Commissie Sociaal 4 september 2013

Transcriptie

1 Commissie Sociaal 4 september 2013 Orgaan: Locatie: Datum: Aanvang: Commissie Sociaal Raadzaal gemeentehuis, Marktstraat 1, Borculo woensdag 04 september :15 uur 1. (00:00-00:00 uur) Opening 2. (00:00-00:00 uur) Spreekgelegenheid voor het publiek *) 3. (00:00-00:00 uur) Vaststellen agenda 4. (00:00-00:00 uur) Toezeggingenlijst 5. (00:00-00:00 uur) Voorbereiding en rapportage vanuit de gemeenschappelijke regelingen - (00:00-00:00 uur) a. Verslag van de vergadering van het Algemeen Bestuur van de GGD Noord- en Oost-Gelderland van 4 juli 2013 Stukken Verslag AB vergadering 4 juli 2013 GGD Noord- en Oost-Gelderland Brief van de Stadsbank Oost Nederland - (00:00-00:00 uur) b. Brief van de Stadsbank Oost Nederland over voortgang ontwikkelingen bij de Stadsbank Stukken Brief van de Stadsbank Oost Nederland 6. (00:00-00:00 uur) Mededelingen van het college in het kader van de actieve informatieplicht 7. (00:00-00:00 uur) Transities in het Sociaal Domein 8. (00:00-00:00 uur) Presentatie door de heer G. Jonker (SDOA) over de Participatiewet - (00:00-00:00 uur) VOORSTEL HAMERSTUK 9. (00:00-00:00 uur) Subsidie verzelfstandiging beheer en onderhoud vliegveld Apedijk in Eibergen Stukken

2 Voorstel en besluit - Subsidie en verzelfstandiging beheer en onderhoud vliegveld Apedijk in Eibergen Bijlage 1 - BenW advies - Subsidie en verzelfstandiging beheer en onderhoud vliegveld Apedijk in Eibergen Bijlage 2 - Eindresultaat - Subsidie verzelfstandiging beheer en onderhoud vliegveld Apedijk in Eibergen Bijlage 3 - Situatieschets - Subsidie verzelfstandiging beheer en onderhoud vliegveld Apedijk in Eibergen Bijlage 4 - Werkgrens Vliegveld Apendijk - Subsidie verzelfstandiging beheer en onderhoud vliegveld Apedijk in Eibergen Bijlage 5 - Subsidieregeling verzelfstandiging buitensportaccommodaties Subsidie verzelfstandiging beheer en onderhoud vliegveld Apedijk in Eibergen - (00:00-00:00 uur) VOORSTEL BESPREEKSTUK 10. (00:00-00:00 uur) Vaststellen basistarieven hulp bij het huishouden Stukken Voorstel en besluit - Vaststelling basistarieven hulp bij het huishouden Bijlage 1 - BenW advies - Vasttelling basistarieven hulp bij het huishouden Bijlage 2 - Antwoord op technische vraag - Vaststellen basistarieven hulp bij het huishouden 11. (00:00-00:00 uur) Rondvraag 12. (00:00-00:00 uur) Sluiting

3 Verslag AB vergadering 4 juli 2013 GGD Noord- en Oost-Gelderland (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####gured1:281894#

4 Verslag vergadering Algemeen Bestuur Datum: 4 juli 2013 om uur, Locatie: Congrescentrum Fort Bronsbergen, Zutphen Volgende vergadering: 21 november 2013 om uur Aanwezig: leden: P. Blokhuis (Apeldoorn, vanaf agendapunt 2), mw. J. Steffens (Bronckhorst), G. Verver-Drenth (Brummen), S. W. Krooneman (Elburg), H.J. Berkhoff (Epe), A.L. Klappe (Ermelo), P. den Besten (Harderwijk, vanaf agendapunt 2), A.G. Borst (Hattem, vanaf agendapunt 4), H.A.M. Bögemann (Heerde), mw. W. Heesen (Lochem), mw. I.T.J.M. Wolsing (Montferland), G. van den Berg (Nunspeet), P. Wentink (Oost Gelre), mw. C.M. Sluiter-Kuilwijk (Oude IJsselstreek, vanaf agendapunt 2), A. Kleijer (Putten, voorzitter), J. Penninx (plv. E.K. Horstman, Voorst), mw. I.G. Saris (Winterswijk), H. la Rose (Zutphen, t/m agendapunt halverwege 3) mede aanwezig: F. Bruning (Brummen, wethouder jeugd), Afwezig: namens ambtelijk overleg volksgezondheid: mw. E. Langenkamp (Lochem) namens GGD Noord- en Oost-Gelderland: D.W. ten Brinke (directeur publieke gezondheid / algemeen directeur), A.B. Verweij (controller), T. Nijland (directiesecretaris) H.J. Rijks (Aalten), L.J.H. Scharenborg (Berkelland), J.B. Wilschut (Doetinchem), I. de Muijnck (Oldebroek), E.K. Horstman (Voorst), J.A. Gerritsen (Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland) A. Schoenmaker (directeur publieke gezondheid / directeur GHOR Veiligheidsregio NOG), Verzendlijst: leden AB, gemeenteraden (via colleges B&W), ambtenaren volksgezondheid, management / beleidsadviseurs GGD 1. Opening en verslag vergadering d.d. 25 april 2013 De heer Kleijer opent de vergadering. Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. Over de actiepuntenlijst zijn geen opmerkingen. Deze wordt geactualiseerd. 2. Ingekomen stukken en mededelingen a. De GGD heeft de gemeenten geïnformeerd over de aanvullende teruggaaf die de gemeenten ontvangen uit het btw-compensatiefonds. Op grond van de zogenoemde transparantieregeling mag de GGD de toerekenbare inkoop-btw voor een deel 1

