Centrale Ondernemingsraad Nationale Politie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Centrale Ondernemingsraad Nationale Politie"

Transcriptie

1 Centrale Ondernemingsraad Nationale Politie Postbus 2287 looocg Amsterda D corpolitie corpolitie.nl Aan: De Korpschef mr. G.L. Bouman Juliana van Stolberglaan CL Den Haag Bert Siemeling secretariscor^vtspn.nl Advies op het Reorganisatie-en formatieplan 5 december 2014 CORU-2014-BS-120S Behandeld door Direct nummer Onderwerp Datum Ons kenmerk üw kenmerk 7 Bijlage(n) Geachte korpschef, beste Gerard, In uw brief, kenmerk KNP d.d. 27 oktober 2014 vraagt u de Centrale Ondernemingsraad (COR) conform artikel 25 lid 1 van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) advies betreffende uw voorgenomen besluiten van 27 oktober 2014 tot het uitvoeren van de reorganisatie (reorganisatieplan) en het formatieplan Nationale Politie. Naar het oordeel van de COR dienen beide adviesaanvragen in samenhang tot elkaar te worden bezien, reden voor hem om beide voorgenomen besluiten in dit advies mee te nemen. Algemene Inleiding Het advies over het reorganisatie- en formatieplan Nationale Politie markeert voor de COR het moment waarbij het feitelijk en finale vormgeven van het Nationale Korps daadwerkelijk gestalte krijgt. Eerder door de COR gegeven adviezen m.b.t. de inrichting komen op dit moment bij elkaar. De gestelde voorwaarden dienen op dit moment ingevuld te worden. De inhoud van dit advies richt zich dan ook hierop en op verdere, in dit kader, te stellen voorwaarden. Thans kan de COR slechts komen tot een negatief oordeel voor beide adviesaanvragen. De COR ls bereid dit oordeel in een positief advies om te zetten, indien u schriftelijk èn naar het oordeel van de COR aan de hierna door de COR gestelde voorwaarden voldoet. Ten grondslag aan dit advies ligt een aantal overwegingen dat in dit advies door de COR zijn uitgewerkt. Voor de COR belangrijke thema's zijn onder andere: De complexiteit van de reorganisatie: deze maakt dat samenhang en integraliteit bij de inrichting en realisatie om continue aandacht vraagt. Ook in dit advies op het

2 Blad 2 van 35 reorganisatie- en formatieplan besteedt de COR hier nadrukkelijk aandacht aan (zie o.a. hoofdstuk 3) Dat ondanks de toezegging met het oog op werkzekerheid de COR zich grote zorgen, maakt over de onzekerheid en extra belasting als gevolg van toename van de reistijd voor medewerkers (zie hoofdstuk 4 en 5). Dat er zorgen zijn over de uitkomsten van de Werk-Naar-Team (WNT) tabellen. Deze tabellen laten voor de diensten en teams van de Operationele Sterkte en de Niet- Operationele Sterkte (te) lage bezettingspercentages zien. Dit heeft gevolgen voor de continuïteit en kwaliteit van de primaire en in het bijzonder voor de ondersteunende processen. Omdat de bedrijfsvoering Dag 2 Gereed en de personele reorganisatie moet faciliteren, zelf moet worden gereorganiseerd en garant moet staan voor de going concern (zie hoofdstuk 4 en 5), voorziet de COR hier een groot afbreukrisico voor het slagen van de transitie en in het verlengde hiervan de werking van de Nationale Politie (NP). De financiële positie van het Korps. De COR maakt zich grote zorgen over de financiële positie als niet de nodige maatregelen worden getroffen (zie hoofdstuk 4 en 5). Leeswijzer Bovenstaande overwegingen vormen centrale thema's die terugkeren in het advies. In hoofdstuk 1 wordt het proces beschreven zoals dit zich voltrokken heeft. De tot nu gefaseerde advisering door de COR komt bij de gelegenheid van dit advies tot een eind. In hoofdstuk 2 wordt de visie en de in het verlengde hiervan liggende focus toegelicht en uitgewerkt. Er wordt aandacht besteed aan uitgangspunten en het toetsingskader aan de hand waarvan de (inhoudelijke) beoordeling van de adviesaanvraag gestalte krijgt. In hoofdstuk 3 wordt de samenhang tussen de verschillende dossiers geschetst. In hoofdstuk 4 wordt de onderbouwing voor het advies beschreven dat in hoofdstuk 5 is uitgewerkt met (rand)voorwaarden. Inleiding advies De COR adviseert vanuit een breed perspectief. Namelijk, vanuit de grondgedachte van de WOR' dat het vertegenwoordigend overleg zich richt om op een zorgvuldige manier een evenwicht te bereiken tussen mens, arbeid en organisatie. De COR meet de kwaliteit van dit evenwicht af aan de mate van het welzijn en welbevinden van de collega's en zoals zij dit ervaren binnen ons korps. Samengevat, de COR vindt de emancipatie van het vakmanschap (doorleving en activering van de vakmens) van belang. De COR maakt zich zorgen of het reorganisatieproces (het in werking brengen van de structuur en besturing) een succesvol verloop zal krijgen. De zorgen komen voort uit de ' Art. 2 van de WOR. c

3 Centrale Ondernemingsraad Nationale politie Blad 3 van 35 vraag of het korps zelf de extra kosten die mogelijkerwijze gemaakt moeten gaan worden zelf binnen de komende begrotingen op moet vangen. Deze zorg over de betaalbaarheid wordt gevoed, doordat het op dit moment kennelijk voor de organisatie niet mogelijk is om de kosten van het realisatieproces in kaart te brengen. Niet alleen stelt de COR vast dat de organisatie voor een haast onmogelijk opdracht wordt gesteld, ook maakt de COR zich zorgen over extra bezuinigingen van de overheid, waardoor de performance nog meer dan nu onder druk komt te staan. De COR blijft, ondanks de gemaakte afspraken en/of regelgeving, van mening dat in een bedrijf waar 24/7 zwaarte en belasting door het werk veelal bij elkaar komen, een toename in reistijd om aandacht en zorg voor medewerkers vraagt. Daar waar er 3 uur (extra) reistijd is, vindt de COR dit een onacceptabel gevolg voor de individuele medewerker, tenzij daar in het verleden door de individuele medewerker bewust voor gekozen is. Dit alles dan nog een keer afzetten tegen het gewenste effect van de besparing van kosten en het bereiken van een grotere efficiency is het voor de COR nog maar de vraag of dit effect überhaupt wordt gehaald. Een analyse van de COR - die onderdeel uit maakt van dit advies - laat namelijk zien dat het korps financieel niet in control is. Bij hoofdstuk 4 gaat de COR daar nader op in. Deze overwegingen geven dan ook, wat de COR betreft, kleur aan dit advies. c

4 Centraie Ondememingsraad Nationale politie Blad 4 van 35 Hoofdstuk 1: Beschrijving van het gelopen proces Algemeen Het proces m.b.t. andere adviesaanvragen^ in het kader van de vorming van de Nationale Politie heeft zich gekenmerkt als vooral een top-down proces. Dit in tegenstelling tot het proces dat heeft geleid tot het reorganisatieplan. Dit plan is tot stand gekomen met een brede participatie vanuit het (professionele) werkveld, waaronder de medezeggenschap (COR en OR' en). Deze aanpak, samen werken aan een gemeenschappelijk doel, ligt in de lijn van de visie van de COR m.b.t. emancipatie van het vakmanschap en dient in vervolgtrajecten verder ontwikkeld te worden. Er is sprake van een complexe reorganisatie, omdat het moeilijk is om een traditionele functievergelijking uit te voeren. In het zogenaamde 4 partijenoverleg (4P0) is hiervoor een hoofdlijnenakkoord afgesproken. De uitwerking van het hoofdlijnenakkoord op het gebied van de functievergelijking heeft plaatsgevonden in werkconferenties met een brede participatie vanuit het professionele werkveld. Hieruit zijn de definiëring van taakgebieden en Werk-Naar-Team tabellen (WNT) voortgekomen die in het 4P0 van juli 2014 door alle partijen unaniem zijn gedefinieerd. In een vervolgconferentie in september 2014 is in samenwerking met het korps en de COR een aantal dilemma's, dat vooraf door input vanuit de eenheden en de bedrijfsvoering zijn ingebracht, uitvoerig besproken. De oplossingen voor deze dilemma's konden daarbij rekenen op breed draagvlak en zijn verder beschreven en uitgewerkt in hoofdstuk 6 van het Reorganisatieplan (RP). Gefaseerde besluitvorming Bij eerdere adviseringen'^ over de vorming Nationale Politie konden de personele en de financiële gevolgen en de wijze waarop de personele gevolgen zouden worden ondervangen niet inzichtelijk worden gemaakt. Daarmee werd in formele zin niet voldaan aan de vereisten'^ waaraan een adviesaanvraag moet voldoen. Duidelijk was dat deze gevolgen pas bij de indiening van het reorganisatieplan, dus na het toepassen van de WNT, inzichtelijk waren te maken. Feitelijk is er dan sprake van een gefaseerde besluitvorming. De COR heeft bij de adviesaanvraag Inrichtingsplan Nationale Politie (IP NP) desondanks aangegeven mee te werken aan de verdere vervolgstappen onder voorwaarde van een positief advies op het reorganisatieplan. Bij de adviesaanvragen Inrichtingsplan Informatievoorzieningen (IP IV) en formatietoedeling PDC heeft de COR vanwege het ontbreken van duidelijkheid over de gevolgen als voorwaarde gesteld dat deze gevolgen ' Het Inrichtingsplan Nationale Politie, het Inrichtingsplan voor de IV-organisatie, de formatietoedeling PDC en het realisatieplan Nationale Politie. ' Gefaseerde besluitvorming m.b.t. IP, IV en PDC (jaarschijven) en waarin niet zijn meegenomen de gevolgen (zowel de financiële als de personele). "* Bij het vragen van advies wordt aan de ondernemingsraad een overzicht verstrekt van de beweegredenen voor het besluit, alsmede van de gevolgen die het besluit naar te verwachten valt voor de in de onderneming werkzame personen zal hebben en van de naar aanleiding daarvan voorgenomen maatregelen (artikel 25 lid 3 van de WOR).

