verifieerbare feiten Verkeer, Logistiek en Intelligente Transportsystemen

Transcriptie

1 verifieerbare feiten Verkeer, Logistiek en Intelligente Transportsystemen Een evaluatie van de kwaliteit van de Master of Science in de ingenieurswetenschappen: verkeer, logistiek en intelligente transportsystemen aan de Katholieke Universiteit Leuven. Brussel februari 2015

2 Verifieerbare feiten 1 Hoofdstuk I Bezoekschema Hoofdstuk II Lijst met de opleidingsspecifieke leerresultaten in relatie tot de gevalideerde domeinspecifieke leerresultaten opgesteld volgens de handleiding van de VLUHR Hoofdstuk III Schematisch programmaoverzicht met vermelding van het aantal studiepunten per opleidingsonderdeel Hoofdstuk IV Omvang van het ingezette personeel in VTE, ingedeeld naar categorie van aanstelling Hoofdstuk V Instroomgegevens, doorstroomgegevens en totaal aantal studenten Hoofdstuk VI De studieduur tot het behalen van het diploma per instromende cohorte en de gemiddelde studieduur per afstuderende cohorte studenten Hoofdstuk VII Overzicht van de belangrijkste activiteiten van de opleiding met betrekking tot internationalisering conform de visie van de opleiding, met minimaal de mobiliteit op basis van internationaal aanvaarde definities 1 De verifieerbare feiten voor de visitatie Verkeer, Logistiek en Intelligente Transportsystemen zijn terug te vinden op

3 Bezoekschema VLITS 13 oktober 2014 start einde 12:00 14:30 Intern overleg, inzage materiaal 14:30 16:00 Opleidingsverantwoordelijken, facultair coördinator, opstellers ZER en verantwoordelijke IKZ 16:00 17:00 Intern werkoverleg 17:00 18:00 Studenten + studenten betrokken bij onderwijskundig overleg 18:00 18:30 Intern werkoverleg 18:30 19:30 Alumni en werkveld 19:30 Avondmaal commissie 14 oktober 2014 start einde 9:00 10:00 Docenten 10:00 11:00 Bezoek aan faciliteiten 11:00 12:00 Ondersteuners betrokken bij de opleiding 12:00 13:30 Middagpauze 13:30 14:30 Vrij spreekuur 14:30 15:00 Opleidingsverantwoordelijken 15:00 17:30 Intern beraad en voorbereiding mondelinge rapportering 17:30 18:00 Mondelinge rapportering

4 kengetallen Katholieke Universiteit Leuven Verkeer, Logistiek en Intelligente Transportsystemen

5 VB4 Vergelijkend overzicht van de opleidingsspecifieke leerresultaten in relatie tot de gevalideerde domeinspecifieke leerresultaten Verband OLR KUL master VLITS en FLR/DLR master ingenieurswetenschappen a b c d 1. De afgestudeerde is kundig in één of meer wetenschappelijke disciplines Hij heeft kennis over de breedte van het vakgebied verkeer, logistiek en Intelligente transportsystemen. Hij heeft kennis van theorieën, modellen en simulaties gebruikt in verkeer en logistiek en van de praktische toepassingen daarvan. Hij heeft kennis van optimalisatie en management van transportsystemen voor personen en goederen, en van de manier waarop deze met behulp van ITStechnologie in de praktijk kunnen worden gebracht, met inbegrip van ketenlogistiekontwerp en beheer, en kan deze toepassen. Hij heeft kennis van de basisaspecten en methoden voor datacollectie, databeheer en informatieverwerking en kan deze toepassen. Hij begrijpt de complexe wisselwerkingen tussen de verschillende deelgebieden van het vakgebied. Hij heeft inzicht in de nieuwste kennis en middellange termijn evoluties in het vakgebied (of delen ervan) en kan bijdragen aan het ontwikkelen van nieuwe kennis (methoden, technieken, ontwerpen,...) en toepassingen ervan in het vakdomein. Hij is zich bewust van de vooronderstellingen (inclusief eventuele beperkingen) van standaardmethoden in het vakgebied en hun invloed op de manier waarop besluitvorming binnen het vakgebied tot stand komt. Hij heeft kennis van de bestaande domeinspecifieke literatuur en literatuurbronnen. 11

