Provincieraadsbesluit

Transcriptie

1 directie Cultuur dienst Kunsten & Cultuurspreiding dossiernummer: Provincieraadsbesluit betreft Cultuurspreidende en cultuureducatieve projecten Provinciaal reglement betreffende de toekenning van projectsubsidies aan cultuurspreidende en cultuureducatieve projecten met bovenlokale uitstraling verslaggever Jozef Dauwe 1. Feitelijke en juridische gronden Artikel 42, 3 van het Provinciedecreet. Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen. Reglement van 12 oktober 2005 met betrekking tot de controle op de toekenning en op de aanwending van toelagen en de reservevorming met provinciale subsidies. Voorstel van de deputatie van 6 februari Motivering Op basis van artikel 42, 3 van het Provinciedecreet stelt de Provincieraad de provinciale reglementen vast. Deze reglementen kunnen onder meer betrekking hebben op het provinciaal beleid, de provinciale belastingen en retributies en het inwendige bestuur van de provincie. Met voorliggend subsidiereglement wil het provinciebestuur cultuurspreidende en cultuureducatieve projecten met bovenlokale uitstraling verder stimuleren en ondersteunen in het kader van het streekgericht bibliotheekbeleid, het lokaal cultuurbeleid en het sociaal-cultureel volwassenenwerk. Het reglement draagt specifiek bij tot de realisatie van de volgende beleidsdoelstelling: het cultuuraanbod diversifiëren en spreiden, en de kwaliteit en de toegankelijkheid ervan bewaken en verhogen. Bij deze beleidsdoelstelling hoort volgend actieplan: de geografische, sociale en thematische spreiding van het cultuuraanbod bevorderen door subsidies en eigen activiteiten. Aan dit actieplan zijn onder meer volgende acties verbonden: sociaal-culturele en cultuurspreidende projecten initiëren en subsidiëren en bijzondere tijdelijke initiatieven van openbare bibliotheken (en samenwerkingen van bibliotheken) ondersteunen. De deputatie kan, binnen de perken van de daartoe op het budget van de Provincie Oost-Vlaanderen goedgekeurde kredieten, subsidies toekennen voor

2 p. 2 cultuurspreidende en cultuureducatieve projecten met een bovenlokale uitstraling die kaderen in een kwalitatief en duurzaam cultuurbeleid. De bestaande reglementen, namelijk het reglement projectsubsidies aan de openbare bibliotheken in Oost-Vlaanderen van 9 april 2014, het reglement met betrekking tot de toekenning van projectsubsidies in de sector van het sociaalcultureel volwassenenwerk van 18 december 2008 en het reglement met betrekking tot de ondersteuning van initiatieven in het kader van het lokaal cultuurbeleid van 16 juni 2004 dienen te worden bijgestuurd op basis van de ervaringen en het nog beter kunnen inspelen op vragen en noden vanuit het werkveld. Het doel is om één nieuw reglement te maken dat de reeds bestaande reglementen vervangt en aanvult. Het samengaan van betreffende reglementen wordt voorgesteld en ingegeven omwille van verschillende factoren: de mogelijkheid om de gewijzigde taken voor de provinciebesturen binnen de interne staatshervorming toe te passen, het streven om sectoroverschrijdende samenwerkingen binnen het provinciaal cultuurbeleid te stimuleren en de vraag om het aantal reglementen binnen de cultuursector te beperken. 3. Besluit De Provincieraad stelt het Reglement met betrekking tot de toekenning van projectsubsidies aan cultuurspreidende en cultuureducatieve projecten met bovenlokale uitstraling als volgt vast: Artikel 1 Voorwerp De deputatie kan, binnen de perken van de daartoe op het budget van de Provincie Oost-Vlaanderen goedgekeurde kredieten, subsidies toekennen voor cultuurspreidende en cultuureducatieve projecten met een bovenlokale uitstraling die kaderen in een kwalitatief en duurzaam cultuurbeleid. Artikel 2 Definities Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: Openbare bibliotheek: alle Oost-Vlaamse gemeentelijke openbare bibliotheken die voldoen aan de voorwaarden zoals gesteld in het decreet betreffende het lokaal cultuurbeleid van 6 juli Structureel samenwerkingsverband van openbare bibliotheken: een structureel samenwerkingsverband van openbare bibliotheken dat rechtstreeks of via een beherende gemeente over rechtspersoonlijkheid beschikt. Structureel samenwerkingsverband lokaal cultuurbeleid: een structureel samenwerkingsverband van gemeenten, dat rechtstreeks of via een beherende gemeente over een rechtspersoonlijkheid beschikt en is opgericht met het doel (aspecten van) het lokaal cultuurbeleid te realiseren.

