Functievergelijking reorganisatie politiewet 2012 Werkwijze Werk naar Team (WNT)

Transcriptie

1 'Moederdocument' Afspraken Uitvoering Reorganisatie Politiewet 2012 Organisatieonderdeel Programma Personele Reorganisatie Bijlage 5 / 16 Functievergelijking Werk naar Team Contactpersoon C. Janssens / M.A. Bijnsdorp Functie Programmamanager Fase 1 Bezoekadres Juliana van Stolberglaan CL Den Haag Telefoon Christel.jansens@mwbrabant.politie.nl Internet Datum 28 juli 2014 Blad 1/16 Functievergelijking Werkwijze Werk naar Team (WNT)

2 Blad 2/16 Voorblad Documentgegevens Auteur(s) C. Jansens, A. van Daalen, Y. Hoekstra Titel Functievergelijking Werkwijze WNT Versie 1.0 Documentnaam ppr fv wnt vs doc Status Vastgesteld Datum 28 juli 2014 Wijzigingshistorie Datum Versie Status Wijzigingen Concept Basisversie ter bespreking in programmaraad (18/7/2014) Vier partijenoverleg (24/07/2014) Concept Het woord operationele coördinatie is aangepast naar organisatorische coördinatie (pagina 15, paragraaf 6.4) Concept Ter bespreking in 4po. Het document is op 24/7 in het 4PO besproken en akkoord bevonden mits een alinea toegevoegd zal worden. Dan mag het ter vaststelling voor aan de KL Ter vaststelling Vastgesteld in KLO. Distributielijst Versie Naam 1.0 4PO, Programmaraad, Programmateam en projectleiders uitvoering 0.95 KLO 28/07/ PO 24/07/ hardcopy uitgereikt 0.1 Programmaraad 18/07/ Vier Partijenoverleg 24/ Programmateam en projectleiders uitvoering Besluitvorming Versie Naam 1.0 Korpsleiding op 28/7 vastgesteld

3 Blad 3/16 1 Inleiding 4 2 Bespreking en besluitvorming 5 3 Definities 5 4 Beslisboom 6 5 Het werkproces functievergelijking Start van de functievergelijking Bepalen taakgebied Validatie Leiding Dominant taakgebied te duiden? Dominant taakgebied keert terug in een team? 5.6 Combinatie van taakgebieden keert terug in een Team? LFNP functie in dat team? Commissie Functie Vergelijking Mogelijk HPK Mogelijk functievolger Bepalen dichtstbijzijnde plaats tewerkstelling Reisafstanden Bepalen formatieplaats ( stoel ) 14 6 Aanvullende kaders Definitie vervallen werk Vaststellen team-binnen-team Organisatorische duiding Toedeling oud-leidinggevenden Toedeling beleidsmedewerkers Meerdere korpsonderdelen op één plaats van tewerkstelling Geografische duiding(verzorgingsgebied) 16