5 doorschuiven naar de gemeenten. Met de belastingdienst is op basis van het jaar 2012 een praktische afspraak maakt voor de voorgaande jaren. b. De gemeente Harderwijk heeft verzocht het gebruik door de GGD afd. Jeugdgezondheidszorg van de Verwijsindex Risicojongeren in de regio Noord-Veluwe te bespreken. Afgesproken is dit eerst op ambtelijk niveau te bespreken. c. De heer Ten Brinke memoreert de landelijke maatregelen en acties van de GGD bij de uitbraak van de mazelen. Hij verwijst naar de brief van 26 juni 2013 aan de colleges van B&W. d. De heer Ten Brinke geeft verder aan dat een nieuw type coronavirus is ontdekt (MERS-CoV), waarbij de bron van besmetting in het Midden-Oosten ligt. Het virus is nog niet in Nederland vastgesteld. Het gaat om een A-ziekte, zodat de verantwoordelijkheid voor de bestrijding bij de voorzitter van de Veiligheidsregio ligt. De GGD zal echter ook de portefeuillehouders volksgezondheid op de hoogte houden. De GGD zal steeds duidelijk aangeven wat van de gemeenten wordt verwacht. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 3. Evaluatiegroep pilots jeugdgezondheidszorg De heer Kleijer licht toe dat het AB in de vorige vergadering heeft besloten een bestuurlijke groep voor een gezamenlijke evaluatie van de pilots JGZ in te stellen, om wel binding te houden. De heer Blokhuis benadrukt dat de opdracht van de Evaluatiegroep niet te zwaar moet worden gezien. De thuiszorg wordt ook betrokken. Ambtelijke ondersteuning vindt ook vanuit de gemeenten van de werkgroepleden plaats. Mevrouw Langenkamp licht toe dat de ambtenaren volksgezondheid er de voorkeur aangeven dat in de projectplannen van de pilots de afgesproken uitgangspunten en randvoorwaarden worden geborgd. De heer Penninx is gerustgesteld door de opmerking dat de taakopdracht niet te zwaar moet worden gezien. Hij vraagt of de wijze van evalueren van tevoren in een plan van aanpak wordt vastgelegd. Mevrouw Heesen zegt dat dat juist de reden is voor de instelling van de groep. Mevrouw Verver vraagt of het nog niet te vroeg is voor de instelling van de Evaluatiegroep. De heer Kleijer geeft aan dat het doel is een goede vergelijking tussen de verschillende pilots te kunnen maken. Mevrouw Saris stelt voor om akkoord te gaan met deze aanvulling op het besluit. Het AB besluit in te stemmen met de beschreven taakopdracht voor de Bestuurlijke Evaluatiegroep, met de kanttekening dat het doel is een goede vergelijking tussen de verschillende pilots te kunnen maken. 4. Extra contactmoment JGZ voor pubers De heer Penninx vraagt hoe de nadere selectie plaats vindt van de risicogroepen bij het extra contactmoment. De heer Ten Brinke licht toe dat met behulp van vragenlijsten triage plaatsvindt. Mevrouw Langenkamp vult aan dat dit bij het extra contactmoment wel gebeurt op een moderne manier, in combinatie met individuele gezondheidsvoorlichting. 2

6 De heer Den Besten gaat niet akkoord met het aanbod van de GGD en wil er nu alleen kennis van nemen. De gemeente Harderwijk gaat het contactmoment zelf vormgeven, eventueel samen met andere gemeenten De heer Penninx vraagt naar de reden van dit standpunt. De heer Den Besten geeft aan dat Harderwijk kiest voor aan aanpak vanuit het centrum voor jeugd en gezin. Hij denkt niet aan een standaard-contactmoment, maar aan een gerichte aanpak. Mevrouw Langenkamp bepleit om het komend schooljaar wel te starten. Daarnaast wijst ze op de taak van de jeugdarts bij doorverwijzingen en op het plan van de staatssecretaris om het extra contactmoment in het basistakenpakket jeugdgezondheidszorg op te nemen. De heer Krooneman vindt het voorbarig om nu al in te stemmen. De heer Kleijer wijst erop dat de individuele gemeenten beslissen en niet het AB van de GGD. De heren Krooneman en Den Besten geven aan dat de Noord-Veluwse wethouders een besluit zullen nemen op basis van het aanbod van de GGD en het advies van de gemeentelijke ambtenaren. De heer Penninx vraagt of de kosten hetzelfde blijven als niet alle gemeenten meedoen. De heer Ten Brinke licht toe dat het aanbod past binnen de extra middelen die de gemeenten ontvangen voor het extra contactmoment. Hij verwacht geen problemen, gezien het ambtelijk draagvlak bij de gemeenten. Mevrouw Verver vraagt hoe het zit met de grote groep leerlingen uit Brummen die naar het voortgezet onderwijs gaat in een andere GGD-regio. Mevrouw Langenkamp zegt dat dit in ambtelijk wordt besproken. Het doel is dat deze leerlingen niet buiten de boot vallen. Mevrouw Steffens zegt dat de Achterhoekse gemeenten in een brief (die in de vergadering wordt uitgedeeld secr.) vragen om kritisch te kijken naar de bekostiging van de jeugdgezondheidszorg. Het aantal jeugdigen in Bronckhorst bijvoorbeeld daalt met 35%. De totale inwonertallen dalen ook, maar minder snel. Het aandeel van jeugdgezondheidszorg in de GGD-begroting wordt dan erg groot. De Achterhoekse gemeenten zien het extra contactmoment als een mogelijkheid om zonder frictiekosten de bekostiging van de jeugdgezondheidszorg te herijken. De heer Bögemann vraagt aan welk tijdsbestek mevrouw Steffens denkt. Mevrouw Steffens zegt dat zij voor regionale sturing van jeugdgezondheidszorg kiest, waarbij de gemeenten meer keuzemogelijkheden hebben. In de toekomst zal de overheid verder terugtreden en zal de JGZ steeds meer lokaal vorm krijgen vanuit het centrum voor jeugd en gezin. De heer Ten Brinke vindt het een goede zaak om te kijken naar het budget voor jeugdgezondheidszorg en de vormgeving in basis- of plusproducten. Hij wil graag de feiten en cijfers in beeld brengen, zowel voor de periode als de prognose 2020, om de besluitvorming te onderbouwen. Op de korte termijn lijken de effecten nog beperkt, zoals eerder uitgerekend voor het AB in november 2012, maar op de langere termijn zullen de effecten van de ontgroening groter worden. Mevrouw Steffens ziet als voordeel van regionale sturing dat de ene regio geen last heeft van keuzes in de andere regio s. Van belang is ook dat de krimpgemeenten minder middelen ontvangen uit het Gemeentefonds op basis van de verdeelsleutel jongeren. Mevrouw Langenkamp licht toe dat de gemeenten die Yunio voor de jeugdgezondheidszorg 0-4 jarigen subsidiëren, hebben gekozen voor een vast deel en een variabel deel in de bekostiging. Mevrouw Wolsing en de heer Wentink geven aan dat er al veel onderzoeksmateriaal is over de bevolkingskrimp in de Achterhoek. 3

