Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen ( ) Pagina 1 van 23
|
|
- Valentijn Brander
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen ( ) Pagina 1 van 23 Opgaven 5.1 Spiegeleelden 1 B en C 2 De ander staat = 7 m voor de spiegel. Haar spiegeleeld staat 7 m achter de spiegel. Jij staat = 9 m verwijderd van dat spiegeleeld. Op die afstand moet je instellen. 9 m
2 Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen ( ) Pagina 2 van 23 3 a Bij opeenvolgende spiegeleelden is steeds voor en achter verwisseld. Spiegeleelden van een spiegeleeld zijn identiek met het origineel. In de volgende figuur geldt dat voor B, D, Q en S. K is de kikker. Er zijn twee families van spiegeleelden: A, B, C, D,...(zwart) en P, Q, R, S,...(lauw). A is het spiegeleeld van K ten opzichte van spiegel I. B is het spiegeleeld van A ten opzichte van spiegel II. C is het spiegeleeld van B ten opzichte van spiegel I. D, enzovoort. Zo horen ook P, Q, R, S,... ij elkaar. 20 cm 40 cm 4 De afstanden zijn achtereenvolgens 20 cm en 40 cm. De normaal op de spiegel deelt de hoek tussen de lichtstralen doormidden.
3 Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen ( ) Pagina 3 van 23 5 a De lichtstraal lijkt uit L te komen. c De lichtstraal naar W lijkt te komen uit L d 6 a De normaal draait met de spiegel mee. De hoek tussen de oude normaal en de nieuwe is dus ook 20º. De normaal draait over een hoek van 20. De teruggekaatste lichtstraal draait over een hoek van 20º + 20º = 40. c De normaal draait over een hoek α dus de teruggekaatste straal draait over 2α. 2α 40
4 Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen ( ) Pagina 4 van e mogelijkheid Je kunt op twee manieren te werk gaan: 1. Spiegel L in S 1 L en spiegel vervolgens L in S 2 L. Daarna trek je de lijn L W punt A daarna trek je de lijn AL punt B daarna maak je de figuur af met de straal AB en zet je pijlen in de straal. 2. Spiegel L in S 1 en W in S 2. Trek daarna de lijn L W dezelfde punten A en B als ij manier 1. Daarna maak je de straal af. 2 e mogelijkheid Volgens manier 2 is nu L gespiegeld in S 2 en W in S 1. Maak zelf de constructie volgens manier 1 en ga dan na dat je weer hetzelfde resultaat krijgt.
5 Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen ( ) Pagina 5 van 23 Opgaven 5.2 Beelden ij lenzen 8 a Bol, want het eeld staat ondersteoven. Bol c Het omgekeerde eeld van het meisje staat aan deze kant van de lens. De camera is scherp gesteld op dit omgekeerde eeld. De instelafstand is dus minder dan 3,00 m. Ten opzichte van de schrijfplaat verschuift het gezicht naar links en naar onder.zoals je op deze montage kunt zien: 9 a = v f = = = 0, = = 90 cm , Het eeld staat 90 cm achter de lens. 10 v = = = = 0, = = 30 cm , Het eeld schuift = 60 cm naar de lens toe. v (cm) (cm) 1/v+1/ f (cm) afwijking van gemiddelde , ,4970 0, , ,0803 0, , ,4615 0, , ,6000 0, , ,3037 0, , ,1148 0,7281 som 179,0573 3,0204 gemiddeld 29,8429 0,5034 Van het gemiddelde is het eerste cijfer achter de komma al onzeker. Je moet dus afronden ij de komma: f = 30 cm Maar je kunt ook schrijven f = 29,8 ± 0,5 cm 90 cm 60 cm 30 cm of 29,8±0,5 cm
6 Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen ( ) Pagina 6 van a = = = v f v v = 120 = = 0, = = 17,1.. = 17 cm , v = 90 = = 0, = = 18 cm , v = 60 = = 0,05 = = 20 cm ,05 17 cm 18 cm 20 cm De getallen v en verwisselen: (v,) = (17, 120); (18, 90) en (20, 60) c d De horizontale asymptoot ij = 15 cm geeft de randpuntsafstand. Immers, v = 0 + = = f + = f v f Ook de verticale asymptoot ij v = 15 cm geeft de randpuntsafstand. Immers, = + 0 = v = f + = v v f v f 12 a Bij de omgekeerde stralengang is de nieuwe v gelijk aan de oude. En de nieuwe gelijk aan de oude v. In de erekening met = 1 maakt dat geen verschil. v f = = f c = + = 0,05 f = = 20 cm 20 cm f ,05 13 Alleen de uitspraak Ieder randpunt is een eeldpunt is waar. Namelijk het eeldpunt als v heel groot is. 14 Virtueel Achter de spiegel is niets te vinden. 15 a = = = 0, = = 30 cm f v 5,0 6,0 0, S = = = 20 dpt f 0, cm 20 dpt
7 Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen ( ) Pagina 7 van f = = = 0,1 = 0,100 m = 10,0 cm S 10, = = = 0, v = = 30 = 30,0 cm v f 10,0 15,0 0, c = + = + = 0, f = = 15,82.. = 15,8 cm f v 21,5 60,0 0, S = = = 6,317.. = 6,32 dpt f 0, ,0 cm 30,0 cm 15,8 cm 6,32 dpt d Zelfde antwoorden als ij c. Alleen zijn v en verwisseld. e 1 1 f = = = 0,25 m = 25 cm S 4, = S = 4,0 = 3,93.. v = = 0,254.. = 0,25 m v 15 3,93.. Klopt, want = 15 m >> f, dus en v f = 25 cm Camera instellen op minder dan 3,00 m, maar op meer dan ij de rechter foto. Dan zijn zowel de handen als het gezicht niet scherp. 2. Door ook het diafragma te verkleinen, worden de onscherptevlekjes zo klein dat alles weer scherp is (lijkt). Misschien is de laatste stap alleen al voldoende. 15,8 cm 6,32 dpt 25 cm 25 cm 17 a 1 1 f = 0,5 m S = 2 = 0,5 m = v v f = + = = v = 2f = 2 0,5 = 1 m = = + f v v v 2 1 f v De afstand tussen kaars en scherm is v + = 1+ 1 = 2 m 18 a X is het snijpunt van de asymptoten aan de (v)-grafiek. Voor deze asymptoten geldt verticaal v = f en horizontaal = f. Zie opgave 11c+d. Dus X = (f,f) en K = (2f,2f) 2 m - Zoeklicht maakt een evenwijdige lichtundel: = v = f ; Z ligt dus oneindig hoog. - Diaprojector maakt een flinke vergroting van de dia: v << ; D ligt wel hoog maar niet oneindig hoog. - Portretcamera maakt een verkleining van het gezicht: v > ; P ligt waarschijnlijk uiten het raster. - Landschapscamera maakt een flinke verkleining van het landschap: v >> L ligt verder weg dan P. - Brandglas maakt van een evenwijdige lichtundel een randpunt: v = = f B ligt oneindig ver weg. 19 a = = = 0,21 = = 4,76.. cm f v 4,0 25 0,21 4,76.. N = = = 0,190.. = 0,19 v 25 0,19