3 p. 3 Cultuurcentrum: culturele infrastructuur, zoals bepaald in art. 2,3 van het decreet betreffende het lokaal cultuurbeleid van 6 juli Gemeenschapscentrum: culturele infrastructuur, zoals bepaald in art. 2,2 van het decreet betreffende het lokaal cultuurbeleid van 6 juli Cultuurdienst: gemeentelijke dienst, belast met de uitvoering van het gemeentelijk cultuurbeleid. Lokaal cultuurbeleid: het lokaal cultuurbeleid, zoals bepaald in art. 2,1 van het decreet betreffende het lokaal cultuurbeleid van 6 juli Sociaal-cultureel volwassenenwerk: het sociaal-cultureel volwassenenwerk, zoals bepaald in art. 2, 1 van het decreet betreffende het sociaal-cultureel volwassenenwerk van 4 april Project: een éénmalig samenhangend geheel van activiteiten dat een vooraf geformuleerd resultaat beoogt. Adviescommissie: provinciale adviescommissie die de deputatie van de Provincie Oost- Vlaanderen adviseert over het cultuurbeleid. Cultuurspreidende activiteiten: activiteiten die de geografische, sociale en/of thematische spreiding van cultuur bevorderen. Gemeenschapsvormende activiteiten: activiteiten gericht op het versterken en vernieuwen van het sociale weefsel en op groepsvorming met het oog op een duurzame, democratische, solidaire, open en cultureel diverse samenleving. Participatiebevorderende activiteiten: activiteiten die de participatie van alle burgers aan cultuur bevorderen met bijzondere aandacht voor specifieke doelgroepen zoals omschreven in het decreet houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport. Cultuureducatie: elke vorm van intentionele educatie die een bewuste omgang met cultuur nastreeft in een bewust gehanteerd medium. Cultuureducatie is gericht op persoonlijke en sociale ontwikkeling, en bewustwording en op het verwerven van de competentie en de bereidheid om aan cultuur deel te nemen en deel te hebben. Artikel 3 Aanvraagcriteria Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet aan de volgende cumulatieve criteria voldaan zijn:

4 p. 4 1 De subsidie kan aangevraagd worden door: a. Openbare bibliotheken b. Structureel samenwerkingsverbanden van openbare bibliotheken c. Structureel samenwerkingsverbanden lokaal cultuurbeleid d. Cultuurcentra of gemeenschapscentra e. Cultuurdiensten f. Elke bovenlokale organisatie die opgericht is met het doel sociaal-cultureel volwassenenwerk te organiseren. Plaatselijke afdelingen van verenigingen voor sociaal-cultureel volwassenenwerk komen niet in aanmerking. 2 De aanvragende instantie heeft haar zetel of een secretariaat binnen de Provincie Oost-Vlaanderen en de geplande activiteiten worden ook binnen deze provincie ontplooid. 3 Het project mag niet georganiseerd worden voor of in samenwerking met een commerciële organisatie. Artikel 4 Aanvraagprocedure De subsidieaanvraag gebeurt via het daartoe bestemde online aanvraagformulier dat terug te vinden is op de website De datum en uur waarop het online aanvraagformulier werd doorgestuurd, geldt als bewijs van de datum van indiening. Men kan het formulier ook per post bezorgen gericht aan de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen (Dienst Kunsten en Cultuurspreiding), Gouvernementstraat 1, 9000 Gent. De datum van de poststempel of de datum van het ontvangstbewijs gelden als bewijs van datum van indiening. Voor de aanvraag tot subsidiëring worden 2 indiendatums voorzien: - vóór 1 oktober van het jaar voorafgaand aan de startdatum van het project (voor projecten die starten tussen 1 januari en 31 december) - vóór 1 april van het jaar waarin het project plaatsvindt (voor projecten die starten tussen 1 juni en 31 december) De aanvraag moet minstens volgende stukken bevatten: a) een nauwkeurige beschrijving van het project met inbegrip van doelstelling, doelpubliek, methodieken, datum en tijdsverloop, plaats, en thema b) een uitgebreide motivering omtrent de meerwaarde en de bovenlokale uitstraling van het project c) een toetsing door de organisator aan de in artikel 5 vermelde beoordelingscriteria die van toepassing zijn d) een gedetailleerde begroting van inkomsten en uitgaven; uit de inkomstenzijde van de begroting moet duidelijk blijken uit welke andere financieringsbronnen wordt geput e) naam, adres en telefoonnummer van de contactpersoon

