Verslag aan de Provincieraad

Transcriptie

1 10e Directie Dienst 101 Economie Verslag aan de Provincieraad registratienr betreft verslaggever OPRICHTING PROVINCIALE ONTWIKKELINGSMAATSCHAPPIJ de heer Marc De Buck Mevrouwen en mijne Heren, Tussen december 2001 en april 2003 hebben de Vlaamse regering, het provinciaal bestuursniveau en het lokaal bestuursniveau een kerntakendebat gevoerd. Dit debat had als doel het Vlaams binnenlands bestuur zo goed mogelijk te organiseren door een duidelijke verdeling van bevoegdheden en taken tussen deze drie bestuursniveaus en zodoende de overheid doorzichtiger en toegankelijker voor de burger te maken. Dit resulteerde in het bestuursakkoord van 25 april Voor de beleidsdomeinen economie en werkgelegenheid had dit bestuursakkoord een belangrijke impact. Overeenkomstig het bestuursakkoord wordt streekontwikkeling beschouwd als een aangelegenheid waar zowel de lokale als de provinciale besturen bij betrokken zijn en waarbij gewerkt volgens het interbestuurlijk samenwerkingsmodel. De beleidsbepaling inzake streekontwikkeling gebeurt door de democratisch gelegitimeerde besturen, zijnde de provincies en de lokale besturen. In vervanging van de streekplatformen en de subregionale tewerkstellingscomités worden nieuwe structuren opgericht die het overleg en advies m.b.t. het economisch en tewerkstellingsbeleid voor hun rekening nemen. Het betreft de erkende regionale samenwerkingsverbanden (ERSV), de sociaal-economische raden van de regio (SERR) en de regionale sociaal-economische overlegcomités (RESOC). Voor de beleidsuitvoering werden bij decreten van 7 mei 2004 eveneens nieuwe structuren voorzien. Het gaat enerzijds om het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid "Vlaams Agentschap Ondernemen" (VLAO) en anderzijds om provinciale ontwikkelingsmaatschappijen (POM). De oprichting van deze nieuwe structuren impliceren de ontbinding van de actuele Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappijen. Deze hervormingen werken uiteraard door op de invulling van het provinciaal sociaal-economisch beleid waarbij voortaan een duidelijke functiescheiding wordt voorzien tussen :

2 p. 2/6 - Beleidsbepaling door de verkozen instellingen (provincieraad en bestenidge deputatie) en beleidsvoorbereiding door de provinciale beleidsdienst. - Beleidsadvisering en overleg via nieuwe structuren die in de plaats komen van de streekplatformen en STC's. Het gaat (in de actuele stand) om een erkend regionaal samenwerkingsverband op provinciale schaal waar de provincie een belangrijke faciliterende rol moet spelen (en bij gebrek aan een goed functionerende co-governance model) ook sturend zal moeten ageren. Daarnaast zullen 4 op subregionale schaal ingerichte Resoc en Serr functioneren. - Beleidsuitvoering door een provinciale ontwikkelingsmaatschappij (POM) met eigen rechtspersoonlijkheid.(vermits de provincie voor de uitvoering van haar sociaal-economisch beleid op vandaag ook beschikt over de Economische Raad voor Oost-Vlaanderen zal bij de concrete taakafbakening van de POM voor de toekomst ook de rol en de taakstelling van de EROV worden bekeken.) De provinciale ontwikkelingsmaatschappij, die een erkenning krijgt van de Vlaamse overheid, vormt volgens het decreet voortaan het instrument waarmee elke provincie haar sociaal-economisch beleid uitvoert. Zij draagt bij tot de bevordering van de sociaal-economische ontwikkeling van het werkgebied, met name door de ondersteuning en uitvoering van de sociaaleconomische projecten. Zij moeten bovendien de provinciale sociaaleconomische strategie via ontwikkeling, uitvoering en begeleiding van projecten onderbouwen. Hiertoe heeft de POM als taak de uitvoering van projecten gericht op de versterking van de infrastructuur tot vestiging van het bedrijfsleven en ontwikkeling van de ruimtelijk-economische infrastructuur. Ook is de POM betrokken in projecten gericht op een bedrijfsversterkend resultaat en verleent ze medewerking aan projecten tot efficiënte aanwending van de bedrijfsinfrastructuur. Daarnaast kan de POM in opdracht en voor rekening van de Vlaamse regering met bijkomende specifieke opdrachten worden belast. Bovendien is elke erkende POM gerechtigd alle activiteiten te verrichten die rechtstreeks of onrechtstreeks bijdragen tot de verwezenlijking van de missie of taken van de POM. Tenslotte heeft elke erkende POM een aantal bijzondere bevoegdheden. Zo kan de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij op last en kosten van de Vlaamse regering, van de provincie of van de gemeenten, alle onteigeningen, alle werken en alle andere openbare opdrachten van technische aard uitvoeren of laten uitvoeren. Op eigen initiatief en met eigen middelen kan elke erkende POM tevens elk onroerend goed onteigenen, uitrusten, overdragen of rechten van gebruik en genot toestaan. Het oprichten van al dan niet duurzame samenwerkingsverbanden en/of vennootschappen en verenigingen, en/of het hierin deelnemen met het oog op de verwezenlijking van economische projecten en het autonoom aanvragen en ontvangen van subsidies behoort eveneens tot de bijzondere bevoegdheden van de POM.

