Visbestandopnames in het Lippenbroek, een gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij in het Zeeschelde-estuarium Viscampagnes
|
|
- Willem van de Brink
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Visbestandopnames in het Lippenbroek, een econtroleerd overstrominsebied met ereduceerd etij in het Zeeschelde-estuarium Viscampanes -6 Jan Breine, Adinda De Bruyn, Linde Galle, Isabel Lambeens, Yves Maes en Gerlinde Van Thuyne
2 Auteurs: Jan Breine, Adinda De Bruyn, Linde Galle, Isabel Lambeens, Yves Maes en Gerlinde Van Thuyne Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) is het Vlaams onderzoeks- en kenniscentrum voor natuur en het duurzame beheer en ebruik ervan. Het INBO verricht onderzoek en levert kennis aan al wie het beleid voorbereidt, uitvoert of erin eïnteresseerd is. Vestiin: INBO Linkebeek Dwersbos 8, 6 Linkebeek jan.breine@inbo.be Wijze van citeren: J. Breine, A. De Bruyn, L. Galle, I. Lambeens, Y. Maes, G. Van Thuyne (7). Visbestandopnames in het Lippenbroek, een econtroleerd overstrominsebied met ereduceerd etij in het Zeeschelde-estuarium. Viscampanes -6. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 7 (7). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel. D/7/4/8 doi.or/.46/inbor Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 7 (7) ISSN: Verantwoordelijke uitever: Maurice Hoffmann Druk: Manaementondersteunende Diensten van de Vlaamse overheid Foto cover: Elektrisch vissen in het Lippenbroek Dit onderzoek werd uitevoerd in opdracht van: Waterween en Zeekanaal 7, Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek
3 Visbestandopnames in het Lippenbroek, een econtroleerd overstrominsebied met ereduceerd etij in het Zeeschelde estuarium Viscampanes 6 Jan Breine, Adinda De Bruyn, Linde Galle, Isabel Lambeens, Yves Maes en Gerlinde Van Thuyne Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 7 (7) D/7/4/8
4 Dankwoord Volende INBO medewerkers hielpen mee met de afvissinen: Danny Bombaerts, Jean Pierre Croonen, Franky Dens, Marc Dewit, Jan Vanden Houten en Joris Vernaillen. De staiair Pablo Gonzalez Garcia was ook een zeer ewaardeerde hulp bij de afvissinen. Enlish abstract Lippenbroek is a flood control area (FCA) with a controlled reduced tide (CRT) located in the freshwater zone of the Zeeschelde estuary. In 6 Lippenbroek started functionin as freshwater intertidal habitat. Researchers of the Research Institute for Nature and Forest (INBO) started in 6 fish survey campains in three habitats of the Lippenbroek. This report concerns the fish surveys performed between and 6. We compare fish data of these campains with data obtained in previous campains (6 ). Each year fish were surveyed in sprin, summer and autumn. In the Creek standin nets were used, fyke nets in the reservoir and electric fishin in the permanent pool (Fi. ). In total we cauht 4 species: in the creek, 8 in the reservoir and 9 in the pool (period 6). In the period 6 we cauht in the creek mainly common oby followed by European smelt, eel and three spined stickleback. In the reservoir European smelt was the most abundant species cauht followed by eel, common oby and Prussian carp. In the pool the most abundant species was common oby followed by Prussian carp and stone moroko. In the period 6 6, 5 fish species were cauht. The only species that was not cauht in the 6 period was burbot. Analyses of data showed in each habitat a seasonal variation. Different species have different abundance in each habitat. In eneral there is a difference in fish assemblaes between the different habitats. E.. Prussian carp was seldom cauht in the creek while it is a common species in the other habitats. Lare pike perch was only cauht in the reservoir. Based on the lenth distribution we can conclude the followin: The creek is used as a nursery by European smelt, eel and three spined stickleback. Flounder, roach, pike perch, bream, eel, Prussian carp, common oby and European smelt use the reservoir as a nursery. European smelt does not use the pool as a nursery. Common oby, sea bass, bitterlin, perch, ninespine stickleback and three spined stickleback use the pool as a nursery. Prussian carp, stone moroko, carp and roach use the pool as a spawnin place and nursery. The pool is not a preferred habitat for bream and pike perch. 4 Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7)
5 Inhoudstafel Dankwoord... 4 Enlish abstract... 4 Inleidin... 7 Materiaal en methoden Het studieebied Staalnamestations, uitevoerde campanes en waterkwaliteit Bemonsterinsmethodes..... Dubbele schietfuiken..... Hokfuik..... Elektrisch vissen....4 Verwerken van de eevens... Besprekin resultaten Overzicht van het visbestand aan de hand van steekproeven Kreek Reservoir Permanente plas Temporele verdelin van het visbestand in het Lippenbroek aan de hand van steekproeven Kreek..... Reservoir..... Permanente plas Ruimtelijke verdelin van het visbestand in het Lippenbroek aan de hand van steekproeven Lentefrequenties Kreek Spierin Brakwaterrondel Driedoornie stekelbaars Giebel Palin Reservoir Spierin Brakwaterrondel Giebel Palin Brasem Snoekbaars Blankvoorn Bot Permanente plas Brakwaterrondel Driedoornie stekelbaars Giebel Palin Blankvoorn Bot Blauwbandrondel Tiendoornie stekelbaars Baars Bittervoorn Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7) 5
6 .4.. Karper Zeebaars Samenvattin en besluiten Referenties Bijlae : Tabel A: Relatieve abundantie van alle vissoorten evanen in het Lippenbroek in de periode Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7)
7 Inleidin Het INBO startte in 6 met de monitorin van de visemeenschap in het Lippenbroek, een econtroleerd overstrominsebied met ereduceerd etij in het Zeeschelde estuarium. Breine en Van Thuyne () rapporteerden over de evolutie van de vissamenstellin voor de periode 6 en bespraken de functie van het ebied als paai en oproeiebied voor bepaalde soorten. De monitorin werd verder ezet in de periode 6. Er werd jaarlijks evist in drie habitats in het voorjaar, de zomer en het najaar. Er werd net als in de vorie campanes evist met schietfuiken, hokfuiken en elektriciteit. Dit rapport presenteert de resultaten van de opvolin van het visbestand voor de periode 6. We bespreken ook de trends in de visemeenschap van elke habitattype voor de periode 6 6. We lichten de ruimtelijke en temporele veranderinen in soortenrijkdom en visabundantie toe. In dit rapport aan we het belan na van de verschillende habitattypes voor de visemeenschap. Vervolens even we de lentefrequenties van de meest abundant evanen vissen in de periode 6 6. De bijvanstresultaten worden vermeld. Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7) 7
8 Materiaal en methoden. Het studieebied In maart 6 is het Lippenbroek als econtroleerde overstrominsebied met ereduceerd etij in werkin etreden. Het Lippenbroek lit enkele kilometers stroomopwaarts de Durmemondin in het zoetwateretijdenebied van de Zeeschelde (Fi. ). Via een sluizenconstructie staat het hectare root ebied in contact met de Zeeschelde. Tijdens de vloed stroomt er water in het ebied. De hoeveelheid en duur worden bepaald door de hoote van de sluisopeninen. Tijdens eb vloeit een deel van het water teru naar de Zeeschelde. Door de morfoloie van het ebied en door het controleren van het watertransport ontstaan verschillende biotopen. Het binnenstromend water komt eerst in een met steenstort verstevid reservoir terecht. Via een kreek kan het water stromen tot achteraan het ebied en verder naar enkele ondiepe plassen. Het reservoir, de kreek en de plas ten westen van de kreek staan permanent onder water. Door het nabootsen van het etij en vooral door het reduceren van het binnenkomend water kunnen evarieerde habitats ontstaan (Maris et al., 8; Jacobs et al., 9).. Staalnamestations, uitevoerde campanes en waterkwaliteit De viscampanes ebeurden in drie habitattypes (Fi. ): het reservoir (R), de kreek (K) (hokfuiken, schietfuiken en elektrisch) en de permanente plas (P) (elektrisch). In tabel staan de specificaties van de uitevoerde afvissinen voor de periode 6. Fiuur. De beviste locaties in het Lippenbroek (6-6); E: elektrisch, SF: schietfuik en H: hokfuik (foto Goole Earth). Sinds zijn de campanes estandaardiseerd met visbestandopnames per habitattype in het voorjaar, de zomer en het najaar. In het najaar van en het voorjaar van 5 werden in het reservoir extra campanes uitevoerd (Tabel ). De resultaten van deze campanes worden meeenomen in de analyses. 8 Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7)
9 Tabel. Datum viscampane en vanstinspannin per habitattype uitedrukt in het totaal aantal fuikdaen of beviste oppervlakte in m² voor de periode -6 (E: elektrisch; HF: hokfuik; SF: dubbele schietfuik). Habitattype en Methode Datum Reservoir (fuikdaen) Kreek (fuikdaen) Plas (m²) 7// E (9) 8// SF () HF () 9/6/ E (9) /6/ SF () HF () // SF () // SF () // SF () HF () E (9) // SF () 5//4 E (9) 6//4 SF () HF () /6/4 E (9) /6/4 SF () HF () 9//4 E (9) //4 SF () HF () //5 E (9) //5 SF () HF () /5/5 SF () /6/5 SF () HF () E (96,5) 7/9/5 E (9) 8/9/5 SF () HF () //6 E (9) 4//6 SF () HF () 4/6/6 E (9) 5/6/6 SF () HF () 6/9/6 E (9) 7/9/6 SF () HF () Tijdens de viscampanes werd de waterkwaliteit enoteerd (Tabel ). We noteerden de watertemperatuur, het zuurstofehalte, de zuurraad, de eleidbaarheid en de turbiditeit. Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7) 9