8 Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen ( ) Pagina 8 van = = =0,15 = =6,66.. cm f v 4,0 2,5 0,15 N = 6,66.. = v 2,5 = 2,67.. = 2, N = = 5 = 5 v = 5 36 = 180 = 1,8 10 cm v = + = + = 0, f = = 30 cm f v , a >> f v f = 0,085 m 3,50 N = = 41,1.. = 41 v 0,085 2,7 1,8 m 30 cm ,47.. v 0, m v f 0,085 3,50 11, 47.. = = = = = = 87 mm c 3,50 N = = = 40,1.. = 40 v 0, De schatting uit a lag daar erg dicht ij. 22 Het eeld is ij een vergrootglas virtueel, dus = 40 cm 1 1 f = = = 0,1 = 0,10 m = 10 cm S = = = 0,125 v = = 8 = 8,0 cm v f 10 ( 40) 0, ,0 cm 23 a 1 1 f = = = 0,25 = 0,25 m = 25 cm S 4, = = = 0,03 = = 33,3.. = 33 cm f v ,03 33,3.. N = = = 0,333.. = 0,33 v BB BB N = 0,333.. = BB = 0, = 4,0 cm VV 12 v = 200 m f 4 f 0,105 4 BB ' = N VV = 5, = 0,042 m N = = = 5,25 10 v v 200 De toren past alleen op de lengte van de eeldchip. 25 a = = =0, = =45 cm f v 5,0 4,5 0, Het eeld is virtueel. Het staat aan dezelfde kant van de lens als de haar. 45 N = = = v 4,5 25 cm 33 cm 0,33 4,0 cm c BB = N VV = 10 0,1 = 1 mm dik. 1 mm 26 Het eeld is virtueel: = 30 cm = = = 0,233.. v = = 4,28.. = 4,3 cm v f 5,0 ( 30) 0, ,3 cm
9 Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen ( ) Pagina 9 van Geruik hier de volgende afgeleide formules = v f ( alles ) + = N + 1 = = f ( N + 1) v f f en N = v = v N Bij een reëel eeld moet je voor N een positieve waarde invullen. Bij een virtueel vul je voor N een negatieve waarde in. a c d Reëel eeld: N =+ 4,0 = f ( N + 1) = 15 (4,0+ 1) = 75 cm 75 v = = = 18,7.. = 19 cm N 4,0 Reëel eeld N =+ 0,30 = f ( N + 1) = 15 (0,30 + 1) = 19,5 = 20 cm 19,5 v = = = 65 cm N 0,30 19,5 en ij v = = = 65 cm N 0,30 Virtueel eeld: N =5,0 = f ( N + 1) = 15 ( 5,0+ 1) = 60 cm 60 v = = = 12 cm N 5,0 N = = 4,0 = 4,0 v v = v + 4,0 v = 5,0 v = 200 v + = v = = 40 cm 5,0 = 4,0 v = 4,0 40 = 160 cm = + = + = 0, f = = 32 cm f v , = = S v f = S =2,9 =3,9 = = 0,256.. =0,26 m v 1, 00 3, 9 0,256.. N = = = 0,256.. = 0,26 v 1, a We verwaarlozen de afstand tussen oog en lens en gaan uit van v = 150 cm. Het eeld staat aan dezelfde kant als het voorwerp, achter de lens. Het eeld is virtueel: = 28 cm = + = + =0, f = = 34,4.. =34 cm f v 150 ( 28) 0, cm 19 cm 20 cm 65 cm 60 cm 12 cm 32 cm 26 cm 0, cm 28 cm 34 cm
10 Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen ( ) Pagina 10 van 23 Opgaven 5.3 Constructiestralen 30 a De schaal is 1:2. BB = 20 mm BB N = = 0,50 LL = 40 mm LL = 12,0 cm N = = 0,50 v = 6,0 cm v c = = = 0,166.. = = 6 = 6,0 cm f v 4,0 12,0 0, ,0 N = = = 0,5 = 0,50 v 12,0 0,5 0,50 31 a c Teken de lichtstralen die vanaf de uiteinden van de tl door het optisch middelpunt van de lens gaan. Hun snijpunten met lijn m geven de uiteinden van het eeld. De undel die vertrekt uit L komt samen in B. Idem voor L en B. Zie figuur. c De lichtstraal die evenwijdig aan de hoofdas vertrekt uit L en na het lensvlak naar B gaat, snijdt de hoofdas in het randpunt F 1. Zie figuur. F 2 ligt op even grote afstand vóór de lens.
11 Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen ( ) Pagina 11 van a 12 cm 6,0 cm De schaal is 1: = = = 0, = = 12 cm N = 3,0 f v 3,0 4,0 0, BB = N LL = 3,0 2,0 = 6 = 6,0 cm 6,7 cm 2,7 cm De schaal is 1: = = = 0,15 = = 6,66.. = 6,7 cm N = 0,67 f v 4,0 10,0 0,15 6,66.. N = = = 0,666.. v 10,0 BB = N LL = 0, ,0 = 2,66.. = 2,7 cm 33 a De schaal is 1:2 BB = 40 mm BB 40 N = = = 2,0 LL = 20 mm LL 20 = 15 cm N = = 2,0 v = 7,5 cm v c = = = 0, = = 15 cm f v 5,0 7,5 0, N = = = 2 = 2,0 v 7, cm 2,0 d = 7,5 cm, want in c mag je en v verwisselen: f = v + = 7, = ,5 7,5 cm
12 Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen ( ) Pagina 12 van a Links kun je meteen de drie constructiestralen tekenen. Rechts moet je eerst een hulppunt L oven L plaatsen. Nadat je B en B gevonden het, kun je de undels afmaken. 35 a Straal 1 gaat van de top van het voorwerp naar de top van het eeld. Straal 2 gaat van de voet van het voorwerp naar de voet van het eeld. 36 Het snijpunt van LL en BB is het optisch middelpunt van de lens. Teken daar de lens, als een verticale lijn, en de hoofdas. De lichtstraal die B ereikt evenwijdig aan de hoofdas, kwam uit L. In het snijpunt met de hoofdas ligt het randpunt vóór de lens. Het andere randpunt ligt even ver aan de andere kant van de lens.
13 Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen ( ) Pagina 13 van a Met de drie constructiestralen vind je het eeldpunt B. De undelegrenzing achter de lens lijkt uit B te komen. Opmeten in figuur: v = 3,0 cm = = = = = 7,5 cm f = 5,0 cm f v 5,0 3,0 0, ,5 cm c 7,5.. cm N = = = 2,5 2,5 v 3,0 cm 38 a B is het eeldpunt van de voet L van de pijl. Een lichtstraal uit L, de top van de pijl, gaat niet door het eeld van de voet, maar door het eeld B van de top van de pijl. B ligt onder B. Toelichting: Teken vanuit L de straal door het midden van de lens. Teken in B de lijn loodrecht op de hoofdas. In het snijpunt ligt het eeldpunt B. Teken vervolgens vanuit L en B de stralen evenwijdig aan de hoofdas. Teken ze verder naar respectievelijk B en L. In de snijpunten met de hoofdas liggen de randpunten.