7 De heer Kleijer zegt toe dat het DB de brief en de drie genoemde elementen krimp, ontgroening en ontvlechting, bespreekt. In de volgende vergadering in november legt het DB een discussiestuk voor aan het AB. Het AB besluit: kennis te nemen van de uitkomsten ambtelijke overleggen in de regio's kennis te nemen van het advies ambtenaren volksgezondheid over opdrachtverstrekking aan GGD voor uitvoering extra contactmoment adolescenten het toegezegde discussiestuk van het DB in reactie op de brief van de Achterhoekse gemeenten over de bekostiging van de jeugdgezondheidszorg te bespreken in de AB-vergadering op 21 november Verbeteringen vergaderplanning en toezending begroting De heer Kleijer licht toe dat de notitie is opgesteld als reactie op een brief van Zutphen en eerdere signalen van andere gemeenten. De heer Ten Brinke geeft aan dat het gaat om een verkenning van hoe gemeenten tijdiger kunnen worden geïnformeerd en hoe zij beter invloed kunnen uitoefenen bij de GGD. Het DB zal dit verder uitwerken. Mevrouw Wolsing plaatst een kanttekening bij het positieve beeld over de termijnen voor toezending van stukken. Verder zal het altijd lastig blijven met de termijnen. De heer Den Besten stelt voor om gewoon ja te zeggen tegen de suggesties in de notitie voor de korte termijn. Het AB besluit: in te stemmen met de suggesties in onderdeel 6 van de notitie voor verbeteringen op de korte termijn in de vergaderplanning en toezending van stukken het DB op te dragen deze suggesties uit te werken. 6. Jaarstukken 2012 De heer Berkhoff zegt dat het DB in de vorige AB-vergadering al een doorkijkje heeft gegeven in het resultaat over Met mevrouw Verver en mevrouw Wolsing heeft hij een positief gesprek gehad met de nieuwe accountant. Deze heeft weer een verfrissende kijk, al wordt in veel opzichten de lijn van de afgelopen jaren doorgezet. De heer Penninx ziet dat het resultaat vooral is bereikt door stijgende inkomsten en uitgaven die niet evenredig meestijgen. De heer Berkhoff geeft aan dat hierin ook de frictiekostenvergoeding voor de uittreding van Deventer zit. De kosten hiervan zijn versneld weggewerkt. De heer Verweij vult aan dat vanaf 2013 de tarieven voor plusproducten zijn verlaagd. Hierdoor koerst de GGD financieel wat scherper aan de wind, maar hebben de gemeenten structureel een voordeel van 3%. Het AB besluit: a. het Jaarverslag en de Jaarrekening 2012 vast te stellen, inclusief de begrotingsafwijkingen in de programmarekening 2012 b. het resultaat te bestemmen zoals in de toelichting en op p. 24 van de jaarrekening wordt weergegeven. c. kennis te nemen van het accountantsverslag 2012 en de uitkomsten van de bespreking met AB-vertegenwoordigers en accountant. 4

8 7. Reservepositie GGD De heer Berkhoff licht toe dat de algemene reservepositie van de GGD nu op orde is. Daarnaast zijn er bestemmingsreserves. De bestemmingsreserve voor personele lasten hoort voor het deel vakantiegeld gewoon in de begroting, zodat dit deel kan vrijvallen voor de gemeenten. Het meest spannende onderdeel wordt gevormd door de post die is gereserveerd om ombuigingen en bezuinigingen te realiseren. Deze zijn nu gerealiseerd, maar het DB ziet enkele ontwikkelingen in de GGD-organisatie die aandacht vragen en waarvoor extra middelen nodig zijn. De heer Ten Brinke vult aan dat de krimp bij de GGD versneld is gerealiseerd. Om de organisatie van de GGD te richten naar de nieuwe situatie zijn enkele aanvullende investeringen noodzakelijk en er zijn nog wensen die nog nader onderbouwd moeten worden. Het is aan het AB te beslissen over de inzet van de reserve. Mevrouw Verver vraagt of het AB nu moet beslissen over de inzet van de reserves, terwijl de toekomst van de GGD en vooral de jeugdgezondheidszorg nog niet helder is. De heer Ten Brinke licht toe dat het recente AB-besluit in de discussie over de jeugdgezondheidszorg impliceert dat besluit over een andere opzet zullen worden genomen in de nieuwe bestuursperiode vanaf De GGD is nu bezig met een omslag naar lokaal en vraaggericht werken, vanuit het klantperspectief. De ingezette beweging loopt niet vooruit op de JGZ-discussie, maar helpt om de gewenste richting in te gaan. Daarbij kunnen gemeenten lokale vormgeving combineren met een op schaal georganiseerde back office. De heer Den Besten stelt dat reserves er zijn om risico s af te dekken en niet om organisatie-ontwikkelingen te financieren. Ook is niet duidelijk wat de gevolgen zijn van het advies van de accountant om het weerstandsvermogen beter af te stemmen op het risicoprofiel. De heer Berkhoff stelt vast dat de algemene reservepositie van de GGD in de huidige systematiek op orde is na het besluit over de bestemming van het resultaat over Op advies van de accountant wil het DB nu een betere onderbouwing en voor de weerstandcapaciteit meer aansluiting zoeken bij de daadwerkelijke risico s. Daarnaast ziet de GGD zich voor enkele opgaven gesteld die geld kosten dat niet in de begroting is opgenomen. Het DB heeft het aanvankelijke voorstel zeer kritisch besproken en is alleen meegegaan voor de onderdelen waarbij het DB voldoende onderbouwing en perspectief ziet. Indicatief gaat het om ongeveer In het voorstel vloeit overigens een deel van de bestemmingsreserves al terug naar de gemeenten. De heer Den Besten en mevrouw Heesen zien een open einde in het voorstel. De heer Blokhuis zou vanuit Apeldoorn ook graag een specifieke onderbouwing zien. De heer Den Besten voelt er niet voor om het budgetrecht van het AB over te dragen aan het DB. Mevrouw Verver is ook niet gelukkig met het ontbreken van een onderbouwing. De heer Berkhoff benadrukt dat het DB ook heeft geworsteld met de materie. Hij zegt toe in november met een nadere onderbouwing te komen. Ondertussen wil het DB wel op enkele onderdelen uitgaven doen, waarover het DB dan verantwoording zal afleggen. Mevrouw Wolsing wil dat het risicoprofiel in beeld wordt gebracht. Om in te stemmen met het voorstel voor inzet van bestemmingsreserves is een duidelijk plan nodig. Verder heeft mevrouw Wolsing zich verbaasd over het verlofstuwmeer. Dit is een probleem waarop het management moet sturen. De heer Ten Brinke licht toe dat de flexibilisering van de personeelsinzet ook extra uren met zich mee heeft gebracht. Hij onderschrijft dat het management hierop binnen de mogelijkheden van de CAR/UWO strakker moet sturen. 5

