VOORJAARSNOTA 2015 PROVINCIE GRONINGEN * VOORJAARSNOTA 2015

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VOORJAARSNOTA 2015 PROVINCIE GRONINGEN * VOORJAARSNOTA 2015"

Transcriptie

1 VOORJAARSNOTA 2015 PROVINCIE GRONINGEN * VOORJAARSNOTA 2015

2 Voorjaarsnota 2015 provincie Groningen Versie PS 24 juni

3 2

4 Inhoudsopgave Deel 1. Hoofdlijnen van beleid (Koersverhaal)... 5 Deel 2. Financieel kader Samenvatting en conclusies Financieel perspectief Ontwikkeling flexibel budget op basis van aanvaard beleid Beleidswijzigingen Voorjaarsnota Uitvoering motie 2 Integrale Bijstelling Cofinanciering Kompas Provinciale Meefinanciering RSP-ZZL ESFI Blauwestad Onzekerheden Deel 3. Digitale Monitor Groningen Deel 4. Bijlagen bij Voorjaarsnota Bijlage 1.1. Uitgangspunten meerjarenramingen Bijlage 1.2. Apparaatskosten personeel Bijlage 1.3. Kapitaallasten, bespaarde rente en dividenden Bijlage 1.4. Opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting Bijlage 1.5. Uitkering Provinciefonds Bijlage 1.6. Substitutievoorstellen Bijlage 2.1. Beleidswijzigingen Collegeakkoord Bijlage 2.2. Dekkingsmaatregelen Collegeakkoord Bijlage 3. Reserves Financiële recapitulatie reserves Beschrijving per reserve Bijlage 4.1.a. Provinciale MIT Bijlage 4.1.b. Voortgangsrapportage Regiospecifiek Pakket (RSP) Bijlage 4.2. Bestedingen 2015 Cofinanciering Kompas Bijlage Bestedingen 2015 Provinciale Meefinanciering Bijlage Bestedingen 2015 Innovatief Actieprogramma Groningen -2, -3 en Bijlage 4.4. Bestedingen reserve ESFI 2015 t.b.v. (water)wegenprojecten Bijlage 4.5. Bestedingen 2015 RSP-ZZL Deel 5. Begrotingswijzigingen

5 4

6 Deel 1. Hoofdlijnen van beleid (Koersverhaal) De provinciale verkiezingen zijn net achter de rug, en de partijen in het college van GS hebben overeenstemming bereikt over het nieuwe Collegeakkoord Dit akkoord is op 23 april 2015 gepresenteerd en op 29 april 2015 aan uw Staten voorgelegd. Wij stellen vertrouwen voorop. Bij dit werken vanuit vertrouwen hoort een bestuursstijl waarin waarden als gezamenlijkheid, dienstbaarheid en transparantie een prominente plaats krijgen. Inwoners van de provincie Groningen moeten er volledig op kunnen vertrouwen dat de provincie pal staat voor hun belangen en problemen daadkrachtig te lijf gaat. Groningen staat de komende jaren voor zware opgaven, bijvoorbeeld rond gaswinning en aardbevingen, energietransitie, krimp en leefbaarheid, het versterken van de economie en het terugdringen van werkloosheid. Met het volste vertrouwen in de kracht van de Groningse samenleving willen wij de opgaven samen met alle betrokkenen tot een goed einde brengen. Wij willen de komende vier jaar werken aan een mooi, veilig en sterk Groningen en in 2019 de volgende resultaten geboekt hebben: Rust in het aardbevingsdossier door samen met de landelijke overheid en alle andere betrokkenen maximale inzet te hebben gepleegd op de veiligheid, laagdrempelige en snelle procedures rond schadeherstel en preventieve versterking. Dit alles met oog voor emotionele-, landschappelijke- en andere aspecten die van belang zijn. Behoren bij de koplopers als het gaat om de omschakeling naar duurzame energie. Belangrijke voorzieningen in de krimpgebieden en daarbuiten versterken of behouden en zorg die voor iedereen beschikbaar is. Een sterkere economische structuur waarbij de provincie ondernemers ondersteunt waar het gaat om investeren in innovatie en het vinden van nieuwe markten. Borging van landschappelijke karakteristieken en natuur. Op deze plek in de Voorjaarsnota vindt u normaliter het koersverhaal, waarin wij in grote lijnen omschrijven wat we voor de komende periode belangrijk vinden en wat we willen gaan doen. Omdat de inkt van ons Collegeakkoord net droog is, volstaan wij hier met een verwijzing naar de tekst van 'Vol vertrouwen, Wie geen vertrouwen in anderen stelt, zal ook nimmer het vertrouwen van anderen winnen.' Deze tekst is terug te vinden op de provinciale website via onderstaande link: _provincie_Groningen.pdf In de Begroting 2016 zullen wij een nadere uitwerking van de voorstellen uit ons Collegeakkoord presenteren. 5

7 6

8 Deel 2. Financieel kader Samenvatting en conclusies In de Integrale Bijstelling 2014 raamden wij de begrotingsruimte in de jaren nog op gemiddeld 1,26 miljoen per jaar. In de Beleidsbrief 2015 hebben wij vervolgens een toename van de ruimte tot gemiddeld 2,32 miljoen per jaar gepresenteerd. Deze ruimte neemt in de Voorjaarsnota 2015 op basis van aanvaard beleid verder toe tot circa 3,39 miljoen per jaar. Het financiële perspectief van onze provincie is in vergelijking met de Integrale Bijstelling 2014 met name verbeterd door lagere personeelskosten, lagere kapitaallasten, een meevaller in de uitkering Provinciefonds en het vrij besteedbaar rekeningresultaat Tegenover deze positieve ontwikkelingen staan een iets lagere opbrengst van de opcentenheffing MRB vanwege de wijzigingen in de omvang en samenstelling van het voertuigenpark en een voorziene lagere indexering in 2016 en de gevolgen van de sindsdien door ons genomen besluiten, Naast een beschrijving van de ontwikkelingen in het aanvaarde beleid presenteren wij u in deze Voorjaarsnota 2015 voorstellen voor de in de periode te maken beleidskeuzes. De basis daarvoor hebben wij gelegd in ons Collegeakkoord De voorstellen uit het Collegeakkoord zullen nog verder moeten worden uitgewerkt. Wij zullen in de Begroting 2016 een nadere uitwerking van deze voorstellen aan u presenteren. Voor een korte beschrijving van de door ons in het Collegeakkoord gepresenteerde beleidswijzigingen verwijzen wij u naar de toelichting op de 5 e wijziging van de Begroting 2015 (zie pagina 239 en volgende). Bij het zoeken naar dekking voor onze ambities hebben wij in het Collegeakkoord de volgende uitgangspunten gehanteerd: Wij willen het stamkapitaal maatschappelijk laten renderen, door te investeren in de Groninger samenleving door middel van revolverende fondsen. Door revolverende fondsen in te stellen, zoals voor maatschappelijke initiatieven op het gebied van de energietransitie en andere uit te breiden, zoals dat voor de leefbaarheid en het MKB-fonds, laat de provincie haar kapitaal werken en blijft het stamkapitaal in stand. Ten aanzien van de inzet van provinciale middelen is het uitgangspunt dat we liever leningen dan subsidies verstrekken. Afgezien van de gebruikelijke jaarlijkse indexering van de opcenten op de motorrijtuigenbelasting zal er geen extra verhoging van de opcenten plaatsvinden. Het handhaven van een flexibel budget van 2,0 miljoen per jaar. Het handhaven van een budget voor onvoorzien van 0,5 miljoen per jaar. Het zoveel mogelijk revolverend inzetten van middelen, waarbij een ruime risico-opslag wordt gehanteerd van 20%. Voor een beperkt deel van het realiseren van onze ambities is de dekking (actuele raming 5,43 miljoen) nu nog niet geregeld. Het gaat om ambities waarvoor pas vanaf 2016 financiële middelen nodig zijn. Bij de presentatie van de Begroting voor 2016 zullen wij Provinciale Staten een compleet dekkingsvoorstel voorleggen, dat past binnen een solide financieel beleid. Bij het zoeken naar aanvullende dekking kijken we in eerste instantie naar aanvullende dekkingsmogelijkheden en voor zover die ontbreken in tweede instantie naar het bijstellen van onze ambities. In het kader van het opstellen van de Begroting 2016 zullen wij een nadere verdiepingsslag maken om de haalbaarheid van de verschillende dekkingsmogelijkheden van onze ambities in kaart te brengen. De voorstellen nieuw beleid en aanvullende dekkingsmaatregelen uit het Collegeakkoord , zullen tot een vermindering van de begrotingsruimte leiden. Zodra het nu nog niet gedekte tekort van in totaal 5,43 miljoen is ingevuld zal er in de jaren sprake zijn van een flexibel budget van gemiddeld 2 miljoen per jaar. In de grafiek op de volgende pagina maken wij de nu voorziene ontwikkelingen in het financiële perspectief van de Integrale Bijstelling 2014 tot en met de Voorjaarsnota 2015, inclusief het Collegeakkoord inzichtelijk. 7

9 4.000 Financieel perspectief inclusief beleidswijzigingen (bedragen 1.000) gemiddelde Integrale Bijstelling 2014 Beleidsbrief 2015 Voorjaarsnota 2015, excl. nog te dekken tekort Voorjaarsnota 2015, incl. nog te dekken tekort In onderstaande tabel hebben wij een en ander ook cijfermatig voor u uitgewerkt. Tabel 1. Ontwikkeling financieel perspectief inclusief gevolgen Collegeakkoord (bedragen x 1.000) Omschrijving cumulatief NB. Bedragen voorzien van een minteken betekenen een beslag op het flexibel budget (in de vorm van hogere uitgaven dan wel lagere inkomsten) gemiddelde Financieel perspectief Integrale Bijstelling , , , , , , ,5 2. Ontwikkelingen aanvaard beleid sinds Integrale Bijstelling 2014: 1. Externe ontwikkelingen, inclusief vrij besteedbaar rekeningresultaat , , , , , ,5 2. Genomen besluiten , , , ,2-902, ,6 subtotaal 2.301,8 824, , , , , ,0 3. Geactualiseerd financieel perspectief aanvaard beleid (= 1 + 2) 5.796, , , ,0 644, , ,6 4. Collegeakkoord Voorstellen nieuw beleid 0, , , , , ,8 2. Aanvullende dekkingsmiddelen: a. concreet ingevulde voorstellen , , , , , ,9 b. nog nader uit te werken voorstellen 3.849, , , , , ,8 3. Nog nader te dekken 1.358, , , , ,7 4. Herschikking begrotingsruimte , , , , ,3 0,0 subtotaal , , , , , , ,6 5. Actueel financieel perspectief incl. Collegeakkoord (= 3 + 4) 1.389, , , , , , ,0 6. Idem, na aftrek van het nog nader te dekken tekort ad ,4 641,3 641,3 641,3 641, ,7 641,3 Het financiële perspectief is met de nodige onzekerheden omgeven. De belangrijkste betreffen wel de mogelijke financiële gevolgen van de nog te ontvangen meicirculaire 2015 Provinciefonds, de voorgenomen overheveling van de middelen BDU-Verkeer en vervoer naar het Provinciefonds, de integratie van de middelen voor Natuur en BDU-Verkeer en vervoer in de algemene uitkering Provinciefonds, een eventuele aanpassing van het huidige verdeelmodel Provinciefonds en de invoering van de vennootschapsbelastingplicht met ingang van In het vervolg van deze Voorjaarsnota 2015 zullen wij in eerste instantie telkens een vergelijking maken met de Integrale Bijstelling 2014, de laatste wijziging van het perspectief, die formeel door uw Staten is vastgesteld. 8

10 1. Financieel perspectief Ontwikkeling flexibel budget op basis van aanvaard beleid A. Basis voor financieel perspectief Wij hebben het financiële perspectief uit de Integrale Bijstelling 2014 geactualiseerd op basis van de begin mei 2015 bij ons bekende gegevens. In onderstaande tabel is op basis van voorlopige berekeningen de vrij besteedbare begrotingsruimte in de periode aangegeven, rekening houdend met de sinds november 2014 opgetreden externe ontwikkelingen (rente, lonen, prijzen, Provinciefonds, opcenten motorrijtuigenbelasting) en de sindsdien genomen besluiten. Deze ontwikkelingen en de genomen besluiten leiden tot een verbetering van het financiële perspectief. Tabel 2. Ontwikkeling vrij besteedbare begrotingsruimte (bedragen x 1.000) Omschrijving gemiddelde A. Financieel perspectief IB2014 na 1e wijziging , , , , , ,5 B. Voorziene ontwikkelingen: 1. Accressen lonen en prijzen a. Verwerkt in Beleidsbrief , , , , ,2 b. Correctie o.b.v. cijfers CPB d.d. 5 maart ,3 244,7 252,0 259,6 267,4 2. Personeelskosten: a. Doorschuiven invoering IKB-regeling naar via alg. reserve 0,0 0,0 b. Stelpost IKB-regeling - (ver)koop bovenwettelijk verlof -350,0-369,3-389,6-411,0 c. Overige ontwikkelingen 707,0 468,6 492,8 518,2 545,1 3. Kapitaallasten 1.403,9 934, ,2 670,9-384,0 4. MRB a. Verwerkt in Beleidsbrief ,3-22,5-22,7-22,9-198,6 b. Aanpassen indexering o.b.v. herberekening CPI-index vanaf ,0-181,4-181,4-181,4 5. Provinciefonds: a. verwerkt in Beleidsbrief 2015: 1. Decembercirculaire ,8-1,9-1,9-1,9-1,9 2. Doorwerking opbrengst opcenten MRB zonder vertraging 0, , , , ,8 b. Overige wijzigingen: 1. Accressen , inclusief nacalculatie accres Onderschrijding plafond BCF 3. Diversen 6. Vrij besteedbaar rekeningresultaat ,4 subtotaal B 4.045, , , , , ,4 C. Voorbeslag, knelpunten aanvaard beleid en substituties: 1. Leven en Wonen in Groningen ,3 270,0 270,0 270,0 270,0 2. Ondernemend Groningen , , , ,0 0,0 3. Bereikbaar Groningen 100,2 150,0 201,5 253,0 304,6 4. Karakteristiek Groningen ,4 247,5 261,1 275,5 290,6 5. Schoon/veilig Groningen -341,9-321,5-335,7-350,7-366,3 6. Energiek Groningen -43,0-245,0 0,0 0,0 0,0 7. Gebiedsgericht 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 8. Welzijn, Sociaal Beleid, Jeugd en Cultuur 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 9. Bestuur -409,0-135,1-36,2-37,4-38,6 10. Bedrijfsvoering 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 11. Algemene dekkingsmiddelen , , , , ,2 subtotaal C , , , ,2-902, ,4 subtotaal (B+C) 2.301,8 824, , , , ,0 D. Herzien financieel perspectief (=A+B+C) 5.796, , , ,0 644, ,6 E. Ontwikkelingen die (mogelijk) nog op zullen treden: 1. Afwijking CAO 2016 e.v. van beschikbare loonruimte 2016 e.v. +p.m. +p.m. +p.m. +p.m. 2. Afwijkende ontwikkelingen van rente, dividenden en inflatie +p.m. +p.m. +p.m. +p.m. +p.m. 3. Wet Houdbare overheidsfinanciën (HOF) -p.m. -p.m. -p.m. 4. Verrekening met plafond voor declaraties BTW-Compensatiefonds +p.m. +p.m. +p.m. +p.m. +p.m. 5. Wijzigingen Provinciefonds: a. herverdeeleffecten integratie gedecentraliseerde middelen natuur en BDU +p.m. +p.m. +p.m. +p.m. NB. Bedragen voorzien van een minteken betekenen een beslag op het flexibel budget (in de vorm van hogere uitgaven dan wel lagere inkomsten) 9

11 B. Voorziene ontwikkelingen In het navolgende geven wij een korte toelichting op de posten in bovenstaande tabel. ad B.1. Accressen lonen en prijzen In november 2014 hebben wij een besluit genomen over de in de begroting 2016 te hanteren accressen wegens loon- en prijsstijgingen. Doordat de accressen neerwaarts zijn bijgesteld treedt er een voordeel op ten gunste van de algemene middelen. Deze bijstelling is via voordracht 5/2015 tot en met 2018 gebruikt ter financiering van de herwaarderingscorrectie Blauwestad. De financiële gevolgen van bovengenoemde herberekening hebben wij al aan u gepresenteerd in de Beleidsbrief Zie in tabel 2 de regel B.1.a. Op basis van de door het CPB op 5 maart 2015 gepubliceerde cijfers hebben wij, conform de bestendige gedragslijn (een afwijking van meer dan 1%) de accressen voor de materiële uitgaven in het meerjarenprogramma beheer en onderhoud provinciale infrastructuur , ten opzichte van november 2014, nogmaals neerwaarts bijgesteld. Zie in tabel 2 de regel B.1.b. ad B.2. Personeelskosten a. Doorschuiven invoering IKB-regeling naar vakantiegeld In de nieuwe CAO zijn onder meer afspraken gemaakt over de invoering van een Individueel Keuzebudget (IKB) dat werknemers meer keuze biedt om hun arbeidsvoorwaardenpakket te laten aansluiten bij hun levensfase en/of persoonlijke omstandigheden. De provincie Groningen voert het IKB per in. Het opgebouwde vakantiegeld van de periode juni t/m december 2015 zal, zoals gebruikelijk, in 2016 worden uitbetaald. De fiscus stelt als voorwaarde bij de IKB-regeling dat het opgebouwde vakantiegeld uitbetaald dient te worden in hetzelfde kalenderjaar als waarin het is opgebouwd. Dat leidt er toe dat het opgebouwde vakantiegeld over de periode juni t/m december 2016 ook in 2016 uitbetaald moet worden. Daardoor worden de personeelslasten in 2016 éénmalig verhoogd met circa 2 miljoen. In de Voorjaarsnota 2014 gingen wij er nog van uit dat de IKB-regeling 1 jaar eerder (2015) zou worden ingevoerd. In de Voorjaarsnota 2014 was om die reden voor 2015 een stelpost van 2 miljoen opgenomen om deze eenmalige kosten op te kunnen vangen. Nu de invoering met 1 jaar opschuift stellen wij voor de in de begroting opgenomen stelpost - via de Algemene reserve - door te schuiven van 2015 naar Het doorschuiven van bovengenoemde middelen hebben wij al aan u gepresenteerd in de Beleidsbrief Zie in tabel 2 de regel B.2.a. b. Stelpost IKB-regeling - (ver)koop bovenwettelijk verlof Als gevolg van de invoering van IKB per 1 januari 2016 moet rekening gehouden worden met extra kosten als gevolg van het kapitaliseren van het bovenwettelijk verlof (36 uur bij voltijd dienstverband). De medewerker krijgt de mogelijkheid om dit uit te laten keren. De invoering van de IKB heeft, bij onder andere de waterschappen, al in 2015 plaatsgevonden. Daar blijkt dat een substantieel deel, ca. 70%, van de medewerkers geen gebruik te maken van de mogelijkheid om het bovenwettelijke verlof te laten uitbetalen. Aangezien er nog geen ervaringscijfers van de provincies beschikbaar zijn, is het reële risico nog niet goed in te schatten. Het risico wordt daarom nu vooralsnog voorzichtig ingeschat op 50% en wordt begroot op ongeveer per jaar Wij stellen voor om in de Begroting 2016 hiervoor vanaf 2016 een stelpost van op te nemen. In 2017 kan de balans worden opgemaakt hoeveel er daadwerkelijk aan bovenwettelijk verlof is/wordt teruggekocht. De middelen kunnen dan aan de AKP s worden toegevoegd. Eventueel kan het dan nodig zijn om een herijking te doen indien blijkt dat er meer of minder dan 50% van het personeel gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid tot verkoop van bovenwettelijk verlof. Uit die herijking kan dan blijken dat wij zo nodig met hogere kosten rekening moeten houden. c. Overige ontwikkelingen De gevolgen van de nieuwe CAO zijn inmiddels doorgerekend. Samen met een geringere stijging van de sociale lasten en een lagere incidentele looncomponent leidt de nieuwe CAO tot een meevaller voor de algemene middelen. Voor 2015 gaat dit om een bedrag van circa 0,71 miljoen. In de jaren daarna loopt dit bedrag terug tot gemiddeld 0,51 miljoen per jaar. Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar bijlage