10 Tabel. Abiotische parameters emeten tijdens het moment van de staalnames voor de periode - 6. Habitattype Datum Watertemperatuur ( C) O (m/l) O % ph Turbiditeit (NTU) Conductiviteit (µs/cm) opmerkinen Permanente plas 7// 4, 6,98 7, 7,8 94, 89 rioolschimmel, laa water Reservoir 8// 8, 9,6 8,9 8,7 4, 9 Permanente plas 9/6/,6 5,9 59,6 7,8 9,6 98 uitzonderlijk laa water Reservoir /6/,5,4, 8,, 54 uitzonderlijk laa water Reservoir // 4, 8, 8,8 7,66 54 Reservoir // 6, 7,6 8, 7,7 47, 89 Reservoir //, 8, 74, 7,69,7 94 Permanente plas //,,88 96,4 7,7 94,9 99 Permanente plas 5//4 8,,8 86,6 5,4 764 Reservoir 6//4,,9 9,8 8, 44,4 8 Permanente plas /6/4 8,6 6,49 67, 7,48 66,8 7 Reservoir /6/4 8, 9,8 97, 8, 4,7 9 Permanente plas 9//4, 7,98 76, 8,4 6,7 98 Reservoir //4 4,6 8,6 8,6 8,5 4, 99 Permanente plas //5 8,,8 9, 7,9 78, 75 Reservoir //5 6,,46 8,8 9,4 56, 7 Permanente plas /6/5 5, 8,8 8,8 7,84 8,6 5 Reservoir /6/5 4,5 6,5 6,7 7,49 87, Permanente plas 7/9/5 8,4 8,99 95,5 7,6 7,4 744 weini water Reservoir 8/9/5 7, 6,6 65,9 7,56 55,5 47 Permanente plas //6 5,7,6 9,4 7,8 5,7 7 Reservoir 4//6 6,6,9 9,6 7,5 4,6 75 Permanente plas 4/6/6,7, 8,8 8,4 65, 66 heel laa water ( cm) Reservoir 5/6/6 8,7 4,7 5,7 7,6 7, 668 Permanente plas 6/9/6, 8,6 96,9 7,64 8, 465 Reservoir 7/9/6 4,8 8,84 4, 7,54 79 Kreek 7/9/6,6 7,77 88, 7,5 58 In het voorjaar van was er uitzonderlijk weini water in de permanente plas. De emeten watertemperatuur was hoer dan normaal voor deze periode en we hebben toen ook uitzonderlijk hoe waarden voor de opeloste zuurstof emeten. In de permanente plas werd eenmali in de zomer van een opeloste zuurstof waarde emeten onder de norm van 6 m/l (Belisch Staatsblad, ). In de zomer van 6 werd eenmali in het reservoir een opeloste zuurstofwaarde onder de norm emeten. De zuurraad was iets te hoo in het reservoir in het voorjaar van 5. Alle overie waarden waren normaal. In de permanente plas was het waterpeil soms heel laa alsook éénmaal in het reservoir.. Bemonsterinsmethodes.. Dubbele schietfuiken We bemonsterden het visbestand met dubbele schietfuiken (Fiuur ). Bij iedere campane (voorjaar, zomer en najaar) plaatsten we, bij laa water, twee dubbele schietfuiken in het reservoir. De fuiken stonden 4 uur op de locatie en werden daarna leeemaakt. De evanen vissen werden ter plaatse eïdentificeerd, eteld, emeten en vervolens teruezet. Elke schietfuik bestaat uit twee fuiken van 7,7 m lente, waartussen een net van m espannen is. Dat net is bovenaan voorzien van vlotters. Onderaan bevindt zich een loodlijn. Vissen die teen het overlanse net zwemmen, worden naar een van de fuiken eleid. De twee fuiken (type /9) zijn opebouwd uit een reeks hoepels waarrond een net (maaswijdte cm) bevestid is. Aan de inan van de fuik staat de rootste hoepel (diameter 9 cm). Deze is onderaan afeplat ( cm breed) zodat de hele fuik recht blijft staan. Naar achter toe worden de hoepels kleiner. Aan het uiteinde is de maaswijdte 8 mm. In de fuik bevinden zich een aantal trechtervormie netten waarvan het smalle uiteinde naar Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7)
11 achter is bevestid. Eenmaal de vissen een trechter epasseerd zijn, kunnen ze niet meer teru. Helemaal achteraan wordt de fuik eopend en leeemaakt. Fiuur. Dubbele schietfuik in het reservoir van het Lippenbroek... Hokfuik In de kreek werd er bij iedere campane evist met een hokfuik. Het net wordt in de kreek eplaatst zodat bijna de volledie breedte afesloten is (Fi. ). Een hokfuik bestaat uit een,5 m lane fuik met twee vleuels links en rechts van de eerste rote koepel ( cm diameter). De lente van de vleuels is ook,5 meter. De maaswijdte is cm en aan het uiteinde is de maaswijdte no,8 cm. De fuik staat 4 uur op locatie waarna ze wordt lee emaakt. Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7)
12 Fiuur. Hokfuik in de kreek van het Lippenbroek. De evanen vissen werden ter plaatse eïdentificeerd, eteld, emeten en vervolens teruezet... Elektrisch vissen De oever van de permanente plas werd met elektriciteit bemonsterd. We visten met een apparaat van het type Deka 7 (Fi. 4). Deze laatste wordt evoed door een 5 kw enerator met een reelbare spannin variërend van tot 5 V. De stroomstoot frequentie is 48 Hz. Door de elektrische stroom worden de vissen verdoofd zodat ze emakkelijk eschept kunnen worden. Fiuur 4. Elektrisch vissen in de permanente plas van het Lippenbroek. Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7)
13 De beviste afstanden staan in tabel. De evanen vissen werden ter plaatse eïdentificeerd, eteld, emeten en vervolens teruezet..4 Verwerken van de eevens Voor het bespreken van de vansteevens in de verschillende habitattypes ebruiken we niet etransformeerde eevens behalve voor het aantal individuen evanen met fuiken waarbij deze worden omerekend naar aantallen per fuikda. Statistische analyses werden uitevoerd met data van het voorjaar, de zomer en het najaar 6. Om de data statistisch te verelijken werden alle eevens omerekend naar relatieve abundantie (% van de totale vanst per habitattype en per seizoen). We voerden met deze etransformeerde data een verkennende visuele analyse uit door middel van een ééntoppi (DCA) responsmodel. Bij deze methode worden de data eprojecteerd op twee ordinatieassen. De methode is aanewezen bij het interpreteren van n dimensionele datasets. We ebruikten R als statistisch proramma (versie R...). Voor het berekenen van de lentefrequenties van de meest abundante soorten werden relatieve percentuele aantallen ebruikt. Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7)
14 Besprekin resultaten. Overzicht van het visbestand aan de hand van steekproeven 6 In de periode 6 vinen we in totaal 4 vissoorten in het Lippenbroek. We bespreken hieronder per habitattype de vanstresultaten voor deze periode... Kreek Tabel. Aantal en ewicht (in ) van vissen en bijvansten evanen in de kreek van het Lippenbroek -6. MnsTot: totaal aantal soorten; MniInd: totaal aantal individuen; ManBio: totale biomassa in. Datum 8// /6/ // 6//4 /6/4 //4 //5 /6/5 8/9/5 4//6 5/6/6 7/9/6 Fuikdaen baars bittervoorn blankvoorn blauwbandrondel bot brakwaterrondel brasem dikkopje driedoornie stekelbaars dunlipharder iebel harin karper kolblei palin rietvoorn snoekbaars spierin tiendoornie stekelbaars winde zeebaars ,5,9 7, 9,5,,9 477, 6,8 5,4 8,,9,5 4,9 6,8,8 8,9 7,4 4,4,4 596, 6,6 4,8 6,6, 6, ,9,7 6,,8 956, 7,6 6,8,6,5 4,,6 7,6 9,9,8,7,5 7, 78,4 7,4 5,5,8 4,5 4,4,9, 5,7, 97,9 6,7,7 4, 5,8 57,9,9 6,6, MnsTot MniInd ManBio 7, 49, 576,6 77, 596,7 688,6 75, 75,9 8,5,6 58, 79,7 steurarnalen Chinese wolhandkrab , 9,5 9,6,9 64,4 55, 94 7,8 6,9, In de periode 6 vinen we vissoorten in de kreek. In vinen we 8 soorten (6 individuen), 4 soorten in 4 (49 ind.), in 5 (89 ind.) en soorten in 6 (8 ind.). In het voorjaar werden in de periode 6 emiddeld 5 soorten evanen in de kreek. In de zomer vinen we emiddeld 4 soorten en 8 in het najaar. Giebel en palin domineren wat biomassa betreft. Eenmali werd een rote brasem evanen in het voorjaar van 5. Meestal werden in de kreek kleine vissen evanen, wat de lae biomassa verklaart. 4 Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7)
15 Het aantal individuen evanen per fuikda varieert sterk over de jaren heen. In 6 vinen we in de kreek 5 individuen per fuikda, 6 in en 98 in (Breine & Van Thuyne, ). In de zomer en het najaar van werden uitzonderlijk veel spierin larfjes evanen in de kreek. In vinen we slechts individuen per fuikda, 4 in 4, 96 in 5 en in 6. In de campanes vóór vinen we een dikkopje, dunlipharder, harin, rietvoorn, tiendoornie stekelbaars en winde. Zonnebaars vinen we slechts eenmaal in de kreek (6). Brakwaterrondel vinen we in de periode 6 het meest: 68 individuen of 47,% van het totaal aantal evanen individuen in de kreek. Spierin was de tweede meest evanen soort met 5 individuen (,%) evold door palin (5,6%) en driedoornie stekelbaars (4,%). In fiuur 5 wordt voor elk seizoen, in de periode 6, het relatieve aandeel van de vissoorten op basis van het aantal individuen per jaar weereeven. Soorten waarvan het relatief aantal individuen minder dan 5% was werden als rest eroepeerd. Fiuur 5. Relatieve samenstellin van het visbestand in de kreek volens het voorjaar (V), de zomer (Z) en het najaar (N) steekproeven voor de periode -6, op basis van het aantal met fuiken evanen vissen (n = het totaal aantal vissen in de steekproef). Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7) 5
16 Er is naast het jaar op jaar verschil duidelijk een seizoenaal verschil in het aantal individuen evanen per soort in de kreek. Niet alle resultaten weereeven in fiuur 5 zijn even relevant ezien het rote verschil in aantal evanen vissen. Alemeen kunnen we wel stellen dat driedoornie stekelbaars vooral in het voorjaar oed evanen werd in de kreek. Spierin domineerde in aantallen eenmali in het voorjaar van 4. In de zomer is er behalve in 5, waarbij spierin de aantallen domineerde, een soort die altijd in rote aantallen werd evist. In het najaar domineerde brakwaterrondel de vanstaantallen in 4 en 5. Giebel en bot werden ook oed evanen in het najaar. Blauwbandrondel werd, op enkele uitzonderinen na, oed evanen in alle seizoenen. In de kreek werden steurarnalen en Chinese wolhandkrabben als bijvansten evanen (Tabel ). Chinese wolhandkrab werd in vorie campanes enkel in de zomer van evanen... Reservoir Tabel 4. Aantal en ewicht (in ) van vissen en bijvansten evanen in het reservoir van het Lippenbroek -6. MnsTot: totaal aantal soorten; MniInd: totaal aantal individuen; ManBio: totale biomassa in. Datum 8// /6/ // // // 6//4 /6/4 //4 //5 /5/5 /6/5 8/9/5 4//6 5/6/6 7/9/6 fuikdaen baars bittervoorn blankvoorn blauwbandrondel bot brakwaterrondel brasem driedoornie stekelbaars iebel karper kolblei palin rietvoorn snoek snoekbaars spierin winde zeebaars , 6,4 96, 679,7 96,6, 8, 5,4,7 8, 7488,5 589,8 5,6 45,6,6 6,7 5,6 4, 4, 5, 56,4, 8,6 49,4 68,9 7,6,8 78,4 85,6 64,5 5,7,,8 7, , 55 6,4,7 9,4,5 4, , 78,8, 4,4 49,4 9, 48,8, 77,8 6, 5 68, 886 5,7 5,7 65,6,8 9,4 7,6 7,4 7 45, 6,4 96,4 4,5 68,4,9,9 5, 5,8, 4,9,7 47,, 475, 669,,8 8,7 7,, 5, 8,7 6, , 888,5,,8,5 649, 469, , 9,4 MnsTot MniInd MniInd/fuikda,5 9,5 6 4,5 8 8, ,5 9,5 ManBio 4, 676, 6447,5 45,6 48,6 66,8 466,7 994, 7, 59,8 575,7 6859,4 9 44,5 455,7 Chinese wolhandkrab rijze arnalen steurarnalen ,8 69, ,4 5, 49 55,5 74, 8,8 4,5,7 56,7,6 8,5 7 54,9 489,, , 87,6 8,4 In de periode 6 vinen we in het reservoir 8 soorten. In vorie campanes (6 ) vinen we een rietvoorn, snoek en winde. Maar toen vinen we wel kwabaal en zonnebaars. In vinen we soorten (8 individuen per fuikda), 8 soorten in 4 (49 ind./fd), in 5 (9 ind./fd) en soorten in 6 (8 ind./fd). In het voorjaar werden in de periode 6 emiddeld 5 soorten evanen in het reservoir. In de zomer vinen we emiddeld 7 soorten en 9 in het najaar. Het aantal 6 Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7)