5 p. 5 f) het rekeningnummer en de adresgegevens waarop het eventuele subsidiebedrag kan gestort worden g) indien de aanvrager van de subsidie een rechtspersoon is: de gecoördineerde tekst van de statuten, zoals neergelegd in het dossier van de rechtspersoon op de Griffie van de bevoegde Rechtbank van Koophandel h) indien de organisator van het project een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid is, moet een van de partners met rechtspersoonlijkheid zich opgeven als eindverantwoordelijke Onvolledige aanvragen worden niet in aanmerking genomen. Artikel 5 Subsidiecriteria Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet het project aan de volgende verplichte cumulatieve criteria voldoen: - een bovenlokale uitstraling hebben - een actieve betrokkenheid en een evenwichtige samenwerking met verschillende actoren/partners aantonen. Bij de beoordeling van de aanvragen wordt ook, niet-cumulatief en in willekeurige volgorde, met volgende criteria rekening gehouden: - de doelstellingen - de beoogde doelgroep(en) - de gebruikte methodieken en processen - de professionele omkadering - de aandacht voor vernieuwing - het maatschappelijk en culturele gebeuren dat rond het project ontwikkeld wordt - de aandacht voor cross-overs met andere sectoren - de gemeenschapsvormende meerwaarde - het participatiebevorderend aspect - de bijdrage aan cultuurspreiding in de regio - de impulsfunctie - de mate waarin het project past binnen het provinciaal cultuurbeleid - de begroting. Artikel 6 Beslissingsprocedure De subsidieaanvragen worden vooraf beoordeeld door de bevoegde adviescommissie. De leden van deze adviescommissie worden aangeduid door de deputatie. De voorzitter van deze adviescommissie is de directeur van de directie Cultuur van de Provincie Oost-Vlaanderen. Deze adviescommissie hanteert bij de beoordeling de subsidiecriteria, zoals omschreven in artikel 5, en formuleert een voorstel met betrekking tot het bedrag van de subsidie aan de deputatie. De aanvragen voor subsidie of de verlengingen worden voorgelegd aan de deputatie, die beslist.