4 Blad 4/16 1 Inleiding Over de aanpak van de personele zijn afspraken gemaakt die zijn vastgelegd in de notitie Aanpak in hoofdlijnen van 20 december 2013 (Hoofdlijnenakkoord). Een van de afspraken gaat over de wijze waarop functievergelijking in deze plaats zal vinden. Afgesproken is dat er een zogenaamde van werk naar team tabel wordt vastgesteld en dat er een commissie is die de korpschef desgevraagd - adviseert of een functie als vergelijkbaar of uitwisselbaar kan worden aangemerkt. Als wordt vastgesteld dat de functie van een medewerker vergelijkbaar of uitwisselbaar is met een functie die terugkeert in de nieuwe organisatie, wordt die medewerker als functievolger op die functie geplaatst. De afspraak is gemaakt dat functievergelijking op de volgende wijze plaats zal vinden: 1 : Het vertrekpunt bij de functievergelijking is de uitgangspositie van de medewerker. Deze wordt bepaald door de hem per 1 januari 2012 toegekende LFNP-functie (art. 1a LSS). Dit in samenhang met het samenstel van werkzaamheden dat is vastgelegd in de uitgangspositie van de medewerker voor de overgang naar de LFNP-functie. Voor de meeste medewerkers is dit de oude korpsfunctie op 31 december 2011; Op basis van het samenstel van opgedragen werkzaamheden vastgelegd in de uitgangspositie voor de overgang naar een LFNP-functie wordt bepaald in welk taakgebied/werkveld de medewerker werkzaamheden zijn opgedragen; Aan de hand daarvan wordt bepaald in welk team in de nieuwe formatie dit taakgebied/werkveld terugkeert. Het resultaat daarvan wordt weergegeven in de zogenoemde Van werk naar team -tabellen; Vervolgens wordt vastgesteld of de LFNP-functie van de medewerker voorkomt in de formatie van het desbetreffend team. Is dit het geval dan wordt de medewerker op die functie als functievolger geplaatst; Bij de beoordeling of de LFNP-functie van de medewerker voorkomt in de formatie van het betreffende team worden werkterreinen, aandachtsgebieden en specifieke functionaliteiten buiten beschouwing gelaten. Als de LFNP-functie van de medewerker niet voorkomt in de formatie van het betreffende team, wordt gekeken of het samenstel van opgedragen werkzaamheden dat is vastgelegd in de uitgangspositie van de medewerker voor de overgang naar de LFNPfunctie vergelijkbaar of uitwisselbaar is met een functie in de formatie van het team. Is dit het geval dan wordt de medewerker op die functie als functievolger geplaatst. Voor deze laatste vergelijking bestaat een commissie die de korpschef hierover adviseert. Medewerkers met een vergelijkbare of uitwisselbare functie worden allen geplaatst als functievolger, ongeacht de formatieruimte voor die functie. Om tot een eenduidige toepassing en uitwerking van deze afspraken te komen is in het Vierpartijenoverleg (4PO) - dat bestaat uit het Ministerie van V en J, de politie, politievakorganisaties en de COR - van 26 april 2014 afgesproken om in een serie van 5 werkconferenties gezamenlijk een werkwijze te ontwikkelen. Deze werkwijze moet ervoor zorgen dat de functievergelijking, waarbij het accent ligt op het samenstellen van de werk naar team tabellen, op een adequate en eenduidige wijze plaatsvindt. De werkwijze wordt gedocumenteerd en ter beschikking gesteld aan de eenheden, het PDC en de staf KL Het resultaat van de gehouden werkconferenties wordt hierna weergegeven, waarbij de kern van de uitwerking de zogenaamde beslisboom is. Deze is bijgevoegd en met het volgen van de 1 Bron: Hoofdlijnenakkoord

5 Blad 5/16 stappen van de beslisboom wordt bereikt dat de functievergelijking binnen ieder korpsonderdeel op dezelfde wijze plaatsvindt. Aanvullend zijn een aantal afspraken gemaakt hoe om te gaan met een aantal specifieke functies/situaties. In het 4 partijen overleg van 24 juli 2014 is het volgende afgesproken. Mochten er bij het uitwerken problemen ontstaan (bijvoorbeeld bij de bedrijfsvoering), die nog niet zijn voorzien, zullen deze worden besproken in het 4 partijen overleg. 2 Bespreking en besluitvorming In het hoofdlijnenakkoord is verder afgesproken dat: De definitie van de taakgebieden/teams wordt besproken in het vier partijenoverleg De COR adviseert over de definitie van de taakgebieden/teams De korpschef stelt de werk naar team tabel vast Deze notitie bevat de bedoelde definitie van de teams. En in de bijlage wordt een overzicht van de in het proces van WNT gehanteerde taakgebiedenlijst. 3 Definities Taakgebied: Het werkdomein of een deel(bewerking) van een werkdomein die bij de inrichting van de organisatie in een concreet organisatieonderdeel zijn belegd. Een taakgebied kan ook een combinatie van taken zijn (bijv. de taakcombinatie: beleid en control) Team Team/afdeling zoals opgenomen in het inrichtingsplan en als organisatorische eenheid (OE) herkenbaar in de formatie OF een onderdeel van een dergelijk team of afdeling OF een samenvoeging van teams/afdelingen waarin een overeenkomend taakgebied is belegd. Het als team benoemen van een onderdeel van een team/afdeling uit de formatie of van een samenvoeging van teams/afdelingen vindt alleen plaatst als beargumenteerd kan worden dat dit noodzakelijk is voor een adequate functievergelijking. De onderscheiden taakgebieden en de teams zijn aan elkaar gekoppeld middels de Werk-naarteam-tabel (WNT-tabel).