17 individuen per fuikda was emiddeld het laast in het voorjaar (); in de zomer vinen we emiddeld individuen per fuikda en 5 in het najaar. In de periode 6 vinen we 87 individuen in het reservoir. De meest evanen soort was spierin die,% van het totaal aantal evanen individuen uitmaakte. Vervolens werd palin het meest evanen (7,%) evold door brakwaterrondel (%), iebel (,%) en bot (9,7%). In het vori rapport (Breine & Van Thuyne, ) werd blankvoorn (%) als de meest evanen soort erapporteerd evold door iebel (,7%) en blauwbandrondel (,6%). Spierin werd in de periode 6 in lae aantallen evanen (,7%). Volende soorten droeen het meest bij tot de biomassa: iebel, snoekbaars, palin, brasem en karper. Van deze soorten vinen we meestal rote volwassen individuen in het reservoir. Het evanen snoekexemplaar in het voorjaar van 4 was ook een root individu van 9 cm lan. In fiuur 6 wordt voor elk seizoen in de periode 6, het relatieve aandeel van de vissoorten op basis van het aantal individuen per jaar weereeven. Soorten waarvan het relatief aantal individuen minder dan 5% was werden als rest eroepeerd. Fiuur 6. Relatieve samenstellin van het visbestand in het reservoir volens het voorjaar (V), de zomer (Z) en het najaar (N) steekproeven voor de periode -6, op basis van het aantal met fuiken evanen vissen (n = het totaal aantal vissen in de steekproef). Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7) 7
18 Ook hier valt naast de jaar op jaar variatie een sterk seizoenaal verschil op. Niet alle rafieken zijn, ezien de soms lae aantallen evanen vissen, even relevant. Spierin domineerde in het voorjaar van 4. De blankvoornvansten domineerden in het voorjaar van 5 en 6. In het voorjaar van 5 werd palin oed evanen. Blankvoorn werd ook in hoe aantallen evanen in de zomer van 6. Palin domineerde in de zomer van en 5. Maar werd ook oed evanen in de zomer van 6. Bot domineerde enkel in de zomer van 4 maar werd ook oed evanen in de zomer van. In het najaar zien we sterke verschuivinen van dominerende soorten. Spierin domineerde in het najaar van en werd ook oed evanen in het najaar van 4. Brakwaterrondel domineerde de vanstaantallen in het najaar van 4 terwijl snoekbaars in het najaar van 5.In het najaar van 6 domineerde palin evold door iebel. Giebel werd behalve in het najaar van 4 altijd oed evanen in het najaar. Als bijvansten (Tabel 4) vinen we rijze arnalen enkel in het najaar van 4. Steurarnalen vinen we in alle jaren, vooral in het najaar. Chinese wolhandkrab werd in elk seizoen evanen... Permanente plas Tabel 5. Aantal en ewicht (in ) van vissen en bijvansten evanen in de permanente plas van het Lippenbroek -6. MnsTot: totaal aantal soorten; MniInd: totaal aantal individuen; ManBio: totale biomassa in. Datum 7// 9/6/ // 5//4 /6/4 9//4 //5 /6/5 7/9/5 //6 4/6/6 6/9/6 baars bittervoorn blankvoorn blauwbandrondel bot brakwaterrondel brasem driedoornie stekelbaars iebel karper kolblei palin rietvoorn snoekbaars spierin tiendoornie stekelbaars vetje zeebaars zonnebaars ,9 9,9, 9,8,7,8 9,7,, 586,5 8,6, 9,9 59,5 657,4,,4 4,6,8 49,4,,, 4,4 6,8,5 4,,8,8,5 979,,4, 6,8 45, 9,8 6, 98 59,7 55,6,6, 8, 5,, 77, 4,8,4,7 7, 54, 7,9 887,7,5 6 7,9 9,9 49,4 77,6 8,6 9 7,6 4,4 7,8 84,4,7 7,9 757, 599,,8,, 6,6 49,9,6 46,8 7 6, ,4 7,,6 6,8 5, 7,6 9,7,6,5 9,7, 49 49, 56,6 6, 9,5 45,7, 54,6 5,6 6,8,, 8,8 5, 5,7 5,4 4, 588,8 96,5 MnsTot MniInd ManBio 689, 647,5 8,9,9 97,5 9,8 74, 78, 58,7 6, 558, 84,9 Chinese wolhandkrab steurarnalen ,4 5, 4,, 5,7 9, 6,6 9,6 46,,8,8, 8 Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7)
19 In de periode 6 vinen we in de plas 9 vissoorten en 769 individuen. De meest evanen soort voor deze periode was brakwaterrondel met een relatief vanstaantal van 8,%. Vervolens vinen we vooral iebel (,8%) en blauwbandrondel (,5%). We vinen slechts twee spierinen in de plas (,%). In vinen we 6 soorten waarbij brakwaterrondel (6,4%), iebel (9,%) en blauwbandrondel (9,%) de vanstaantallen domineerden. In 4 vinen we 5 soorten. Toen domineerden blauwbandrondel (7,9%), bittervoorn (,%), iebel (,%) en blankvoorn (,%). In 5 haalden we 4 soorten boven met als dominerende soorten blauwbandrondel (5,7%), brakwaterrondel (4,4%), karper (,%) en iebel (5,4%). In 6 vinen we 5 soorten. In 6 werden de vansten in de plas edomineerd door iebel (7,%), blauwbandrondel (5,7%) en driedoornie stekelbaars (,6%). In vorie campanes (6 ) vinen we 7 soorten. De meest evanen soorten voor de periode 6 waren blauwbandrondel (4%) en driedoornie stekelbaars (7,%). In de periode 6 vinen we een snoekbaars, spierin en vetje. Wel vinen we toen eenmali winde. In de periode 6 droe vooral iebel bij tot de biomassa. De relatieve bijdrae tot de biomassa voor deze soort was 75,4%. De volende meest bijdraende soort was karper (8,6%) waarvan enkel juveniele individuen werden evanen. In fiuur 7 wordt voor elk seizoen in de periode 6, het relatieve aandeel van de vissoorten op basis van het aantal individuen per jaar weereeven. Soorten waarvan het relatief aantal individuen minder dan 5% was, werden als rest eroepeerd. De jaar op jaar variatie van de relatieve samenstellin van vissoorten is minder root dan in het reservoir of in de kreek. In het voorjaar domineerden telkens blauwbandrondel en iebel. In de zomer domineerden dezelfde twee soorten maar vanaf 4 stijt het aandeel driedoornie stekelbaars. In het najaar was het relatief aandeel blauwbandrondel kleiner dan in de overie seizoenen. De jaar op jaar variatie is in het najaar roter dan in de andere seizoenen. In het najaar van domineerden brakwaterrondel en iebel. In het najaar van 4 domineerden bittervoorn, blauwbandrondel, blankvoorn, iebel, driedoornie stekelbaars en bittervoorn. In 5 vinen we in het najaar opnieuw het meest brakwaterrondel maar ook veel kleine karpers. Het relatief aandeel blauwbandrondel en iebel is laer dan in het voorjaar en de zomer van 5. In het najaar van 6 tenslotte, domineerden iebel, brakwaterrondel en blauwbandrondel. Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7) 9
20 Fiuur 7. Relatieve samenstellin van het visbestand in de permanente plas volens het voorjaar (V), de zomer (Z) en het najaar (N) steekproeven voor de periode -6, op basis van het aantal met elektriciteit evanen vissen (n = het totaal aantal vissen in de steekproef). Als bijvansten vinen we in de plas steurarnalen en Chinese wolhandkrab.. Temporele verdelin van het visbestand in het Lippenbroek aan de hand van steekproeven 6 6 Voor een verelijkin van de temporele verdelin pasten we een ordinatie toe op basis van een ééntoppi (DCA) responsmodel. Hierbij ebruiken we de meest evanen soorten in de periode 6 6 (Tabel A bijlae). Om de data statistisch te verelijken werden alle eevens omerekend naar relatieve abundantie (% van de totale vanst per locatie en per seizoen). We voerden met deze etransformeerde data een verkennende visuele analyse uit om seizoenale patronen te visualiseren. Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7)
21 .. Kreek In een eerste analyse inen we het seizoenaal effect na (Fi. 8). Fiuur 8. DCA-ordinatie van de vansten (n= ) in functie van de seizoenen, op basis van de relatieve abundantie van de meest evanen soorten in de periode 6-6 in het voorjaar, de zomer en het najaar in de kreek van het Lippenbroek (eienwaarden eerste en tweede as,7 en,5) De voorjaarsvansten in de periode 6 6 onderscheidden zich van de zomer en de najaarvansten door de hoere emiddelde relatieve aantallen driedoornie stekelbaars (5%), blankvoorn (6,8%) en bittervoorn (5%). In de zomer waren de relatieve aantallen van bot (4,9%) en spierin (,9%) emiddeld hoer dan in de andere seizoenen. In het najaar waren de relatieve aantallen brakwaterrondel (6,%), iebel (5,%), snoekbaars (5,%) en zeebaars (,8%) emiddeld hoer dan in de andere seizoenen. De relatieve aantallen palin (9,6 9,7%) waren van de zelfde rootte orde in de zomer en het najaar. Blauwbandrondel ( 5%) had in elk seizoen een bijna onveranderde relatieve abundantie. Met dezelfde eevens kunnen we ook de jaar op jaar variatie naaan (Fi. 9). In de periode 6 6 vinen we soorten (Tabel A bijlae). Bot was in de periode 6 6 de vissoort die we met emiddeld de hooste relatieve abundantie (5,%) vinen in de kreek. Daarna volen driedoornie stekelbaars (4,%), spierin (,5%) en brakwaterrondel (,%). De overie soorten hadden een emiddelde relatieve abundantie onder de %. Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7)
22 Fiuur 9. DCA-ordinatie van de vansten (n= ) in functie van de jaren, op basis van de relatieve abundantie van de meest evanen soorten in de periode 6-6 in de kreek van het Lippenbroek (eienwaarden eerste en tweede as,7 en,5) De jaarlijkse variatie is root omdat de relatieve abundantie van de evanen soorten sterk varieert van jaar tot jaar. Bijvoorbeeld in 6, 7 en vinen we een spierin noch brakwaterrondel. In 6 vinen we veel minder spierin ten opzichte van,, 4 en 5. Brakwaterrondel vinen we ook niet in 6. Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7)