6 p. 6 Artikel 7 Bedrag van de subsidie en modaliteiten van uitbetaling De deputatie kent aan de aanvrager een eenmalige subsidie van maximaal 50% van de aanvaardbare uitgaven toe. Deze subsidie kan in 2 schijven worden uitbetaald. De 1 ste schijf (50 % van de toegezegde subsidie) kan, als voorschot, uitbetaald worden na goedkeuring van het project door de deputatie. De 2 de schijf (max. 50 % van de toegezegde subsidie) wordt uitbetaald na ontvangst van alle verantwoordingsstukken. De aanvragen van subsidie worden afgehandeld tot uitputting van het krediet. Een subsidie, verleend op basis van dit reglement, mag worden gecumuleerd met een andere subsidie van de Provincie Oost-Vlaanderen of met een gelijkaardige subsidie van een andere overheid. Dubbele subsidiëring voor dezelfde uitgaven is echter uitgesloten. Een project kan maximaal over 3 jaar worden gerealiseerd. Per projectjaar moet een nieuwe aanvraag worden ingediend. Volgende kosten komen in aanmerking voor subsidiëring: a) de uitkoopsommen voor optredende groepen en kunstenaars b) de honoraria en/of reis- en verblijfkosten voor lesgevers, sprekers of medewerkers, niet behorend tot het personeel c) de publiciteits- en promotiekosten zoals brochures, uitnodigingen, affiches, d) de kosten voor aanmaak en aankoop van educatief materiaal e) de huur van apparatuur f) de huur van tentoonstellings- en educatief materiaal g) de huur van ruimten bij derden, met inbegrip van de kosten voor onderhoud, verwarming en verlichting h) de auteursrechten. Volgende kosten komen niet in aanmerking voor subsidiëring: a) de representatiekosten en uitgaven voor catering b) andere reis- en verblijfkosten dan hierboven opgesomd c) de uitgaven voor geschenken en attenties d) de personeelskosten e) de aankoop van uitrusting. Artikel 8 Verbintenissen van de aanvrager van de subsidie De aanvrager van de subsidie verbindt zich ertoe: 1 de administratie te voeren volgens het daartoe bestemde formulier 2 de samenwerking met en/of het logo van de Provincie Oost-Vlaanderen op herkenbare wijze te vermelden en/of aan te brengen op alle communicatie die

7 p. 7 wordt gevoerd met betrekking tot het project. De Provincie Oost-Vlaanderen ontvangt een uitnodiging voor elke activiteit die kadert in het project 3 de aanvangs- en einddatum van het project mee te delen. Artikel 9 Controle en sancties De Provincie Oost-Vlaanderen heeft het recht om de aanwending van de subsidies te (laten) controleren op basis van het Reglement van 12 oktober 2005 met betrekking tot de controle op de toekenning en op de aanwending van toelagen en de reservevorming met provinciale subsidies. Dit reglement bevat, afhankelijk van het bedrag van de subsidie, de controlemechanismen en een opsomming van de stukken die in functie van de financiële controle minimaal moeten worden ingediend ter verantwoording van de subsidie. Indien blijkt dat onjuiste gegevens werden opgenomen in de aanvraag van de subsidie of in de in te dienen stukken of indien blijkt dat dit reglement niet correct werd nageleefd, kan de deputatie, onverminderd het vorige lid, de toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen. Misbruik kan aanleiding geven tot uitsluiting van toekomstige subsidies van de Provincie Oost-Vlaanderen. Artikel 10 Betwistingen De deputatie beslist over alle betwistingen met betrekking tot de toepassing van dit reglement. Artikel 11 Inwerkingtreding Dit reglement treedt in werking op 1 maart Bij wijze van overgangsmaatregel kunnen voor projecten die starten tussen 1 juni en 31 december 2014 nog aanvragen worden ingediend tot uiterlijk 30 april Artikel 12 Overgangsbepalingen Het Reglement van 9 april 2003 met betrekking tot projectsubsidies aan de openbare bibliotheken in Oost-Vlaanderen wordt opgeheven met ingang van 1 maart Het Reglement van 18 december 2008 met betrekking tot de toekenning van projectsubsidies in de sector van het sociaal-cultureel volwassenenwerk wordt opgeheven met ingang van 1 maart Bij wijze van overgangsmaatregel worden dossiers betreffende projectsubsidies voor projecten uit 2013 en 2014, waarover de deputatie reeds een beslissing heeft genomen voor de datum van de inwerkingtreding van voorliggend reglement, afgehandeld volgens de vigerende reglementering op het moment van goedkeuring: Het Reglement van 9 april 2003 met betrekking tot projectsubsidies aan de openbare bibliotheken in Oost-Vlaanderen.

8 p. 8 Het Reglement van 18 december 2008 met betrekking tot de toekenning van projectsubsidies in de sector van het sociaal-cultureel volwassenenwerk. Het Reglement van 16 juni 2004 met betrekking tot de ondersteuning van initiatieven in het kader van het lokaal cultuurbeleid. Gent, 19 februari 2014 namens de Provincieraad: de provinciegriffier, (get.) Albert De Smet de voorzitter, (get.) Marc De Buck