12 ad B.3. Kapitaallasten De kapitaallasten zijn begin april 2015 geactualiseerd. Het resultaat is een positieve bijstelling tot en met Deze positieve bijstelling wordt met name veroorzaakt doordat er in de eerste jaren minder rente hoeft te worden toegevoegd aan een aantal reserves, voorzieningen en vooruit ontvangen rijksmiddelen. Vanaf 2019 neemt het effect van een lagere rentebijschrijving geleidelijk af en is er vanaf 2019 sprake van tegenvallende ontwikkeling van de kapitaallasten. In bijlage 1.3 treft u een nadere toelichting aan. ad B.4. Opcenten motorrijtuigenbelasting De ontwikkeling en samenstelling van het wagenpark is vrij stabiel. Het aandeel van zwaardere voertuigen neemt relatief gezien af en het aantal geschorste voertuigen is hoger dan geraamd. Met name door deze ontwikkelingen ontstaat een beperkt nadeel. In het belastingplan 2015 is besloten dat auto s met een CO 2 -uitstoot < 50 gr/km worden aangeslagen voor 50% van het belastingtarief. Deze factoren, die wij u reeds hebben gepresenteerd in de Beleidsbrief 2015, leiden per saldo tot een vermindering van de verwachte opbrengst van de opcentenheffing motorrijtuigenbelasting. Daarnaast hebben wij te maken met een lagere indexering bij het door de provincie per 1 januari 2016 te heffen aantal opcenten. Jaarlijks indexeren wij ons tarief met de verwachte ontwikkeling van de consumentenprijsindex (CPI). Het geraamde CPI voor 2016 is volgens het Centraal Economisch Plan (CEP2015) 1,1%. In de meerjarenraming zijn wij nog uitgegaan van een indexatie van 1,5%. Deze lagere indexatie leidt tot een verwachte daling van de inkomsten van zo n per jaar vanaf Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar bijlage 1.4. ad B.5. Provinciefonds a. Verwerkt in Beleidsbrief 2015 Allereerst hebben wij de effecten van de decembercirculaire 2014 gepresenteerd. In deze circulaire zijn met name de eenheden van de fysieke verdeelmaatstaven 'lengte provinciale wegen' en het 'aantal banen' geactualiseerd. Deze aanpassing leidt tot een zeer beperkt nadeel ten laste van de algemene middelen (maximaal 1.900). Verder hebben wij het effect van de doorwerking van de opbrengst van de opcentenheffing motorrijtuigenbelasting in de uitkering Provinciefonds geactualiseerd op basis van de gerealiseerde opbrengsten Daarnaast hebben wij alvast rekening gehouden met het toepassing van een nieuw systeem, waarbij de opbrengst opcentenheffing motorrijtuigenbelasting voortaan zonder vertraging doorwerkt in de uitkering Provinciefonds. In totaliteit kunnen we op deze manier vanaf 2016 voorlopig uitgaan van een meevaller van circa Omdat in de nieuwe systematiek sprake is van bijstellen en nacalculeren van de ramingen moet in de Voorjaarsnota 2016 en 2017 rekening worden gehouden met een mogelijke aanpassing van de raming van onze uitkering Provinciefonds op dit onderdeel. b. Overige wijzigingen 1. Accressen , inclusief nacalculatie 2014 In de meicirculaire 2015 zullen naar verwachting nieuwe gegevens worden verstrekt met betrekking het te verwachten accers van het Provinciefonds (inclusief nacalculatie 2014). Aangezien de meicirculaire 2015 niet eerder dan eind mei 2015 verschijnt kunnen deze gegevens niet eerder dan in de Begroting 2016 worden verwerkt. 2. Onderschrijding plafond BTW-compensatiefonds In de meicirculaire 2015 zullen naar verwachting ook gegevens worden verstrekt met betrekking de te verwachten onderuitputting van het BTW-compensatiefonds. In het geval er sprake is van onderuitputting zal er een toevoeging aan het Provinciefonds plaatsvinden. Aangezien de meicirculaire 2015 niet eerder dan eind mei 2015 verschijnt kan een dergelijke aanpassing niet eerder dan in de Begroting 2016 worden verwerkt. Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar bijlage

13 ad B.6. Vrij besteedbaar rekening resultaat 2014 In voordracht 23/2015 betreffende de Jaarrekening 2014 hebben wij u geïnformeerd over het rekeningresultaat 2014 en de daarbij voorgestelde bestemming van dit resultaat. Op basis van dat voorstel kan een bedrag van als vrij besteedbaar rekeningresultaat 2014 worden toegevoegd aan de begrotingsruimte C. Knelpunten aanvaard beleid, Voorbeslag en substituties Voorjaarsnota 2015 Dit onderdeel betreft de onontkoombare knelpunten vanuit onder meer de analyse van de rekening 2014 met een doorwerking naar komende jaren, de reeds door uw Staten genomen besluiten en een enkele inhoudelijke substitutie. Tabel 3. Knelpunten aanvaard beleid, Voorbeslag en substituties Voorjaarsnota 2015 (bedragen x 1.000) Omschrijving Knelpunten aanvaard beleid Beleidsbrief 2015 (2.1.1.): 3101 Gevolgen overdracht vaarweg Lemmer-Delfzijl - afschr./apk. 950,0 900,0 850,0 800,0 750, MER-coördinatie/beleid 50,0 50,0 51,5 53,0 54, Formatie Externe Veiligheid 231,9 271,5 284,2 297,6 311, Wind op land - inhuur expertise en formatie -17,1 292,0-92,2-92, Kosten dossier gaswinning t.l.v. onvoorzien , Viering bevrijding op 5 mei ,0 100, Commissie Rechtsbescherming, apparaatskosten 40,0 40,0 41,2 42,4 43, Reserve Provinciale bijdrage Bodemsanering - vrijval ,0 subtotaal , , , , ,0 Knelpunten aanvaard beleid Voorjaarsnota 2015 (2.1.2): 9201 Innovatieve projecten en experimenten Leefbaarheid 1.350,0-270,0-270,0-270,0-270,0 subtotaal 1.350,0-270,0-270,0-270,0-270,0 Voorbeslag Beleidsbrief 2015 (2.2.1.): 9201 Woningmarktonderzoek aardbevingsgebied 161, Accres Marketing Groningen t.l.v. recreatie en toerisme 0, Commissie van Zijl 73, Economic Board, spoor 4 Gaswinning, voorfinanciering 54,7 120,5 183,8 3102/4 Areaalwijzigingen wegen en VRI's -240,1-44,9-46,2-47,6-49, Rotonde Appingedam afkoopsom 125, Areaalvermindering VRI -Appingedam -5,1-5,1-5,2-5,4-5, Vergunningverlening NPG 60, Regeling Commissie rechtsbescherming 9,0 9,0 9,3 9,5 9, Uitbreiding bedieningstijden bruggen 24,0 24,6 26,0 27,4 28, Algemene reserve, herwaardering Blauwestad 1.271, , , ,6 0,0 subtotaal 1.479, , , ,4-15,8 Voorbeslag Voorjaarsnota 2015 (2.2.2.): 3001 Programmakosten RSP 2015 t.l.v. reserve RSP 0, Begroting 2016 SNN 26,1 27,0 27,9 28,8 subtotaal 0,0 26,1 27,0 27,9 28,8 Inhoudelijke substituties Beleidsbrief 2015 (3.1.1.): 0600 Natura 2000 Groene wetten - formatie 0,0 subtotaal 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Inhoudelijke substituties Voorjaarsnota 2015 (3.1.2.): 6206 PLG - aankoop gronden 0, Projectgebonden personeelskosten Bodemsanering 0,0 0,0 0,0 0,0 0, Uitvoering gebiedenbeleid/pop 0,0 subtotaal 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal 1.744, , , ,2 902,9 NB. Bedragen voorzien van '-' betekenen lagere lasten dan wel hogere baten. Voor een onderbouwing van de cijfers voor deze onderdelen verwijzen wij u naar de toelichting op de 4 e wijziging van de begroting 2015 (mutaties met categorieaanduiding 2.1.1, 2.1.2, 2.2.1, 2.2.2, en 3.1.2) als onderdeel van de Voorjaarsnota In dat deel van de Voorjaarsnota 2015 worden de genoemde ontwikkelingen per programma toegelicht. 12

14 In bovenstaande tabel is een aanpassing van de bijdrage aan de SNN met ingang van 2016 opgenomen. In de SNN-begroting voor 2016 is nog geen rekening gehouden met een bijdrage ten behoeve van de SER Noord-Nederland (SER NN). Wij zijn van mening dat de SER NN een meerwaarde heeft voor onze provincie en staan dan ook positief tegenover het blijven verstrekken van een provinciale bijdrage aan de SER NN. Wij zullen hierover in overleg treden met de andere betrokken provincies. In het kader van de Begroting 2016 komen wij hierop terug Beleidswijzigingen Voorjaarsnota 2015 In onderstaand schema hebben wij de bestedingsvoorstellen en de aanvullende dekkingsvoorstellen uit ons Collegeakkoord voor u samengevat. (bedragen x 1.000) Omschrijving cumu- opmerkingen latief 1. Bestedingsvoorstellen Collegeakkoord aanvullend op reeds beschikbare middelen 1.1. Cultuur en sport 1.990, , , , , Economie en werkgelegenheid 1.723, , , , , Landbouw 300,0 300,0 300,0 300, , Leefbaarheid 5.724, , , , , Milieu p.m. p.m. p.m. p.m. p.m Mobiliteit p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. t.l.v. RSP-middelen 1.7. Natuur 2.573, , , , , Waddenzee 100,0 100,0 100,0 100,0 400, Revolverende fondsen 2.500, , , , ,0 risico-opslag 20% Totaal bestedingsvoorstellen Collegeakkoord , , , , , ,8 2. Voorgestelde dekking in Collegeakkoord : 2.1. Concreet ingevulde dekkingsvoorstellen a. Vrij besteedbare begrotingsruimte ,9 319,7 319,7 319,7 319, ,6 op basis van de aan PS voorgelegde Beleidsbrief 2015 b. Middelen incidenteel nieuw beleid (vanuit collegeperiode ) 2.254, , , , ,6 beschikbaar als stelpost in huidig financieel perspectief c. Geen opslag op benodigde weerstandscapaciteit (factor 1 i.p.v. 1,4) 6.330, ,0 d. Vrije ruimte bestemmingsreserves: d.1. reserve Stimulering Zorg 64,6 64,6 d.2. reserve PLG 75,7 75,7 e. Gelabelde bedragen bestemmingsreserves: e.1. reserve ESFI - havengerelateerde activiteiten Eemsh.-Delfzijl 2.048, ,7 e.2. reserve ESFI - spoorlijn Groningen-Leer 754,4 754,4 e.3. reserve ESFI - knelpunten A7 Pekela's en aansluitingen N ,1 202,1 e.4. reserve ESFI - inhuur advies/modelonderzoek Oostelijke Ringweg 18,6 18,6 e.5. reserve Cofinanciering Kompas - Glastuinbouw Eemsmond 1.622, ,1 f. Bevriezen accressen subsidies, kredieten, mat. apparaatsk. 650, , , ,0 nog te beoordelen op mogelijke knelpunten sutotaal concreet ingevulde dekkingsvoorstellen , , , , , , Nog uit te werken dekkingsvoorstellen a. Taakstelling oud voor nieuw traineeprogramma 700,0 700, ,0 b. Bezuiniging op autonome taken (10%) met geleidelijke fasering 1.644, , , , ,5 geleidelijke opbouw invulling taakst. (50%, 75%, 100%) c. Overige gelabelde bedragen in bestemmingsreserves - groen (5%) 3.849, ,3 d. Overige gelabelde bedragen in bestemmingsreserves - rood p.m. p.m. sutotaal nog uit te werken dekkingsvoorstellen 3.849, , , , , ,8 Totaal voorgestelde dekking in Collegeakkoord (= ) , , , , , ,1 3. Ontbrekende dekking volgens Collegeakkoord (= 1-2) , , , , , ,7 (- = overschot, + = tekort) 4. Ontwikkelingen in financieel perspectief o.b.v. VJN Accressen lonen en prijzen 180,3 255,9 255,9 255,9 255, ,9 meevaller o.b.v. cijfers CPB d.d. 5 maart Personeelskosten 707,0 126,2 126,2 126,2 126, ,9 meevaller met name als gevolg nieuwe CAO 3. Kapitaallasten 1.403,9 630,3 630,3 630,3 630, ,9 minder rentebijschrijving reserves en rijksmiddelen 4. MRB - lagere indexatie ,0-180,0-180,0-180,0-720,2 CPI valt volgens CPB lager uit -> minder inkomsten 5. Aanpassing uitgaven: a. Leefbaarheid krimpgebieden (herschikking ) ,0 270,0 270,0 270,0 270,0-270,0 herschikking van middelen naar 2015 b. Begroting 2016 SNN -27,4-27,4-27,4-27,4-109,7 tegenvaller door hogere begroting 2016 SNN Totaal ontwikkelingen financieel perspectief o.b.v. VJN , , , , , ,9 5. Ontbrekende dekking volgens Voorjaarsnota 2015 (= 3-4) , , , , , ,8 (- = overschot, + = tekort) In bijlage 2.1 en 2.2 geven wij een volledige opsomming van de bestedings- en dekkingsvoorstellen en in de 5 e wijziging van de Begroting 2015 worden deze voorstellen kort toegelicht. Een deel van de dekkingsvoorstellen is als concreet te betitelen, een ander deel zal nog verder moeten worden uitgewerkt dan wel invulling moeten krijgen. Bovenstaande dekkingsvoorstellen (onderdelen 2.2.a tot en met 2.2.d) en het cumulatieve tekort van circa 5,43 miljoen (onderdeel 5) zullen nog nader moeten worden uitgewerkt respectievelijk worden ingevuld. Wij hebben op 19 mei 2015 een besluit genomen over de nu voorliggende Voorjaarsnota De Begroting 2016 zal in de loop van juni 2015 ter besluitvorming aan ons college worden voorgelegd. In de voorbereiding van de Voorjaarsnota 2015 is er nauwelijks tijd beschikbaar geweest om de voorstellen uit het Collegeakkoord zowel beleidsmatig als financieel uit te werken en te vertalen in de Voorjaarsnota Momenteel worden de voorstellen ambtelijk nader uitgewerkt. Naar verwachting zal deze uitwerking niet eerder dan begin juni 2015 resultaten opleveren. Daarom hebben wij het Collegeakkoord nu alleen in financiële zin en op hoofdlijnen verwerkt in de Voorjaarsnota

15 Dit betekent in feite dat de financiële paragraaf uit het Collegeakkoord min of meer 1 op 1 is overgenomen in de Voorjaarsnota 2015 en dat er nog geen verdiepingsslag heeft plaats gevonden, in de zin van een concrete invulling van de verschillende dekkingsvoorstellen. De uitwerking van de bestedings- en dekkingsvoorstellen zal echter wel moeten landen in de Begroting Wij zullen een verdere verdieping van de bestedingsvoorstellen en een nadere uitwerking van de dekkingsvoorstellen verwerken in de Begroting 2016, zoals die in het najaar 2015 ter besluitvorming aan uw Staten zal worden voorgelegd Uitvoering motie 2 Integrale Bijstelling 2011 Strekking motie Bij de bespreking van de Integrale Bijstelling 2011 op 14 december 2011 hebben uw Staten een motie (nr. 2) aangenomen waarin u aangeeft dat: Samenhangende informatie over de reserves van de Provincie in onvoldoende mate beschikbaar en/of toegankelijk is voor de leden van Provinciale Staten; u hierdoor in onvoldoende mate uw sturende en kaderstellende taak m.b.t. de inzet van die reserves kan uitvoeren. Daarom heeft u ons college in deze motie verzocht om: Jaarlijks bij de voorjaarsnota een meerjarenoverzicht, met een perspectief van 10 jaar, te geven van alle beschikbare reserves, de te verwachten dividenduitkeringen en rentebaten op die reserves en de beoogde investeringen (het zogenoemde cashflowoverzicht); Hierbij willen wij ook inzicht geven in wat de juridische verplichtingen zijn, en welk deel van het geld geoormerkt is. De beoogde investeringen en investeringsprogramma's, voor 10 jaar, afzonderlijk te specificeren in bijlagen bij het cashflowoverzicht, waarbij per investering en/of programmaonderdeel wordt aangegeven wat de totale kosten zijn, wat daarin het provinciale aandeel is en wat de status (acceptatiebesluit, planuitwerkingsbesluit of reserveringsbesluit) is van de betreffende investering of het betreffende programmaonderdeel. Uitwerking Wij hebben u in de Voorjaarsnota 2012 voorgesteld om in het vervolg aan het begin van elke collegeperiode in de eerste Voorjaarsnota van die periode een complete beschrijving op te nemen van alle op dat moment bestaande reserves. In de Voorjaarsnota 2012 hebben wij deze beschrijving voor de eerste keer opgenomen in de Voorjaarsnota In de Voorjaarsnota 2015 vindt voor een tweede keer een volledige actualisatie plaats. De eerstvolgende volledige actualisatie kunt u verwachten in de Voorjaarsnota Provinciale Staten hebben er bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2012 mee ingestemd om in de tussenliggende jaren de focus in de Voorjaarsnota te beperken tot die reserves: waarin relatief veel middelen in omgaan; welke gekoppeld zijn aan specifieke programma's en projecten; waarin de komende jaren naar verwachtingen grote veranderingen zullen optreden in verband met de uitvoering van programma's en projecten; die van belang zijn voor het inzicht in de omvang van ons weerstandsvermogen (capaciteit om risico's op te vangen). Op basis van de hierboven genoemde uitgangspunten zullen wij u in de tussenliggende jaren (2016 tot en met 2018) informeren over de ontwikkelingen in de volgende reserves: Algemene Reserve; reserve Actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid reserve ESFI; reserve Leefbaarheid Krimpgebieden reserve PLG2 reserve Provinciale Meefinanciering; reserve RSP. 14

16 Uiteraard zullen wij, indien daartoe aanleiding is, u tussentijds informeren over eventuele belangrijke ontwikkelingen met betrekking tot andere reserves. In de beschrijving van de hierboven genoemde reserves (zie bijlage 3) hebben wij de volgende gegevens meegenomen: a. Een beschrijving van achtergrond en doel van de reserve. b. Een beschrijving van de huidige stand van zaken per 31 december 2014 met een uitsplitsing naar: 1. de schriftelijke naar derden aangegane verplichtingen; 2. de gereserveerde/gelabelde middelen, die nog niet hebben geresulteerd in verplichtingen; 3. de nog nader te bestemmen middelen. c. Een beschrijving per reserve voorzien van gegevens met betrekking tot de verwachte ontwikkeling in de komende 10 jaar. Per reserve moeten de volgende gegevens worden aangeleverd: 1. de prognose van de verwachte voeding in de komende 10 jaar (te beginnen in 2015); 2. de per jaar verwachte bestedingen van de schriftelijke naar derden aangegane verplichtingen; 3. de per jaar verwachte bestedingen van de gereserveerde/gelabelde middelen, die nog niet hebben geresulteerd in formele verplichtingen; 4. de verwachte stand (telkens per 31-12) van de nog nader te bestemmen middelen, rekening houdend met de gegevens m.b.t. de punten 1, 2 en 3. Wij hebben de cijfermatige gegevens in onderstaand overzicht voor u samengevat en de beschrijvingen per reserve als achtergrondinformatie opgenomen in bijlage 3 bij deze Voorjaarsnota. Resultaten In bijlage 3 van deze Voorjaarsnota geven wij u een totaal overzicht van de verwachte ontwikkeling van de verplichte en gelabelde bedragen en de vrij besteedbare middelen in de afzonderlijke reserves voor de periode Het startpunt van dit overzicht sluit daarbij aan bij de gegevens in de Jaarrekening 2014 naar de stand per 31 december In onderstaande tabel geven wij een samenvatting van deze verwachte ontwikkeling van de gezamenlijke reserves. Tabel 4. Samenvatting ontwikkeling reserves Omschrijving (bedragen x 1 miljoen) (verwachte) stand per 31 december Verplicht 305,13 218,08 166,98 121,27 83,42 53,45 2,08 1,79 1,66 1,61 1,58 Gelabeld 610,29 558,02 515,65 486,94 452,73 427,33 380,13 367,90 358,44 350,01 349,83 Vrij -2,82-10,11 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 912,61 766,00 682,67 608,25 536,19 480,81 382,24 369,72 360,13 351,65 351,44 Specificatie vrij - Algemene Reserve 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 - Bestemmingsreserves -2,82-10,11 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03-2,82-10,11 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 De reeds aangegane verplichtingen zullen in de loop van de komende jaren geleidelijk worden afgewikkeld. Het betreft hier met name verplichtingen in het kader van Provinciale Meefinanciering, het PLG(2), het provinciale MIT, het Regio Specifiek Pakket ZZL, het Actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid e.d. Wat opvalt, is de omvang van de in de reserves gelabelde middelen. Dit betreffen enerzijds de in de Algemene reserve gelabelde bedragen, die beschikbaar moeten blijven om toekomstige risico s op te kunnen vangen en anderzijds middelen die in de bestemmingsreserves zijn gelabeld voor de uitvoering van specifieke programma s, projecten of activiteiten (vooral MIT en RSP), middelen die zijn gelabeld voor onder meer het eeuwigdurend genereren van inkomsten uit vermogen, het eeuwigdurend kunnen bekostigen van beheer en onderhoud van wegen en waterwegen en het kunnen bekostigen van toekomstige vervanging van kunstwerken Winschoterdiep. De gelabelde middelen binnen de reserves bedragen per 31 december 2014 in totaal circa 610,29 miljoen. Hiervan is circa 23,82 vastgelegd in de Algemene reserve (weerstandsvermogen + voorziening WAO) en circa 586,47 miljoen in de bestemmingsreserves. Van de gelabelde middelen in de bestemmingsreserves valt circa 504,84 miljoen onder de categorie van labelingen, waar een 'vrije beleidskeuze' niet of nauwelijks aan de orde kan zijn. Het gaat hier vooral om verplichtingen, afspraken en convenanten, die nageleefd zullen moeten worden. 15