23 .. Reservoir Fiuur. DCA-ordinatie van de vansten (n= 4) in functie van de seizoenen, op basis van de relatieve abundantie van de meest evanen soorten in de periode 6-6 in het voorjaar, de zomer en het najaar in het reservoir van het Lippenbroek (eienwaarden eerste en tweede as,5 en,9). In het reservoir is de invloed van de seizoenen no duidelijker dan in de kreek. Blauwbandrondel (,%) en driedoornie stekelbaars (8,%) hadden hun hooste relatieve abundantie In het voorjaar. Palin (,6%), blankvoorn (,5%) en bot (4,7%) hadden hun hooste relatieve abundantie in de zomer. Snoekbaars (,7%) en brakwaterrondel (6,5%) hadden hun hooste relatieve abundantie in het najaar. Giebel (8 9%) en spierin (7, 7,9%) hebben voor de beschouwde periode een verelijkbaar emiddelde relatieve abundantie in het voorjaar en het najaar. We herhaalden de analyse in functie van de jaren (Fi. ). In de periode 6 6 vinen we soorten (Tabel A bijlae). Giebel was in de periode 6 6 de vissoort die we met emiddeld de hooste relatieve abundantie (5,%) vinen in het reservoir. Daarna volen palin (,6%), blauwbandrondel (,%), blankvoorn (,6%) en bot (,4%). De overie soorten hadden een emiddelde relatieve abundantie onder de %. Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7)
24 Fiuur. DCA-ordinatie van de vansten (n= 4) in functie van de jaren, op basis van de relatieve abundantie van de meest evanen soorten in de periode 6-6 in het reservoir van het Lippenbroek (eienwaarden eerste en tweede as,5 en,9). De jaarlijkse variatie is root omdat, net zoals in de kreekvansten, de relatieve abundantie van de soorten jaarlijks sterk verschillen. 4 Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7)
25 .. Permanente plas Fiuur. DCA-ordinatie van de vansten (n= ) in functie van de seizoenen, op basis van de relatieve abundantie van de meest evanen soorten in de periode 6-6 in het voorjaar, de zomer en het najaar in de permanente plas van het Lippenbroek (eienwaarden eerste en tweede as,56 en,9). Ook hier is een seizoenaal verschil in relatieve abundantie duidelijk. In het voorjaar was de emiddelde abundantie van blauwbandrondel (5,%) en driedoornie stekelbaars (5%) hoer dan in de andere seizoenen. In de zomer was de emiddelde relatieve abundantie van iebel (,%) hoer dan in de andere seizoenen. De relatieve abundantie van blauwbandrondel (9,%) en driedoornie stekelbaars (7,7%) was ook hoo. Tiendoornie stekelbaars had de hooste emiddelde relatieve abundantie in de zomer (8,5%). In het najaar was de emiddelde relatieve abundantie van iebel (8,7%) en brakwaterrondel (4,4%) het hoost ten opzichte van de andere evanen soorten. Karper (6,5%) en blankvoorn (4,9%) hadden in het najaar emiddeld een hoere relatieve abundantie dan in de andere seizoenen. We herhaalden de analyse in functie van de jaren (Fi. ). In de periode 6 6 vinen we soorten (Tabel A bijlae). Blauwbandrondel was in de periode 6 6 de vissoort die we met emiddeld de hooste relatieve abundantie (7,%) vinen in het reservoir. Daarna volen iebel (,%) en driedoornie stekelbaars (6,9%). De overie soorten hadden een emiddelde relatieve abundantie onder de %. Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7) 5
26 Fiuur. DCA-ordinatie van de vansten (n= ) in functie van de jaren, op basis van de relatieve abundantie van de meest evanen soorten in de periode 6-6 in de permanente plas van het Lippenbroek (eienwaarden eerste en tweede as,56 en,9). De jaarlijkse variatie is root omdat, net zoals in de kreek en reservoirvansten, de relatieve abundantie van de soorten jaarlijks sterk verschillen. 6 Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7)
27 . Ruimtelijke verdelin van het visbestand in het Lippenbroek aan de hand van steekproeven 6 6 We voerden met de etransformeerde data van de periode 6 6 een verkennende visuele analyse uit door middel van een DCA ordinatie om ruimtelijke patronen te visualiseren. Fiuur 4. DCA-ordinatie van de vansten (n= 65) in functie van de habitat, op basis van de relatieve abundantie van de meest evanen soorten in de periode 6-6 in de permanente plas, het reservoir en de kreek van het Lippenbroek (eienwaarden eerste en tweede as,6 en,49). De visemeenschap in de permanente plas is duidelijk verschillend van de deze in de kreek en het reservoir (Fi. 4). De kreek en het reservoir tonen wat overlap. De relatieve abundantie van blauwbandrondel, iebel, bittervoorn en zonnebaars was voor de periode 6 6 het hoost in de permanente plas. Gemiddeld was de relatieve abundantie van driedoornie stekelbaars van dezelfde rootteorde in de plas en kreek. Het reservoir had voor de periode 6 6 emiddeld de hooste relatieve abundantie van blankvoorn, palin, snoekbaars en baars. In de kreek hadden bot, brakwaterrondel, spierin de hooste emiddelde relatieve abundantie. We hernamen de analyse met dezelfde data om seizoenale effecten na te aan (Fi. 5). De verschillende seizoenen zijn mooi te onderscheiden. In het voorjaar (6 6) werd vooral blauwbandrondel evanen en driedoornie stekelbaars. In de zomer vinen we vooral bot en spierin. In het najaar vinen we meer iebel, brakwaterrondel en snoekbaars. Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7) 7
28 Fiuur 5. DCA-ordinatie van de vansten (n= 65) in functie van de seizoenen, op basis van de relatieve abundantie van de meest evanen soorten in de periode 6-6 in de permanente plas, het reservoir en de kreek van het Lippenbroek (eienwaarden eerste en tweede as,6 en,49)..4 Lentefrequenties 6 Lentefrequenties zijn van belan omdat ze informatie even over de leeftijdsopbouw van de populatie van een soort. De distributie van lentefrequenties duidt aan hoe de verschillende lentes verteenwoordid zijn binnen een populatie. Ze kunnen ook ebruikt worden om aan te duiden of een ebied functioneert als paaiplaats of kinderkamer. We bepaalden arbitrair dat voor het maken van een representatieve lentefrequentie distributie van een vissoort er minimaal lente data beschikbaar moeten zijn. Daarom kunnen we niet van alle in evanen vissen lentefrequentie diarammen maken. Enkel voor blauwbandrondel en iebel, evanen in de permanente plas, kunnen we seizoenale lentefrequenties maken voor elk jaar in de periode 6. 8 Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7)
29 .4. Kreek Tabel 6. De emiddelde lente, maximale lente en minimale lente in cm per soort evanen (n>) met hokfuik in de kreek in de periode -6. In de kreek vinen we voldoende individuen van spierin in 4 en brakwaterrondel in 4 en Spierin soort (aantal emeten ) emiddelde max min blankvoorn (7) 7,6 9, 5, blauwbandrondel (5) 6,7 8,6 4,5 bot (9) 5,9,4,8 brakwaterrondel (8),9 4,8,8 brasem (4) 9,5 5, 7, driedoornie stekelbaars () 5, 7,4, iebel (9) 8,9 4, 5,5 harin (6) 4, 4,8, karper (4) 7, 7,7 5,9 palin (44) 4, 65,7 6,7 snoekbaars () 5, 6,5,6 spierin (58) 5,4 9,, tiendoornie stekelbaars () 4,8 5, 4,4 winde () 5,,,8 zeebaars (4) 6,4,4, Fiuur 6. Lentefrequentie (%) van spierin evanen in 4 in de kreek (n=7). In 4 vinen we in de kreek juveniele individuen met een lente variërend tussen de 5 en 9 cm (Fi. 6). In totaal vinen we 58 individuen in de periode 6. In de kreek vinen we een adulte spierinen (>,8 cm, Froese & Pauly, 6). Ook in vorie campanes (6 ) werden enkel larfjes en juveniele spierinen evanen in de kreek. Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7) 9
30 Fiuur 7. Lentefrequentie (%) van spierin evanen in de kreek in de periode -6 (n=58). In de periode 6 vinen we ook larfjes van spierin ( 5 cm) (Fi. 7). De emiddelde lente voor de periode 6 was 5,4 cm (Tabel 6)..4.. Brakwaterrondel Fiuur 8. Lentefrequentie (%) van brakwaterrondel evanen in de kreek in 4 (n=5) en 5 (n=). In 4 (Fi. 8 links) vinen we uitsluitend volwassen brakwaterrondels van de lente klasse 5 en 6 cm (Miller, 975). In 5 vinen we ook kleinere juveniele individuen (<4 cm, Froese & Pauly, 6)(Fi. 8 rechts). In de periode 6 maten we 8 brakwaterrondels, evanen in de kreek, met een emiddelde lente van,9 cm (Tabel 6)..4.. Driedoornie stekelbaars In de kreek vinen we driedoornie stekelbaarzen in de periode 6. De emiddelde lente was 5 cm (Tabel 6). Volens Jones en Hynes (95) is de maximale leeftijd van driedoornie stekelbaars,5 jaar. Op basis van otoliet onderzoek berekenden ze dat de emiddelde lente na jaar,6 cm was, 4,4 cm in het tweede jaar en 5,8 cm in het derde jaar met een maximum van 7, cm. Ze stelden vast dat driedoornie stekelbaars vooral in de eerste drie maanden van zijn leven snel roeit waarbij de rootste individuen even root zijn als de kleinste tweejarie individuen. Er is dus zeker een overlap van lentes Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7)
31 in de verschillende jaar klassen. Driedoornie stekelbaars heeft een optimale roeitemperatuur van C (Lefébure et al., ). Fiuur 9. Lentefrequentie (%) van driedoornie stekelbaars evanen in de kreek in de periode - 6 (n=). Het lentefrequentie diaram in fiuur 9 toont duidelijk aan dat we in de periode 6 driedoornie stekelbaars vinen die behoren tot verschillende lenteklassen. We vinen zowel éénjarien als oudere individuen Giebel We vinen in de kreek in de periode 6 net een individuen maar de lentefrequentie van iebel toont duidelijk aan dat er juveniele en volwassen individuen in de kreek voorkomen (Fi. ). Fiuur. Lentefrequentie (%) van iebel evanen in de kreek in de periode -6 (n=9). Innal () meldt de volende lentes voor iebel (n=8) in de Aksu rivier (Turkije):,, cm (eerste jaar); 4, 9,9 cm ( de );,9 cm( de );,9 6,5 cm (4 de ); 5,5 7,9 cm (5 de ) en 8,,5 cm Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7)