14 Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen ( ) Pagina 14 van 23 Opgaven hoofdstuk 5 39 Het gezicht (en de vingers) is voor de helft echt en voor de helft spiegeleeld. Met zijn andere hand achter de spiegel houdt de jongen de hoed ondersteoven. De hoed op de foto is ook voor de helft echt en voor de helft spiegeleeld. 40 a 1 Het eeld van het woordje de is rechtopstaand en vergroot. Dat kan ij een olle lens alleen als het eeld en het voorwerp aan dezelfde kant van de lens liggen, achter de lens. Vergroting etekent dat > v : het eeld ligt dus verder achter de lens dan de krant. a 2 a 3 1 Een d. De op de kop staande letter is een reëel eeld. Bij een reëel eeld van een olle lens is onder en oven verwisseld: de ol stond onder. En ook rechts en links is verwisseld: de stok stond rechts. Het reële eeld evindt zich aan deze kant van de lens, tussen de lens en de camera (het oog) a Het rechtopstaande eeld achter de krant en het omgekeerde eeld aan deze kant van de lens liggen nogal ver van elkaar, maar zijn alleei tamelijk scherp. De scherptediepte is groot, wat wijst op het geruik van een klein diafragma. c d De krant staat innen de randpuntafstand van het vergrootglas een virtueel, vergroot en rechtopstaand eeld. De krant staat dicht uiten de randpuntafstand van het inzetstukje een reëel, vergroot en omgekeerd eeld. Het eeld van de hijskraan is links verkleind en rechtopstaand, dus links is er een holle lens. De lens staat op 2,0 m afstand van de lens, het eeld op 2,2 m. Dit eeld evindt zich dus 2,2 2,0 = 0,20 m achter de lens, aan dezelfde kant als het voorwerp: het eeld is virtueel. Diafragma verkleinen, waardoor de scherptediepte groter wordt. De kraan staat erg ver weg: v = + + f f v Links: = 2,0 2,2 = 0,2 f = 0,2 = 0,20 m Rechts: = 2,0 1,7 = 0,3 f = 0,3 m -20 cm 30 cm
15 Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen ( ) Pagina 15 van Als je recht vooruit kijkt, kijk je naar het spiegeleeld van het spiegeleeld. In dat spiegeleeld zijn links en rechts verwisseld ten opzichte van een normaal spiegeleeld. 43 a = = = 0, v = = 152,.. cm v f 31,7 40 0, N = = = 0,261.. = 0,26 v 152,.. 0,26 Teken het spiegeleeld M van M ten opzichte van de schuine spiegel. Construeer de stralengang van M naar het eeld op de schrijfplaat. Teken de stralen vanaf het spiegeloppervlak naar M. Zet de juiste richtingpijltjes, want je tekent zo achterstevoren. c 1 De grootte van het eeld verandert niet, want v en veranderen niet. c 2 44 a De lichtsterkte vermindert met een kwart. Het oppervlak van een cirkel A is evenredig met het kwadraat d 2 van de diameter. De diameter van het schijfje is de helft van die van de lens, zijn oppervlak is een kwart van die van de lens: een kwart van het licht wordt tegengehouden. De nieuwe lichtsterkte is driekwart van de oude lichtsterkte.
16 Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen ( ) Pagina 16 van 23 Geruik de voorgaande figuur om de plaats van B ten opzichte van G te epalen (twee hokjes naar rechts en één omhoog): Teken eerst de lichtstraal vanaf B door G naar de lens. Teken daarna de lichtstraal vanaf L naar de lens. Zet de goede richtingpijltjes. 45 Construeer eerst het eeld B van L. Ook de getekende lichtstraal gaat verder door B. Extra Stralen die evenwijdig zijn aan de hoofdas gaan naar het randpunt. Voor een scheve evenwijdige undel geldt net zoiets: deze stralen komen samen in een punt van het randvlak. Als het alleen om de opdracht gaat het verdere verloop van de straal te tekenen, kan het dus ook zo:
17 Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen ( ) Pagina 17 van a [1] is fout: hij moet gaan naar het eeldpunt B van het de punt van de pijl. B ligt onder B. [2] kan goed zijn: van de voet L van de pijl naar de voet B van het eeld. [3] en [4] zijn fout: zie [1]. [5] is zeker goed: vóór de lens vanuit de punt L van de pijl evenwijdig aan de hoofdas, ná de lens door het randpunt op weg naar B. Maar is [2] ook echt goed? Neen. Want als je v en f opmeet in de figuur en de lensformule toepast, vind je dat B te dichtij getekend is. Dus alle stralen waren fout, ehalve [5] Hier volgt de goede constructie: 47 a ' BB 1, 20 N = = = LL ' 0, , minder. Het licht van de dia wordt verdeeld over een = zo grote projectie. 1, c 48 a
18 Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen ( ) Pagina 18 van N = 3,0 = v = = 8,0 cm v v 3, = + = + = 0, f = = 12 cm f v 8 ( 24) 0, a Neen, mensen zijn daarvoor te klein. Voor het kleinste détail dat waargenomen kan worden geldt LL ' LL ' 3 tan0,006 LL ' tan0,006 18, m v = = = = = c Op zo grote hoogte is v, dus f BB ' BB ' 4 3 = = tan0,006 BB ' = 0,240 tan0,006 = 2, = 0,25 10 m f 0, v + = 6,00 v = 6, = = S = 2,0 v f (6 ) 6 + = 2 + = = = 2 6 (6 ) (6 ) (6 ) = 2 (6 ) = = = 0 Deze vergelijking heeft twee oplossingen volgens de solver van de GR: = 0,550.. en = 5,449.. ( volgens de wortelformule: = 3 6 en = 3+ 6 ) 1 e oplossing: = 0,550.. = 0,55 m v = 6,00 = 6,00 0,550.. = 5, = 5, 45 m 0,550.. N = = = 0,101.. = 0,10 v 5, e oplossing: = 5,449.. = 5,45 m v = 0,550.. = 0,55 m 5,449.. N = = = 9,89.. = 10 v 0,550.. Deze tweede oplossing vind je sneller als je in de eerste oplossing v en verwisselt. Dat mag, want de stralengang is omkeeraar. 0,25 mm 5,45 m 0,55 m 0,10 0,55 m 5,45 m 10
19 Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen ( ) Pagina 19 van a 1 N = = v = 6 v = + = = = 4,0 24 = = S = 4,0 v 7 = = 0,291.. = 0,29 m 24 v = 6 = 6 0,291.. = 1,75 = 1,75 m Het eeld is virtueel. 1 N = = v = 6 v ( 6) = + = = = 4 24 = = = S = 4,0 v f 5 = = 0,208.. =0,21 m 24 v = 6 = 6 0,208.. = 1,25 m 52 a Bij een goed geruik van de loep ligt het insect (nagenoeg) in het randvlak en komen (nagenoeg) evenwijdige lichtundels in het oog. Dan is het alsof het virtuele eeld in het oneindige ligt. Dat kun je op allerlei afstanden scherp zien, ijna zonder dat je oog hoeft te accommoderen. Maar je moet wel steeds door het kleine lensje lijven kijken (als door een sleutelgat). Hoe verder weg je je oog van de lens houdt, des te kleiner is je likveld op het vergrote eeld. 53 a In het ene geval ligt het eeldpunt tussen de lens en het scherm, in het andere geval ligt het voorij het scherm 0,29 m 1,75 m 1,25 m 0,21 m Dit is het geval als het eeld tussen de lens en het scherm ligt. Je kunt opmeten in de tekening. Of je kunt erekenen met verhoudingen: zie tekening. 5 = 4 = 5(80 ) = = = = 44,4.. = 44 cm 9 44 cm c S = + = 4,25 4,3 dpt v 0,50 + 0,444.. = = 4,3 dpt
20 Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen ( ) Pagina 20 van a c Het onscherpe eeld van de kaars is opgeouwd uit ronde vlekjes. 55 a Het puliek ziet de spiegeleelden van de zijwanden van de kast. De achterwand en de zijwanden van de kast moeten er precies hetzelfde uitzien.
