Provincieraadsbesluit

Transcriptie

1 10e Directie Dienst 101 Economie Provincieraadsbesluit betreft SUBSIDIEREGLEMENT Subsidiëring van exportbevorderdende initiatieven Gecoördineerde tekst (Provincieraadsbesluiten van 9/12/1999, 12/12/2001,13/11/2003, 9/3/2005 en 28/3/2007) De Provincieraad, Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen; Overwegende dat vele bedrijven voor hun voortbestaan of expansie aangewezen zijn op export; dat door de oprichting van het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen (Flanders Investment en Trade, FIT) het Vlaamse exportlandschap grondig gewijzigd werd; dat overeenkomstig de de kerntakenafspraken tussen de verschillende bestuursniveaus het provinciebestuur voortaan nog enkel initiatieven georganiseerd door het Huis van de Economie wenst te betoelagen ; Overwegende dat de bevordering van de export door Oost-Vlaamse bedrijven past in het voorwaardenscheppend en stimulerend economisch beleid dat de provincie wil voeren; dat, met het oog op de ondersteuning van exportbevorderende initiatieven een reglementair kader dient gecreëerd; Gelet op artikel 85 van de provinciewet; besluit : Artikel 1 Binnen de perken van de daartoe op de begroting van de provincie Oost- Vlaanderen goedgekeurde kredieten en overeenkomstig de bepalingen van dit reglement, kan de bestendige deputatie een subsidie toekennen aan de Oost- Vlaamse bedrijven die deelnemen aan exportbevorderende initiatieven die georganiseerd worden door de provinciale en para-provinciale economische instellingen gehuisvest in het Huis van de Economie (10 e Directie, POM-Oost- Vlaanderen en de EROV).

2 p. 2 Artikel 2 Voor het verkrijgen van deze subsidie komen in aanmerking : eenmanszaken en vennootschappen, ongeacht de rechtsvorm, maar opgericht volgens Belgisch recht en die hun exploitatiezetel hebben in de provincie Oost- Vlaanderen. Artikel 3 De subsidie wordt uitsluitend toegekend aan bedrijven met minder dan 250 werknemers en met, in het boekjaar dat voorafgaat aan het jaar van de aanvraag, een jaaromzet van minder dan 50 miljoen euro of een balanstotaal van minder dan 43 miljoen euro. De bedrijven moeten beantwoorden aan het onafhankelijkheidscriterium. Dit betekent dat het kapitaal of de stemrechten in de ondernemingen voor niet meer dan 25 % in het bezit mogen zijn van een grote onderneming of van een aantal grote ondernemingen samen. Als grote onderneming wordt beschouwd elke onderneming die ten minste 250 werknemers telt of een jaaromzet heeft van ten minste 50 miljoen euro en een balanstotaal van ten minste 43 miljoen euro. Artikel 4 1 De bovengenoemde beurzen, missies, contact- of trefdagen mogen zowel binnen als buiten Europa plaatshebben. Binnenlandse manifestaties komen evenwel niet in aanmerking. Voor contact- of trefdagen verschilt de subsidieregeling naargelang het gaat om een activiteit binnen de E.E.R. of buiten de E.E.R. De E.E.R. (Europese Economische Ruimte) omvat naast de landen van de Europese Unie ook nog volgende landen: Noorwegen, Liechtenstein en IJsland. 2 Voor elke beurs kan maximaal driemaal een subsidie per aanvrager worden toegekend. 3 De initiatieven moeten gericht zijn op landen of regio s waar het bedrijf geen of een beperkte afzet van haar producten en/of diensten realiseert, behoudens voor de promotie van een volledig nieuw product of een nieuwe dienst. Artikel 5 1 De goederen en diensten waarvan de provincie de export wenst te bevorderen en die het voorwerp dienen uit te maken van het in artikel 4 bedoelde exportinitiatief moeten in Vlaanderen geproduceerd, verwerkt en/of gepresteerd worden. 2 Het exportinitiatief moet uitgaan van bedrijven uit de volgende sectoren : de sectoren met NACE-code 01 tot en met 372, met uitzondering van code 296 (wapens en munitie). de sectoren met NACE-code 451 tot en met 455 de sectoren met NACE-code 511 tot en met 527.