9 De heer Verweij vult aan dat de organisatie snel gekrompen is, maar dat de werkprocessen hierop nog niet zijn aangepast. Dit leidt tijdelijk tot overwerk. Op termijn leidt de gevraagde investering juist tot het leaner maken van processen. Mevrouw Steffens verwacht dat de GGD net als gemeenten een cultuuromslag maakt en leert werken met minder middelen. De heer Den Besten onderschrijft dit. Voor gemeenschappelijke regelingen wil hij geen andere spelregels dan voor de gemeenten. De heer Kleijer merkt op dat deze gemeenschappelijke regeling een behoorlijke bezuinigingsslag heeft gemaakt. Het doel van het voorstel is juist kritisch te kijken naar de reserves, in lijn met van mevrouw Steffens en de heer Den Besten betogen. Hij wil echter wel eerst kijken naar wat nodig is op tafel, voordat hij het tafelzilver verkoopt. De heer Blokhuis wil ook naar de proceskant kijken. Hij wil graag duidelijkheid over wat er op korte termijn aan verplichtingen te verwachten is. De heer Wentink vraagt of er structurele verplichtingen uit de voorstellen voortkomen. De heer Berkhoff zegt dat dit niet het geval is. In de 1 e Bestuursrapportage wordt aangegeven dat een deel van de voorstellen al in gang is gezet. Ook gemeenten spreken over herdefiniëring van reserves en het DB heeft de voorstellen kritisch bekeken. Het DB is zich bewust van de financiële situatie van de gemeenten. De heer Berkhoff stelt voor dat het DB aan de slag gaat en naderhand verantwoording aflegt aan het AB. Hij verzoekt de AB-leden ook te kijken naar het deel van de reserves die in het voorstel van het DB al worden teruggestort naar de gemeenten. De heer Den Besten wil wel een eind meegaan in het voorstel van het DB, maar acht het in de gemeentelijke verhoudingen niet denkbaar dat het geld al vast wordt uitgegeven zonder besluit van de raad. Hij staat gereserveerd tegenover het voorstel. Hij wil geen blanco cheque, maar een goede onderbouwing van het DB. De heer Penninx stelt voor om de zorg over een mogelijk aparte behandeling van gemeenschappelijke regelingen vast te leggen en om in november een definitief besluit te nemen over de inzet van de reserves. Hij gaat ervan uit dat de middelen voor Het Nieuwe Werken als doel hebben dat de GGD beter gaat werken voor de gemeenten. Als dat het perspectief is, dan wil hij in vertrouwen de nadere voorstellen van het DB afwachten. De heer Ten Brinke begrijpt de lastige financiële positie van de gemeenten. Hij licht toe dat hij, afkomstig uit de marktsector, altijd sterk heeft gestuurd op het financiële resultaat. Hij streeft bepaald niet naar een positie voor de GGD als reservaat. De onderbouwing van de gevraagde investeringen zijn deels duidelijk en behoeven deels nog uitwerking. Het gaat om incidentele extra middelen, die niet tot structurele stijgingen leiden. Mevrouw Verver heeft niet het gevoel dat de GGD zo maar leuke dingen bedenkt, maar heeft wel behoefte aan een heldere onderbouwing. De heer Ten Brinke wijst erop dat uitstel van het bestuursbesluit tot november 2013 feitelijk tot gevolg heeft dat in 2013 geen uitgaven kunnen worden gedaan. De heer Kleijer concludeert dat het DB zal doen wat noodzakelijk is en dat goed moet uitleggen. Het AB besluit: 1. het DB op te dragen in de loop van 2013 een uitwerkingsvoorstel voor het relateren van de algemene reserves aan het GGD-risicoprofiel voor te leggen aan het AB 2. de reserve Personele lasten vrij te laten vallen tot een bedrag van het DB op te dragen, met inachtneming van de CAR UWO, de sturing op het stuwmeer van verlofuren te versterken, zodat het resterend deel van de reserve Personele lasten in drie jaar wordt afgebouwd 6

10 4. de reserve Ombuigings- en mobiliteitsfonds en reserve Fusie 2005 samen te voegen tot een Reserve ontwikkelkosten GGD en: a. in te stemmen met de omschreven bestedingsrichting van de reserve voor zover het DB - rekening houdend met de bedenkingen die het AB heeft geuit - de uitgaven in 2013 noodzakelijk acht b. het DB op te dragen te beslissen over de daadwerkelijke besteding van de middelen en hiertoe de noodzakelijk geachte uitgaven voor de doorontwikkeling van de GGD-organisatie nader te onderbouwen c. de voordelen uit de aanbesteding Digitaal Dossier te koppelen aan de inspanningsverplichting tot verdere bezuinigingen d. het DB door voortgangsmeldingen in bestuursrapportages en jaarrekening verantwoording laten afleggen over nadere onderbouwing, de voortgang van de ontwikkelprojecten en de besteding van de Reserve ontwikkelkosten GGD. 5. de resterende bedragen uit bestemmingsreserves nadien laten vrijvallen (minimaal tot ) ten gunste van de gemeenten. 8. 1e Bestuursrapportage 2013 De heer Berkhoff licht toe dat de rapportage aangeeft dat de GGD op koers ligt. Bij het vorige agendapunt zijn de acties om de GGD-organisatie toekomstbestendig te maken al besproken. Het AB besluit kennis te nemen van de Bestuursrapportage januari t/m april Programmabegroting 2014 De heer Kleijer meldt dat nog instemmende reacties of bevestigingen daarvan zijn nagekomen van Oldebroek, Nunspeet, Epe, Voorst, Brummen en Berkelland. De heer Berkhoff geeft aan dat de begroting in drie stappen is behandeld: de uitgangspuntennota, de concept-begroting en nu, na de reacties van de gemeenteraden, de formele vaststelling. Mevrouw Saris deelt mee dat zij geacht wil worden niet in te stemmen met de begroting, omdat de zienswijze van de raad van Winterswijk om de nullijn te volgen, niet wordt overgenomen. De heer Krooneman meldt dat de betrokken raadscommissie van Elburg heeft ingestemd met de begroting. De heer Penninx zegt dat bij in de gemeenteraad van Voorst vragen zijn gesteld over het aandeel van de overhead bij de GGD. Hij raadt aan alert te blijven op dit punt. De heer Berkhoff zegt dat enkele portefeuillehouders volksgezondheid op 3 juli 2013 met GGD-medewerkers hebben gebrainstormd over de drie decentralisaties in het sociale domein en de mogelijke bijdrage van de GGD hierin. De conclusie was dat de GGD sterker kan worden ingezet als gemeentelijk vehikel. Soms is er ook overlap met wat gemeenten zelf doen of door derden laten doen. Het kenniscentrum van de GGD kun je zien als overhead, maar het kan gemeenten ook helpen goedkoper te werken. Het AB besluit: kennis te nemen van de zienswijzen van de gemeenten en het commentaar van het Dagelijks Bestuur hierop de Programmabegroting 2014 vast te stellen, met de aantekening dat mevrouw Saris geacht wil worden te hebben tegengestemd. 7

11 10. Rondvraag en sluiting Mevrouw Heesen vraagt hoe het DB van de GGD toezicht houdt op de organisatie en voeling houdt met wat er gaande is. Als DB-lid van de Stadsbank Oost Nederland heeft zij de onaangename ervaring gehad gemist te hebben dat de managementcultuur zich sterk negatief had ontwikkeld. Zij heeft behoefte de geleerde les te delen. De heren Kleijer en Te Brinke wijzen op het halfjaarlijks overleg tussen vertegenwoordigers van de ondernemingsraad en het DB. Ook houdt de GGD tweejaarlijks een medewerkerstevredenheidsonderzoek, waarvan de hoofdlijnen aan de DB worden gemeld. DB-portefeuillehouders spreken verder managers en medewerkers van de GGD. De heer Kleijer sluit de vergadering. 8

