gevestigd in de B.L.E.U.

98 1) Totaal der geldscheppende instellingen Activa Driemaandelijkse cijfers (miljarden franken) A. Vorderingen op het buitenland : 1. Goud 66,8 67,1 68,3 68,6 68,6 68,6 68,4 68,6 68,8 69,6 69,7 72,5 74,2 78,1 6 77,7 77,9 77,8 77,8 76,3 76,2 76,2 2. I.M.F. Deelneming 7,5 6,7 6,7 6,7 6,5 6,5 7,0 7,1 8,2 8,2 8,2 8,7 9,0 10,0 12,2 12,2 12,9 14,0 15,2 15,2 15,2 Leningen, 1,5 1,5 3,4 3,4 3,4 3,4 3,4 3,4 3,4 3,4 3. Obligaties 1,3 1,2 1,2 1,2 1,2 0,5 0,6 0,7 0,7 0,7 0,6 0,7 0,8 0,8 0,8 1,5 2,0 1,9 1,9 2,0 v 2,0 4. uitvoeraccepten in Belgische franken 4,7 3,1 4,8 4,2 5,3 6,4 6,6 7,0 5,7 7,6 8,0 9,2 7,6 10,6 7,4 12,0 11,6 11,9 12,1 13,3 12,3 5. Vordering op de E.B.U. 2 0,3 0,3 0,3 0,2 0,2 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 6. Andere : a) in deviezen 3 29,1 30,6 32,3 37,1 43,4 43,6 45,0 44,9 49,4 49,1 50,4 56,0 65,6 57,1 57,9 58,6 63,5 63,0 63,3 74,0 69,8 b) in Belgische franken 3 2,5 2,3 2,2 3,3 4,9 6,0 6,4 6,0 6,6 7,1 6,8 7,0 7,7 7,8 7,7 8,4 8,8 8,7 9,3 9,8 12,0 7. Statistische aanpassing 0,4 1 0,6 p 0,1 I 0,7 0,1 Totaal van de vorderingen op het buiten]. 111,8 111,9 115,9 122,0 130,0 131,8 134,1 134,4 139,5 142,4 143,8 155,7 166,4 167,8 167,1 174,0 180,0 180,7 181,5 193,9 v190,9 (6) B. Vorderingen op de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2,9 2,7 2,9 2,9 2,8 2,8 2. Andere : 3,0 3,1 3,5 3,2 3,2 3,4 3,7 3,8 3,8 3,9 4,1 4,2 3,7 3,8 3,9 a) op de Nationale Bank van België : monetaire reserve andere 0,1 0,1 1,6 2,2 0,1 0,1 0,1 2,3 1,4 0,1 0,1 0, ,1 0,2 1,4 1,7 0,1 0,1 1,3 2,1 b) op de openbare instellingen 1.0 0,9 2,6 0,9 0,6 0,6 0,4 3,1 2,3 1,1 1,1 6,6 2,3 1,0 1,3 5,9 3,2 0,7 1,3 6,2 2,4 c) op de depositobanken 3,2 3,4 4,9 4,5 4,7 3,9 7,4 5,0 5,3 4,5 5,1 5,2 7,2 6,1 6,1 5,] 6,2 5,1 6,0 6,2 5,6 C. Vorderingen op de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Op de Staat : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : 84,1 85,7 57,1 67,9 73,2 72,6 71,5 74,9 77,6 80,3 79,4 82,4 80,0 83,9 86,5 86,9 83,9 88,3 82,5 92,1v 88,7 (7) oblig. verkrijgbaar door elke belegger. 30,0 31,3 33,5 35,1 34,5 37,5 37,4 37,8 38,0 39,3 38,2 38,7 41,0 43,4 42,5 46,2 46,4 47,5 49,5 47,1 v 47,2 (7) overige 37,7 37,8 58,5 56,8 56,8 56,9 56,8 57,9 58,4 58,3 58,3 58,6 57,8 58,2 60,0 60,8 61,1 61,6 63,5 64,7 v 64,6 (7) 2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : 2,5 3,2 4,5 3,3 3,4 3,4 3,4 4,3 3,1 3,7 3,5 4,8 5,5 5,7 5,0 4,5 6,2 7,3 8,3 9,6 5,4 (8) oblig. verkrijgbaar door elke belegger. 2,0 2,3 2,1 1,6 1,9 0,4 0,5 0,5 0,6 0,6 0,7 0,7 0,8 1,0 1,1 1,1 1,1 1,1 1,2 1,4 v 1,8 (8) overige 1,0 1,1 1,1 1,1 1,0 1,1 1,2 1,0 1,1 0,9 0,8 0,8 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 v 1,4 (8) 3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : a) accepten 4,6 5,3 5,8 3,8 5,0 3,9 3,7 4,6 3,0 3,6 4,6 6,0 6,8 6,4 9,7 8,9 8,1 9,1 8,8 11,6 8,0 (9) b) handelspapier 27,8 29,6 31,4 35,4 36,1 35,8 36,5 41,8 41,9 43,7 42,9 44,5 43,4 45,5 44,4 48,8 48,3 50,4 51,7 60,0 59,0 (9) c) voorschotten d) obligaties : 31,2 31,9 35,7 35,2 37,6 37,3 39,8 42,4 43,5 44,8 46,9 47,8 48,3 50,4 52,7 54,8 57,5 59,6 64,8 63,3 69,4 (9) verkrijgbaar door elke belegger 2,9 2,9 2,7 2,7 2,9 2,2 2,2 2,1 2,0 2,0 2,0 2,0 2,1 2,1 2,0 1,8 1,8 1,6 1,8 1,8v 2,1 (14) overige 0,9 0,9 1,2 1,2 1,2 1,2 1, ,3 2,0 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 2,4 2,4 2,6 2,7 2,3 v 2,9 (14) 4. Op het Rentenfonds : op ten hoogste één jaar 4 8,6 8,6 7,0 7,5 7,9 7,9 6,9 7,4 7,0 8,8 7,8 7,8 7,0 7,6 5,7 4,7 7 (12) 5. Op de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : 0,7 0,3 0,1 0,2 1,0 0,2 0,1 1,9 0,4 2,1 0,5 0,4 0,4 0,4 0,5 1,5 1,0v 1,0 (12) oblig. verkrijgbaar door elke belegger. 8,3 8,5 8,9 9,3 9,9 9,9 10,1 10,3 10,1 9,9 9,7 9,8 10,8 10,9 10,9 11,4 11,3 11,7 12,4 13,2 v 13,2 (12) overige 0,8 0,8 0,8 0,8 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,7 0,7 0,8 0,8 0,8 0,9 1,0 1,3 1,5 1,5 1,5v 1,5 (12) D. Andere 57,8 55,4 55,7 62,9 71,1 69,1 68,9 71,1 70,0 75,1 74,2 78,8 77,4 84,5 81,0 82,4 88,4 91,2 90,0 96,9v 92,3 (14) TOTAAL DER ACTIVA _ ,3 434,6 457,4 481,3 479,1 485,8 506,8 510,4 525,1 528,6 559,2 570,3 584,6 584,8 607,4 614,4 625,8 633,8 678,9 663,4 1 Speciale bons van de Belgische Schatkist (wet van overeenkomst d.d ). 2 Bilateraal gemaakte vorderingen op de debiteurlanden, bi de vereffening van de E.B.U. 3 Voor de data v6dr 30 juni 1963 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek «6a) in buitenlandse valuta's. uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek «613) in Belgische franken niet enkel betrekking hebben op de Belgische franken doch ook op de nietconvertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen 4 De data, waarop het Rentenfonds geen cijfers heeft gepubliceerd, zijn de vordei ingen op het Rentenfonds begrepen in rubriek D. «Andere 5 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar deel 2 van het artikel «Hoofdstuk XII, Vorderingen en schulden in de Belgische economie en XIII, Geldscheppende instellingen van de statistieken van het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) : XL11e jaargang, deel I, nv 1, januari *6 Met inbegrip van F 1 miljard goud in rekening bij een buitenlandse correspondent. Kolom van ta bel X1 11 I tt Gezamen l ijke ba lansen van de geldschep. instel. s waarin de ru briek begrep e a is