6 2. De afgestudeerde is bekwaam in onderzoeken Hij is in staat om zelfstandig complexe onderzoeksvragen te definiëren en onderzoekswegen uit te stippelen. Hij heeft inzicht in de wijze waarop onderzoeksresultaten tot stand komen Hij kan op een doelgerichte en methodische wijze nieuwe kennis en inzichten ontwikkelen en op deze manier een originele bijdrage leveren tot de ontwikkeling en de toepassing van ideeën. Hij kan het belang en implicaties en beperkingen van onderzoeksresultaten inschatten en er kritisch over reflecteren. Hij is in staat om waar nodig andere disciplines bij het eigen onderzoek te betrekken en de sterktes en beperkingen van het eigen vakgebied te onderkennen en hiermee om te gaan. 3. De afgestudeerde is bekwaam in ontwerpen Hij kan een praktisch ontwerpprobleem formuleren, rekening houdend met functionele behoeften en binnen de gestelde randvoorwaarden (tijd, budget, technologische mogelijkheden,...) Hij is in staat een complex probleem of ontwerpproces te structureren (decompositie en synthese van deelproblemen). Hij kan een ontwerpplan maken en uitvoeren, hierbij weloverwogen gebruik makend van geschikte tools (modellen, algoritmes, technieken, software). Hij kan creatief ontwerpen en dit ontwerp desgevallend bijsturen op basis van voortschrijdend inzicht. Hij heeft de vaardigheid ontwerpbeslissingen te nemen en deze te rechtvaardigen en te evalueren op systematische wijze, ook in onzekere of veranderlijke omstandigheden. 12

7 4. De afgestudeerde heeft een wetenschappelijke benadering Hij beschikt over een systematische aanpak, gekenmerkt door de ontwikkeling en gebruik van empirisch gevalideerde theorieën, modellen en samenhangende interpretaties. Hij is in staat gericht informatie te verzamelen, te structureren en te beoordelen op haar relevantie. Hij heeft de vaardigheid om bestaande kennis naar waarde te schatten en deze doelgericht verder te ontwikkelingen. Hij staat open voor nieuwe ontwikkelingen, maakt zich nieuwe technieken eigen en weet ze op de juiste manier toe te passen. Vormingsdoel: Hij is nieuwsgierig, leergierig en beschikt over zelfstandige leervaardigheden die hem in staat stellen om zijn vakkennis te blijven actualiseren en uitbreiden. 5. De afgestudeerde beschikt over intellectuele basisvaardigheden Hij kan kritisch reflecteren op zowel het eigen denken en handelen als dat van anderen. Kan een standpunt innemen in een maatschappelijk of wetenschappelijk betoog in het vakgebied, en daarbij redeneerwijzen (inclusief eventuele drogredeneringen) herkennen en toepassen (weerleggen). Hij is bekwaam om op een onderbouwde manier beslissingen te nemen en kan oordelen of, in gegeven omstandigheden, specifieke technieken en ideeën relevant zijn. Hij kan een beredeneerd oordeel vormen, ook in onzekere of veranderlijke omstandigheden en hij kan daarbij risico s inschatten. Hij kan zelfstandig werken. 13

8 6. De afgestudeerde is bekwaam in samenwerken en communiceren Hij kan samenwerken. Hij kan projectmatig werken, kent de rollen in teamwerking en kan daarin verantwoordelijkheid opnemen. Hij kan zijn werkwijze motiveren en verantwoorden, en rapporteren over de verworven resultaten, opgedane kennis en inzichten. Hij kan presenteren, zowel voor specialisten als nietspecialisten. Hij kan op een formele, wetenschappelijke manier mondeling en schriftelijk communiceren in het Nederlands en het Engels. Vormingsdoel: Hij kan communiceren met verschillende doelpublieken (zoals opdrachtgevers en collega s uit de eigen en andere disciplines). 7. De afgestudeerde houdt rekening met de maatschappelijke en temporele context Hij heeft begrip van de sociologische, culturele, politieke, (bedrijfs-) economische, technischindustriële en milieucontext. Hij is zich bewust van regelgeving, besluitvormingsprocedures, politieke en beleidsprocessen en kent de bijdrage van zijn domeinspecifieke kennis en methodes hierin. Hij kan op een ethische en duurzaam verantwoorde wijze technologie aanwenden in de samenleving. De kolommen in deze tabel verwijzen naar de familieleerresultaten (1-16) en naar de domeinspecifieke leerresultaten (a-d) zoals weergegeven in VB1. 14