12 Actiepuntenlijst Nr. Onderwerp Wie Gereed /01 onderwerpen aangeven voor het portefeuillehoudersoverleg in /01 pilots jeugdgezondheidszorg: uitwerking pilots in gemeenten/regio s deelnemen in Bestuurlijke begeleidingsgroep pilots JGZ (met taakomschrijving AB 4 juli 2013) /01 gebruik door GGD afd. JGZ van Verwijsindex Risicojongeren Noord-Veluwe: bespreken op ambtelijk niveau /02 ontgroening en bekostiging jeugdgezondheidszorg: het toegezegde discussiestuk in reactie op brief Achterhoekse gemeenten opstellen dit bespreken in de AB-vergadering /03 verbeteringen vergaderplanning en toezending begroting: uitwerken suggesties uit de notitie voor verbeteringen korte termijn /04 reservepositie GGD: uitwerkingsvoorstel relateren algemene reserves aan GGD-risicoprofiel voorleggen aan AB noodzakelijk geachte uitgaven voor de doorontwikkeling van de GGDorganisatie nader onderbouwen in bestuursrapportages en jaarrekening verantwoording afleggen over nadere onderbouwing, voortgang ontwikkelprojecten en besteding reserve Ontwikkelkosten GGD AB-leden gemeenten Heesen, Den Besten, Scharenborg en Blokhuis GGD en gem Harderwijk DB sept najaar 2013 AB 21 nov DB najaar 2013 DB DB DB 21 nov najaar nov Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van de GGD Noord- en Oost-Gelderland op 21 november 2013,.. de directiesecretaris,.. de voorzitter. 9

13 10 thn/

14 11

15 Einde bijlage: Verslag AB vergadering 4 juli 2013 GGD Noord- en Oost-Gelderland Terug naar het agendapunt

16 Brief van de Stadsbank Oost Nederland (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####gured1:281899#

17

18

19

20

21 Einde bijlage: Brief van de Stadsbank Oost Nederland Terug naar het agendapunt

22 Voorstel en besluit - Subsidie en verzelfstandiging beheer en onderhoud vliegveld Apedijk in Eibergen (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####gured1:281905#

23 Raadsvergadering : 17 september 2013 Agendapunt : Commissie : Sociaal Onderwerp : Verzelfstandiging beheer en onderhoud vliegveld Apedijk in Eibergen Collegevergadering : 30 juli 2013 Agendapunt : 5 Portefeuillehouder : Wethouder J.B. Boer Meer informatie bij : R. Nijboer Telefoon : Te nemen besluit: Het beschikbaar stellen van voor het verzelfstandigen van het beheer en onderhoud van vliegveld Apedijk in Eibergen per 1 oktober Waarom dit voorstel? Met het voorstel geven wij uitvoering aan: 1. het bestuurlijke speerpunt "verzelfstandiging buitensport" van de op 18 september 2007 door de raad vastgestelde sportvisie het collegeprogramma en het raadsbesluit van 7 december 2010: hoofdlijn bezuinigingstaakstelling Programmalijn Sport Wat is het effect? De beoogde effecten (outcome) hiervan zijn: Optimaal gebruik van de buitensportaccommodatie; Vergroten van de invloed van sportverenigingen op uitvoeringszaken zonder last te hebben gemeentelijke bemoeienis (baas in eigen huis); Verminderen van de afhankelijkheid van de gemeente zodat sportverenigingen sneller en efficiënter kunnen opereren c.q. exploiteren; De mogelijkheid voor sportverenigingen om extra huuropbrengsten te genereren door de accommodatie te verhuren. Argumentatie/onderbouwing: 1. Het bedrag van dat als een subsidie door het college beschikbaar wordt gesteld aan ERMVC is gebaseerd op contante waarde van het sporttechnische beheer en onderhoud, rekeninghoudend met inverdieneffecten door eigen beheer. Deze methodiek is uniform voor alle verzelfstandigingprojecten. 2. ERMVC ontvangt een subsidie voor toekomstig beheer en onderhoud en voor het realiseren van een aantal verenigingswensen. 3. Het resultaat van de inventarisatie- en onderhandelingsfase is verwerkt in het eindresultaat. 4. Het eindresultaat is tot stand gekomen in samenwerking met ERMVC en levert een bijdrage aan de gemeentelijke rol volgens het collegeprogramma De Algemene ledenvergadering van ERMVC (Eibergse Radiomodelvliegclub) heeft op 13 juli 2013 ingestemd met het bereikte eindresultaat. Kanttekeningen/risicoparagraaf In de afkoopsom is rekening gehouden met een genormeerde jaarlijkse canon van 500. Door een normbedrag te hanteren harmoniseren wij de tarieven voor buitensportaccommodaties als onderdeel van het verzelfstandigingproject. De bestaande (huur)overeenkomsten tussen ERMVC en de gemeente komen daarmee te vervallen. 1

24 Het totale perceel betreft de afgesproken werkgrens volgens bijgevoegde situatieschets van het vliegveld. Financiële paragraaf De subsidie van voor het toekomstig onderhoud en beheer van het over te dragen perceel kunnen wij dekken uit de bestemmingsreserve privatisering sportaccommodaties. De huidige stand van de reserve is Door de afkoop vallen de gemeentelijke onderhoudslasten die geraamd zijn voor het vliegveld volledig vrij per Het gaat om een structureel voordeel van Door de harmonisatie van de tarieven van de buitensportaccommodaties ontstaat een nadelig saldo van 750. De netto besparing voor de gemeente komt daarmee op Intern en extern Informatie en communicatie Op de wekelijkse persconferentie zullen wij het collegebesluit nader toelichten. Inspraak en participatie Het bestuur van ERMVC heeft in 2012 aangegeven open te staan voor een verkenning van het verzelfstandigen van het vliegveld in Apedijk. In totaal is de projectgroep 3 keer bijeen geweest. Aspecten die daarbij onder andere aan de orde zijn geweest zijn de werkgrens, het draagvlak, het maatwerk, win-win, het beheersmodel en de financiële middelen. Het resultaat van de inventarisatie- en onderhandelingsfase is verwerkt in het eindresultaat. Planning en evaluatie Het vliegveld wordt per 1 oktober 2013 overgedragen aan ERMVC. Een keer per jaar hebben wij een contactmoment met de sportvereniging over de voortgang en de effecten van de verzelfstandiging.