99 cl) Totaal der geldscheppende Instellingen Passiva Driemaandelijkse cijfers (miljarden franken) r., A. Verplichtingen aan het buitenland : 1. I.M.F. 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 2. E.B.U. 3. Andere : a) in deviezen 2 16,4 17,2 20,4 21,7 28,1 29,1 32,4 34,4 40,5 41,7 43,1 45,9 54,9 51,1 53,1 55,3 62,6 62,9 67,7 78,3 73,2 b) in Belgische franken ,7 13,7 15,1 15,7 16,7 19,3 20,9 20,6 20,4 21,1 19,4 21,6 24,3 24,2 23,5 23,6 23,5 24,3 24,0 26,2 26,6 4. Statistische aanpassing 0,9 0,1 0,3 +0,6 +0,6 Totaal der verplichtingen aan het buitenland 29,4 31,0 35,4 38,2 45,6 48,6 53,5 55,2 61,1 63,0 62,7 67,7 79,4 75,5 76,8 79,1 86,3 87,4 91,9 104,7100,0 B. Verplichtingen aan de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 3 2,9 2,7 2,9 2,9 2,8 2,8 3,0 3,1 3,5 3,2 3,2 3,4 3,7 3,8 3,8 3,9 4,1 4,2 3,7 3,8 3,9 2. Andere a) aan de Nationale Bank van België 1,3 0,4 0,3 0,3 1,5 0,3 0,3 0,3 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 b) aan de openbare instellingen 0,6 0,5 0,1 0,1 0,1 0,4 0,1 c) aan de depositobanken : 4,2 4,4 7,5 7,2 4,8 4,3 6,4 10,0 8,9 5,6 7,5 12,3 10,4 5,8 6,3 13,3 10,0 monetaire reserve andere 1,2 6,3 1,2 11,7 1,3 11,1 1,4 7,0 C. Verplichtingen aan de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Chartaal geld 4 135,3 136,7 141,7 143,8 149,7 149,7 150,1 153,7 151,4 157,1 158,4 163,7 161,4 168,9 169,1 173,4 169,9 177,7 176,8 178,7 1.73,4 2. (viraal geld : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren 5 99,3 99,0 102,2 106,4 110,8 108,6 105,5 112,0 110,6 116,1 113,8 122,9 122,4 128,4 126,5 133,4 132,2 139,7 133,6 146,0139,1 b) aangehouden door de overheid 10,4 11,0 10,6 12,5 12,7 12,7 11,2 12,1 11,3 12,4 11,7 10,8 9,2 12,2 10,8 11,8 12,4 12,0 12,0 14,9 14,0 3. Quasimonetaire liquiditeiten : 'i) aangehouden, door de bedrijven en particulieren : deposito's in Belgische franken op meer dan één maand 30,5 31,9 28,6 28,6 27,9 27,9 26,6 25,8 26,4 25,6 29,9 29,5 32,7 32,4 34,2 35,4 38,3 36,3 40,5 40,5 45,6 deposito's in Belgische franken op depositoboekjes 17,4 18,4 19,9 22,1 23,4 23,4 26,4 29,2 31,9 32,7 34,2 35,6 37,8 38,8 40,6 42,0 44,1 44,8 46,0 48,5 52,0 deposito 's in deviezen 7,9 8,0 7,4 7,4 8,2 8,2 8,4 9,1 10,1 8,1 5,0 5,1 4,5 5,1 3,9 4,4 4,2 4,9 5,1 5,7 6,0 b) aangehouden door de Schatkist Obligatieleningen 9,8 10,4 11,1 11,1 11,2 11,2 11,3 11,4 11,2 11,2 11,3 11,4 11,4 11,3 11,3 11,4 11,5 11,5 11,7 12,0 12,4 5. Andere : a) tegenover het Rentenfonds 6 4,1 2,7 0,1 0,2 0,3 0,3 0,3 0,5 1,5 0,1 b) tegenover de parastatale kredietinstellingen 0,2 0,3 0,3 0,1 0,4 0,7 0,3 0,3 0,4 0,6 1,1 0,7 0,1 0,4 0,2 0,6 0,2 0,2 0,3 c) tegenover de Schatkist D Andere 67,8 67,8 65,3 76,5 82,9 80,4 81,6 84,5 83,5 89,4 89,8 95,4 93,9 99,1 98,3 99,9 99,7 101,2 104,9 110,4106,6 TOTAAL DER PASSIVA 419,2 424,3 434,6 457,4 481,3 479,1 485,8 506,8 510,4 525,1 528,6 559,2 570,3 584,6 584,8 607,4 614,4 625,8 633,8 678,9663,4 1 Voor de N.B.B. inbegrepen de verbintenissen in Belgische franken tegenover de internationale instellingen andere dan het en de E.B.U.; voor de andere geldscheppende instellingen, inbegrepen de verbintenissen in Belgische franken tegenover de internationale instellingen gevestigd in de B.L.E.U., sedert men deze heeft kunnen verwijderen uit de binnenlandse niet geldscheppende sector, t.t.z. sedert juni Voor de data vóór 30 juni 1963 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek a 3a) in buitenlandse valuta's c uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek a 3b) in Belgische franken c niet enkel betrekking hebben op de Belgische franken doch ook op de nietconvertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen. 3 N.B.B. : inclusief de munten en biljetten van de Schatkist die door andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank van België worden aangehouden. Geldscheppende openbare instellingen : alleen de munten en biljetten van de Schatkist in de handen van de Nationale Bank van België. 4 De cijfers van deze rubriek zijn onderschat voor de Nationale Bank van België en overschat voor de openbare instellingen voor een bedrag gelijk aan de munten en biljetten van de Schatkist, die door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank van België worden aangehouden. 5 N.B.B. : inclusief de rekeningen op zicht van de parastatale instellingen, behalve die van het Rentenfonds, hetwelk onder C5a of D. c Andere» voorkomt. Geldscheppende openbare instellingen : inclusief de rekeningen op zicht van de parastatale instellingen, behalve deze van bepaalde administratieve parastatale instellingen welke in rubriek 02b begrepen zijn. 6 Op de data, waarop Eet Rentenfonds geen cijfers heeft gepubliceerd, zijn de verplichtingen aan het Rentenfonds begrepen in rubriek D. «Andere c. 7 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar deel 2 van het artikel c Hoofdstuk XII, Vorderingen en schulden in de Belgische economie en XIII, Geldscheppende instellingen van de statistieken» van liet Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) NLIIe jaargang, deel I, nr 1, januari ,, Kolom van ta bel X , ii i1,,..,..... ". «Gez amen l ijke balansen van ba. I' CU og. CO t D., ,,., b2.. I. 1,.. I... 0 de geldschep. instel.» waarin. 1 de r u br ie k begrepen is

100 656 XIII 3. GELDHOEVEELHEID EN QUASIMONETAIRE LIQUIDITEITEN (Veranderingen in miljarden franken) A. VERANDERINGEN Geldhoeveelheid Quasimonetaire liquiditeiten 20 B. OORZAKEN VAN DE VERANDERINGEN 20 Transacties met het buitenland Kredieten aan bedrijven en particulieren O Geldschepping ten behoeve van de overhe

101 Tijd vak Geldhoeveelheid XIII 3. OORZAKEN VAN DE VERANDERINGEN IN DE GELDHOEVEELHEID (miljarden franken) Quasimonetaire liquiditeiten Transacties Totaal van de met het geldhoeveel buitenland heid (lopend saldo en van de 1 kapitaalquasi transacties monetaire van de liquiditeiten bedrijven en particulieren) Kredieten verleend aan bedrijven en particulieren 1 Herfinanciering buiten de geldscheppende instellingen (stijging : ) Geldschepping ten be toeve van de overheid Tegeldemaking van overheidspapier van commer van kredieten Andere aankoop op de markt door c ele vorde aan bedrijven overheidsi door de tussenkomst Staat ringen op het en instellingen geldschep van het buitenland particulieren 2 Rentenfonds pende instellingen Kredieten van nietgeldscheppende financiële instellingen Obligatieleningen van de depositobanken (1) (2) (3) (4) (5) (0) (7) (8) (g) (10) (11) (12) (13) (14) 1962 le kwartaal 1,1 + 4,2 + 3,1 + 5,0 1,3 1,4 + 1,8 + 1,6 0,2 + 0,2 0,6 0,3 0,5 1,2 2e kwartaal + 8,7 + 8,7 + 0,3 + 3,9 + 1,3 2,2 + 0,3 0,1 + 0,6 + 0,5 + 2,3 0,6 + 2,4 3e kwartaal + 1,6 + 2,6 + 4,2 + 1,7 + 0,8 1,7 + 2,5 + 2,7 + 0,8 + 0,4 0,1 0,2 0,6 2,1 4e kwartaal + 7,9 2,5 + 5,4 2,3 + 8,1 + 1,6 2,0 3,8 + 1,7 0,7 + 0,9 + 0,6 0,7 + 2,0 Totaal +17,1 + 4,3 + 21,4 + 4,7 + 11,5 0,2 + 0,1 + 0,8 + 2,2 + 0,5 + 0,7 + 2,4 2,4 + 1, le kwartaal + 8,1 + 2,2 + 10,3 + 3,3 + 1,9 1,3 0,4 + 11,6 1,3 0,2 + 0,2 + 0,5 0,1 3,9 2e kwartaal +10,6 + 1,4 + 12,0 0,1 + 3,8 + 0,4 + 6,4 + 0,1 0,4 + 0,9 0,1 + 1,0 3e kwartaal 4,1 + 1,9 2,2 2,0 + 3,2 + 0,7 0,1 1,8 + 0,1 0,9 0,3 + 0,6 0,1 1,6 4e kwartaal +11,0 + 2,7 + 13,7 2,6 + 8,2 + 0,5 + 0,8 + 7,2 + 0,9 0,1 0,9 + 0,2 0,1 0,4 Totaal +25,6 + 8,2 + 33,8 1,4 + 17,1 0,1 + 0,7 + 23,4 0,2 1,6 0,1 + 1,3 0,4 4, le kwartaal 4,5 + 4,3 0,2 0,8. + 4,2 1,4 4,5 + 3,7 0,1 0,2 0,9 0,2 + 0,3 0,3 2e kwartaal +12,2 2,0 + 10,2 0,6 + 3,5 + 1,1 + 0,3 + 5,6 + 0,6 0,3 + 0,5 0,5 0,1 + 0,1 3e kwartaal 1,7 + 2,7 + 1,0 + 2,1 + 1,4 + 0,8 + 0,8 0,7 0,1 1,0 0,7 0,7 0,1 0,8 4e kwartaal +13,6 + 1,1 + 14,7 + 6,3 + 3,4 0,6 +.0,4 + 3,8 + 1,3 0,7 + 0,1 + 1,6 0,9 Totaal +19,6 + 6,1 + 25,7 + 7,0 + 12,5 0,1 3,0 + 12,4 + 1,7 2,2 1,0 + 0,2 + 0,1 1, le kwartaal 4,5 + 4,8 + 0,3 + 4,7 + 0,4 2,3 0,1 3,9 + 1,0 + 0,5 0,1 + 0,1 2e kwartaal +16,5 + 1,2 + 17,7 + 3,9 + 4,6 + 1,9 0,7 + 5,1 + 1,2 0,4 0,4 + 0,6 + 0,1 + 1,8 30 kwartaal 3,1 + 2,5 0,6 + 0,9 + 3,2 2,2 + 1,2 + 2,2 1,2 0,9 1,4 0,1 2,3 4e kwartaal +12,2 + 3,1 + 15,3 + 3,7 + 8,1 + 1,4 2,5 + 3,5 + 1,6 0,3 0,2 + 0,9 0,1 0,8 Totaal +21,1 +11,6 + 32,7 +13,2 + 16,3 1,2 2,1 + 6,9 + 2,6 1,1 2,0 + 1,3 1, le kwartaal 4,0 + 4,8 + 0,8 0,3 + 2,1 + 0,3 0,6 + 0,1 + 1,6 1,0 0,3 0,1 0,1 0,9 2e kwartaal +14,8 0,6 + 14,2 + 4,2 + 0,6 + 0,9 + 7,5 + 1,2 0,5 + 0,7 3e kwartaal 6,9 + 5,5 1,4 2,8. + 5,0 + 0,6 + 1,2 7,9 + 0,9 + 0,5 + 0,4 + 1,7 0,2 0,8 4e kwartaal +17,3 + 3,1 + 20,4 0,9 + 10,1 0,4 0,5 + 10,1 + 1,5 0,1 0,7 + 0,1 0,3 + 1,5 Totaal +21,2 +12,8 + 34,0 4,0 + 21,4 + 1,1 + 1,0 + 9,8 + 5,2 1,1 0,6 + 2,4 0,6 0, le kwartaal 13,0 + 9,0 4,0 v + 5,1 + 4,9 0,4 3,5 v 2,9 v 3,8 v 0,6 1,7 v 0,3 0,4 v 0,4 Diversen N. B. Voor de indeling van de «Geldhoeveelheid n, zie tabel 4, hoofdstuk XIII. Voor de indeling van de «Transacties met het buitenland n, zie tabel 5, hoofdstuk XIII. \ oor de wijze van opstelling, zie opmerking onderaan tabel 1, hoofdstuk XIII. X Verandering van het opgenomen bedrag van de discontokredieten, voorschotten en acceptkredieten (excl. de wissels die dienen om connnerciële vorderingen op het buitenland te mobiliseren) die oorspronkelijk door de geldscheppende instellingen verleend werden. 2 Incl. de pensioenfondsen.