3 p. 3 de sectoren met NACE-code 601 tot en met 642 de sectoren met NACE-code 721 tot en met 726. de sectoren met NACE-code 741 tot en met Dit reglement valt onder de Europese de minimisregeling. Het totale steunbedrag van alle steun die toegekend wordt aan een bepaalde onderneming in het kader van de de minimisregeling mag het maximumbedrag dat krachtens de Europese de minimisregeling geldt niet overtreffen. Dit gedurende een periode van drie jaar, te rekenen vanaf het moment dat de eerste de minimissteun aan de betrokken onderneming is toegekend. Artikel 6 1 Deze provinciale subsidie wordt enkel verleend wanneer, voor hetzelfde exportinitiatief, van een andere internationale, federale, gewestelijke of lokale overheid geen steun verkregen wordt. De aanvrager dient in eerste instantie de subsidiëringsmogelijkheden via Flanders Investment en Trade (FIT) te benutten. Pas wanneer die uitgeput zijn, kan een provinciale subsidie aangevraagd worden. De aanvrager dient het bewijs hiervan bij de aanvraag te voegen. Artikel 7 1 De provinciale subsidie bedraagt 50 % van de bewezen kosten met een maximum van 500,00 EUR (initiatieven binnen de E.E.R) of 1 250,00 EUR (initiatieven buiten de E.E.R.) per initiatief voor de deelneming aan contact- en trefdagen. Voor de deelneming aan beurzen, economische, commerciële, regionale of sectoriële missies in het buitenland bedraagt dit maximum 2 500,00 EUR indien deze georganiseerd worden door het provinciebestuur zelf (10 e Directie). In de andere gevallen bedraagt het 500,00 EUR. 2 De initiatieven moeten plaatshebben binnen de 12 maanden volgend op de aanvraag. 3 De provinciale subsidie kan voor verschillende initiatieven tijdens dat jaar worden aangevraagd. De toegestane subsidie zal evenwel nooit hoger zijn dan 500,00 EUR (overeenkomstig 1) ; of 1 000,00 EUR (binnen de E.E.R.) of 2 500,00 EUR (buiten de E.E.R.) (overeenkomstig 2). In geval van een combinatie van manifestaties zoals bedoeld in 1 en 2 zal de totale provinciale subsidie nooit hoger liggen dan 5 000,00 EUR. Er kan geen subsidie worden toegekend voor initiatieven die minder kosten dan 500,00 EUR. Artikel 8 1 De volgende kosten mogen in rekening worden gebracht als verantwoording voor het berekenen van de provinciale subsidie voor de deelneming aan buitenlandse beurzen : al de kosten die verband houden met de standplaats op de beurs (inclusief transportkosten van materiaal voor de standplaats, electriciteits- en telefoonaansluiting, verplichte publicitaire

4 p. 4 bijdragen, taksen en alle kosten die het normaal functioneren van de stand mogelijk moeten maken). 2 De volgende kosten mogen in rekening worden gebracht voor het berekenen van de provinciale subsidie voor de deelneming aan missies of contact- en trefdagen : - de verplaatsingskosten (inclusief de verplaatsingskosten ter plaatse); - de hotelkosten (exclusief de afzonderlijke maaltijden, receptiekosten, fooien, e.d.); - vertaalkosten en/of honoraria van tolken; - de deelnamekosten. 3 Met betrekking tot de deelname aan missies, contact- of trefdagen komt de deelname van maximum één persoon in aanmerking voor subsidiëring. Artikel 9 1 De aanvragen voor het verkrijgen van de subsidie moeten voor de aanvang van het initiatief en op straffe van verval, vóór 15 december van het desbetreffende jaar worden ingediend bij het provinciebestuur van Oost- Vlaanderen, Gouvernementstraat 1, 9000 Gent. De poststempel geldt als bewijs. 2 De aanvraag voor het verkrijgen van de subsidie dient de volgende elementen te bevatten : - een omschrijving van de activiteiten van het bedrijf (NACE-code). - een omstandige omschrijving van het initiatief waaraan werd of zal worden deelgenomen. - de vermelding of het gaat om een eigen initiatief of om de deelneming aan een georganiseerd initiatief. - het bewijs waaruit desgevallend blijkt dat het gaat om een georganiseerd initiatief. - het omzetcijfer en het balanstotaal. - het aantal werknemers op basis van de meest recente RSZ-staat. - het bewijs (eventueel een verklaring op eer) dat de goederen waarvan de export wordt beoogd van Vlaamse oorsprong zijn. - bij de principeaanvraag dient tevens een gedetailleerde kostenraming te worden gevoegd van de posten vermeld in artikel 8. 3 De aanvragen worden in chronologische volgorde van ontvangst door de provincie behandeld tot uitputting van het krediet. Ze kunnen aanleiding geven tot het vragen van bijkomende informatie of bewijsstukken.

5 p. 5 Het bedrijf verbindt zich ertoe om deze binnen een termijn van één maand te bezorgen. Het bedrijf zal binnen de maand een principiële toezegging of afwijzing ontvangen. Artikel 10 De begunstigde wordt vrijgesteld van de verplichtingen tot het indienen van een verslag inzake beheer en financiële toestand, balans en rekeningen bij de aanvraag van de subsidie en na afloop van het werkjaar, zoals bepaald in artikel 5, 1 en 2 van de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen. Artikel 11 1 De aanvraag om uitbetaling van de principieel toegekende subsidie dient een copie te bevatten van de facturen of andere bewijsstukken betreffende de posten vermeld in artikel 8. Deze verantwoordingsstukken moeten bij de provincie worden ingediend uiterlijk op 31 augustus van het jaar volgend op het werkjaar waarvoor de subsidie werd toegekend. 2 De provinciale subsidie wordt uiterlijk drie maanden nadat de aanvraag tot uitbetaling werd ingediend en desgevallend vervolledigd, uitbetaald. 3 De uitbetaling gebeurt door overschrijving op de financiële rekening van de aanvrager overeenkomstig de regels van de provinciale boekhouding. Artikel 12 De deputatie toetst elke aanvraag aan de toepassingsvoorwaarden van het reglement. Artikel 13 De subsidie wordt slechts voorwaardelijk toegekend. Indien de bepalingen van dit reglement niet worden nageleefd of indien onjuiste of onvolledige gegevens aan de provinciale administratie werden meegedeeld, kan de subsidie bij beslissing van de deputatie teruggevorderd worden. Gent, Namens de Provincieraad : de Provinciegriffier de Voorzitter