21 Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen ( ) Pagina 21 van 23 Toets 1 Spiegels a 7,37 m h 1,70 1,70 = h = 6,50 = 7,366.. = 7,37 m 6,50 1,50 1,50 De werkelijke hoogte is groter. Pas op! Er staat in de tekst dat je ij een scheef spiegeltje op 1,50 m afstand de top ziet. Bij een horizontaal spiegeltje zou de teruggekaatste straal veel steiler lopen. Uit de vorige figuur is de teruggekaatste straal gestreept gekopiëerd. Die lichtstraal zou je oog niet ereikt heen. Om de top te zien zou je dichter ij het spiegeltje moeten gaan staan. De gemeten afstand 6,50 m is dus eigenlijk te klein of de 1,50 m is eigenlijk te groot. Je het ij a dus een te kleine hoogte gevonden. Gemarkeerde geldt als iemand het spiegeltje verschuift naar de stilstaande waarnemer. Kan. Maar waarschijnlijker is dat hij naar het spiegeltje toeloopt, zoals al eschreven. Dus liever het gemarkeerde weglaten en het woord eigenlijk verplaatsen
22 Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen ( ) Pagina 22 van 23 c 2 mm. Als het huis zakt, wordt het prisma hoger getroffen door de lichtstraal. De invallende lichtstraal raakt het ovenste schuine achtervlak 1 mm hoger. De teruggekaatste straal raakt het onderste schuine achtervlak 1mm lager. De afstand tussen de invallende en de uittredende lichtstraal wordt zo 2 mm groter. 2 mm 2 Een olle lens a Als v, dan f = 30 cm De lens staat 70 cm van je oog. Het eeld staat 30 cm dichterij. Het eeld staat = 40 cm voor je oog. Als v kleiner wordt, wordt groter. Dan wordt ook N = groter. v 40 cm c = = = 0, = = 45 cm f v , N = = = 0,5 = 0,50 v 90 d 1 Een rechtopstaand, vergroot eeld. Nu v < f, de lens werkt als een loep. d = = =0, = =60 cm f v , Het eeld ligt aan dezelfde kant van de lens als de poster, dus 60 cm verder weg dan de lens. De afstand tot je oog is = 130 cm. d 3 60 N = = = 3 = 3,0 3,0 v 20 0, cm
23 Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen ( ) Pagina 23 van 23 d 4 schaal 1 : Een scherp eeld a 1 f = 0,20 m en S = S = 5,0 dpt 5,0 dpt f = = 46,7 cm Het eeld evindt zich dus 1,7 cm achter het scherm. c Opmerking: in de figuur van het oek is S op 40 cm geplaatst in plaats van op 45 cm. Dat maakt voor het principe van de antwoorden voor en c niet uit.
Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Licht en zicht ( ) Pagina 1 van 19
Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Liht en ziht (13-10-2011) Pagina 1 van 19 Opgaven 5.1 Beelden ij spiegels en lenzen 1 B en C 2 De ander staat 2 + 5 = 7 m voor de spiegel. Haar spiegeleeld staat
Nadere informatieHet tekenen van lichtstralen door lenzen (constructies)
Het tekenen van lichtstralen door lenzen (constructies) Zie: http://webphysics.davidson.edu/applets/optics/intro.html Bolle (positieve) lens Een bolle lens heeft twee brandpunten F. Evenwijdige (loodrechte)
Nadere informatieDeze toets bestaat uit 4 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE
NAAM: NATUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK PROEFWERK H14 11/10/2011 Deze toets bestaat uit 4 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE
Nadere informatiehoofdstuk 5 Lenzen (inleiding).
hoofdstuk 5 Lenzen (inleiding). 5.1 Drie soorten lichtbundels Als lichtstralen een bundel vormen kan dat op drie manieren. 1. een evenwijdige bundel. 2. een convergerende bundel 3. een divergerende bundel.
Nadere informatiehoofdstuk 5 Lenzen (inleiding).
hoofdstuk 5 Lenzen (inleiding). 5.1 Drie soorten lichtbundels Als lichtstralen een bundel vormen kan dat op drie manieren. 1. een evenwijdige bundel. 2. een convergerende bundel 3. een divergerende bundel.
Nadere informatie3.0 Licht 2 www.natuurkundecompact.nl. 3.2 Breking 3.3 a Vergroting b Lenzenformule c Lenzenformule (simulatie) 3.5 Oog en bril (Crocodile)
3.0 Licht 2 www.natuurkundecompact.nl 3.2 Breking 3.3 a Vergroting Lenzenformule c Lenzenformule (simulatie) 3.5 Oog en ril (Crocodile) 1 3.2 Breking www.natuurkundecompact.nl Doel Je onderzoekt hoe lichtstralen
Nadere informatieRepetitie Lenzen 3 Havo Naam: Klas: Leerstof: 1 t/m 7
Repetitie Lenzen 3 Havo Naam: Klas: Leerstof: 1 t/m 7 Opgave 1 Iris krijgt een bril voorgeschreven van 4 dioptrie. Zij houdt de bril in de zon en probeert de stralen te bundelen om zodoende een stukje
Nadere informatie1 Lichtbreking. Hoofdstuk 2. Licht
BASISSTOF Hoofdstuk 2 Licht Hoofdstuk 2 Licht Lichtreking a Zie figuur. Zie figuur c Zie figuur. d Ja, de richting is precies dezelfde. 2.t. figuur 2 a Als je recht tegenover het voorwerp staat, dus loodrecht
Nadere informatieUitwerkingen. Hoofdstuk 2 Licht. Verkennen
Uitwerkingen Hoofdstuk 2 Licht Verkennen I a. Teken het gebouw met de zon in de tekening. De stand van de zon bepaalt waar de schaduw terecht komt. b. Maak een tekening in bovenaanzicht. Jij staat voor
Nadere informatieOpgave 3 De hoofdas is de lijn door het midden van de lens en loodrecht op de lens.