6 Blad 6/16 4 Beslisboom Ter ondersteuning en sturing van het proces van functievergelijking is gebruikt gemaakt van een zogenaamde beslisboom. Deze is hieronder weergegeven. Elke stap in de beslisboom is gedocumenteerd. Zowel de input, de ouput als de activiteit is beschreven. Figuur 1: Beslisboom van Werk naar Team

7 Blad 7/16 5 Het werkproces functievergelijking 5.1 Start van de functievergelijking Opmerking: uitgangspositie moet hier gelezen worden als: startpositie. De start van de functievergelijking. Doel Het verzamelen van het voor de functievergelijking benodigd materiaal. Deze verzameling is het vertrekpunt voor de functievergelijking. Wanneer Bij de start van de functievergelijking. Voordat de Excel Format WNT (Mentor) wordt gevuld Wie De toedelingteams van de Eenheid / Bedrijfsvoering Waarmee Schriftelijke bewijsstukken Input De schriftelijke bewijsstukken die gebruikt worden om de functievergelijking te kunnen starten zijn: o Het besluit waarin de medewerker per 1 januari 2012 een LFNP functie wordt toegekend (overgang) o Het samenstel van werkzaamheden zoals vastgelegd in de uitgangspositie van de medewerker voor de overgang naar een LFNP-functie. o Dit samenstel van werkzaamheden bestaat uit de oude Korpsfunctiebeschrijving, eventueel toegekende taakaccenten en de uit de oude korpsfunctiebeschrijving voortvloeiende organisatorische duiding. Voorts geldt: o De geldende peildatum is 1 januari 2012, cf. art 1a LSS. o Een latere peildatum geldt indien de medewerker formeel van functie is veranderd na zonder dat dit verband hield met de voorbereiding van de. o De peildatum van geldt voor die medewerkers die na formeel van functie zijn veranderd in verband met de voorbereiding van de Output Er is voldoende materiaal om te kunnen starten met de functievergelijking.. Toedelingteams: het team per eenheid / bedrijfsvoering, dat belast is met de uitvoering van de afspraken over het samenstellen van de werk naar team tabellen zoals vastgelegd in het Hoofdlijnenakkoord.

8 Blad 8/ Bepalen taakgebied Doel Het komen tot het vaststellen van één of meerdere taakgebieden per medewerker Wanneer Nadat de uitgangspositie van de medewerker is bepaald. Wie De toedelingteams van de Eenheid / Bedrijfsvoering Waarmee De vastgelegde uitgangspositie van de medewerker voor overgang naar een LFNP-functie. Input De taak of taken (werkdomein of deelbewerking van het werkdomein) die uit die hiervoor genoemde uitgangspositie (schriftelijke bewijsstukken) worden gedestilleerd. Output Eén of meerdere taakgebieden per medewerker. Als het taakgebied niet (uitsluitend) kan worden bepaald op basis van de vastgelegde uitgangspositie kan andere schriftelijke informatie worden geraadpleegd, zoals informatie over het oude korpsonderdeel, het inrichtingsplan of eventueel toegekend taakaccenten. 5.3 Validatie Leiding Doel Deze stap is bedoeld als controle op de vorige stap waarbij het taakgebied(en) van de medewerkers is bepaald. M.a.w. een controle of het bepalen van het taakgebied zorgvuldig is gebeurd en overeenkomt met het opgedragen samenstel van werkzaamheden zoals vastgelegd in de uitgangspositie voor overgang naar LFNP-functie. Wanneer Na de bepaling van taakgebied(en) door de toedelingteams Wie Leiding / liaisons (afhankelijk van het onderdeel) Waarmee Schriftelijk vastgelegd in uitgangspositie voor overgang LFNP-functie Input Door de toedelingsteams toegekende taakgebied(en) per medewerker Output Door de leiding / liaison gevalideerd taakgebied(en) per medewerker De basis vormt het door de toedelingsteams gedestilleerde taakgebied of taakgebieden op basis van voornoemd schriftelijk materiaal. De leidinggevende / liaison heeft een signaalfunctie voor wat betreft de gedestilleerde taakgebieden voor de medewerker. Als hij meent dat niet het juiste taakgebied is vastgesteld, geeft hij dat gemotiveerd aan. Hij kan daartoe eventueel aanvullende schriftelijke stukken overleggen, mits deze eerder zijn betrokken in het vaststellen van de uitgangspositie voor overgang naar de LFNP-functie. Als door deze activiteit in uitzonderlijke gevallen - alsnog een ander taakgebied wordt bepaald dan wordt eigenlijk de vorige stap (Bepalen taakgebied) nogmaals uitgevoerd. In de praktijk betekent het dat het taakgebied aangepast wordt in het format o.b.v. de validatie door de leidinggevende.