102 XIII 4. GELDHOEVEELHEID (tt iijarden franken) Einde periode Biljetten en munten van de Schatkist (11 Chartaal geld Biljetten van de N.B.B. (2). Ch anale geidhoeveelheid 2 (3) in handen van de Schatkist en de lagere overheid (4) Rekeningen courant bij e do N.B.B. 2 (51 Giraal geld in handen van de bedrijven en particulieren 1 Tegoeden op post r kening 2 (61 Deposito's direct opeisbaar en,f, p 30 hoogste en bij de banken en parastatale instellingen 2 (7) To:aal (5) Girale geldhoeveelheld (0) = (4) + (8) Totale geldhoeveelheld = (8) + (9) Procent chartaal geld 111) = 131 : (10) 1955 Juni 5,8 105,3 108,6 7,3 0,6 20,4 50,7 71,7 79,0 187,6 57,9 December 5,6 107,6 110,7 7,9 0,6 20,8 52,5 73,9 81,8 192,5 57, Juni 5,4 108,4 111,4 6,7 0,3 22,6 54,1 77,0 83,7 195,1 57,1 December 5,4 111,5 114,3 6,5 0,6 21,3 55,6 77,5 84,0 198,3 57, Juni 5,3 111,2 113,9 7,9 0,4 23,0 56,7 80,1 88,0 201,9 56,4 December 5,4 112,7 115,5 6,4 0,9 22,0 53,2 76,1 82,5 198,0 53, Juni 5,5 115,3 118,1 7,6 0,4 23,2 56,8 80,4 88,0 206,1 57,3 December 5,5 117,4 120,3 7,2 0,5 24,0 57,5' 82,0 89,2 209,5 57, Juni 5,5 117,5 120,3 7,8 0,4 24,9 60,6 85,9 93,7 214,0 56,2 December 5,6 118,3 121,3 7,6 0,5 25,8 61,1 87,4 95,0 216,3 56, Juni 5;7 119,3 122,1 8,2 0,4 25,7 63,5 89,6 97,8 219,9 55,5 December 5,8 124,1 126,8 7,3' 0,7 26,9 58,7 4 86,3 93,6 220,4 57, Juni 5,9 124,8 127,9 8,5 0,4 27,3 62,7 4 90,4 98,9 226,8 56,4 December 6,0 129,1 132,2 10,0 0,6 27,9 66,7 95,2 105,2 237,4 55, Juni 6,1 132,1 135,3 10,4 0,4 29,1 69,8 99,3 109,7 245,0 55,2 December 6,2 138,5 141,7 10,6 0,5 30,4 71,3 102,2 112,8 254,5 55, Juni 6 (r) 6,2 146,2 149,6 12,8 0,4 32,2 78,2 110,8 123,6 273,2 54,8 Nieuwe Teek!) e Juni 6,2 146,2 149,6 12,8 0,4 32,2 76,0 108,6 121,4 271,0 55,2 December 6,3 150,5 153,7 12,1 0,5 32,9 78,6 112,0 124,1 277,8 55, Juni 6,4 153,9.157,1 12,4 ' 0,3 35,8 80,0 116,1 128,5 285,6 55,0 December 6,8 160,3 163,7 10,8. 0,6 35,9 86,4 122,9 133,7 297,4 55, Juni 6,9 165,8 168,9 12,2 0,4 37,5 90,5 128,4 140,6 309,5 54,6 December 7,0 170,3 173,4 11,8 0,4 37,6 95,4 133,4 145,2 318,6 54, Januari 7,1 167,0 170,1 9,3 0,3 39,9 90,6 130,8 140,1 310,2 54,8 Februari 7,1 166,6 169,7 9,7 0,3 37,3 90,0 127,6 137,3 307,0 55,3 Maart 7,1 166,9 169,9 12,4 0,4 36,9 95,0 132,3 144,7 314,6 54,0 April 7,1 169,6 173,1 12,6 0,3 40,2 93,6 134,1 146,7 319,8 54,1 Mei 7,1 171,4 174,2 11,8 0,3 40,6 96,3 137,2 149,0 323,2 53,9 Juni 7,1 174,8 177,7 12,0 0,2 41,0 98,4 139,6 151,6 329,3 54,0 Juli 7,1 176,9 179,8 12,0 0,3 41,2 96,3 137,8 149,8 329,6 54,6 Augustus 7,2 173,8 177,1 11,2 0,3 38,9 96,8 136,0 147,2 324,3 54,6 September 7,2 173,3 176,8 12,0 0,3 38,4 94,9 133,6 145,6 322,4 54,8 Oktober 7,2 172,9 176,0 11,5 0,4 40,7 95,4 136,5 148,0 324,0 54,3 November 7,2 170,6 173,8 15,1 0,3 38,7 99,5 138,5 153,6 327,4 53,1 December 7,2 175,3 178,7 14,9 0,5 41,5 104,1 146,1 161,0 339,7 52, Januari 7,2 169,6 172,8 13,3 0,3 41,7 96,9 138,9 152,2 325,0 53,2 Februari 7,2 169,0 172,2 12,5 0,3 39,8 95,7 135,8 148,3 320,5 53,7 Maart 7,2 170,0 173,3 14,1 0,3 38,6 100,2 139,1 153,2 326,5 53,1 t Incl. administratieve parastatale instellingen. 2 Na aftrek van de kasvoorraden dor geldsche mende instellingen. 3 Dank zij een nieuwe indeling werden, vanaf augustus 1958, de rekeningen op meer dan édu maand van de financiële maatschappijen bij de banken uit de geldhoeveelheid verwijderd. 4 In beginsel zouden de deposito's in de Belgische banken van de Kongolese ingezetenen niet in de geldhoeveelheid mogen begrepen zijn. De toepassing van dit beginsel stuit nochtans op moeilijkheden van statistische aard. De deposito's op hoogstens één maand in de Belgische banken van de Kongolese ingezetenen, nietbanken, waren dan ook tot einde juli 1900 in de geldhoeveelheid begrepen; zij werden eruit verwijderd in augustus 1900 ten belope van F 0,1 miljard en in september voor een aanvullend bedrag van F 0,4 miljard, maar deze bedragen werden er vervolgens gedeeltelijk terug in opgenomen en wel in december 1960, januari, september en oktober 1961 telkens voor F 0,1 miljard. Dit heeft tot gevolg dat de beweging van de cijfers van le kolom (7) van bovenstaande tabel voor de periode juli 1960oktober 1061 beïnvloed wordt door louter boekhoudkundige factoren. 5 Het cijfer van de girale geldhoeveelheid in handen van de Schatkist en de lagere overheid per einde december 1060 is abnormaal laag terwille van de wanorde, door de stakingen veroorzaakt. Zonder deze laatste had dit cijfer ongetwijfeld tussen F 8 miljard en F 9 miljard gelegen. 6 oor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks verwijzen wij de lezer naar deel 2 van het artikel n Hoofdstuk XII, Vorderingen en schulden in do Belgische economie en XIII, Geldscheppende instellingen van de statistieken n van het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) : XLIIe jaargang, deel I, nr 1, januari 1967.

