Provincieraadsbesluit

Transcriptie

1 directie Welzijn, Gezondheid, Wonen, Jeugd en Ontwikkelingssamenwerking dienst Maatschappelijke Participatie dossiernummer: Provincieraadsbesluit betreft verslaggever JEUGD - wijziging subsidiereglement voor jeugdwerkinitiatieven gericht op kinderen en jongeren met een beperking (KJB) Eddy Couckuyt De Provincieraad, Gelet op het art en 2 van het provinciedecreet; Gelet op de wet van 14 november 1983, art. 3 en 7 1 ste lid betreffende de controle op de toekenning en aanwending van subsidies; Gelet op het reglement van 12 oktober 2005 met betrekking tot de controle op de toekenning en op de aanwending van toelagen en de reservevorming met provinciale subsidies; Gelet op het provincieraadsbesluit van 15 oktober 2008 waarbij de eerste versie van het subsidiereglement voor jeugdwerk gericht naar kinderen en jongeren met een beperking werd goedgekeurd; Gelet op het provincieraadsbesluit van 14 oktober 2009 waarbij de eerste wijzigingen van het reglement voor jeugdwerk gericht naar kinderen en jongeren met een beperking werd goedgekeurd; Gelet op het advies 11/AV/02 geformuleerd door de Algemene Vergadering van de Provinciale Jeugdraad Oost-Vlaanderen op 23 juni Overwegende dat het reglement in het leven geroepen is om het vrijetijdsaanbod voor kinderen en jongeren te vergroten en kwalitatief te verbeteren en het subsidiëren van kwaliteitsprojecten hiertoe bijdraagt, besluit: Het reglement wordt als volgt vastgelegd: Artikel 1 - Doel 1 Binnen de perken van de kredieten, goedgekeurd binnen het meerjarenplan en het budget van de Provincie Oost-Vlaanderen, en overeenkomstig de bepalingen van dit reglement kan de deputatie subsidies verlenen aan jeugdwerkinitiatieven die zich specifiek of hoofdzakelijk richten op kinderen en jongeren met een beperking.

2 p. 2/6 Er kan een projectsubsidie ter bevordering van de kwaliteit van de werking of een aanmoedigingspremie worden toegekend. De deputatie bepaalt jaarlijks welk percentage van de goedgekeurde kredieten voor aanmoedigingspremie wordt voorafgenomen, zonder dat dit hoger mag zijn dan 30 % van de goedgekeurde kredieten. Indien er geen aanvragen voor aanmoedigingspremie worden ingediend blijft het volledige bedrag van de goedgekeurde kredieten ter beschikking voor de toekenning van de projectsubsidie ter bevordering van de kwaliteit van de werking De aanmoedigingspremie betreft een eenmalige financiële ondersteuning teneinde initiatieven te ontplooien om te kunnen voldoen aan bepaalde strengere aanvraagcriteria voorde projectsubsidie ter bevordering van de kwaliteit van de werking. 2 Zijn van subsidiëring op grond van dit reglement uitgesloten : a) organisaties die gesubsidieerd worden op basis van het provinciaal subsidiereglement voor provinciaal jeugdwerk; b) organisaties, diensten en voorzieningen voor personen met een handicap gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap; c) organisaties en diensten die uitsluitend trajectbegeleiding naar het bestaande aanbod organiseren en zelf dus geen vrijetijdsaanbod realiseren. Artikel 2 - Definities Onder "jeugdwerkinitiatief dat zich specifiek of hoofdzakelijk richt op kinderen en jongeren met een beperking" wordt verstaan: - een socio-culturele voorziening voor de jeugd; - gericht op persoonlijke ontplooiing en op het functioneren in de samenleving als individu en als groep; - onder educatieve begeleiding; - gesitueerd in de vrije tijd van de deelnemers; - waaraan wordt deelgenomen op vrijwillige basis. De doelgroep moet bovendien kinderen en jongeren betreffen van 6 tot 30 jaar met een mentale en/of fysieke en/of sensoriële beperking. Onder dagdeel wordt verstaan: een periode van minstens 2 uur activiteit; Onder werkingsjaar wordt verstaan: de periode van 1 september tot en met 31 augustus van het jaar, voorafgaand aan de datum van de aanvraag; Onder aanvraagjaar wordt verstaan: het kalenderjaar waarin de subsidie moet worden aangevraagd; Onder subsidiejaar wordt verstaan: het kalenderjaar volgend op het aanvraagjaar, waarin de subsidies effectief worden uitbetaald. Artikel 3 Aanvraagcriteria 1 Om in aanmerking te komen voor projectsubsidie moet een jeugdwerkinitiatief cumulatief aan volgende voorwaarden voldoen :