9 Blad 9/ Dominant taakgebied te duiden? 1 Dominant Taakgebied nieuw te duiden? Doel Het komen tot één taakgebied (dominant taakgebied of taakcombinatie) per medewerker Wanneer Na validatie door leiding / liaisons van taakgebied(en) per medewerker Wie De toedelingsteams van de Eenheid / Bedrijfsvoering Waarmee Op basis van schriftelijke stukken en validatie door de leiding / liaison. Input Het door de leiding / liaison gevalideerde taakgebied per medewerker. Output Eén taakgebied (dominant of taakcombinatie) per medewerker Als in de vorige stap meerdere taakgebieden zijn bepaald, wordt in deze stap bepaald of er een dominant taakgebied met één taak kan worden bepaald. Dit doet zich voor in die gevallen dat het werk (taakgebieden) wel terugkeert, maar in verschillende functies en/of verschillende korpsonderdelen is belegd. Afgesproken is om in die gevallen te bekijken of er sprake is van een evident dominant taakgebied. Is dit het geval dat is dat het taakgebied voor de medewerker. Als dit niet bepaald kan worden dan wordt het taakgebied bepaald door een combinatie van taken (taakgebied = taakcombinatie) 5.5 Dominant taakgebied keert terug in een team? Dominant Taakgebied keert terug in Team? Doel Bepalen of het vastgestelde dominante taakgebied voorkomt in een team conform de WNT tabel?. Wanneer Na vaststelling van het dominante taakgebied per medewerker. Wie Projectteam Mentor Waarmee Op basis van de door de eenheden aangeleverde dominante taakgebieden per medewerker, de Werk-naar-team-tabel, Polbis (Politie Beleids Informatie Systemen) en de voorlopig vastgestelde formatie Input Het vastgestelde dominante taakgebied per medewerker. Output Per taakgebied is bekend of en zo ja in welk team dit terugkeert. Op basis van deze stap wordt duidelijk of het taakgebied terugkeert binnen de NP. Indien dit niet terugkeert, betreft het vervallen werk.

