Bloedvatvernauwing. Het meten van stroomsnelheden met behulp van Laser-Doppler-Anemometrie. Praktische opdracht natuurkunde bovenbouw VWO

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bloedvatvernauwing. Het meten van stroomsnelheden met behulp van Laser-Doppler-Anemometrie. Praktische opdracht natuurkunde bovenbouw VWO"

Transcriptie

1 Bloedaternauwing Het meten an stroomsnelheden met ehulp an Laser-Doppler-Anemometrie Praktische opdracht natuurkunde oenouw VWO i.c.m. LDA weexperiment aan de VU

2 Dit oekje is tot stand gekomen in het kader an een educatieproject als onderdeel an de masteropleiding natuurkunde aan de VU (sept.2008). Auteur: Guus Harms (i.s.m. Jos Kragtwijk) Technische ondersteuning: Jan Mulder Contactpersoon: Gerrit Kuik: 2

3 Inleiding Op dit moment zijn hart- en aatziekten doodsoorzaak nummer twee (na kanker) in Nederland. Een eel oorkomende hart- en aatziekte is loedaternauwing: in een dergelijk geal zijn de slagaders smaller geworden doordat er eigenlijk een extra laagje op zit (zie figuur 1). Dit komt ooral oor ij mensen die roken en die last heen an suikerziekte. Ook erzadigde etzuren en cholesterol kunnen loedaternauwing eroorzaken. Een typische klacht ij loedaternauwing is etalageenen, waarij een patiënt niet lange tijd achter elkaar kan lopen omdat de enen onoldoende zuurstof krijgen. Uiteindelijk kan de loedaternauwing zelfs tot geolg heen dat ook het hart een extra inspanning moet leeren om toch oldoende zuurstof in alle lichaamsdelen te pompen. Dit eordert weer slijtage an het hart en dus het risico op een hartinfarct. Een ander mogelijk geolg is dat doordat de loedaten nauwer worden er meer druk op de loedaten komt te staan: hierdoor kan zelfs uiteindelijk een loedat knappen, wat een inwendige loeding eroorzaakt: een ekend ooreeld is een gescheurde aorta dat aak dodelijk is. Bloedaternauwing kan redelijk goed ehandeld worden, meestal door loederdunnende middelen ij de patiënt in te spuiten. Echter oordat de ehandeling plaats kan inden dient eerst gemeten te worden wat precies de loeddruk is en op welke plaatsen de loedaternauwing precies plaatsindt. Figuur 1. Dwarsdoorsnede an erschillende loedaten. Boenaan is een normaal loedat weergegeen. Met name ij rokers en diaetici estaat de kans dat de loedaten ernauwen zoals in onderste afeelding duidelijk te zien is. Bron: In deze praktische opdracht ga je een methode geruiken analoog aan een methode die geruikt wordt om de stroomsnelheid in loedaten te meten. Belangrijk oordeel an deze methode is dat die ook uiten de patiënt geruikt kan worden (er hoeft dus niet in de patiënt geprikt of gesneden te worden). Met die opstelling ga je de geolgen an loedaternauwing epalen en epalen in hoeerre loederdunners dit euel kunnen 3

4 erhelpen. Om dit meetsysteem te egrijpen is het nodig om een drietal fysische erschijnselen te egrijpen: het dopplereffect, interferentie en een eetje loeistofdynamica. Dopplereffect Eén an de meest geruikte methoden om loedsnelheid te meten is geaseerd op het dopplereffect. Het ongetwijfeld meest ekende ooreeld an het dopplereffect is de politiesirene waarij je een hoge toon hoort als die naar je toe komt en een lage(re) toon als die an je af rijdt. Opdracht 1: Bekijk op de olgende wesite de applet oer het dopplereffect en leg in je eigen woorden uit wat er geeurt. Op de wesite spreekt men an een golffront. Dat kun je eschouwen als het maximum an de golf. In je oek staat mogelijk de dopplerformule aangegeen. Om het dopplereffect in detail te egrijpen zal nu eerst de afleiding oor het dopplereffect worden gegeen. We eginnen met een stilstaande geluidsron. De geluidsron zendt geluidsgolen uit met een epaalde golflengte. In figuur 2 staan de golffronten weergegeen: Figuur 2. Golffronten an stilstaande ron Uiteraard geldt hier de ergelijking: λ = = T, (1) f waarij λ de golflengte is (in m), de geluidssnelheid (in m/s) en f de frequentie an de ron (in Hz) en T de periode an de golf, gelijk aan de trillingstijd an de geluidsron (in s). 4

5 Nu gaat de ron ewegen en ontstaat er een situatie weergegeen in figuur 3. Figuur 3. Golffronten an stilstaande ron De ron is dus ewogen in de tijd dat de golen uitgezonden worden. De waargenomen golflengte rechts an de ron in figuur 3 wordt dus epaald door de golflengte an de ron en de afstand die de ron in de tussentijd heeft afgelegd: λ w = λ s = T T = ( ) T, (2) waarij λ w de waargenomen golflengte is, λ de golflengte an de geluidsgolen die de ron uitzendt, s de afstand die de ron innen één trillingstijd an de golf aflegt, de geluidssnelheid, de snelheid an de ron en T de periode an de geluidsgolf (gelijk aan de trillingstijd an de geluidsron). De periode wordt natuurlijk gegeen door: 1 T =. (3) f λ w wordt gegeen door: λ w =. (4) f w Comineren an deze laatste drie uitdrukkingen geeft: ( ) ( ) = λ w = T =. (5) fw f Hieruit olgt: fw = f. (6) De laatste ergelijking is de ekende dopplerformule We eschouwen in deze formule positief wanneer de ron de waarnemer nadert ( in dezelfde richting als de geluidssnelheid ) en negatief als de ron zich an de waarnemer erwijdert. 5

6 Vooreeld: Een politieauto rijdt 120 km/h met een sirene die geluid produceert met een frequentie an 500 Hz. Een waarnemer ziet de auto op zich af komen. Welke frequentie neemt hij waar? Antwoord: Vul de dopplerformule in: m m 343 s 343 s f = f 500Hz 500Hz Hz w = m m m = = s 3,6 s 309,67 s De auto passeert de waarnemer en rijdt nu an de waarnemer af. Welke frequentie neemt de waarnemer nu waar? Antwoord: Vul de dopplerformule in: m m 343 s 343 s f = f 500Hz 500Hz Hz w = m m m = = s 3,6 s 376,33 s Opdracht 2: We heen een amulance die met 72 km/h met sirene aan rijdt. De sirene heeft een frequentie an 600 Hz. Bereken de frequentie an het geluid an zowel een waarnemer die zich óór de amulance eindt als oor een waarnemer die zich achter de amulance eindt. Opdracht 3: Stel je nu de olgende situatie oor: je zit langs de oeer an een meer en er komt een speedoot langs. De speedoot eweegt langs een rechte lijn en maakt geluid met een frequentie an 900 Hz. Het dichtstijzijnde punt waar de speedoot komt is 12,0 meter an je andaan (zie figuur 4). De oot aart met 80,0 km /h. Figuur 4. Dopplereffect als geolg an een oorij arende speedoot. 6

7 a Leg uit dat je in deze situatie niet zomaar de dopplerformule kan geruiken. We kunnen allereerst kijken naar drie situaties waar we wel de nu waargenomen frequentie kunnen erekenen: wanneer de oot heel er naar links is, wanneer de oot heel er naar rechts is en wanneer de oot recht oor je is. c d e f g Leg uit dat je in het geal dat de oot heel er naar links is wel de dopplerformule kunt geruiken. Bereken de waargenomen frequentie oor een oot die heel er links an de waarnemer zit. Doe hetzelfde oor wanneer de oot heel er rechts an de waarnemer is. Leg uit dat als de oot in het punt dat het dichtst ij de waarnemer is (dus op 12,0 m afstand) je een frequentie an 900 Hz hoort. Leg uit dat je de waargenomen frequentie an de oot kunt inden door de snelheid an de oot te ontinden in de richting an de waarnemer. En laat zien dat nu de olgende ergelijking geldt: f w = f, (7) ± sinθ waarij het een is als de ron zich links an de waarnemer eindt en een + is als de ron zich rechts an de waarnemer eindt. In het figuur is s de x-component an de afstand tussen de speedoot en de waarnemer. Vul onderstaande tael in: s f w 100 m links 50,0 m links 10,0 m links 5,00 m links 1,00 m links 0,00 2,00 m rechts 10,0 m rechts 50,0 m rechts 100 m rechts 250 m rechts Maak een grafiek an je waarnemingen en trek er een loeiende lijn door. Voeg de grafiek aan dit erslag toe. Het dopplereffect treedt ook op wanneer de waarnemer eweegt en de geluidsron stil staat (ijooreeld een waarnemer in een auto die onderweg een toeter passeert). Je kunt 7

8 de dopplerformule oor deze situatie epalen door je in figuur 2 oor te stellen dat een waarnemer W1 de ron an rechts nadert met een snelheid w. In dit geal is de golflengte λ hetzelfde als oor een stilstaande waarnemer, maar nu is de golfsnelheid die de waarnemer eraart groter. Dit leert het olgende resultaat op: w f w = f. (8) Let op: In dit geal is w in de formule positief wanneer de waarnemer zich an de ron erwijdert ( w in dezelfde richting als de geluidssnelheid ) en negatief als de waarnemer de ron nadert. Opdracht 4: Laat met een soortgelijke afleiding als op lz. 5 zien dat oor een stilstaande ron en een ewegende waarnemer formule (8) geldt. Opdracht 5: Op een zondagmiddag rijd je onder de Amsterdam ArenA door met een snelheid an 60 km/h. Net op dat moment maakt Ajax een doelpunt en gillen de supporters het uit met een frequentie an 300 Hz. Bereken de frequentie an het geluid die je in de auto waarneemt. Je het nu gerekend met een aantal ooreelden an het dopplereffect in het dagelijks leen. We gaan nu kijken naar een medisch ooreeld waarij het dopplereffect geruikt wordt om de snelheid an loed te meten. Deze methode (een cominatie an het dopplereffect en echoscopie) wordt in ziekenhuizen regelmatig geruikt oor diagnostisch onderzoek. In deze situatie geeurt het olgende: een ultrasone geluidsgolf (f = 2,2 MHz) wordt naar het loedat toe uitgezonden en erolgens weerkaatst. Dat wil zeggen dat de loedlichaampjes eerst de geluidsgolf ontangen en het erolgens weer uitzenden (zie figuur 5). Figuur 5. Meting an stroomsnelheid an loed. Een proe zendt ultrasone geluidsgolen uit, die door loedplaatjes worden gereflecteerd. 8