3 p. 3/6 a) ofwel opgericht zijn onder de vorm van een feitelijke vereniging op voorwaarde dat deze feitelijke vereniging is aangesloten bij een provinciale of landelijke jeugdwerkorganisatie, erkend door de Vlaamse overheid; ofwel opgericht zijn onder de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk; ofwel ingericht zijn door een gemeente of een intergemeentelijk samenwerkingsverband overeenkomstig het Decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking. Wordt het jeugdwerkinitiatief ingericht door een gemeente of een intergemeentelijk samenwerkingsverband dan verbindt de inrichter er zich toe de gemeentelijke financiële inbreng niet te verminderen om reden van de toegekende subsidie op basis van dit reglement. Behoudens de gevallen hierboven kan een aanvraag van een louter feitelijke vereniging worden aanvaard door de deputatie, mits toetsing van de werking aan de definitie van jeugdwerk zoals beschreven in het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid, gewijzigd bij de decreten van 23 december 2005 en 15 december 2006, na advies van het Dagelijks Bestuur van de Provinciale Jeugdraad. b) de zetel en/of het secretariaat hebben in de provincie Oost-Vlaanderen; c) toegankelijk zijn voor alle kinderen en jongeren met een beperking, los van het feit of ze in één of andere hulpvoorziening verblijven dan wel thuis of alleen wonen; d) een werking opzetten waarbij activiteiten voor de doelgroep gespreid zijn over minimaal 6 maanden van een werkingsjaar; e) minimaal 25 dagdelen aan activiteiten voor de doelgroep realiseren in een werkingsjaar, met dien verstande dat per dag maximaal 3 dagdelen in rekening kunnen worden gebracht: één in de voormiddag, één in de namiddag en één in de avond; f) deze activiteiten hoofdzakelijk tot stand brengen op het grondgebied van Oost-Vlaanderen; g) minimaal 10 verschillende kinderen en jongeren met een beperking met woonplaats in de provincie Oost-Vlaanderen bereiken. De aanvrager levert hiertoe zelf het bewijsmateriaal aan (bv. ledenlijsten, inschrijvingslijsten, jaarverslag, enz ). 2 Om in aanmerking te komen voor een aanmoedigingspremie moet een jeugdwerkinitiatief cumulatief voldoen aan de aanvraagcriteria bepaald in 1 in dit artikel met dien verstande dat a) de spreiding van de activiteiten over het werkingsjaar, zoals bepaald in 1, d), wordt verminderd naar minimaal 4 maanden; b) het minimaal te realiseren dagdelen, zoals bepaald in 1, e), wordt verminderd naar 20; c) het minimaal aantal verschillende kinderen en jongeren, zoals bepaald in 1,g), wordt verminderd naar 7.

4 p. 4/6 Artikel 4 Aanvraagprocedure De aanvraag van zowel de projectsubsidie als de aanmoedigingspremie moet voor 1 december van het aanvraagjaar schriftelijk of tegen ontvangstbewijs worden ingediend op het daartoe bestemde formulier en worden gericht aan de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen, p.a. Dienst Maatschappelijke participatie, Sector Jeugd, W. Wilsonplein 2, 9000 Gent. De poststempel of de datum van het ontvangstbewijs geldt als bewijs. Aanvraagformulieren kunnen worden aangevraagd bij de Dienst Maatschappelijke Participatie Sector Jeugd (jeugddienst@oostvlaanderen.be of ) of worden gedownload via In de aanvraag moet worden beschreven waarvoor de subsidie zal worden aangewend en moeten de te bereiken doelstellingen worden geformuleerd. Betreft het een aanvraag voor a aanmoedigingspremie dan moet uit de aanvraag bovendien duidelijk blijken op basis van welke planmatige strategie initiatieven zullen worden ontplooid om te kunnen voldoen aan bepaalde strengere aanvraagcriteria voor projectsubsidie. Het aanvraagdossier bevat alle dienstige stukken om de aanvraagcriteria te kunnen toetsen. Artikel 5 Subsidiecriteria 1 Bij de inhoudelijke beoordeling van een aanvraag voor de projectsubsidie ter bevordering van de kwaliteit van de werking wordt rekening gehouden met 1 of meerdere van volgende criteria: a. Het werken aan een ruimere spreidingsgraad van de activiteiten aangeboden aan de doelgroep; b. Het uitbreiden van de werking op vlak van aantal dagdelen; c. Het verbeteren van de werking mbt de aard van de activiteiten, rekening houdend met de organisatorische vereisten, de kostprijs en het gedifferentieerd karakter; d. Het werken aan een bovenlokale uitstraling van het initiatief; e. Het opzetten van samenwerkingen met andere organisaties met het oog op het realiseren van een groter draagvlak; f. Het inzetten op een groter bereik van kinderen en jongeren met een beperking; g. Het werken aan de kwalificatie en de ervaringsdeskundigheid van de begeleiders. 2 Bij de inhoudelijke beoordeling van een aanvraag voor de aanmoedigingspremie wordt rekening gehouden met de te ontplooien initiatieven binnen een planmatige strategie om te kunnen voldoen aan bepaalde strengere aanvraagcriteria voor reguliere werkingssubsidie.