17 Al met al kan worden gesteld dat voor de overige gelabelde middelen van circa 81,63 miljoen deze 'vrije beleidsruimte' wel aan de orde zou kunnen zijn. In het Collegeakkoord hebben wij tot een bedrag van circa 4,64 miljoen concrete labelingen aangewezen, die naar onze mening nu al kunnen vrijvallen. Er resteert dan nog een bedrag van circa 77 miljoen aan gelabelde middelen binnen bestemmingsreserves, waarvan nog moet worden bekeken in hoeverre deze middelen in de toekomst nog langer benodigd zijn voor de doelen waarvoor ze oorspronkelijk zijn vastgelegd. In het Collegeakkoord hebben wij als uitgangspunt gehanteerd dat van de resterende gelabelde middelen ad 77 miljoen tenminste 5% moet worden afgeroomd voor de bekostiging van onze ambities. Het afromen van deze gelabelde bedragen in de bestemmingsreserves met 5% betekent een taakstelling van tenminste 3,85 miljoen. In de Begroting 2016 zullen wij u een nader uitgewerkt voorstel voor de invulling van deze taakstelling presenteren. De vrije ruimte in de reserves is in de eerste jaren negatief omdat bij de bestemmingsreserve PLG2 per 31 december 2014 al meer verplichtingen zijn aangegaan dan er op dat moment in de reserve aan middelen beschikbaar is. Bij het aangaan van verplichtingen tot en met 2014 is in dit geval al vooruitgelopen op toekomstige inkomsten. Door deze inkomsten wordt het negatieve saldo geleidelijk aan weer aangevuld. In ons Collegeakkoord hebben wij voorgesteld de vrije ruimte in reserve Stimulering Zorg en reserve PLG van in totaal 0,14 miljoen in 2015 te laten vrijvallen en in te zetten ter dekking van de beleidskeuzes uit het Collegeakkoord Daarmee hebben wij in bovenstaande cijferopstelling al rekening gehouden. Uit het bovenstaande kan op dit moment de conclusie worden getrokken dat er op wat langere termijn niet of nauwelijks ruimte in de bestemmingsreserves aanwezig is, die kan vrijvallen. In bijlage 3 treft u van elke reserve een beschrijving aan van de achtergrond, het doel en verwachte toevoegingen en onttrekkingen aan de reserve in de periode Cofinanciering Kompas Voor de voeding van de reserve Cofinanciering Kompas hebben uw Staten in de periode via jaarlijkse donaties in totaal 33,8 miljoen beschikbaar gesteld. Daarnaast zijn er nog incidentele baten tot een bedrag van circa 0,6 miljoen aan de reserve toegevoegd. De totale voeding van de reserve bedraagt derhalve 34,4 miljoen. Deze middelen zijn bestemd om projecten mee te cofinancieren, die tevens gefinancierd worden uit een aantal met name genoemde andere financieringsbronnen binnen het Kompasprogramma, te weten EZ/EFRO, Leader, Interreg, GDU, EU PLOP en SGB Stand van zaken Van de beschikbare 34,4 miljoen is circa 31,7 miljoen gecommitteerd dan wel gereserveerd en een bedrag van 2,7 miljoen vrijgevallen (zie voordracht nr. 40/2009 en voordracht nr. 40a/2009). Deze vrijval van 2,7 miljoen is aangewend voor de voorziening frictiekosten provinciale bezuinigingen In de Voorjaarsnota 2014 hebben wij voorgesteld het voorziene vrij besteedbare restant van de reserve per 31 december 2013 van ten gunste van de algemene middelen te brengen evenals een korting van 5% op de gelabelde bedragen binnen de reserve (5% van de gelabelde bedragen ten behoeve van glastuinbouw ad = ). In totaal In ons Collegeakkoord hebben wij aangegeven voor verdere uitbreiding van de glastuinbouw geen mogelijkheden in onze provincie te zien. Daarom stellen wij voor het ruimtelijk beslag voor glastuinbouw te laten vervallen en het hiervoor in de reserve Cofinanciering Kompas gereserveerde bedrag ( ) in te zetten voor de bekostiging van de door ons in het Collegeakkoord voorgestelde beleidskeuzes. In ons Collegeakkoord hebben wij verder voorgesteld om de door ons gemaakte beleidskeuzes voor de periode onder meer te bekostigen door in 2015 tenminste 5% van de per 31 december 2014 gelabelde bedragen af te romen. Dat betekent voor de reserve Cofinanciering Kompas een bedrag van tenminste aan overige nog gelabelde middelen zou moeten worden afgeroomd. In het kader van de Begroting 2016 zullen wij de haalbaarheid hiervan nader onderzoeken. 16

18 In de jaren 2015 en 2016 zullen naar verwachting de nog resterende projecten worden afgerekend en de nog resterende gereserveerde middelen worden ingezet Stand van de reserve Cofinanciering Kompas Tabel 5 geeft inzicht in de stand van de reserve van 1999 tot en met Tabel 5. Cofinanciering Kompas stand van zaken VJN2015 (bedragen x 1.000) Omschrijving Stand reserve Cofinanciering Kompas per Mutaties: a. Voeding b. Bestedingen/ Committeringen c. Afwikkeling restant committeringen voorgaande jaren (prognose) 51 d. Reserveringen (incl. vrijval glastuinbouw) e. Vrijval en korting Voorjaarsnota Totaal mutatie (2a-2b-2c-2d-2e) Stand reserve Cofinanciering Kompas per (= 1 + 2) Stand projecten Vanaf 1999 tot en met 2014 is er in totaal ruim 29,1 miljoen besteed en circa 2,8 miljoen vrijgevallen en afgeroomd. Het totaal van deze bedragen is tot en met 2014 onttrokken aan de reserve cofinanciering Kompas. Zie tabel 5. De wijzigingen van de ramingen 2015 in de Voorjaarsnota 2015 (tabel 5, kolom 2015, regel 2b en 2d) hebben wij voor wat betreft de projecten verwerkt in de 3e wijziging van de Begroting 2015 en voor wat betreft de vrijval van de reservering glastuinbouw in de 5 e wijziging van de Begroting Ter toelichting wordt in bijlage 4.2 op projectniveau inzicht gegeven in de verwachte bestedingen Provinciale Meefinanciering In het najaar van 2007 hebben wij afzonderlijke voorstellen aan u voorgelegd met betrekking tot de inhoudelijke en financiële invulling van de reserve Provinciale Meefinanciering evenals de set met definitieve criteria. Op 18 mei 2009 hebben wij u toegezegd om jaarlijks te rapporteren over de voortgang van de reserve Provinciale Meefinanciering en de vanuit Groningen gecommitteerde projecten voor Koers Noord en het OP EFRO waaraan ook een bijdrage uit deze reserve is toegekend. De rapportage over 2014 heeft u als onderdeel van de Jaarrekening 2014 ontvangen Stand van zaken In de periode was er voor de voeding van de reserve Provinciale Meefinanciering jaarlijks een bedrag beschikbaar van 7,5 miljoen in 2007 oplopend tot 11,5 miljoen in Vanaf 2012 is deze voeding in het kader van de provinciale bezuinigingen verminderd met 7 miljoen tot 4,5 miljoen per jaar. Op basis van het collegeprogramma is de voeding van de reserve structureel weer verhoogd met 4 miljoen per jaar tot 8,5 miljoen per jaar. In de Voorjaarsnota 2013 is vervolgens in het kader van aanvullende bezuinigingen besloten om het budget met ingang van 2014 te verminderen tot 7,5 miljoen per jaar. In voordracht nr. 44/2011 met betrekking tot de uitvoering van het nieuw beleid hebben wij aangegeven dat ter bekostiging van de extra formatieve inzet een beroep op deze middelen zal moeten worden gedaan ( per jaar; niveau 2015). Met ingang van het jaar 2013 worden deze middelen op begrotingsbasis niet direct aan de reserve toegevoegd, maar eerst als krediet in de lopende begroting opgevoerd. Het niet bestede deel van het krediet wordt na afloop van het begrotingsjaar toegevoegd aan de reserve. 17

19 Stand van de reserve Provinciale Meefinanciering Tot en met 2014 is er voor de voeding van de reserve Provinciale Meefinanciering in totaal 71,1 miljoen beschikbaar gesteld. Tot en met 2014 is daarvan 35,2 miljoen besteed, 3,5 miljoen vrijgevallen ( 2,1 miljoen ten gunste van de algemene middelen en 1,4 miljoen ten gunste van de voorziening Frictiekosten) en in de Voorjaarsnota 2014 nogeens circa 0,2 miljoen gekort. Toen is namelijk een korting van 5% ( ) doorgevoerd op de binnen deze reserve per 31 december 2013 gelabelde, maar nog niet verplichte bedragen. In ons Collegeakkoord hebben wij voorgesteld om de door ons gemaakte beleidskeuzes voor de periode onder meer te bekostigen door in 2015 tenminste 5% van de per 31 december 2014 gelabelde bedragen af te romen. Dat betekent voor de reserve Provinciale Meefinanciering dat een bedrag van tenminste aan gelabelde middelen zou moeten worden afgeroomd. In het kader van de Begroting 2016 zullen wij de haalbaarheid hiervan nader onderzoeken. In tabel 6 zijn wij daar nog niet op vooruit gelopen. In 2015 komt naar verwachting een bedrag van circa 12,9 miljoen (excl. kosten personele inzet) tot besteding. Daarnaast zal er van de nu in de reserve beschikbare middelen naar verwachting voor het komende jaar een bedrag van bijna 9,3 miljoen worden toegekend dan wel worden gereserveerd. Dit bedrag kan mogelijk nog verder oplopen omdat er momenteel tot een bedrag van tenminste 6,5 miljoen aan projecten in de pijplijn zit, waarover nog nadere besluitvorming moet plaatsvinden. Tabel 6 geeft inzicht in de (verwachte) stand van de reserve van 2007 tot en met De bedragen in volgende tabel worden op kasbasis vermeld. Tabel 6. Provinciale Meefinanciering stand van zaken VJN2015 (bedragen x 1.000) Omschrijving Stand reserve Provinciale Meefinanciering per Mutaties: a. Voeding p.m. p.m. b. Bestedingen/ committeringen p.m. c. Afwikkeling restant committeringen voorgaande jaren (prognose) d. Reserveringen e. Korting Voorjaarsnota Totaal mutatie (2a-2b-2c-2d-2e) Stand reserve Provinciale Meefinanciering per (= 1 + 2) NB. Het jaarbudget (op basis van aanvaard beleid 7,5 miljoen per jaar) wordt met ingang van 2013 niet eerst in de reserve Provinciale Meefinanciering gestort, maar als krediet in de lopende begroting opgevoerd. Voor zover dat budget aan het eind van het begrotingsjaar in dat jaar nog niet tot besteding is gekomen wordt dat dan alsnog in de reserve gestort. Beseft moet worden dat committeringen van projecten meestal pas met een vertraging van 1 of meerdere jaren tot concrete bestedingen komen Stand projecten De wijzigingen van de ramingen 2015 in de Voorjaarsnota 2015 (tabel 6, kolom 2015, regel 2b en 2d) hebben wij verwerkt in de 3 e wijziging van de begroting Ter toelichting wordt in bijlage 4.3 op projectniveau inzicht gegeven in de verwachte bestedingen RSP-ZZL Het Regio Specifiek Pakket ZZL (RSP) bestaat uit een Ruimtelijk Economisch Programma (REP) en uit Mobiliteitsprojecten (onder te verdelen in Concrete Projecten, projecten in een Regionaal Mobiliteitsfonds (RMF) en projecten opgenomen onder de motie Koopmans). Met de Statencommissie Mobiliteit en Energie zijn wij overeengekomen dat er jaarlijks over de stand van zaken rond het RSP zal worden gerapporteerd. 18

20 Bij de laatste Voortgangsrapportage (VGR) van 11 februari 2014 hebben wij aangekondigd voortaan aansluiting te zullen zoeken bij de jaarlijkse actualisatie van het MIT zoals die wordt ondergebracht in de Voorjaarsnota. De voorliggende rapportage is de eerste VGR nieuwe stijl die wij, juist vanwege de koppeling met het MIT waarin de mobiliteitsprojecten immers via ingevulde formats uitgebreid de revue passeren, beperkt van omvang hebben gehouden. Voor deze projecten wordt vooral melding gemaakt van uitvoeringsfase waarin ze zich bevinden onder verwijzing naar de statenvoordracht op basis waarvan uw besluitvorming om die fase te starten heeft plaatsgevonden. Eerst wordt ingegaan op de stand van zaken van het REP, daarna komen de mobiliteitsprojecten aan bod. De Voortgangsrapportage Regiospecifiek Pakket hebben wij opgenomen in bijlage 4.1.b. Voor zover er sprake is van actualisering van de inzet van financiële middelen voor specifieke projecten met consequenties voor de provinciale begroting 2015 hebben wij deze verwerkt in de 3e wijziging van de begroting 2015 en bijlage ESFI In het eerste provinciale MIT (2009) is opgenomen dat het MIT jaarlijks wordt geactualiseerd. Dit betekent dat de tabel en projectformulieren zodanig worden aangepast dat daaruit de voortgang valt op te maken. Dit in de vorm van een bijlage bij de Voorjaarsnota. In 2015 heeft de zesde actualisatie plaatsgevonden. Deze actualisatie is bijgevoegd. Over dit geactualiseerde MIT hoeft geen besluit te worden genomen. Dit komt omdat de besluitvorming over de in het MIT opgenomen projecten via afzonderlijke voordrachten aan uw Staten wordt voorgelegd. Voor nieuwe in het MIT op te nemen projecten worden eveneens bij voordracht opnamebesluiten van uw Staten gevraagd. Bij het geactualiseerde MIT hebben wij de versie van 2014 als vertrekpunt aangehouden. De wijzigingen ten opzichte van vorig jaar hebben wij in vet aangegeven. In het eerste MIT (2009) is m.b.t. de financiën een indicatief beeld gegeven van de kostenkant van het MIT en het uiteindelijke provinciale aandeel daarin. Als aanname voor de financiële dekking van het provinciale aandeel is destijds uitgegaan van het maximum van de bandbreedte, zijnde 245,8 miljoen (prijspeil 2009). In het kader van de bezuinigingen (voordracht 40/2009) is in 2010 besloten de bandbreedte voor het MIT in te perken tot de mediaan (= het midden van de bandbreedte). Dit betekent een taakstellend budget van 218,8 miljoen (prijspeil 2009) voor het gehele MIT. Tevens is destijds besloten dat de financiering van projecten die financieel tegenvallen binnen het MIT moeten worden opgevangen. Nadien is besloten dat als projecten onverhoopt niet doorgaan de betreffende gereserveerde middelen beschikbaar blijven binnen het MIT. In de Tabel MIT 2015 is de actuele stand van de projecten weergegeven. Bij het genoemde taakstellende budget mogen voor de volledigheid de volgende onttrekkingen niet onvermeld blijven: De bijdrage van 15 miljoen voor de gebiedsontwikkeling Lauwersoog. Deze bijdrage wordt gedekt uit de in de reserve ESFI gelabelde middelen voor het MIT-project N33-midden. Gelijktijdig is deze onttrekking echter gecompenseerd door een bijdrage van 15 miljoen uit het RSP ten behoeve van de uitvoering van het MIT-project N33-midden. De bijdrage van 15 miljoen uit de in de reserve ESFI gelabelde middelen voor het MIT aan de versnellingsagenda centra Winschoten - Delfzijl (conform besluitvorming op basis van voordracht 23/ herbestemming MIT/RSP). De bijdrage van 9,3 miljoen uit de in de reserve ESFI gelabelde middelen voor het MIT-project Westelijke Ringweg. Daarbij is besloten dat eenzelfde bedrag weer beschikbaar wordt gesteld op het moment dat de Westelijke Ringweg wordt uitgevoerd (dat is na realisatie van de Zuidelijke Ringweg, na 2020). Zoals de afgelopen jaren al is gememoreerd, heeft besluitvorming uwerzijds er in geresulteerd dat voor vier projecten is afgeweken van de eerder genoemde MIT-mediaan. Het betreft de projecten Regiorail - Regiotram (+ 0,8 mln.), Hoofdontsluiting Leek - Roden (+ 1,5 mln.), bruggen Aduard - Dorkwerd (+ 1,0 mln.) en N366 (+ 2,1 mln.). Hiermee is in totaal 5,9 mln. (prijspeil 2013) gemoeid. Bij de herbestemming in 2013 van vrijgevallen RSP- en MIT-gelden is deze taakstelling ongewijzigd gebleven. 19

21 In de Voorjaarsnota 2011 hebben wij toegezegd in deze collegeperiode een oplossing voor deze taakstelling ter besluitvorming aan u voor te leggen. In de Voorjaarsnota 2014 hebben wij beschreven dat wij koersen op de volgende oplossing: Voor het project aansluiting A7/N33 heeft u via voordracht 16/2011 voor de door Rijkswaterstaat geraamde meerkosten van de klaverbladoplossing krediet beschikbaar gesteld. In die voordracht is ook aangegeven op welke wijze de provincie dit krediet dekt. Ook is aangegeven dat indien onverhoopt uiteindelijk een gat mocht vallen in die dekking de vrijval die is ontstaan als gevolg van het niet doorgaan van het MIT-project opwaardering Aduarderdiep als dekkingsbron gaat functioneren. Er van uitgaande dat uiteindelijk deze aanvullende dekking niet nodig zal zijn wordt voorgesteld het hiermee gemoeide bedrag (geïndexeerd 4,2 miljoen) in te zetten voor het grotendeels wegwerken van de MIT-taakstelling. Een en ander is wel afhankelijk van hoe het project Klaverblad A7/N33 uiteindelijk in financiële zin uitpakt. Duidelijkheid hierover wordt eind 2014 begin 2015 verwacht. De huidige stand van zaken, maart 2015, is dat wij inderdaad de stellige verwachting hebben dat het genoemde bedrag van 4,2 mln. zal vrijvallen. Wij kunnen dit pas inboeken zodra wij hiervan de definitieve bevestiging hebben van Rijkswaterstaat. Wij stellen voor het beperkte resterende deel van de taakstelling nu niet op te lossen. De verwachting is dat de komende jaren bij de afronding van MIT-projecten middelen zullen vrijvallen waarmee de taakstelling kan worden weggewerkt. Die vrijval kan op dit moment nog niet worden geïdentificeerd. Tenslotte brengen wij nog het volgende bij u onder de aandacht. Voor de spoorlijn Roodeschool- Eemshaven is bij de herbestemming van de MIT- en RSP-middelen (voordracht 23/2013) een bedrag van 3 miljoen ten laste van de ruimte in het MIT gereserveerd. Eerder was voor dit project al een bedrag van gereserveerd binnen de beschikbare middelen planning investeringen Hiervoor zou de jaarlijks ten laste van de algemene middelen voor de sector verkeer en vervoer beschikbaar komende voor kapitaallasten worden aangesproken. Op basis van het Besluit Begroting en Verantwoording is deze inzet van echter niet mogelijk, omdat dit bedrag beschikbaar komt op basis van rente en afschrijving en het bij de investering in de spoorlijn Roodeschool-Eemshaven niet gaat om een investering in provinciale eigendommen. Wij stellen u voor dit vraagstuk administratief technisch op te lossen door de genoemde in te zetten bij het MIT-project N366 onder gelijktijdige onttrekking van een zelfde bedrag aan MIT-middelen uit dit project en die in te zetten om het provinciale aandeel in het project Roodeschool-Eemshaven weer op niveau te brengen Blauwestad Het project Blauwestad is op de provinciale balans opgenomen onder voorraden binnen de post vlottende activa. Het BBV schrijft voor dat de mutaties in deze balanspost via de exploitatierekening van de provincie moeten lopen. Concreet betekent dit dat vanaf nu de verwachte kosten, opbrengsten en rente (met betrekking tot het project Blauwestad) ook in de provinciale exploitatiebegroting opgenomen moeten worden. In de vergadering van 11 maart 2015 hebben uw Staten onze voordracht van 20 januari 2015, nr. 5/2015 betreffende het Projectplan Blauwestad aanpak 2015 zichtbaarheid van kwaliteit" en de herijkte GREX 2015, inclusief second opinion AT Osborne, vastgesteld. De hierin opgenomen begroting 2015, en de jaarschijf 2016 uit de GREX 2015, dienen als basis voor de aanpassingen van de ramingen aangaande Blauwestad voor 2015 en 2016, zoals opgenomen in de 3e wijziging van de begroting Aangezien de GREX 2015 nog niet aansluit bij het rekeningresultaat 2014, vindt bij de Voorjaarsnota 2015 een administratief technische aanpassing plaats, waardoor de GREX2015 (versie VJN2015) wel aansluit bij het rekeningresultaat Het is daarom niet nodig dat uw Staten als onderdeel van de Voorjaarsnota 2015 een nieuwe versie van de Grondexploitatie Blauwestad vaststellen Onzekerheden Het financiële perspectief is met de nodige onzekerheden omgeven. De belangrijkste betreffen wel de onzekerheden met betrekking tot overdracht van taken met bijbehorende middelen en de ontwikkeling van onze uitkering uit het Provinciefonds. 20

22 Afwijking CAO 2016 van beschikbare loonruimte 2016 De huidige CAO loopt eind 2015 af. Met ingang van 2016 zal er een nieuwe CAO moeten worden gesloten. Afhankelijk van de in die CAO te maken afspraken zal moeten blijken of deze binnen de beschikbare middelen kan worden opgevangen of dat er een beslag op de algemene middelen en daarmee op het flexibel budget zal moeten worden gelegd Afwijkende ontwikkelingen van inflatie, rente en dividenden Bij het opstellen van het financieel meerjarenperspectief hebben wij ons voor de verwachte loon- en prijsontwikkelingen tot en met 2016 in eerste instantie gebaseerd op de verwachtingen die het Centraal Plan Bureau (CPB), vooruitlopend op het Centraal Economisch Plan 2015, in september 2014 heeft gepresenteerd. Naar aanleiding van de publicatie van het CPB van 5 maart 2015 hebben wij de cijfers met betrekking tot het onderdeel beheer en onderhoud wegen en kanalen bijgesteld. Daarbij past de opmerking dat in de Voorjaarsnota 2013 is besloten de accressen van subsidies, kredieten en beïnvloedbare materiële apparaatskosten voor de jaren 2014 tot en met 2016 te bevriezen. In ons Collegeakkoord stellen wij voor deze maatregel (nullijn accressen) in de jaren 2017 tot en met 2019 te continueren. De geraamde ontwikkeling van de kortlopende rente hebben wij tot nu toe gebaseerd op onze verwachtingen en inzichten naar de stand van het voorjaar De kans bestaat dat in de loop van de komende jaren zal blijken dat er sprake is van een afwijkende ontwikkeling van lonen, prijzen, rente en dividenden. Afhankelijk van de richting van de afwijkingen kan dit leiden tot verslechteringen dan wel verbeteringen van het financiële perspectief Wet Houdbare overheidsfinanciën (Hof) In theorie kan de minister van Financiën op grond van de wet Hof een sanctie opleggen aan de decentrale overheid, die een overschrijding van de EMU-norm veroorzaakt. De minister heeft echter aangegeven dit tot 2017 niet te zullen doen. Hij verwacht dat door het planningsoptimisme van de decentrale overheden de EMU-norm niet daadwerkelijk overschreden zal worden. Na 2017 kan overschrijding van de norm wellicht wel financiële consequenties hebben. De te nemen maatregelen kunnen bestaan uit o.a. het faseren van investeringen maar in uiterste instantie ook het korten op de algemene uitkeringen uit het Provincie- en/of Gemeentefonds Verrekening met plafond voor declaraties BTW-compensatiefonds Vanaf 2015 geldt er een plafond in het BCF dat meegroeit met de ontwikkeling van het accres Provinciefonds. Voor zover compensatie van BTW bij het BCF het plafond te boven gaat wordt het Provincie- en Gemeentefonds gekort voor de overschrijding. Omgekeerd geldt er een bijstorting in het Provincie- en Gemeentefonds wanneer het plafond van het BCF wordt onderschreden. Voor de korte termijn verwacht het Rijk een onderschrijding van het plafond. Dit betekent mogelijk een voordeel in het Provinciefonds. Doordat veel provincies ambitieuze investeringsprogramma s hebben is de kans aanwezig dat het beroep op het BCF het plafond op termijn zal overstijgen. Dit zal dan leiden tot een korting op het Provinciefonds. In de meicirculaire 2015 Provinciefonds verwachten wij nadere mededelingen over de omvang van de verrekening op korte termijn. Als er dan sprake is van een toevoeging van middelen aan het Provinciefonds dan zullen de hieruit voortvloeiende meerinkomsten ten gunste van de algemene middelen en daarmee ten gunste van het flexibel budget worden gebracht. Met ingang van de Begroting 2016 zullen wij hiermee rekening houden Invoering vennootschapsbelastingplicht In 2016 wordt de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsbedrijven ingevoerd. Het voorstel is mede onder druk van de Europese Commissie tot stand gekomen om overheidsbedrijven, die economische activiteiten uitoefenen, op dezelfde wijze als private bedrijven aan vennootschapsbelasting (vpb) te onderwerpen. De herziening heeft tot doel te voorkomen dat overheidsbedrijven een concurrentievoordeel (kunnen) hebben ten opzichte van private bedrijven, doordat zij geen vpb betalen. De nieuwe wetgeving zal gaan gelden voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari Op grond van de huidige wet geldt - kort gezegd - dat een publiekrechtelijke rechtspersoon niet belastingplichtig is, tenzij een in de wet genoemde belaste activiteit wordt uitgeoefend. 21