Uitwerkingen 1 Opgave 1 Bolle en holle. Opgave 2 Opgave 3 De hoofdas is de lijn door het midden van de lens en loodrecht op de lens. Opgave 4 Divergente, convergente en evenwijdige. Opgave 5 Een bolle
Nadere informatieNoorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Lenzen. J. Kuiper. Transfer Database
Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal Reader Lenzen J. Kuiper Transfer Database ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair nderwijs, Algemeen Voortgezet nderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie
Nadere informatieOefen-vt vwo4 B h6/7 licht 2007/2008. Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl
Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen-vt vwo4 h6/7 licht 007/008. Lichtbreking (hoofdstuk 6). Een glasvezel bestaat uit één soort materiaal met een brekingsindex van,08. Laserstraal
Nadere informatieDeze toets bestaat uit 4 opgaven (33 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE
NAAM: NATUURKUNDE KAS 5 ROEFWERK H14 13/05/2009 PROEFWERK Deze toets bestaat uit 4 opgaven (33 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE Opgave
Nadere informatieExact periode 3.2. Recht evenredig Omgekeerd evenredig Lambert Beer Lenzen en toepassingen
Exact periode 3.2?! Recht evenredig Omgekeerd evenredig Lambert Beer Lenzen en toepassingen 1 Lo41 per 3 exact recht evenredig, oefenen presentatie recht evenredig Deze link toont uitleg over recht evenredig
Nadere informatieUitwerkingen Hoofdstuk 2 Licht
Uitwerkingen Hoofdstuk 2 Licht Verkennen I a. Teken het gebouw met de zon in de tekening. De stand van de zon bepaalt waar de schaduw terecht komt. b. Een platte tekening. Jij staat voor de spiegel, de
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 Licht. Wat moet je leren/ kunnen voor het PW H2 Licht?
Wat moet je leren/ kunnen voor het PW H2 Licht? Alles noteren met significantie en in de standaard vorm ( in hoeverre dit lukt). Eerst opschrijven wat de gegevens en formules zijn en wat gevraagd wordt.
Nadere informatieLicht. Pulsar havo natuurkunde deel Terugkaatsing en breking
7 Licht Pulsar havo natuurkunde deel Lichtgeleiding in een glasvezel erust op totale terugkaatsing (= totale reflectie 7 Terugkaatsing en reking De rechtermok evat geen water, de linker wel In de linkermok
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 5 en 6
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 5 en 6 Samenvatting door een scholier 1748 woorden 7 februari 2005 6 53 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Scoop Samenvatting Natuurkunde H5 Spiegels en lenzen +
Nadere informatie3 Licht en lenzen. 1 Lichtbreking. Nova. Leerstof. Toepassing
3 Licht en lenzen Lichtreking Leerstof a De normaal is de gestippelde lijn die loodrecht op het grensvlak staat. De lichtstraal wordt naar de normaal toe geroken. c De lichtstraal wordt van de normaal
Nadere informatiea) Bepaal door middel van een constructie de plaats van het beeld van de scherf en bepaal daaruit hoe groot Arno de scherf door de loep ziet.
NATUURKUNDE KLAS 5 ROEWERK H14-05/10/2011 PROEWERK Deze toets bestaat uit 3 opgaven (totaal 31 punten). Gebruik van eigen grafische rekenmachine en BINAS is toegestaan. Veel succes! ZET EERST JE NAAM OP
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde H3 optica
Samenvatting Natuurkunde H3 optica Samenvatting door een scholier 992 woorden 19 januari 2013 5,6 22 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Hoofdstuk 3 Optica 3.1 Zien Dit hoofdstuk
Nadere informatieLenzen. Leerplandoel. Introductie. Voorwerps brandpunts - en beeldafstand
Lenzen Leerplandoel FYSICA TWEEDE GRAAD ASO WETENSCHAPPEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS VVKSO BRUSSEL D/2012/7841/009 5.1.2 Licht B21 De beelden bij een dunne bolle lens construeren en deze aanduiden als
Nadere informatie6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht
Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 6 6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht Opgave 1 Opgave 2 Bij diffuse terugkaatsing wordt opvallend licht in alle mogelijke richtingen teruggekaatst, zelfs als de opvallende
Nadere informatieLicht; Elektromagnetische straling een golf Licht; een deeltje (foto-elektrisch effect). Licht; als een lichtstraal Licht beweegt met de
Licht; Elektromagnetische straling een golf Licht; een deeltje (foto-elektrisch effect). Licht; als een lichtstraal Licht beweegt met de lichtsnelheid ~300.000 km/s! Rechte lijn Pijl er in voor de richting
Nadere informatieSpiegel. Herhaling klas 2: Spiegeling. Spiegel wet: i=t Spiegelen met spiegelbeelden. NOVA 3HV - H2 (Licht) November 15, NOVA 3HV - H2 (Licht)
Herhaling klas 2: Spiegeling Spiegel wet: i=t Spiegelen met spiegelbeelden Spiegelen van een object (pijl), m.b.v. het spiegelbeeld: Spiegel 1 2 H.2: Licht 1: Camera obscura (2) Eigen experiment: camera
Nadere informatie7.1 Beeldvorming en beeldconstructie
Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 7 7.1 Beeldvorming en beeldconstructie Opgave 1 Het beeld van een dia bij een diaprojector wordt gevormd door een bolle lens. De voorwerpsafstand is groter dan de brandpuntsafstand.
Nadere informatieSuggesties voor demo s lenzen
Suggesties voor demo s lenzen Paragraaf 1 Toon een bolle en een holle lens. Demo convergerende werking van een bolle lens Laat een klein lampje (6 V) steeds dichter bij een bolle lens komen. Geef de verschillende
Nadere informatie0 50 100 150 200 250 300 v (in cm)
Lenzen 1 Van een lens is de beeldafstand b als functie van de voorwerpsafstand v bepaald en weergegeven in onderstaande grafiek. 300 250 200 b (in cm) 150 100 50 0 0 50 100 150 200 250 300 v (in cm) a.
Nadere informatie1 Bolle en holle lenzen
Lenzen 1 Bolle en holle lenzen 2 Brandpuntsafstand, lenssterkte 3 Beeldpunten bij een bolle lens 4 Naar beeldpunten kijken (bij bolle lens) 5 Voorwerpsafstand, beeldafstand, lenzenformule 6 Voorwerp, beeld,
Nadere informatiejaar: 1994 nummer: 12
jaar: 1994 nummer: 12 Een vrouw staat vóór een spiegel en kijkt met behulp van een handspiegel naar de bloem achter op haar hoofd.de afstanden van de bloem tot de spiegels zijn op de figuur aangegeven.
Nadere informatieLenzen. Leerplandoel. Introductie. Voorwerps brandpunts - en beeldafstand
Lenzen Leerplandoel FYSICA TWEEDE GRAAD ASO WETENSCHAPPEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS VVKSO BRUSSEL D/2012/7841/009 5.1.2 Licht B21 De beelden bij een dunne bolle lens construeren en deze aanduiden als
Nadere informatieAan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO GO!