10 Blad 10/ Combinatie van taakgebieden keert terug in een Team? Doel Bepalen of een taakgebied bestaande uit een combinatie van taken (geen dominant taakgebied) in een team terugkomt. Wanneer Na vaststelling dat er meer dan één taakgebied geldt (taakcombinatie) Wie Projectteam Mentor Waarmee Op basis van het Excel Format Mentor, de werk-naar-team-tabel en de voorlopig vastgestelde formatie. Input De aangeleverde combinatie van taakgebieden voor de medewerker en de op basis van de Werk-naar-team-tabel vastgestelde teams. Output Bekend of vastgestelde taakcombinatie terugkeert en in welk team. Deze stap is aanvullend op de vorige stap, als de taakcombinatie niet terugkeert binnen de formatie, dan betreft het vervallen werk. 5.7 LFNP functie in dat team? Doel Wanneer Wie Waarmee Input Output Bepalen of de generieke LFNP-functie van de medewerker is ingericht in het team waarin het taakgebied terugkeert. De eerste groep mogelijke functievolgers wordt bepaald. Na vaststelling dat het taakgebied terugkeert in een team Projectteam Mentor Op basis van de toegekende LFNP functie (uitgangspositie) van de medewerker, de Werk-naar-team-tabel, Polbis en de voorlopig vastgestelde formatie De uitkomst van de bepaling of en in welk team het taakgebied terugkeert. Per medewerker is bekend of zijn generieke LFNP-functie is ingericht in het team waar het taakgebied terugkeert. Als dat zo is dan is de medewerker (mogelijk) functievolger. Voor het bepalen van deze stap is uitsluitend de generieke LFNP-functie van de medewerker van belang. Indien de generieke LFNP-functie is ingericht in het team, wordt de medewerker mogelijk functievolger. Bij deze beoordeling worden eventueel toegekende werkterreinen, aandachtsgebieden en specifieke functionaliteiten buiten beschouwing gelaten. Komt de generieke LFNP functie van de medewerker niet voor in de formatie van het team, dan wordt deze casus voor advies voorgedragen aan de Commissie Functievergelijking (CFV)

11 Blad 11/ Commissie Functie Vergelijking In dit blok wordt kort aangegeven wat de CFV doet. Vooor de commissie wordt een separate werkwijze ontwikkeld. Doel Wanneer Wie Waarmee Input Output Het inzichtelijk maken welke casussen ter beoordeling worden voorgelegd aan de commissie functievergelijking. De CFV zal beoordelen of het feitelijk samenstel van opgedragen werkzaamheden dat is vastgelegd in de uitgangspositie van de medewerker voor de overgang naar een LFNP functie, vergelijkbaar / uitwisselbaar is met een ingerichte LFNP-functie in het betreffende team. Hiermee kan de tweede groep mogelijke functievolgers worden bepaald. Als vastgesteld is dat een taakgebied wel terugkeert in een team, maar de gematchte generieke LFNP functie niet. Commissie Functievergelijking De vastgelegde uitgangspositie voor overgang naar de LFNP functie, de WNT-tabel, inrichtingsplan, formatieplan en eventueel aangevuld met andere schriftelijk vastgelegde mteriaal. Taakgebied en team. Advies aan de KC of er een vergelijkbare / uitwisselbare ingerichte LFNPfunctie is of niet. Dit advies leidt vervolgens tot een beslissing van de KC of de medewerker alsnog functievolger wordt op een in dat betreffende team ingerichte andere LFNP-functie. Is dit niet het geval dat wordt bij de OS (deelgebied eenheid) bekeken of de medewerker mogelijk functievolger kan worden binnen het landelijk gebied. Kan de medewerker niet als mogelijk functievolger worden geplaatst, dan wordt hij mogelijk herplaatsingskandidaat. Als de generieke LFNP-functie van de medewerker niet voorkomt in de formatie van het team waarin het taakgebied terugkeert, kan de korpschef beslissen de medewerker toch als functievolger te plaatsen in dat team. De CFV is te duiden als een ínstrument van de korpschef en adviseert de korpschef uitsluitend over de vergelijkbaarheid / uitwisselbaarheid van voornoemd samenstel van werkzaamheden met een andere ingerichte (LFNP) functie in het betreffende team waarin het taakgebied terugkeert.

12 Blad 12/ Mogelijk HPK Doel Het inzichtelijk maken welke medewerkers mogelijk aangewezen zullen worden als herplaatingskandidaat en worden voorgedragen aan de Plaatsingsadviescommissie (PAC) Wanneer Na afloop van de functievergelijking Wie Projectteam Mentor Waarmee Mentor Input Excel Format Mentor, werk-naar-team-tabel, het beslisdocument functievergelijking en de voorlopig vastgestelde formatie Output Een lijst met medewerkers die wordt aangeboden aan de Plaatsingsadviescommissie Na afronding van de functievergelijking is duidelijk wie er niet als functievolger kan worden geplaatst (zowel in deelgebied als in het landelijk gebied). Deze medewerkers worden mogelijk aangewezen als HPK en het is de taak van de PAC om na een gehouden belangstellingsregistratie, te adviseren over de mogelijkheden tot herplaatsing van deze medewerkers (art 7 LSS) Mogelijk functievolger Doel Het inzichtelijk maken welke medewerkers mogelijk functievolger zijn Wanneer Na het doorlopen van de functievergelijking Wie Projectteam Mentor Waarmee Mentor Input Excel Format WNT (Mentor) Output Een lijst met medewerkers die mogelijk hun werk volgen naar het team Medewerkers met een vergelijkbare of uitwisselbare functie worden in deze allen geplaatst als functievolger, ongeacht de formatieruimte in de functie.