5 Blad 5 van 35 later alsnog van invloed kunnen zijn op het eerder afgegeven advies en daarmee op de inrichting van de politieorganisatie. Ook hier heeft de COR geen belemmering opgeworpen om vervolgstappen te kunnen zetten, omdat naar zijn oordeel werd voldaan aan de gestelde voorwaarden. Hierbij wordt gedoeld op de gemaakte procesafspraak m.b.t. de jaarschijven IV en PDC en het alsnog betrekken van de gevolgen op de inrichting zodra deze inzichtelijk zijn te maken. De constatering van de COR dat er sprake is van gefaseerde besluitvorming is relevant in verband met wat de Ondernemingskamer op 19 april 2013 in een beschikking met betrekking tot de beoogde fusie van de NCRV en de KRO heeft overwogen.^ Kern van deze uitspraak is dat als de ondernemer de besluitvorming in fasen vorm wenst te geven, hij moet voorkomen dat er onduidelijkheid ontstaat over de fasering en moet waarborgen dat de fasering geen afbreuk doet aan de effectiviteit van medezeggenschap. Fasering mag er niet toe leiden dat de ondernemer zich in de eerste fase van de besluitvorming op het standpunt stelt dat bedenkingen van de ondernemingsraad tegen het voorgenomen besluit of vragen met betrekking tot het besluit "te vroeg" naar voren worden gebracht en in een latere fase aan de ondernemingsraad tegenwerpt dat die bedenkingen en vragen "te laat" komen, gelet op het reeds genomen (deel)besluit in een eerdere fase. Kortom, wanneer de COR erin mee gaat dat over bepaalde zaken pas in een later stadium om advies wordt gevraagd of wanneer de COR bepaalde zaken zelf vooruit schuift en nog niet (volledig) in zijn advies wenst te betrekken, dient de COR zich goed te realiseren wat dat betekent: bij het advies zoals dat wordt uitgebracht, worden niet alle factoren mee gewogen en nadien kan bij de behandeling van de vervolgbesluiten niet meer terug worden gekomen op eerder uitgebrachte adviezen en naar aanleiding daarvan genomen besluiten. Vandaar dat de COR bij zijn eerdere adviseringen bijzondere voorwaarden aan zijn advisering heeft verbonden, waarmee hij zijn positie bij vervolgstappen heeft geborgd. Thans is voor de COR het moment aangekomen dat hij het dossier vorming Nationale Politie in formele zin wil afhandelen en in dat kader verder geen gefaseerde besluitvorming (meer) wenst. In hoofdstuk 4 is een analyse opgenomen, waarin de in dit reorganisatieplan inzichtelijk gemaakte personele gevolgen betrokken zijn bij hiervoor vermelde eerdere adviezen van de COR. M.b.t. de financiële risicoparagraaf is de commissie Financiën & Beheer van de COR gevraagd om daarover aan de COR te adviseren en dan met name m.b.t. het frictiebudget en de betaalbaarheid van de politie (wat is de hypotheek voor de toekomst) en daarbij te komen met aanbevelingen. Het advies en de aanbevelingen van deze commissie komen verder aan de orde in hoofdstuk 4 en 5 van dit advies. Deze commissie heeft zich bij zijn adviseren laten bijstaan door een externe adviseur.^ OK 13 april 2013, ECU:NL:GHAMS:2013:BZ9689. Andersson Elffers Felix (AEF) te Utrecht. c

6 Blad 6 van 35 * Consultatie Als input voor dit advies heeft de COR op woensdag 12 november 2014 een themadag georganiseerd waaraan een brede medezeggenschapsvertegenwoordiging heeft deelgenomen. Hierbij is het advies zoals beschreven in de hoofdstukken 2 tot en met 5 in meer dan wel mindere mate aan de orde geweest. De input van deze dag is verwerkt in dit advies. De zorgen die deze dag zijn gedeeld, zijn onder andere verwoord in de inleiding en waar nodig vertaald naar voorwaarden. Het conceptadvies is voor consultering verzonden naar de ondernemingsraden en deelnemers van de werkconferentie in september De relevante uitkomsten hiervan zijn in dit advies verwerkt.^ ' Terugkoppeling van de uitkomsten naar de OR'en heeft plaatsgevonden. c

7 Blad 7 van 35 Hoofdstuk 2: Visie en focus COR Visie* Vanuit zijn vertegenwoordigende rol en als (collectieve) belangbehartiger richt de COR zich op de goede werking van de NP in al haar geledingen om zo de doelstellingen van de organisatie te behalen en waarbij verdere betekenis wordt gegeven aan de emancipatie van het vakmanschap.^ De emancipatie en de mate waarin de waarden verbinding en vertrouwen worden ontwikkeld, is wat de COR betreft één van de kritische succesfactoren voor het slagen van de NP. Focus De focus van de COR is een leidraad voor de toetsing van beide adviesaanvragen. De COR hanteert de volgende uitgangspunten: Behoud van werkgelegenheid O Waarbij medewerkers ook maximaal de kans krijgen om hun werk te volgen O Waarbij er zinvol werk' is: ook en met name voor de herplaatsingskandidaten (HPK'ers) O Waarbij een situatie behouden wordt of ontstaat welke uit sociaal oogpunt acceptabel is Verdere ontwikkeling en emancipatie van het vakmanschap Het goed functioneren van de onderneming in al haar doelstellingen (werking van de Nationale Politie) Het rechtspositionele kader zoals het Barp, LSS en het hoofdlijnenakkoord. Voor wat betreft het proces van besluitvorming: Geen gefaseerde besluitvorming Van belang is dat bij de start van fase 2 van de reorganisatie een eenheid van opvatting bestaat m.b.t. O het vertrekpunt, dat bestaat uit een risicoparagraaf, met een brede beschouwing van de betaalbaarheid. Bijvoorbeeld als het gaat om het budget voor de frictiekosten: waar is een reservering gemaakt, wat is de uitputting van dit budget en in hoeverre dekt dit budget de te verwachte kosten. Dit is van belang met het oog op de hypotheek voor de toekomst. * Voortvloeiend uit de visie van de COR. ' Hark voorbij en medewerkerparticipatie. "' Werk dat aansluit bij de competenties, mogelijkheden en kwaliteiten van de medewerker. c

8 Blad 8 van 35 IVIeer specifiek ten aanzien van het reorganisatieplan De beoordeling van WNT-uitkomsten: wat zijn de effecten van de gevolgen in relatie tot de inrichting en bezetting met het oog op de continuïteit en kwaliteiten van de primaire en ondersteunende processen en betaalbaarheid hiervan. Fixeren van de situatie" aangevuld met de uitkomsten CFV, dus HPK'ers worden niet meegenomen (worse case scenario) vanuit het besef O dat de plaatsing van HPK'ers een gunstig effect hierop kan hebben O in negatieve zin dat de collega's nog kunnen uitstromen en/of solliciteren Zicht op de eindsituatie m.b.t. huisvesting/ptw.'^ " Zie hoofdstuks. De WOR kent de COR op meerdere plekken een bevoegdheid toe ten aanzien van de plaats waar de werkzaamheden worden verricht, de personele gevolgen en de naar aanleiding daarvan voorgenomen maatregelen en/of de arbeidsvoorwaarden. Derhalve in het bijzonder ook ten aanzien van de plaats van tewerkstelling en/of regelingen met betrekking tot de reistijd en/of de reiskosten(vergoeding).

9 Centrale Ondernemingsraad Nationale politie Blad 9 van 35 Hoofdstuks: Samenhang met andere zaken Hieronder volgt een kort overzicht van zaken die met elkaar samenhangen en van invloed (kunnen) zijn op de aangeboden adviesaanvragen. Het gaat dan om: 1. De inrichting en het inwerking brengen van de NP: 1.1. De COR zal bij zijn advisering op het reorganisatieplan zijn eerder afgegeven advies op het IP NP, IP IV en formatietoedeling PDC herijken in die zin dat nu de effecten van de (personele en financiële) gevolgen, zoals beschreven in de hoofdstukken 5 en 6 van het Reorganisatieplan (alsnog) worden betrokken op deze eerdere advisering (zie verder hoofdstuk 4) 1.2. De afgesproken jaarschijven m.b.t. het IP IV (op inrichting en werking) en de formatietoedeling PDC (werking). Deze jaarschijven zijn thans in uitvoering en kunnen aanleiding zijn om de inrichting en/of formatie aan te passen. 2. Strategische sturing'"^ De strategische sturing is op dit moment een actueel onderwerp n.a.v. recente rapportages''' in het kader van de vorming van de Nationale Politie. Deze rapportages en het daarmee in verband staande "Samen Beter Sturen" (SBS) kunnen van invloed zijn op de vertaalslag daarvan naar de inrichting en formatie van het korps. Mogelijke wijzigingen in de strategische sturing als gevolg van deze ontwikkelingen zijn niet meegenomen in de advisering. De COR wenst als strategisch partner bij deze ontwikkelingen te worden betrokken en gaat ervan uit dat volgende wijzigingen hem op grond van artikel 25 lid 1 van de WOR ter advisering worden aangeboden. 3. Huisvestingsplan De adviesaanvraag, voortkomende uit het Strategisch Huisvestingsplan, zal de COR in 2015 worden aangeboden. Bij dit advies is een focus van de COR op de huisvesting gevoegd die als toetsingskader zal worden gebruikt bij zijn strategische beïnvloeding en/of advisering (zie separate bijlage notitie hoofdstuk 5). In hoofdstuk 4 wordt hier op ingegaan, dit in relatie tot het reorganisatieplan en hoe zich dat vertaalt naar voorwaarden zoals beschreven in hoofdstuk 5 van dit advies. 4. Huisvesting PDC gedeconcentreerde functies Bij de advisering en besluitvorming op de formatietoedeling PDC functies is met de COR de afspraak gemaakt dat hij tijdig in de gelegenheid wordt gesteld te adviseren over de huisvesting van de gedeconcentreerde PDC functies. De Review Board, Inspectie V&J en commissie toezicht op het beheer (Kronenburg). Betreft 1) derde onderzoek vorming NP van de inspectie V&J, 2) Voorlopige bevindingen Commissie van toezicht op het beheer en 3) Review Board m.b.t. BAVP.

10 Centraie Ondememingsraad Nationale politie Blad 10 van 35 Inmiddels wordt verkend of deze adviesaanvraag achterwege kan blijven door te kiezen voor een andere aanpak waarbij de emancipatie van het vakmanschap centraal staat {zie separate bijlage notitie hoofdstul< 6). 5. Andere (nieuwe) reorganisaties Aanstaande reorganisaties zoals die van de Landelijke Meldkamer Organisatie (LMO), de inbedding van de Politieacademie in het bestel en de samenwerking met Defensie op het gebied van de kleding zijn buiten beschouwing gelaten. Naar het oordeel van de COR is het bij deze reorganisaties vanuit de gedachte van één nationaal korps niet acceptabel dat de medewerkers van die onderdelen onder een ander rechtspositioneel regime vallen. 6. Betaalbaarheid T.b.v. de reorganisatie is een frictiebudget van 230 miljoen beschikbaar. Van belang is of dit budget voldoende is om de gemaakte afspraken en/of ambities waar te kunnen maken en welke posten ten laste komen van dit budget. Ook van belang is om zicht te krijgen op wat de effecten van deze reorganisatie en gemaakte keuzes betekenen voor de betaalbaarheid van de Nationale Politie. 7. Het Nieuwe Werken (HNW) Ruim een jaar geleden zijn n.a.v. het dossier IPIV afspraken gemaakt m.b.t. "Het Nieuwe Werken" (HNW). In de overlegvergadering van juni 2014 heeft de COR hierover een initiatiefvoorstel aangeboden. In dit initiatiefvoorstel'^heeft de COR het standpunt ingenomen, dat op een zorgvuldige wijze bekeken moet worden hoe HNW succesvol ingevoerd kan worden. De personele en financiële gevolgen die in dit advies aan bod komen, zijn voor de COR aanleiding voor een versnelling, in de processtappen zoals deze beschreven zijn in zijn initiatiefvoorstel. Van belang acht de COR dat hierbij wordt gekozen voor een aanpak waarbij als leidend beginsel geldt de emancipatie van het vakmanschap met ruimte voor de professionele dialoog. Daarnaast biedt Het Nieuwe Werken ook mogelijkheden om de werktijd efficiënter te besteden. De COR wenst met u hierover vóór 24 december 2014 afspraken te maken, waarbij wat hem betreft de relevante stappen voor de formele plaatsingsbesluiten zijn afgerond. 8. Het Hoofdlijnenakkoord geldt als rechtspositioneel kader. Hieruit zijn voortgekomen de van Werk naar Teamtabellen (WNT) die verder aan de orde komen in hoofdstuk 4 van dit advies. Genoemd initiatiefvoorstel bevat een viertal stappen te weten: stap 1: schetsen van verwachtingen, doelen; stap 2: SMART maken van de schets in stap 1; stap 3: maatregelen die nodig zijn om te komen tot een efficiënte organisatie; stap 4: wat betekent dit voor de organisatie. c