9 Eerst gaan we kijken naar de frequentie an de ultrasone geluidsgolen an 2,2 MHz zoals waargenomen door de loedlichaampjes. Neem daarij aan dat de hoek tussen de proe en de loedssnelheid gelijk is aan 30 graden en dat de geluidssnelheid in loed gelijk is aan 1560 m/s. Ook nemen we aan dat de stroomsnelheid an loed gelijk is aan 0,10 m/s. Opdracht 6: a Laat zien dat als je hier de dopplerformule direct zou inullen de geonden waarde oor f w niet significant erschilt an f. Daarom is het erstandiger om te werken met frequentieerschillen. Als de snelheid an het geluid eel groter is dan de snelheid an de ron kunnen we de dopplerformule enaderen met (de olledige afleiding olgt na deze opgae): f = f. (9) Deze ergelijking geldt zowel oor het normale dopplereffect als oor de situatie an de ewegende waarnemer. Bij een meting an de loedsnelheid treedt eigenlijk twee keer het dopplereffect op. Leg dit uit. Het zal je dus niet erazen dat er nog een factor 2 aan de ergelijking 9 toegeoegd wordt. Een tweede effect is dat de meting an de loedsnelheid onder een epaalde hoek plaatsindt. c f = Leg uit dat de proe het olgende frequentieerschil zal waarnemen: θ loed 2 cos f met θ = de hoek tussen de proe en de loedssnelheid (10) In de opgae tot nu toe zijn we er anuit gegaan dat we de loedsnelheid al wisten en dat we het ijehorende frequentiesignaal wilden epalen. Voor de meeste loedmetingen willen we nou juist de loedsnelheid meten. d We geruiken een geluidsron met een frequentie an 1,8 MHz. De geluidssnelheid in loed is 1560 m/s en de proe wordt onder een hoek an 20 graden aangeracht. Het gemeten frequentieerschil is 150 Hz. Bereken de stroomsnelheid an het loed. Voor de olledigheid olgt hier nog de afleiding an ergelijking 9. De afleiding is lastig, het is dus niet erg als je niet alle stappen helemaal egrijpt, maar het is zeker raadzaam te egrijpen wat er geeurt. 9

10 We heen de dopplerformule: f w = f. (11) Als we de teller en noemer in de reuk rechts an het = teken door delen krijgen we: f w f 1 = = f. (12) 1 1 Nu kunnen we een enaderingsformule geruiken. Er geldt dat ongeeer gelijk is 1 aan 1 + wanneer <<. Als we dit toepassen inden we: f w = 1 + f. (13) Nu kunnen we deze ergelijking omschrijen tot: f + f f f Door de eerste f naar de linkerkant te halen krijgen we: f w f = f. (15) Door erolgens te delen door f en f w f = f te sustitueren inden we: f =, (16) f waarmee we de ergelijking 9 heen geonden. w = 1 = +. (14) Opdracht 7: In de orige afleiding he je aangenomen dat geldt wanneer <<. a Leg uit dat << etekent dat << 1. We gaan de enaderingsformule die we in de orige afleiding heen geruikt nu controleren. We zeiden toen dat als << er geldt dat: We noemen de reuk 1 nu x en krijgen dus de twee formules en 1 + x. 1 x 10

11 x 0 0,001 0,01 0,1 1 ul daaroor onderstaande tael in: x 1 x 1 c Plot f ( x) = en g ( x) = 1+ x op je grafische rekenmachine in het domein 1 x [0,1]. Maak een schatting tot welke waarde an x de enaderingsformule ongeeer geldig is. Leg je antwoord uit. d Wat etekent antwoord c oor de doppler snelheidsmeting an loed? Is de fout die er gemaakt wordt door de enaderingsformule te geruiken groot? Interferentie Voor de metingen die je dadelijk zal gaan doen maak je geruik an twee laserundels. Daarmee maak je een interferentiepatroon. Interferentie werd oor het eerst ontdekt door de Britse wis- en natuurkundige Thomas Young in Hij ontdekte dat wanneer een monochromatische undel op twee spleten schijnt er op een scherm achter de twee spleten afwisselend donkere en lichte plekken ontstaan. Dit noemen we een interferentiepatroon. Interferentie alt te erklaren door te kijken naar het golfkarakter an licht. Indien men een lichtundel op een duele spleet laat schijnen ontstaan er twee golffronten op de plek waar de duele spleet is. Omdat de golen eiden dezelfde golflengte en intensiteit heen zullen ze samen afwisselend elkaar ersterken of elkaar uitdoen. Ze ersterken elkaar waar eide golen in fase zijn en doen elkaar uit waar ze uit fase zijn. In de olgende applet is interferentie weergegeen: Opdracht 8: Bekijk de jaa-applet en geef aan wat er geeurt als: je de afstand tussen de spleten arieert je de golflengte an het licht arieert je de afstand tot het scherm arieert 11

12 De afstand tussen de erschillende maxima op het scherm wordt gegeen door: L y = λ ( mits L>> y ) d (17) waarij y de afstand tussen twee maxima is, L de afstand an de spleten tot het scherm, d de afstand tussen twee spleten is en λ de golflengte an het licht. Opdracht 9: Vergelijk wat je het waargenomen met het jaa-applet met wat je erwacht op grond an ergelijking 17. Komt het met elkaar oereen? Opdracht 10: We schijnen een laserundel met een golflengte an 532 nm op twee spleten met een onderlinge afstand an 2,0 µm. Achter de duele spleet wordt op een afstand an 1,0 m een scherm geplaatst. Bereken de afstand tussen twee maxima an het interferentiepatroon. Opdracht 11: In plaats an een duele spleet nemen we een tweetal spiegels. De eerste spiegel is half doorlaataar, de tweede reflecteert al het licht. Beide spiegels staan onder een hoek an 45 graden ten opzichte an de lichtundel (zie figuur 7) en op een onderlinge afstand an 1,0 cm an elkaar. Nadat de laserundels weerkaatst zijn door de spiegels lopen ze parallel aan elkaar. a Leg uit dat ondanks dat er twee laserundels parallel aan elkaar zijn er (nog) geen interferentiepatroon waarneemaar zal zijn (tip: zijn de gespiegelde laserundels olgolen? Kunnen de lichtgolen an de twee lasers elkaar oerlappen zodat interferentie zal ontstaan?) Er wordt nu een klein eetje aan de spiegels gedraaid zodat op een afstand an 1,0 m an de spiegels de laserundels samenallen. Leg uit dat er nu wel een interferentiepatroon zal ontstaan op de plaats waar eide laserundels samenallen. Betrek ook figuur 6 ij je antwoord (tip: als je een eetje scheel kijkt dan alt het interferentiepatroon nog eter te zien). Figuur 6. Schematische weer gae oor het ontstaan an interferentiestrepen ij twee coherente undels. De lijnen stellen de ergen an de lichtgolen oor. Zeker als men een eetje scheel kijkt zijn ij het kruisen an de laserundels duidelijk donkerdere en lichtere plekken te zien: een interferentiepatroon. 12

13 c Vraag nu je docent om de twee transparanten die ij deze praktische opdracht horen. We eschouwen de zwarte en witte lijnen als afwisselend een golfmaximum en een golfminimum. Bepaal de onderlinge afstanden tussen twee interferentiemaxima wanneer de twee undels samenallen onder een hoek an 30, 20, 10 en 5 graden en eschrijf wat er geeurt. Opdracht 12: In opdracht 10 heen we gekeken naar een systeem waarij met ehulp an een halfdoorlaatare en een geheel reflecterende spiegel een interferentiepatroon gecreëerd wordt. Op de VU staat een dergelijke opstelling die samen met het interferentiepatroon is weergegeen in figuur 7. Geef in de foto an de opstelling de olgende componenten aan: laser, halfdoorlaatare spiegel, spiegel, plek an de kruisende lichtundels, lens om het interferentiepatroon af te eelden. Figuur 7. Links: inferferentiepatroon door twee kruisende lasers. Rechts: opstelling om interferentiepatroon an twee kruisende laserundels af te eelden. Laser-Doppler anemometrie Bij deze praktische opdracht ga je Laser Doppler Anemometrie geruiken om de stroomsnelheid in een model an een loedat te meten. Ons model estaat uit een doorzichtige glazen uis met aan de ene kant een kleine diameter en aan de andere kant een grote diameter. Het gedeelte met een grote diameter eschouwen we als een normaal loedat, het gedeelte met een kleinere diameter als een ernauwd loedat. We gaan dadelijk interferentie geruiken om de snelheid an kleine deeltjes in die uis te meten. Als we de snelheid an die deeltjes weten, dan weten we ook de snelheid an de loeistof waarin ze ewegen. Om dit te doen maken we geruik an twee identieke laserundels die elkaar kruisen in de uis (figuur 8). 13

14 Lens Buis 2α α Figuur 8. De eide laserundels allen samen in de uis onder een hoek 2α. De twee laserundels eroorzaken een interferentiepatroon zoals je gezien het in opdracht 12. Aan het interferentiepatroon alt niet al te eel te meten. Wanneer echter het interferentiepatroon erstoord wordt, zal er iets interessants geeuren. Ga er een anuit dat de twee laserundels elkaar kruisen in een uis geuld met water waarin zich een groot aantal microscopische deeltjes einden die met een epaalde snelheid ewegen. Op de plaats an het interferentiepatroon zien die deeltjes dus een soort an zerapad (figuur 9). d Figuur 9. Het passerende deeltje wordt afwisselend wel en niet elicht door het interferentiepatroon (zerapad). Op het moment dat het deeltje in het zerapad elicht wordt, zal het het interferentiepatroon erstoren. Echter op het moment dat het deeltje niet elicht wordt kan het ook het interferentiepatroon niet erstoren. Er is dus een periodieke erstoring an het interferentiepatroon door het deeltje. Opdracht 13: Neem aan dat het interferentiepatroon alleen wordt erstoord op het moment dat het deeltje zich in het maximum an het interferentie-patroon eindt met een onderlinge afstand d. Laat zien dat het tijdserschil tussen twee erstoringen gegeen wordt door: 14