13 Blad 13/ Bepalen dichtstbijzijnde plaats tewerkstelling Doel Wanneer Wie Waarmee Input Output Het bepalen van de dichtstbijzijnde plaats te werkstelling voor functievolgers Na bepaling mogelijk functievolger. Projectteam Mentor Mentor De plaats van tewerkstelling (PTW) zoals vastgelegd in de uitgangspositie van de medewerker.. Anderzijds PTW s binnen het team waar het taakgebied en de LFNP functie van de medewerker terugkeren conform postcodeformatietool. De PTW die voor de medewerker geldt. Dit is dezelfde PTW zijn als de medewerker had, dan wel de PTW die hier het dichts bij ligt.. De plaats van tewerkstelling wordt bepaald conform art 55lb, lid 5 Barp Reisafstanden Andes (voorheen EasyTravel) Reisafstanden (Brvvp) Doel Tool voor de ondersteuning van de bepaling van de PTW Wanneer Na bepaling van mogelijk functievolger. Wie Projectteam Mentor Waarmee Andes Input Input voor bepalen van de afstand om de dichtstbijzijnde plaats van tewerksteling te bepalen (huidig en nieuwe PTW) Output - Aan de hand van routeplanner Andes wordt de afstand tussen de formele ptw op de voor de medewerkers geldende peildatum en de nieuwe PTW bepaald. Voor het vaststellen van de afstanden wordt cf. art 36 van het Besluit reis- verblijf en verhuiskosten politie (Brvvp) gehandeld. Dit betekent dat de afstand op basis van de snelste route wordt berekend, uitgaande van de postcodes en bestemmingsnummers van het begin- en eindpunt van het traject.

14 Blad 14/ Bepalen formatieplaats ( stoel ) Doel Bepalen op welke functie binnen de formatie de medewerker wordt geplaatst Wanneer Na bepalen mogelijk functievolger. Wie Projectteam Mentor Waarmee Mentor Input Mogelijk functievolgers met de dichtstbijzijnde PTW tov de oude PTW waar het taakgebied en de LFNP functie van de medewerker terug keren, Output Koppeling tussen medewerker en ingerichte functies Als alle voorgaande stappen zijn gevolgd in het proces, wordt uiteindelijk de medewerker in Mentor gekoppeld aan een ingerichte functie. Indien aan de ingerichte functie werkterreinen en/of aandachtsgebieden zijn toegekend dan gelden die voor de medewerker na plaatsing in die functie. Komt de LFNP functie ook voor met werkterreinen en aandachtsgebieden die de medewerker al had, dan wordt de medewerker op die functie geplaatst.. Indien uitsluitend de generieke LFNP-functie is ingericht, wordt de medewerkers op deze functie geplaatst.. 6 Aanvullende kaders Tijdens de werkconferenties zijn enkele aanvullende kaders geformuleerd. Hier was behoefte aan omdat wij in de uitvoering geconfronteerd werden met dilemma s. Tijdens de werkconferenties was een zogenoemde KSG (Kleine Slimme Groep) actief. In de KSG waren vertegenwoordigers van de vier partijen aanwezig. Sommige leden zijn ook lid van het vier partijenoverleg. Deze KSG heeft op basis van consensus beslissingen genomen over de dilemma s. De volgende uitspraken zijn gedaan: 6.1 Definitie vervallen werk Er is sprake van vervallen werk indien het taakgebied niet organisatie (het korps). terugkeert binnen de nieuwe Er is nadrukkelijk geen sprake van vervallen werk indien: Het taakgebied (het werk) wel terugkeert binnen de nieuwe organisatie, maar versnipperd terugkeert in verschillende functies en/of in verschillende onderdelen van de organisatie. Is dit het geval dan wordt bekeken of het mogelijk is om een evident dominant taakgebied voor de medewerker vast te stellen (zie 5.4). 6.2 Vaststellen team-binnen-team Een onderdeel van team/afdeling, zoals ingericht in de formatie, wordt aangemerkt als 'team'. De afspraak is om ieder geval de binnen de basisteam ingerichte functie Sr. GGP met werkterrein,