11 Blad 11 van 35 Hoofdstuk 4: Bouwstenen advies Inleiding In dit hoofdstuk gaat de COR nader in op de hoofdstukken zoals beschreven in het reorganisatieplan en het formatieplan. Allereerst gaat de COR nader in op het reorganisatieplan. De focus ligt hierbij met name op de hoofdstukken 5 (resultaten functievergelijking), 6 (personele gevolgen) en 7 (aanpak, activiteitenplan en tijdspad). Verder wordt aandacht besteed aan de navolgende zaken die voor de COR van belang zijn: Naast de personele gevolgen ook een risicoparagraaf t.a.v. de financiële gevolgen, waaronder de frictiekosten en betaalbaarheid van de politie gedurende fase 2 van deze reorganisatie (betreft de hypotheek naar de toekomst) Zorggroepen, een van de dilemma's van de werkconferentie van september 2014 Doorkijk fase 2 Nieuwe reorganisaties Emancipatie van het vakmanschap De COR onderschrijft het leidend beginsel dat medewerkers van herkenbaar werk naar herkenbaar werk worden geleid, zodat de logica van de uitkomsten van de functievergelijking duidelijk wordt. Dit sluit ook goed aan op de visie van de COR t.a.v. de sociale aspecten waarop nader wordt ingegaan in Paragraaf 5.4 Reorganisatieplan: Reistijd woon-werl<verl<eer. Hoofdstuksgewijze behandeling reorganisatieplan: Reorganisatieplan: hoofdstuk 1, 2 en 3 M.b.t. hoofdstuk 1 (de inleiding), hoofdstuk 2 (reorganisatiegebied) en hoofdstuk 3 (kenmerkende verschillen tussen oude en nieuwe organisatie) heeft de COR geen opmerkingen. De COR is van oordeel dat deze punten op een goede wijze zijn beschreven en dat hiermee naar zijn tevredenheid is voldaan aan de betreffende bepalingen zoals beschreven in artikel 4 van het LSS. Reorganisatieplan: hoofdstuk 4 T.a.v. hoofdstuk 4 (sleutelfuncties) merkt de COR het volgende op: Op grond van het Barp'^ kan het bevoegd gezag een functie aanmerken als een sleutelfunctie, zijnde een functie met een groot organisatorisch belang. De vervulling van een sleutelfunctie geschiedt met inachtneming van het door het bevoegd gezag gehanteerde vacaturebeleid, bedoeld in artikel 27 lid 1 onder e van de WOR 16 Artikel SSjb van het BARP.

12 Blad 12 van 35 Naar het oordeel van de COR heeft hij geen formele positie als het gaat om de vraag welke functies als sleutelfuncties worden aangewezen. Het Landelijk Sociaal Statuut (LSS) legt deze taak neer bij de reorganisatiecommissie; als bedoeld in artikel 551a van het Barp. Deze commissie adviseert het bevoegd gezag over sleutelfuncties, met dien verstande dat de reorganisatiecommissie'^ toetst of concrete voorstellen van het bevoegd gezag tot aanwijzing van sleutelfuncties voldoen aan de criteria genoemd in artikel 55jb lid 1 van het Barp. De COR laat hierbij het oordeel over aan deze commissie Wel vraagt de COR vraagt zich af of bij de keuze voor de sleutelfuncties op een logische wijze is geredeneerd vanuit de systematiek van het LFNP. Zo is het de COR niet duidelijk waarom bepaalde sleutelfuncties met leidinggevende aspecten niet als leidinggevende functies zijn aangemerkt Vanuit zijn formele rol merkt de COR op dat nog wel voldaan moet worden aan het met hem af te procederen vacature, werving & selectiebeleid. Dit instemmingsverzoek loopt thans waarbij de COR zich inzet om spoedig tot een separate advisering te komen Een voorschot nemende op dat nog af te procederen beleid kan de COR zich voorstellen dat naar analogie aan de selectieprocedure voor selectiefuncties (lees leidinggevenden) de medewerkers van het betreffende team daarbij een rol spelen en onderdeel uitmaken van de betreffende selectiecommissie Verder acht de COR het van belang dat de gemaakte keuze m.b.t. de voorgestelde functies onderdeel uitmaakt van een (brede) evaluatie. Zie hiervoor voorwaarde 7 onder hoofdstuk 5 van dit advies. Reorganisatieplan: hoofdstuk 5 M.b.t. hoofdstuk 5 (resultaten functievergelijking): De COR stelt vast dat de WNT met brede participatie vanuit het professionele werkveld, waaronder de COR, op een zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen. Of deze tabellen in de praktijk goed uitwerken, wordt duidelijk uit het concept personeelsplaatsingsplan. Voor de COR kan dit reden zijn om hier dan alsnog op terug te komen In hoofdstuk 6 van het reorganisatieplan is beschreven welke dilemma's zich daarbij hebben voorgedaan. Deze dilemma's zijn uitvoerig besproken in een tweedaagse conferentie in september 2014, die in samenwerking tussen COR en het Programma Personele Reorganisatie is georganiseerd. De aangedragen oplossingen die zijn opgenomen in het reorganisatieplan konden daarbij rekenen op breed draagvlak Een aantal dilemma's dat geen directe relatie heeft met het reorganisatieplan, zoals de zorggroepen komen in dit advies ook aan bod Gelet op het vorenstaande stemt de COR in met deze door het 4P0 gedefinieerde WNT en de in hoofdstuk 6 van het reorganisatieplan beschreven oplossingen. Als bedoeld in artikel 551a van het Barp.

13 Blad 13 van 35 Paragraaf 5.3 Reorganisatieplan: Disclaimer De COR stelt vast dat de personele gevolgen in het reorganisatieplan nog niet volledig inzichtelijk zijn. Immers, de adviezen van de PAC maken (nog) geen onderdeel uit van dit reorganisatieplan. Gelet op de bezettingsproblematiek (zie verderop) acht de COR het van belang dat zo snel mogelijk meer duidelijkheid komt m.b.t. de plaatsbaarheid van de HPK'ers. Aangezien een totaalbeeld ontbreekt, kan de COR nu niet een volledige analyse uitvoeren. In combinatie met het standpunt van de COR dat gefaseerde besluitvorming/advisering voor hem niet langer acceptabel is, kan dit zonder meer aanleiding zijn voor een negatief advies op het reorganisatieplan. Een negatief advies zou dan zwaarwegende consequenties kunnen hebben voor het formaliseren van de Nationale Politie en ambities in het kader van Dag2Gereed. De COR aciit dit eciiter niet wenselijl< in iiet belang van de medewerl<ers en de organisatie. Om echter tot finale advisering te l<omen, is het nodig een procesafspraal< te maken over het fixeren van het moment v/aarop de personele gevolgen in kaart zijn gebracht. Dit fixatiemoment is nodig als vertrekpunt bij de analyse van de effecten op de inrichting zoals beschreven. Deze procesafspraak is vertaald in een voorwaarde in hoofdstuk 5 (zie voorwaarde 2). Paragraaf Reorganisatieplan: Samenvatting De COR committeert zich aan de werkwijze van de Commissie Functievergelijking (CFV), maar wacht de uitkomsten van deze commissie af met name op het vlak van een eenduidige uitkomst per kamer.'^ Dit kan voor hem aanleiding zijn om daar later op terug te komen. De COR stelt vast dat 87% van de medewerkers als functievolger kan worden geplaatst. Resteert een 12,5% van HPK'ers, waarbij de COR er vanuit gaat dat medewerkers die op basis van meerdere taakgebieden HPK'er zijn geworden, een goed perspectief hebben op plaatsing op een functie in een team. Analyse van de effecten voor de inrichting bedrijfsvoering en Staf Korpsleiding De COR heeft onderzocht of aanpassing van de inrichting van de geconcentreerde PDClocaties een oplossing biedt voor de lage bezettingspercentages van de bedrijfsvoering. De COR heeft immers bij de advisering over de formatietoedeling PDC het standpunt ingenomen dat met een meer identieke inrichting van de geconcentreerde PDC-locaties de continuïteit en kwaliteit van de bedrijfsvoering beter wordt geborgd. De advisering van de COR over de formatietoedeling PDC heeft in eerste aanleg ook tot een wezenlijke aanpassing geleid ten opzichte van het voorgenomen besluit. Zoals in hoofdstuk 1 al werd aangegeven, ontbrak het de COR echter aan inzicht in de personele gevolgen. Op basis van deze informatie heeft de Er is namelijk gewerkt met een aantal kamers. c

14 Blad 14 van 35 projectcommissie Bedrijfsvoering van de COR een analyse uitgevoerd die gericht is op de vraag of de continuïteit en de kwaliteit van de bedrijfsvoering en staf gegarandeerd kan worden. De analyse, gebaseerd op resultaten van de WNT van de organisatie, maakt duidelijk dat er in een aantal teams sprake is van onderbezetting, zoals ook in het reorganisatieplan geconcludeerd wordt. PDC-diensten met lage bezettingspercentages zijn: Communicatie (34%), FM (54%) en ICT (52%). Voor de Staf Korpsleiding geldt dat alle directies (ruim) onder de 50% bezet zullen worden. Dit sluit, gelet op de schaalvergroting, aan bij de verwachting van de COR. De directie FM heeft slechts een bezettingspercentage van 7%. Op basis van de voorliggende informatie concludeert de COR dat de continuïteit en kwaliteit van de bedrijfsvoering en Staf Korpsleiding niet gegarandeerd kunnen worden. Vervolgens is onderzocht of aanpassingen van de formatietoedeling van de geconcentreerde PDC locaties, een meer identieke inrichting, leiden tot een betere bezetting. Voor deze analyse zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd [zie separate bijlage notitie hoofdstul< 2): ' De beschikbaarheid van de informatie van de organisatie op 17 november 2014 Reistijd op basis van de auto Analyse op (sub)teamniveau'^ De COR komt tot de conclusie dat op basis van de nu beschikbare gegevens een meer identieke inrichting van de formatie van de geconcentreerde PDC-locaties niet (direct) leidt tot een verbetering van het bezettingspercentage en meer continuïteit en kwaliteit van de bedrijfsvoering. Over de werking van de bedrijfsvoering (geconcentreerd en gedeconcentreerd) zijn afspraken gemaakt met de COR. Het betreft hier de jaarschijven.'^ In aanvulling daarop is de COR van mening dat de effecten van het functioneren onderdeel moeten uitmaken van het evaluatieonderzoek naar het functioneren van de inrichting van de NP {zie voorwaarde 7). Ook heeft de COR gekeken of oplossingen voor de lage bezettingspercentages in fase 2 gerealiseerd kunnen worden. Omdat de uitkomsten van de PAC nog niet bekend zijn, concludeert de COR dat er nu nog geen oordeel gegeven kan worden of de continuïteit en de kwaliteit van de bedrijfsvoering in fase 2 gegarandeerd kunnen worden. Een analyse op functieniveau is niet mogelijk gebleken. Het betreft een instrument om jaarlijks het gesprek te kunnen voeren wat gericht is op: de realisatie van de plannen van het afgelopen jaar (wat is afgerond, v/elke afwijkingen en waarom), de beoordeling of de organisatie nog steeds goed op koers ligt, gezien de ontwikkelingen in het veld en de maatschappij/organisatie (onder meer voor wat betreft de financiën) en de vertaling naar de toekomst die tot uitdrukking komt in de (herijkte) plannen voor het daaropvolgende jaar. Ook van beiang hierbij is de vraag wat de personele gevolgen voor het daaropvolgende jaar zijn en hoe deze worden ondervangen.