3 p. 3/6 Belangrijk in het ontwerpdecreet is dat de inrichting, het bestuur en de werking van de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij geregeld wordt door de provincie zelf. * * * Met de goedkeuring van de ontwerpbesluiten betreffende de inwerkingtreding van het Vlaams Agentschap Ondernemen (VLAO) en de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappijen (POM) door de Vlaamse Regering is het traject voor de oprichting van deze nieuwe instellingen in de eindfase beland. De ontwerpbesluiten werden ter advies voorgelegd aan de Raad van State en zullen daarna geagendeerd worden voor goedkeuring door de Vlaamse Regering. De besluiten voorzien de inwerkingtreding van de decreten bij publicatie in het Belgisch Staatsblad. Volgens art. 3 2 het decreet betreffende de POM moeten de erkenningsdossiers van de POM aan de Vlaamse Regering worden voorgelegd uiterlijk 6 maanden na de inwerkingtreding van het decreet op het VLAO en artikel 13 voorziet de opheffing van het decreet op de Gom's 7 maanden na de inwerkingtreding van het POM-decreet. Het blijft nog steeds de intentie om formeel tegen 1 januari 2006 over te gaan tot de oprichting van het VLAO. Gelet op het steeds gehuldigd parallellisme dient ook de oprichting van de POM op korte termijn te gebeuren teneinde de erkenningsprocedure op gang te kunnen brengen. Teneinde de oprichting van de POM voor te bereiden werd een startnota (zie bijlage) opgesteld die de contouren aangeeft voor de oprichting van een Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij voor Oost-Vlaanderen. Tevens werd een Stuurgroep samengesteld die de oprichting van de POM zou voorbereiden. Deze stuurgroep staat onder voorzitterschap van de gedeputeerde bevoegd voor Economie en omvat verder de gedeputeerde bevoegd voor KMO-Erov en handel en ambachten, de directeurs van de provinciale directie economie, de Gom en de Erov en verder ook provinciale deskundigen inzake juridische aangelegenheden en personeel. In uitvoering van het stappenplan dat in de startnota werd geschetst heeft de Stuurgroep in de voorbije periode vooral aandacht besteed aan het opstellen van een ontwerp van statuten en aan het opstellen van een personeelsplan voor de POM. Parallel aan deze werkzaamheden werden op verschillende niveaus (VVP en bilateraal) tevens gesprekken gevoerd met de task-force belast met de oprichting van de VLAO i.v.m. de taakverdeling tussen VLAO en provincie/pom, de personeelmigratie van het Gom-personeel en financiële consequenties verbonden aan het ontbinden van de Gom's. Deze onderhandelingen lopen nog. *

4 p. 4/6 * * Teneinde de timing van het stappenplan te respecteren dringen zich op dit moment reeds een aantal prioritaire beslissingen op die door uw Raad dienen te worden getroffen. Wij stellen de provincieraad voor : - principieel over te gaan tot de oprichting van een POM Oost- Vlaanderen op de eerste van de maand volgend op deze waarin het POMdecreet inwerkingtreedt ; - in te stemmen met het ontwerp van statuten voor de POM Oost- Vlaanderen ; - over te gaan tot de aanduiding van de vertegenwoordigers namens de provincieraad in de POM Oost-Vlaanderen ; - de Bestendige Deputatie te machtigen om het erkenningsdossier voor de POM Oost-Vlaanderen in te dienen bij de Vlaamse Regering. * * * De belangrijkste bepalingen uit de statuten worden hieronder kort toegelicht : 1. Wat de missie, de taakstelling en de bevoegdheden van de POM betreft (artikelen 2 en 3 en 7 tot en met 9) worden in essentie de bepalingen van het POM-decreet overgenomen. De toewijzing aan de POM van de in het decreet omschreven taken zijn trouwens essentieel om erkend te worden door de Vlaamse Regering. Het betreft : - projecten gericht op de versterking van de infrastructuur tot vestiging van het bedrijfsleven en ontwikkeling van de ruimtelijk economische infrastructuur ; - projecten gericht op een bedrijfsversterkend resultaat ; - de medewerking aan projecten tot efficiënte aanwending van de bedrijfsinfrastructuur, zoals brownfieldprojecten. Voor een meer uitgebreide toelichting wat de taakstelling betreft wordt verwezen naar de startnota die in bijlage gaat en waar in annex ook een concretisering van de mogelijke werkvelden van de POM Oost-Vlaanderen wordt aan toegevoegd.