15 d t =. (18) Aangezien deze erstoringen periodiek plaatsinden (er zijn immers zeer eel maxima ij het interferentiepatroon) en de tijdsinterallen tussen twee erstoring erg kort zijn, is het erstandiger om niet tijdsinterallen te meten, maar de frequentie an de erstoring (wat eenoudig te meten alt). Leg uit dat oor deze frequentie geldt: f =. (19) d Door dus te kijken naar een frequentie kunnen we in principe epalen wat de snelheid an de deeltjes in het water is. Het enige dat we dan nog moeten weten is de afstand d tussen twee maxima. Deze alt af te leiden uit de geometrie an figuur 6 of door ergelijking 19 met de dopplerformule te comineren. Dit is echter rij lastig en dus wordt hier het resultaat an die afleiding gegeen: λ d =, (20) 2sinα waarij λ de golflengte an het licht is en de hoek α gedefinieerd is olgens figuur 8. Let op de gelijkenis met de formule oor interferentie uit je natuurkundeoek! Opdracht 14: In de opstelling an figuur 7 zijn de twee spiegels op een afstand an 2,0 cm an elkaar geplaatst. De twee laserundels kruisen elkaar op een afstand an 1,0 m an de spiegels. a Bereken hoek α (let op de definitie an α in figuur 8). c In het experiment wordt een laser met een golflengte an 632,8 nm geruikt. Bereken de afstand tussen twee interferentiemaxima. We oegen een uis aan de opstelling toe waarin zich een deeltje eindt met een snelheid an 0,12 m/s. Bereken de ijehorende frequentie. In de praktische opdracht die je dadelijk gaat uitoeren ga je stroomsnelheden meten in een dergelijke uis. Om de frequentie daadwerkelijk te meten is het nodig om de laserundels te lokkeren zodat de afzonderlijke laserundels niet door de lenzen afgeeeld worden op de fotocel. Alleen de frequenties ehorend ij de erstoringen an het interferentiepatroon als geolg an de weerkaatsingen an het licht mogen afgeeeld worden op de fotocel. Vandaar dat een diafragma aan de opstelling wordt toegeoegd. De olledige opstelling is weergegeen in figuur

16 L 1 D L 2 2α L 3 fotocel Figuur 10. Schematische afeelding an de opstelling. In het interferentiepatroon wordt licht erstrooid. Dat licht (en niet het directe laserlicht) wordt door een fotocel waargenomen. Uit een dergelijk LDA experiment kunnen niet alleen de snelheden an deeltjes worden epaald, het is ook mogelijk om een idee te krijgen an het aantal deeltjes dat het interferentiepatroon passeert. Om dit te epalen kijken we niet naar de frequentie an de piek, maar juist naar het totale opperlak an de piek: elke keer dat er een deeltje langs komt ontstaat er een klein piekje. Samen ormen die piekjes een grote piek. Als er maar een paar piekjes gemeten worden zal de grote piek klein zijn, en als er heel eel piekjes zijn, wordt de grote piek een stuk groter. Voordat we daadwerkelijk stroomsnelheden in de uis gaan meten, zullen we eerst nog een kijken naar wat oor stromingsprofiel we erwachten. Vloeistofdynamica Er zijn twee manieren om loeistofdynamica te egrijpen. De eerste manier is om het simpelweg te erekenen. De tweede manier is om het te eredeneren, wat eenoudiger en leerzamer is. De eerste situatie die we heen is een loeistof die door een rechte uis stroomt (figuur 11). Er stroomt per seconde een olume V de uis in. Figuur 11. Er loeit een hoeeelheid ( V) per seconde door de uis heen. Opdracht 15: Leg uit dat er ook per seconde een olume V uit de uis moet stromen. Ook in de rest an de uis zal per seconde een olume V langs stromen. Zou dit niet het geal zijn, dan zou de loeistof lokaal samengeperst worden en een erderop weer uitgerekt, wat uiteraard niet het geal is. We zien dus dat het totale olume dat per seconde passeert gelijk moet zijn oor de gehele uis. 16

17 Wat geeurt er nu als we een uis nemen die aan de ene kant reed is en aan de andere kant smal (figuur 12). Ook nu zal moeten gelden dat er per seconde eeneel water in de uis stroomt als dat eruit stroomt, maar dat etekent dat er in het smalle deel per seconde net zo eel water langs moet stromen als in het rede deel. Stel je oor dat we (in gedachte) twee identieke gaasjes in de uis plaatsen: het eerste gaasje plaatsen we in het rede gedeelte an de uis, het tweede gaasje in het smalle deel (figuur 13). Verolgens kunnen we oor alle gaatjes in de gaasjes epalen hoeeel water daar per seconde doorheen stroomt. Tot nu toe heen we steeds gesproken oer een totaal olume ( V) dat per seconde door de uis stroomt. Hierij hoort een eenheid an m 3 /s. Als we nu juist gaan epalen hoeeel water er per seconde door elk gaatje in het gaasje stroomt, zijn we dus eigenlijk aan het kijken naar een olume per seconde door een opperlak gaat. We krijgen dus nu als eenheid m 3 /(s m 2 ) = m/s en heen hiermee dus eigenlijk een stroomsnelheid gedefinieerd (anaf nu geruiken we de term stroomsnelheid olgens deze definitie). Je zult nu ook egrijpen dat als eenzelfde hoeeelheid water ( V) per seconde zich door het smalle deel an de uis moet persen hier de stroomsnelheid wel groter moet zijn. We zien dus een omgekeerd erand tussen de diameter an de uis en de snelheid an de loeistofstroom. Figuur 12. Bij een smaller wordende uis zal de stroomsnelheid in het smalle gedeelte groter zijn dan in het rede gedeelte. Figuur 13. Indien er in gedachten gaasjes in de uis worden geplaatst is te zien dat het aantal gaatjes ij een uis met een kleinere diameter. Geolg hieran is dat de stroomsnelheid groter is in een smallere uis. We heen gezien dat de stroomsnelheid (in m/s) in het smalle gedeelte an de uis groter moet zijn dan in het rede gedeelte an de uis. Het argument daaroor was dat zowel in het rede als smalle deel an de uis het totale olume dat per seconde door de 17

18 uis stroomt gelijk moet zijn. De olgende raag die nu ontstaat is hoe die stroomsnelheid erdeeld wordt oer het dwarsprofiel an de uis, ofwel: hoe is die stroomsnelheid erdeeld oer de erschillende gaatjes in de gaasjes? Een eerste (simpele) gedachte zou zijn dat het water oeral een snel stroomt. Maar is dat wel zo? Als we nu naar een druppeltje water gaan kijken lakij de rand an de uis. Dan heeft dat druppeltje water een epaalde snelheid. Echter het glas an de uis ernaast staat stil. Er is contact tussen dat druppeltje water en de uis, dus ontstaat er wrijing. Hierdoor zal het druppeltje afremmen, waardoor het water aan de rand langzaamaan stil zal gaan staan. Kijken we nu naar het druppeltje naast het eerste druppeltje dan kunnen we weer een zelfde soort erhaal houden. Ook hier zal wrijing een rol spelen en zal het nieuwe waterdruppeltje wat afgeremd worden. Meer naar het midden an de uis zal dit effect steeds minder worden. Aan de rand zal de snelheid an de loeistof dus gelijk zijn aan nul en in het midden zal de snelheid maximaal zijn. Van het rand naar het midden toe zal de stroomsnelheid geleidelijk toenemen. Zonder een afleiding te geen stellen we hier dat het erand tussen de afstand tot het middelpunt an de uis en de stroomsnelheid kwadratisch is: we zullen dus een paraool zien zoals weergegeen in figuur 14. Figuur 14. De radiele snelheidserdeling in de uis olgt een kwadratisch erand. Het experiment: esturing ia het we Je gaat de geolgen an loedaternauwing onderzoeken in een systeem dat hierop lijkt. We heen twee identieke laserundels die elkaar kruisen in een uis met water. De uis heeft een orm zoals in figuur 12. In het water einden zich kleinere deeltjes die het interferentiepatroon erstoren. Dit kunnen we waarnemen met onze opstelling, die er uit ziet als in figuur 10. Hiermee is de opstelling eigenlijk een soort an loedat: er is een reed gedeelte en een smal gedeelte (waar het loedat ernauwd is) en je zult de stroomsnelheid in eide geallen meten. Verolgens ga je een methode die eel geruikt wordt om loedernauwing tegen te gaan ook toepassen op dit systeem. 18

19 Figuur 15. Opstelling die je geruikt om de stroomsnelheid in een uis te epalen. Je zult het experiment ia internet uitoeren. Dat wil zeggen dat de gehele esturing anaf de computer thuis of op school plaats zal inden. Omdat je dus niet zelf de opstelling kan zien, is er een foto an de opstelling toegeoegd (figuur 16). Een helium-neon laser (A) wordt op een tweetal spiegels (B en C) geschenen. Spiegel B is half-doorlaataar en spiegel C reflecteert al het licht. Er zijn nu twee laserundels ontstaan die door middel an lens (D) gekruist worden. Het kruispunt an eide undels ligt in uis (E). Het diafragma (F) zorgt eroor dat het oorspronkelijke laserlicht niet in de fotocel (G) schijnt, maar het als geolg an de deeltjes in de uis erstrooide licht wel. Twee wecams (H) worden geruikt zodat jullie kunnen zien wat er in de opstelling geeurt. Het enige dat in de opstelling kan ewegen is de uis. Het esturen an de opstelling gaat ia internet ia de wesite an de digitale uniersiteit. Dit wordt in het hoofdstuk het experiment: het daadwerkelijk uitoeren eschreen. De aansturing an de opstelling wordt hier wel esproken 19