103 I XIII 5. GOUDVOORRAAD EN NETTODEVIEZENPOSITIE VAN DE GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN (miljarden franken) Tijd vak Bedragen per einde tijdvak 1 Goudvoorraad en nettodeviezenpositie na statistische 1 aanpassing N.R.B. Evolutie Kapitaaltransacties van de overheid met het buitenland lierfinanciering buiten de geldscheppende Transacties met het buiten!. 3 (lopend Overige geld instel saldo ( schep Overige tingen van kapitaaltransacties Totaal pende geld commerinstel schepciële vor van de N.B.B. Totaal Staat Andere 2 deringen bedrijven bogen pende op liet en partiinstel buiten culleren) lingen land (stijging : ) (3) = (10) = (1) + (6) (7) (1) (2) (2) (4) (5) (6) (7) (8) (9) (8) (9) 1956 Jaar 57,8 3,8 54,0 + 0,6 1,3 0,7 3,8 +0,3 0,1 + 2, Jaar 58,4 2,3 56,1 + 0,6 + 1,2 + 1,8 + 0,7 0,2 0,2 + 1, Jaar 75,5 3,4 72,1 +17,1 0,8 +16,3 + 1,4 0,4 +15, Jaar 72,3 67 1,6 70,7 87 6, ,0 4,1 67 3,1 0,8 +0,2 0, Jaar 80,6 5,8 8 74, ,3 4, , ,5 +1,7 +0,5 1, Jaar 92,7 14,9 8 77,8e +12,2 10, ,8 8 5,0 +0,1 1,1 + 7, le kwartaal 90,5 5,9 84,6 2,2 + 8,8 + 6,6 + 2,7 +0,3 1,4 + 5,0 2 kwartaal 89,6 7,2 82,4 0,9 1,2 2,1 3,7 +1,3 + 0,3 3 0 kwartaal 88,6 7,7 80,9 1,0 0,7 1,7 1,8 +0,1 1,7 + 1,7 4e kwartaal 91,0 10,5 80,5 + 2,4 2,5 0,1 + 0,6 +1,6 2,3 1,7 + 4,4 + 2,7 2,2 +0,4 0,2 + 4, le kwartaal 95,4 11,6 83,8 + 4,4 0,7 + 3,7 + 1,7 1,3 + 3,3 2e kwartaal (r) 98,6 14,2 84,4 + 3,2 2,0 + 1,2 + 1,3 0,1 Nieuwe reeks g 2 kwartaal 98,6 15,4 83,2 3 kwartaal 99,6 18,9 80,7 + 1,0 3,2 2,2 0,9 +0,7 2,0 4e kwartaal 102,2 23,0 79,2 + 2, ,8 + 0,2 +0,1 +0,5 2,6 +11,2 10,3 + 0,9 + 2,3 +0,1 0,1 1, le kwartaal 101,8 23,5 78,3 0,4 0,5 0,9 + 0,3 +1,0 1,4 0,8 2e kwartaal 103,2 23,8 79,4 + 1,4 0,3 + 1,1 + 0,6 +1,1 0,6 3 kwartaal 105,2 24,2 81,0 + 2,0 0,4 + 1,6 1,4 +0,1 +0,8 + 2,1 4e kwartaal 114,8 26,8 88,0 + 9,6 2,6 + 7,0 + 1,3 0,6 + 6,3 +12,6 3,8 + 8,8 + 0,8 +1,1 0,1 + 7, le kwartaal 113,3 26,3 87,0 1,5 + 0,5 1,0 3,5 +0,1 2,3 + 4,7 2e kwartaal 120,4 28,0 92,4 + 7,1 1,7 + 5,4 1,2 +0,8 +1,9 + 3,9 3 kwartaal 120,0 29,6 90,4 0,4 1,6 2,0 0,1 0,6 2,2 + 0,9 4 kwartaal 122,8 28,0 94,8 + 2,8 + 1,6 + 4,4 0,7 +1,4 + 3,7 + 8,0 1,2 + 6,8 5,5 +0,3 1,2 +13, le kwartaal 119,7 26,0 93,7 3,1 + 2,0 1,1 1,1 +0,3 0,3 2 kwartaal 123,0 29,7 93,3 + 3,3 3,7 0,4 1,0 +0,6 3e kwartaal 121,8 32,3 89,5 1,2 2,6 3,8 1,6 +0,6 2,8 4e kwartaal 124,5 35,3 89,2 + 2,7 3,0 0,3 + 1,0 0,4 0,9 + 1,7 7,3 5,6 2,7 +1,1 4, le kwartaal 124,0 v33,1 v90,9 0,5 v.+ 2,4 v+ 1,9 v 2,4 v 0,4 0,4 v+ 5,1 Verschil tussen de gegevens van de betalingsbalans (kol.(12)) en die v.d. geldscheppende instell. (kol.(6)] 4 0, ,9 0,8 + 1,3 1,3 + 0,3 1,0 + 0,8 0,1 + 0,2 + 0,9 + 1, ,3 0,3 0,6 + 0,5 + 0,5 + 0,8 + 0,2 + 0,6 0,9 Evolutie Goudvoorraad en netto. deviezén. pos i tie volgens de betalingsbalans van de B.L.E.U. 5 (12) + 0,4 + 2,1 +15,9 4,1 + 6,2 + 0,6 + 6,6 2,5 + 0,8 0,7 + 4,0 + 2,4 + 1,5 2,2 1,8 0,1 + 0,7 5,7 2,6 + 4,9 + 0,3 0,2 3,2 1,2 + 0,7 4,9 v+ 1,4 3,3 1 Een indeling van de goudvoorraad en nettodeviezenpositie per voornaamste categorie van vorderingen en verplichtingen wordt gegeven in abel XIII2 en, voor de periode , in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting van juli 1961, blz. 20 tot Deze bedragen omvatten inzonderheid de buitenlandse leningen van de lagere overheid en van de administratieve parastatale instellingen en de bewegingen van de door de N.M.K.N. aangehouden vorderingen in internationale akkoorden (zie noot 7 hierna). 3 Cijfers van deze kolom die, berekend zoals onderhavige tabel het aantoont, worden hernomen in kolom (4) van tabel XII Dit verschil is gelijk aan : de veranderingen van de goudvoorraad en de nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen van de B.L.E.U. die voortvloeien a) uit de veranderingen van de nettotegoeden van de Luxemburgse banken op de andere landen, België uitgezonderd, b) tot 31 december 19(10, uit de veranderingen van de verplichtingen van de Belgische banken aan de Kongolese bedrijven en c) uit de veranderingen van de verplichtingen van de Luxemburgse banken en, tot het tweede kwartaal van 1058, van de Belgische banken aan de internationale instellingen gevestigd in de B.L.E.U. [die veranderingen komen voor in kolom (12), maar niet in kolom (6)1. min, sedert het 3e kwartaal van 1963, de veranderingen van de nettotegoeden van de Belgische banken op de Luxemburgse ingezetenen [die veranderingen komen voor in kolom (6), maar niet in kolom (12)). 5 Zie tabellen IX 1, 2 en 3, rubrieken 6.21 en Krachtens de wet van 19 juni 1959 mocht de N.B.B. in haar boeken, als eigen bezit, de vordering aantekenen die de Belgische Staat op het Internationale Monetaire Fonds bezit tot terugbetaling van zijn quotum als lid van het Fonds en zulks tot beloop van de door haar, ten gunste van liet Fonds en ter ontlasting van de Staat, uitgegeven biljetten, verleende kredieten of gestorte goudbedragen. Een gedeelte van de vordering die de N.B.B. krachtens deze wettelijke beschikkingen boekt, vloeit niet voort uit verrichtingen met het Fonds, doch uit eenvoudige overnamen van vorderingen van de Belgische Staat. Dergelijke overnamen hadden plaats ten bedrage van F 2,8 miljard in liet derde kwartaal van 1959 en van F 0,1 miljard in het vierde kwartaal van hetzelfde jaar. In het verloop van de «Goudvoorraad en nettodeviezenpositie na statistische aanpassing n [kol. (4) en (6)) wordt met die bedragen geen rekening gehouden. Ten gevolge van de Conventie van 1 juli 1959, kocht de N.M.K.N. van de N.B.B. verscheidene gevestigde vorderingen in betalingsakkoorden af. Deze afkopen verklaren voor ongeveer F 0,6 miljard, de vermindering van de goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de N.B.B. [kol. (1)] tijdens het derde kwartaal van Evenals de latere terugbetalingen door bet buitenland van afgekochte vorderingen, oefenen ze echter geen invloed uit op het saldo van de transacties met het buitenland opgenomen in kolom (10); in de evolutie van de goudvoorraad en nettodeviezenpositie worden zij inderdaad gelijkgesteld met kapitaaltransacties van de overheid (andere dan de Staat) met het buitenland en komen dan ook voor in de kolom (8). 8 Tijdens het derde kwartaal van 1960 werden de deposito's van de Kongolese ingezetenen bij de Belgische banken, waarmee tot dan toe geen rekening kon gehouden worden voor de berekening van de goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen zoals deze in kolommen (2) en (3) van onderhavige tabel voorkomt., in «bilaterale n of «financiële n buitenlandse rekeningen omgezet; later werd een deel van de financiële rekeningen opnieuw met rekeningen van ingezetenen gelijkgesteld. Deze omzettingen brachten in de goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen tijdens het derde kwartaal van 1960 een louter boekhoudkundige vermindering teweeg van F 1,3 miljard en boekhoudkundige vermeerderingen van 0,3, 0,2, 0,1 en 0,2 miljard respectievelijk in het vierde kwartaal van 1960 en het eerste, derde en vierde kwartaal van Deze boekhoudkundige vermindering en vermeerderingen werden geweerd uit de evolutie van de, goudvoorraad en nettodeviezenpositie n na statistische aanpassing i [kol. (5) en (6)]. g \ oor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks verwijzen wij de lezer naar deel 2 van het artikel e Hoofdstuk XII, Vorderingen en schulden in de Belgische economie en XIII, Geldscheppende instellingen van de statistieken n van het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) : XLIIe jaargang, deel I, nr 1, januari 1967.