32 (6 de ). Vetemaa et al (5) vereleken de lentes van iebel in verschillende landen. De maximale lente werd enoteerd voor zevenjarie iebel in Estonia (4, cm) en Roemenië (4,5 cm). In de kreek hebben we iebel individuen van één jaar tot hoostwaarschijnlijk zeven jaar oud evanen Palin In de periode 6 vinen we 44 palinen in de kreek. De lentes variëren van 6,7 tot 65,7 cm (Fi. ). Fiuur. Lentefrequentie (%) van palin evanen in de kreek in de periode -6 (n=44). Vrouwtje roeien sneller dan mannetjes (Melià et al., 6). Na één jaar bereikt, volens deze auteurs, de palin emiddeld een lente van cm. Mannetjes van 6 jaar bereiken emiddeld een lente van net onder de 4 cm en vrouwtjes een lente van 55 cm. We hebben de evanen palinen niet op sekse ebracht. De rootste individuen waren hoostwaarschijnlijk vrouwtjes van zes jaar of ouder. Van de overie soorten vinen we te weini individuen in de kreek om relevante lentefrequenties te berekenen. Van de soorten, die we meer dan eenmaal vinen, staan het emiddelde, de maximale en de minimale lente in tabel 6. Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7)
33 .4. Reservoir Tabel 7. De emiddelde lente, maximale lente en minimale lente in cm per soort evanen (n>) met dubbele schietfuiken in het reservoir in de periode Spierin soort (aantal emeten ) emiddelde max min baars (9),,6 8, bittervoorn (8) 6,8 7,7 4,6 blankvoorn (6) 8,, 4,5 blauwbandrondel (9) 8, 9,4 6,5 bot (79) 5,7 6,,8 brakwaterrondel (5) 4, 4,7, brasem () 5,6 6, 6, driedoornie stekelbaars (4) 6, 6,9 5,6 iebel (9),6 4,6 5,6 karper (9) 8,6 6,8 7, kolblei (4) 8,, 6,4 palin (4) 4,6,, rietvoorn () 8, 8,8 7,4 snoek () 9, 9, 9, snoekbaars (65) 9,5 77, 9,8 spierin (7) 7,4,5,8 winde () 4,7 4,7 4,7 zeebaars (4),4,6 4, Fiuur. Lentefrequentie (%) van spierin evanen in het reservoir in de periode -6 (n=7). In het reservoir vinen we naast juveniele spierinen ( 9 cm en cm) ook enkele adulte spierinen (>,8 cm, Froese & Pauly, 6) (Fi. ). De emiddelde lente van de spierinen in het reservoir is roter dan de emiddelde lente van de spierinen evanen in de kreek. Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7)
34 .4.. Brakwaterrondel Fiuur. Lentefrequentie (%) van brakwaterrondel evanen in het reservoir in de periode -6 (n=7). De brakwaterrondels evanen in het reservoir waren volwassen dieren (Fi. ). De emiddelde lente van de brakwaterrondels in het reservoir is lichtjes roter dan in de kreek..4.. Giebel Fiuur 4. Lentefrequentie (%) van iebel evanen in het reservoir in de periode -6 (n=9). Het lentefrequentie diaram van iebel evanen in het reservoir in de periode 6 toont duidelijk aan dat naast juveniele vissen er ook volwassen individuen werden evanen (Fi. 4). De iebels in het reservoir waren emiddeld,7 cm roter dan in de kreek. 4 Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7)
35 .4..4 Palin In het reservoir vinen we in totaal 4 palinen in de periode 6. De emiddelde lente is 4,6 cm wat verelijkbaar is met de emiddelde lente van palinen evanen in de kreek. De lente variatie in het reservoir is wel roter dan in de kreek (Tabellen 6 &7). Fiuur 5. Lentefrequentie (%) van palin evanen in het reservoir in de periode -6 (n=4). Naast een juveniel exemplaar (, cm) vinen we palinen van diverse lentes en leeftijden (Fi. 5) Brasem Fiuur 6. Lentefrequentie (%) van brasem evanen in het reservoir in de periode -6 (n=4). Brasem is een typische zoetwatervis die ook oed edijt in brakwater (Kottelat en Freyhof, 7). Brasem wordt op zes tot zevenjarie leeftijd eslachtsrijp (Poncin et al., 996) en kan tot 5 jaar oud worden (OVB, 988). De roeisnelheid is in het eerste jaar emiddeld 5 tot 7 cm, tweejarie brasem haalt een lente van cm en een 8 jarie vis kan 4 cm lan zijn (Van Emmerik, 8). In het reservoir werden in de periode 6 meer brasems evanen dan in de kreek. De emiddelde lente van de Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7) 5
36 evanen brasems is ook roter dan in de kreek (Tabellen 6 & 7). We vinen in het reservoir één- en tweejarie individuen alsook oudere brasems (Fi. 6) Snoekbaars Fiuur 7. Lentefrequentie (%) van snoekbaars evanen in het reservoir in de periode -6 (n=65). + individuen kunnen na de zomer een lente tussen de 8 en 8 cm bereiken (Buijse & Houthuijzen, 99). Ze zijn dan oneveer 4 maanden oud. Voor eerstejaars snoekbaarzen noteerden Arillier et al. () maximale lentes van cm tot 4 cm in het tweede jaar. In Nederland even Klein Breteler en De Laak () op basis van 6775 emeten snoekbaarzen de volende emiddelde lentes: cm na één jaar, 8 cm in het tweede en 4 cm in het derde jaar. In teenstellin tot snoekbaars evanen in de kreek vinen we in het reservoir rote snoekbaarzen (Fi. 7). De hoofdroep van de evanen snoekbaarzen waren éénjarie individuen. Daarnaast vinen we individuen van uiteenlopende lentes en leeftijden Blankvoorn Blankvoorn bereikt aan het einde van het eerste levensjaar een lente van rond de 5 cm (Mann, 97). Mannetjes zouden aan een lente van cm (oneveer jaar) en vrouwtjes vanaf cm (4 jaar) al eslachtsrijp kunnen zijn (Mann, 97). Net als in de kreek (Tabel 6) vinen we eerder kleinere juveniele blankvoorns (Fi. 8). De maximale lente bedroe slechts cm. 6 Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7)
37 Fiuur 8. Lentefrequentie (%) van blankvoorn evanen in het reservoir in de periode -6 (n=6) Bot Volens Froese en Pauly (6) bereikt juveniele bot emiddeld een lente van,5 cm in het eerste levensjaar en 8,5 cm in het tweede jaar. De mannetjes zijn bij een leeftijd van twee of drie jaar eslachtsrijp, bij een lente van tot 5 cm. De vrouwtjes zijn na drie tot vier jaar eslachtsrijp, bij een lente van 5 tot cm (Muus et al., 999). Fiuur 9. Lentefrequentie (%) van bot evanen in het reservoir in de periode -6 (n=79). We vinen hoofdzakelijk éénjarie bot in het reservoir. Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7) 7
38 .4. Permanente plas Tabel 9. De emiddelde lente, maximale lente en minimale lente in cm per soort evanen (n>) met elektriciteit in de permanente plas in de periode Brakwaterrondel soort (aantal emeten ) emiddelde max min baars (46) 6,9 4, bittervoorn (79) 4, 8,7,7 blankvoorn () 7,6,6,8 blauwbandrondel (855) 6, 75, bot (8),8,5, brakwaterrondel (),4 4,6 brasem (8) 4,7 6,8, driedoornie stekelbaars (58) 4, 7,,7 iebel (9) 9, 5, karper (75) 8, 55,8,9 kolblei () 5,4 6,4 4 palin () 8,8 67, 9, rietvoorn (7) 4,5 5,,9 snoekbaars (9), 4,6, spierin () 5, 5, 4,8 tiendoornie stekelbaars (79), 5,8,6 vetje (6) 5,6 7,5, zeebaars (46) 4, 8,, zonnebaars (9) 8,,, Fiuur. Lentefrequentie (%) van brakwaterrondel evanen in de permanente plas in de periode -6 (n=). In de permanente plas komen zowel juveniele als volwassen brakwaterrondels voor (Fi. ) 8 Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7)
39 .4.. Driedoornie stekelbaars Driedoornie stekelbaars komt alemeen voor in de permanente plas. Fiuur. Lentefrequentie (%) van driedoornie stekelbaars evanen in de permanente plas in de periode -6 (n=58). Naast juveniele exemplaren vinen we ook éénjarie en oudere driedoornie stekelbaarzen (Fi. ). In de permanente plas vinen we ook rotere stekelbaarzen dan in de kreek en het reservoir (Tabellen 6, 7 & 8)..4.. Giebel We vinen in de periode 6 9 iebels in de permanente plas. In het voorjaar en het najaar vinen we meestal kleinere exemplaren (Fi. ). In de zomer vinen we naast eerstejaars (< cm) ook rotere volwassen individuen. Enkel in 6 ontbraken rote iebels (> cm) in de vansten. Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7) 9
40 Fiuur. Lentefrequentie (%) van iebel evanen in de permanente plas in het voorjaar (VJ), de zomer (Z) en het najaar (NJ) in de periode -6 (ntotaal=9) Palin Palin werd sporadisch evanen in de permanente plas. Fiuur. Lentefrequentie (%) van palin evanen in de permanente plas in de periode -6 (n=). De lente van de evanen palin varieert van 9, tot 67, cm. De emiddelde lente is iets kleiner dan deze in de kreek en het reservoir (Tabellen 6, 7 & 8). 4 Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7)
41 .4..5 Blankvoorn Fiuur 4. Lentefrequentie (%) van blankvoorn evanen in de permanente plas in de periode - 6 (n=). In de permanente plas vinen we in de periode 6 éénjarie blankvoorn maar ook oudere volwassen individuen (Fi. 4). Het lentefrequentie diaram van blankvoorn evanen in de permanente plas is zeer elijkaardi met dat van blankvoorn evanen in het reservoir. Ook hier vinen we eerder kleine exemplaren Bot Fiuur 5. Lentefrequentie (%) van bot evanen in de permanente plas in de periode -6 (n=8). In de permanente plas vinen we hoofdzakelijk éénjarie bot (Fi. 5). Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7) 4
42 .4..7 Blauwbandrondel Blauwbandrondel is naast iebel de meest abundant evanen soort in de permanente plas. Fiuur 6. Lentefrequentie (%) van blauwbandrondel evanen in de permanente plas in het voorjaar (VJ), de zomer (Z) en het najaar (NJ) in de periode -6 (n totaal=855). Volens een studie in Iran (Patimar & Baensaf, ) is de emiddelde lente van éénjarie blauwbandrondel,4 cm ( ) of, cm ( ). In het tweede jaar halen de mannetjes 5,9 cm, 6,7 cm in het de en 7,9 cm in het 4 de jaar. De vrouwtjes waren iets kleiner: 5, cm in het de jaar en 5,6 cm in het derde jaar. We vinen in de permanente plas dus in alle campanes vier eneraties blauwbandrondel (Fi. 6). In de zomer van 4 en 5 vinen we zeer kleine blauwbandrondels (< cm) Tiendoornie stekelbaars Tiendoornie stekelbaars is een soort die we naast de kreek enkel in de permanente plas vinen. Waarschijnlijk is het reservoir te dynamisch voor deze soort. De maximale ekende lente is 9 cm voor een vijfjari individu (Morrow, 98). Volens Froese en Pauly (6) zijn tiendoornie stekelbaarzen volwassen bij een lente van,7 cm. In de permanente plas vinen we dus naast juveniele ook volwassen tiendoornie stekelbaarzen (Fi. 7). 4 Rapporten van het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek 7 (7)
Visbestandopnames in het Lippenbroek, een gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij in het Zeescheldeestuarium. Viscampagnes