Aan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO GO! M. Beddegenoodts, M. De Cock, G. Janssens, J. Vanhaecht woensdag 17 oktober 2012 Specifieke Lerarenopleiding Natuurwetenschappen: Fysica
Nadere informatie3HAVO Totaaloverzicht Licht
3HAVO Totaaloverzicht Licht Algemene informatie Terugkaatsing van licht kan op twee manieren: Diffuus: het licht wordt in verschillende richtingen teruggekaatst (verstrooid) Spiegelend: het licht wordt
Nadere informatieEindexamen wiskunde B1-2 vwo 2007-I
Eindexamen wiskunde 1-2 vwo 2007-I Podiumverlichting Een podium is 6 meter diep. Midden boven het podium hangt een balk met tl-buizen. De verlichtingssterkte op het podium is het kleinst aan de rand, bijvoorbeeld
Nadere informatieHoofdstuk 3: Licht. Natuurkunde VWO 2011/2012. www.lyceo.nl
Hoofdstuk 3: Licht Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 3: Licht Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. Elektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige beweging Trilling en
Nadere informatie5.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht
Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 5 5.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht Opgave 10 16 x 4,03 10 a afstand = lichtsnelheid tijd; s = c t t = = = 8 c 2,9979 10 b Eerste manier 1 lichtjaar = 9,461 10
Nadere informatieSamenvatting Hoofdstuk 5. Licht 3VMBO
Samenvatting Hoofdstuk 5 Licht 3VMBO Hoofdstuk 5 Licht We hebben zichtbaar licht in de kleuren Rood, Oranje, Geel, Groen, Blauw en Violet (en alles wat er tussen zit) Wit licht bestaat uit een mengsel
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 woensdag 16 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VWO 2007 tijdvak 1 woensdag 16 mei 13.30-16.30 uur wiskunde 1,2 ij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 20 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 84 punten te behalen. Voor
Nadere informatieUITWERKINGEN VOOR HET VWO B2
UITWERKINGEN VOOR HET VWO HOODTUK 7 : RKLIJNEN KERN CIRKEL EN RKLIJNEN ) Teken M en M. De raaklijnen in staat loodrecht op M. Voor de raaklijn in geldt hetzelfde. M ) Gebruik of de stelling van de omtrekshoek
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Licht en Lenzen
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Licht en Lenzen Samenvatting door A. 1760 woorden 11 maart 2016 7,4 132 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova 1: Lichtbreking Een dunne lichtbundel - een lichtstraal
Nadere informatie6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld
6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld Lichtbronnen: Directe lichtbronnen produceren zelf licht Indirecte lichtbronnen reflecteren licht. Je ziet een voorwerp als er licht
Nadere informatieBEELDVORMING BIJ BOLLE LENZEN: VRAAGSTUKKEN OPLOSSINGEN
BEELDVORMING BIJ BOLLE LENZEN: VRAAGSTUKKEN OPLOSSINGEN Hieronder zijn 2 erschillende olle lenzen ageeeld. Vóór de lenzen wordt eenzelde oorwerp geplaatst. Achter de lenzen wordt een eeld geormd. a] Welke
Nadere informatieOpgave 1: Constructies (6p) In figuur 1 op de bijlage staat een voorwerp (doorgetrokken pijl) links van de lens.
NATUURKUNDE KAS 5 ROEWERK H4-06/0/00 PROEWERK Deze toets bestaat uit 4 opgaven (totaal 3 punten). Gebruik van eigen grafische rekenmachine en BINAS is toegestaan. Veel succes! ZET EERST JE NAAM OP DE Opgave
Nadere informatieHoofdstuk 4: Licht. Natuurkunde Havo 2011/2012.
Hoofdstuk 4: Licht Natuurkunde Havo 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 4: Licht Natuurkunde 1. Kracht en beweging 2. Licht en geluid 3. Elektrische processen 4. Materie en energie Beweging Trillingen en
Nadere informatiejaar: 1990 nummer: 08
jaar: 1990 nummer: 08 De figuur toont een blok op een helling. Door de wrijving glijdt het blok niet naar beneden zolang de hellingshoek kleiner is dan een bepaalde waarde Vervang nu het blok door een
Nadere informatie= + = + = + = + b v. 3 b 2 b v. 1 f. 1 b. 1*2 b 60 b. 1*60 60 b. 1*3 b 60 b BEELDVORMING BIJ BOLLE LENZEN - OPLOSSINGEN VRAAGSTUKKEN
BEELDVORMING BIJ BOLLE LENZEN - OPLOSSINGEN VRAAGSTUKKEN Bij een olle lens met een randpuntsastand an 20 cm staat een oorwerp op 30 cm óór de lens. Op welke astand an de lens staat het eeld? Bereken de
Nadere informatiede Wageningse Methode Antwoorden H25 RUIMTELIJKE FIGUREN IN HET PLAT VWO 1
H5 Ruimtelijke figuren in het plat VWO 5.0 INTRO a een vierkant ; een lijnstuk ; een vierkant Bijvooreeld zo: Het laagste punt is het midden van het grondvlak. Snij van een kurk aan weerszijden een stuk
Nadere informatieTheorie beeldvorming - gevorderd
Theorie beeldvorming - gevorderd Al heel lang geleden ontdekten onderzoekers dat als licht op een materiaal valt, de lichtstraal dan van richting verandert. Een voorbeeld hiervan is ook te zien in het
Nadere informatieReflectie. Om sommen met reflectie op te lossen zijn er twee mogelijkheden: 1. Met de terugkaatsingswet: hoek van inval = hoek van terugkaatsing
Inhoud Reflectie... 2 Opgave: Lichtbundel op cilinder... 3 Lichtstraal treft op grensvlak... 4 Opgave: Breking en interne reflectie I... 6 Opgave: Breking en interne reflectie II... 7 Opgave: Multi-Touch
Nadere informatieHandleiding Optiekset met bank
Handleiding Optiekset met bank 112110 112110 112114 Optieksets voor practicum De bovenstaande Eurofysica optieksets zijn geschikt voor alle nodige optiekproeven in het practicum. De basisset (112110) behandelt
Nadere informatieHoofdstuk 2 Functies en de GRM. Kern 1 Functies met de GRM. Netwerk Havo B uitwerkingen Hoofdstuk 2, Functies en de GRM 1. 1 a. b Na ongeveer 6 dagen.
Netwerk Havo B uitwerkingen Hoofdstuk, Functies en de GRM Hoofdstuk Functies en de GRM Kern Functies met de GRM a H (dm) 5 Na ongeveer 6 dagen. 6 8 0 t a De functie heeft geen functiewaarde voor X < 0.
Nadere informatieVl. M. Nadruk verboden 1
Vl. M. Nadruk verboden 1 Opgaven 1. Hoeveel graden, minuten en seconden zijn gelijk aan rechte hoek? van een rechte hoek resp van een 2. Als = 25 13 36, = 37 40 56, = 80 12 8 en = 12 36 25, hoe groot is
Nadere informatieTussen een lichtbron en een scherm staat een voorwerp. Daardoor ontstaat een schaduw van het voorwerp op het scherm. lichtbron
Licht: Inleiding Opdracht 1. Schaduw van een lichtbrn Tussen een lichtbrn en een scherm staat een vrwerp. Daardr ntstaat een schaduw van het vrwerp p het scherm. a) Laat zien waar licht p het scherm valt
Nadere informatieThema 3 Verrekijkers. astronomische kijker
07-0-005 0: Pagina Verrekijkers Inleiding Om verre voorwerpen beter te kunnen zien, kun je gebruikmaken van verrekijkers. Die zijn er in vele soorten. De astronomische kijker wordt gebruikt voor het bekijken
Nadere informatieExtra oefenopgaven licht (1) uitwerkingen
Uitwerking van de extra opgaven bij het onderwerp licht. Als je de uitwerking bij een opgave niet begrijpt kun je je docent altijd vragen dit in de les nog eens uit te leggen! Extra oefenopgaven licht
Nadere informatieLenzenformules: X X X V B F G = BB = G. VV
Lenzenformules: F G. 1. Een voorwerp met een grootte van 10,0 cm bevindt zich op 30,0 cm voor een convergerende lens met een brandpuntsafstand van 20,0 cm. ereken de lineaire vergroting, de coördinaat
Nadere informatie2. Bekijk de voorbeelden bij Ziet u wat er staat? Welke conclusie kun je hier uit trekken?