25 Raadsvergadering : 17 september 2013 Agendanummer : De raad van de gemeente Berkelland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 juli 2013; b e s l u i t : het beschikbaar stellen van voor het toekomstig beheer en onderhoud van vliegveld Apedijk in Eibergen. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 17 september 2013 de griffier, de voorzitter,

26 Bijlage bij raadsvoorstel Raadsvergadering : 17 september 2013 agendapunt : Onderwerp : subsidie toekomstig beheer en onderhoud vliegveld Apedijk in Eibergen Toelichting Binnen de gestelde kaders hebben wij samen met de Eibergse Radiomodelvliegclub (ERMVC) afspraken gemaakt over de overdracht van beheer- en onderhoudstaken van het vliegveld Apedijk in Eibergen. Met ingang van 1 oktober 2013 wordt het vliegveld volgens de afgesproken werkgrens via een erfpachtovereenkomst voor 30 jaar overgedragen aan de vereniging. De overeengekomen subsidie bestaat uit een bijdrage voor: 1. de toekomstige kosten van beheer en onderhoud voor het vliegveld; 2. de realisatie van verenigingswensen op het terrein meubilair en groenbeheer. Naast de inhoudelijke winst levert het project ook financiële winst op voor beide partijen. Voor de gemeente leidt het resultaat tot een structurele verlaging van de exploitatiekosten. De afkoopsom is gebaseerd op contante waarde van het sporttechnische beheer en onderhoud, rekeninghoudend met inverdieneffecten door eigen beheer. Deze methodiek is uniform voor alle verzelfstandigingprojecten. Als onderdeel van de onderhandelingen win-win en maatwerk - hebben wij ERMVC een bijdrage toegezegd van voor verenigingswensen. Voor kleine verenigingen met weinig leden, kader/vrijwilligers en weinig (kantine)omzet is het oprichten van een afzonderlijke beheerstichting voor het beheer van de accommodatie veelal niet haalbaar en/of wenselijk. Voor deze verenigingen hebben wij op 28 mei 2013 de regeling Subsidieregeling verzelfstandiging buitensportaccommodaties 2013 vastgesteld. Op basis van deze regeling kunnen wij ERMVC een subsidie verstrekken voor het toekomstig onderhoud en beheer. Begin mei 2013 hebben wij met het Algemeen Bestuur (AB) van ERMVC overeenstemming bereikt over het eindresultaat. De Algemene Ledenvergadering heeft op 13 juli 2013 ingestemd met het resultaat. Met het eindresultaat tot verzelfstandigen leveren wij een bijdrage aan de rol van de overheid zoals wij die zien in Samen Anders. Het resultaat hebben wij binnen de door u gestelde kaders gerealiseerd. Bijlagen: Eindresultaat verzelfstandiging beheer en onderhoud vliegveld Apedijk in Eibergen Omschrijving werkgrens en situatieschets Regeling Subsidieregeling verzelfstandiging buitensportaccommodaties 2013

27 Einde bijlage: Voorstel en besluit - Subsidie en verzelfstandiging beheer en onderhoud vliegveld Apedijk in Eibergen Terug naar het agendapunt

28 Bijlage 1 - BenW advies - Subsidie en verzelfstandiging beheer en onderhoud vliegveld Apedijk in Eibergen (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####gured1:281907#

29 Afdelingshoofd Advies aan B & W Nr. Portefeuillehouder, afdeling, datum advies en onderwerp WETHOUDER J.B. BOER MENS EN SAMENLEVING R.H.M. Nijboer 23 juli 2013 Subsidie verzelfstandiging beheer en onderhoud vliegveld Apedijk in Eibergen Conceptbesluit 1. Instemmen met de verzelfstandiging van het vliegveld Apedijk in Eibergen per 1 oktober 2013; 2. de subsidie van via bijgevoegd raadsvoorstel en - besluit onttrekken aan de bestemmingsreserve "Privatisering sportaccommodaties" Routing afgestemd met : H. ten Hagen (GW), W. Kok, JD Focker en G. te Brummelstroete (IA) Openbaar : Openbaar raadsvergadering : 17 september 2013 medezeggenschap : niet van toepassing Communicatie : op wekelijkse persconferentie Participatie : Interactief Consequenties Financieel : ja, de subsidie is eenmalig en staat niet in de begroting. De jaarlijkse besparing bedraagt inkoop : nee Personeel : nee gezondheidsaspecten : nee Kadastraal : Gemeente Eibergen, sectie EBG020 nummer 182 Wkpb : Wkpb is niet van toepassing. Gezien Secretaris J.A. Wildeman Burgemeester mr. H.L.M. Bloemen Wethouder L.J.H. Scharenborg Wethouder J.B. Boer Wethouder F.H.C. Mulkens Akkoord Bespreken Besluit B & W van nr.

30 Toelichting voor collegevergadering Het bestuur van de Eibergse Radiomodelvliegclub (ERMVC) en de gemeente hebben overeenstemming bereikt over de verzelfstandiging van het beheer en onderhoud van het vliegveld Apedijk in Eibergen per 1 oktober Op 13 juli 2013 heeft de Algemene Ledenvergadering van ERMVC ingestemd met voorliggend voorstel. Het beschikbaar stellen van een subsidie is een bevoegdheid van het college. Via bijgevoegd raadsvoorstel en besluit vragen wij de gemeenteraad een bedrag beschikbaar te stellen van

31 Einde bijlage: Bijlage 1 - BenW advies - Subsidie en verzelfstandiging beheer en onderhoud vliegveld Apedijk in Eibergen Terug naar het agendapunt

32 Bijlage 2 - Eindresultaat - Subsidie verzelfstandiging beheer en onderhoud vliegveld Apedijk in Eibergen (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####gured1:281908#

33 Eindresultaat verzelfstandiging vliegveld Apedijk in Eibergen Financieel aanbod gemeente verzelfstandiging beheer en onderhoud Vliegveld ERMVC aan de Apedijk in Eibergen De aanbieding is gebaseerd op de volgende punten: 1. De gemeente geeft het overeengekomen perceel en werkgrens van het sportcomplex (zie bijlage) in erfpacht- en opstal aan ERMVC 2. de bestaande (huur)overeenkomsten met ERMVC Gemeente voor zover van toepassing komen te vervallen 3. ERMVC betaalt jaarlijks aan de gemeente een normbedrag voor het gebruik van de perceel van 500 (voorlopige aanname) 4. er is sprake van vrijval van huur ter grootte van afgerond 750 ( 1255,81-500) 5. het financiële aanbod is gebaseerd op de contante waarde berekening (NCW) van het sporttechnische beheer en onderhoud rekeninghoudend met inverdieneffecten door eigen beheer 6. ERMVC heeft een inspanningsverplichting voor het beheer en onderhoud 7. de gemeente verstrekt ERMVC een eenmalige subsidie ineens ter grootte van Samenstelling eenmalige subsidie: a /- 30% = 3486; NCW: x 5 jaar x 5% = Totale uitkering voor 3 termijn (15 jaar) = NCW uitkering ineens: op basis 2,75% = afgerond b. Correctie vrijval huur: 750 x 15 jaar x 5% / - c. Noodzakelijke maatregelen 0 meting de feitelijke overdracht van de accommodatie is op De kosten voor het passeren van de akte van erfpacht en opstal komen voor rekening van de gemeente Borculo, 13 juni 2013 René Nijboer

34 Einde bijlage: Bijlage 2 - Eindresultaat - Subsidie verzelfstandiging beheer en onderhoud vliegveld Apedijk in Eibergen Terug naar het agendapunt

35 Bijlage 3 - Situatieschets - Subsidie verzelfstandiging beheer en onderhoud vliegveld Apedijk in Eibergen (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####gured1:281909#