5 p. 5/6 Artikel 6 Beslissingsprocedure Een externe beoordelingscommissie onderzoekt of het jeugdwerkinitiatief voor subsidiëring in aanmerking komt, hetzij voor projectsubsidies, hetzij voor de eenmalige aanmoedigingspremie. Deze beoordelingscommissie bestaat uit minimum 3 personen die beschikken over deskundigheid in het werkveld jeugd. Ze worden aangesteld door de deputatie. Ten hoogste twee derden van de leden is van hetzelfde geslacht. Onder de in aanmerking komende jeugdwerkinitiatieven voert deze commissie een onderlinge weging door op basis van de subsidiecriteria, bepaald in artikel 5, en stelt ze, in functie van het beschikbaar budget, het toe te kennen subsidiebedrag voor. De beoordelingscommissie beslist bij consensus. Wordt deze niet bereikt dan gaat het advies vergezeld van een minderheidsstandpunt. Het voorzitterschap respectievelijk het secretariaat van de beoordelingscommissie wordt waargenomen door een personeelslid van de Directie Welzijn, Gezondheid, Jeugd en Ontwikkelingssamenwerking, met raadgevende stem zonder stemrecht. De deputatie beslist uiterlijk op 1 april van het subsidiejaar, op advies van de beoordelingscommissie. De leden van de beoordelingscommissie ontvangen een kopie van de beslissing van de deputatie. Een projectsubsidie, verleend op grond van dit reglement, mag niet worden gecumuleerd met een andere subsidie van de provincie voor zover die subsidie betrekking heeft op dezelfde activiteiten. Eenzelfde project kan maximum 3 jaar na elkaar gesubsidieerd worden. Een aanmoedigingspremie kan slechts eenmalig worden toegekend. Artikel 7 Verbintenissen van de aanvrager De aanvrager dient in al zijn promotiemateriaal en mededelingen naar aanleiding van het gesubsidieerde project de ondersteuning door de provincie Oost-Vlaanderen te vermelden, met inbegrip van het logo. Indien de gegevens die bij de aanvraag werden verstrekt, veranderd zijn, brengt de initiatiefnemer het provinciebestuur op de hoogte. Artikel 8 Controle en sancties Het provinciebestuur heeft het recht om de aanwending van de subsidies te (laten) controleren, overeenkomstig het Reglement van 12 oktober 2005 met betrekking tot de controle op de toekenning en op de aanwending van toelagen en de reservevorming met provinciale subsidies. Dit reglement bevat, afhankelijk van het subsidiebedrag, de controlemechanismen enerzijds en een opsomming van de stukken die in functie van de financiële controle minimaal

6 p. 6/6 moeten worden ingediend ter verantwoording van de subsidie anderzijds. Zij kan tevens overgaan tot inspectiebezoeken en op haar verzoek worden haar de nodige inlichtingen en documenten verstrekt. Indien blijkt dat onjuiste gegevens werden opgenomen in de subsidieaanvraag of in de in te dienen stukken of dat het reglement niet correct werd nageleefd kan de deputatie, onverminderd het bepaalde in het voorgaande lid de toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen. Misbruik kan aanleiding geven tot uitsluiting van toekomstige provinciale subsidies. Artikel 9 Betwistingen De Deputatie beslist over alle betwistingen met betrekking tot de toepassing van dit reglement. Gent, 12 oktober 2011 namens de Provincieraad: de provinciegriffier, (get.) Albert De Smet de voorzitter, (get.) Marc Lootens