23 Dit uitgangspunt wordt in het conceptwetsvoorstel omgedraaid: overheidsondernemingen zijn belastingplichtig, tenzij een in de wet genoemde vrijstelling van toepassing is. Dit geldt ook voor de nu vrijgestelde overheids-bv s en -NV s. Met deze wijziging kiest het kabinet voor de zogenoemde directe ondernemingsvariant. Dit houdt in dat Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersonen met ingang van 1 januari 2016 belastingplichtig zijn voor hun ondernemingsactiviteiten. De nieuwe wetgeving zal aanzienlijke gevolgen hebben op de inrichting van onze activiteiten en organisatie. Hierbij kan worden gedacht aan de impact op het gebied van administratie, financiën, juridische structuur, governance, fiscaal beleid en processen. Dit kan echter ook betekenen dat de lasten van de provincie structureel zullen stijgen als gevolg van te betalen vennootschapsbelasting Integratie Natuur- en BDU-middelen in algemene uitkering Provinciefonds Natuurmiddelen De commissie-jansen heeft in 2013 advies uitgebracht over de interprovinciale verdeling van de financiële middelen uit het Regeerakkoord Rutte II voor ontwikkeling en beheer van natuur in Nederland. De commissie had daarbij de opdracht uit te gaan van een kostengeoriënteerde verdeling. Zowel in 2014 als 2015 worden de middelen voor Natuur (Jansen-1 excl. eigen bijdrage, Hoofdlijnennotitie en DLG) als decentralisatie-uitkering over de provincies verdeeld. Vanaf 2016 zullen deze middelen geleidelijk aan in de Algemene uitkering van het Provinciefonds moeten worden geïntegreerd. Landelijk gaat het dan om structureel 346 miljoen, waarvan Groningen 18,8 miljoen. De integratie van deze middelen kan herverdeeleffecten met zich mee brengen. Over de richting en omvang van die herverdeeleffecten is nu nog niets te zeggen. BDU-middelen Op dit moment is de BDU een specifieke uitkering die het ministerie van IenM verstrekt aan provincies en plusregio s. De omvang van de uitkeringen voor 2015 op basis van de Wet BDU verkeer en vervoer is ingevolge de huidige wetgeving voor 1 januari 2015 vastgesteld. Dat betekent dat de middelen voor 2015 nog worden uitgekeerd door het ministerie van IenM. De betaling van de BDU van vier op te heffen plusregio s loopt overeenkomstig het overgangsrecht per 1 januari 2015 via de provincies. De middelen van de overige drie plusregio s (Amsterdam, Haaglanden en Rotterdam) worden uitgekeerd aan twee vervoerregio s, die de betrokken decentrale overheden daartoe inrichten. Het gaat om de vervoerregio waarin de stadsregio Amsterdam opgaat en om de vervoerregio waarin het stadsgewest Haaglanden en de stadsregio Rotterdam opgaan. Met ingang van 2016 zullen de voor de provincies bestemde BDU-middelen worden toegevoegd aan het Provinciefonds (dat wil zeggen inclusief de middelen van het viertal opgeheven plusregio s). De middelen voor de twee vervoerregio s blijven verstrekt worden als specifieke uitkering door IenM. Hiermee is voor de provincies grofweg een bedrag gemoeid van circa 0,9 miljard en voor de provincie Groningen circa 60 miljoen. Daarmee is er vanaf 2016 sprake van bijna een verdubbeling van de omvang van het Provinciefonds. Bij de inpassing van de middelen van de BDU verkeer en vervoer in het Provinciefonds zal vooreerst worden aangesloten bij de huidige verdeling over de provincies. Met een dergelijk voorstel kan rekening worden gehouden met verplichtingen die langjarig doorlopen. Op de langere termijn zullen de middelen voor de BDU worden geïntegreerd in de Algemene uitkering uit het Provinciefonds. Dat zal ongetwijfeld herverdeeleffecten met zich meebrengen. Over de richting en omvang van die herverdeeleffecten is nu nog niets te zeggen. Volgens de bestaande beleidslijn worden herverdeeleffecten, als gevolg van de integratie in de algemene uitkering, verrekend met de algemene middelen. Dat zal zodoende gevolgen kunnen hebben voor de omvang van het flexibel budget. 22

24 Deel 3. Digitale Monitor Groningen Naast dit voorliggende boekwerk is tevens een digitale Monitor opgesteld. U kunt deze digitale Monitor raadplegen op de volgende website: Door middel van de digitale Monitor Groningen rapporteren wij inhoudelijk en financieel aan uw Staten over de voortgang van de realisatie van de beleidsdoelen, doelstellingen en de daarmee gemoeide inzet van middelen, zoals opgenomen in de Begroting van het lopende boekjaar. De digitale Monitor Groningen wordt tweemaal per jaar aangeboden, te weten bij de Voorjaarsnota en de Integrale Bijstelling. De inhoud van de digitale Monitor Groningen bevat de voortgang van de belangrijkste onderdelen van alle programma's uit de geïntegreerde Programma- en productenbegroting 2015 op het moment van de Voorjaarsnota 2015 (peildatum is 1 april 2015). In dit verband gaat het om resp. de beleidsdoelen, doelstellingen en financiële inzet van middelen. De inhoud is tot stand gekomen op basis van informatie uit de geïntegreerde Programma- en productenbegroting In concreto betekent dit het volgende: De beleidsdoelen en doelstellingen alsmede de daaraan gekoppelde kengetallen en prestatieindicatoren zijn overgenomen vanuit de geïntegreerde Programma- en productenbegroting Het gaat ons erom om door middel van kengetallen en prestatie-indicatoren te rapporteren over de beleidsdoelen en doelstellingen, die SMART zijn geformuleerd. De financiële verantwoording is gebaseerd op de geïntegreerde Programma- en productenbegroting Dit betekent dat in de digitale Monitor Groningen de financiële informatie wordt weergegeven op het niveau van programma, thema en productgroepen. De financiële gevolgen van de voorliggende 3 e begrotingswijziging zijn verwerkt in de bedragen van de actuele Begroting. De reden waarom hiervoor gekozen is ligt in het feit dat in deze begrotingswijziging alleen de financieel-technische wijzigingen worden verwerkt, die voortvloeien uit eerdere besluitvorming van uw Staten en die niet zullen leiden tot een inhoudelijk andere invulling/bestemming van de betreffende middelen. In de digitale Monitor is tevens de voortgang van de aangenomen moties in het jaar 2015 (tot 1 februari 2015) opgenomen. De opzet van de Voorjaarsnota is met de komst van de digitale Monitor Groningen in 2014 gewijzigd. Tot en met 2013 werd in de Voorjaarsnota in deel 3 een beschrijving van de beleidsontwikkelingen per programma gegeven. Vanaf het jaar 2014 is deze informatie te vinden in de digitale Monitor Groningen. Voor zover deze beleidsontwikkelingen aanleiding geven tot aanpassing van de Begroting 2015 vindt u deze ook terug in de 3 e tot en met de 5 e wijziging van de begroting 2015 met de daarbij behorende toelichtingen. 23

25 24

26 Deel 4. Bijlagen bij Voorjaarsnota

27 26

28 Bijlagen 1. Ontwikkelingen in het begrotingsbeeld aanvaard beleid: 1.1. Uitgangspunten meerjarenramingen Apparaatskosten personeel Kapitaallasten, bespaarde rente en dividenden Opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting Uitkering Provinciefonds Substitutievoorstellen 2. Beleidswijzigingen 2.1. Beleidswijzigingen Collegeakkoord Dekkingsmaatregelen Collegeakkoord Reserves Projecten en programma's ten laste van bestemmingsreserves: 4.1.a. Provinciale MIT b. Voorgangsrapportage RSP Bestedingen 2015 Cofinanciering Kompas Bestedingen 2015 Provinciale Meefinanciering Bestedingen 2015 Innovatief Actieprogramma Groningen-2, -3 en Bestedingen reserve ESFI 2015 t.b.v. (water)wegenprojecten 4.5. Bestedingen 2015 RSP-ZZL. 27

29 28

30 Bijlage 1.1. Uitgangspunten meerjarenramingen Accressen LASTEN 1. Apparaatskosten: 0,9298% 1,8650% 4,7070% 4,7070% 4,7070% Waarvan: in % Personele kosten, incl. soc. lasten en inc. looncomp. 1) 75,0% 1,0000% 2,5000% 5,5000% 5,5000% 5,5000% Goederen en diensten 2) 19,4% 0,9270% -0,0515% 3,0000% 3,0000% 3,0000% Kapitaallasten 5,6% 0,0000% 0,0000% 0,0000% 0,0000% 0,0000% 2. Exploitatie-/budgetsubsidies: 0,3000% -1,4000% 3,3000% 3,3000% 3,3000% - compensatie lopend jaar 0,0000% 0,0000% 3,3000% 3,3000% 3,3000% - compensatie voorgaande jaren 0,3000% -1,4000% 0,0000% 0,0000% 0,0000% Exploitatie-/budgetsubsidies (cultuurnota): 0,0000% -1,3000% 3,3000% 3,3000% 3,3000% - compensatie lopend jaar 0,0000% 0,0000% 3,3000% 3,3000% 3,3000% - compensatie voorgaande jaren 0,0000% -1,3000% 0,0000% 0,0000% 0,0000% 3. Vaste bijdragen 0,0000% 0,0000% 0,0000% 0,0000% 0,0000% 4. Goederen en diensten: - Managementcontract Wegen en Kanalen 1,8000% -3,3500% 3,0000% 3,0000% 3,0000% - ten laste van heffingen 0,0000% 0,0000% 3,0000% 3,0000% 3,0000% - uitzonderingen 1,5000% 1,5000% 3,0000% 3,0000% 3,0000% - overig 0,0000% 0,0000% 3,0000% 3,0000% 3,0000% 5. Belastingen: - Managementcontract Wegen en Kanalen 1,8000% -3,3500% 3,0000% 3,0000% 3,0000% - overig 0,0000% 0,0000% 3,0000% 3,0000% 3,0000% 6. Inkomensoverdrachten: - Managementcontract Wegen en Kanalen 1,8000% -3,3500% 3,0000% 3,0000% 3,0000% - overig 0,0000% 0,0000% 3,0000% 3,0000% 3,0000% 7. Vermogensoverdrachten: - Managementcontract Wegen en Kanalen 1,8000% -3,3500% 3,0000% 3,0000% 3,0000% - overig 0,0000% 0,0000% 3,0000% 3,0000% 3,0000% 8. Te betalen rente: - kortlopend leningen 0,0400% 0,1300% 0,2300% 0,3700% 0,5400% - nieuwe langlopende leningen 4,0000% 4,0000% 4,0000% 4,0000% 4,0000% - eigen vermogen 3,5000% 3,5000% 3,5000% 3,5000% 3,5000% - rente-omslagpercentage via berekening 5,8517% 4,0939% 3,4148% 3,4222% 3,4147% BATEN 9. Vergoeding personeelskosten, excl. incidenteel 0,0000% 1,5000% 3,5000% 3,5000% 3,5000% 10. Vergoeding apparaatskosten 0,9298% 1,8650% 4,7070% 4,7070% 4,7070% 11. Vergoeding goederen en diensten - Managementcontract Wegen en Kanalen 1,8000% -3,3500% 3,0000% 3,0000% 3,0000% - overig 0,0000% 0,0000% 3,0000% 3,0000% 3,0000% - vaste vergoeding 0,0000% 0,0000% 0,0000% 0,0000% 0,0000% 12. Legestarieven 0,0000% 0,0000% 3,0000% 3,0000% 3,0000% 13. Groei voertuigenpark 0,0000% 0,0000% 0,0000% 0,0000% 0,0000% 14. Tarieven opcenten MRB per 1 april 1,5000% 0,5667% 1,5000% 1,5000% 1,5000% 15. Accres Provinciefonds 3) -0,1525% -0,1525% -0,1525% -0,1525% 0,0000% 1) De verhoging van de personeelskosten (incl. incidenteel en sociale lasten) wordt voor 2016 als stelpost opgenomen in de begroting. Afhankelijk van de af te sluiten CAO 2016 zal dit percentage worden aangepast. De percentages voor 2017 en volgende jaren zijn rekenkundige grootheden. Wij stellen het percentage 2017 in het najaar van 2015 vast. Het percentage voor 2018 wordt in het najaar van 2016 vastgesteld. 2) In principe geldt hier t/m 2016 de nullijn. Echter in sommige gevallen zijn de uitgaven niet beïnvloedbaar en krijgen wij met kostenstijgingen te maken. Daarnaast is er sprake van materiële apparaatskosten beheer en onderhoud wegen en kanalen. Bij dit onderdeel wordt overeenkomstig eerder gemaakte afspraken een compensatie voor prijsstijgingen gegeven. Het weergegeven percentage is een gewogen gemiddelde van deze drie componenten. 3) Het accres is gebaseerd op de verwachte ontwikkeling van de netto gecorrigeerde rijksuitgaven (m.n. departementale uitgaven). 4) In bovenstaand overzicht met uitgangspunten is nog geen rekening gehouden met het voorstel uit het Collegeakkoord om de accressen voor subsidies, kredieten en beïnvloedbare materiële apparaatskosten in de jaren op de 0-lijn te zetten.. 29

31 30

32 31

33 Bijlage 1.2. Apparaatskosten personeel 2015 Ten opzichte van het moment van het maken van de Begroting 2015 is er, zoals alle jaren, sprake van een aantal wijzigingen in de apparaatskosten personeel (AKP). Deze zijn zo goed mogelijk ingeschat in deze Voorjaarsnota. In de praktijk zal echter blijken dat een aantal inschattingen niet volledig of geheel juist zijn. Daar zullen wij bij de Integrale Bijstelling 2015 op terugkomen. Hier in deze bijlage worden de mutaties in de apparaatskosten personeel nader toegelicht. Tabel 1. Wijzigingen personeelskostenbudget 2015 volgens de Voorjaarsnota 2015 Omschrijving Personeelskostenbudget Voorjaarsnota 2015 (incl. restant 2014) Personeelskostenbudget Begroting 2015 Totale stijging personeelskostenbudget Te verreken met kredieten inkomsten (incl. reserves) en stelposten Bedrag Saldo -/ Uit tabel 1 valt af te leiden dat de totale stijging van de personeelskosten bedraagt. Daarin is meegenomen de overheveling van het restantbudget 2014 naar 2015 ad De stijging van de personeelskosten 2015 kan worden verrekend met kredieten, inkomsten (incl. reserves) en stelposten tot een bedrag van in totaal Per saldo treedt daarmee een verwacht voordeel van ten gunste van de algemene middelen op. In de provinciale begroting hanteren wij de systematiek dat verwachte ontwikkelingen in de personeelskosten, waarvan de omvang nog niet precies vaststaat en/of waarvan nog niet duidelijk is hoe de middelen over de afdelingen verdeeld moeten worden, eerst op aparte stelposten in de begroting worden verantwoord. Dit gebeurt in principe bij productgroep 0600 Saldo kostenplaatsen. Zolang de middelen op die plaats in de begroting staan, maken ze geen deel uit van de AKP. Voor de in deze bijlage genoemde budgetten is echter duidelijk geworden hoe ze in de AKP-budgetten worden opgenomen. Tabel 2 geeft de situaties en de bedragen weer. De AKP-budgetten worden bij deze Voorjaarsnota verhoogd onder gelijktijdige verlaging van de genoemde stelposten. De mutaties in de AKP-budgetten komen tot uitdrukking in tabel 2 en in de daarop volgende toelichting. 32

34 Tabel 2. Mutaties Apparaatskosten Personeel (AKP) Voorjaarsnota 2015 t.o.v. de Begroting 2015 (bedragen in euro's) Omschrijving In geld Kredieten Dekking Inkomsten (incl. reserves) Stelposten Algemene middelen Bijstelling accrespercentages / gevolgen CAO Diverse toelagen Kleiner & Beter Administratieve correctie formatiereductie Formatiereductie Financieel Perspectief (CW) Personeelsplanning Reserve AKP (knelpunten vlootschouw ) Frictiekosten Financieel Perspectief Restantbudget AKP Commissaris van de Koning; GS en oud-gs (vz. APPA) Projectbureau Blauw estad Versterking toeristische infrastructuur Promotie vestigingsklimaat Arbeidsmarktbeleid Provinciale meefinanciering Innovatie en duurzaamheid Verkeer- en vervoerberaad Capaciteitskrediet verkenningsfase Capaciteitskrediet planuitw erkingsfase Capaciteitskrediet realisatiefase Capaciteitskrediet ondersteuning Werkplekfinanciering m.b.t. capaciteitskredieten Internationale OV-verbindingen Regionaal College Waddengebied Invoering streekrekeningen Gedecentraliseerde natuurtaken PLG2: - investeringsmiddelen EHS natura natuurbeheer SNL landschap Cofinanciering SEV Meerjarenprogramma Bodem & Ondergrond Vergroenen energievoorziening dorpen en buurten Versterking energiesector Provinciaal gebouw enplan Provinciaal brandstoftransitieplan Uitvoering gebiedenbeleid en POP Projectbureau Agenda voor de Veenkoloniën Noordelijk archeologisch depot Nuis Dialoogtafel Groningen Deregulering Archiefinspectie Interbestuurlijk toezicht IPO flexpool Commissie Bodemdaling SNN Regio Groningen-Assen Inkomsten aanpak zuidelijke ringw eg Groningen Inkomsten detacheringen Diensten voor derden Beheer & Onderhoud Rijksw aterstaat: brugbediening hoofdvaarw egen Windenergie op land (incl. w erkplekfinanciering) Personele capaciteit afdeling ECP Personele capaciteit dossier gasw inning Bijkomende kosten gasw inning spoor Sportbeleid Luchthavens van regionaal belang Programma ondersteuning bedrijfsvoering Reserve RSP Reserve automatisering (IP-projecten) Materiële overhead n.a.v. diverse mutaties Overbrenging kredieten naar AKP-systematiek Totaal w ijzigingen

35 1. Dekking ten laste van kredieten/programmakosten, totaal onder te verdelen in: a. Reguliere mutaties, totaal Voor een deel worden personeelskosten gedekt door een beroep te doen op verschillende kredieten en budgetten voor programmakosten. Het gaat hier met name om aanpassingen in de eerder voorziene dekking. Van deze in tabel 2 verwerkte mutaties willen wij echter nog de volgende drie nieuwe voorstellen afzonderlijk toelichten. - Uitvoering werkplan VVB (Verkeer- en vervoerberaad) Om gemeenten en scholen beter te kunnen ondersteunen en een kwalitatief programma van verkeerseducatie (activiteiten) binnen de hele provincie Groningen te laten plaatsvinden, wordt de formatie van het VVB (Verkeer en Vervoerberaad)-secretariaat structureel uitgebreid. De provincie wordt verdeeld in drie regio's en elke gemeente en school krijgt een contactpersoon, een VVB regiocoördinator. Als gevolg hiervan wordt de AKP van de afdeling VV opgehoogd met (periode maart t/m december 2015) en (voor het jaar 2016) t.b.v. een regiocoördinator in eigen dienst (verwerking bij de VJN 2015 en Begroting 2016) en met (voor het jaar 2015) voor de inhuur van twee regiocoördinatoren (verwerking bij de IB 2015; mogelijk verlenging hiervan bij de VJN 2016). De kosten worden gedekt uit het krediet Uitvoering werkplan VVB. - Regionaal College Waddengebied In het kader van de decentralisatie van het Waddenzeebeleid zijn er tussen het Rijk en de drie Waddenzeeprovincies Groningen, Fryslân en Noord-Holland principeafspraken gemaakt waarbij de provincies vanaf 2015 gaan meebetalen aan de uitvoeringskosten van het Programma Rijke Waddenzee (PRW). Vooruitlopend op definitieve afspraken tussen de drie provincies en het Rijk is met de programmaleider PRW overeengekomen dat een medewerkster van de provincie Groningen voor een periode van drie jaar (20 oktober 2014 tot 20 oktober 2017) tewerkgesteld wordt bij PRW. Hiervoor is inmiddels een detacheringsovereenkomst vastgesteld. De loonkosten ( per jaar, salarispeil 2015) worden gedekt ten laste van het krediet Regionaal College Waddengebied. - Cofinanciering SEV Het nieuwe Leaderprogramma is gestart in Vanwege de beperkte hoeveelheid beschikbare middelen hebben we in maart 2014 de keus gemaakt om slechts één regio voor te dragen voor het nieuwe programma. We hebben hierbij de voorkeur gegeven aan de regio Oost-Groningen. We maken in de periode 2015 (en mogelijk ook in 2016) extra kosten ter overbrugging van het oude naar het nieuwe LEADER programma. De extra kosten tijdens de voorbereidingsfase en opstartfase van het nieuwe programma voor ondersteuning met secretariële en administratieve werkzaamheden willen we ten laste brengen van het krediet SEV cofinanciering. Vooralsnog gaat het om een tijdelijke uitbreiding van de formatie van afdeling LGW met 0,21 fte functieschaal 6 voor het gehele jaar 2015 ten laste van krediet Cofinanciering SEV (onderdeel van programma Karakteristiek Groningen, productgroep 9105 Sociaal-economische vitalisering). b. Overbrenging kredieten naar AKP-systematiek, totaal In het Mandaatbesluit 2015 is de Regeling budgetbeheer aangepast. Onderdeel "O22" heeft betrekking op de verschuiving van de bevoegdheden van GS naar het DT voor de Concernkredieten. Dit leidt tot onderstaande wijziging. Voorheen vielen enkele personele kredieten buiten de AKP-afrekensystematiek. Het betreft de volgende kredieten: Instellingenoverleg Secretaresse Platform Arbozorg Intern Opleidingskosten trainees A&O-Middelen Organisatie Ontwikkeling Personeelsplanning Arbo Dienstverlening Intern Fuwaprov Diverse Kosten Personeelsbeheer Jongerenplatform Aanvulling FPU 34