20 Figuur 16. Foto an de opstelling. Het programma heeft ier taladen. In het talad settings kun je de opstelling naar wens instellen (figuur 17). Links zie je het kopje position flow tue. Door de schuifjes te erslepen (of gewoon een getalletje in te typen) en daarna op het knopje change position te drukken (dat erschijnt nadat je de positie gewijzigd het), kun je de positie an het focus ten opzichte an de uis ariëren. Let daarij op dat de opstelling niet altijd helemaal netjes gekalireerd is. Het kan dus zo zijn dat als je X = 0 instelt de undel niet helemaal precies in het midden an de uis zit. Je kunt het midden an de uis epalen uit het stroomprofiel. 20

21 Figuur 17. Afeelding an het talad settings In het middelste gedeelte kun je de snelheid an de pomp die het water rondpompt ariëren (pump speed). Een flow-metertje geeft weer hoeeel water er per seconde door de uis stroomt (in ml/s), dus datgene wat we eerder V/s heen genoemd. Voor de experimenten die je gaat uitoeren is het niet nodig om dit aan te passen: stel deze daarom in op stand 3 (ongeeer 0.6 ml/s). Onder kun je de temperatuur an het water aanpassen. Dit doe je wederom door of het schuifje te erslepen of door een getalletje in te typen. Het rechter gedeelte an dit talad laat eelden an de wecam zien. Je kunt kiezen oor een lik an oen en een lik an opzij, ook kun je afhankelijk an de snelheid an je interneterinding het aantal eeldjes dat je per seconde an de camera ontangt aanpassen (refresh rate). Meestal is 1 Hz ruim oldoende om te zien wat er geeurt: als je interneterinding traag is kan je hem ook lager zetten. Nadat de juiste waarden ingesteld zijn, kun je oenaan klikken op measure. Het meettalad erschijnt nu. 21

22 Figuur 18. Afeelding an het talad measure. In het talad measure doe je de daadwerkelijke metingen (figuur 18). Linksoen zie je het signaal dat de fotocel waarneemt. Daaronder (ij frequency spectra) zie je het frequentiespectrum an het signaal an de fotocel. Dat frequentiesignaal is gerelateerd aan de snelheid an deeltjes in het water (ergelijking 19). Om een eter signaal te krijgen wordt het frequentiespectrum gesommeerd oer (standaard) 50 metingen. In het rood zie je de laatste meting weergegeen en in het wit de som an alle spectra. Onderaan zie je f-min en f-max staan, waarmee je de frequentie schaal kunt aanpassen (eigenlijk de x-as op onderstaande grafiek). Normaliter kun je die an 500 Hz tot 10 khz laten lopen. Rechtsoen zie je de knop (re)start aeraging. Hiermee start je een meting. Er wordt dus gemiddeld oer 50 metingen. Het aantal kan je ij numer of aerages instellen. Hoeeel er al an die metingen gedaan zijn kun je zien ij numer of aerages completed. Zodra single aeraging done helder groen oplicht kun je erder naar het talad analyses waar je de analyse kan gaan doen. 22

23 Figuur 19. Afeelding an het talad analyses Bij de analyse kun je de eigenschappen an de frequentiepiek epalen die in de grootste grafiek is weergegeen (figuur 19). De piek is een klokkromme en kan dus als zodanig gefit worden. Het fitten doe je door de cursor (het gele kruis in de grafiek) naar de top an de piek te erslepen, waarmee je een schatting maakt an de hoogte en de positie an de piek. Verolgens klik je op use cursor alue for FIT. Hiermee wordt je schatting ingeoerd ij het onderdeel an het programma dat de piek gaat fitten. Verolgens kun je op do FIT klikken. Bij fit results zie je nu de resultaten an de fit. Je zult oor je erwerking alleen de position en de peak surface geruiken. De fit wordt ook in de grafiek erij getekend (rode lijn) en oen die grafiek zie je het erschil tussen de fit en het spectrum (groene lijn). Je kunt de fit weer weg halen door op remoe fit traces te klikken en met sae aeraged spectrum kun je het spectrum opslaan. In het talad journal wordt alles wat je doet ijgehouden (figuur 20). Het is eigenlijk een soort logoek. Je kunt eentueel ook zelf nog dingen aan het journal toeoegen. Dat doe je door ij journal text een tekst in te typen en dan op sumit te drukken. Na afloop an je experimenten kun je het logoek downloaden. 23

24 Figuur 20. Afeelding an het talad journal Het experiment: het daadwerkelijk uitoeren Je weet nu hoe de software ongeeer werkt. Start nu het we-experiment op ia: Als het goed is heeft je docent een reserering gemaakt oor het weexperiment. Log in en ga naar my reserations. Hier kun je nu als het goed is klikken op start experiment. Om het experiment te kunnen draaien he je LaView RunTime Engine 7.1 nodig. Het downloaden hieran geeurt zodra je het programma oor de eerste keer opstart (grootte ± 33 MB, het downloaden kan dus een duren). Kies het secondary education profile, dat speciaal oor middelare scholieren ontwikkeld is. Nadat je ongeeer 2 minuten het gewacht erschijnt het programma dat we zojuist esproken heen. We ekijken de geolgen an loedaternauwing. Onze opstelling is een simulatie an dat proleem. Allereerst ekijken we een normaal loedat, wat we ergelijken met het rede deel an de uis. Stel de temperatuur in op 18 graden. Let op: het kan een duren oordat de juiste temperatuur ereikt is. 24

25 Onze meting geeurt op de manier zoals eschreen op pagina 14. Je meet dus niet direct de stroomsnelheid (in m/s), maar je meet een frequentie die je aan de stroomsnelheid kunt relateren. Met ehulp an de ergelijkingen 19 en 20 kun je de gemeten frequentie erolgens naar een stroomsnelheid omrekenen. Constanten an de opstelling golflengte 632,8 nm hoek tussen de undels 2α = 0,168 rad = 9,63 Je gaat eerst een aantal stroomsnelheden in het rede gedeelte an de uis meten. Kies dus een aste waarde oor y (het ingestelde getal an 225 cm is meestal goed) en arieer de waarde oor x in het settings talad. Geruik erolgens het measure en het analysis talad om de frequentie (en eentueel het totale opperlak an de pieken) te epalen. Sla de spectra op en ul onderstaande tael in. Flowspeed : Y-positie : Temperatuur : Brede gedeelte uis X-positie (mm) Frequentie piek (Hz) 25

26 Het smalle gedeelte an de uis kunnen we ergelijken met een ernauwd loedat. Meet nu wederom de stroomsnelheid op erschillende posities in het smalle gedeelte an de uis (meestal is een y-waarde an 25 goed). Flowspeed : Y-positie : Temperatuur : Smalle gedeelte uis X-positie (mm) Frequentie piek Hz) Er is een aantal mogelijkheden om loedaternauwing tegen te gaan. Bekende ooreelden zijn het dotteren en (als het in een loedat naij het hart geeurt) het maken an een ypass. Op dit moment zullen we niet op deze (operatiee) ingrepen ingaan, maar naar een minder ingrijpende oplossing gaan kijken. Een eel geruikte oplossing om klachten als geolg an loedaternauwing (zoals de eerder genoemde etalageenen) tegen te gaan is het toeoegen an loederdunners aan het loed. Bloederdunners heen inloed op de iscositeit (stroperigheid) an het loed. Des te stroperiger het loed, des te langzamer het stroomt. Denk maar aan een fles keukenstroop. Deze stroomt langzamer leeg dan een fles water. Van water is ekend dat de iscositeit arieert met de temperatuur: ij een hogere temperatuur is de iscositeit kleiner. Dat geldt ook oor stroop: als je een fles met stroop erwarmt loeit de stroop eel gemakkelijker uit de fles. We kunnen dus onderzoeken wat er geeurt met de stroomsnelheid in de uis als het water erwarmen. 26

27 Zonder de formule erder af te leiden stellen we dat de stroomsnelheid an een loeistof af hangt an de iscositeit olgens: 1, (21) η hierij is η de iscositeit in Pa s. Voor water staan in de tael hieronder enkele waarden. Temperatuur ( 0 C) Viscositeit (10 3 Pa s) 10 1, , , , ,5468 (ron: Handook of physics and chemistry) Je gaat nu de opstelling in erschillende stapjes erwarmen en daarij het totale olume ( V/s) dat per seconde door de uis stroomt epalen (in de opstelling flow genoemd). Let op dat het een duurt oordat de opstelling de ingestelde temperatuur heeft ereikt. Wacht zelfs als de opstelling op temperatuur is nog een paar minuten oordat je egint met meten. Vul hieroor onderstaande tael in. (Let op: het effect is niet heel groot, maar wel meetaar). Temperatuur ( C) Flow (ml/sec) Als je deze metingen het uitgeoerd, en je in principe klaar. Je log file wordt automatisch opgeslagen en kan je na afloop (net als je opgeslagen spectra) terug inden ij your experiment sessions op de homepage an de digitale uniersiteit. Verwerking an het experiment Je het een aantal metingen erricht op de laser-doppler anemometrie opstelling. Allereerst zul je die metingen gaan erwerken. Dat kun je in het programma Excel doen. Maak an elke serie data een grafiek: maak eerst een grafiek waarij je de gemeten frequentie waarde uitzet tegen de positie in de uis. Geruik erolgens ergelijking 19 om de stroomsnelheid uit te zetten tegen de positie in de uis. Verolgens kun je de est mogelijke paraool door je datapunten trekken. Normaal zou je dat wellicht op het oog 27