15 Blad 15/16 wijk als team (binnen team) te definiëren. Mocht daartoe aanleiding zijn dan worden er meer teams binnen teams vastgesteld. 6.3 Organisatorische duiding De organisatorische duiding is mede bepalend voor de uitgangspositie van de medewerker omdat zonder deze duiding er geen adequate functievergelijking kan plaatsvinden. Dit geldt niet voor de meer generieke taakgebieden, waarbij de kennis van het vakgebied waarbinnen de functie wordt uitgeoefend, dan wel het onderdeel waar men werkzaam is, niet doorslaggevend is voor de uitoefening van het werk. Met andere woorden het is voor de functie niet relevant bij welk onderdeel ze wordt uitgeoefend. Dit geldt voor secretariaat 2, planners 3, chauffeurstaken, redactie, woordvoering en communicatieadvies. 6.4 Toedeling oud-leidinggevenden Bij de overgang naar het landelijk functiegebouw (LFNP) zijn medewerkers, die voorheen deels leidinggevende taken uitvoerden gematcht naar bedrijfsvoeringsspecialist of operationeel specialist. Deze medewerkers worden gekoppeld aan het taakgebied (en) waaraan betrokkene leiding gaf. Uitzondering: Binnen de teams leiding van de diensten in het domein uitvoering keert het taakgebied (het werk) organisatorische coördinatie nagenoeg onveranderd terug. Om een adequate functievergelijking te kunnen doen is het dan ook noodzakelijk om dit aspect van leidinggeven op te nemen als taakgebied in de werk naar team tabel. Hiermee wordt bereikt dat medewerkers die het betreft naar het juiste taakgebied kunnen worden gebracht. 6.5 Toedeling beleidsmedewerkers Ten aanzien van beleidsmedewerkers wordt bepaald of het dominante taakgebied beleidsontwikkeling of beleidsuitvoering/ondersteuning betreft. Het dominante taakgebied beleidsontwikkeling (+bedrijfsvoeringskolom) leidt naar team binnen directie staf KL; Het dominante taakgebied beleidsondersteuning (+bedrijfsvoeringskolom) leidt naar team binnen het PDC / eenheid. 6.6 Meerdere korpsonderdelen op één plaats van tewerkstelling Bij generieke taakgebieden kan het voorkomen dat de functie en de plaats van tewerkstelling is bepaald, maar nog niet de afdeling waar de functievolger werkzaam zal zijn. Dit komt voor in die gevallen dat er meerdere afdelingen op dezelfde locatie zijn gehuisvest. In dit geval bepaalt de eenheidschef in overleg met betrokkenen bij welke afdeling binnen die plaats van tewerkstelling de medewerker werkzaam zal zijn 2 Onder secretaresses wordt verstaan degene die o.a. notuleert en agendabeheer verzorgt 3 Onder planners verstaan we zowel BVCM-roosteraars als capaciteitsmanagers. Uitgezonderd: IBTplanners; zij vallen onder taakgebied OBT

16 Blad 16/ Geografische duiding(verzorgingsgebied) Het verzorgingsgebied (geografische duiding) van de medewerker wordt niet betrokken in de functievergelijking. Een verzorgingsgebied is niet opgenomen in de functiebeschrijving en maakt geen deel uit van het daarin vastgelegd opgedragen samenstel van werkzaamheden. Het is tevens voor de functie niet relevant waar die wordt uitgeoefend.