TIJDSCHRIFT. voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS

TIJDSCHRIFT. voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS NATIONALE BANK VAN BELGIE TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS Departement Studiën XLe Jaargang, Deel I, Nr 6 Juni 1965 Dit tijdschrift wordt als objectieve documentatie

Nadere informatie

TIJDSCHRIFT VERSCHIJNT MAANDELIJKS

TIJDSCHRIFT VERSCHIJNT MAANDELIJKS NATIONALE BANK VAN BELGIE TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS Departement Studiën XLIII` Jaargang, Deel I, N` 5 Mei 1968 Dit tijdschrift wordt als objectieve documentatie

Nadere informatie

XLIVe Jaargang, Deel I, 1Nr 6 Juni 1969

XLIVe Jaargang, Deel I, 1Nr 6 Juni 1969 NATIONALE BANK VAN BELGIE TIJD SCHRIF T voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS Departement Studiën XLIVe Jaargang, Deel I, 1Nr 6 Juni 1969 Dit tijdschrift wordt als objectieve documentatie

Nadere informatie

TIJDSCHRIFT. XXXDC Jaargang, Deel I, Nr 5 Mei 1964

TIJDSCHRIFT. XXXDC Jaargang, Deel I, Nr 5 Mei 1964 NATIONALE BANK VAN BELGIE Studiedienst TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS XXXDC Jaargang, Deel I, Nr 5 Mei 1964 Dit tijdschrift wordt als objectieve documentatie uitgegeven.

Nadere informatie

TIJDSCHRIFT VERSCHIJNT MAANDELIJKS. XXXVIII Jaargang, Deel I, Nr 5 Mei 1963

TIJDSCHRIFT VERSCHIJNT MAANDELIJKS. XXXVIII Jaargang, Deel I, Nr 5 Mei 1963 NATIONALE BANK VAN BELGIE Studiedienst TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS XXXVIII Jaargang, Deel I, Nr 5 Mei 1963 Dit tijdschrift wordt als objectieve documentatie uitgegeven.

Nadere informatie

Nationale Bank van België

Nationale Bank van België Tijdschrift van de Nationale Bank van België LXIIe Jaargang Deel II 1\1 1. 3 September 1987 Verschijnt maandelijks INHOUD : 3 Synthetische curve van de voornaamste gegevens van de maandelijkse conjunctuurtest

Nadere informatie

INHOUD. Veertigste jaargang Deel II Juli-december De monetaire school versus de inkomens-bestedingsmethode, door Prof. R.T. Selden.

INHOUD. Veertigste jaargang Deel II Juli-december De monetaire school versus de inkomens-bestedingsmethode, door Prof. R.T. Selden. NATIONALE BANK VAN BELGIE Departement Studiën TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS INHOUD Veertigste jaargang Deel II Juli-december 1965 ALGEMEEN Blz. De monetaire school

Nadere informatie

TIJDSCHRIFT. XXXIV Jaargang, Deel I, Nr 6 Juni 1959

TIJDSCHRIFT. XXXIV Jaargang, Deel I, Nr 6 Juni 1959 NATIONALE BANK VAN BELGIE Departement Studiën en Documentatie TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS XXXIV Jaargang, Deel I, Nr 6 Juni Dit tijdschrift wordt als objectieve

Nadere informatie

INHOUD. Eenenveertigste jaargang Deel Ti Juli-december 1966

INHOUD. Eenenveertigste jaargang Deel Ti Juli-december 1966 NATIONALE BANK VAN BELGIE Departement Studiën TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS INHOUD Eenenveertigste jaargang Deel Ti Juli-december 1966 ALGEMEEN Blz. Normering van

Nadere informatie

ZITTING

ZITTING ZITTING 1955 3765 / Betalingsbalans BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN No. 1 's-gravenhage, 4 November. Onder verwijzing naar de brief van mijn ambtsvoorganger dd. 23 November 1951, Directie Buitenlands

Nadere informatie

INHOUD. Vijfenveertigste jaargang Deel I januari-juni Naar een internationale kapitaalmarkt? door Prof. R.N. COOPER 1 1

INHOUD. Vijfenveertigste jaargang Deel I januari-juni Naar een internationale kapitaalmarkt? door Prof. R.N. COOPER 1 1 NATIONALE BANK VAN BELGIE Departement Studiën TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS INHOUD Vijfenveertigste jaargang Deel I januari-juni 1970 ALGEMEEN Blz. Naar een internationale

Nadere informatie

TIJDSCHRIFT INHOUD. Zevenendertigste jaargang Deel II Juli-december 1962

TIJDSCHRIFT INHOUD. Zevenendertigste jaargang Deel II Juli-december 1962 NATIONALE BANK VAN BELGIE Studiedienst TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHUNT MAANDELIJKS INHOUD Zevenendertigste jaargang Deel II Juli-december 1962 ALGEMEEN Nr. Blz. Produktie- en investeringstempo's,

Nadere informatie

INHOUD. Drieënveertigste jaargang Deel I Januari-juni 1968

INHOUD. Drieënveertigste jaargang Deel I Januari-juni 1968 NATIONALE BANK VAN BELGIE Departement Studiën TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS INHOUD Drieënveertigste jaargang Deel I Januari-juni 1968 ALGEMEEN N' Blz. Vergroting

Nadere informatie

Persbericht Fluxys Belgium

Persbericht Fluxys Belgium Bijlagen Geconsolideerde balans I. Vaste activa 2.392.797 2.463.346 Materiële vaste activa 2.250.659 2.321.123 Immateriële vaste activa 45.246 52.250 Deelnemingen waarop vermogensmutatie is toegepast 16

Nadere informatie

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier Nederlandse beleggers hebben in 21 per saldo voor bijna EUR 12 miljard buitenlandse effecten verkocht. Voor EUR 1 miljard betrof dit buitenlands

Nadere informatie

TIJDSCHRIFT. Verschijnt maandelijks INHOUD. Negentiende jaar -- October-December 1944 Twintigste jaar Vol. I. Januari-Juni 1945

TIJDSCHRIFT. Verschijnt maandelijks INHOUD. Negentiende jaar -- October-December 1944 Twintigste jaar Vol. I. Januari-Juni 1945 NATIONALE BANK VAN BELGIË' Afdeeling Studiën en Documentatie O TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting Verschijnt maandelijks Birtiotlitg!e. INHOUD Negentiende jaar -- October-December 1944 Twintigste

Nadere informatie

Nationale Bank van België

Nationale Bank van België Tijdschrift van de Nationale Bank van België LI e Jaargang Deel I N" 4 - April 1976 Verschijnt maandelijks INHOUD : 3 Aanbevelingen van monetair beleid op 22 maart 1976 door de Nationale Bank van België

Nadere informatie

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2019-04-29 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van 2019 Over het hele jaar 2018

Nadere informatie

Stagnatie bij bancaire bfi s, groei van activiteiten bij overige bfi s

Stagnatie bij bancaire bfi s, groei van activiteiten bij overige bfi s Stagnatie bij bancaire bfi s, groei van activiteiten bij overige bfi s Bijzondere Financiële Instellingen (bfi s) zijn entiteiten die in Nederland zijn opgericht door buitenlandse multinationale concerns

Nadere informatie

COMMISIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Het gebruik van de verbindingsrekening tussen een buitenlandse vennootschap en haar Belgisch bijkantoor

COMMISIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Het gebruik van de verbindingsrekening tussen een buitenlandse vennootschap en haar Belgisch bijkantoor COMMISIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN Het gebruik van de verbindingsrekening tussen een buitenlandse vennootschap en haar Belgisch bijkantoor Ontwerpadvies I. Inleiding 1. Wat betreft de boekhoudkundige

Nadere informatie

Deel 4: CM in cijfers

Deel 4: CM in cijfers Deel 4: CM in cijfers Ledentallen Tabel 1: Verdeling van de leden per verzekeringsinstelling voor de algemene regeling op 31 december 217 (totaal in regel) Verzekeringsinstelling Aantal leden % leden LCM

Nadere informatie

COMMISIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/13 - Het gebruik van de verbindingsrekening tussen een buitenlandse vennootschap en haar Belgisch bijkantoor Advies van 4 september 2013 1 I. Inleiding

Nadere informatie

TIJDSCHRIFT. voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS. XXX VIII Jaargang, Deel I, N' 1 Januari 1963

TIJDSCHRIFT. voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS. XXX VIII Jaargang, Deel I, N' 1 Januari 1963 NATIONALE BANK VAN BELGIE Studiedienst TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS XXX VIII Jaargang, Deel I, N' 1 Januari 1963 Dit tijdschrift wordt als objectieve documentatie

Nadere informatie

TIJDSCHRIFT. XXXIXe Jaargang, Deel I, Nr 3 Maart 1964

TIJDSCHRIFT. XXXIXe Jaargang, Deel I, Nr 3 Maart 1964 NATIONALE BANK VAN BELGIE Studiedienst TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS XXXIXe Jaargang, Deel I, Nr 3 Maart 1964 Dit tijdschrift wordt als objectieve documentatie uitgegeven.

Nadere informatie

SIBELGA. Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Boekjaar 2015.

SIBELGA. Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Boekjaar 2015. RvB van 19.10.2015 S-889 SIBELGA Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Boekjaar 2015 REKENINGEN OP 30 JUNI Toelichting

Nadere informatie

Persbericht Fluxys Belgium 27 maart 2019 Gereglementeerde informatie: resultaten 2018

Persbericht Fluxys Belgium 27 maart 2019 Gereglementeerde informatie: resultaten 2018 6. Bijlagen Geconsolideerde balans I. Vaste activa 2.321.691 2.392.797 Materiële vaste activa 2.181.771 2.250.659 Immateriële vaste activa 39.862 45.246 Deelnemingen waarop vermogensmutatie is toegepast

Nadere informatie

Levensverzekeringen tak 21 tak22 Rechtstreekse zaken individueel (zonder KB 14 mei 69) groep (zonder KB 14 mei 69) KB 14 mei 1969 Totaal Totaal

Levensverzekeringen tak 21 tak22 Rechtstreekse zaken individueel (zonder KB 14 mei 69) groep (zonder KB 14 mei 69) KB 14 mei 1969 Totaal Totaal C.D.V. Statistieken Leven : Collectie Rentabiliteit (1) Bijlage I Levensverzekeringen tak 21 tak22 Rechtstreekse zaken individueel (zonder KB 14 mei 69) groep (zonder KB 14 mei 69) KB 14 mei 1969 Totaal

Nadere informatie

Deel 4: CM in cijfers

Deel 4: CM in cijfers Deel 4: CM in cijfers Tabel 1: Verdeling van de leden per verzekeringsinstelling voor de algemene regeling op 31 december 2016 (totaal in orde) Verzekeringsinstelling Aantal leden % leden LCM 4.081.849

Nadere informatie

Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Boekjaar ooo.

Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Boekjaar ooo. 17.10.2011 S 738 SIBELGA Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Boekjaar 2011 REKENINGEN OP 30 JUNI Toelichting bij de actieve

Nadere informatie

SIBELGA. Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Boekjaar 2012.

SIBELGA. Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Boekjaar 2012. 22.10.2012 S 772 SIBELGA Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Boekjaar 2012 REKENINGEN OP 30 JUNI Toelichting bij de actieve

Nadere informatie

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse Studies De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen Beschrijvende analyse van 1995 tot 1999 Inleiding Deze analyse heeft tot doel na 5 jaar een balans op te maken van het stelsel van de Plaatselijke

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2015/XX - Verrichtingen met betrekking tot inschrijvingsrechten. Ontwerpadvies van 9 september 2015

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2015/XX - Verrichtingen met betrekking tot inschrijvingsrechten. Ontwerpadvies van 9 september 2015 COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/XX - Verrichtingen met betrekking tot inschrijvingsrechten Ontwerpadvies van 9 september 2015 In het kader van een individuele vraagstelling omtrent

Nadere informatie

Kas en stukken met geldwaarde

Kas en stukken met geldwaarde KLASSE 3 FINANCIELE REKENINGEN Deze klasse bevat de rubrieken en de rekeningen van de geldwaarden, de deposito's op zicht en op termijn, de leningen en voorschotten op één jaar en minder, alsook de effectenportefeuilles.

Nadere informatie

SIBELGA. Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Boekjaar 2013.

SIBELGA. Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Boekjaar 2013. 21.10.2013 S 813 SIBELGA Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Boekjaar 2013 REKENINGEN OP 30 JUNI Toelichting bij de actieve

Nadere informatie

SIBELGA. Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Boekjaar 2014.

SIBELGA. Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Boekjaar 2014. 13.10.2014 S 847 SIBELGA Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Boekjaar 2014 REKENINGEN OP 30 JUNI Toelichting bij de actieve

Nadere informatie

PERSBERICHT. DE GECONSOLIDEERDE WEEKSTAAT VAN HET EUROSYSTEEM per 4 januari 2002

PERSBERICHT. DE GECONSOLIDEERDE WEEKSTAAT VAN HET EUROSYSTEEM per 4 januari 2002 8 januari 2002 PERSBERICHT DE GECONSOLIDEERDE WEEKSTAAT VAN HET EUROSYSTEEM per 4 januari 2002 I. Overgang op de chartale euro 2002 Zoals aangekondigd op 3 augustus 2000 en 5 juli 2001 heeft de Raad van

Nadere informatie

TIJDSCHRIFT. voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS

TIJDSCHRIFT. voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS NATIONALE BANK VAN BELGIE TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS Departement Studiën XLIe Jaargang, Deel I, N r 3 Maart 1966 Dit tijdschrift wordt als objectieve documentatie

Nadere informatie

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen t7 7 Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen tweede kwartaal 28 Publicatiedatum CBS-website: 8 oktober 28 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil

Nadere informatie

Handel (tastbare goederen) 61 35 + 26 Diensten (transport, toerisme, ) 5 4 + 1 Primaire inkomens (rente, dividend, ) 11 3 + 8

Handel (tastbare goederen) 61 35 + 26 Diensten (transport, toerisme, ) 5 4 + 1 Primaire inkomens (rente, dividend, ) 11 3 + 8 betalingsbalans Zweden behoort tot de EU maar (nog) niet tot de EMU. Dat maakt Zweden een leuk land voor opgaven over wisselkoersen, waarbij een vrij zwevende kroon overgaat naar een kroon met een vaste

Nadere informatie

TIJD SCHRIFT INHOU D. Zesendertigste jaargang Deel I Juli-december 1961

TIJD SCHRIFT INHOU D. Zesendertigste jaargang Deel I Juli-december 1961 r% - NATIONALE BANK VAN BELGIE Departement Studiën en Documentatie TIJD SCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS 5 INHOU D Zesendertigste jaargang Deel I Juli-december 1961 0,'

Nadere informatie

De buitenlandse handel van België

De buitenlandse handel van België De buitenlandse handel van België 1 ste kwartaal 2010 1 De buitenlandse handel van België na het eerste kwartaal van 2010 (Bron: NBB communautair concept*) Analyse van de cijfers van het eerste kwartaal

Nadere informatie

Een artikel van E.E. Matos-Pereira, econoom bij de afdeling Economisch Beleid.

Een artikel van E.E. Matos-Pereira, econoom bij de afdeling Economisch Beleid. DE BETALINGSBALANS VAN ARUBA IN 2003 Een artikel van E.E. Matos-Pereira, econoom bij de afdeling Economisch Beleid. 1. Inleiding De Arubaanse betalingsbalans geeft weer de economische transacties van Aruba

Nadere informatie

INHOUD. Vijfenveertigste jaargang Deel II juli-december 1970

INHOUD. Vijfenveertigste jaargang Deel II juli-december 1970 NATIONALE BANK VAN BELGIE Departement Studiën TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MÁANDELUICS INHOUD Vijfenveertigste jaargang Deel II juli-december 1970 ALGEMEEN N BI*. De. definities

Nadere informatie

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Tekst geldend op: 13-01-2004) Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 De Minister van Financiën; Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 5, tweede lid, 10, eerste lid, en 22, vijfde lid,

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2018-04-27 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2018 Over het hele jaar 2017

Nadere informatie

STAAT VAN HET VRIJ VERMOGEN

STAAT VAN HET VRIJ VERMOGEN C.D.V. - D. 135/D/COR1 STAAT VAN HET VRIJ VERMOGEN Deze staat bevat de gegevens, bestemd voor de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (Belgische toezichthouder inzake verzekeringen) betreffende

Nadere informatie

TIJDSCHRIFT. Verschijnt maandelijks

TIJDSCHRIFT. Verschijnt maandelijks NATIONALE BANK VAN BELOIË Afdeling Studiën en Documentatie 0 TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting Verschijnt maandelijks XXVIIe Jaar, Vol. II, N r 4 October 1952 Dit tijdschrift wordt als objectieve