28 proeren, maar excel kan dat nauwkeuriger (en eenoudiger) oor je doen. Dat gaat als olgt: Selecteer de grafiek. Ga naar grafiek in de menu werkalk en klik op trendlijn toeoegen. Klik op polynoom en kies graad 2. Geef in het talad opties aan dat je de ergelijking in de grafiek wil toeoegen. Klik op OK. Als het goed is erschijnt er nu een paraool in je grafiek met de ijehorende formule. Verolgens kun je met ehulp an die formule de olgende eigenschappen controleren: 1 de dikte an de uis in eenheden zoals die in het talad settings geruikt worden (ereken de nulpunten an de paraool en trek deze an elkaar af) 2 de top an de paraool (erandert deze plek oor de erschillende metingen? Zo ja, hoe komt dat?) Herhaal dit oor je erschillende metingen en ergelijk deze? Wat geeurt er in het smallere gedeelte an de uis? Wat geeurt er als de temperatuur erhoogd wordt? Wat kan je erolgens concluderen oer loedaternauwing en mogelijke remedies? Maak ook een grafiek waarij je de opperlakte an de piek uitzet tegen de x-positie. Zie je hierij hetzelfde gedrag? Verslaglegging an het experiment Schrijf een erslag an je experiment. Houd je daarij aan het erslagmodel an je docent. Maak in je erslag een duidelijke koppeling tussen het experiment en het proleem an loedaternauwing. Geef aan of de gesuggereerde methode (loederdunners toeoegen) werkt. Geef ook aan wat de nadelen an loederdunners toeoegen zijn en espreek andere ehandelmethodes oor het oplossen an loedaternauwing rond het hart (dotteren en het uitoeren an een ypass-operatie). Hieroor zul je waarschijnlijk nog wat literatuuronderzoek moeten errichten. 28

Het meten van stroomsnelheden met behulp van Laser-Doppler-Anemometrie

Het meten van stroomsnelheden met behulp van Laser-Doppler-Anemometrie Het meten van stroomsnelheden met behulp van Laser-Doppler-Anemometrie Met de techniek van Laser Doppler Anemomety (LDA) kan het stromingsprofiel in vloeistoffen bepaald worden. In de opstelling van dit

Nadere informatie

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme 2009-2010

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme 2009-2010 Schriftelijk examen: theorie en oefeningen 2009-2010 Naam en studierichting: Aantal afgegeen bladen, dit blad niet meegerekend: Gebruik oor elke nieuwe raag een nieuw blad. Zet op elk blad de ermelding

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde A (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde A (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen HAVO 1 tijdak woensdag juni 13.3-16.3 uur wiskunde A (pilot) Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 19 ragen. Voor dit examen zijn maximaal 78 punten te behalen. Voor elk

Nadere informatie

12 Elektrische schakelingen

12 Elektrische schakelingen Elektrische schakelingen Onderwerpen: - Stroomsterkte en spanning bij parallel- en serieschakeling - Verangingsweerstand bij parallelschakeling. - Verangingsweerstand bij serieschakeling.. Stroom en spanning

Nadere informatie

m 2. De berekening terug uitvoeren met die P en r = 100 m i.p.v. 224 m levert L = 57 db.

m 2. De berekening terug uitvoeren met die P en r = 100 m i.p.v. 224 m levert L = 57 db. Doppler A B PASSERENDE FLUIT Het vriest licht; de maan schijnt door de bomen. Ik sta op 100 m van de kruising van twee wegen. Op de kruisende weg rijdt een open auto. Een inzittende blaast op een fluitje

Nadere informatie

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 3 Trillingen ( ) Pagina 1 van 11

Stevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 3 Trillingen ( ) Pagina 1 van 11 Stevin havo deel Uitwerkingen hoofdstuk 3 Trillingen (-0-03) Pagina van Opgaven 3. Zwaaien en dansen a Ja, de periode is h. a Nee, de draaiing is geen eweging rondom een evenwichtsstand. a 5 T = 3600 =

Nadere informatie

Practicum: Brandpuntsafstand van een bolle lens

Practicum: Brandpuntsafstand van een bolle lens Practicum: Brandpuntsafstand an een bolle lens Er zijn meerdere methoden om de brandpuntsafstand (f) an een bolle lens te bepalen. In dit practicum worden ier methoden toegepast. Zie de onderstaande figuren

Nadere informatie

Je moet nu voor jezelf een overzicht zien te krijgen over het onderwerp Werken met formules. Een eigen samenvatting maken is nuttig.

Je moet nu voor jezelf een overzicht zien te krijgen over het onderwerp Werken met formules. Een eigen samenvatting maken is nuttig. 6 Totaalbeeld Samenatten Je moet nu oor jezelf een oerzicht zien te krijgen oer het onderwerp Werken met formules. Een eigen samenatting maken is nuttig. Begrippenlijst: 11: formule ariabele grootheid

Nadere informatie

PROJECT. schaalrekenen. aardrijkskunde en wiskunde 1 vmbo-t/havo. naam. klas

PROJECT. schaalrekenen. aardrijkskunde en wiskunde 1 vmbo-t/havo. naam. klas schaalrekenen PROJECT aardrijkskunde en wiskunde 1 vmo-t/havo naam klas Auteurs Femke Trap José Spaan Bonhoeffer College, Castricum 2006 EPN, Houten, The Netherlands. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet

Nadere informatie

Functies. Verdieping. 6N-3p 2010-2011 gghm

Functies. Verdieping. 6N-3p 2010-2011 gghm Functies Verdieping 6N-p 010-011 gghm Standaardfuncties Hieronder is telkens een standaard functie gegeven. Maak steeds een schets van de ijehorende grafiek. Je mag de GRM hierij geruiken. Y f ( x) x X

Nadere informatie

TENTAMEN. x 2 x 3. x x2. cos( x y) cos ( x) cos( y) + sin( x) sin( y) d dx arcsin( x)

TENTAMEN. x 2 x 3. x x2. cos( x y) cos ( x) cos( y) + sin( x) sin( y) d dx arcsin( x) FACULTEIT TECHNISCHE NATUURWETENSCHAPPEN Opleiding Technische Natuurkunde Kenmerk: 46055907/VGr/KGr Vak : Inleiding Optica (4602) Datum : 29 januari 200 Tijd : 3:45 uur 7.5 uur TENTAMEN Indien U een onderdeel

Nadere informatie

Naam: Klas: Toets Eenvoudige interferentie- en diffractiepatronen VWO (versie A)

Naam: Klas: Toets Eenvoudige interferentie- en diffractiepatronen VWO (versie A) Naam: Klas: Toets Eenvoudige interferentie- en diffractiepatronen VWO (versie A) Opgave 1 Twee kleine luidsprekers L 1 en L hebben een onderlinge afstand van d = 1,40 m. Zie de figuur hiernaast (niet op

Nadere informatie

Geluidsnelheid. 1 Inleiding. VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding

Geluidsnelheid. 1 Inleiding. VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding Geluidsnelheid 1 Inleiding De voortplantingsnelheid v van geluidgolven (of: de geluidsnelheid) in lucht is zo n 340 m/s. Deze geluidsnelheid is echter

Nadere informatie

Brede opgaven bij hoofdstuk 2

Brede opgaven bij hoofdstuk 2 Brede opgaven bij hoofdstuk 2 Opgave 1 In Zeeland heeft een ingenieur een wegdek bedacht dat de snelheid van auto s moet beperken: de kantelweg. Het wegdek loopt afwisselend naar links en naar rechts af

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Vergelijkingen. Kern 1 Numeriek oplossen. Netwerk 4 HAVO B uitwerkingen, Hoofdstuk 4, Vergelijkingen 1

Hoofdstuk 4 Vergelijkingen. Kern 1 Numeriek oplossen. Netwerk 4 HAVO B uitwerkingen, Hoofdstuk 4, Vergelijkingen 1 Netwerk HAVO B uitwerkingen, Hoofdstuk, Vergelijkingen Hoofdstuk Vergelijkingen Kern Numeriek oplossen a Teken Y = + 0.* (X) en Y = + 0.00 * X op WINDOW [0,00] [0, 0]. b X = 6.5 en Y =.78. Dus na 6,5 dag

Nadere informatie

2.1 Onderzoek naar bewegingen

2.1 Onderzoek naar bewegingen .1 Onderzoek naar bewegingen Opgae 1 a De snelheid bepaal je met de formule oor de erplaatsing bij eenparige beweging. s = t Je moet erplaatsing en snelheid bespreken om iets oer snelheid te kunnen zeggen.

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv 8 Voorkennis: Sinusfuncties ladzijde 9 V- Uit 8 radialen volgt 8 radialen Je krijgt dan de volgende tael: V-a V-a 8 graden 6 9 8 radialen O 6 6 7 8 9 Aflezen:,,,, c Aflezen:, d Aflezen:, e Aflezen: O Aflezen:,,,

Nadere informatie

Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 10 Atomen ( ) Pagina 1 van 10

Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 10 Atomen ( ) Pagina 1 van 10 Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 10 Atomen (26-08-2011) Pagina 1 van 10 Opgaven 10.1 Fotonen 1 a Tael 19B: 920 nm is infrarood en 12 m is SHF (super high frequeny) 8 3,00 10 λ 6 = = = 0,333 m f

Nadere informatie

De snelheid van de auto neemt eerst toe en wordt na zekere tijd constant. Bereken de snelheid die de auto dan heeft.

De snelheid van de auto neemt eerst toe en wordt na zekere tijd constant. Bereken de snelheid die de auto dan heeft. Opgave 1 Een auto Met een auto worden enkele proeven gedaan. De wrijvingskracht F w op de auto is daarbij gelijk aan de som van de rolwrijving F w,rol en de luchtwrijving F w,lucht. F w,rol heeft bij elke

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv V-a c d V-a Hoofdstuk - Machtsfuncties Voorkennis: Grafieken en rekenregels ladzijde Een kwadraat heeft altijd een positiee waarde als uitkomst. Het kwadraat an nul is nul. f( x) 9 x 9 x 9 of x 9 x of

Nadere informatie

BEELDVORMING BIJ BOLLE LENZEN: VRAAGSTUKKEN OPLOSSINGEN

BEELDVORMING BIJ BOLLE LENZEN: VRAAGSTUKKEN OPLOSSINGEN BEELDVORMING BIJ BOLLE LENZEN: VRAAGSTUKKEN OPLOSSINGEN Hieronder zijn 2 erschillende olle lenzen ageeeld. Vóór de lenzen wordt eenzelde oorwerp geplaatst. Achter de lenzen wordt een eeld geormd. a] Welke

Nadere informatie

Hertentamen Optica. 20 maart 2007. Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door.