36 De overschotten en tekorten van deze kredieten werden aan het einde van het jaar met de Algemene Middelen verrekend. Omwille van de vereenvoudiging van de systematiek is de Regeling budgetbeheer aangepast. Door nu het onderscheid in afrekenmethodiek weg te nemen en ook voor deze kredieten binnen de collegeperiode verrekening met de reserve AKP toe te staan wordt invulling gegeven aan de aangepaste Regeling budgetbeheer. De volgende kredieten maken al sinds jaar en dag deel uit van de AKP: Eigen risico WAO Wervingskosten Woonwerkvergoeding Verhuiskosten Jubilea en Afscheid Kerstpakketten Specifieke vertrekregelingen 2. Dekking ten laste (te declareren) inkomsten, totaal Het grootste deel van de te declareren inkomsten betreft het aan de Reserve AKP te onttrekken restant van de AKP 2014 van Het betreft hier middelen die ter dekking dienen van de effecten die voortvloeien uit de laatste bezuinigingsronde (Financieel Perspectief). Daarnaast zijn de inkomsten vanuit de capaciteitskredieten à (RSP/MIT) en inkomsten vanuit detachering à de meest opvallende posten. 3. Dekking ten laste van stelposten, totaal Dit onderdeel betreft grotendeels de administratieve verwerking van eerder genomen besluiten in de Begroting 2015, Voorjaarsnota 2014, de Integrale Bijstelling 2014 (IB 2014) en/of de Beleidsbrief Verder is, als gevolg van de onlangs afgesloten nieuwe CAO , van de gereserveerde stelpost à een gedeelte toegevoegd aan de AKP ( ) en het restant valt vrij ten gunste van de algemene middelen ( ) respectievelijk de productgroep diensten voor derden hoofdvaarwegen ( ). 4. Dekking ten laste van de algemene middelen, totaal -/ De algemene middelen worden uiteindelijk, ten opzichte van de Begroting 2015, voor een bedrag van minder belast als gevolg van de in tabel 2 opgenomen correcties. Deze worden hieronder verder toegelicht. - Bijstelling accrespercentages Voor de vrijval van , zie de toelichting bij punt 3. - Diverse toelagen De toelagen voor onregelmatige diensten zijn, met name bij de afdeling Beheer & Onderhoud, lager dan geraamd in de Begroting Daarentegen waren de waarnemingstoelagen bij diverse afdelingen (waaronder met name Beheer & Onderhoud en Ruimte & Samenleving) in de primitieve begroting onterecht niet geraamd, waardoor nu op dit onderdeel een verhoging te zien is. Per saldo ontstaat, voor alle in de raming meegenomen soorten toelagen, een lager beslag op de algemene middelen ad Commissaris van de Koning, GS en oud-gs Het betreft voornamelijk de actualisatie van de bedragen voor de Commissaris en de (oud-) gedeputeerden. Voor een deel kunnen de pensioenuitkeringen van oud-gedeputeerden worden gedekt uit de Voorziening APPA (verantwoord onder inkomsten incl. reserves). 35

37 Bijlage 1.3. Kapitaallasten, bespaarde rente en dividenden Ten opzichte van de Integrale Bijstelling 2014 hebben de volgende ontwikkelingen plaatsgevonden. Algemeen Het CPB verwacht dat de economische groei dit jaar aantrekt tot 1,7% en volgend jaar tot 1,8%. De daling van de euro ten opzichte van de dollar en de forse daling van de olieprijzen zijn gunstig voor de Nederlandse economie. Verwacht wordt dat de rente voor zowel de korte en voor langere looptijden voorlopig laag blijft. Bij de Integrale Bijstelling 2014 hebben we u geïnformeerd over de gewijzigde rentetoerekening door een deel van de middelen die lang zijn uitgezet af te zonderen voor het stamkapitaal. Op deze wijze hoeft er in de toekomst geen aanspraak op de algemene middelen te worden gemaakt voor de bekostiging van de toegerekende rente aan bestemmingsreserves en tegoeden van derden. Het stamkapitaal bedraagt begin ,6 miljoen. De rentebaten van het stamkapitaal worden gegenereerd uit de 2 brugleningen aan Essent ( 51,0 miljoen) en een deel van de gelden die lang zijn uitgezet ( 131,6 miljoen). Bij deze Voorjaarsnota 2015 wordt voorgesteld de rentetoerekening voor de RSP middelen te wijzigen van kort/lang geld naar kort geld. Tot en met 2014 is aan de RSP middelen een rentepercentage over lang en kort geld vergoed. Dit terwijl het grootste deel van de RSP middelen kort wordt uitgezet. De rente voor RSP middelen zal met ingang van 2015 worden toegerekend op basis van de gegenereerde rentebaten over gelden die zijn uitgezet met een looptijd tot 1 jaar. Op deze wijze wordt voorkomen dat rente wordt toegerekend aan de RSP middelen terwijl deze niet geheel gegenereerd wordt en aldus ten laste van de algemene middelen gebracht zouden moeten worden. Tevens zal jaarlijks een stelpost worden opgenomen. Hiervoor verwijzen wij u ook naar A2 Bespaarde rente en B11 Stelpost rente RSP-middelen. Rente Kort geld (tot 1 jaar) De ECB heeft de Refi-rente 1 in 2014 verlaagd tot een niveau van 0,05%. De 3 maands Euribor is in april 2015 voor het eerst op een negatieve stand gekomen. Dit lage tarief wordt veroorzaakt door de situatie dat de banken in Europa elkaar onderling weinig geld lenen. Er is sprake van gebrek aan vertrouwen tussen de banken. De banken geven er de voorkeur aan om hun overtollige middelen te plaatsen bij de ECB. De ECB laat de banken hiervoor sinds september ,20% betalen. De verwachting is dat de ECB de rentetarieven voorlopig ongemoeid laat. Hierdoor blijft de korte rente omstreeks het huidige niveau liggen van 0,02%. Lang geld (1 jaar en langer) De rente voor een 10 jarige staatslening bedraagt in april 2015 rond de 0,31%. De ECB gaat door met haar opkoopprogramma van Europese staatsobligaties. Omdat zij op grote schaal staatsobligaties verwerft, drukt de centrale bank de kapitaalmarktrente verder omlaag. Verwacht wordt dat de rente het komende jaar zal stijgen tot 0,96%. In de volgende tabel zijn de verwachte rekenrentes tot en met het begrotingsjaar 2019 opgenomen. Tabel 3. Verwachte rekenrentes Rekenrente Korte termijn (tot 1 jaar) 0,04% 0,13% 0,23% 0,37% 0,54% Lange termijn (vanaf 1 jaar) 0,70% 0,88% 1,49% 1,51% 1,63% In tabel 4 is de verwachte ontwikkeling van de kapitaallasten ten laste van de algemene middelen zichtbaar gemaakt. In tabel 5 worden de gevolgen van de kapitaallasten zichtbaar gemaakt in relatie met de reserve ESFI. 1 De Refi-rente is de rente die banken/financiële instellingen betalen aan de Centrale Bank wanneer zij geld opnemen. De Refirente is een instrument dat door de Europese Centrale Bank (ECB) gebruikt wordt voor het beheersen van de inflatie en de geldmarkt. 36

38 Tabel 4. Specificatie kapitaallasten algemene middelen (bedragen x 1.000) Omschrijving Mutaties: 1. Rente a. Lasten 103,1-91,5 193,5 314,9 474,0 b. Baten 66, ,8-157,4 665,0 749,5 2. Bespaarde rente reserves, voorzieningen en vooruitontvangen rijksmiddelen , , , , ,0 totaal rente , , , ,8-165,4 3. Dividend BNG 7,1 0,0 0,0 0,0 0,0 4. Afschrijvingen -208,5-87,8-127,7-167,6-207,6 Totaal mutaties kapitaallasten (A) , , , ,4-373,1 Verrekening met kredieten: 1. Reitdiepproject/ICT-ring Reitdiep - HK-deel -0,9-0,6-0,2-0,2-0,3 2. Ring Oost Groningen -2,6-2,0-0,8-0,9-1,0 3. Hypothecaire lening Ulsderpolder 16,8 16,1 15,4 14,6 13,9 4. Graafmachine -0,5-0,3-0,1-0,1 0,0 5. Werkboot -15,1-11,9-5,0-6,0-6,6 6. Reiderwolderpolder -9,5 0,0 0,0 0,0 0,0 7. Havenkwartier Blauwe Stad -2,9-2,9-2,9-2,9-2,9 8. Activering apparaatskosten (beleidsbrief 2015) 50,0 100,0 150,0 200,0 250,0 9. Bijdrage P+R A28/Haren ( IB2014) 3,9 3,9 3,9 3,9 3,9 10. Stelpost voorfinaciering economic Board (beleidsbrief) -54,7-120,5-183,8 11. Stelpost rente RSP middelen 1.000, , ,0 750,0 500,0 Totaal verrekening (B) 1.039, , ,9 774,7 757,1 Netto mutaties kapitaallasten (= A+B) ,9-934, ,1-670,7 384,0 Hierna volgt nog een nadere toelichting op de in voorgaande tabel gepresenteerde onderdelen. A1. Rente Naast de rekenrentes zijn de liquiditeitsprognose van de provincie en derde partijen en ook de kasritmes voor de investeringsprojecten aangepast aan de nieuwste inzichten. Doordat de rente laag is wordt minder rente gegenereerd en hoeft minder rente te worden doorbetaald richting de derde partijen waarvoor wij de treasurytaak uitvoeren. Het grootste nadeel is waar te nemen in Dit komt omdat het rentepercentage voor 2015 deels reeds neerwaarts was bijgesteld bij de Integrale Bijstelling Toen was de verwachting echter dat de rente weer enigszins zou gaan stijgen. Nu deze stijging uitblijft ontstaat een relatief groot nadeel in In de jaren daarna is de verwachting dat er relatief veel middelen worden geïnvesteerd waardoor de omvang van het vermogen daalt. Daarnaast is de daling van het begrote rentepercentage minder dan bijvoorbeeld in A2. Bespaarde rente Door de voorgestelde wijziging van rente toerekening aan de RSP middelen, zoals beschreven op de vorige pagina, wordt minder rente doorberekend aan deze middelen en blijven derhalve beschikbaar binnen de algemene middelen. In 2016 is er een uitschieter waar te nemen in de afwijking. Deze uitschieter wordt veroorzaakt door een combinatie van wijziging van de toe te rekenen rente, een hoger saldo van de RSP middelen dan geraamd bij de Integrale Bijstelling 2014 en een mutatie in het rentepercentage (ontwikkelingen op de markt). A3. Dividend BNG Het dividend BNG over het jaar 2014 wordt ontvangen in Het dividend over 2014 is op 22 april 2015 definitief vastgesteld. Oorspronkelijk hadden wij een dividenduitkering geraamd van uiteindelijk ontvangen wij circa

39 A4. Afschrijvingen 2015 Vanwege het actualiseren van de investeringsbedragen 2014 en het verwerken van de besluitvorming uit de Integrale Bijstelling inzake afschrijving P+R te Haren en uit de beleidsbrief 2015 inzake het minder activeren van apparaatskosten investeringswerken vindt er een wijziging plaats in de daarbij behorende afschrijvingslast. B1. Tot en met B7. Verrekening met kredieten: De verrekening met kredieten is op basis van de huidige cijfers geactualiseerd B8/9/10. Vrijval stelpost Genoemde stelposten waarover in een eerder stadium is besloten zijn nu in de uitgangspunten verwerkt waardoor de betreffende stelposten kunnen vervallen. B11. Stelpost rente RSP-middelen Als gevolg van de voorgestelde wijzigingen in de rentetoerekening aan de RSP middelen wordt voorgesteld een jaarlijkse stelpost op te nemen ter dekking van het risico dat de toegerekende rente onvoldoende is om de toegekende IBOI 2 te compenseren (dit is een indexeringsverplichting uit het Convenant RSP). Jaarlijks zal aan het eind van het jaar beoordeeld worden voor welk deel de stelpost aangesproken dient te worden. Eventuele vrijval van de te vormen stelpost zal de komende jaren worden overgeboekt, middels de reserve Overboeking kredieten. Zo blijven deze middelen ook in toekomstige jaren beschikbaar voor het opvangen van een hogere toegekende IBOI in enig jaar. Tabel 5. Specificatie kapitaallasten reserve ESFI (bedragen x 1.000) Omschrijving Mutaties: 1. Rente 623,2 818,0 511,2 493,4 296,7 2. Dividenden -240, , ,4 960,8 360,3 Verrekeningen: 1. Voeding ESFI -383, , , ,2-657,0 Mutaties per saldo 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Algemeen Als uitgangspunt is geformuleerd dat de inkomsten uit beleggingen e.d. verkregen uit de verkoop aandelen Essent minus het aandeel RSP en minus de bezuinigingstaakstelling worden gestort in de reserve ESFI. Deze middelen moeten, samen met het interen op het vermogen, tot en met 2020 voldoende zijn om het huidige MIT (medium variant) te financieren. Daarbij hebben wij de verwachting dat er in het jaar 2020 nog een restkapitaal (exclusief brugleningen Enexis) ad 100,0 miljoen beschikbaar is om na 2020 middelen te genereren om de reserve ESFI te voeden. Door de verkoop van de aandelen Attero, waardoor er geen dividend meer wordt ontvangen, is besloten om de opbrengst van de verkoop van de aandelen Attero toe te voegen aan het stamkapitaal (reserve compensatie dividend). Hierdoor zullen de rentebaten over deze middelen gebruikt worden om de reserve ESFI in de toekomst te voeden. Inmiddels zijn 2 brugleningen reeds vrijgevallen en deels ingezet voor andere doeleinden. Ultimo 2015 bedraagt het saldo van het stamkapitaal 182,6 miljoen. Indexatie ESFI Bij de projecten die vallen onder het MIT is afgesproken dat deze uitgaven geïndexeerd worden op basis van de door de stichting Bureau Documentatie Bouwwezen (BDB) aangegeven indexcijfers, de zogenaamde BDB-index voor de Grond-, Weg- en Waterbouw. Over 2014 bedraagt dit percentage 0%. Voor de jaren 2015 en volgende is vooralsnog uitgegaan van een percentage van 2%. Elk jaar worden bij de Voorjaarsnota de indexcijfers geactualiseerd. Bij de overige onderdelen, welke gefinancierd worden uit de reserve ESFI, vindt geen indexatie plaats. 2 IBOI. Dit is de gemiddelde prijsstijging van de bruto investeringen van de collectieve sector. De investeringen bestaan onder meer uit infrastructuur, vervoermiddelen, software etc. 38

40 Rente De verdere daling van de rente ten opzichte van de raming bij de Integrale Bijstelling 2014 resulteert in een verlaging van de te ontvangen rentebaten. Dit effect is het meest zichtbaar in de jaren 2015 en In de jaren daarna zal de omvang van de middelen in de reserve ESFI afnemen als gevolg van geplande investeringen. Hierdoor is het rente effect in die jaren kleiner dan eerdere jaren. Dividenden In 2014 zijn de aandelen Attero vervreemd. Verwacht wordt dat de te ontvangen dividend vanuit onze deelneming Enexis de komende jaren zal fluctueren. De ramingen zijn in overeenstemming het meest recente strategisch plan van Enexis. Met name voor de jaren 2016 tot en met 2018 resulteert dit in een nadeel ten opzichte van onze raming bij de Integrale Bijstelling

41 Bijlage 1.4. Opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting Sinds het verschijnen van de Integrale Bijstelling 2014 is de raming van de opbrengst opcentenheffing motorrijtuigenbelasting gewijzigd. In onderstaande tabel wordt aangegeven wat de meest recente raming is voor de periode Tabel 6. Ontwikkeling opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting (bedragen x 1.000) Omschrijving Raming volgens Integrale Bijstelling , , , , ,8 Raming volgens Voorjaarsnota 2015 (VJN2015) , , , , ,8 Verschil 94,3-198,5-204,1-204,3-380,0 Verklaring verschil: 1. Actualisatie omvang en samenstelling wagenpark -205,2-173,7-176,0-178,4-145,8 2. Groeiraming 2019 gesteld op 0% i.p.v. 1,5% -210,7 3. Correctie: dubbele uitname zeer zuinig 299,5 4. Belastingplan 2015 i.v.m. zeer zuinig 151,3 153,3 155,6 158,0 5. Ontwikkeling prijsindex (CEP 2015) -176,0-181,4-181,4-181,4 Totaal 94,3-198,5-204,1-204,3-380,0 Aantal te heffen opcenten per 1 april: - door provincie 88,4 88,9 90,2 91,6 93,0 - maximaal toegestaan 110,1 111,3 113,0 114,7 116,4 Gemiddelde opbrengst per opcent Onbenutte belastingcapaciteit Actualisatie omvang en samenstelling wagenpark De ontwikkeling en samenstelling van het wagenpark is vrij stabiel. Het aandeel van zwaardere voertuigen neemt relatief gezien af en het aantal geschorste voertuigen 3 is hoger dan geraamd. Met name door deze ontwikkelingen ontstaat een beperkt nadeel. 2. Groeiraming 2019 gesteld op 0% i.p.v. 1,5% Over geheel 2014 is de omvang van ons wagenpark toegenomen met 0,3%. Voor 2019 hebben we onze groeiramingen (overeenkomstig de jaren 2015 t/m 2018) op 0% gesteld. Eerder raamden we voor 2019 nog een groei van 1%. De opbrengst in 2019 is hierdoor circa lager geraamd. 3. Correctie: dubbele uitname zeer zuinig Voor 2015 ontstaat een eenmalig voordeel van circa doordat de inkomstenderving van zeer zuinige auto s abusievelijk dubbel was geraamd. 4. Belastingplan 2015 i.v.m. zeer zuinig In het belastingplan 2015 is besloten dat auto s met een CO 2 -uitstoot < 50 gr/km worden aangeslagen voor 50% van het belastingtarief. Met deze extra inkomsten die hierdoor ontstaan was in onze ramingen geen rekening gehouden. Vanaf 2016 betekent dit een voordeel van ruim Ontwikkeling prijsindex (CEP 2015) Jaarlijks indexeren wij ons tarief met de verwachte ontwikkeling van de consumentenprijsindex (CPI). Het geraamde CPI voor 2016 is volgens het Centraal Economisch Plan (CEP2015) 1,1%. In de meerjarenraming werd nog uitgegaan van een indexatie van 1,5%. Deze lagere indexatie leidt tot een verwachte daling van de inkomsten van zo n per jaar vanaf Een motorrijtuig kan geschorst worden voor de motorrijtuigenbelasting waardoor geen belasting meer is verschuldigd. Het voertuig mag dan echter ook geen gebruik meer maken van de openbare weg. 40

42 41

43 Bijlage 1.5. Uitkering Provinciefonds Sinds 2012 verschijnen alleen nog een mei- en septembercirculaire met een actualisatie van het Provinciefonds. De meicirculaire 2015 verschijnt naar verwachting pas eind mei De Voorjaarsnota 2015 geeft daardoor slechts een beperkt aantal wijzigingen ten opzichte van de Integrale Bijstelling De ontwikkelingen in het Provinciefonds zien er als volgt uit. Tabel 7. Ontwikkeling Provinciefonds (bedragen x 1.000) Omschrijving Raming Integrale Bijstelling 2014 (A) , , , , ,3 Raming VJN2015 (B) , , , , ,2 verschil (B-A) -0, , , , ,9 Mutaties te verrekenen met kredieten subtotaal 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Mutaties te verrekenen met de algemene middelen 1. Wijziging fysieke gegevens 2014/2015-0,8-1,9-1,9-1,9-1,9 2. Doorwerking opcenten MRB, incl. wijziging systematiek 2.175, , , ,8 3. Accressen , inclusief nacalculatie p.m. + p.m. + p.m. + p.m. + p.m. 4. Onderschrijding plafond BTW-Compensatiefonds + p.m. + p.m. + p.m. + p.m. + p.m. subtotaal -0, , , , ,9 Totaal mutaties -0, , , , ,9 Hierna worden de wijzigingen in de uitkering Provinciefonds kort toegelicht: 1. Wijziging fysieke gegevens 2014/2015 Ten opzichte van de septembercirculaire 2014 zijn de maatstaven 'lengte provinciale wegen' en het 'aantal banen' in de decembercirculaire 2014 geactualiseerd. Dit leidt tot een zeer beperkt nadeel ten laste van de algemene middelen. 2. Doorwerking opcenten MRB, incl. wijziging systematiek De opbrengsten uit de opcentenheffing motorrijtuigenbelasting (MRB) is een verdeelmaatstaf voor het Provinciefonds. Tot nu toe is definitieve omvang van de opbrengst opcenten uit de MRB over jaar t-2 bepalend voor de verdeling van de uitkering uit het Provinciefonds in jaar t. In januari 2015 is de definitieve opbrengst 2014 bekend geworden. Deze actualisatie betekent voor onze provincie vanaf 2016 een positief effect van minstens per jaar. In 2014 is de opbrengst van de opcentenheffing MRB gestegen omdat vanaf 2014 de meeste zeer zuinige auto's weer onder de heffing van de opcenten MRB vallen. Als de opbrengsten stijgen en de opbrengst voor onze provincie minder stijgt dan het landelijk gemiddelde dan neemt de compensatie van onze provincie via het Provinciefonds toe. Vorig jaar hebben de provincies in IPO-verband afgesproken om vanaf 2016 de doorwerking van de opbrengsten opcenten MRB voortaan zonder enige vertraging door te laten werken in de uitkering Provinciefonds. Wij gaan ervan uit dat dit systeem met ingang van de meicirculaire 2015 zal worden toegepast. Het nieuwe systeem komt erop neer dat voor de raming Provinciefonds 2016 in 2015 zal worden uitgegaan van de prognose door de Belastingdienst van de verwachte opbrengsten In het jaar 2016 wordt deze berekening bijgesteld op basis van de prognose voor het jaar 2016 en in 2017 wordt de bijgestelde raming 2016 nagecalculeerd op basis van de gerealiseerde opbrengsten in Op basis van de prognose van de opbrengsten 2015 en uitgaande van een nulgroei voor 2016 zal de nieuwe systematiek vanaf 2016 leiden tot een verdere verhoging van onze uitkering uit het Provinciefonds met tenminste