INBO.R.212.67 Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid Visbestandopnames in het Lippenbroek, een gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij in het Zeescheldeestuarium Viscampagnes
Nadere informatieinbo EassInstituut voor Visbestandopnames in bet Lippenbroek, een gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij in bet Zeescheldeestuarium
inbo EassInstituut voor Natuur- en Bosonderzoek Visbestandopnames in bet Lippenbroek, een gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij in bet Zeescheldeestuarium Viscam pagnes 6-12 Jan Breine,
Nadere informatieVissen in de Paardeweide Viscampagnes 2015 INSTITUUT NATUUR- EN BOSONDERZOEK
Vissen in de Paardeweide Viscampagnes 2015 Jan Breine, Adinda De Bruyn, Linde Galle, Isabel Lambeens, Yves Maes en Gerlinde Van Thuyne INSTITUUT NATUUR- EN BOSONDERZOEK Auteurs: Jan Breine, Adinda De Bruyn,
Nadere informatieOpvolging van het visbestand in het Zeeschelde-estuarium Viscampagnes 2016
Opvolging van het visbestand in het Zeeschelde-estuarium Viscampagnes 2016 Jan Breine, Adinda De Bruyn, Linde Galle, Isabel Lambeens, Yves Maes en Gerlinde Van Thuyne Auteurs: Jan Breine, Adinda De Bruyn,
Nadere informatieHet visbestand in enkele getijgebonden zijrivieren van het Zeeschelde-estuarium Viscampagnes 2016
Het visbestand in enkele getijgebonden zijrivieren van het Zeeschelde-estuarium Viscampagnes 2016 Jan Breine, Adinda De Bruyn, Linde Galle, Isabel Lambeens, Yves Maes en Gerlinde Van Thuyne Auteurs: Jan
Nadere informatieInzet van vrijwilligers voor deopvolging van de visfauna in de Zeeschelde
Inzet van vrijwilligers voor deopvolging van de visfauna in de Zeeschelde Vissennetwerk Lelystad 22 november 27 Maarten Stevens Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Kliniekstraat 25 17 Brussel www.inbo.be
Nadere informatieVisbestandopnames in de getijgebonden Zenne. Viscampagnes Jan Breine en Gerlinde Van Thuyne. Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek
INBO.R.2012.33 Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid Visbestandopnames in de getijgebonden Zenne Viscampagnes 2010-2011 Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Jan Breine en Gerlinde Van
Nadere informatieOpvolgen van het visbestand in het Zeeschelde-estuarium Viscampagnes 2015
Opvolgen van het visbestand in het Zeeschelde-estuarium Viscampagnes 2015 Jan Breine, Adinda De Bruyn, Linde Galle, Isabel Lambeens, Yves Maes en Gerlinde Van Thuyne Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek
Nadere informatieVisbestandopnames in het bekken van de Brugse polders 2012Bemonsteringsverslag
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek-Duboislaan 14 B-1560 Groenendaal-www.inbo.be Visbestandopnames in het bekken van de Brugse polders 2012Bemonsteringsverslag Blankenbergse vaart Gerlinde Van Thuyne
Nadere informatieMonitoring van de visgemeenschap in het Zeeschelde-estuarium Ankerkuilcampagnes 2016
Monitoring van de visgemeenschap in het Zeeschelde-estuarium Ankerkuilcampagnes 2016 Jan Breine, Saar Delmoitié, Adinda De Bruyn, Linde Galle, Isabel Lambeens, Yves Maes en Gerlinde Van Thuyne Auteurs:
Nadere informatieMonitoring van de visgemeenschap in het Zeeschelde-estuarium Ankerkuilcampagnes 2017
Monitoring van de visgemeenschap in het Zeeschelde-estuarium Ankerkuilcampagnes 2017 Jan Breine, Adinda de Bruyn, Linde Galle, Isabel Lambeens, Yves Maes en Gerlinde Van Thuyne Auteurs: Jan Breine, Adinda
Nadere informatieVisbestandopnames in het Netebekken 2011-Bemonsteringsverslag
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek-Duboislaan 14 B-1560 Groenendaal-www.inbo.be Visbestandopnames in het Netebekken 2011-Bemonsteringsverslag Rode Loop Gerlinde Van Thuyne en Yves Maes INBO.IR.2012.24
Nadere informatieVisbestandopnames op het Kanaal van Gent naar Terneuzen (2008)
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek-Duboislaan 4 B-560 Groenendaal-www.inbo.be Visbestandopnames op het Kanaal van Gent naar Terneuzen (008) Gerlinde Van Thuyne INBO.IR.009. 4 Visbestandopnames op het
Nadere informatieOpvolgen van het visbestand in het overstromingsgebied Bergenmeersen
Opvolgen van het visbestand in het overstromingsgebied Bergenmeersen Viscampagnes 2013-2015 Jan Breine, Adinda De Bruyn, Linde Galle, Isabel Lambeens, Yves Maes en Gerlinde Van Thuyne INSTITUUT NATUUR-
Nadere informatieVisbestandopnames op het Kanaal van Beverlo 2011-Bemonsteringsverslag
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek-Duboislaan 14 B-1560 Groenendaal-www.inbo.be Visbestandopnames op het Kanaal van Beverlo 2011-Bemonsteringsverslag Gerlinde Van Thuyne en Isabel Lambeens INBO.IR.2012.37
Nadere informatieVisbestandopnames in de getij gebonden Dijle en Beneden Nete. Viscampagnes Jan Breine en Gerlinde Van Thuyne
INBO.R.2012.16 INBO.R.2012.32 Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Duboislaan 14 B-1560 Groenendaal België T: +32 2 525 02 00 F: +32 525 02 00 E:
Nadere informatieOpvolging van het visbestand in enkele getijgebonden zijrivieren van het Zeeschelde-estuarium. Viscampagnes Jan Breine en Gerlinde Van Thuyne
INBO.R.2013.38 Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid Opvolging van het visbestand in enkele getijgebonden zijrivieren van het Zeeschelde-estuarium. Viscampagnes 2012 Jan Breine en Gerlinde
Nadere informatieVisbestandopnames op de Noordede en de Blankenbergsevaart (2009)
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek-Duboislaan 14 B-1560 Groenendaal-www.inbo.be Visbestandopnames op de Noordede en de Blankenbergsevaart (2009) Linde Galle en Gerlinde Van Thuyne Blankenbergse vaart,
Nadere informatieVisbestandopnames op enkele wateren in het bekken van de Zeeschelde ( )
Visbestandopnames op enkele wateren in het bekken van de Zeeschelde (2014-2015) Metinging nulsituatie in het kader van de monitoring van het Sigmaplan Jan Breine, Wim Mertens, Adinda De Bruyn, Linde Galle,
Nadere informatieOpvolging van het visbestand van het Zeeschelde-estuarium met ankerkuilvisserij Resultaten voor Jan Breine, Gerlinde Van Thuyne
INBO.R.2014.6193190 Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid Opvolging van het visbestand van het Zeeschelde-estuarium met ankerkuilvisserij Resultaten voor 2014 Jan Breine, Gerlinde Van Thuyne
Nadere informatieVisbestanden op de Boerekreek, de Roeselarekreek, de Oostpolderkreek en de Hollandergatskreek (2003).
Visbestanden op de Boerekreek, de Roeselarekreek, de Oostpolderkreek en de Hollandergatskreek (00). Gerlinde Van Thuyne en Luc Samsoen Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer Duboislaan B-60 Hoeilaart-Groenendaal
Nadere informatieHet visbestand in de getijde Dijle en Beneden Nete Viscampagnes 2014 INSTITUUT NATUUR- EN BOSONDERZOEK
Het visbestand in de getijde Dijle en Beneden Nete Viscampagnes 2014 Jan Breine, Adinda De Bruyn, Linde Galle, Isabel Lambeens, Yves Maes en Gerlinde Van Thuyne INSTITUUT NATUUR- EN BOSONDERZOEK Auteurs:
Nadere informatieVisbestandopnames op de Isabellawatering, de Zwarte Sluisbeek en de Nieuwe kale (2006)
Visbestandopnames op de Isabellawatering, de Zwarte Sluisbeek en de Nieuwe kale (2006) Gerlinde Van Thuyne, Luc Samsoen en Jan Breine INBO.R.2007.45 4 Visbestandopnames op de Isabellawatering, de Zwarte
Nadere informatieVISSTANDSONDERZOEK OP DE LEIEMEANDER TE WEVELGEM, 2003. West-Vlaanderen Burg 2B B-8000 Brugge. Duboislaan 14 B-1560 Hoeilaart-Groenendaal
VISSTANDSONDERZOEK OP DE LEIEMEANDER TE WEVELGEM, 2003 Sven Vrielynck (1) en Gerlinde Van Thuyne (2) (1) Provinciale Visserijcommissie West-Vlaanderen Burg 2B B-8000 Brugge (2) Instituut voor Bosbouw en
Nadere informatieVisbestandopnames in de Rupel en Durme (2011) Jan Breine en Gerlinde Van Thuyne
INBO.R.2012.16 INBO.R.2012.33 Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Duboislaan 14 B-1560 Groenendaal België T: +32 2 525 02 00 F: +32 525 02 00 E:
Nadere informatieOpvolging van het visbestand in de Rupel en Getijde Zenne Viscampagnes Jan Breine en Gerlinde Van Thuyne INSTITUUT NATUUR- EN BOSONDERZOEK
Opvolging van het visbestand in de Rupel en Getijde Zenne Viscampagnes 2014 Jan Breine en Gerlinde Van Thuyne INSTITUUT NATUUR- EN BOSONDERZOEK Auteurs: Jan Breine en Gerlinde Van Thuyne Instituut voor
Nadere informatieOpvolging van het visbestand van de Zeeschelde: resultaten voor Jan Breine en Gerlinde Van Thuyne
INBO.R.213.13 Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid Opvolging van het visbestand van de Zeeschelde: resultaten voor 212 Jan Breine en Gerlinde Van Thuyne Auteurs: Jan Breine en Gerlinde
Nadere informatieVisbestandopnames op de Grote Nete 2012-Bemonsteringsverslag
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek-Duboislaan 14 B-1560 Groenendaal-www.inbo.be Visbestandopnames op de Grote Nete 2012-Bemonsteringsverslag Linde Galle en Gerlinde Van Thuyne INBO.IR.2013.27 1 De
Nadere informatieDe visstand in vaarten en kanalen
De visstand in vaarten en kanalen Jochem Hop Bijeenkomst Vissennetwerk 6 juni 2013, Bilthoven Inhoudsopgave Inleiding Materiaal en Methode Analyse Trends Inleiding KRW-watertypen M3, M10, M6 en M7 M3 gebufferde
Nadere informatieVisbestandsopnames op het spaarbekken Kluizen I ( 2001).
Visbestandsopnames op het spaarbekken Kluizen I ( 00). Gerlinde Van Thuyne Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer Duboislaan 4 B-50 Hoeilaart-Groenendaal Werkdocument juni 00 IBW.Wb.V.IR.00.4 . Inleiding
Nadere informatieINBO.R Opvolging van het visbestand in de Durme Viscampagnes Jan Breine, Gerlinde Van Thuyne
INBO.R.2014.1190169 Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid Opvolging van het visbestand in de Durme Viscampagnes 2013 Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Jan Breine, Gerlinde Van Thuyne
Nadere informatieVisbestandopnames op de Rupel en Durme (2007).