Hertentamen Optica. 20 maart 2007. Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door. Hertentamen Optica 20 maart 2007 Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door. Opgave 1 Slechts eenmaal heeft God de natuurwetten blijvend

Nadere informatie

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 1. Spelen met water (3 punten) Water wordt aan de bovenkant met een verwaarloosbare snelheid in een dakgoot met lengte L = 100 cm gegoten en dat

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv Hoofdstuk - Meer variaelen ladzijde V-a Omdat het water met onstante snelheid uit de ak stroomt en de ak ilindervormig is, is de afname van de hoogte van de waterstand per tijdseenheid onstant. De hoogte

Nadere informatie

Examen VWO. natuurkunde 1. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. natuurkunde 1. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2009 tijdvak 2 woensdag 24 juni 13.30-16.30 uur natuurkunde 1 Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

Hierin is λ de golflengte in m, v de golfsnelheid in m/s en T de trillingstijd in s.

Hierin is λ de golflengte in m, v de golfsnelheid in m/s en T de trillingstijd in s. Inhoud... 2 Fase... 3 Opgave: Golf in koord... 4 Interferentie... 4 Antigeluid... 5 Opgave: Interferentie van twee puntbronnen... 5 Opgave: Antigeluid... 7 Staande golven... 7 Snaarinstrumenten... 8 Blaasinstrumenten...

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine Hoofdstuk 1 - Funties en de rekenmahine ladzijde 1 V-1a Bij A hoort een kwadratish verand, want de toename van de toename is steeds 4. Bij B hoort een lineair verand, de toename is steeds 5. Bij C hoort

Nadere informatie

De stelling van Pythagoras

De stelling van Pythagoras De stelling van Pythagoras Inhoud Inhoud... 1 Inleiding... 3 De stelling van Pythagoras... 3.1 De stelling van Pythagoras... 3. De omgekeerde stelling van Pythagoras... 3.3 Bewijs van de stelling van Pythagoras...

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine Hoofdstuk - Funties en de rekenmahine Voorkennis: Funties ladzijde V-a De formule is T = + 00, d Je moet oplossen + 00, d = dus dan geldt 00, d = en dan is d = : 00, 77 m V-a f( ) = = 0en f( ) = ( ) (

Nadere informatie

Fysica van de echografie: Doppler techniek

Fysica van de echografie: Doppler techniek Fysica van de echografie: Doppler techniek 1 Het Doppler effect Het Doppler-effect is het effect dat we kunnen horen wanneer er een brandweerauto met sirene voorbij rijdt. Als de brandweerauto naar ons

Nadere informatie

Werkblad 2.2: Doppelspalt Simulatie voor Fysische Optica en voor Quantum Verschijnselen 1

Werkblad 2.2: Doppelspalt Simulatie voor Fysische Optica en voor Quantum Verschijnselen 1 Werkblad 2.2: Doppelspalt Simulatie voor Fysische Optica en voor Quantum Verschijnselen 1 Vandaag doe je: I. De simulatie van quantum golven/deeltjes op http://phet.colorado.edu (geen gedetailleerde instructies,

Nadere informatie

d. Bereken bij welke hoek α René stil op de helling blijft staan (hij heeft aanvankelijk geen snelheid). NB: René gebruikt zijn remmen niet.

d. Bereken bij welke hoek α René stil op de helling blijft staan (hij heeft aanvankelijk geen snelheid). NB: René gebruikt zijn remmen niet. Opgave 1 René zit op zijn fiets en heeft als hij het begin van een helling bereikt een snelheid van 2,0 m/s. De helling is 15 m lang en heeft een hoek van 10º. Onderaan de helling gekomen, heeft de fiets

Nadere informatie

Geleid herontdekken van de golffunctie

Geleid herontdekken van de golffunctie Geleid herontdekken van de golffunctie Nascholingscursus Quantumwereld Lodewijk Koopman lkoopman@dds.nl januari-maart 2013 1 Dubbel-spleet experiment Er wordt wel eens gezegd dat elektronen interfereren.

Nadere informatie

Hierin is λ de golflengte in m, v de golfsnelheid in m/s en T de trillingstijd in s.

Hierin is λ de golflengte in m, v de golfsnelheid in m/s en T de trillingstijd in s. Inhoud... 2 Opgave: Golf in koord... 3 Interferentie... 4 Antigeluid... 5 Staande golven... 5 Snaarinstrumenten... 6 Blaasinstrumenten... 7 Opgaven... 8 Opgave: Gitaar... 8 Opgave: Kerkorgel... 9 1/10

Nadere informatie

3.0 Licht 2 www.natuurkundecompact.nl. 3.2 Breking 3.3 a Vergroting b Lenzenformule c Lenzenformule (simulatie) 3.5 Oog en bril (Crocodile)

3.0 Licht 2 www.natuurkundecompact.nl. 3.2 Breking 3.3 a Vergroting b Lenzenformule c Lenzenformule (simulatie) 3.5 Oog en bril (Crocodile) 3.0 Licht 2 www.natuurkundecompact.nl 3.2 Breking 3.3 a Vergroting Lenzenformule c Lenzenformule (simulatie) 3.5 Oog en ril (Crocodile) 1 3.2 Breking www.natuurkundecompact.nl Doel Je onderzoekt hoe lichtstralen

Nadere informatie

5. Lineaire verbanden.

5. Lineaire verbanden. Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 5 versie 15 5. Lineaire veranden. Opgave 5.1 Recht evenredig lineair verand F (N) 1 9 8 Uitrekking van een veer a = F 9 k = 37,5 x 4 = 7 6 5 4 F 9 N N k = = = 37,5 x 4 cm

Nadere informatie

Extra oefening en Oefentoets Helpdesk

Extra oefening en Oefentoets Helpdesk Etra oefening en Oefentoets Helpdesk Etra oefening ij hoofdstuk a π 9 h 000 geeft h 000 9, cm 8π De hoogte van het lik is s ongeveer,9 cm π r h 000 geeft h 000 000 r 8, r π r π c Als de straal heel klein

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1 vwo II

Eindexamen natuurkunde 1 vwo II Opgave 1 Defibrillator Een defibrillator wordt gebruikt om het hart van mensen met een acute hartstilstand te reactiveren. Zie figuur 1. figuur 1 electroden De borstkas van de patiënt wordt ontbloot, waarna

Nadere informatie

Addendum Syllabus Programmeren voor Natuuren Sterrenkunde /17: Opdracht 10

Addendum Syllabus Programmeren voor Natuuren Sterrenkunde /17: Opdracht 10 1 Addendum Syllabus Programmeren voor Natuuren Sterrenkunde 2 2016/17: Opdracht 10 May 12, 2017 Dit document bevat de standaard -opdracht van opdracht 10 van de cursus Programmeren voor Natuur- en Sterrenkunde

Nadere informatie

Examen ste tijdvak Vinvis zingt toontje lager

Examen ste tijdvak Vinvis zingt toontje lager Examen 2014 1 ste tijdvak Vinvis zingt toontje lager Blauwe vinvissen communiceren met elkaar door te zingen. blauwe vinvis Als vinvisvrouwtjes dichtbij zijn, zingen de mannetjes zachter en lager. 2p 33

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine Hoofdstuk 1 - Funties en de rekenmahine ladzijde 1 V-1a Bij A hoort een kwadratish verand, want de toename van de toename is steeds. Bij B hoort een lineair verand, de toename is steeds 5. Bij C hoort

Nadere informatie

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1 Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1 Opgave 1 Botsend blokje (5p) Een blok met een massa van 10 kg glijdt over een glad oppervlak. Hoek D botst tegen een klein vastzittend blokje S

Nadere informatie

Lichtsnelheid. 1 Inleiding. VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding

Lichtsnelheid. 1 Inleiding. VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding Lichtsnelheid 1 Inleiding De voortplantingsnelheid c van elektromagnetische golven (of: de lichtsnelheid) in vacuüm is internationaal vastgesteld

Nadere informatie

11 Bewegingsleer (kinematica)

11 Bewegingsleer (kinematica) 11 Bewegingleer (kinematica) Onderwerpen - Plaatdiagram - Gemiddelde nelheid en nelheid uit plaat-tijd-diagram - Snelheid op een bepaald tijdtip uit plaat-tijd-diagram - Gemiddelde nelheid uit nelheid-tijd-diagram

Nadere informatie

Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen (22-03-2013) Pagina 1 van 23

Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen (22-03-2013) Pagina 1 van 23 Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen (22-03-2013) Pagina 1 van 23 Opgaven 5.1 Spiegeleelden 1 B en C 2 De ander staat 2 + 5 = 7 m voor de spiegel. Haar spiegeleeld staat 7 m achter

Nadere informatie

Meten is weten, dat geldt ook voor het vakgebied natuurkunde. Om te meten gebruik je hulpmiddelen, zoals timers, thermometers, linialen en sensoren.