44 In totaliteit kunnen we op deze manier vanaf 2016 voorlopig uitgaan van een meevaller van circa Omdat in de nieuwe systematiek sprake is van bijstellen en nacalculeren van de ramingen moet in de Voorjaarsnota 2016 en 2017 rekening worden gehouden met een mogelijke aanpassing van de raming van onze uitkering Provinciefonds op dit onderdeel. 3. Accressen , inclusief nacalculatie 2014 In de meicirculaire 2015 zullen de ramingen van de accressen voor de periode worden bijgesteld en zal er naar verwachting een nacalculatie plaatsvinden van het accres De meicirculaire 2015 Provinciefonds verschijnt naar verwachting eind mei Dat betekent dat deze informatie te laat komt om nog te worden meegenomen in de Voorjaarsnota Onderschrijding plafond BTW-compensatiefonds De ontwikkeling van het BTW-compensatiefonds en het bijbehorende plafond leiden conform het Financieel Akkoord Rijk-VNG-IPO met ingang van 2015 tot een toename of afname van de algemene uitkering uit het Provinciefonds. In de meicirculaire 2015 zullen naar verwachting mededelingen worden gedaan over de voor de korte termijn verwachte onderschrijding van het plafond en de daarmee samenhangende toevoeging aan de algemene uitkering. Omdat wij bij het opstellen van de Voorjaarsnota 2015 nog niet de beschikking over deze circulaire hebben, volstaan we op dit moment met een 'p.m.-raming'. 43

45 Bijlage 1.6. Substitutievoorstellen In tabel 8 geven wij de substitutievoorstellen weer, voor zover deze leiden tot een verschuiving tussen de productgroepen dan wel de begrotingsfuncties. In de categorie administratieve correcties zijn substituties opgenomen die het vervolg zijn van de Integrale Bijstelling 2014, door ons al zijn besloten of een verhoging c.q. verlaging van de rijksbijdrage. Substituties binnen de materiële apparaatskosten zijn niet opgenomen. Substituties die betrekking hebben op de verrekening met personeelskostenbudgetten komen tot uitdrukking in bijlage 1.2. Tabel 8. Substitutievoorstellen onderdeel administratieve correcties Productgroep Omschrijving voorstel bedrag 2015 (in ) 0800 Afkoopsom Driebondsbrug (Algemene Reserve) Afkoopsom Driebondsbrug (Reserve afkoopsommen) Ondernemingsraad Ondernemingsraad Regionale treindiensten bijdrage exploitatie OV-bureau exploitatie OV-bureau bus-plus Gebruikersvergoeding spoor Kosten kaartautomaten Reservering Regionaal Spoor Totaal Ontvangen BDU Interlokaal OV Onderzoek omgevallen Verkeersonderzoek Communicatie Abonnementen/lidmaatschappen Totaal ontvangen BDU-middelen Infrastructurele projecten Reservering infrastructurele projecten BDU Nog te besteden BDU-middelen Reserve WEL Ontwikkeling Lauwersmeer (IB2014) Reserve ESFI Ontwikkeling Lauwersmeer (IB2014) Uitvoering werkplan VVB (uitgaven) Uitvoering werkplan VVB bijdrage gemeenten Uitvoering werkplan VVB (inkomsten) IP-projecten t.l.v. reserve Automatisering IP-projecten t.l.v. reserve Automatisering Green Deal Green Deal middelen via Provinciefonds Nieuwe vaarverbindingen - Delfzijl - Termuntenzijl - Blauwestad Reserve ESFI Nieuwe vaarverbindingen - Vaarcircuit Om de Noord Reserve ESFI Nieuwe vaarverbindingen - Vaarrecreatie Zuidlaardermeer Reserve ESFI

46 Productgroep Omschrijving voorstel bedrag 2015 (in ) 3101 Capaciteitskrediet voorbereidingsfase Capaciteitskrediet voorbereidingsfase Reserve overboeking kredieten Capaciteitskrediet planvorming Capaciteitskrediet planvorming Reserve overboeking kredieten Capaciteitskrediet realisatiefase Capaciteitskrediet realisatiefase Reserve overboeking kredieten Capaciteitskrediet ondersteuning Reserve overboeking kredieten Actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid Reserve Actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid Convenant bedrijventerreinen Reserve Overboeken kredieten Cultuurhuis Winschoten Afwikkeling CIG - Nrd.-Ned. Trein & Tram museum Afwikkeling CIG - Openluchtmuseum Het Hoogeland Reserve ESFI Exploitatie Blauwestad Exploitatie Blauwestad Interimregeling Waardevermeerdering - uitbetalingen Interimregeling Waardevermeerdering - vergoedingen

47 Bijlage 2.1. Beleidswijzigingen Collegeakkoord Omschrijving BESTEDINGSVOORSTELLEN (bedragen x 1.000) cumulatief opmerkingen 1. Leven en wonen in Groningen 9201 Leefbaarheid 5.570, , , , ,0 in aanvulling op bestaande middelen subtotaal 5.570, , , , ,0 2. Ondernemend Groningen 6101 Visie toerisme 384,1 384,1 384,1 384, ,5 in aanvulling op bestaande middelen 7103 Levenlang lerenfonds 100,0 100,0 100,0 100,0 400, Aanpak Jeugdwerkloosheid p.m. p.m. p.m. p.m. 0, Regionale economische plannen p.m. p.m. p.m. p.m. 0, Clusterorganisaties 539,8 532,8 525,7 518, , Internet/breedband infrastructuur p.m. p.m. p.m. p.m. 0, Regelluwe zone grensgebied p.m. p.m. p.m. p.m. 0, MKB-fonds 75 mln. (i.p.v. 50 mln.) subtotaal 1.023, , , , ,1 3. Bereikbaar Groningen 3101 Aanpak westelijke ringweg dekking via herschikking uit de RSP-gelden 3101 Verdubbeling N33 naar Eemshaven dekking via herschikking uit de RSP-gelden 3101 Fietspaden dekking via herschikking uit de RSP-gelden 3402 Dekkend basisnetwerk OV dekking via herschikking uit de RSP-gelden 3402 Gratis OV pot voor MBO-scholieren voor doelgroepen bijv. ouderen dekking via herschikking uit de RSP-gelden 3402 Elektrificatie spoor dekking via herschikking uit de RSP-gelden 3402 Oplaadpunten bij OV-knooppunten dekking via herschikking uit de RSP-gelden 3402 Doortrekken spoor naar Emmen dekking via herschikking uit de RSP-gelden 3402 Veiliger maken van spoorwegovergangen dekking via herschikking uit de RSP-gelden 3402 OV voor grootgebruikers dekking via herschikking uit de RSP-gelden 4. Karakteristiek Groningen 6205 Slechtweervoorziening Wad/versterking Lauwersmeergebied dekking via herschikking gelden Proloog 6206 Natura Waddenzee 100,0 100,0 100,0 100,0 400, Landschapsconvenant (incl. dorpsbosjes) 2.073, , , , , Herstel (oorspronkelijke) EHS 500,0 500,0 500,0 500, , Ombouw/uitbreiding biologische landbouw 300,0 300,0 300,0 300, ,0 in aanvulling op bestaande middelen 7303 Groninger verdienmodel voor de akkerbouw p.m. p.m. p.m. p.m. 0,0 subtotaal 2.973, , , , ,3 5. Schoon/Veilig Groningen 5502 Verbeteren toezicht en handhaving p.m. p.m. p.m. p.m. p.m Verbeteren milieuklachtensysteem p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. subtotaal p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. 6. Energiek Groningen 5004 Maatschappelijk investeringsfonds (coöperaties zorg en energie) 15 mln. 7. Gebiedsgericht 8. Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur 8201 Huis voor de sport 400,0 400,0 400,0 400, ,0 in aanvulling op bestaande middelen 8201 Provinciaal Accommodatiefonds 10 mln. 0, Ondersteunen vrijwilligerswerk (incl. sport) 154,6 154,6 154,6 154,6 618,4 in aanvulling op bestaande middelen 8602 Behoud ziekenhuiszorg in de regio p.m. p.m. p.m. p.m. 0, Alarmnummer 112 verbeteren p.m. p.m. p.m. p.m. 0, Cultuur, inclusief Fonds voor de media ( per jaar) 1.400, , , , , Erfgoedmonitor 150,0 150,0 150,0 150,0 600,0 subtotaal 2.104,6 2104,6 2104,6 2104, ,4 9. Bestuur 10. Bedrijsvoering 11. Algemene dekkingsmiddelen 0600 Archeologie - fulltime archeoloog 40,0 40,0 40,0 40,0 160,0 in aanvulling op bestaande middelen 0600 Traineeprogramma 700,0 700, , Ophogen weerstandsvermogen i.v.m. risico's revolverende fondsen 2.500, , , , ,0 subtotaal 3.240, , , , ,0 Totaal bestedingsvoorstellen 0, , , , , ,8 Voor meer informatie over bovengenoemde bestedingsvoorstellen verwijzen wij naar de toelichting in de 5 e wijziging van de Begroting

48 47

49 Bijlage 2.2. Dekkingsmaatregelen Collegeakkoord Omschrijving DEKKINGSMAATREGELEN (bedragen x 1.000) cumulatief Concreet ingevulde maatregelen: Diversen Bevriezen accressen subsidies, kredieten, mat. apparaatsk. 650, , , , Stelpost middelen incidenteel nieuw beleid (vanuit ) 2.254, , , , , Algemene reserve - geen opslag weerstandscapaciteit 6.330, , Vrije ruimte bestemmingsreserves: a. Stimulering Zorg 64,6 64,6 b. Reserve PLG1 75,7 75, Gelabelde bedragen bestemmingsreserves, concrete posten: a. reserve ESFI - havengerelateerde activiteiten Eemshaven-Delfzijl 2.048, ,7 b. reserve ESFI - spoorlijn Groningen-Leer 754,4 754,4 c. reserve ESFI - knelpunten A7 Pekela's en aansluitingen N ,1 202,1 d. reserve ESFI - inhuur advies/modelonderzoek Oostelijke Ringweg 18,6 18,6 e. reserve Cofinanciering Kompas - Glastuinbouw Eemsmond 1.622, , Begrotingsruimte o.b.v. Voorjaarsnota 2015, excl. rekeningres , , , , , ,4 subtotaal concreet ingevulde maatregelen , , , , , ,3 Nog nader in te vullen maatregelen 0500 Bezuiniging op autonome taken (10%) met geleidelijke fasering 1.644, , , , , Overige gelabelde bedragen in bestemmingsreserves - groen (5%) 3.849, , Nader in te vullen taakstelling oud voor nieuw traineeprogramma 700,0 700, , Overige gelabelde bedragen in bestemmingsreserves - rood p.m. 0,0 subtotaal nog nader in te vullen maatregelen 3.849, , , , , ,8 Totaal dekkingsmiddelen , , , , , ,1 TEKORT (nog te dekken) , , , , , ,7 opmerkingen Voor meer informatie over bovengenoemde dekkingsmaatregelen verwijzen wij naar de toelichting in de 5 e wijziging van de Begroting

50 Bijlage 3. Reserves Financiële recapitulatie reserves Totaal overzicht Omschrijving (bedragen x 1 miljoen) (verwachte) stand per 31 december Algemene reserve 30,23 13,00 21,44 27,59 29,82 31,32 32,82 32,82 32,82 32,82 32,82 Economische, Sociale en Fysieke Infrastructuur (ESFI) 159,30 146,67 129,22 105,80 85,47 67,06 10,22 8,49 6,76 5,02 5,02 Stimulering Zorg 0,16 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Huisvesting en inrichting 0,72 0,36 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Grondwaterheffing 0,51 0,53 0,54 0,55 0,54 0,53 0,51 0,49 0,45 0,40 0,35 Automatisering 4,06 3,74 3,15 3,25 2,58 2,00 2,05 2,65 2,05 2,02 1,79 Beheer wegen en kanalen 2,15 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Cofinanciering Kompas 2,39 0,07 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Ontgrondingen 0,96 0,92 0,87 0,83 0,78 0,72 0,66 0,60 0,53 0,47 0,40 AKP-budgetten 5,97 0,43 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Provinciale bijdrage Bodemsanering 24,03 19,84 15,45 11,06 6,67 4,03 4,03 0,03 0,03 0,03 0,03 Afkoopsom wegen/waterwegen 81,67 80,58 80,58 82,31 83,80 83,80 83,80 83,80 83,80 83,80 83,80 Programma Landelijk Gebied (PLG) 32,58 17,50 10,00 2,50 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Programma Landelijk Gebied 2 (PLG2) 16,18 2,47 4,83 12,40 15,91 15,57 15,23 14,94 14,80 14,76 14,73 EHS Zuidlaardermeer - midden Groningen 6,01 4,17 2,72 1,32 0,41 0,52 0,69 0,78 0,87 0,95 0,99 Provinciale Meefinanciering 32,16 19,26 9,98 8,85 7,70 6,54 5,53 4,99 4,46 4,45 4,45 Actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid 13,06 8,93 3,50 1,37 0,11 0,11 0,11 0,11 0,11 0,11 0,11 Regio Specifiek Pakket (RSP) 244,74 225,70 182,20 128,90 81,60 45,30 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Compensatie dividend Essent 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 Leefbaarheid Krimpgebieden 19,73 7,79 10,28 12,79 15,71 17,87 20,59 13,73 6,86 0,00 0,00 Afkoop vervanging kunstwerken Winschoterdiep 20,17 20,32 20,52 22,16 22,49 22,85 23,41 23,72 24,00 24,24 24,38 Overboeking kredieten 33,25 11,14 4,81 4,01 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Egalisatiereserve Wabo 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 912,61 766,00 682,67 608,25 536,19 480,81 382,24 369,72 360,13 351,65 351,44 Verbijzondering per reserve Algemene reserve Omschrijving (bedragen x 1 miljoen) (verwachte) stand per 31 december Verplicht 6,41-12,32-5,38-0,73 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 23,82 25,32 26,82 28,32 29,82 31,32 32,82 32,82 32,82 32,82 32,82 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 30,23 13,00 21,44 27,59 29,82 31,32 32,82 32,82 32,82 32,82 32,82 Reserve ESFI Omschrijving (bedragen x 1 miljoen) (verwachte) stand per 31 december Verplicht 65,49 57,57 50,07 40,70 32,65 25,43 1,58 1,58 1,58 1,58 1,58 Gelabeld 93,81 89,10 79,15 65,10 52,82 41,63 8,64 6,91 5,18 3,44 3,44 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 159,30 146,67 129,22 105,80 85,47 67,06 10,22 8,49 6,76 5,02 5,02 Reserve Stimulering Zorg Omschrijving (bedragen x 1 miljoen) (verwachte) stand per 31 december Verplicht 0,09 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Vrij 0,06 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 0,16 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Reserve Huisvesting en Inrichting Omschrijving (bedragen x 1 miljoen) (verwachte) stand per 31 december Verplicht 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 0,72 0,36 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 0,72 0,36 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 49

51 Egalisatiereserve Grondwaterheffing Omschrijving (bedragen x 1 miljoen) (verwachte) stand per 31 december Verplicht 0,003 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 Gelabeld 0,503 0,527 0,540 0,546 0,544 0,534 0,515 0,487 0,450 0,403 0,347 Vrij 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 Totaal 0,506 0,527 0,540 0,546 0,544 0,534 0,515 0,487 0,450 0,403 0,347 Reserve Automatisering Omschrijving (bedragen x 1 miljoen) (verwachte) stand per 31 december Verplicht 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 4,06 3,74 3,15 3,25 2,58 2,00 2,05 2,65 2,05 2,02 1,79 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 4,06 3,74 3,15 3,25 2,58 2,00 2,05 2,65 2,05 2,02 1,79 Reserve Beheer Wegen en Kanalen Omschrijving (bedragen x 1 miljoen) (verwachte) stand per 31 december Verplicht 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 2,15 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 2,15 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Reserve Cofinanciering Kompas Omschrijving (bedragen x 1 miljoen) (verwachte) stand per 31 december Verplicht 0,59 0,05 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 1,80 0,01 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 2,39 0,07 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Reserve Ontgrondingen Omschrijving (bedragen x 1 miljoen) (verwachte) stand per 31 december Verplicht 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 0,96 0,92 0,87 0,83 0,78 0,72 0,66 0,60 0,53 0,47 0,40 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 0,96 0,92 0,87 0,83 0,78 0,72 0,66 0,60 0,53 0,47 0,40 Reserve Apparaatskosten personeel (AKP) Omschrijving (bedragen x 1 miljoen) (verwachte) stand per 31 december Verplicht 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 5,97 0,43 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 5,97 0,43 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Reserve Provinciale bijdrage Bodemsanering (bedragen x 1 miljoen) Omschrijving (verwachte) stand per 31 december Verplicht 5,10 3,83 2,55 1,28 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 16,46 15,98 12,87 9,75 6,64 4,00 4,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Vrij 2,47 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 Totaal 24,03 19,84 15,45 11,06 6,67 4,03 4,03 0,03 0,03 0,03 0,03 50

52 Reserve Afkoopsom wegen en waterwegen Omschrijving (bedragen x 1 miljoen) (verwachte) stand per 31 december Verplicht 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 81,67 80,58 80,58 82,31 83,80 83,80 83,80 83,80 83,80 83,80 83,80 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 81,67 80,58 80,58 82,31 83,80 83,80 83,80 83,80 83,80 83,80 83,80 Reserve Programma Landelijk Gebied (PLG) (bedragen x 1 miljoen) Omschrijving (verwachte) stand per 31 december Verplicht 21,87 10,00 5,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 10,63 7,50 5,00 2,50 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Vrij 0,08 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 32,58 17,50 10,00 2,50 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Reserve Programma Landelijk Gebied 2 (PLG2) (bedragen x 1 miljoen) Omschrijving (verwachte) stand per 31 december Verplicht 18,60 10,61 3,47 1,56 1,18 0,84 0,50 0,21 0,08 0,03 0,00 Gelabeld 3,01 2,01 1,36 10,84 14,73 14,73 14,73 14,73 14,73 14,73 14,73 Vrij -5,43-10,14 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 16,18 2,47 4,83 12,40 15,91 15,57 15,23 14,94 14,80 14,76 14,73 Reserve EHS Zuidlaardermeer-midden Groningen (bedragen x 1 miljoen) Omschrijving (verwachte) stand per 31 december Verplicht 1,42 1,00 0,50 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 4,58 3,17 2,22 1,32 0,41 0,52 0,69 0,78 0,87 0,95 0,99 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 6,01 4,17 2,72 1,32 0,41 0,52 0,69 0,78 0,87 0,95 0,99 Reserve Provinciale Meefinanciering Omschrijving (bedragen x 1 miljoen) (verwachte) stand per 31 december Verplicht 20,52 8,16 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 11,65 11,10 9,98 8,85 7,70 6,54 5,53 4,99 4,46 4,45 4,45 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 32,16 19,26 9,98 8,85 7,70 6,54 5,53 4,99 4,46 4,45 4,45 Reserve Actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid (bedragen x 1 miljoen) Omschrijving (verwachte) stand per 31 december Verplicht 5,59 2,54 0,63 0,63 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 7,47 6,39 2,88 0,74 0,11 0,11 0,11 0,11 0,11 0,11 0,11 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 13,06 8,93 3,50 1,37 0,11 0,11 0,11 0,11 0,11 0,11 0,11 Reserve Regio Specifiek Pakket ZZL Omschrijving (bedragen x 1 miljoen) (verwachte) stand per 31 december Verplicht 145,31 134,01 108,18 76,53 48,45 26,90 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 99,43 91,69 74,02 52,37 33,15 18,40 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 244,74 225,70 182,20 128,90 81,60 45,30 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 51

53 Reserve Compensatie dividend Essent Omschrijving (bedragen x 1 miljoen) (verwachte) stand per 31 december Verplicht 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 Reserve Leefbaarheid krimpgebieden Omschrijving (bedragen x 1 miljoen) (verwachte) stand per 31 december Verplicht 14,14 2,64 1,96 1,31 1,14 0,28 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 5,59 5,15 8,31 11,48 14,57 17,59 20,59 13,73 6,86 0,00 0,00 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 19,73 7,79 10,28 12,79 15,71 17,87 20,59 13,73 6,86 0,00 0,00 Reserve Afkoop vervanging kunstwerken Winschoterdiep (bedragen x 1 miljoen) Omschrijving (verwachte) stand per 31 december Verplicht 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 20,17 20,32 20,52 22,16 22,49 22,85 23,41 23,72 24,00 24,24 24,38 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 20,17 20,32 20,52 22,16 22,49 22,85 23,41 23,72 24,00 24,24 24,38 Reserve Overboeking kredieten Omschrijving (bedragen x 1 miljoen) (verwachte) stand per 31 december Verplicht 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 33,25 11,14 4,81 4,01 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 33,25 11,14 4,81 4,01 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Egalisatiereserve WABO Omschrijving (bedragen x 1 miljoen) (verwachte) stand per 31 december Verplicht Gelabeld Vrij Totaal 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 TOTAAL Omschrijving (bedragen x 1 miljoen) (verwachte) stand per 31 december Verplicht 305,13 218,08 166,98 121,27 83,42 53,45 2,08 1,79 1,66 1,61 1,58 Gelabeld 610,29 558,02 515,65 486,94 452,73 427,33 380,13 367,90 358,44 350,01 349,83 Vrij -2,82-10,11 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 912,61 766,00 682,67 608,25 536,19 480,81 382,24 369,72 360,13 351,65 351,44 Specificatie vrij - Algemene Reserve 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 - Bestemmingsreserves -2,82-10,11 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03-2,82-10,11 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 52