Nadere informatie

De handel tussen België en de Verenigde Staten: enkele cijfers. http://economie.fgov.be

De handel tussen België en de Verenigde Staten: enkele cijfers. http://economie.fgov.be De handel tussen België en de Verenigde Staten: enkele cijfers De goederenuitvoer naar de VS in 2014 De Belgische goederenuitvoer naar de VS bedroeg 19,18 miljard euro, een toename in lopende prijzen met

Nadere informatie

Zitting 1964-1965-7800

Zitting 1964-1965-7800 Zitting 1964-1965-7800 3 RIJKSBEGROTING VOOR HET DIENSTJAAR 1965 HOOFDSTUK IXA - NATIONALE SCHULD MEMORIE VAN TOELICHTING NR. 2 Algemeen Een vergelijking van de ramingen voor het dienstjaar 1965 met die

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 1-6 Europese economische samenwerkingsverbanden en economische samenwerkingsverbanden

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 1-6 Europese economische samenwerkingsverbanden en economische samenwerkingsverbanden COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 1-6 Europese economische samenwerkingsverbanden en economische samenwerkingsverbanden De Europese Ministerraad hechtte op 25 juli 1985 zijn goedkeuring

Nadere informatie

Verschijnt maandelijks INHOUD. Twintigste jaar Vol. II Juli-December 1945

Verschijnt maandelijks INHOUD. Twintigste jaar Vol. II Juli-December 1945 NATIONALE BANK VAN BELGIË Afdeeling Studiën en Documentatie O TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting Verschijnt maandelijks INHOUD Twintigste jaar Vol. II Juli-December 1945 Nummer van het Tijdschrift

Nadere informatie

Omzet 148,6 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde 37,2 miljoen (+10%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) 20,2 miljoen (+12%)

Omzet 148,6 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde 37,2 miljoen (+10%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) 20,2 miljoen (+12%) Hogere volumes zorgen voor stijging toegevoegde waarde en ebitda met meer dan 10% Resultaat Resilux na belasting stijgt met meer dan 25% Resultaat JV Airolux blijft voorlopig nog negatief Kerncijfers eerste

Nadere informatie

STAAT VAN HET VRIJ VERMOGEN

STAAT VAN HET VRIJ VERMOGEN STAAT VAN HET VRIJ VERMOGEN Deze staat bevat de gegevens, bestemd voor de Controledienst voor de Verzekeringen, betreffende het vrij vermogen van de herverzekeringsonderneming (1) I. ADMINISTRATIEVE GEGEVENS

Nadere informatie

Mutatie ( miljoen) Mutatie 2009* in %

Mutatie ( miljoen) Mutatie 2009* in % Tweede kwartaal/eerste halfjaar 2010 26 augustus 2010 Halfjaarbericht Hoofdpunten Omzet met 10,8% gestegen naar 7,1 miljard (stijging van 4,4% tegen constante wisselkoersen) Bedrijfsresultaat met 17,6%

Nadere informatie

De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, EXECUTIEVE, bekrachtigen hetgeen volgt:

De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, EXECUTIEVE, bekrachtigen hetgeen volgt: De VLAAMSE RAAD heeft aangenomen en Wij, EXECUTIEVE, bekrachtigen hetgeen volgt: Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 107quater van de Grondwet. Artikel 2 Bij het Ministerie

Nadere informatie

HERWERKTE SAMENGEVATTE GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN OVER HET EERSTE SEMESTER VAN HET BOEKJAAR 2005/2006, EINDIGEND OP 30 SEPTEMBER 2005

HERWERKTE SAMENGEVATTE GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN OVER HET EERSTE SEMESTER VAN HET BOEKJAAR 2005/2006, EINDIGEND OP 30 SEPTEMBER 2005 Halle, 11 december 2006 HERWERKTE SAMENGEVATTE GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN OVER HET EERSTE SEMESTER VAN HET BOEKJAAR 2005/2006, EINDIGEND OP 30 SEPTEMBER 2005 In vergelijking met voorheen (op 19

Nadere informatie

BIJLAGE A bij het. voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

BIJLAGE A bij het. voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.12.2010 COM(2010) 774 definitief Bijlage A/Hoofdstuk 14 BIJLAGE A bij het voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende het Europees

Nadere informatie

TIJDSCHRIFT. XXXI Jaargang, Deel II, Nr 1 Juli 1956

TIJDSCHRIFT. XXXI Jaargang, Deel II, Nr 1 Juli 1956 NATIONALE BANK VAN BELGIE Departement Studiën en Documentatie TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS XXXI Jaargang, Deel II, Nr 1 Juli Dit tijdschrift wordt als objectieve

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSARIS R0403 UITGIFTE VAN AANDELEN ZONDER VERMELDING VAN NOMINALE WAARDE BENEDEN FRACTIEWAARDE

VERSLAG VAN DE COMMISSARIS R0403 UITGIFTE VAN AANDELEN ZONDER VERMELDING VAN NOMINALE WAARDE BENEDEN FRACTIEWAARDE VERSLAG VAN DE COMMISSARIS R0403 UITGIFTE VAN AANDELEN ZONDER VERMELDING VAN NOMINALE WAARDE BENEDEN FRACTIEWAARDE IN KADER VAN ARTIKEL 582 VAN HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN 4ENERGY INVEST NV GEVESTIGD

Nadere informatie

HUNTER DOUGLAS RESULTATEN EERSTE HALFJAAR 2016

HUNTER DOUGLAS RESULTATEN EERSTE HALFJAAR 2016 Voor publicatie: 3 augustus 2016 08.00 uur HUNTER DOUGLAS RESULTATEN EERSTE HALFJAAR 2016 Rotterdam, 3 augustus 2016 - Hunter Douglas, wereldmarktleider in raambekleding (Luxaflex ) en een vooraanstaand

Nadere informatie

De handelsbetrekkingen van België met Bolivia

De handelsbetrekkingen van België met Bolivia De handelsbetrekkingen van België met Bolivia Algemeen: 2010 (schattingen) BBP 19,4 miljard USD Groeipercentage van het BBP 4,2% Inflatie 7,2% Uitvoer van goederen (FOB) Invoer van goederen (FOB) Handelsbalans

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009 9 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin maart 29 Financiering via kapitaalmarkt moeilijker en duurder geworden Nederlandse ingezetenen hadden eind 28 voor het eerst meer dan eur 1. miljard aan schuldpapier

Nadere informatie

Deel 1 - Bijzondere fiscale aftrek eigen woning (de zgn. woonbonus) als u leent voor uw verbouwing. 2. Voorwaarden waaraan de lening moet voldoen

Deel 1 - Bijzondere fiscale aftrek eigen woning (de zgn. woonbonus) als u leent voor uw verbouwing. 2. Voorwaarden waaraan de lening moet voldoen Deel 1 - Bijzondere fiscale aftrek eigen woning (de zgn. woonbonus) als u leent voor uw verbouwing 1. Voor wie? 2. Voorwaarden waaraan de lening moet voldoen 2.1. Een lening gesloten vanaf 1 januari 2005...5

Nadere informatie

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (2001), Statistiek van de aangesloten vennootschappen jaar 2000, 68 p. Begin juni

Nadere informatie

Gemeente Pepingen Advies bij nazicht van simulatie meerjarenplan

Gemeente Pepingen Advies bij nazicht van simulatie meerjarenplan & Answer to your Questions Gemeente Pepingen Advies bij nazicht van simulatie meerjarenplan 2014-2019 Technisch nazicht De simulatie (bijlage) van het meerjarenplan 2014-2015 is technisch correct opgebouwd.

Nadere informatie

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni 2014. Geen accountantscontrole toegepast HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN Halfjaarcijfers per 30 juni 2014 Balans per 30 juni 2014 Vóór resultaatbestemming ACTIVA 30 juni 2014 31 december 2013 Vlottende activa

Nadere informatie

XLIIe Jaargang, Deel II, Nr 4 Oktober 1967

XLIIe Jaargang, Deel II, Nr 4 Oktober 1967 NATIONALE BANK VAN BELGIE TIJDSCHRIFT voor Documentatie en Voorlichting VERSCHIJNT MAANDELIJKS Departement Studiën XLIIe Jaargang, Deel II, Nr 4 Oktober 1967 Dit tijdschrift wordt als objectieve documentatie

Nadere informatie

3.4 Financieel verslag

3.4 Financieel verslag 3.4 Financieel verslag Verplichte Ziekteverzekering (VP) Afsluiting 2012 2011 Het RIZIV heeft op het moment van de redactie van dit jaarverslag de rekeningen van de verplichte verzekering met betrekking

Nadere informatie

CULTUURRAAD NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP

CULTUURRAAD NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP 136 (1973-1974) - N 1 CULTUURRAAD VOOR DE NEDERLANDSE CULTUURGEMEENSCHAP ZITTING 1973-1974 12 DECEMBER 1973 ONTWERP VAN DECREET houdende aanpassing van de begroting van de Culturele Zaken van de Nederlandse

Nadere informatie

3. Herziening van de methodologie met betrekking tot de sector van de verzekeringsinstellingen

3. Herziening van de methodologie met betrekking tot de sector van de verzekeringsinstellingen Integrale versie 3. Herziening van de methodologie met betrekking tot de sector van de verzekeringsinstellingen Om tegemoet te komen aan de voorschriften van het ESR 1995, werd de op de verzekeringsinstellingen

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II 4 Antwoordmodel Opgave voorbeeld van een juiste berekening: 84.760.000 4 = 2.080 uur 63.000 2 voorbeeld van een juist antwoord: Een antwoord waaruit blijkt dat uitzendkrachten in deeltijd werken. 3 voorbeelden

Nadere informatie

= de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land.