Meten is weten, dat geldt ook voor het vakgebied natuurkunde. Om te meten gebruik je hulpmiddelen, zoals timers, thermometers, linialen en sensoren. 1 Meten en verwerken 1.1 Meten Meten is weten, dat geldt ook voor het vakgebied natuurkunde. Om te meten gebruik je hulpmiddelen, zoals timers, thermometers, linialen en sensoren. Grootheden/eenheden Een

Nadere informatie

Golven. 4.1 Lopende golven

Golven. 4.1 Lopende golven Golven 4.1 Lopende golven Samenvatting bladzijde 158: Lopende golf Transversale golf http://www.pontes.nl/~natuurkunde/vwogolf164/transversale_golfsimulation.html Longitudinale golf http://www.pontes.nl/~natuurkunde/vwogolf164/longitudinale_golfsimulation.html

Nadere informatie

Meten met de ultrasoon afstandsensor:

Meten met de ultrasoon afstandsensor: Meten met de ultrasoon afstandsensor: Belangrijk!!!!!! 1. Om zo goed mogelijk met de sensor te kunnen meten moeten de ultrasoon geluiden (de klikjes die je hoort) zo goed mogelijk worden weerkaatst. Wij

Nadere informatie

, met ω de hoekfrequentie en

, met ω de hoekfrequentie en Opgave 1. a) De brekingsindex van een stof, n, wordt gegeven door: A n = 1 +, ω ω, met ω de hoekfrequentie en ( ω ω) + γ ω, A en γ zijn constantes. Geef uitdrukkingen voor de fasesnelheid en de groepssnelheid

Nadere informatie

PROJECT. schaalrekenen. aardrijkskunde en wiskunde 1 havo/vwo. naam. klas

PROJECT. schaalrekenen. aardrijkskunde en wiskunde 1 havo/vwo. naam. klas schaalrekenen PROJECT aardrijkskunde en wiskunde 1 havo/vwo naam klas Auteurs Femke Trap José Spaan Bonhoeffer College, Castricum 2006 EPN, Houten, The Netherlands. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet

Nadere informatie

bij het oplossen van vraagstukken uit Systematische Natuurkunde -------- deel VWO4 --------- Hoofdstuk 2

bij het oplossen van vraagstukken uit Systematische Natuurkunde -------- deel VWO4 --------- Hoofdstuk 2 bij het oplossen van vraagstukken uit Systematische Natuurkunde -------- deel VWO4 --------- Hoofdstuk 2 B.vanLeeuwen 2010 Hints 2 HINTS 2.1 Vragen en Opgaven De vragen 1 t/m 6 Als er bij zulke vragen

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 Matrices toepassen

Hoofdstuk 6 Matrices toepassen Hoofdstuk Matries toepassen Moderne wiskunde e editie vwo D deel Lesliematries ladijde a Van de dieren in de leeftijdsgroep van - jaar komen er, in de leeftijdsgroep - jaar Van de dieren in de leeftijdsgroep

Nadere informatie

Trillingen en geluid wiskundig

Trillingen en geluid wiskundig Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Radialen 3 Uitwijking van een harmonische trilling 4 Macht en logaritme 5 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Sinus van een hoek

Nadere informatie

EERSTE AFGELEIDE TWEEDE AFGELEIDE

EERSTE AFGELEIDE TWEEDE AFGELEIDE Lesrief EERSTE AFGELEIDE etreme waarden raaklijn normaal TWEEDE AFGELEIDE uigpunten 6/7Np GGHM03 Inleiding Met ehulp van de grafische rekenmachine kun je snel zien of de grafiek daalt of stijgt. Het horizontaal

Nadere informatie

Eenvoudige breuken. update juli 2007 WISNET-HBO

Eenvoudige breuken. update juli 2007 WISNET-HBO Eenvoudige reuken update juli 2007 WISNET-HBO De edoeling van deze les is het repeteren met pen en papier van het werken met reuken. Steeds wordt ij geruik van letters verondersteld dat de noemers van

Nadere informatie

Naam Klas: Repetitie trillingen en geluid HAVO ( 1 t/m 6)

Naam Klas: Repetitie trillingen en geluid HAVO ( 1 t/m 6) Naam Klas: Repetitie trillingen en geluid HAVO ( 1 t/m 6) Vraag 1 Een luidspreker en een microfoon zijn in principe op dezelfde manier opgebouwd. Alleen werken ze in omgekeerde richting. Wat bij een luidspreker

Nadere informatie

1. Een karretje op een rail

1. Een karretje op een rail Natuurkunde Vwo 1986-II 1. Een karretje op een rail Een rail, waarvan de massa 186 gram is, heeft in het midden een knik. De beide rechte stukken zijn even lang. De rail wordt. slechts in de twee uiterste

Nadere informatie

Cijfers en letters 1 niveau 1 en 2

Cijfers en letters 1 niveau 1 en 2 Cijfers en letters 1 niveau 1 en 2 Los de twaalf vergelijkingen op. Het antwoord stelt een letter in het alfaet voor. X = 3 is een C, de derde letter. X = -5 is een V, de vijfde letter van achter. De oplossing

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Functies en de GRM. Kern 1 Functies met de GRM. Netwerk Havo B uitwerkingen Hoofdstuk 2, Functies en de GRM 1. 1 a. b Na ongeveer 6 dagen.

Hoofdstuk 2 Functies en de GRM. Kern 1 Functies met de GRM. Netwerk Havo B uitwerkingen Hoofdstuk 2, Functies en de GRM 1. 1 a. b Na ongeveer 6 dagen. Netwerk Havo B uitwerkingen Hoofdstuk, Functies en de GRM Hoofdstuk Functies en de GRM Kern Functies met de GRM a H (dm) 5 Na ongeveer 6 dagen. 6 8 0 t a De functie heeft geen functiewaarde voor X < 0.

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde

Nadere informatie

= Ep = R1. U = R I R s

= Ep = R1. U = R I R s Eerste ronde - ste Vlaamse Fysica Olympiade 009 ste Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde. De eerste ronde an deze Vlaamse Fysica Olympiade bestaat uit 5 ragen met ier mogelijke antwoorden. Er is telkens

Nadere informatie

Simon de schildpad. 2015 J van Weert 1

Simon de schildpad. 2015 J van Weert 1 Programmeren met Simon Simon de schildpad 2015 J van Weert 1 Inleiding: Wat is programmeren eigenlijk? Een computer doet niets zonder een programma. Die programma s worden geschreven door mensen: programmeurs.

Nadere informatie

Examen VMBO-GL en TL-COMPEX 2005

Examen VMBO-GL en TL-COMPEX 2005 Examen VMBO-GL en TL-COMPEX 2005 tijdvak 1 maandag 30 mei totale examentijd 2 uur NATUUR- EN SCHEIKUNDE 1 CSE GL EN TL Vragen 32 tot en met 43 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer

Nadere informatie

De bepaling van de positie van een. onderwatervoertuig (inleiding)

De bepaling van de positie van een. onderwatervoertuig (inleiding) De bepaling van de positie van een onderwatervoertuig (inleiding) juli 2006 Bepaling positie van een onderwatervoertuig. Inleiding: Het volgen van onderwatervoertuigen (submersibles, ROV s etc) was in

Nadere informatie

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 15 Quantumwereld ( ) Pagina 1 van 8

Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 15 Quantumwereld ( ) Pagina 1 van 8 Stevin vwo Antwoorden hoofdstuk 15 Quantumwereld (016-05-3) Pagina 1 van 8 Als je een ander antwoord vindt, zijn er minstens twee mogelijkheden: óf dit antwoord is fout, óf jouw antwoord is fout. Als je

Nadere informatie

Tentamen Optica. 20 februari Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door.

Tentamen Optica. 20 februari Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door. Tentamen Optica 20 februari 2007 Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door. Opgave 1 We beschouwen de breking van geluid aan een

Nadere informatie

Het orthogonaliseringsproces van Gram-Schmidt

Het orthogonaliseringsproces van Gram-Schmidt Het orthogonaliseringsproces an Gram-Schmidt Voor het berekenen an een orthogonale projectie an een ector y op een deelruimte W an R n is een orthogonale basis {u,, u p } zeer gewenst De orthogonale projectie

Nadere informatie

._.. MAVO-D-I CENTRALE EXAMENCOMMISSIE VASTSTELLING OPGAVEN CORRECTIEVOORSCHRIFT. Bij het examen: NATUURKUNDE MAVO-D 1986-I. 2 Scoringsvoorschrift

._.. MAVO-D-I CENTRALE EXAMENCOMMISSIE VASTSTELLING OPGAVEN CORRECTIEVOORSCHRIFT. Bij het examen: NATUURKUNDE MAVO-D 1986-I. 2 Scoringsvoorschrift ._.."._.. l,,,,,.,., ENTRALE EXAMENOMMISSIE VASTSTELLING OPGAVEN ORRETIEVOORSHRIFT Bij het examen: NATUURKUNDE MAVO-D-I MAVO-D 986-I Inhoud: Algemene regels Scoringsvoorschrift. Scoringsregels. orrectiemodel

Nadere informatie

U ziet de progressie van de download aan de groene blokjes in het balkje helemaal onder aan de pagina.

U ziet de progressie van de download aan de groene blokjes in het balkje helemaal onder aan de pagina. Gegevens exporteren en bewerken vanuit GRIEL Stap 1. Selecteer de juiste gegevens en download deze 1. Stel het datumfilter in op de gewenste periode. Druk op ververs. 2. Maak met behulp van het filter

Nadere informatie

Welk plaatje past bij de tekst?

Welk plaatje past bij de tekst? 2014 lok 1, week 6, les 1 Groep 5-6 Welk plaatje past ij de tekst? Wat ga je leren? Je kunt straks: uitleggen waarom het handig is dat je tijdens het lezen plaatjes maakt in je hoofd vertellen hoe de plaatjes

Nadere informatie

Relativiteitstheorie met de computer

Relativiteitstheorie met de computer Relativiteitstheorie met de computer Jan Mooij Mendelcollege Haarlem Met een serie eenvoudige grafiekjes wordt de (speciale) relativiteitstheorie verduidelijkt. In vijf stappen naar de tweelingparadox!

Nadere informatie

Het tsv-bestand gaan we nu inlezen in Coach. Open Coach; log in als docent; kies nieuwe activiteit ; meten. (Je hoeft geen meetpaneel te kiezen.

Het tsv-bestand gaan we nu inlezen in Coach. Open Coach; log in als docent; kies nieuwe activiteit ; meten. (Je hoeft geen meetpaneel te kiezen. Data analyse HiSPARC Analyse met Coach C.G.N. van Veen 1 Inleiding Dit werkblad helpt leerlingen en docenten om data analyse van HiSPARC met het software pakket Coach (6 of 7) te doen. Coach (6 of 7) is

Nadere informatie

Simon de schildpad. 2012 J van Weert 1

Simon de schildpad. 2012 J van Weert 1 Programmeren met Simon Simon de schildpad 2012 J van Weert 1 Inleiding: Wat is programmeren eigenlijk? Een computer doet niets zonder een programma. Die programma s worden geschreven door mensen: programmeurs.

Nadere informatie

Het csv bestand gaan we nu inlezen in Coach. Open Coach; log in als docent; kies nieuwe activiteit ; meten. (Je hoeft geen meetpaneel te kiezen.