Co-funding by ERDF Visbestandopnames op de Rupel en Durme (2007). Durme, Zele Jan Breine, Ilse Simoens, Maarten Stevens en Gerlinde Van Thuyne INB0.R.2007.24 Auteurs: Jan Breine, Ilse Simoens, Maarten
Nadere informatieOpvolging van het visbestand van de Zeeschelde met ankerkuilvisserij Resultaten voor Jan Breine & Gerlinde Van Thuyne
INBO.R.2012.16 INBO.R.20131020474 Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid INBO Groenendaal Duboislaan 14 1560 Groenendaal T: +32 2 658 04 10 F: +32 2 657 96 82 E: info@inbo.be www.inbo.be
Nadere informatieMonitoring van de visgemeenschap in het Zeeschelde-estuarium Ankerkuilcampagnes 2015 INSTITUUT NATUUR- EN BOSONDERZOEK
Monitoring van de visgemeenschap in het Zeeschelde-estuarium Ankerkuilcampagnes 2015 Jan Breine, Adinda De Bruyn, Linde Galle, Isabel Lambeens, Yves Maes, Ine Pauwels en Gerlinde Van Thuyne INSTITUUT NATUUR-
Nadere informatieOpvolging van het visbestand van de Zeeschelde met ankerkuilvisserij. Resultaten voor inbo. Jan Breine. rass
inbo rass Instituut voor N atuur- en Bosonderzoek Opvolging van het visbestand van de Zeeschelde met Resultaten voor 2012 Jan Breine Auteurs: Jan Breine, Gerlinde Van Thuyne, Luc De Bruyn Instituut voor
Nadere informatieOpvolging van het visbestand in de Zeeschelde. Viscampagnes Jan Breine, Gerlinde Van Thuyne. INBO Groenendaal Duboislaan Groenendaal
INBO.R.2012.16 INBO.R.2015.6977363 Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid INBO Groenendaal Duboislaan 14 1560 Groenendaal T: +32 2 658 04 10 F: +32 2 657 96 82 E: info@inbo.be www.inbo.be
Nadere informatieVisbestanden op de Dommel in het kader van de sanering van de bodem. April 2007-november 2007-april 20008
inbo Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Duboislaan 4-560 Groenendaal - T.: +3 (0) 658 04 0 - F.: +3 (0) 657 96 8 - info@inbo.be - www.inbo.be Visbestanden op
Nadere informatieVisbestandopnames in de Zenne stroomafwaarts Brussel 2007-2010
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Duboislaan 14-1560 Groenendaal - T.: +32 (0)2 658 04 10 - F.: +32 (0)2 657 96 82 - info@inbo.be - www.inbo.be Visbestandopnames in de Zenne stroomafwaarts Brussel
Nadere informatieHet visbestand in het IJzer-estuarium
Het visbestand in het IJzer-estuarium Viscampagnes 2015 Jan Breine, Adinda De Bruyn, Linde Galle, Isabel Lambeens, Yves Maes en Gerlinde Van Thuyne INSTITUUT NATUUR- EN BOSONDERZOEK Auteurs: Jan Breine,
Nadere informatieinbo Visbestandopnames op de Gaverbeek (2006) Gerlinde Van Thuyne en Jan Breine INBO.R
inbo Instituut voor natuur- en bosonderzoek Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Duboislaan 14 - B-1560 Groenendaal - T.: +32 (0)2 658 04 10 - F.: +32 (0)2 657 96 82 - info@inbo.be - www.inbo.be Visbestandopnames
Nadere informatieVisbestandopnames op het Kanaal van Roeselare naar de Leie (2010)
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek-Duboislaan 14 B-1560 Groenendaal-www.inbo.be Visbestandopnames op het Kanaal van Roeselare naar de Leie (2010) Linde Galle en Gerlinde Van Thuyne INBO.IR.2011.18
Nadere informatieOpvolging van het visbestand in de Zeeschelde Viscampagnes Jan Breine en Gerlinde Van Thuyne
INBO.R.2012.16 INBO.R.2014.1413950 Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid INBO Groenendaal Duboislaan 14 1560 Groenendaal T: +32 2 658 04 10 F: +32 2 657 96 82 E: info@inbo.be www.inbo.be
Nadere informatieVisbestandopnames op het Albertkanaal (2008)
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek-Duboislaan B-0 Groenendaal-www.inbo.be Visbestandopnames op het Albertkanaal (008) Gerlinde Van Thuyne INBO.IR.009. Visbestandopnames op Albertkanaal 008 Inhoud Inleiding
Nadere informatieVisbestandopnames op de IJzer Bemonsteringsverslag
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek-Duboislaan 14 B-6 Groenendaal-www.inbo.be Visbestandopnames op de IJzer 211- Bemonsteringsverslag De IJzer Gerlinde Van Thuyne en Yves Maes INBO.IR.212.13. De IJzer
Nadere informatieProvinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Onderzoek naar de visstand in de polders van Kruibeke
Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek Onderzoek naar de visstand in de polders van Kruibeke 1 Wijze van citeren: Boets P., Dillen A., Poelman E. (2017). Onderzoek naar de visstand in de polders van
Nadere informatieVisbestandopnames op het kanaal van Dessel naar Schoten(2009)
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek-Duboislaan 14 B-1560 Groenendaal-www.inbo.be Visbestandopnames op het kanaal van Dessel naar Schoten(2009) Gerlinde Van Thuyne en Linde Galle INBO.IR.2010.26 Inhoud
Nadere informatieHet visbestand in het IJzer-estuarium
INBO.R.2012.16 INBO.R.2013.8 Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid INBO Groenendaal Duboislaan 14 1560 Groenendaal T: +32 2 658 04 10 F: +32 2 657 96 82 E: info@inbo.be www.inbo.be Het visbestand
Nadere informatieVisbestandopnames op de Grensmaas 2012-Bemonsteringsverslag
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek-Duboislaan 14 B-1560 Groenendaal-www.inbo.be Visbestandopnames op de Grensmaas 2012-Bemonsteringsverslag Linde Galle en Gerlinde Van Thuyne INBO.IR.2013.26 1 De
Nadere informatieVisbestandopnames op de Zwalm en zijbeken 2012-Bemonsteringsverslag
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek-Duboislaan 14 B-1560 Groenendaal- Visbestandopnames op de Zwalm en zijbeken 2012- De Zwalm Gerlinde Van Thuyne en Isabel Lambeens INBO.IR.2013.19 De Zwalm en zijbeken
Nadere informatieVisbestandopnames op enkele wateren in het bekken van de Zeeschelde (2010).
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Kliniekstraat 25-1070 Brussel - T.: +32 (0)2 525 02 00 - F.: +32 (0)2 525 03 00 - info@inbo.be - Visbestandopnames op enkele wateren in het bekken van de Zeeschelde
Nadere informatieAdvies betreffende de werking van de vistrap 'Dalemse molen' op de Velpe te Tienen
Advies betreffende de werking van de vistrap 'Dalemse molen' op de Velpe te Tienen Nummer: INBO.A.2011.119 Datum advisering: 16 november 2011 Auteur: Contact: David Buysse Marijke Thoonen (marijke.thoonen@inbo.be)
Nadere informatieOpgave 3. Letters herkennen.
Opave 3. Letters herkennen. In deze opave a je een bescheiden bein maken met het herkennen van letters. Om ons daarbij een beetje te beperken wordt alleen ewerkt met hoofdletters. Hieronder zie je de patronen
Nadere informatieStappenplan E. Van den Bergh, 14e bijeenkomst Vissennetwerk 7 juni2007
Stappenplan Conceptueel denkkader Scenario I : Ruimte voor het Estuarium Antwerpen brakke plas slik en schor ggg/slik en schor wetland overstromingsvlakte zijarm huidige bestemming Durme Rupel Nete Dijle
Nadere informatieOnderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: 24-6-2013 Kenmerk: 20121066/not02 Status: Definitief Opsteller: J.
Aan: P.C. Jol Onderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: 24-6-2013 Kenmerk: 20121066/not02 Status: Definitief Opsteller: J. Hop Inleiding Omstreeks begin mei 2013 is de
Nadere informatieVisbestandopnames op de Rupel en de Durme ( )
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Duboislaan 14-1560 Groenendaal - T.: +3 (0) 658 04 10 - F.: +3 (0) 657 96 8 - info@inbo.be - www.inbo.be Visbestandopnames op de Rupel en de Durme (008-010) Jan
Nadere informatieVisbestandopnames op enkele wateren in het bekken van de Zeeschelde (2009)
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Duboislaan 14-1560 Groenendaal - T.: +32 (0)2 658 04 10 - F.: +32 (0)2 657 96 82 - info@inbo.be - Visbestandopnames op enkele wateren in het bekken van de Zeeschelde
Nadere informatieVisbestanden op het Oud kanaal Bocholt en het Oud Kanaal Bree-Beek (2003)
Visbestanden op het Oud kanaal Bocholt en het Oud Kanaal Bree-Beek (00) Gerlinde Van Thuyne en Jan Breine Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer Duboislaan B-0 Hoeilaart-Groenendaal Juli 00 IBW Wb V.R.00.0
Nadere informatieVisbestandopnames op enkele wateren in de polder van Kruibeke Bazel - Rupelmonde ( ).
Visbestandopnames op enkele wateren in de polder van Kruibeke Bazel - Meting nulsituatie in het kader van de monitoring van het Sigmaplan. Wim Mertens, Gerlinde Van Thuyne en Jan Breine INBO.R.2010.10
Nadere informatieRode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014
Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van 1998 Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014 Inhoud Historie Rode Lijst Zoetwatervissen Aanpak Rode Lijst analyses
Nadere informatieBerekenen van ecologische kwaliteit van de Nieuwe Waterweg en Haringvliet met Belgische visindices
Berekenen van ecologische kwaliteit van de Nieuwe Waterweg en Haringvliet met Belgische visindices Viscampagnes 2006-2011 Jan Breine en Zwanette Jager INBO.R.2013.47 D/2013/3241/263 Inhoudstafel 1 Inleiding...
Nadere informatieEcologisch herstel van twee nieuwe beektrajecten in de bovenlopen van de Kleine Nete
Ecologisch herstel van twee nieuwe beektrajecten in de bovenlopen van de Kleine Nete Alain De Vocht Centrum voor Milieukunde, Universiteit Hasselt, Agoralaan, Geb. D, 3590 Diepenbeek, Belgium alain.devocht@uhasselt.be
Nadere informatieinbo Visbestandopnames op de Damse Vaart. Gerlinde Van Thuyne, Sven Vrielynck en Jan Breine INBO.R
inbo Instituut voor natuur- en bosonderzoek Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Duboislaan 14 - B-1560 Groenendaal - T.: +32 (0)2 658 04 10 - F.: +32 (0)2 657 96 82 - info@inbo.be - www.inbo.be Visbestandopnames
Nadere informatieResultaten monitoring Koopmanspolder
Resultaten monitoring Koopmanspolder Remco van Ek (thans Witteveen+Bos) Met: Leon Kelder (SBB), Marco Bats, Patrick Bakker (HHNK), Vrijwilligers KNNV, Studenten AERES, Landschap Noord-Holland, Fishflow
Nadere informatieRapport vissterfte op de Boezingegracht augustus 2013
Rapport vissterfte op de Boezingegracht augustus 2013 Kristof Vlietinck Beleidsthemabeheerder Visserij Agentschap voor Natuur en Bos Centrale Diensten Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 8 te 1000
Nadere informatieVisbestandopnames op de Poperingevaart en enkele waterlopen gelegen in het IJzerbekken (2006)
Visbestandopnames op de Poperingevaart en enkele waterlopen gelegen in het IJzerbekken (2006) Gerlinde Van Thuyne, Sven Vrielynck en Jan Breine INBO.R.2007.42 4 Visbestandopnames op de Poperingevaart en
Nadere informatieVisbestandopnames op de Roksemput (2003).