15 Blad 15 van 35 Reden hiervoor is nog een groot aantal te verwachten mutaties, zoals bijvoorbeeld ten gevolge van de uitstroom van medewerkers die op basis van sociale gronden de HPK status aanvragen en de instroom van HPK kandidaten die door de PAC worden geplaatst. Een maatregel die naar het oordeel van de COR een bijdrage zou kunnen leveren aan de continuïteit en kwaliteit van de bedrijfsvoering is het faciliteren van Het Nieuwe Werken in de meest brede zin van het woord. Gelet op het vorenstaande maakt de COR zich grote zorgen m.b.t. de ontwikkeling van de bedrijfsvoering, die volgens de Inspectie Veiligheid en Justitie onvoldoende in verbinding staat met de rest van de organisatie.^' Naast een bezuinigingsdoelstelling moet zij ook Dag 2 Gereed en de personele reorganisatie faciliteren, zelf gereorganiseerd worden en garant staan voor de going concern. Dit stelt naar oordeel van de COR de bedrijfsvoering voor een enorme opgave om deze taken in samenhang en in verbinding met de operatien en staf uit te voeren. Dit vormt een reëel risico voor verdere implementatie van de veranderagenda. Voor de COR is een goede bedrijfsvoering randvoorwaardelijk om de reorganisatie volgens plan te kunnen uitvoeren. Ook duidelijk is dat het grootschalig willen verhuizen van medewerkers en rekencentra tijdens de reorganisatie forse risico's met zich mee brengt. Dit, gelet op de borging van continuïteit en kwaliteit van de dienstverlening van het PDC aan de eenheden (en ultimo voor de veiligheid van de collega's op straat en de burgers) en haar medewerkers zwaar zal belasten. Op grond van het vorenstaande acht de COR het noodzakelijk dat de directeur PDC in zijn rol van bestuurder van de gehele bedrijfsvoering samen met de betreffende ondernemingsraad de opdracht krijgt een impactanalyse uit te voeren naar kritische processen en op basis van de analyse uiterlijk 1 maart 2015 tot een transitieplan komt. Dit plan, gericht op de continuïteit van de bedrijfsvoering, gaat in ieder geval in op: de effecten en risico's als gevolg van onderbezetting op teams van de PDC en SKL. Dit inzicht moet leiden tot eenheid van opvatting m.b.t. de startsituatie van fase 2 mogelijke oplossingen die de effecten en risico's verminderen, oftewel eenheid van actie. Verder adviseert de COR - voor zo ver van toepassing - bij dit transitieplan ook mee te nemen de uitkomsten van de genoemde rapportages. Als gezegd, dit transitieplan is voor de COR randvoorwaardelijk om een advies m.b.t. de reorganisatie van de bedrijfsvoering te geven. Om de reorganisatie van de overige korpsonderdelen niet te vertragen, ziet de COR twee mogelijke oplossingen. De eerste optie is om de reorganisatie van de bedrijfsvoering los te koppelen van het reorganisatieplan waarover de COR om advies is gevraagd. Een tweede mogelijkheid is om afte spreken dat de effectuering van de personele reorganisatie bij de Bedrijfsvoering pas zal worden inspectie Veiligheid en Justitie, Derde onderzoek vorming nationaie politie, 2014.

16 Centrale Ondernemingsraad Nationale politie Blad 16 van 35 geëffectueerd nadat de directeur PDC samen met zijn OR tot een adequaat plan van aanpak is gekomen èn dat door de COR akkoord is bevonden. Mochten de directeur PDC en zijn OR uiterlijk op 1 maart 2015 niet tot een adequaat plan van aanpak zijn gekomen, dan zal de korpschef de vervaardiging van dit plan naar zich toetrekken en in overeenstemming met de COR een adequaat plan van aanpak opstellen. Analyse van de effecten Eenheden Naast zorgen over de bezettingspercentage van de bedrijfsvoering en Staf Korpsleiding heeft de commissie Operationele Zaken (OZ) onderzoek gedaan naar de bezettingspercentages voor het operationele proces. De commissie heeft hiervoor gebruik gemaakt van een beslisboom {zie separate bijlage notitie hoofdstul< 2). De COR maakt zich grote zorgen over het in werking brengen van de organisatie van de operationele processen van de Nationale Politie. De analyse laat zien dat een groot aantal teams met een bezetting van minder dan 50% uit het WNT traject komen. Het valt de COR daarbij op dat er ook bepaalde teams zijn die een zware overbezetting hebben, oplopend tot 200%. Cruciale teams zoals de flexteams, het RTIC, de financiële opsporing e.d. voor het in werking brengen van de organisatie, staan nu nog op 0% bezetting. Cruciale ondersteunende teams, zoals een aantal meldkamers, de regionale informatieknooppunten lijken (met een bezetting van minder dan 50%) zwaar onderbezet te moeten starten in de nieuwe organisatie. Dit komt de veiligheid en het welzijn van medewerkers in het primaire proces niet ten goede. Naast de zorg over kwantiteit zijn er zorgen over de kwaliteit en de beschikbaarheid van middelen en tijd om inhoud te geven aan het invullen van de noodzakelijke competenties om de opgedragen werkzaamheden uit te kunnen voeren. Ook hier is het van belang dat de politiechef met de betreffende ondernemingsraad een SMART geformuleerde opdracht krijgt om een impactanalyse uit te voeren naar kritische processen en op basis van de analyse uiterlijk 1 maart 2015 tot een transitieplan komt. Dit plan gaat in iedergeval in op: effecten en risico's als gevolg van onderbezetting op teams. Dit inzicht moet leiden tot eenheid van opvatting m.b.t. de startsituatie van fase 2 en mogelijke oplossingen die de effecten en risico's verminderen, oftewel eenheid van actie. Het voorgaande wordt vertaald in een aantal voorwaarden, dat in hoofdstuk 5 aan bod komt. Paragraaf 5.4 Reorganisatieplan: Reistijd woon-werl<verl<eer De COR stelt vast dat in absolute aantallen gemeten vooral (mogelijke) functievolgers van de eenheden te maken krijgen met een toename van de reistijd. Ook wordt een toename van het aantal medewerkers met een reistijd tussen de 60 en 90 minuten en met een reistijd

17 Centrale Ondernemingsraad Nationale politie Blad 17 van 35 langer dan 90 minuten vastgesteld. Gelet op onderstaande overwegingen is de COR van oordeel dat vanuit de sociale invalshoek maatregelen nodig zijn. Naar zijn oordeel zijn hiervoor binnen bestaande regelgeving oplossingen denkbaar. Deze zijn beschreven in hoofdstuk 5. Toelichting Het criterium m.b.t. de reistijd komt voort uit de Richtlijn passende arbeid. Die richtlijn is afkomstig van de minister van SZW en bepaalt dat in geval van werkloosheid meer kan worden verlangd van iemand die langer werkloos is dan van iemand die korter werkloos is: "Als algemene regel dient te worden aangeiiouden, dat tijdens tiet eerste tialf jaar van de werkloosheid een werkaanbod passend is, voor zover de reistijd niet meer bedraagt dan rond 2 uur per dag, tenzij in het oude beroep langere reistijden voor betrokkene gebruikelijk waren. Na het eerste halfjaar kunnen langere reistijden met een maximum van rond drie uur per dag (tenzij voorheen een langere reistijd gebruikelijk was) in beginsel geen belemmering vormen voor het aanvaarden van een werkaanbod. Bij voortdurende werkloosheid is het feit dat voor het aanvaarden van een baan zou moeten worden verhuisd als zodanig geen argument om een baan als niet passend te beschouwen." Uit de rechtspraak blijkt dat rechters de normen uit de Richtlijn passende arbeid m.b.t. de reistijd ook gebruiken om te beoordelen of van een werknemer in redelijkheid kan worden verwacht dat hij een langere reistijd aanvaardt. De VA uur norm enkele reis/3-uur norm retour komt voort uit een ministeriële regeling (en niet uit de wet) en is oorspronkelijk in het leven geroepen om te beoordelen of een werkloze werknemer werk waarvoor hij of zij moet reizen als passend moet aanvaarden. In de praktijk echter wordt de norm door rechters ook gebruikt om te beoordelen welke reistijd voor werknemers, bijvoorbeeld in geval van reorganisatie, moet worden aanvaard. Overwegingen: a. In de regelgeving is gesteld dat een reistijd van VA uur in beginsel als aanvaardbaar kan worden beschouwd; deze reistijd wordt bepaald door een aangewezen routeplanner, i.e. Andes van Easy Travel en op basis van 9292.nl b. De hoogte van de km-vergoeding is een compensatie voor meer reisafstand. Dit laat onverlet dat de COR van mening is dat met het hanteren van een routeplanner niet de daadwerkelijke reistijd in kaart wordt gebracht. Eigen onderzoek wijst uit dat de reistijd per dag significant kan verschillen. Het gehanteerde systeem (Andes), houdt onvoldoende rekening met factoren die (nadelig) van invloed zijn op de reistijd, zoals de spitstijden, filevorming door welke oorzaken dan ook, vertragingen in het openbaar vervoer en andere verkeersbelemmerende omstandigheden; hierdoor is het zeer aannemelijk dat in een groot deel van de gevallen de gehanteerde reistijd niet de werkelijke reistijd zal zijn c. Een reistijd van drie uur per dag boven op de arbeidstijd van die dag (inclusief een Vz uur pauze) en eventueel uitloop van de dienst betekent dat medewerkers.

18 Blad 18 van 35 afhankelijk van de gekozen modaliteit, ongeveer 12 tot 13 uur van huis zijn; dit is naar het oordeel van de COR sociaal, medisch en ARBO-technisch gezien een onv\/enselijke situatie, geeft extra belasting en verstoort de balans van privé-werk; hierbij is er overigens nog geen rekening mee gehouden dat collega's vanwege te verwachten oponthoud meer reistijd incalculeren om tijdig op het werk te kunnen verschijnen en dat er collega's zijn met onregelmatige werktijden d. Vorenstaande maakt 9-uurs modaliteiten vrijwel onmogelijk, waardoor voor medewerkers (die bijvoorbeeld vanwege zorgtaken) bewust voor een 9- uursmodaliteit hebben gekozen een belemmering wordt opgeworpen e. Ook onbekend is wat de (langere) reistijd voor effecten heeft op de gezondheid van de medewerkers alsmede de door hen te verrichten zorgtaken; vanuit veiligheid, welzijn en gezondheid is een nader onderzoek daartoe gewenst, bijvoorbeeld in het kader van het periodiek geneeskundig onderzoek (PGO) in 2015 f. Het is niet reëel te verwachten dat medewerkers zelf kunnen zorgen voor compenserende oplossingen in de vorm van verhuizing om op die wijze dichter bij de nieuwe plaats van tewerkstelling te gaan wonen; de economische omstandigheden, de situatie op de woningmarkt op dit moment, eventueel het werk van de partner en de gezinsomstandigheden maken dit vrijwel onmogelijk g. Het is meer dan wenselijk, dan wel noodzakelijk, om te onderzoeken welke mogelijkheden kunnen worden aangeboden aan medewerkers om de (soms aanzienlijke) toename van reistijd als gevolg van de reorganisatie te compenseren h. Verder zou de politieorganisatie werk moeten willen maken van het duurzaam ondernemen waarin het meer dan goed zou passen om reistijd en reisafstand zoveel mogelijk te beperken i. Ook vanuit betaalbaarheid (frictiekosten) is het van belang om zoveel mogelijk te voorkomen dat onnodige kosten worden gemaakt voor reisvergoedingen die door het toepassen van compenserende maatregelen terug gedrongen kunnen worden Reorganisatieplan: hoofdstuk 6 Paragraaf 6.2 Reorganisatieplan: Oplevering huisvesting De plaats van tewerkstelling (PTW) is in het kader van deze reorganisatie van belang. De COR stelt vast dat de formele besluitvorming over de huisvesting nog moet plaatsvinden. De COR zal volgens een gemaakte procesafspraak daartoe door u in 2015 tijdig in de gelegenheid worden gesteld om daarover op grond van artikel 25 lid 1 van de WOR te adviseren. Voor de advisering op het huisvestingsplan heeft de COR een focus opgesteld {zie separate bijlage notitie hoofdstuk 5).