36

37 Einde bijlage: Bijlage 3 - Situatieschets - Subsidie verzelfstandiging beheer en onderhoud vliegveld Apedijk in Eibergen Terug naar het agendapunt

38 Bijlage 4 - Werkgrens Vliegveld Apendijk - Subsidie verzelfstandiging beheer en onderhoud vliegveld Apedijk in Eibergen (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####gured1:281910#

39 Werkgrens Vliegveld Apedijk Vanaf de toegangsweg bijna haaks recht op het midden van de sloot richting het westen tot einde sloot. Vanaf hier linksom door het midden van de sloot recht door tot bovenkant dijk. Vanaf hier links om de bovenkant dijk volgen ( afrastering) tot aan perceelsgrens Kemink. Vanhier linksom door het midden van de sloot tot ter hoogte midden van de sloot die haaks op de toegangsweg staat. Vandaar linksom richting midden van de sloot die bijna haaks op de toegangsweg staat Het perceel wordt begrens door perceelsnr. Zuidzijde sektie O nr. 299 eigenaar Waterschap Rijn en Ijssel. Oostzijde sektie O perceelsnr 180 en 178 eigenaar H.J.Lammers Noordzijde sektie o perceelsnr 475 eigenaar E. Wisselink en sektie O perceelsnr. 476 eigenaar H.j. Griesen Westzijde sektie O perceelsnr. 184 eigenaar H.J. Griesen

40 Einde bijlage: Bijlage 4 - Werkgrens Vliegveld Apendijk - Subsidie verzelfstandiging beheer en onderhoud vliegveld Apedijk in Eibergen Terug naar het agendapunt

41 Bijlage 5 - Subsidieregeling verzelfstandiging buitensportaccommodaties Subsidie verzelfstandiging beheer en onderhoud vliegveld Apedijk in Eibergen (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####gured1:281911#

42

43

44 Einde bijlage: Bijlage 5 - Subsidieregeling verzelfstandiging buitensportaccommodaties Subsidie verzelfstandiging beheer en onderhoud vliegveld Apedijk in Eibergen Terug naar het agendapunt

45 Voorstel en besluit - Vaststelling basistarieven hulp bij het huishouden (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####gured1:281915#

46 Raadsvergadering : 17 september 2013 Agendapunt : Commissie : Sociaal Onderwerp : Vaststelling basistarieven hulp bij het huishouden Collegevergadering : 13 augustus 2013 Agendapunt : 7 Portefeuillehouder : Wethouder L.J.H. Scharenborg Meer informatie bij : C.Klein Goldewijk en A. Habing Telefoon : en Te nemen besluit: Voor 2014 de volgende basistarieven voor de levering van hulp bij het huishouden vaststellen: 18,28 voor Hulp bij het huishouden 1 (HbH1): schoonmaken, en; 23,08 voor Hulp bij het huishouden 2 (HbH 2): schoonmaken + regie/organisatie van het huishouden. Waarom dit voorstel? Op 1 januari 2014 lopen de bestaande contracten met de aanbieders van hulp bij het huishouden af. Omdat er wettelijk geen mogelijkheid is om de bestaande contracten op basis van de geldende contracten voor 2014 min of meer automatisch te verlengen zijn nieuwe afspraken over de inkoop noodzakelijk. Hierop is sinds 1 september 2012 de zogenaamde Wet basistarieven van toepassing. Via deze wet is in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) de verplichting opgenomen voor gemeenteraden om reële basistarieven voor de huishoudelijke hulp vast te stellen. Gemeenten met lopende contracten hoefden pas basistarieven vast te stellen wanneer de contracten zijn afgelopen. Dit is in de regio Achterhoek nu voor het eerst het geval. In dit voorstel vragen wij u om de voorgestelde basistarieven vast te stellen zodat het inkoopproces van hulp bij het huishouden voor 2014 afgerond kan worden. Wat is het effect? Na vaststelling van de basistarieven kan ons college met aanbieders afspraken maken over de levering van hulp bij het huishouden in 2014 Argumentatie/onderbouwing: Op dit moment is nog volstrekt niet duidelijk hoe de Wmo er met ingang van 2015 na de voorgenomen decentralisatie van AWBZ-taken er uit zal zien. Er zijn er nog veel ontwikkelingen en de landelijke beleids- en financiële kaders zijn niet helder. Voor 2014 zal de levering van hulp bij het huishouden met inachtneming van het huidige wettelijke systeem georganiseerd moeten worden. Omdat het slechts om een periode van 1 jaar gaat en in 2015 naar verwachting grote veranderingen zullen moeten worden doorgevoerd richten we ons op het zoveel mogelijk contineren van de huidige situatie in Daarbij zal 2014 uiteraard wel zo goed mogelijk gebruikt worden als voorbereidingsjaar voor de nieuwe situatie in Het uitvoeren van pilots past daar goed in. De komende maanden loopt ook de voorbereiding van deze pilots door. De te maken afspraken met de leveranciers van hulp bij het huishouden in 2014 zullen daarvoor de nodige ruimte moeten bieden. Dat betekent wellicht dat in de loop van 2014 voor de verschillende pilots aanpassingen in tot dan gehanteerde werkwijze en afspraken kunnen worden doorgevoerd. In te vullen door Griffie: Raadsvergadering 0 zonder hoofdelijke stemming Commissievergadering 0 met algemene stemmen Afhandelingsvoorstel voor raad: 0 stemmen voor, stemmen tegen 0 hamerstuk 0 aangenomen 0 bespreekstuk 0 verworpen 0 anders, nl 0

47 In formele zin betreffen de te maken afspraken voor 2014 geen verlenging van bestaande afspraken. Daarom is nu de verplichting tot het vaststellen van basistarieven van toepassing. Kanttekeningen/risicoparagraaf De nu geldende tarieven in Berkelland voor HbH1 variëren van 20,78 tot 21,21 en voor HbH2 van 23,08 tot 27,39. De nu voorgestelde basistarieven zijn lager dan de huidige tarieven van enkele aanbieders. Dat is verantwoord omdat het gaat om basistarieven; aanbieders kunnen niet voor lagere tarieven inschrijven. In Berkelland hebben de verschillende aanbieders de afgelopen jaren laten zien in staat te zijn tegen de tarieven die rond het nu voorgestelde minimumniveau liggen de hulp bij het huishouden te kunnen leveren. Financiële paragraaf Op dit moment is nog niet precies duidelijk hoe de rijksuitkering voor 2014 voor de HbH zich ontwikkelt. De verwachting is dat weliswaar sprake zal zijn van een aanzienlijke budgetkorting (40%) maar het concrete effect beperkt zal zijn omdat in 2014 deze korting zal worden gebaseerd op te verwachten nieuwe toekenningen voor hulp bij het huishouden vanaf 1 januari Ingaande 2015 wordt deze bezuiniging ook voor bestaande gevallen doorgevoerd. In 2014 zullen tijdig daarop passende beleidskeuzes moeten worden gemaakt. Intern en extern Informatie en communicatie Het bekend maken van de minimumtarieven aan de aanbieders van hulp bij het huishouden is onderdeel van het proces om te komen tot contractuele afspraken voor Inspraak en participatie De Welzijnsraad is over dit voortel geïnformeerd. Planning en evaluatie Niet van toepassing Burgemeester en wethouders van Berkelland, de secretaris, de burgemeester, J.A. Wildeman. mr. H.L.M. Bloemen. 2