54 Beschrijving per reserve 53

55 54

56 Reserve Programma Functie : Algemene Reserve : Algemene dekkingsmiddelen : Egaliseren exploitatiesaldi en weerstandsvermogen Achtergrond en doel van de reserve Ingesteld per In het verre verleden. Instellingsbesluit Onbekend. Functie van de reserve (egalisatie, inkomen, etc.) De Algemene reserve is het vrij besteedbare eigen vermogen van de provincie. Deze reserve heeft als belangrijkste functie het vormen van een buffer voor financiële tegenvallers. Tekorten en overschotten op de jaarrekening komen ten laste respectievelijk ten gunste van de Algemene reserve. De noodzakelijke hoogte van de Algemene reserve wordt mede bepaald aan de hand van het minimaal benodigde weerstandsvermogen van de provincie. Daarnaast heeft de reserve een functie bij het schuiven van budgettaire ruimte over de jaren heen, onder meer de middelen voor activiteiten, die in het voorbije jaar door omstandigheden niet tot uitvoering zijn gekomen (overboeking kredieten). Met ingang van 2013 is die laatste functie grotendeels overgenomen door de reserve Overboeking kredieten. Beschrijving doelstelling Weerstandsvermogen, omvang afhankelijk van omvang niet gedekte risico's. Voorwaarden voor aanwending 1. Verrekenen van incidentele tekorten/overschotten exploitatie 2. Verrekenen van financiële risico's kan alleen dan wanneer deze zijn benoemd in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. 3. Activiteiten waarvoor bij afzonderlijk besluit tijdelijk middelen zijn toegevoegd aan de Algemene Reserve. Koppeling programma (indien van toepassing) Diverse programma's, maar in het bijzonder Algemene dekkingsmiddelen. 55

57 Huidige stand en ontwikkelingen Welk bedrag van de huidige stand (per ) is verplicht/gelabeld/vrij inzetbaar? De stand per 31 december 2014 bedraagt (inclusief rekeningresultaat 2014) Waarvan: Verplicht : (betreft met name het doorschuiven van begrotingsruimte naar 2015 e.v. jaren, het ongedaan maken beroep op stamkapitaal in 2018 en het negatieve rekeningresultaat 2014) Gelabeld : (voorziening WAO, weerstandsvermogen algemeen en weerstandsvermogen mkb-dakfonds/economic Board). Vrij : 0 Welke inhoudelijke ontwikkelingen met betrekking tot de verplichtingen en gelabelde middelen in de reserve zijn er? In de voordracht met betrekking tot de Jaarrekening 2014 blijkt uiteindelijk - na bestemming en na verrekening met de begrotingsruimte 2015 t/m een vrij besteedbaar rekeningresultaat 2014 van circa 1,39 miljoen. In het kader van de Voorjaarsnota 2015 zal aan dit vrij besteedbare rekeningresultaat 2014 een nadere invulling worden gegeven. Prognose 10 jaar Wat is de prognose voor de voeding van de reserve voor de komende 10 jaar? (bedragen x 1 miljoen) Jaar Voeding 3,87 9,81 7,93 7,94 1,50 1,50 0,00 0,00 0,00 0,00 Toelichting bij de prognose voeding Voeding 2015: aanvulling weerstandsvermogen in verband met risico s revolverend mkb-fonds en Economic Board ( 1,50 miljoen) en verrekening negatief rekeningresultaat 2014 inclusief herschikking begrotingsruimte ( 2,37 miljoen). Voeding 2016: aanvulling weerstandsvermogen in verband met risico s revolverend mkb-fonds en Economic Board ( 1,50 miljoen), verrekening negatief rekeningresultaat 2014 inclusief herschikking begrotingsruimte ( 3,81 miljoen) en herschikking middelen ten behoeve van de Economic Board ( 4,50 miljoen). Voeding 2017: aanvulling weerstandsvermogen in verband met risico s revolverend mkb-fonds en Economic Board ( 1,50 miljoen), verrekening negatief rekeningresultaat 2014 inclusief herschikking begrotingsruimte ( 1,93 miljoen) en herschikking middelen ten behoeve van de Economic Board ( 4,50 miljoen). Voeding 2018: aanvulling weerstandsvermogen in verband met risico s revolverend mkb-fonds en Economic Board ( 1,50 miljoen), verrekening negatief rekeningresultaat 2014 inclusief herschikking begrotingsruimte ( 1,94 miljoen) en herschikking middelen ten behoeve van de Economic Board ( 4,50 miljoen). Voeding : aanvulling weerstandsvermogen in verband met risico s revolverend mkb-fonds en Economic Board ( 1,50 miljoen/jaar). In deze prognose is nog geen rekening gehouden met een aantal wijzigingen die voortvloeien uit het Collegeakkoord , namelijk: het beleidsvoornemen om meer provinciale middelen revolverend in te gaan zetten, waardoor er in de periode in verband met de daarmee gemoeide risico's een bedrag van 2,5 miljoen per jaar aan de Algemene reserve zal moeten worden toegevoegd. een herschikking van begrotingsruimte van 2015 naar de jaren 2016 tot en met 2019 omdat een aantal besparingen al in 2015 zal optreden, terwijl deze middelen vanaf 2016 zullen moeten worden ingezet ter bekostiging van de door ons gemaakte beleidskeuzes. 56

58 Wat is de prognose verplichte gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose gelabelde gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose vrij inzetbare gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) (bedragen x 1 miljoen) Jaar ) Verplicht 6,41-12,32-5,38-0,73 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 23,82 25,32 26,82 28,32 29,82 31,32 32,82 32,82 32,82 32,82 32,82 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 30,23 13,00 21,44 27,59 29,82 31,32 32,82 32,82 32,82 32,82 32,82 Toelichting bij prognose verplicht gedeelte saldo per Betreft de verplichtingen, die per 31 december 2014 zijn aangegaan en die vanaf 2015 geleidelijk tot uitbetaling komen, waaronder aanvulling subsidie Marketing Groningen, subsidies buiten de cultuurnota, maar vooral het verrekenen van het negatieve rekeningsaldo 2014 met de begrotingsruimte 2015 tot en met 2018, het voorfinancieren van de betaling ineens in 2015 aan de Economic Board, de bijbehorende verrekening van de bijdrage 2015 met de voor de Economic Board in 2016 tot en met 2018 beschikbare middelen en het ongedaan maken van het beroep op het stamkapitaal in 2018 (besluit IB2014). In deze prognose is nog geen rekening gehouden een herschikking van begrotingsruimte van 2015 naar de jaren 2016 tot en met Daarbij zal een aantal besparingen al in 2015 optreden, terwijl deze middelen vanaf 2016 zullen moeten worden ingezet ter bekostiging van de door ons in het Collegeakkoord gemaakte beleidskeuzes. Omdat deze herschikking over de gehele periode budgettair-neutraal is heeft dit geen invloed op de hoogte van het verplichte saldo per 31 december 2019 en volgende jaren. Toelichting bij prognose gelabelde gedeelte saldo per Betreft de voorziening WAO ( 0,70 miljoen), het algemene weerstandsvermogen om financiële risico's op te vangen ( 22,12 miljoen) en de tot en met 2020 geleidelijk aan oplopende middelen ( 10,00 miljoen) t.b.v. het opvangen van risico s in verband met het revolverende mkb-dakfonds en de Economic Board. In deze prognose is nog geen rekening gehouden met een aantal wijzigingen die voortvloeien uit het Collegeakkoord , namelijk: het beleidsvoornemen om meer provinciale middelen revolverend in te gaan zetten, waardoor er in de periode in verband met de daarmee gemoeide risico's een bedrag van 2,5 miljoen per jaar aan de Algemene reserve zal moeten worden toegevoegd. het voorstel om niet langer een risico-opslag van 40% ofwel 6,33 miljoen te hanteren voor risico s, die niet zijn voorzien c.q. hoger uit kunnen vallen dan oorspronkelijk is ingeschat. Het bedrag aan gelabelde middelen kan hierdoor per 31 december 2019 per saldo oplopen tot circa 34,99 miljoen ( 31,32 miljoen minus 6,33 miljoen plus 10 miljoen). Toelichting bij prognose vrij inzetbare gedeelte saldo per ) Het saldo per betreft de gerealiseerde stand die wordt meegenomen in de Jaarrekening

59 58

60 Reserve Programma Functie : Economische Sociale Fysieke Infrastructuur (ESFI) : Diverse : Versterking economische, sociale en fysieke infrastructuur Achtergrond en doel van de reserve Ingesteld per Vanuit het Bestuursprogramma is deze bestemmingsreserve in het leven geroepen (april 1999). Instellingsbesluit Bestuursprogramma Functie van de reserve (egalisatie, inkomen, etc.) Bestemmingsreserve. Verlenen van provinciale bijdragen in programma's en projecten die onder voorwaarden uit ESFI worden gefinancierd. Beschrijving doelstelling Het doel van de bestemmingsreserve is om bijdragen te kunnen verstrekken in projecten voor een duurzame regionale ontwikkeling en het kunnen realiseren van eigen investeringsprojecten op het gebied van infrastructuur. De bestemmingsreserve is samengesteld uit de voormalige reserves CESI/IIE. De bestemmingsreserve ESFI heeft een bestedingsfunctie voor verschillende uitvoeringsprogramma's. De reserve wordt gebruikt voor dekking van uitgaven in de programma's Leven en wonen in Groningen, Bereikbaar Groningen en Gebiedsgericht. De horizon van de reserve loopt tot Voorwaarden voor aanwending de uitvoering van het project moet bijdragen aan het realiseren van ons bestuursprogramma; het project heeft betrekking op een incidentele, 'aard en nagelvaste' investering; de bestemming is eenduidig en transparant; er wordt geen provinciale bijdrage verstrekt in de exploitatielasten, die voortvloeien uit de met het project gemoeide investering; het project moet bijdragen aan een duurzame economische ontwikkeling; het project kan niet volledig worden bekostigd uit sectorale kredieten en/of investeringsruimte algemene middelen; het project wordt zonder provinciale bijdrage waarschijnlijk niet gerealiseerd; het project moet bijdragen aan een aantoonbare verbetering van de economische, sociale of fysieke infrastructuur; voor zover het project betrekking heeft de verbetering van de fysieke infrastructuur dient deze te zijn opgenomen in de planning Infrastructurele projecten, die jaarlijks als bijlage aan de Programmabegroting is toegevoegd; ten laste van deze reserve worden de verplichtingen afgewikkeld, die tot en met 1999 zijn aangegaan ten laste van de reserve Meefinanciering; ten laste van deze reserve worden voorts de verplichtingen afgewikkeld, die tot en met april 2004 zijn aangegaan ten laste van de reserves CESI en IIE; voorbereidingskosten mogen t.l.v. projectbudgetten worden gebracht bij het MIT (voordracht 40/2009). 59

61 Koppeling programma (indien van toepassing) Met name Bereikbaar Groningen. Huidige stand en ontwikkelingen Welk bedrag van de huidige stand (per ) is verplicht/gelabeld/vrij inzetbaar? Van de stand per ultimo 2014 ad is MIT Overige Totaal verplicht gelabeld vrij totaal Welke inhoudelijke ontwikkelingen met betrekking tot de verplichtingen en gelabelde middelen in de reserve zijn er? In het voorjaar van 2013 hebben Provinciale Staten zich gebogen over de vrijval dit in het MIT was opgetreden, onder meer vanwege het niet doorgaan van het project RegioTram. Op basis van voordracht 23/2013 hebben Provinciale Staten een herbestemming gegeven aan de vrijgevallen provinciale MIT-middelen. Voor het MIT geldt dat Provinciale Staten de vrijgevallen middelen volledig hebben herbestemd. Daarenboven kent het MIT nog een beperkte taakstelling. Voor een verdere toelichting op de inhoudelijke ontwikkelingen m.b.t. het MIT verwijzen wij naar bijlage 4.1.a bij de Voorjaarsnota MIT: In de jaarrekening 2014 is een gelabeld bedrag van 68,8 miljoen ten behoeve van het MIT gepresenteerd. Deze gelabelde middelen zullen conform de planning van het MIT uiteindelijk worden verplicht. Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar bijlage 4.1.a bij de Voorjaarsnota Overige: Het saldo van 13,0 miljoen bij het onderdeel verplicht heeft met name betrekking op investeringswerken wegen en waterwegen en de afgesproken reservering ten behoeve van de ringwegen. De investeringwerken wegen en waterwegen zijn projecten, die in een afrondende fase zitten en binnenkort moeten worden afgerekend. Vervolgens kan worden bepaald welk deel van deze middelen vrij kan vallen. Voor zover deze vrijval nog deze collegeperiode optreedt willen wij deze zonodig betrekken bij het oplossen van het probleem van overcommittering MIT. Het restant gelabelde middelen van circa 25,0 miljoen heeft met name betrekking op de toekomstige bijdragen aan de regio Groningen-Assen (tot en met 2023, 15,6 miljoen), de reservering voor de ringwegen ( 4,8 miljoen), de reservering voor havengerelateerde activiteiten ( 2,0 miljoen), een reservering voor recreatieve vaarroutes ( 1,2 miljoen) en een reservering voor de spoorlijn Groningen- Bremen ( 0,8 miljoen), een reservering voor het Investeringsfonds Wonen, welzijn, zorg ( 0,2 miljoen), een reservering van 0,1 miljoen voor nagekomen kosten wegen en waterwegen, een reservering van 0,1 miljoen ten behoeve van cofinanciering waterberging en een reservering voor de tijdelijke regeling cofinanciering zorginfrastructuur ( 0,1 miljoen). 60

62 Prognose 10 jaar Wat is de prognose voor de voeding van de reserve voor de komende 10 jaar? (bedragen x 1.000) Jaar Voeding n.n.b. n.n.b n.n.b. n.n.b. Toelichting bij de prognose voeding De voeding van de reserve bestaat met name uit het dividend, dat wordt ontvangen door de deelneming in Enexis en rentebaten brugleningen Enexis. In 2015 wordt er naar verwachting een uitkering uit een ESCROW fonds ontvangen. Overzicht MIT (bedragen x 1.000) Saldo begin Voeding Beschikbaar Onttrekking Saldo eind In bovenstaand overzicht is het verloop van het onderdeel MIT weergegeven. Hierbij is als vertrekpunt het totale saldo per ultimo 2014 ad. 121,28 miljoen genomen en is geen onderscheid aangebracht tussen verplicht en gelabeld. De middelen zijn nodig om het MIT-programma, dat financieel doorloopt tot en met 2020 uit te kunnen voeren. Er ligt nog een beperkte opgave om de taakstelling MIT in deze periode weg te werken. Toelichting bij prognose verplicht gedeelte saldo per n.v.t. Toelichting bij prognose gelabelde gedeelte saldo per In deze overzichten is rekening gehouden met het besluit in de Voorjaarsnota 2014 om het project Westelijke Ringweg door te schuiven tot na 2020, waardoor in deze periode middelen kunnen vrijvallen, die voor een deel kunnen worden ingezet ter bekostiging van andere majeure opgaven. De hiermee gemoeide middelen worden aan een nieuw MIT na 2020 weer toegevoegd. Toelichting bij prognose vrij inzetbare gedeelte saldo per Voor zover het gaat om de gelabelde MIT-middelen is er geen sprake van vrijval. Overzicht Overige Wat is de prognose verplichte gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose gelabelde gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose vrij inzetbare gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) (bedragen x 1 miljoen) Jaar ) Verplicht 13,00 3,03 1,58 1,58 1,58 1,58 1,58 1,58 1,58 1,58 1,58 Gelabeld 25,03 17,62 15,60 13,84 12,11 10,37 8,64 6,91 5,18 3,44 3,44 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 38,02 20,65 17,18 15,42 13,69 11,95 10,22 8,49 6,76 5,02 5,02 Toelichting bij prognose verplicht gedeelte saldo per

63 Het saldo van 13,0 miljoen bij het onderdeel verplicht heeft met name betrekking op investeringswerken wegen en waterwegen en de afgesproken reservering ten behoeve van de ringwegen. De investeringwerken wegen en waterwegen zijn projecten, die in een afrondende fase zitten en binnenkort moeten worden afgerekend. Vervolgens kan worden bepaald welk deel van deze middelen vrij kan vallen. Voor zover deze vrijval nog deze collegeperiode optreedt, willen wij deze zonodig betrekken bij het oplossen van het probleem van overcommittering MIT. Het saldo eind 2024 heeft voor het grootste deel betrekking op de projecten die nog moeten worden afgewikkeld ( 1,1 miljoen). Wat het uiteindelijke resultaat zal worden is op dit moment nog niet aan te geven. Daarnaast is er een bedrag van 2,1 miljoen verplicht voor de aanleg van recreatieve vaarroutes. Naar verwachting worden deze middelen in 2015 geheel besteed. Toelichting bij prognose gelabelde gedeelte saldo per Het restant gelabelde middelen van circa 25,0 miljoen heeft met name betrekking op de toekomstige bijdragen aan de regio Groningen-Assen (tot en met 2023, 15,6 miljoen), de reservering voor de ringwegen ( 4,8 miljoen), de reservering voor havengerelateerde activiteiten ( 2,0 miljoen), een reservering voor recreatieve vaarroutes ( 1,2 miljoen) en een reservering voor de spoorlijn Groningen- Bremen ( 0,8 miljoen), een reservering voor het Investeringsfonds Wonen, welzijn, zorg ( 0,2 miljoen), een reservering van 0,1 miljoen voor nagekomen kosten wegen en waterwegen, een reservering van 0,1 miljoen ten behoeve van cofinanciering waterberging en een reservering voor de tijdelijke regeling cofinanciering zorginfrastructuur ( 0,1 miljoen). Van deze gelabelde bedragen stellen wij voor om in 2015 een bedrag van 3,0 miljoen te laten vrijvallen ten gunste van de begrotingsruimte en in te zetten voor de voorstellen in het kader van het Collegeakkoord Eind 2024 resteert nog een gelabeld bedrag van 3,44 miljoen. Dit betreft met name de middelen voor ringwegen ( 2,0 miljoen). Op dit moment is nog niet aan te geven in hoeverre deze middelen benodigd zijn voor realisatie van de ringwegprojecten die nu in uitvoering zijn. Voor de gelabelde middelen voor recreatieve vaarroutes ( 1,2 miljoen) en de amendentgelden ( 0,2 miljoen) is ook nog niet aan te geven wanneer deze middelen zullen worden ingezet. Er zijn op dit moment 2 concrete vaarrecreatieprojecten waarvoor wij deze middelen willen gaan inzetten, maar de cofinanciering is op dit moment onzeker, waardoor uitvoering en planning ook onzeker is. Voor de amendementgelden ligt op dit moment ook geen concrete aanvraag. In ons Collegeakkoord hebben wij verder voorgesteld om de door ons gemaakte beleidskeuzes voor de periode onder meer te bekostigen door in 2015 tenminste 5% van de per 31 december 2014 gelabelde bedragen af te romen. Dat betekent voor de reserve ESFI (Overige) dat een bedrag van tenminste aan gelabelde middelen zou moeten worden afgeroomd. In het kader van de Begroting 2016 zullen wij de haalbaarheid hiervan nader onderzoeken. Toelichting bij prognose vrij inzetbare gedeelte saldo per Op dit moment is er geen vrij inzetbare ruimte. Zie toelichting bij verplicht en gelabeld. 1) Het saldo per betreft de gerealiseerde stand die wordt meegenomen in de Jaarrekening

64 Reserve Programma Functie : Stimulering Zorg : Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur : Stimulering zorgvernieuwing Achtergrond en doel van de reserve Ingesteld per De Reserve Stimulering Zorg is gestart op 1 januari De daaraan gekoppelde subsidieregeling Stimuleringsfonds Zorg werd beëindigd op 31 december Instellingsbesluit In het collegeprogramma hebben GS aangegeven dat er een nieuw Stimuleringsfonds Zorg (ouderenzorg, jeugdzorg, geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg) komt dat in deze een omvang zal hebben van ƒ 3 miljoen (= ƒ of wel per jaar). Functie van de reserve (egalisatie, inkomen, etc.) Bestemmingsreserve. Beschrijving doelstelling Doel van deze subsidieregeling was het realiseren van zorgvernieuwing. Met de middelen uit dit fonds zijn vernieuwende en concrete activiteiten gefinancierd waarvan de effecten voor de zorgvragers- en gebruikers direct aantoonbaar zijn op het gebied van zorg in nauwe relatie met de sectoren wonen, arbeid, welzijn en vervoer. De reserve heeft géén betrekking op structurele exploitatie van activiteiten, op kapitaalslasten, op onvoorziene kosten en activiteiten die vallen onder het reguliere aanbod en takenpakket van instellingen, organisaties en overheden. Subsidie werd verleend op incidentele basis voor zover er middelen beschikbaar waren. Voorwaarden voor aanwending Criteria voor dit fonds waren: 1. de activiteit heeft direct aantoonbare effecten voor de zorggebruiker; 2. de activiteit is vraaggericht; 3. binnen de activiteit staat de zorggebruiker centraal; 4. er is sprake van zorgvernieuwing (innovatie); 5. de activiteit sluit aan bij het creëren van ketenzorg waarbij samenhang in het aanbod van de verschillende voorzieningen wordt aangebracht; 6. de activiteit sluit aan bij de vermaatschappelijking van de zorg waarbij de deelname van de zorggebruiker aan de maatschappij wordt bevorderd; 7. de activiteit sluit aan bij het creëren van samenhang tussen wonen, welzijn en zorg; 8. voor activiteiten jeugdzorg geldt als extra criterium dat de activiteit zorgt voor verbetering van de aansluiting van het gemeentelijk jeugdbeleid op de provinciale jeugdzorg; 9. de maximale subsidie bedraagt 50% van het gevraagde subsidiebedrag. De aanvrager dient de 10. resterende benodigde financiële middelen op andere wijze gefinancierd te krijgen. Gedeputeerde Staten kunnen bij uitzondering besluiten de bijdrage uit het fonds te verhogen. 63