Hoofdstuk 3 Lichtbeelden 1 Werkboek natuurkunde 3H Inleiding: Zien Op de site van het boek vind je bij Ogentest verschillende links over zien, brillen en lenzen. Je kunt er ook je ogen testen. 1. Doe een
Nadere informatieGeometrische optica. Hoofdstuk 1. 1.1 Principe van Huygens. 1.2 Weerkaatsing van lichtgolven.
Inhoudsopgave Geometrische optica Principe van Huygens Weerkaatsing van lichtgolven 3 Breking van lichtgolven 4 4 Totale weerkaatsing en lichtgeleiders 6 5 Breking van lichtstralen door een sferisch diopter
Nadere informatie3HV H2 breking.notebook October 28, 2015 H2 Licht
3HV H2 breking.notebook October 28, 2015 H2 Licht 3HV H2 breking.notebook October 28, 2015 L1 L2 Wanneer een lichtstraal van het ene materiaal het andere ingaat kan de richting van de lichtstraal veranderen.
Nadere informatieWet van Snellius. 1 Lichtbreking 2 Wet van Snellius 3 Terugkaatsing van licht tegen een grensvlak
Wet van Snellius 1 Lichtbreking 2 Wet van Snellius 3 Terugkaatsing van licht tegen een grensvlak 1 Lichtbreking Lichtbreking Als een lichtstraal het grensvlak tussen lucht en water passeert, zal de lichtstraal
Nadere informatieTENTAMEN NATUURKUNDE
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE tweede voorbeeldtentamen CCVN tijd : 3 uur aantal opgaven : 5 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 2) Iedere opgave dient op een afzonderlijk
Nadere informatieBasic Creative Engineering Skills
Spiegels en Lenzen September 2015 Theaterschool OTT-2 1 September 2015 Theaterschool OTT-2 2 Schaduw Bij puntvormige lichtbron ontstaat een scherpe schaduw. Vraag Hoe groot is de schaduw van een voorwerp
Nadere informatieR.T. Nadruk verboden 57
Nadruk verboden 57 Natuurkunde. Les 29 29,1. Beeldvorming bij de bolle spiegel Fig. 29,1. Fig. 29,2. Fig. 29,3. Bij de bolle spiegel geldt eveneens de formule + =. We rekenen hierbij alle afstanden voor
Nadere informatieTrillingen en geluid wiskundig
Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Radialen 3 Uitwijking van een harmonische trilling 4 Macht en logaritme 5 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Sinus van een hoek
Nadere informatieBasic Creative Engineering Skills
Optische systemen Oktober 2015 Theaterschool OTT-1 1 Optische systemen In het theater: Theaterlampen Projectoren Camera s (foto, video, film) In deze les worden achtereenvolgens behandeld: Eigenschappen
Nadere informatieLenzenformules: X F = 20,0. = 20,0 cm
Lenzenformules: = G.. Een voorwerp met een grootte van 0,0 cm bevindt zich op 30,0 cm voor een convergerende lens met een brandpuntsafstand van 20,0 cm. ereken de lineaire vergroting, de coördinaat en
Nadere informatieNewton 4vwo Natuurkunde Hoofdstuk 3 Lichtbeelden
Newton 4vwo Natuurkunde Hoofdstuk 3 Lichtbeelden Hoofdstukvragen: Het hoofdstuk gaat over de lichtbeelden die je met spiegels, lenzen en prisma s kunt maken. Hoe ontstaat bij een spiegel een beeld? En
Nadere informatie3hv h2 kortst.notebook January 08, H2 Licht
3hv h2 kortst.notebook January 08, 209 H2 Licht Wanneer een lichtstraal van het ene materiaal het andere ingaat kan de richting van de lichtstraal veranderen. Hoe de straal afbuigt heeft te maken met de
Nadere informatieN A T U U R W E T E N S C H A P P E N V O O R H A N D E L 1 Copyright
N AT U U R W E T E N S C H A P P E N V O O R H A N D E L 1 2 LICHT EN ZIEN 2.1 Donkere lichamen en lichtbronnen 2.1.1 Donkere lichamen Donkere lichamen zijn lichamen die zichtbaar worden als er licht
Nadere informatieStevin havo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 3 Trillingen ( ) Pagina 1 van 11
Stevin havo deel Uitwerkingen hoofdstuk 3 Trillingen (-0-03) Pagina van Opgaven 3. Zwaaien en dansen a Ja, de periode is h. a Nee, de draaiing is geen eweging rondom een evenwichtsstand. a 5 T = 3600 =
Nadere informatie2 Terugkaatsing en breking
2 Terugkaatsing en breking Instapvragen bij 2 Hoeveel weet je al van de onderstaande vragen? Noteer je voorlopig antwoord. - Voorwerpen die geen licht geven kunnen we toch zien. Hoe komt dat? - Hoe komt
Nadere informatie6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld
6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld Lichtbronnen: Directe lichtbronnen produceren zelf licht Indirecte lichtbronnen reflecteren licht. Je ziet een voorwerp als er licht
Nadere informatieHandleiding bij geometrische optiekset 112114
Handleiding bij geometrische optiekset 112114 INHOUDSOPGAVE / OPDRACHTEN Algemene opmerkingen Spiegels 1. Vlakke spiegel 2. Bolle en holle spiegel Lichtbreking en kleurenspectrum 3. Planparallel blok 4.
Nadere informatieWat is de som van de getallen binnen een cirkel? Geef alle mogelijke sommen!
Estafette-opgave 1 (20 punten, rest 480 punten) Zeven gebieden Drie cirkels omheinen zeven gebieden. We verdelen de getallen 1 tot en met 7 over de zeven gebieden, in elk gebied één getal. De getallen
Nadere informatie3.0 Licht Camera 3.2 Lens 3.3 Drie stralen 3.4 Drie formules 3.5 Oog
3.0 Licht 2 www.natuurkundecompact.nl 3.1 Camera 3.2 Lens 3.3 Drie stralen 3.4 Drie formules 3.5 Oog 1 3.1 Camera www.natuurkundecompact.nl Van ongrijpbaar naar grijpbaar Spiegelbeeld (2hv 5.3) Even groot
Nadere informatieProef Natuurkunde Positieve lens
Proef Natuurkunde Positieve lens Proef door een scholier 1325 woorden 30 juni 2001 5,3 100 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Practicum 5.6 De proef met de positieve lens Inleiding: - Onderzoeksvragen Hoe
Nadere informatieLenzen. N.G. Schultheiss
Lenzen N.G. Schultheiss Inleiding Deze module volgt op de module Spiegels. Deze module wordt vervolgd met de module Telescopen of de module Lenzen maken. Uiteindelijk kun je met de opgedane kennis een
Nadere informatieP is nu het punt waarvan de x-coördinaat gelijk is aan die van het punt X en waarvan de y-coördinaat gelijk is aan AB (inclusief het teken).