9 VB6 Schematisch programma-overzicht, met vermelding van het aantal studiepunten per opleidingsonderdeel Het programma ziet eruit als volgt met een maximum van 17 sp als aanpassingsprogramma, een kernopleiding bestaande uit 58 sp, een masterproef van 24 sp aangevuld met keuzevakken tot een totaal van 120 sp. Onderstaande voorstelling is het modeltraject dat wij voorstellen. In principe kunnen de studenten vrij vakken verschuiven tussen het eerste en derde semester en tussen het tweede en vierde, zolang aan de volgtijdelijkheidsvoorwaarden wordt voldaan. Het programma wordt in meer detail ook weergegeven in de programmagids, met vermelding van het aantal studiepunten per opleidingsonderdeel. Dit overzicht staat ook hier: 18

10 19

11 20

12 21

13 VB9 Omvang van het ingezette personeel, ingedeeld naar categorie van aanstelling 35

14 VB8 Instroomgegevens, doorstroomgegevens en totaal aantal studenten Deze informatie komt uit het Datawarehouse Hoger Onderwijs. BELANGRIJKE OPMERKING: gezien het programma nog maar enkele jaren loopt en het aantal inschrijvingen voorlopig beperkt is, hebben deze gegevens weinig statistische waarde. Bovendien is de vergelijking met andere instellingen in dit geval overbodig, aangezien het programma uniek is in Vlaanderen. 23

15 24

16 25

17 26

18 27

19 28

20 29

21 30

22 31

23 32

24 33

25 34

26 VB3 Overzicht van de belangrijkste activiteiten i.v.m. internationalisering Uitgaande stroom Academiejaar Faculteit opleiding Status aanvraag , F_Ingen_wet Goedgekeurd Academiejaar Stamnummer Statuut Begindatum Einddatum Instelling Land Plaats # studenten Uitwisselingsstudenten 16/03/ /03/2013 Ecole Nationale Supérieure des Mines de Frankrijk Parijs Uitwisselingsstudenten 16/03/ /03/2013 Ecole Nationale Supérieure des Mines de Frankrijk Parijs Uitwisselingsstudenten 15/03/ /03/2013 Universidad Politécnica de Madrid Spanje Madrid Uitwisselingsstudenten 16/11/ /11/2012 Universidad Politécnica de Madrid Spanje Madrid Uitwisselingsstudenten 17/11/ /11/2012 Politechnika Warszawska Polen Warschau Uitwisselingsstudenten 16/11/ /11/2013 Niet toegewezen Frankrijk Parijs Uitwisselingsstudenten 15/11/ /11/2013 Ecole Nationale Supérieure de Techniques Frankrijk Parijs 1 Inkomende stroom: studenten die een volledig semester, jaar of programma volgen. Totaalresultaat 1. Degreeseekers 1 a. Bachelors b. Masters 1 i. IMA 1 ii. MANAMA c. Voorbereidings en Schakelprogramma's d. Lerarenopleiding e. Postgraduaten 2. Non-degree seekers a. Uitwisselingsstudenten i. Erasmus ii. Andere 9

27 b. International Scholars c. Specialisatiestudenten d. Pecs (Junior Program) e. Post-academische vorming 3. Doctorandi a. Predocs b. Doctoraatsopleiding c. Doctoraat 4. Visitings (korte studiebezoeken) 5. Restgroep TOTAAL 1 10