= de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land. 1 De wisselmarkt 1.1 Begrip Wisselkoers = de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land. bv: prijs van 1 USD = 0,7

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 9 december 25 Beleggingen institutionele beleggers in 24 met 8,1 procent omhoog drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

SIBELGA. Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Boekjaar 2017.

SIBELGA. Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Boekjaar 2017. CA 23.10.2017 S-961 SIBELGA Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Boekjaar 2017 REKENINGEN OP 30 JUNI Toelichting bij de

Nadere informatie

Aantal werknemers * Het resultaat na belasting en het eigen vermogen zijn gedeeld door aandelen.

Aantal werknemers * Het resultaat na belasting en het eigen vermogen zijn gedeeld door aandelen. Persbericht N.V. Bever Holding heeft over het eerste halfjaar 2015 een negatief resultaat voor belastingen behaald van 1.412.000 als gevolg van een negatieve exploitatie uit vastgoed van 188.000, netto

Nadere informatie

SIBELGA. Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Boekjaar 2016.

SIBELGA. Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Boekjaar 2016. RVB 2016.10.17 Nota S-918 SIBELGA Intercommunale vereniging die de vorm heeft aangenomen van een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Boekjaar 2016 REKENINGEN OP 30 JUNI Toelichting

Nadere informatie

2.1 Bekendmaking inzake het deviezenverkeer AW 1999/1

2.1 Bekendmaking inzake het deviezenverkeer AW 1999/1 2.1 Bekendmaking inzake het deviezenverkeer AW 1999/1 De Centrale Bank van Aruba ("de Bank"), gelet op, het bepaalde in artikel 6, lid 2, van de Landsverordening deviezenverkeer ("Ldv"), AB 1990 no. GT

Nadere informatie

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ;

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ; Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Directie I/5C Circulaire nr. Ci.RH.331.611.085 (AAFisc Nr. 41/2011) dd 22.08.2011 Personenbelasting Berekening van de belasting Berekening

Nadere informatie

Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, titel III, hoofdstuk II, afdeling III, onderafdeling 4. Ondernemingen die investeren in een raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk Art. 194ter.

Nadere informatie

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1.

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1. Belasting over de toegevoegde waarde Wijzigingen betreffende de plaats van diensten en samenhangende verplichtingen vanaf 1 januari 2010 Belastingplichtige die enkel vrijgestelde handelingen verricht waarvoor

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Samenvatting : vrijstelling van de TOB met betrekking tot verrichtingen

Nadere informatie

Sterke groei van de Resilux kern business : stijging van de volumes met 9% zorgt voor toename Ebitda met 12%

Sterke groei van de Resilux kern business : stijging van de volumes met 9% zorgt voor toename Ebitda met 12% Sterke groei van de Resilux kern business : stijging van de volumes met 9% zorgt voor toename Ebitda met 12% Extra netto resultaat van 40 miljoen door verkoop joint venture Airolux Kerncijfers eerste halfjaar

Nadere informatie

Kerngegevens 30-jun dec jun-16. Bedrijfsresultaat (x 1.000) Netto resultaat (x 1.000)

Kerngegevens 30-jun dec jun-16. Bedrijfsresultaat (x 1.000) Netto resultaat (x 1.000) Persbericht N.V. Bever Holding heeft over het eerste halfjaar 2017 een negatief resultaat voor belastingen behaald van 444.963 als gevolg van een negatieve exploitatie uit vastgoed van 44.063, netto financieringskosten

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1.

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1. Belasting over de toegevoegde waarde Wijzigingen betreffende de plaats van diensten en samenhangende verplichtingen vanaf 1 januari 2010 Niet-belastingplichtige rechtspersonen met een btw-identificatienummer

Nadere informatie

Ontbinding en vereffening

Ontbinding en vereffening Ontbinding en vereffening Art. 208-214 Situering TITEL III : VENNOOTSCHAPSBELASTING Art. 179-219bis HOOFDSTUK I : AAN DE BELASTING ONDERWORPEN VENNOOTSCHAPPEN Art. 179-182 HOOFDSTUK II : GRONDSLAG VAN

Nadere informatie

:Rendabiliteit van de categorieën van verzekeringsprodukten LEVEN.

:Rendabiliteit van de categorieën van verzekeringsprodukten LEVEN. 57.620/PC4/VK Brussel, 3 december 1992. MEDEDELING D. 104. Betreft :Rendabiliteit van de categorieën van verzekeringsprodukten LEVEN. I. INLEIDING. In het raam van de a posteriori controle, is het van

Nadere informatie

HUNTER DOUGLAS RESULTATEN EERSTE HALFJAAR 2015

HUNTER DOUGLAS RESULTATEN EERSTE HALFJAAR 2015 Voor publicatie: 5 augustus 2015 08.00 uur HUNTER DOUGLAS RESULTATEN EERSTE HALFJAAR 2015 Rotterdam, 5 augustus 2015 - Hunter Douglas, wereldmarktleider in raambekleding (Luxaflex ) en een vooraanstaand

Nadere informatie

BBC Boekingsfiche 7901 Verwerking overschot of tekort van het boekjaar.xlsx. Deel 1: Omschrijving van de verrichtingen

BBC Boekingsfiche 7901 Verwerking overschot of tekort van het boekjaar.xlsx. Deel 1: Omschrijving van de verrichtingen Deel 1: Omschrijving van de verrichtingen Een gemeente (G) en haar OCMW (O) hebben in een bepaald boekjaar een aantal transacties gedaan die als volgt kunnen worden samengevat: 1 Kaskosten waaronder onder

Nadere informatie

RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN

RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN 13 mei 2019 - Aanpassing na de wet van 28 april 2019 Tax Shelter voor Groeibedrijven - Checklist met betrekking tot RECHTSTREEKSE INVESTERINGEN in Groeibedrijven Deze checklist heeft betrekking op rechtstreekse

Nadere informatie

Bronnen en overgang naar het ESR (Duitstalige gemeenten)

Bronnen en overgang naar het ESR (Duitstalige gemeenten) Bronnen en overgang naar het ESR (Duitstalige gemeenten) Databronnen Boekhoudprogramma s van de gemeenten. Methodes gebruikt bij het ontbreken van gegevens Belangrijkste correcties om over te gaan naar

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3. Geldbeleggingen

HOOFDSTUK 3. Geldbeleggingen HOOFDSTUK 3 Geldbeleggingen Blz. 405 tot 417 ATIVA BALANS per --/--/-- PASSIVA I. OPRIHTINGSKOSTEN 20 I. KAPITAAL 10 II. IMMATERIËLE VASTE ATIVA 21 A. Geplaatst kapitaal 100 III. MATERIËLE VASTE ATIVA

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen

Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen Publicatiedatum CBS-website: 1 oktober 27 Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen 27 Verklaring der tekens. =

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213, Ontwerp voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD betreffende de toerekening van de indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) in het kader van het Europees systeem van nationale en regionale

Nadere informatie

ACTIEF. Scmactn.doc [22]

ACTIEF. Scmactn.doc [22] ACTIEF I. Oprichtingskosten... 20 II. Immateriële vaste activa... 21 III. Materiële vaste activa... 22/27 A. Terreinen en gebouwen...22 B. Installaties, machines en uitrusting...23 C. Meubilair en rollend

Nadere informatie

Bronnen en overgang naar het ESR (Brusselse gemeenten)

Bronnen en overgang naar het ESR (Brusselse gemeenten) Bronnen en overgang naar het ESR (Brusselse gemeenten) Databronnen Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Uitgaven: Geboekte uitgaven - aanrekeningen (bronnen = boekhoudsystemen Phoenix, Stesud,

Nadere informatie

Universitair Ziekenhuis Gent Jaarrekening 2014

Universitair Ziekenhuis Gent Jaarrekening 2014 Universitair Ziekenhuis Gent Jaarrekening 2014 Bijlage bij het koninklijk besluit betreffende de jaarrekeningen van de ziekenhuizen Codering Afdeling 1. 2014 2013 BALANS VOOR VERWERKING ACTIVA VASTE ACTIVA

Nadere informatie

Deze herziening heeft geleid tot de overschrijding van de binnenlandse schuld-bbp ratio s in het tweede halfjaar van 2010.

Deze herziening heeft geleid tot de overschrijding van de binnenlandse schuld-bbp ratio s in het tweede halfjaar van 2010. Het verslagjaar 2010 In het tweede halfjaar van 2010 was de binnenlandse schuld/bbp ratio continue onder druk. Dit kwam in de eerste plaats door een significante stijging van de binnenlandse schuld wat

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1956 No. 104

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1956 No. 104 19 (1950) No. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1956 No. 104 A. TITEL Verdrag inzake de nomenclatuur voor de indeling van goederen in de douanetarieven, met Bijlage; Brussel,

Nadere informatie