Inhoud 1. Sinus-functie 1 2. Cosinus-functie 3 3. Tangens-functie 5 4. Eigenschappen 4.1. Verband tussen goniometrische verhoudingen en goniometrische functies 8 4.2. Enkele eigenschappen van de sinus-functie
Nadere informatieSlangennest Wiskunde B-dag 2018
Slangennest Wiskunde B-dag 2018 2 Basisopgaven Opgave 1: Cirkeldekens (a) Het kleinste geschikte cirkelvormige dekentje heeft een diameter van 15 cm. (b) Slangen die voldoende om de kop heen krullen passen
Nadere informatieAntwoorden Vorm en Ruimte herhaling. Verhoudingen
Antwoorden Vorm en Ruimte herhaling Verhoudingen 1. a. Tegenover elke 4 eenheden A staan 5 eenheden B en omgekeerd. b. 125 ; 80 c. A bevat 800 exemplaren, B bevat 1000 exemplaren. d. x ; y 2. a. 3 : 2
Nadere informatieStevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 4 Vectoren en hefbomen ( ) Pagina 1 van 16
Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 4 Vectoren en hefomen (05-10-2013) Pagina 1 van 16 Opgaven 4.1 Scalars en vectoren 0 a sinα = 0,33 α = 19º 19º tanα = 0,75 α = 37º 37º c 2 = 25 9 = 16 = ± 4 ±4
Nadere informatieLabo Fysica. Michael De Nil
Labo Fysica Michael De Nil 4 februari 2004 Inhoudsopgave 1 Foutentheorie 2 1.1 Soorten fouten............................ 2 1.2 Absolute & relatieve fouten..................... 2 2 Geometrische Optica
Nadere informatieHoofdstuk 4 Machtsverbanden
Opstap Derdemachten O-1a I r r r 1 De inhoud van een kuus met r is 1 cm 3. Als I 7 geldt r 3 want 3 3 7. Een kuus met I 7 heeft een rie van 3 cm. c r in cm 1 3 d I in cm 3 1 7 6 1 l in cm 3 9 7 6 3 - -1-3
Nadere informatieOveral Natuurkunde 3V Uitwerkingen Hoofdstuk 6 Licht
Overal Natuurkunde 3V Uitwerkingen Hoofdstuk 6 Licht 6. Licht en beeld A a Primair licht is afkomstig uit een lichtbron en wordt ook wel direct licht genoemd. Secundair licht is niet direct afkomstig uit
Nadere informatieOog. Netvlies: Ooglens: Voor de stralengang in het oog van lichtstralen zijn de volgende drie onderdelen belangrijk.
Oog Voor de stralengang in het oog van lichtstralen zijn de volgende drie onderdelen belangrijk. Netvlies: Ooglens: Op het netvlies bevinden zich lichtgevoelige zintuigcellen; staafjes en kegeltjes (voor
Nadere informatieHoofdstuk 10 Kegelsneden uitwerkingen
Hoofdstuk 0 Kegelsneden uitwerkingen Hoofdstuk 0 Kegelsneden uitwerkingen Kern Kegeldoorsneden a Loodrecht op de as. b Ellips: hoek tussen vlak en as groter dan de halve tophoek en niet door de top. Parabool:
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Achter dit examen is een erratum opgenomen.
Eamen VW 04 tijdvak woensdag 8 juni.0-6.0 uur wiskunde B (pilot) Achter dit eamen is een erratum opgenomen. Dit eamen bestaat uit 6 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 76 punten te behalen. Voor elk vraagnummer
Nadere informatieStevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 7 Elektromagnetisme (12-12-2012) Pagina 1 van 12
Stevin vwo deel 2 Uitwerkingen hoofdstuk 7 Elektromagnetisme (12-12-2012) Pagina 1 van 12 Opgaven 7.1 Magneten en elektromagneten 1 a Ongelijke polen trekken elkaar aan. De noordpool van een kompas wordt
Nadere informatieHandig met getallen 4 (HMG4), onderdeel Meetkunde
Handig met getallen 4 (HMG4), onderdeel Meetkunde Erratum Meetkunde Je vindt hier de correcties voor Handig met getallen 4 (ISBN: 978 94 90681 005). Deze correcties zijn ook bedoeld voor het Rekenwerkboek
Nadere informatieExamen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VMBO-KB 2008 tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 77 punten te behalen.
Nadere informatieHandleiding Oogfunctiemodel
Handleiding Oogfunctiemodel 300132 De mogelijkheden van het oog functiemodel zijn: - beeldvorming, met een positieve lens - gekleurde voorwerpen zien - accommoderen; werking van de ooglens - oogafwijkingen
Nadere informatieHoofdstuk 6 : Projectie en Stelling van Thales
Hoofdstuk 6 : Projectie en Stelling van Thales - 127 1. Projectie op een rechte (boek pag 175) x en y zijn twee... rechten. We trekken door het punt A een evenwijdige rechte met de rechte y en noemen het
Nadere informatieOm sommen met reflectie op te lossen zijn er twee mogelijkheden: 1. Met de terugkaatsingswet: hoek van inval = hoek van terugkaatsing
Inhoud Reflectie...2 Opgave: bundel op cilinder...3 Opgave: Atomic Force Microscope (AFM)...3 straal treft op grensvlak...5 Opgave: door een dikke lens...8 Opgave: Stralengang door een vloeistoflens...9
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Licht als golf en als deeltje. 24 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Licht als golf en als deeltje 24 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
oofdstuk 0 - oeken en afstanden Voorkennis: Verhoudingen ladzijde 78 V-a e hoeken lijven gelijk want alleen de lengte van de zijden verandert en allemaal met dezelfde factor. Zijde met lengte wordt vergroot
Nadere informatie9 6,5 + 4 is ongeveer 11, dus 7 Vlamingen en 4 Walen. 11 abcde
Hoofdstuk GELIJKVORMIGHEID HAVO. INTRO a g Nee, de gezichten zijn even groot, terwijl de lengtes verschillen. h Ja, alle lengtes van de kleine driehoek worden met,4 vermenigvuldigd. Ja, want van Nils driehoek
Nadere informatieAfsluitende Opdrachten
Afsluitende Opdrachten A Scheve lijnen We weten hoe we het perspectiefbeeld op het tafereel moeten tekenen van een horizontale lijn. Hoe zit dat als de lijn niet horizontaal is? Daarover gaat deze opdracht.
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Blok - Vaardigheden Extra oefening - Basis B-a De formules a = en s= t 8 zijn lineaire formules. Bij tael A hoort een lineair verand omdat de toename in de onderste rij steeds + is. Bij tael B hoort geen
Nadere informatieParagraaf 11.0 : Voorkennis
Hoofdstuk 11 Verbanden en functies (H5 Wis B) Pagina 1 van 15 Paragraaf 11.0 : Voorkennis Les 1 : Stelsels, formules en afgeleide Los op. 3x + 5y = 7 a. { 2x + y = 0 2x + 5y = 38 b. { x = y + 5 a. 3x +
Nadere informatieTechnische Universiteit Eindhoven
Technische Universiteit Eindhoven Tentamen: Golven en Optica (3BB40) Datum: 24 november 2006 N.B.: Dit tentamen bestaat uit 4 vraagstukken en 5 pagina s met formules (LET OP, formulebladen zijn gewijzigd!!).
Nadere informatie