5 p. 5/6 2. De POM zal zijn taken uitvoeren in het kader van een beheersovereenkomst af te sluiten met het provinciebestuur telkens voor de duur van een legislatuur. (art. 10) 3. Er wordt een link gelegd met de nieuwe overleg- en adviesstructuren voor de sociaal-economische streekontwikkeling (Resoc en Serr). (art. 12) 4. Er worden twee bestuursorganen voorzien : de raad van bestuur en het directiecomité De raad van bestuur (art ) wordt samengesteld uit 4 groepen en omvat 22 leden : - 12 leden van de provincieraad, waaronder de gedeputeerde bevoegd voor economie, die tevens van rechtswege voorzitter is ; - de voorzitters van de 4 Resoc's die in Oost-Vlaanderen actief zijn ; - 3 leden voorgedragen door de werknemersorganisaties, vertegenwoordigd in het ERSV Oost-Vlaanderen ; - 3 leden voorgedragen door de werkgeversorganisaties vertegenwoordigd in het ERSV Oost-Vlaanderen Het directiecomité (art ) wordt samengesteld uit de voorzitter van de raad van bestuur en uit ten minste twee en ten hoogste vijf leden. De leidend ambtenaar van de POM Oost-Vlaanderen en de leidend ambtenaar van de provinciale dienst bevoegd voor economie zijn van ambtswege lid van het directiecomité. Het is de raad van bestuur die beslist om bijkomende leden, andere dan de Voorzitter en deze die van ambtswege deel uitmaken van het directiecomité, aan te duiden. Het directiecomité is inzonderheid belast met het dagelijks bestuur en met de voorbereiding en de uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur. 5. Financiën De POM Oost-Vlaanderen ontvangt de inkomsten en draagt de lasten van de uitoefening van haar bevoegdheden en van al haar andere activiteiten. De POM beslist vrij over de omvang, de technieken en de voorwaarden van haar externe financiering ; zij kan onder meer toelagen, giften en legaten ontvangen en leningen aangaan. (art. 51) De basisfinanciering van de POM zal bestaan uit een jaarlijkse subsidie van de provincie. In het ontwerp van de provinciebegroting voor 2006 werd reeds een budget voorzien. In functie van de effectieve inwerkingtreding van de POM zullen via begrotingswijziging de middelen die voorlopig ook nog worden voorzien voor de eventuele tijdelijke voortzetting van de werking van de Gom in 2006, worden overgeheveld naar de Gom.

6 p. 6/6 Wat de provinciale subsidie aan de POM betreft, wordt in beginsel uitgegaan van een budgetneutrale operatie. De beheersovereenkomst met de POM zal de relatie leggen tussen de financiering en de opdrachtverlening door de provincie. In dit verband dient er ook op gewezen dat de POM overeenkomstig het decreet ook de rechtsopvolger ten algemenen titel is van de Gom. 6. Het toezicht op de financiële toestand en de jaarrekeningen wordt uitgeoefend volgens de regelgeving die geldt voor de autonome provinciebedrijven. 7. De raad van bestuur bepaalt de rechtspositieregeling van het personeel van de POM. Het personeel kan in statutair of contractueel verband worden aangesteld. (art. 66) De overgang van het personeel van de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij naar de POM wordt geregeld in een afzonderlijk protocol, volgens de bepalingen van het POM-decreet. Er wordt tevens voorzien dat personeel dat op datum van de inwerkingtreding in contractueel verband in dienst is bij de vzw Erov, tot uiterlijk twee jaar na die datum kan worden overgenomen dit eveneens volgens de bepalingen van het decreet. Kunt u akkoord gaan met dit verslag aan de Provincieraad alsmede met de bijgevoegde ontwerpen van statuten en besluiten? Kunnen deze besluiten in voorkomend geval ondertekend worden namens de Provincieraad? Gent, Namens de Bestendige Deputatie : de Provinciegriffier, Albert De Smet de Gouverneur-Voorzitter, André Denys