19 Blad 19 van 35 In de regelgeving (Barp) wordt de eis gesteld dat een plaatsingsbesluit de definitie van de plaats van tewerkstelling (PTW) moet bevatten. Dat is het gebouw, gebouwencomplex of terrein dat de ambtenaar voor de normale uitoefening van zijn ambt is aangewezen. De COR heeft er kennis van genomen dat de PAC voor de uitvoering van haar wettelijke taak uiterlijk op 1 maart 2015 duidelijkheid moet hebben over de PTW voor de (tijdelijke) centrale PDC-vestigingen. Het gaat dan om locaties die zijn opgenomen in de postcodetabel. Gelet op het voorgaande en onderstaande overwegingen wenst de COR vanuit de gedachte van rechtszekerheid vooraf een verzekering dat aan zijn uitgangspunten m.b.t. de PTW kan worden voldaan. Vandaar het voorstel zoals beschreven bij zijn voorwaarde onder 4 en 5 in hoofdstuk 5 van dit advies. Standpunt COR m.b.t. PTW ivledewerkers behouden perspectief op de definitieve PTW (waarvoor in de postcodetabel de peildatum uiterlijk medio 2017 wordt gehanteerd) en duidelijkheid over hun (definitieve) rechtspositie. Dit houdt in dat in het (voorgenomen) plaatsingsbesluit een definitieve PTW is opgenomen die aan dit perspectief voldoet, met daarbij ook eventuele tijdelijke PTW(s). De definitieve PTW is gebaseerd op de postcodetabel.^^ Deze PTW(s) vormen de basis voor wijzigingen in de PTW nadien. Daarbij is de COR van mening dat het aantal bewegingen om een tot definitieve PTW te komen, beperkt wordt. Van elke wijziging van de in het plaatsingsbesluit genoemde PTW(s), wordt de meer reistijd gecompenseerd (de meer reistijd is dan diensttijd). Met de term tijdelijke PTW wil de COR niet de indruk wekken dat deze locaties niet aan de gestelde Arbo-eisen hoeven te voldoen. De Arbo-eisen blijven onverkort van kracht. Het bovenstaande is verder uitgewerkt in de voorwaarden 4 en 5. De COR heeft daarbij overwogen dat: 1.1. de PTW een directe relatie heeft met het huisvestingsplan, welk plan nog niet formeel is afgeprocedeerd; de betreffende adviesaanvraag is in 2015 te verwachten 1.2. de PTW wordt afgeleid van de postcodetabel, waarbij de COR het van belang acht dat deze tabel wordt gevalideerd in termen dat het ook reële locaties zijn alwaar de teams, met inachtneming van de Arbowetgeving, uiterlijk medio 2017 kunnen worden gehuisvest 1.3. validatie van postcodetabel door de medezeggenschap NIET heeft plaatsgevonden; de COR acht een validatie op de overlegtafel van de ondernemingsraad met zijn bestuurder noodzakelijk. Deze validatie is in ieder geval gericht op ongewenste reisbewegingen in het licht van de financiële, bedrijfsorganisatorische en/of sociale effecten die daaraan kleven. De uitkomsten van deze validatie vormen in samenhang met elkaar onderwerp van overleg tussen de korpschef en de COR. In het bijzonder geldt dit binnen de Landelijke Eenheid voor de Dienst Infra. Uit een " in de postcodetabel zijn huisvestingslocaties opgenomen die medio 2017 gerealiseerd zijn. Dit kunnen definitieve en tijdelijke locaties zijn.

20 Blad 20 van 35 door de ondernemingsraad van de Landelijke Eenheid ingesteld onderzoek blijkt dat daar de financiële, personele en bedrijfsvoering gevolgen naar oordeel van de ondernemingsraad ongewenst zijn 1.4. vanuit de sociale invalshoek en de rechtszekerheidsgedachte volgt dat medewerkers niet in hun rechten mogen worden aangetast en/of worden benadeeld. Dit kan het geval zijn als zij op het moment van het plaatsingsbesluit geen zicht hebben op de eindsituatie van de huisvesting (PTW) 1.5. de medewerkers op het moment van het plaatsingsbesluit mede vanuit het beginsel van "eigen regie voeren" een afweging moeten kunnen maken of zij op grond van de regelgeving een HPK status wenselijk achten. Dit op een zodanig moment dat het ook nog voor hen kansen/mogelijkheden biedt, omdat hun kansen bij een wijziging van de PTW op een later moment beduidend minder worden. Tijdelijke locatie PDC in Odijk/Driebergen De COR wenst in het kader van de IV-jaarschijf de afspraak te maken dat hij op de voet van art. 25 lid 1 van de WOR wordt betrokken bij besluitvorming over de daadwerkelijke verplaatsing van de betrokken teams binnen de dienst ICT van Odijk/Driebergen naar Eindhoven medio 2017/2018. Gedeconcentreerde huisvesting Tussen zeggen- en medezeggenschap zijn bij de advisering over de formatietoedeling PDC afspraken gemaakt over de rol en positie van de COR ten aanzien van de huisvesting van de gedeconcentreerde PDC-functie. Op basis van een aantal constructieve gesprekken tussen de PCBV en directeur PDC is een voorstel tot stand gekomen, waarin beide partijen zich kunnen vinden. Aan het voorstel heeft de COR een aantal voorwaarden verbonden. Wanneer dit voorstel met door de COR gestelde voorwaarden wordt geaccepteerd middels een brief van de KC, is een formele adviesaanvraag vooralsnog niet nodig. De voorwaarden zijn opgenomen in hoofdstuk 5 van dit advies en verder wordt verwezen naar hoofdstuk 6 in de separate bijlage notitie. Paragraaf 6.5 Reorganisatieplan: dilemma's Naar het oordeel van de COR zijn de aangedragen dilemma's en daarop voorgestelde oplossingen uitvoerig aan de orde geweest op de werkconferentie van september De aangedragen oplossingen kunnen rekenen op breed draagvlak en daarmee op steun van de COR. De COR stelt vast dat voor een gering aantal gevallen het noodzakelijk is dat het formatieplan in het kader van deze reorganisatie wordt onderhouden. Hiervoor wordt verwezen naar zijn voorwaarde 6 in hoofdstuk 5 van dit advies. De op de conferentie besproken zorggroepen en de in verband met de reorganisatie benodigde formatiewijzigingen komen verderop in dit hoofdstuk ook nog aan de orde. c

21 Centrale Ondernemingsraad Nationale politie Blad 21 van 35 * Reorganisatieplan: hoofdstuk 7 (aanpak, activiteitenplan en tijdspad) De COR constateert dat fase 1 wordt afgesloten en overgaat in fase 2 op het moment dat de medewerker zijn/haar definitieve plaatsingsbesluit heeft ontvangen. De COR stelt daarbij ook vast dat het moment van de definitieve plaatsingsbesluiten van de functievolgers eerder verschijnen dan die van de HPK'ers. Dat betekent dat fase 2 voor de functievolgers eerder ingaat. De COR vindt deze situatie onwenselijk en adviseert dat fase 2 één aanvangsdatum kent. De COR acht het van belang dat helder is wanneer fase 2 van start gaat, immers in deze fase komen voorzieningen beschikbaar. Om die reden stelt de COR op dit punt een voorwaarde aan zijn advies zoals beschreven in hoofdstuk 5 onder voorwaarde 11. Een punt van aandacht vormt de duur van de reactie termijn van de belangstellingsregistratie (in uitvoering begin januari 2015). De COR adviseert om de reactietermijn van 2 weken te verlengen naar 4 weken. Een termijn van twee weken acht de COR t.b.v. een zorgvuldige afweging voor onze collega's onvoldoende. Reorganisatieplan: hoofdstuk 8 (communicatie) De COR benadrukt dat vanuit alle geledingen en dan specifiek de lijn op een warme wijze moet worden gecommuniceerd. Een aandachtspunt hierbij is dat er voor gewaakt moet worden dat de informatieve fase ook informeel blijft en dat vanuit de lijncommunicatie geen toezeggingen worden gedaan die het informatieve karakter ondermijnen. De COR is vanzelfsprekend bereid om daar waar nodig te ondersteunen en/of zijn expertise ter beschikking te stellen. Het formatieplan De COR heeft bij zijn beoordeling van het formatieplan als toetsingskader gebruikt: a. de vertaalslag van het Inrichtingsplan (IP) naar het formatieplan (FP) in kwantitatieve en kwalitatieve zin: b. Sluit de formatiesterkte aan op de strategische doelstellingen, bijvoorbeeld het dienstverleningsniveau, oftewel zijn de strategische doelstellingen haalbaar met deze formatiesterkte? c. Is het formatieplan LFNP-proof beschreven? Mede door de tijdsdruk en de complexiteit van het onderwerp heeft de COR zich nu vooral gericht op het reorganisatieproof zijn van het formatieplan. Hiermee wordt bedoeld dat de functievergelijking van oud naar nieuw^'^ werk formatief geen belemmering vormt voor de matching en het inwerking brengen van de organisatie. Functievergelijking van werk naar team.

Afspraken uitvoering reorganisatie Politiewet 2012

Afspraken uitvoering reorganisatie Politiewet 2012 Organisatieonderdeel Programma Personele Reorganisatie Contactpersoon W.J. van Vemde Functie Programmadirecteur Bezoekadres Nieuwe Uitleg 1 2514 BP Den Haag CGOP GOP 16 juli 2015 CGOP ink 1340b v1.2 Telefoon

Nadere informatie

Afspraken uitvoering reorganisatie Politiewet 2012

Afspraken uitvoering reorganisatie Politiewet 2012 Organisatieonderdeel Programma Personele Reorganisatie Contactpersoon W.J. van Vemde Functie Programmadirecteur Bezoekadres Nieuwe Uitleg 1 2514 BP Den Haag CGOP GOP 16 maart 2016 CGOP ink 1340c v1.3 Telefoon

Nadere informatie

De personele reorganisatie. Hoe werkt het? Toelichting bij de informatieve brief, november 2014

De personele reorganisatie. Hoe werkt het? Toelichting bij de informatieve brief, november 2014 De personele reorganisatie. Hoe werkt het? Toelichting bij de informatieve brief, november 2014 Inhoud 1. De functievergelijking 2 2. Functievolger of herplaatsingskandidaat? 4 3. Ik ben mogelijk functievolger.

Nadere informatie

Commissie Functievergelijking Opdracht

Commissie Functievergelijking Opdracht 'Moederdocument' Afspraken Uitvoering Reorganisatie Politiewet 2012 Organisatieonderdeel Programma Personele Reorganisatie Bijlage 6 / 16 Opdracht Commissie Functievergelijking Contactpersoon Y. Hoektra

Nadere informatie

Aanpak reorganisatie Nationale Politie. Informatiebijeenkomsten Januari 2014

Aanpak reorganisatie Nationale Politie. Informatiebijeenkomsten Januari 2014 Aanpak reorganisatie Nationale Politie Informatiebijeenkomsten Januari 2014 Doelstelling bijeenkomst Informatie over verloop van het proces. Informatie over de hoofdlijnen aanpak reorganisatie Nationale

Nadere informatie

Aanpak reorganisatie in hoofdlijnen

Aanpak reorganisatie in hoofdlijnen 'Moederdocument' Afspraken Uitvoering Reorganisatie Politiewet 2012 Bijlage 1 / 16 Hoofdlijnenakkoord Aanpak reorganisatie in hoofdlijnen 20 december 2013 v1.3 Reorganisatie met drie fasen De personele

Nadere informatie

Scoren met medezeggenschap. 18 mei 2017 Joost van Mierlo

Scoren met medezeggenschap. 18 mei 2017 Joost van Mierlo Scoren met medezeggenschap 18 mei 2017 Joost van Mierlo De spelregels Onderwerpen: - inrichting medezeggenschap - artikel 24 WOR - artikel 25 WOR: - informatie en wezenlijke invloed - gefaseerde besluitvorming

Nadere informatie

Voor functievolgers, maart Belangstelling voor een andere werkplek of functie. Hoe werkt het?