48 Raadsvergadering : 17 september 2013 Agendanummer : De raad van de gemeente Berkelland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 augustus 2012; b e s l u i t : de basistarieven voor de levering van hulp bij het huishouden als volgt vast te stellen: 18,28 voor Hulp bij het huishouden 1 (HbH1): schoonmaken, en; 23,08 voor Hulp bij het huishouden 2 (HbH 2): schoonmaken + regie/organisatie van het huishouden. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 17 september de griffier, de voorzitter, 3

49 Toelichting raadsvoorstel Raadsvergadering : 17 september 2013 agendapunt : Onderwerp : Vaststelling basistarieven hulp bij het huishouden Toelichting Basistarief Een basistarief is een minimumtarief. Dit minimumtarief moet gebaseerd zijn op een reële kostprijs. De raad bepaalt het minimumtarief en het college bepaalt de werkelijke tarieven vanuit het oogpunt van bedrijfsvoering. De werkelijke tarieven die straks onderhandeld worden met de aanbieders van hulp bij het huishouden kunnen nooit lager liggen dan het basistarief. Methode van berekening en geraadpleegde bronnen Voor de onderbouwing en berekening van de basistarieven is gebruik gemaakt van gegevens uit calculatiemodellen van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), het inkoopadviesbureau CBP uit Apeldoorn en het rapport Validatie tarieven gemeenten Arnhem, Doesburg, Duiven, Lingewaard, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar, opgesteld door PWC uit Amsterdam. De berekening is voor zowel HbH1 als HbH2 gemaakt. Gehanteerde uitgangspunten voor het berekenen van een reële kostprijs: De cao Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg (VVT) zoals op 19 juni 2012 is afgesloten. Hierin zijn onder meer afspraken gemaakt over de arbeidsrelatie, beloning, arbeidsduur, werktijden, werk en privé, meerkeuze systeem arbeidsvoorwaarden, arbeid en gezondheid, bijdragen en uitkeringen, medezeggenschap, functiewaardering en fusie en reorganisatie. Er is niet gerekend met de cao Schoonmaak of eventuele bemiddelingsconstructies. Deze leiden veelal tot een lager uurtarief. Het bruto salaris is gebaseerd op de functiewaarderingsgroepen (FGW) uit de cao VVT, te weten FGW 10 (veelal HH1) en FGW 15 (veelal HH2). FGW 10 en 15 zijn de meest gehanteerde salarisschalen voor de hulp bij het huishouden. Omdat er sprake is van periodieken (waardoor de salariskosten oplopen) is van voor FGW 10 de gemiddelde periodiek 2 opgenomen voor FGW 15, periodiek 11 omdat dit aansluit bij de huidige tarieven (zie bijlage). De indirecte kosten zijn bepaald aan de hand van de benchmarkgegevens van de brancheorganisatie Actiz over Deze is berekend door de direct toerekenbare kosten (teamleiders, planning etc.) en de echte overhead (financiën, directie, P&O etc.) mee te nemen. De indirecte kosten binnen de VVT variëren sterk. Zoals uit benchmarking blijkt is deze gemiddeld 16,2% van de totale kosten. Doch de best presterende zorgaanbieders (de kopgroep ) hebben hogere indirecte kosten (19,4%) terwijl kleinere zorgaanbieders lagere indirecte kosten hebben (14,9%). In de tariefberekening is uitgegaan van een aandeel van 15% in de totale kosten. Derhalve de onderkant van de bandbreedte, omdat bovengenoemde cijfers landelijke overheadcijfers zijn en de overheadcijfers in het oosten van het land lager zijn. Uit de benchmark blijkt tevens dat het ziekteverzuim sterk varieert binnen de VVT. Deze bedraagt gemiddeld (over 2011) 7,1%. De best presterende zorgaanbieders ( de kopgroep ) kennen een ziekteverzuim van 4.1%. het gemiddelde percentage ligt op 5,3%; de tendens is dat het licht stijgt. In de tariefberekening is rekening gehouden met 5,4%. In de bijlage treft u een nader specificatie van deze uitgangspunten zoals die zijn ingevoerd in het calculatieprogramma van de VNG voor berekening van de basistarieven. 4

50 Bijlage 1 Onderstaande gegevens zijn gehanteerd in het calculatieprogramma van de VNG om de basistarieven te berekenen. Toelichting: Bruto maandsalaris Voor FWG 10 en FWG 15 cao componenten zoals de meest recente cao (ingaande 1 juni 2012 is gehanteerd). Daarnaast zal in 2013 de salarisstijging en eindejaarsuitkering 5,5% bedragen (2012: 4,5%). Werkgeverslasten De werkgeverslasten bestaan uit de basispremie WAO (5,05%). WGA rekenpremie (0,55%). AWF premie (4,55%), wachtgeldfonds (1,75%), ZVW werkgeversbijdrage (7,1%), ouderdomspensioenpremie. De verschillende componenten van de tariefberekening HH1 en HH2 zijn hieronder nader toegelicht: (11,9%), arbeidsongeschiktheidspensioen (0,2%) en overige bedrijfsspecifieke sociale lasten waaronder WAO gedifferentieerd (geschat 1,9%). Totaal 33%. Door diverse franchises is de feitelijke lastendruk voor de werkgever respectievelijk 22% (FWG 10) en 23% (FWG 15). In de berekening is rekening gehouden met voornoemde feitelijke lastendruk. 5

51 Indirecte kosten De indirecte kosten betreffen de direct toerekenbare kosten en de overhead en worden geschat op 15% van de totale kosten (ofwel 17,6% van de personele kosten). Hierin zitten ook niet-cliëntgebonden kosten, o.a. scholing opgenomen. Contracturen De totale contracturen zijn bepaald op 52 weken x 36 uur, vakantie, feestdagen conform de cao VVT. Een medewerker heeft recht op 244 uur vakantie en bestaat er tevens een staffel (afhankelijk van leeftijd) voor persoonlijke levensfase budget (artikel 6.1 van de cao VVT). Deze is gemiddeld 14 uur per medewerker (gerekend op basis van 1 fte/36 uur). Tevens is uitgegaan van gemiddeld 6 feestdagen welke werkdagen vallen (bijvoorbeeld: 2 e paasdag, Koninginnedag, Hemelvaartsdag, 2 e pinksterdag, 1 e en 2 e kerstdag, in totaal 6 dagen). In totaal 306 verlofuren. Tarief per uur Tarief is berekend door de totale kosten te delen op het totaal aantal beschikbare uren van