Visbestandopnames op de Roksemput (00). Gerlinde Van Thuyne en Sven Vrielynck Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer Duboislaan B-0 Hoeilaart-Groenendaal Provinciale Visserijcommissie West-Vlaanderen Burg
Nadere informatieOpvolging van het visbestand van de Zeeschelde: resultaten voor 2011
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Duboislaan 14-1560 Groenendaal - T.: +32 (0)2 658 04 10 - F.: +32 (0)2 657 96 82 - info@inbo.be - www.inbo.be Opvolging van het visbestand van de Zeeschelde: resultaten
Nadere informatieVerkennend onderzoek van het visbestand in de koelwaterpluim van de kerncentrale in Doel. Resultaten ankerkuilvisserij november 2012
INBO.R.2012.55 Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid Verkennend onderzoek van het visbestand in de koelwaterpluim van de kerncentrale in Doel Resultaten ankerkuilvisserij november 2012 Instituut
Nadere informatieinbo Visbestandopnames op enkele beken gelegen in het Demerbekken (2006) Gerlinde Van Thuyne en Jan Breine INBO.R
inbo Instituut voor natuur- en bosonderzoek Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Duboislaan 14 - B-1560 Groenendaal - T.: +32 (0)2 658 04 10 - F.: +32 (0)2 657 96 82 - info@inbo.be - www.inbo.be Visbestandopnames
Nadere informatieJoachim Maes Katholieke Universiteit Leuven Laboratorium voor Aquatische Ecologie 03 december 2004
Het visbestand van de Zeeschelde: actuele toestand en trends op basis van vismonitoring Joachim Maes Katholieke Universiteit Leuven Laboratorium voor Aquatische Ecologie december Vismonitoring in het Schelde
Nadere informatieinbo Visbestandopnames op de Rupel en Durme (2006). Jan Breine, Ilse Simoens en Gerlinde Van Thuyne April 2006 Rupel, Terhagen Vlaamse Gemeenschap
4/28/06 1:41 PM Pagina 1 Co-funding by ERDF inbo Instituut voor natuur- en bosonderzoek Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Duboislaan 14 - B-1560 Hoeilaart-Groenendaal - T.: +32 2 658 04 10 - F.:
Nadere informatieVisbestandopnames op enkele waterlopen behorende tot het Netebekken (2005).
Visbestandopnames op enkele waterlopen behorende tot het Netebekken (00). Gerlinde Van Thuyne & Jan Breine Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer Duboislaan B-60 Hoeilaart-Groenendaal December 00 IBW.Wb.V.R.00.3
Nadere informatieVisbestandopnames op het kanaal Nieuwpoort-Duinkerke (2005).
Visbestandopnames op het kanaal Nieuwpoort-Duinkerke (005). Gerlinde Van Thuyne Sven Vrielynck en Jan Breine Februari 00 IBW.Wb.V.R.00.5 Gerlinde Van Thuyne, Jan Breine Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer
Nadere informatieinbo Visbestandopnames op de Grote Nete en de Grote Laak en enkele van zijn zijbeken (2006) Gerlinde Van Thuyne en Jan Breine INBO.R.2007.
inbo Instituut voor natuur- en bosonderzoek Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Duboislaan 14 - B-1560 Groenendaal - T.: +32 (0)2 658 04 10 - F.: +32 (0)2 657 96 82 - info@inbo.be - www.inbo.be Visbestandopnames
Nadere informatieVisbestandopnames op de De Broeken te Elen (2004)
Visbestandopnames op de De Broeken te Elen (2004) Gerlinde Van Thuyne en Jan Breine Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer Duboislaan 4 B560 HoeilaartGroenendaal januari 2005 IBW.Wb.V.R.2005.3 Colofon Gerlinde
Nadere informatieIMARES Exploitatie van Chinese Wolhandkrab in Nederland. Emil Kuijs
Exploitatie van Chinese Wolhandkrab in Nederland Emil Kuijs Geschiedenis Introductie 197 Begin 193s Snelle colonisatie Plaag voor de visserij Schade aan rivier oevers e Eeuw Plagen in 19, 197, 1953, 195,
Nadere informatieTrekvissen in het Scheldeestuarium: een natuurlijke zoet-zout gradient
Trekvissen in het Scheldeestuarium: migratie langsheen een natuurlijke zoet-zout gradient Maarten Stevens Tom Van den Neucker, Johan Coeck David Buysse, Raf Baeyens, Seth Martens, Emilie Gelaude, Yves
Nadere informatieVissen met een potje water edna metabarcoding
Vissen met een potje water edna metabarcoding Jelger Herder, Mark Scheepens en Marco Beers Den Bosch, 3 November 2016 Environmental DNA (edna) Hoe werkt het? Alle soorten in het water laten DNA sporen
Nadere informatieVisbestandopnames op het Kanaal Charleroi-Brussel-Schelde (2007)
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek-Duboislaan B-0 Groenendaal-www.inbo.be Visbestandopnames op het Kanaal Charleroi-Brussel-Schelde (007) Gerlinde Van Thuyne INBO.IR.00. Visbestandopnames op het Kanaal
Nadere informatieOpvolging van het visbestand van de Zeeschelde Resultaten voor 2007
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Kliniekstraat 25-7 Brussel - T.: +32 ()2 558 18 11 - F.: +32 ()2 558 18 5 - info@inbo.be - www.inbo.be Opvolging van het visbestand van de Zeeschelde Resultaten
Nadere informatieVis en Kaderrichtlijn Water in Zeeland
Vis en Kaderrichtlijn Water in Zeeland St. Zeeschelp M. Dubbeldam Waterschap Zeeuwse Eilanden W. Quist Inhoudsopgave Waterschap Zeeuwse Eilanden Beleidskader (kort) Huidige situatie Gewenste beeld Maatregelen
Nadere informatieBemonstering van het visbestand in de koelwaterpluim van de kerncentrale in Doel Resultaten boomkorvisserij Jan Breine & Gerlinde Van Thuyne
INBO.R.2012.16 INBO.R.2013.998714 Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid INBO Groenendaal Duboislaan 14 1560 Groenendaal T: +32 2 658 04 10 F: +32 2 657 96 82 E: info@inbo.be www.inbo.be
Nadere informatieVisbestandopnames in het bekken van de Gentse kanalen Bemonsteringsverslag
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek-Duboislaan 1 B-1560 Groenendaal-www.inbo.be Visbestandopnames in het bekken van de Gentse kanalen 011- Bemonsteringsverslag Langelede Gerlinde Van Thuyne en Yves
Nadere informatieOpvolging van het visbestand van de Zeeschelde: resultaten voor 2010.
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Duboislaan 14-156 Groenendaal - T.: +32 ()2 658 4 1 - F.: +32 ()2 657 96 82 - info@inbo.be - www.inbo.be Opvolging van het visbestand van de Zeeschelde: resultaten
Nadere informatieNevengeulen als kraamkamer voor vis Onderzoeksresultaten
Nevengeulen als kraamkamer voor vis Onderzoeksresultaten 2000-2010 Martijn Schiphouwer (i.p.v. Jan Kranenbarg) Vreugderijkerwaard, 18-10-2012 Opbouw presentatie 1. ON-onderzoek 2009: nevengeulen & uiterwaardwateren
Nadere informatieGerlinde Van Thuyne en Jan Breine. Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer Duboislaan 14 B-1560 Hoeilaart-Groenendaal
Visbestandopnames op de Bellewaerdebeek, De Sulferbergbeek (IJzerbekken), de Douvebeek, de Oude Mandel, de Krommedijkbeek en de Kalebeek (Leiebekken) (24) Kalebeek,Deinze Gerlinde Van Thuyne en Jan Breine
Nadere informatieVisbestandopnames op het Kanaal van Roeselare naar de Leie (2004).
Emelgembrug Visbestandopnames op het Kanaal van Roeselare naar de Leie (004). Gerlinde Van Thuyne, Sven Vrielynck en Jan Breine Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer Duboislaan 4 B-60 Hoeilaart-Groenendaal
Nadere informatie'0 inbo. Opvolging van het visbestand van het Zeeschelde-estuarium met ankerkuilviserij 0 SÍ. Resultaten voor Jan Breine en G erlinde Van Thuyne
'0 inbo Instituut voor 0 SÍ Natuur- en Bosonderzoek Opvolging van het visbestand van het Zeeschelde-estuarium met ankerkuilviserij Resultaten voor 2013 Jan Breine en G erlinde Van Thuyne INBO.R.2013.1020474
Nadere informatieNVO's en vis. Wat is het effect van NVO s op de visstand? 32 tigste bijeenkomst Vissennetwerk: KRW, Vis & Maatregelen
NVO's en vis Wat is het effect van NVO s op de visstand? 32 tigste bijeenkomst Vissennetwerk: KRW, Vis & Maatregelen Amersfoort, 24 november 2011 Carlo Rutjes & Michelle de la Haye Scoren met natuurvriendelijke
Nadere informatieOnderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar
Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar december 2006 Versie 1 door: Kemper Jan H. Statuspagina Titel Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar Samenstelling:
Nadere informatieProvinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Visstandsonderzoek van de monding van de Terkleppebeek te Geraardsbergen
Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek Visstandsonderzoek van de monding van de Terkleppebeek te Geraardsbergen 1 Wijze van citeren: Boets P., Dillen A., Malfroid D., Poelman E. (2017). Visstandsonderzoek
Nadere informatieHet visbestand in de rivieren en de kanalen in Vlaanderen
Het visbestand in de rivieren en de kanalen in Vlaanderen Verbeiren Marc Wolvertem(-Meise) 2008 Het visbestand in de rivieren en de kanalen in Vlaanderen Verbeiren Marc Wolvertem(-Meise) 2008 1 1. ALBERTKANAAL
Nadere informatieBijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard
Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Notitie aanvullend onderzoek vissen - aanpassingen kruisingen N359 De provincie Fryslân
Nadere informatieMONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012
MONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012 WATERSCHAP AA EN MAAS 20 september 2012 076534150:0.7 - Definitief C01012.100177.0100 5 Waterschap Aa en Maas Hevelpassage Kaweise Loop 5.1 KAWEISE
Nadere informatieAdvies over de jaaropbrengst van palingfuiken in typische West- Vlaamse polderwaterlopen
Advies over de jaaropbrengst van palingfuiken in typische West- Vlaamse polderwaterlopen Adviesnummer: INBO.A.3366 Datum advisering: 28 oktober 2015 Auteur(s): Contact: Kenmerk aanvraag: Geadresseerden:
Nadere informatieNATUURATLAS ZAANSTAD VISSEN
NATUURATLAS ZAANSTAD VISSEN Opdrachtgever Stichting Natuur & Milieu Educatie Zaanstreek Postbus 223 1500 EE Zaandam Telefoon: 075-6312020 Fax: 075-6312468 E-mail: info@nme-zaanstreek.nl Samenstelling Natuuratlas
Nadere informatieVisbestandopnames op enkele waterlopen in De Moeren, Polder Noordwatering Veurne en Meetkerkse Moeren (2006)
INBO.R.2006.42 Vlaamse overheid Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Duboislaan 14 - B-1560 Hoeilaart - T. +32 02 658 04 10 - F. +32 02 657 96 82 - info@inbo.be - www.inbo.be Veldonderzoek in het kader
Nadere informatieVisbestandopnames op de Brugse Polders (2005).
Visbestandopnames op de Brugse Polders (2005). Hoekevaart, Westkapelle, zwarte sluis Jan Breine, Sven Vrielynck en Gerlinde Van Thuyne Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer Duboislaan 4 B560 HoeilaartGroenendaal
Nadere informatieVisbestandopnames op t Liefken, de Wagemakersbeek, de Burggravestroom, de Lede, Scherpeleibeek en de Eeklose watergang (2004).
Visbestandopnames op t Liefken, de Wagemakersbeek, de Burggravestroom, de Lede, Scherpeleibeek en de Eeklose watergang (004). Bei t Liefken, Waarschoot, Beirtjesbrug Gerlinde Van Thuyne, Jan Breine en
Nadere informatieVisonderzoek uiterwaardwateren Rijntakken
Visonderzoek uiterwaardwateren Rijntakken 217-22 Margriet Schoor RWS Johan van Giels ATKB OBN Veldwerkdag 16 maart 218 Inhoud presentatie Aanleiding en doelstelling Veldwerk 217 - methodiek Resultaten
Nadere informatie