Voor functievolgers, maart Belangstelling voor een andere werkplek of functie. Hoe werkt het? 1 Voor functievolgers, maart 2015 Belangstelling voor een andere werkplek of functie. Hoe werkt het? Inhoud 1. Wat doet de Plaatsingsadviescommissie? 1 2. Een andere werkplek of een andere functie. Is

Nadere informatie

Algemeen. Eerste stap: Filtering Vindt het probleem zijn oorsprong in de reorganisatie?

Algemeen. Eerste stap: Filtering Vindt het probleem zijn oorsprong in de reorganisatie? Aanvullend kader voor de afhandeling van verzoeken van medewerkers om aangewezen te worden als hpk omdat plaatsing als functievolger om redenen van lichamelijke, geestelijke of sociale aard niet van hen

Nadere informatie

Personele gevolgen De voorgenomen reorganisatie brengt een wijziging in de

Personele gevolgen De voorgenomen reorganisatie brengt een wijziging in de ADVIESCOMMISSIE MELDING VOORGENOMEN REORGANISATIE Advies 2010/06 Aan: De leden van de CGOP, d.t.v. CAOP t.a.v. mw. drs. C.L.D. van Agten Postbus 556 2501 CN Den Haag 1/5 Ter behandeling in het overleg

Nadere informatie

REORGANISATIE POLITIE. voorlichting leden NPB

REORGANISATIE POLITIE. voorlichting leden NPB REORGANISATIE POLITIE voorlichting leden NPB Onderwerpen Functievergelijking. Aanvraag herplaatsingskandidaat (HPK). Plaatsing. Garanties. Flankerende voorzieningen. Mogelijkheden na de plaatsing. Bezwaar

Nadere informatie

Voor functievolgers, maart 2015. Belangstelling voor een andere werkplek of functie. Hoe werkt het?

Voor functievolgers, maart 2015. Belangstelling voor een andere werkplek of functie. Hoe werkt het? 1 Voor functievolgers, maart 2015 Belangstelling voor een andere werkplek of functie. Hoe werkt het? Inhoud 1. Wat doet de Plaatsingsadviescommissie? 1 2. Een andere werkplek of een andere functie. Is

Nadere informatie

Reorganisatieprocedure in een notendop

Reorganisatieprocedure in een notendop Reorganisatieprocedure in een notendop Typen reorganisaties Geen reorganisatie (type 1 en 2), voorbeelden: Kleine wijzigingen in de organisaties, zoals een individuele aanpassing van de functieomvang.

Nadere informatie

Vastgesteld in CvB-vergadering d.d. 8 juli 2014, na instemming OR d.d. 4 juli Reorganisatieprocedure TU Delft

Vastgesteld in CvB-vergadering d.d. 8 juli 2014, na instemming OR d.d. 4 juli Reorganisatieprocedure TU Delft Reorganisatieprocedure TU Delft Inleiding De continuïteit van de bedrijfsvoering van de TU Delft wordt voor een niet onbelangrijk deel bepaald door de wendbaarheid en flexibiliteit van de organisatie.

Nadere informatie

Functievergelijking reorganisatie politiewet 2012 Werkwijze Werk naar Team (WNT)

Functievergelijking reorganisatie politiewet 2012 Werkwijze Werk naar Team (WNT) 'Moederdocument' Afspraken Uitvoering Reorganisatie Politiewet 2012 Organisatieonderdeel Programma Personele Reorganisatie Bijlage 5 / 16 Functievergelijking Werk naar Team Contactpersoon C. Janssens /

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regeling vergoedingen commissies politie 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regeling vergoedingen commissies politie 2015 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 33371 5 oktober 2015 Regeling vergoedingen commissies politie 2015 De korpschef, gelet op: artikel 25, derde lid van de

Nadere informatie

de hoofdlijnen notitie voor het herijkte realisatieplan

de hoofdlijnen notitie voor het herijkte realisatieplan Blad Pagina 1 van 6 Inleiding: Door de KC is de COR bij brief d.d. 31 maart (bijgevoegd) gevraagd te adviseren op het herijkte Realisatieplan NP. Gedurende het adviestraject ontvangt de COR drie documenten

Nadere informatie

Brochure personele reorganisatie

Brochure personele reorganisatie Brochure personele reorganisatie Het besluit oorspronkelijke functie en Het voorgenomen besluit (her) plaatsing en/of aanwijzing als herplaatsingskandidaat Inhoud 1. De twee brieven 2 2. Wat betekent jouw

Nadere informatie

Besluit van houdende regels ter uitvoering van artikel 36 van de Politiewet 2012 (Besluit verdeling sterkte en middelen politie)

Besluit van houdende regels ter uitvoering van artikel 36 van de Politiewet 2012 (Besluit verdeling sterkte en middelen politie) Besluit van houdende regels ter uitvoering van artikel 36 van de Politiewet 2012 (Besluit verdeling sterkte en middelen politie) Op voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van * 2012, nummer

Nadere informatie

Advies OR inzake Werkbedrijf

Advies OR inzake Werkbedrijf Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Advies OR inzake Werkbedrijf Programma / Programmanummer Werk & Inkomen / 1061 BW-nummer Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting De Ondernemingsraad heeft geadviseerd

Nadere informatie

Voor herplaatsingskandidaten, Aan de slag met de PAC. Hoe werkt het?

Voor herplaatsingskandidaten, Aan de slag met de PAC. Hoe werkt het? 1 Voor herplaatsingskandidaten, maart 2015 Aan de slag met de PAC. Hoe werkt het? Inhoud 1. Wat doet de Plaatsingsadviescommissie? 1 2. Hoe kunt u zich oriënteren? 4 3. Hoe werkt de belangstellingsregistratie?

Nadere informatie

Ledenbijeenkomsten. Personele reorganisatie 25 29 november 2013

Ledenbijeenkomsten. Personele reorganisatie 25 29 november 2013 Ledenbijeenkomsten Personele reorganisatie 25 29 november 2013 Waarom ledenbijeenkomsten? Aanleiding Alternatief scenario korpsleiding Betekent wijziging van eerder afgesproken spelregels Doelen Inzicht

Nadere informatie

Mijn bijgevoegde reactie is volledig onderdeel van mijn bovengenoemde besluiten.

Mijn bijgevoegde reactie is volledig onderdeel van mijn bovengenoemde besluiten. Organisatieonderdeel Programma Personele Reorganisatie Behandeld door Bijnsdorp/Beckers Functie Programmadirecteur/-medewerker Bezoekadres Juliana van Stolberglaan 4-10 2595 CL Den Haag Telefoon 06-19304024/0652528378

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68739 21 december 2016 Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 7 december 2016, nr. 2015737, houdende

Nadere informatie

VACATUREPROFIEL KWARTIERMAKER NATIONALE POLITIE

VACATUREPROFIEL KWARTIERMAKER NATIONALE POLITIE VACATUREPROFIEL KWARTIERMAKER NATIONALE POLITIE Dit vacatureprofiel betreft de functie van kwartiermaker nationale politie en tevens beoogd korpschef. Bureau ABD Politietop 31 maart 2011 ALGEMEEN Aanstelling

Nadere informatie

COMMISSIE WERKTIJDENMODALITEITEN SECTOR POLITIE

COMMISSIE WERKTIJDENMODALITEITEN SECTOR POLITIE COMMISSIE WERKTIJDENMODALITEITEN SECTOR POLITIE Gegevens Bevoegd gezag Naam ambtenaar : Dienst @ : De heer @ Datum 17 november 2014 Advies betreffende het voorgenomen besluit tot afwijzing van het verzoek

Nadere informatie

Personeelsplan. Samenwerking Leiden - Leiderdorp

Personeelsplan. Samenwerking Leiden - Leiderdorp Bijlage behorend bij de Gemeenschappelijke Regeling sociale diensten gemeenten Leiden en Leiderdorp, 2006 Personeelsplan Samenwerking Leiden - Leiderdorp 1 van 5 01. Inleiding. Het besluit van de gemeente

Nadere informatie

Model plaatsingsprocedure EUR. 1. Inleiding

Model plaatsingsprocedure EUR. 1. Inleiding Model plaatsingsprocedure EUR 1. Inleiding Als onderdeel van het reorganisatieplan wordt in het formatie plan beschreven uit welke en hoeveel functies de nieuwe organisatie zal bestaan. Op basis daarvan

Nadere informatie

Totstandkomingsgeschiedenis Fusiegedragsregels

Totstandkomingsgeschiedenis Fusiegedragsregels 1 Inleiding 1.1 Algemeen Het SER-besluit Fusiegedragsregels is op 15 mei 1970 door de Sociaal-Economische Raad ( SER ) vastgesteld (inwerkingtreding op 19 juni 1970). De fusiegedragsregels zijn laatstelijk

Nadere informatie

Landelijke geschillencommissie LPR - GGZ Nederland

Landelijke geschillencommissie LPR - GGZ Nederland 1 Geanonimiseerde versie Landelijke geschillencommissie LPR - GGZ Nederland --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- -

Nadere informatie

Reorganisatieplan Fase 1

Reorganisatieplan Fase 1 'Moederdocument' Afspraken Uitvoering Reorganisatie Politiewet 2012 Organisatieonderdeel Programma Personele Reorganisatie Bijlage 13 / 16 Reorganisatieplan Fase 1 Contactpersoon M.A. Bijnsdorp Functie

Nadere informatie

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 De minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus 20401 2500 EK Den Haag datum 11 mei 2017 doorkiesnummer 088-361 33 17 e-mail wetgeving.rvdr@rechtspraak.nl uw kenmerk WJZ/17038352 cc De Minister

Nadere informatie

REORGANISATIE POLITIE. door Pauline de Casparis

REORGANISATIE POLITIE. door Pauline de Casparis REORGANISATIE POLITIE door Pauline de Casparis Onderwerpen Algemeen. Functievergelijking. Aanvraag HPK. Plaatsing. Flankerende voorzieningen. Procedures. Reorganisatie NP Start: 3 november 2014 (datum

Nadere informatie

CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid

CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid 2015 Veiligheid en Justitie Samenvatting resultaten Aanleiding Op basis van artikel 8 van het Besluit Verstrekking Gegevens Telecommunicatie is opdracht gegeven

Nadere informatie

Commentaar van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid inzake leeftijdsgrenzen in wet- en regelgeving

Commentaar van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid inzake leeftijdsgrenzen in wet- en regelgeving Commentaar van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid inzake leeftijdsgrenzen in wet- en regelgeving Advies nummer 8 's-gravenhage, 16 oktober 1996 ROP-advies nr. 8, blad 2 Commentaar gericht aan de

Nadere informatie

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst AAN: De korpsbeheerder van het Regionaal Politiekorps Gelderland-Midden De politievakorganisaties deel uitmakend van de Regionale Commissie voor Georganiseerd

Nadere informatie

OR dag toekomstige samenwerking in ziekenhuizen

OR dag toekomstige samenwerking in ziekenhuizen OR dag toekomstige samenwerking in ziekenhuizen Workshop 2 Suzanne Broens s.broens@sprengers.nl www.sprengersadvocaten.nl Donderdag 14 november 2013 OR en Professionalisering bij trajecten van samenwerking

Nadere informatie

Samen aan de IJssel Inleiding

Samen aan de IJssel Inleiding Samen aan de IJssel Samenwerking tussen de gemeenten Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel, kaders voor een intentieverklaring en voor een onderzoek. Inleiding De Nederlandse gemeenten bevinden

Nadere informatie

FUSIE CONVENANT ADDENDUM BIJ DOORLOPEND SOCIAAL PLAN ORGANISATIEONTWIKKELING KWINTES. Inzake fusie Kwintes en Stichting Iks