Het csv bestand gaan we nu inlezen in Coach. Open Coach; log in als docent; kies nieuwe activiteit ; meten. (Je hoeft geen meetpaneel te kiezen. Data analyse HiSPARC Analyse met Coach C.G.N. van Veen 1 Inleiding Dit werkblad helpt leerlingen en docenten om data analyse van HiSPARC met het software pakket Coach (6 of 7) te doen. Coach (6 of 7) is

Nadere informatie

= + = + = + = + b v. 3 b 2 b v. 1 f. 1 b. 1*2 b 60 b. 1*60 60 b. 1*3 b 60 b BEELDVORMING BIJ BOLLE LENZEN - OPLOSSINGEN VRAAGSTUKKEN

= + = + = + = + b v. 3 b 2 b v. 1 f. 1 b. 1*2 b 60 b. 1*60 60 b. 1*3 b 60 b BEELDVORMING BIJ BOLLE LENZEN - OPLOSSINGEN VRAAGSTUKKEN BEELDVORMING BIJ BOLLE LENZEN - OPLOSSINGEN VRAAGSTUKKEN Bij een olle lens met een randpuntsastand an 20 cm staat een oorwerp op 30 cm óór de lens. Op welke astand an de lens staat het eeld? Bereken de

Nadere informatie

Stevin vwo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 4 Quantumwereld ( ) Pagina 1 van 9

Stevin vwo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 4 Quantumwereld ( ) Pagina 1 van 9 Stevin vwo deel 3 Uitwerkingen hoofdstuk 4 Quantumwereld (18-09-014) Pagina 1 van 9 Opgaven 4.1 Liht als golven en als deeltjes 1 a x = l tanα Het patroon wordt dus wijder (grotere x) als l groter wordt.

Nadere informatie

Wat gaan we maken? Scratch Invaders!

Wat gaan we maken? Scratch Invaders! Wat gaan we maken? Scratch Invaders! Het ruimteschip is in gevaar! Er komen monsters aan, en die komen steeds dichterbij. Je kunt schieten en ze proberen te raken, maar ze bewegen en je kunt niet door

Nadere informatie

Hoofdstuk 9 Golven. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 9 Golven. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 9 Golven Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 9.1 Lopende golven Transversale en longitudinale golven Rekenvoorbeeld Welk van de onderstaande afbeeldingen kan absoluut geen transversale

Nadere informatie

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Snelheid en gemiddelde snelheid Met de grootheid snelheid geef je aan welke afstand een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt. Over een langere periode is de snelheid

Nadere informatie

Ruitjes vertellen de waarheid

Ruitjes vertellen de waarheid Ruitjes vertellen de waarheid Opdracht 1 Van fouten kun je leren Van fouten kun je leren, jazeker. Vooral als je héél goed weet wat er fout ging. Vandaag leer je handige formules begrijpen door kijken

Nadere informatie

DE DEELLIJNENSTELLING IN EEN DRIEHOEK

DE DEELLIJNENSTELLING IN EEN DRIEHOEK DE DEELLIJNENSTELLING IN EEN DRIEHOEK LUIDT: www.raves.nl In een willekeurige driehoek (ABC) snijden de issectrices ( deelijnen ) van de hoeken elkaar precies in één punt. IDEE VAN HET (CARTESISCH) BEWIJS:

Nadere informatie

log 27 log log logc log log log3 log 9 log 3 1 log9 2 log log log 2 log log log log2 2

log 27 log log logc log log log3 log 9 log 3 1 log9 2 log log log 2 log log log log2 2 . Bereken zonder rekenmachine: log 8.log 5 5 log 5 5 log 5 5 5 5 ) c) log 7 log 7 log log log d) e) f). 9 7 log log log 9 log log9 4 4 4 4 log 5 log log log4 4 log 4 6 4 4 4 8 log log log 8 g) log69 log

Nadere informatie

PRACTICUM SPRONG- TECHNIEKEN

PRACTICUM SPRONG- TECHNIEKEN LESKIST SPORT EN BEWEGING PRACTICUM SPRONG- TECHNIEKEN Hoogspringen is een behoorlijk technisch onderdeel bij atletiek. Er zijn allerlei trucs om hoger te springen. Als je zelf zo hoog mogelijk probeert

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Technische Natuurkunde Tentamen Golven & Optica 3AA70 Dinsdag 23 juni 2009 van 14.00 tot 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 vraagstukken en 5 pagina s met

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2006-I

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2006-I Verkeersdichtheid We gaan uit van de volgende (denkbeeldige) situatie (zie figuur 1). Op een weg rijden auto s met een snelheid van 80 kilometer per uur. e auto s houden een onderlinge afstand van 45 meter.

Nadere informatie

Vaardigheden. bladzijde 52. deel van 240 = 96 en 3 deel = 144. deel = ( 11 : 25 ) 2110 = 928, 40 euro en. deel = ( 14 : 25 ) 2110 = 1181,60 euro

Vaardigheden. bladzijde 52. deel van 240 = 96 en 3 deel = 144. deel = ( 11 : 25 ) 2110 = 928, 40 euro en. deel = ( 14 : 25 ) 2110 = 1181,60 euro Vaardigheden ladzijde 5 a 7 f 8 0 g 8 0,96 h 9 d 9 i 0 e 8 j a 7,5 e 8 5 6 f 6 g 5, 0, = 0, 3 3 9 d 9 h = = =, 5 3a 8, = 3, 88 euro a 6, 365 = 58 dagen 6 3, = 3568, gram Drie dagen is 7 uur, dus 0, 7 =

Nadere informatie

Nederlands. Luisteren. Voor 1F Deel 1 van 2

Nederlands. Luisteren. Voor 1F Deel 1 van 2 Nederlands Luisteren Voor 1F Deel 1 van 2 Colofon Uitgeverij: Edu Actief.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Mieke Lens Inhoudelijke redactie: Ina Berlet Titel: Nederlands Luisteren

Nadere informatie

Werken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275

Werken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275 Open Inhoud Universiteit Appendix B Wiskunde voor milieuwetenschappen Werken met eenheden Introductie 275 Leerkern 275 1 Grootheden en eenheden 275 2 SI-eenhedenstelsel 275 3 Tekenen en grafieken 276 4

Nadere informatie

Eindexamen vwo natuurkunde pilot 2012 - I

Eindexamen vwo natuurkunde pilot 2012 - I Eindexamen vwo natuurkunde pilot 0 - I Opgave Lichtpracticum maximumscore De buis is aan beide kanten afgesloten om licht van buitenaf te voorkomen. maximumscore 4 De weerstanden verhouden zich als de

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv 86 Verdieping Regelmatige figuren 1a e figuur heeft 12 hoekpunten. lke hoek is 150. Ja, ze zijn allemaal 150. d e zijden zijn 2,5 m. e Ja, ze zijn allemaal even lang. 2a en regelmatige driehoek is een

Nadere informatie

Vrijdag 8 juni, 9.00-12.00 uur

Vrijdag 8 juni, 9.00-12.00 uur EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1979 Vrijdag 8 juni, 9.00-12.00 uur NATUURKUNDE Dit examen bestaat uit 4 opgaven ft Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van

Nadere informatie

NATUURKUNDE PROEFWERK

NATUURKUNDE PROEFWERK ATUURKUNDE 1 KLAS 5 10/05/06 NATUURKUNDE PROEFWERK N1V2 2.6-2.8 EN EN HOOFDSTUK 3 Proefwerk bestaat uit 2 opgaven. Geef duidelijke uitleg en berekeningen. Totaal: 33 punten. Opgave 1: een tl-buis Een tl-buis

Nadere informatie

In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur).

In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). 2.1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische golf. Andere voorbeelden

Nadere informatie

Keuzeopdracht natuurkunde voor 5/6vwo

Keuzeopdracht natuurkunde voor 5/6vwo Exoplaneten Keuzeopdracht natuurkunde voor 5/6vwo Een verdiepende keuzeopdracht over het waarnemen van exoplaneten Voorkennis: gravitatiekracht, cirkelbanen, spectra (afhankelijk van keuze) Inleiding Al

Nadere informatie

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURWETENSCHAPPEN. Opleiding Technische Natuurkunde TENTAMEN

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURWETENSCHAPPEN. Opleiding Technische Natuurkunde TENTAMEN FACULTEIT TECHNISCHE NATUURWETENSCHAPPEN Opleiding Technische Natuurkunde TENTAMEN Vak : Inleiding Optica (19146011) Datum : 9 november 01 Tijd : 8:45 uur 1.15 uur Indien U een onderdeel van een vraagstuk

Nadere informatie

TEMPERATUURSTRALING Leg uit waarom je alleen metingen kunt doen aan temperatuurstraling als je meetinstrument kouder is dan het te meten voorwerp.

TEMPERATUURSTRALING Leg uit waarom je alleen metingen kunt doen aan temperatuurstraling als je meetinstrument kouder is dan het te meten voorwerp. strofysica TEMPERTUURSTRLING Leg uit waarom je alleen metingen kunt doen aan temperatuurstraling als je meetinstrument kouder is dan het te meten voorwerp. Uitwerking: ls het meetapparaat zelf een hogere

Nadere informatie

Opgave 2 Amplitude = afstand tussen de evenwichtsstand en de uiterste stand.

Opgave 2 Amplitude = afstand tussen de evenwichtsstand en de uiterste stand. Uitwerkingen 1 Als dit heen en weer beweegt om de evenwichtsstand. Amplitude = afstand tussen de evenwichtsstand en de uiterste stand. Een trilling = de beweging van een voorwerp tussen twee opeenvolgende

Nadere informatie

Hoofdstuk 9 Golven. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 9 Golven. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 9 Golven Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 9.1 Lopende golven Transversale en longitudinale golven Rekenvoorbeeld Welk van de onderstaande afbeeldingen kan absoluut geen transversale

Nadere informatie

Vectoranalyse voor TG

Vectoranalyse voor TG college en scalarelden in R Vandaag collegejaar college build slides : : : : 4-5 7 augustus 4 33 Coördinatenstelsels in R VA andaag Voorkennis Zelf bestuderen uit.,. en.3: ptellen en scalair ermeniguldigen

Nadere informatie