FUSIE CONVENANT ADDENDUM BIJ DOORLOPEND SOCIAAL PLAN ORGANISATIEONTWIKKELING KWINTES. Inzake fusie Kwintes en Stichting Iks FUSIE CONVENANT ADDENDUM BIJ DOORLOPEND SOCIAAL PLAN ORGANISATIEONTWIKKELING KWINTES Inzake fusie Kwintes en Stichting Iks Fusie convenant 1 van 7 INLEIDING Het fusie convenant bestaat uit: - het doorlopend

Nadere informatie

Datum 22 juni 2017 Betreft Verzoek om een reactie op de uitspraak van het CBb over de positieflijst

Datum 22 juni 2017 Betreft Verzoek om een reactie op de uitspraak van het CBb over de positieflijst > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Agro en Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

een faculteit of dienst. Bij een reorganisatie van de Universiteit Twente als geheel geldt de UT als eenheid.

een faculteit of dienst. Bij een reorganisatie van de Universiteit Twente als geheel geldt de UT als eenheid. óa REORGANISATIECODE peejs~!e~!sjea!un BEGRIPPENLIJST Werkgever: Beheerder: Eenheid: het College van Bestuur de decaan van een faculteit of de directeur van een dienst. Bij een reorganisatie van de Universiteit

Nadere informatie

CONCEPT. De Minister van Veiligheid en Justitie, Gelet op artikel 6, negende lid, van het Besluit bezoldiging politie: Besluit:

CONCEPT. De Minister van Veiligheid en Justitie, Gelet op artikel 6, negende lid, van het Besluit bezoldiging politie: Besluit: directoraat-generaal Veiligheid Personeel & Materieel CONCEPT Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van DGV Politie/Personeel en Materieel, houdende invoering van de Tijdelijke regeling functieonderhoud

Nadere informatie

Formatieverdeling PDC

Formatieverdeling PDC Formatieverdeling PDC Aanpassing formatieverdeling geconcentreerde locaties Korps en medezeggenschap hebben gezamenlijk gekeken naar: Balans tussen een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering en de plaatsbaarheid

Nadere informatie

OR PAUW Bedrijven. T.a.v. de voorzitter E. Jas De Corridor ZB Breukelen. Nieuwegein, 30 augustus Geachte leden van de OR PAUW Bedrijven,

OR PAUW Bedrijven. T.a.v. de voorzitter E. Jas De Corridor ZB Breukelen. Nieuwegein, 30 augustus Geachte leden van de OR PAUW Bedrijven, OR PAUW Bedrijven T.a.v. de voorzitter E. Jas De Corridor 8 3621 ZB Breukelen Nieuwegein, 30 augustus 2017 Geachte leden van de OR PAUW Bedrijven, Op 3 augustus ontvingen wij van De Voort Advocaten een

Nadere informatie

Raadsvoorstel. agendapunt. Aan de raad van de gemeente IJsselstein. Onderwerp Eindrapportage risicovoller ramen ('Keuzes maken')

Raadsvoorstel. agendapunt. Aan de raad van de gemeente IJsselstein. Onderwerp Eindrapportage risicovoller ramen ('Keuzes maken') Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Raadsstuknummer : 2012/14240 Datum : 29 mei 2012 Programma : Diverse programma s Blad : 1 van 5 Cluster : Bestuur Portefeuillehouder: dhr.

Nadere informatie

COMMISSIE WERKTIJDENMODALITEITEN SECTOR POLITIE

COMMISSIE WERKTIJDENMODALITEITEN SECTOR POLITIE COMMISSIE WERKTIJDENMODALITEITEN SECTOR POLITIE Gegevens Bevoegd gezag Naam ambtenaar : Dienst @ i.o. : De heer @ Datum 12 mei 2014 Advies betreffende het voorgenomen besluit tot afwijzing van het verzoek

Nadere informatie

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten Checklist Informatievoorziening Grote Projecten Najaar 2010 Rekenkamercommissie Berkelland, Bronckhorst, Lochem, Montferland 1. Inleiding De uitvoering van grote projecten in Nederland heeft nogal eens

Nadere informatie

Conflictregeling Raad van Toezicht en directeur Stichting Allegoeds

Conflictregeling Raad van Toezicht en directeur Stichting Allegoeds Bijlage 2 artikel 4.2 Governance Code Allegoeds Conflictregeling Raad van Toezicht en directeur Stichting Allegoeds Preambule Conflicten tussen de directeur-bestuurder en de raad van toezicht kunnen verlammend

Nadere informatie

Regeling vergoedingen commissies politie 2017

Regeling vergoedingen commissies politie 2017 Regeling vergoedingen commissies politie 2017 De korpschef besluit de hierna volgende regels vast te stellen ten aanzien van de vergoedingen voor leden van de plaatsingsadviescommissie, de bezwaaradviescommissie

Nadere informatie

(Tekst geldend op: 24-02-2014) De Minister van Veiligheid en Justitie,

(Tekst geldend op: 24-02-2014) De Minister van Veiligheid en Justitie, (Tekst geldend op: 24-02-2014) Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 21 april 2011, nr. DGV/DPV/P&M 2011-2000113644, houdende de vaststelling van een landelijk sociaal statuut politie

Nadere informatie

Uitvoeringsinstructie inzake Tijdelijke tewerkstellingen in de periode tot en met 1 juli 2017

Uitvoeringsinstructie inzake Tijdelijke tewerkstellingen in de periode tot en met 1 juli 2017 Uitvoeringsinstructie inzake Tijdelijke tewerkstellingen in de periode tot en met 1 juli 2017 Auteur: Projectgroep Implementatie Tijdelijke tewerkstellingen Status: 2.0 Versie: 20 april 2017 Doel uitvoeringsinstructie

Nadere informatie

tot vaststelling van de hieronder opgenomen Flankerende voorzieningen fase 2.

tot vaststelling van de hieronder opgenomen Flankerende voorzieningen fase 2. CGOP TCGOP 23 augustus 2016 CGOP ink 1920 Besluit tot vaststelling van Flankerende voorzieningen fase 2 De Korpschef van de Politie Gelet op; artikel 27 eerste lid van de Politiewet 2012; het Hoofdlijnenakkoord

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Breed en het nieuwe werkbedrijf. BW-nummer

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Breed en het nieuwe werkbedrijf. BW-nummer Openbaar Onderwerp Breed en het nieuwe werkbedrijf Programma / Programmanummer Werk & Inkomen / 1061 BW-nummer Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting In februari 2013 is regionaal werkdocument Samen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 494 Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden in verband met de bevoegdheden van de ondernemingsraad inzake de beloningen van bestuurders

Nadere informatie

COMMISSIE WERKTIJDENMODALITEITEN SECTOR POLITIE

COMMISSIE WERKTIJDENMODALITEITEN SECTOR POLITIE COMMISSIE WERKTIJDENMODALITEITEN SECTOR POLITIE Gegevens Bevoegd gezag Naam ambtenaar : Dienst @ : De heer @ Datum 17 november 2014 Advies betreffende het voorgenomen besluit tot afwijzing van het verzoek

Nadere informatie

Gedeputeerde staten, Besluiten vast te stellen de Beleidsregel actieve openbaarheid Zuid-Holland 2017.

Gedeputeerde staten, Besluiten vast te stellen de Beleidsregel actieve openbaarheid Zuid-Holland 2017. Besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 13 december 2016, PZH-2016-573388038 (DOS-2016-0012132) tot vaststelling van de Beleidsregel actieve openbaarheid Zuid-Holland 2017 (Beleidsregel actieve

Nadere informatie

Richtlijn begrotingswijzigingen

Richtlijn begrotingswijzigingen Richtlijn begrotingswijzigingen Richtlijn begrotingswijzigingen... 1 Inleiding... 1 Wanneer vindt een aanpassing van de programmabegroting plaats... 1 Procesgang begrotingswijziging... 1 Procesbeschrijving

Nadere informatie

een faculteit of dienst. Bij een reorganisatie van de Universiteit Twente als geheel geldt de UT als eenheid.

een faculteit of dienst. Bij een reorganisatie van de Universiteit Twente als geheel geldt de UT als eenheid. REORGANISATIECODE BEGRIPPENLIJST Werkgever: Beheerder: Eenheid: OPUT: Lokaal overleg: Universiteitsraad: het College van Bestuur de decaan van een faculteit of de directeur van een dienst. Bij een reorganisatie

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Financiën ;

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Financiën ; Besluit van houdende wijziging van het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie, het Besluit beheer politie, het Besluit financieel beheer politie en het Besluit verdeling sterkte

Nadere informatie

JLI. Fundamenten voor de meldkamerorganisatie. «waakzaam en dienstbaar» De voorzitter van de regiegroep LMO Mr. Postbus EH Den Haag

JLI. Fundamenten voor de meldkamerorganisatie. «waakzaam en dienstbaar» De voorzitter van de regiegroep LMO Mr. Postbus EH Den Haag Organisatieonderdeel Staf Korpsleiding Directie Operatiën Behandeld door Williët Brouwer Functie Adviseur Bezoekadres Juliana van stolberglaan 2595 CL Den Haag Telefoon E-mall Williet.brouwer@politie.nl

Nadere informatie

Beleid overplaatsing

Beleid overplaatsing Beleid overplaatsing 1 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Uitgangspunten... 3 Belangenafweging... 3 Redenen voor overplaatsing en procedure... 4 Zorgvuldigheid en communicatie... 6 Bewaking van de procedure...

Nadere informatie

AAN DE RAAD. Op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen worden de Voorlopige Jaarstukken 2018 en Kadernota ter kennisname aangeboden.

AAN DE RAAD. Op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen worden de Voorlopige Jaarstukken 2018 en Kadernota ter kennisname aangeboden. Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. 10 Voorstel tot kennisneming van de jaarstukken 2018 en de Kadernota 2020-2023 van de VNOG en een zienswijze indienen op de Begrotingswijziging 2019 en concept- Programmabegroting

Nadere informatie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen ADVIES Rolnummer: LPL 98.039 DE BEDRIJFSCOMMISSIEKAMER VOOR DE OVERHEID VOOR LAGERE PUBLIEKRECHTELIJKE LICHAMEN, ADVISERENDE

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2016:2606

ECLI:NL:RBZWB:2016:2606 ECLI:NL:RBZWB:2016:2606 Instantie Datum uitspraak 28-04-2016 Datum publicatie 02-05-2016 Zaaknummer AWB 15_3224 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Bestuursrecht

Nadere informatie

Tegen de achtergrond hiervan zijn de minister van BZK en het dagelijks bestuur van het KBB i.o. het volgende overeengekomen.

Tegen de achtergrond hiervan zijn de minister van BZK en het dagelijks bestuur van het KBB i.o. het volgende overeengekomen. Onderhandelingsakkoord tussen de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het dagelijks bestuur van het Korpsbeheerdersberaad i.o. inzake het pakket aan maatregelen en afspraken in het

Nadere informatie

De Rekenkamer is verder nagegaan of de verantwoording van de verschuldigde vergoeding over 2011, 2012 en 2013 volledig is.

De Rekenkamer is verder nagegaan of de verantwoording van de verschuldigde vergoeding over 2011, 2012 en 2013 volledig is. 1 Managementsamenvatting De managementsamenvatting is geschreven in het Nederlands en het Papiamentu. De Rekenkamer wil hiermee bereiken dat meer mensen kennis kunnen nemen van de inhoud van het rapport.

Nadere informatie

Telefoonnummer

Telefoonnummer Voorstel aan de gemeenteraad van Harlingen *GR16.00139* GR16.00139 Behandeld in Raadscommissie en Raad Datum Commissie 12 oktober 2016 Agendanummer 8 Datum Raad 25 oktober 2016 Agendanummer 7 Opsteller

Nadere informatie

Convenant toepassing en uitvoering van het Landelijk sociaal statuut voor de Nederlandse Politie

Convenant toepassing en uitvoering van het Landelijk sociaal statuut voor de Nederlandse Politie Convenant toepassing en uitvoering van het Landelijk sociaal statuut voor de Nederlandse Politie De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, De Minister van Justitie de beheerders van de

Nadere informatie

Conflictregeling RvT-RvB Gemiva-SVG Groep

Conflictregeling RvT-RvB Gemiva-SVG Groep Conflictregeling RvT-RvB Gemiva-SVG Groep Preambule Conflicten tussen de raad van bestuur en de raad van toezicht kunnen verlammend werken op de governance van een zorgorganisatie. De kwaliteit van de

Nadere informatie

Reorganisatiecode Universiteit Leiden

Reorganisatiecode Universiteit Leiden Reorganisatiecode Universiteit Leiden 1. Voorbereidingsfase 2. Aankondiging 3. Uitwerkingsfase 4. Centraal overleg 5. Uitvoeringsfase 1. Voorbereidingsfase De voorgenomen reorganisatie wordt door de decentrale

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Rv. nr. + dossiernr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

RAADSVOORSTEL Rv. nr. + dossiernr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.: RAADSVOORSTEL 08 0075 Rv. nr. + dossiernr.: 08.0075 B&W-besluit d.d.: 12-08-2008 B&W-besluit nr.: 08.0795 Naam programma +onderdeel: Bestuur en dienstverlening - Belastingen Onderwerp: Regionale samenwerking

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG. Advisering Besluit langdurige zorg.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG. Advisering Besluit langdurige zorg. POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Staatssecretaris van Volksgezondheid,

Nadere informatie

Een organisatorisch perspectief

Een organisatorisch perspectief Eddy Lassche Programmamanager realisatie NP - de Hoftoren Een organisatorisch perspectief Project: Datum: Versienummer: KNP 28 februari 2013 Eddy Lassche Workshop 1: De keuze voor een nieuw bestel in Nederland

Nadere informatie

De rechtspositie van OR-leden

De rechtspositie van OR-leden Bijlage D De rechtspositie van OR-leden Overwegingen Een goed functionerende OR is van belang voor het goed functioneren van de onderneming als geheel. Een belangrijke voorwaarde voor het goed functioneren

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Landelijke arbeidstijden regeling Politie 2017

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Landelijke arbeidstijden regeling Politie 2017 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 57437 11 oktober 2017 Landelijke arbeidstijden regeling Politie 2017 Een beleidsregel Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2.

Nadere informatie

Ambulancezorg Nederland, hierna te noemen de werkgeversvertegenwoordiging, enerzijds

Ambulancezorg Nederland, hierna te noemen de werkgeversvertegenwoordiging, enerzijds Advies over het verschil van mening tussen Ambulancezorg Nederland, hierna te noemen de werkgeversvertegenwoordiging, enerzijds en FNV (Zorg en Welzijn) en CNV (Zorg & Welzijn) anderzijds, hierna gezamenlijk

Nadere informatie

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken.

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken. 2005-01 Utrecht, 9 februari 2005 1. Het signaal 1.1 Op 27 mei 2004 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) een verzoek om advies ontvangen over de vraag of het

Nadere informatie

Directiestatuut van de stichting Voortgezet Montessori Onderwijs Nijmegen en Groesbeek e.o. Herziene versie, 1 februari 2018

Directiestatuut van de stichting Voortgezet Montessori Onderwijs Nijmegen en Groesbeek e.o. Herziene versie, 1 februari 2018 Directiestatuut van de stichting Voortgezet Montessori Onderwijs Nijmegen en Groesbeek e.o. Herziene versie, 1 februari 2018 Preambule Dit reglement is een directiestatuut in de zin van artikel 32 van

Nadere informatie

2. De beslispunten binnen het regionale en lokale beleidskader over te nemen, met uitzondering van de regionale beslispunten 1, 5 en 9.

2. De beslispunten binnen het regionale en lokale beleidskader over te nemen, met uitzondering van de regionale beslispunten 1, 5 en 9. Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering 21 mei 2014 Portefeuillehouder Dhr. H.A. Driessen Begrotingsprogramma 8 Onderwerp Beleidskader Sturing, Bekostiging en Inkoop nieuwe gemeentelijke taken Jeugdwet

Nadere informatie

Onderwerp : Voorstel tot het verstrekken van een krediet ten behoeve van de uitvoering van een plan van aanpak ten behoeve van de organisatie

Onderwerp : Voorstel tot het verstrekken van een krediet ten behoeve van de uitvoering van een plan van aanpak ten behoeve van de organisatie Raadsvergadering : 27 oktober 2008 Agendapunt : 6 Onderwerp : Voorstel tot het verstrekken van een krediet ten behoeve van de uitvoering van een plan van aanpak ten behoeve van de organisatie Samenvatting

Nadere informatie

Medezeggenschapsstatuut (vastgesteld door CvB d.d. 11-12-2013, na verkregen instemming GMR d.d. 6-12-2013)

Medezeggenschapsstatuut (vastgesteld door CvB d.d. 11-12-2013, na verkregen instemming GMR d.d. 6-12-2013) Medezeggenschapsstatuut (vastgesteld door CvB d.d. 11-12-2013, na verkregen instemming GMR d.d. 6-12-2013) Inhoudsopgave Preambule Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen 1. Begripsbepalingen 2. Aard en werkingsduur

Nadere informatie

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011 Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit Reglement is opgesteld

Nadere informatie

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo Vergadering d.d. Agendapunt: 9 juli 2018 Zaaknummer: 500858 Portefeuillehouder : J.H. Lammers Openbaar Besloten Team : Team Mens en Maatschappij

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8388 13 mei 2011 Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 21 april 2011, nr. DGV/DPV/P&M 2011-2000113644,

Nadere informatie

Advies Beleidsplan Jeugdzorg

Advies Beleidsplan Jeugdzorg Advies Beleidsplan Jeugdzorg 2014-2016 Vastgesteld in Wmo-raadsvergadering d.d. 14-08-2014 INHOUDSOPGAVE 1. Adviesaanvraag... 2 2. Onderwerp van advies (adviesvragen)... 2 3. Samenvatting... 2 4. Uitgangspunten

Nadere informatie

LCV m.m. een zelfde criterium als bij artikel 3 lid 1 onder i WMCZ. Met het sluiten c.q. niet meer toegankelijk zijn van de kapel c.q. de recreatieruimte hebben cliënten niet meer de mogelijkheid gebruik

Nadere informatie

Aanbiedingsbrief. Status. O ter kennisneming O ter (oriëntatie) bespreking X ter besluitvorming. Samenvatting

Aanbiedingsbrief. Status. O ter kennisneming O ter (oriëntatie) bespreking X ter besluitvorming. Samenvatting Aanbiedingsbrief aan: Algemeen Bestuur RUD Utrecht van: Dagelijks Bestuur steller: M. van Bockel onderwerp: AP03.2a_Reactie zienswijzen ontwerp 1 e Begrotingswijziging 2018 t.b.v.: Vergadering Algemeen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Rekenkamercommissie gemeente Bloemendaal

Rekenkamercommissie gemeente Bloemendaal Rekenkamercommissie gemeente Bloemendaal Evaluatie onderzoek Externe Inhuur Overveen, 25 januari 2018 Aanleiding De Rekenkamercommissie Bloemendaal evalueert al haar onderzoeken om na te gaan in hoeverre

Nadere informatie

Mr. I. W. Opstelten Minister van Veiligheid en Justitie Postbus EX Den Haag

Mr. I. W. Opstelten Minister van Veiligheid en Justitie Postbus EX Den Haag > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Mr. I. W. Opstelten Minister van Veiligheid en Justitie Postbus 20011 2511 EX Den Haag Contactpersoon Drs. ir. M. H. van der Duin Postbus 20011 2500 EA Den

Nadere informatie

Aan het bestuur van de Sociale Dienst NW Fryslân.

Aan het bestuur van de Sociale Dienst NW Fryslân. Aan het bestuur van de Sociale Dienst NW Fryslân. Franeker, 22 november 2016 Betreft: Advies lokale regelgeving WMO 2015 Geacht bestuur, Op 20 oktober jl. ontvingen wij uw verzoek om advies over de volgende

Nadere informatie

Artikel 3 - Benoeming 1. De (her)benoeming van een Bestuurder geschiedt onverlet diens arbeidsrechtelijke positie voor een periode van vier jaar.

Artikel 3 - Benoeming 1. De (her)benoeming van een Bestuurder geschiedt onverlet diens arbeidsrechtelijke positie voor een periode van vier jaar. Reglement Bestuur Artikel 1 - Definities In dit reglement wordt verstaan onder: a. Aedes: de vereniging Aedes vereniging van woningcorporaties; b. Bestuur: het bestuur van de Stichting; c. Bestuurder:

Nadere informatie

G e m e e n t e S l u i s

G e m e e n t e S l u i s Notitie voor Commissie Middelen/Algemeen Bestuur Pag. 1 Datum vergadering 23 januari 2008 Nr. Omschrijving agendapunt Portefeuillehouder Voorstel tot het kennisnemen van de notitie "Inhuur externen". wethouder

Nadere informatie

4. Bij voorkeur zal de raad van toezicht van Stichting P60 bij de werving van nieuwe toezichthouders buiten het eigen netwerk zoeken.

4. Bij voorkeur zal de raad van toezicht van Stichting P60 bij de werving van nieuwe toezichthouders buiten het eigen netwerk zoeken. REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT Opgesteld door de voorzitter op 25.03.2013 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 27.05.2013 te Amstelveen HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit

Nadere informatie

Uw nummer (letter): 2012/ Uw brief van: 10 mei 2012 Ons nummer: Willemstad, 23 mei Afd:

Uw nummer (letter): 2012/ Uw brief van: 10 mei 2012 Ons nummer: Willemstad, 23 mei Afd: CURAÇAO Stichting Bureau Toezicht en Normering Overheidsentiteiten Aan de Raad van Ministers t.a.v. de Minister van Algemene Zaken de heer G. Schotte Fort Amsterdam z/n Alhier Uw nummer (letter): 2012/025744

Nadere informatie

FASE 2 VAN DE PERSONELE REORGANISATIE - Naar balans tussen formatie en bezetting -

FASE 2 VAN DE PERSONELE REORGANISATIE - Naar balans tussen formatie en bezetting - FASE 2 VAN DE PERSONELE REORGANISATIE - Naar balans tussen formatie en bezetting - Doel van fase 2 Door de afgesproken vorm van reorganiseren vallen er geen ontslagen, is het aantal herplaatsingskandidaten

Nadere informatie

Kostenverrekenmodel. Financiële randvoorwaarden. Bijlage bij raadsvoorstel 20 februari 2014

Kostenverrekenmodel. Financiële randvoorwaarden. Bijlage bij raadsvoorstel 20 februari 2014 Kostenverrekenmodel Bijlage bij raadsvoorstel 20 februari 2014 Inleiding In september 2013 stemden de raden Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel in met de door de colleges aan de hand van het rapport Innovatief

Nadere informatie

In vijf stappen naar een participatieve medezeggenschap

In vijf stappen naar een participatieve medezeggenschap In vijf stappen naar een participatieve medezeggenschap Als je als Ondernemingsraad wilt overstappen naar een vorm van participatieve medezeggenschap betekent dat een overgang van de traditionele werkwijze

Nadere informatie

Stichting Sirius Reglement Raad van Toezicht

Stichting Sirius Reglement Raad van Toezicht Stichting Sirius Reglement Raad van Toezicht Stichting Sirius Openbaar primair onderwijs Amsterdam Zuidoost Versie: 2014-04-14 Inhoudsopgave 1 Reglement voor de Raad van Toezicht... 3 Artikel 1 - Begripsbepalingen...

Nadere informatie