65 Koppeling programma (indien van toepassing) Sociaal beleid, jeugdzorg, gezondheidszorg, ouderenbeleid. Huidige stand en ontwikkelingen Welk bedrag van de huidige stand (per ) is verplicht/gelabeld/vrij inzetbaar? Stand: Waarvan: - verplicht gelabeld 0 - Vrij Welke inhoudelijke ontwikkelingen met betrekking tot de verplichtingen en gelabelde middelen in de reserve zijn er? De stand ultimo 2014 van de bestemmingsreserve Stimulering Zorg bedraagt Hiervan is een bedrag van ,38 verplicht. De verwachting is dat in de loop van het jaar 2015 de onderliggende verplichtingen worden afgehandeld. Gelet op het feit dat geen nieuwe verplichtingen worden aangegaan omdat de subsidieregeling Stimuleringsfonds Zorg is gestopt, stellen wij voor om het bedrag van ,58 in te zetten als dekkingsmiddel voor de bekostiging van de beleidswijzigingen die wij hebben gepresenteerd in ons Collegeakkoord Tevens stellen wij voor om deze bestemmingsreserve per op te heffen. Prognose 10 jaar Wat is de prognose voor de voeding van de reserve voor de komende 10 jaar? Geen voeding (bedragen x 1 miljoen) Jaar Voeding 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Toelichting bij de prognose voeding Er vindt geen voeding van de reserve meer plaats. 64

66 Wat is de prognose verplichte gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose gelabelde gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose vrij inzetbare gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) (bedragen x 1 miljoen) Jaar ) Verplicht 0,09 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Vrij 0,07 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 0,16 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Toelichting bij prognose verplicht gedeelte saldo per Zie toelichting bij inhoudelijke ontwikkelingen. Toelichting bij prognose gelabelde gedeelte saldo per N.v.t. Toelichting bij prognose vrij inzetbare gedeelte saldo per Zie toelichting bij inhoudelijke ontwikkelingen. 1) Het saldo per betreft de gerealiseerde stand die wordt meegenomen in de Jaarrekening

67 66

68 Reserve Programma Functie : Huisvesting en Inrichting : Bedrijfsvoering : Egaliseren lasten en baten groot onderhoud huisvesting Achtergrond en doel van de reserve Ingesteld per Niet bekend, maar in ieder geval voor 1985 Instellingsbesluit Datum en nummer niet bekend, maar in ieder geval voor 1985 Functie van de reserve (egalisatie, inkomen, etc.) Egalisatiereserve. Beschrijving doelstelling Reserveren van gelden voor groot onderhoud en inrichting Voorwaarden voor aanwending Kosten moeten betrekking hebben op groot onderhoud en inrichting. Koppeling programma (indien van toepassing) Bedrijfsvoering Huidige stand en ontwikkelingen Welk bedrag van de huidige stand (per ) is verplicht/gelabeld/vrij inzetbaar? De stand per 31 december 2014 bedraagt Waarvan: Verplicht 0 Gelabeld Vrij 0. 67

69 Welke inhoudelijke ontwikkelingen met betrekking tot de verplichtingen en gelabelde middelen in de reserve zijn er? In 2014 is het vrij besteedbare deel van de reserve Huisvesting & Inrichting voor meerjarig onderhoud (raming ) ten gunste van de algemene middelen gebracht. Vanwege de afwikkeling van overige openstaande verplichtingen ten laste van de reserve H&I ( 0,72 miljoen) zal deze reserve pas op termijn kunnen worden opgeheven. De verwachting bestaat dat deze openstaande verplichtingen in 2015 en 2016 zullen worden afgewikkeld. De reserve zal hierdoor naar verwachting per 1 januari 2017 kunnen worden opgeheven. Prognose 10 jaar Wat is de prognose voor de voeding van de reserve voor de komende 10 jaar? (bedragen x 1 miljoen) Jaar Voeding n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Toelichting bij de prognose voeding In verband met de voor het Meerjarenonderhoudsplan provinciehuis gekozen financieringsopzet zal de reserve Huisvesting en Inrichting vanaf 2015 niet langer worden gevoed. Wat is de prognose verplichte gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose gelabelde gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose vrij inzetbare gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) (bedragen x 1 miljoen) Jaar ) Verplicht 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 0,72 0,36 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 0,72 0,36 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Toelichting bij prognose verplicht gedeelte saldo per Niet van toepassing. Toelichting bij prognose gelabelde gedeelte saldo per Verwacht wordt dat de gelabelde bedragen in 2015 en 2016 zullen worden ingevuld en besteed. Op dit moment werkt afdeling Facilitaire Zaken aan een prioriteitenlijst om de wensen te kunnen invullen voor deze reserve. Op dit moment lopen er 2 projecten: Kelder A nul met een begroting van en Bureaus MK12 met een begroting van De reserve zal naar verwachting per 1 januari 2017 kunnen worden opgeheven. Toelichting bij prognose vrij inzetbare gedeelte saldo per Niet van toepassing. 1) Het saldo per betreft de gerealiseerde stand die wordt meegenomen in de Jaarrekening

70 Reserve Programma Functie : Grondwaterheffing : Schoon/Veilig Groningen : Egaliseren van lasten en baten grondwateronttrekking Achtergrond en doel van de reserve Ingesteld per Voor Instellingsbesluit Niet bekend. Functie van de reserve (egalisatie, inkomen, etc.) Egalisatiereserve. Beschrijving doelstelling Met de egalisatiereserve kunnen schommelingen in kosten en opbrengsten in de jaren worden opgevangen. Voorwaarden voor aanwending Voor zover de kosten van uitvoering van de grondwaterheffing leges gerelateerd zijn kunnen deze worden verrekend met de ontvangen leges. Het verschil tussen legesgerelateerde kosten en legesopbrengsten zal jaarlijks worden verrekend met de egalisatiereserve. Koppeling programma (indien van toepassing) Schoon/Veilig Groningen Huidige stand en ontwikkelingen Welk bedrag van de huidige stand (per ) is verplicht/gelabeld/vrij inzetbaar? Het betreft een egalisatiereserve de middelen mogen alleen worden aangewend voor taken in het kader van grondwaterheffing. Het saldo van de reserve bedraagt per 31 december Hierop rusten nauwelijks harde verplichtingen ( 3.000). 69

71 Welke inhoudelijke ontwikkelingen met betrekking tot de verplichtingen en gelabelde middelen in de reserve zijn er? Voor de komende jaren wordt er een grotere uitgave verwacht ten behoeve van de Adviescommissie Schade Grondwater vanuit de post Geohydrologisch onderzoek. Dit ligt in de orde van grote van euro per jaar (naar schatting voor de periode ). Prognose 10 jaar Wat is de prognose voor de voeding van de reserve voor de komende 10 jaar? (bedragen x 1 miljoen) Jaar Voeding 0,027 0,019 0,012 0,012 0,012 0,012 0,012 0,012 0,012 0,012 Toelichting bij de prognose voeding De voeding wordt bepaald door enerzijds het saldo van lasten en baten en anderzijds de aan deze reserve toe te voegen bespaarde rente. De grondwaterheffing is in sterke mate bepalend voor het saldo van lasten en baten. In voordracht nr. 36/2012 is voorgesteld om de grondwaterheffing per 1 januari 2013 te verhogen van 1,11 eurocent per m 3 onttrokken grondwater naar 1,68 eurocent per m3 onttrokken grondwater. In 2016 zal dit tarief worden geëvalueerd. De prognose van de baten, en daarmee indirect de voeding van de reserve, is gebaseerd op het huidige tarief. In 2016 wordt een sluiting van de drinkwaterwinning Sellingen verwacht. Wat is de prognose verplichte gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose gelabelde gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose vrij inzetbare gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) (bedragen x 1 miljoen) Jaar ) Verplicht 0,003 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 Gelabeld 0,503 0,527 0,540 0,546 0,544 0,534 0,515 0,487 0,450 0,403 0,347 Vrij 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 Totaal 0,506 0,527 0,540 0,546 0,544 0,534 0,515 0,487 0,450 0,403 0,347 Toelichting bij prognose verplicht gedeelte saldo per Toelichting bij prognose gelabelde gedeelte saldo per De prognose van het gelabelde deel per is gebaseerd op enerzijds het handhaven van de huidige tarieven voor onttrekking grondwater en het continueren van de huidige financiële en personele inzet m.b.t. grondwater. Toelichting bij prognose vrij inzetbare gedeelte saldo per Niet van toepassing. 1) Het saldo per betreft de gerealiseerde stand die wordt meegenomen in de Jaarrekening

72 Reserve Programma Functie : Automatisering : Bedrijfsvoering : Egalisatie van lasten en baten aanschaf, beheer en onderhoud ICT-voorzieningen Achtergrond en doel van de reserve Ingesteld per Instellingsbesluit Functie van de reserve (egalisatie, inkomen, etc.) Egalisatiereserve Beschrijving doelstelling Het egaliseren van de lasten en baten in verband met de aanschaf, beheer en onderhoud van ICTvoorzieningen op basis van de periodiek verschijnende ICT-beleidsplannen. Voorwaarden voor aanwending Binnen de exploitatiebegroting ICT wordt jaarlijks rekening gehouden met een vervangingsinvestering voor hardware. De automatiseringsreserve wordt aangewend als de hardware vervangingen boven budget uitkomen. Koppeling programma (indien van toepassing) Bedrijfsvoering. Huidige stand en ontwikkelingen Welk bedrag van de huidige stand (per ) is verplicht/gelabeld/vrij inzetbaar? Van het huidige bedrag van de reserve ad is gelabeld voor het strategisch informatieplan en het andere deel als egalisatiebudget voor het vervangingsbudget ICT ( ). 71

73 Welke inhoudelijke ontwikkelingen met betrekking tot de verplichtingen en gelabelde middelen in de reserve zijn er? Voor het vervangingsbudget ICT is een hardware vervangingenschema beschikbaar. Voor het strategisch informatieplan 2015 zijn projecten benoemd, die uitgevoerd gaan worden in Voor Zaakgericht werken is gereserveerd. Prognose 10 jaar Wat is de prognose voor de voeding van de reserve voor de komende 10 jaar? (bedragen x 1 miljoen) Jaar Voeding 2,98 2,96 3,01 3,05 3,10 3,18 3,23 3,28 3,32 3,38 Toelichting bij de prognose voeding Bovengenoemde voedingen in de reserve betreffen de exploitatiemiddelen van ICT op basis van de huidige kosten voor de komende jaren. Wat is de prognose verplichte gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose gelabelde gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose vrij inzetbare gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) (bedragen x 1 miljoen) Jaar ) Verplicht 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 4,06 3,74 3,15 3,25 2,58 2,00 2,05 2,65 2,04 2,03 1,79 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 4,06 3,74 3,15 3,25 2,58 2,00 2,05 2,65 2,04 2,03 1,79 Toelichting bij prognose verplicht gedeelte saldo per Niet van toepassing Toelichting bij prognose gelabelde gedeelte saldo per In 2015 wordt voor IP-projecten onttrokken aan deze reserve. De vermelde bedragen zijn de resultante van de jaarlijkse voeding en de hieronder vermelde onttrekkingen. Op basis van het huidige vervangingenschema en huidige kosten worden de volgende bedragen (x 1 miljoen) onttrokken aan de reserve om te dienen als aanvulling op de beschikbare exploitatiemiddelen: ,30 3,55 2,91 3,72 3,68 3,13 2,63 3,88 3,35 3,61 Toelichting bij prognose vrij inzetbare gedeelte saldo per Niet van toepassing. 1) Het saldo per betreft de gerealiseerde stand die wordt meegenomen in de Jaarrekening

74 Reserve Programma Functie : Beheer Wegen en Kanalen : Bereikbaar Groningen : Egalisatie van lasten en baten beheer en onderhoud van wegen en waterwegen Achtergrond en doel van de reserve Ingesteld per Instellingsbesluit Statenbesluit 22 mei 1996, nr. 6. Functie van de reserve (egalisatie, inkomen, etc.) Egalisatiereserve. Beschrijving doelstelling Het egaliseren van de lasten en baten van het beheer en onderhoud van wegen en waterwegen. Voorwaarden voor aanwending Lasten en baten moeten vallen binnen de vastgestelde reikwijdte door PS van het lopende Meerjarenprogramma Beheer en onderhoud provinciale infrastructuur. Koppeling programma (indien van toepassing) Bereikbaar Groningen. Huidige stand en ontwikkelingen Welk bedrag van de huidige stand (per ) is verplicht/gelabeld/vrij inzetbaar? Het saldo bedraagt ultimo Waarvan: Verplicht 0 Gelabeld Vrij 0. 73

75 Welke inhoudelijke ontwikkelingen met betrekking tot de verplichtingen en gelabelde middelen in de reserve zijn er? Het Meerjarenprogramma Beheer en onderhoud provinciale infrastructuur kent een vierjaarlijkse cyclus, waarvan de huidige eindigt op 31 december Voor de periode zal een nieuw meerjarenprogramma worden opgesteld. Besluitvorming hierover zal in het najaar 2016 plaats vinden. Prognose 10 jaar Wat is de prognose voor de voeding van de reserve voor de komende 10 jaar? (bedragen x 1 miljoen) Jaar Voeding p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. Toelichting bij de prognose voeding Op begrotingsbasis wordt verondersteld dat de in enig jaar beschikbaar komende middelen in dat jaar zullen worden aangewend c.q. toereikend zijn. Bij de jaarlijkse afsluiting in het kader van de Jaarrekening zal blijken welk deel van de beschikbaar gestelde middelen feitelijk nog niet is besteed dan wel er overbesteding is geweest. In het geval van onderbesteding zullen de middelen weer worden toegevoegd aan de reserve om op een later moment alsnog tot besteding te komen. In het geval van overbesteding zal in het daarop volgende jaar (of resterende periode van het Meerjarenprogramma) minder te besteden zijn. Uitgangspunt is, dat aan het eind van het Meerjarenprogramma (eind 2016) op een eindsaldo van nul wordt gekoerst. Wat is de prognose verplichte gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose gelabelde gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose vrij inzetbare gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) (bedragen x 1 miljoen) Jaar ) Verplicht 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 2,15 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 2,15 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Toelichting bij prognose verplicht gedeelte saldo per Niet van toepassing. Toelichting bij prognose gelabelde gedeelte saldo per Wij veronderstellen dat het per 31 december 2014 gelabelde bedrag in 2015 volledig tot besteding zal komen. Dat zelfde veronderstellen wij ten aanzien van de voor 2015 beschikbaar gestelde middelen. Toelichting bij prognose vrij inzetbare gedeelte saldo per Niet van toepassing. 1) Het saldo per betreft de gerealiseerde stand die wordt meegenomen in de Jaarrekening

76 Reserve Programma Functie : Cofinanciering Kompas : Ondernemend Groningen : Cofinanciering Regionale programma's Achtergrond en doel van de reserve Ingesteld per Instellingsbesluit Voorjaarsnota Functie van de reserve (egalisatie, inkomen, etc.) Bestemmingsreserve. Beschrijving doelstelling Speerpunt van het Kompasprogramma is de wens de te hoge werkloosheid in het Noorden versneld terug te dringen. Het Kompasprogramma is opgebouwd rond de thema's economische kerngebieden/marktsector, stedelijke centra en landelijk gebied. De marktsector wordt versterkt door scholings-/onderzoeksactiviteiten en door het stimuleren van technologische vernieuwingen. In het landelijk gebied moet ruimte voor landbouw, recreatie, natuur, wonen en andere kleinschalige activiteiten behouden blijven. Speciale aandacht wordt gegeven aan de positie van de stedelijke centra, die belangrijke verzorgende functies vervullen voor een groot gebied. Een speerpunt daarbij is de herstructurering van de woningvoorraad. Een andere prioriteit wordt gelegd bij het goed bereikbaar houden van de VINEX-centra Groningen/Assen, Emmen en Leeuwarden. De uitvoering van het Kompasprogramma heeft betrekking op de periode Voor nadere informatie over het Kompas voor het Noorden verwijzen wij u naar statenvoordracht nr. 66/1999 en de daarbij behorende nota 'Kompas voor het Noorden'. In de Voorjaarsnota 2004 is besloten om het budget ten behoeve van Cofinanciering Kompas te verhogen en ook in jaren 2007 en 2008 middelen beschikbaar te stellen vanwege een langere doorloop van het programma. Voorwaarden voor aanwending De reserve kon worden aangesproken voor provinciale bijdragen in de kosten van projecten, die zijn opgenomen in het in noordelijk verband vastgestelde Kompasprogramma. In de Voorjaarsnota 2001 en 2002 zijn de onderstaande criteria voor een bijdrage uit de reserve Cofinanciering Kompas vastgelegd: het project (of tot een programma geclusterde projecten) is (zijn) uitvoeringsgereed; de totale projectkosten, die met het project (of tot een programma geclusterde projecten) zijn gemoeid bedragen in totaal minimaal ; het doel van het project (of tot een programma geclusterde projecten) is eenduidig; voor zover projecten worden geclusterd (tot een programma) moet er in inhoudelijk en technisch opzicht en in de tijd bezien sprake zijn van een samenhangend geheel; het project (of tot een programma geclusterde projecten) is inhoudelijk getoetst aan het Kompas 75

77 en wordt beoordeeld als passend binnen de maatregelen van het Kompas; het project (of tot een programma geclusterde projecten) wordt (tevens) gefinancierd door middel van tenminste één van de in het Kompas genoemde externe financieringsbronnen, niet zijnde de bijdragen van andere regionale overheden (financieringsbronnen zoals EZ/EFRO, Leader, Interreg, GDU, EU PLOP en SGB); De voorkeursvolgorde voor financiering van projecten (of tot een programma geclusterde projecten) met uitzondering van de projecten in het kader van de regeling 'gebiedsgericht werken is eerst externe financieringsbronnen, vervolgens provinciale sectorale middelen en daarna provinciale cofinancieringsmiddelen. Voor de projecten in het kader van de regeling 'gebiedsgericht werken' geldt de in dat kader m.b.t. de financiering afgesproken voorkeursvolgorde. Koppeling programma (indien van toepassing) Ondernemend Groningen. Huidige stand en ontwikkelingen Welk bedrag van de huidige stand (per ) is verplicht/gelabeld/vrij inzetbaar? Per bedraagt de stand van deze reserve Waarvan: - verplicht gelabeld vrije ruimte 0. Van de beschikbare 34,4 miljoen is tot nu toe bijna 31,7 miljoen gecommitteerd dan wel gereserveerd en een bedrag van 2,7 miljoen vrijgevallen (zie voordracht nr. 40/2009 en voordracht nr. 40a/2009). Deze vrijval van 2,7 miljoen is aangewend voor de voorziening frictiekosten provinciale bezuinigingen In 2015 en 2016 zullen de nog resterende projecten worden afgerekend. In de Voorjaarsnota 2014 hebben wij voorgesteld het voorziene vrij besteedbare restant van de reserve van ten gunste van de algemene middelen te brengen, evenals een korting van 5% op de per 31 december 2013 gelabelde bedragen binnen de reserve (5% van de gelabelde bedragen ten behoeve van glastuinbouw ad = ). In totaal Welke inhoudelijke ontwikkelingen met betrekking tot de verplichtingen en gelabelde middelen in de reserve zijn er? In ons Collegeakkoord hebben wij aangegeven voor verdere uitbreiding van de glastuinbouw geen mogelijkheden in onze provincie te zien. Daarom stellen wij voor het ruimtelijk beslag voor glastuinbouw te laten vervallen en het hiervoor in de reserve Cofinanciering Kompas gereserveerde bedrag ( ) in te zetten voor de bekostiging van de door ons in het Collegeakkoord voorgestelde beleidskeuzes. In de jaren 2015 en 2016 zullen naar verwachting de nog resterende projecten worden afgerekend en de nu nog gereserveerde middelen worden ingezet. De nog resterende projecten zitten in de afrondingsfase. 76

78 Prognose 10 jaar Wat is de prognose voor de voeding van de reserve voor de komende 10 jaar? (bedragen x 1 miljoen) Jaar Voeding n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Toelichting bij de prognose voeding Voor de voeding van de reserve Cofinanciering Kompas hebben uw Staten in de periode via jaarlijkse donaties in totaal 33,8 miljoen beschikbaar gesteld. Daarnaast zijn er nog incidentele baten tot een bedrag van circa 0,6 miljoen aan de reserve toegevoegd. De totale voeding van de reserve bedraagt derhalve 34,4 miljoen. Deze middelen zijn bestemd om projecten mee te cofinancieren, die tevens gefinancierd worden uit een aantal met name genoemde andere financieringsbronnen binnen het Kompasprogramma, te weten EZ/EFRO, Leader, Interreg, GDU, EU PLOP en SGB. Na 2008 is en wordt deze reserve niet meer gevoed. Wat is de prognose verplichte gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose gelabelde gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose vrij inzetbare gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) (bedragen x 1 miljoen) Jaar ) Verplicht 0,59 0,05 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 1,80 0,01 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 2,39 0,07 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Toelichting bij prognose verplicht gedeelte saldo per De verwachting is dat de nog resterende projecten in 2015 en 2016 worden afgerekend. Toelichting bij prognose gelabelde gedeelte saldo per Zie opmerkingen over de voorgestelde inzet van de gelabelde middelen Glastuinbouw ( ) ten behoeve van het Collegeakkoord In ons Collegeakkoord hebben wij verder voorgesteld om de door ons gemaakte beleidskeuzes voor de periode onder meer te bekostigen door in 2015 tenminste 5% van de per 31 december 2014 gelabelde bedragen af te romen. Dat betekent voor de reserve Cofinanciering Kompas een bedrag van tenminste aan overige nog gelabelde middelen zou moeten worden afgeroomd. In het kader van de Begroting 2016 zullen wij de haalbaarheid hiervan nader onderzoeken. Toelichting bij prognose vrij inzetbare gedeelte saldo per Zie toelichting bij huidige stand en ontwikkelingen. 1) Het saldo per betreft de gerealiseerde stand die wordt meegenomen in de Jaarrekening

79 78

80 Reserve Programma Functie : Ontgrondingen : Schoon/Veilig Groningen : Egaliseren lasten en baten ontgrondingen Achtergrond en doel van de reserve Ingesteld per Instellingsbesluit Integrale Bijstelling Functie van de reserve (egalisatie, inkomen, etc.) Egalisatiereserve. Aangezien lasten en baten niet synchroon lopen is er een egalisatiereserve ingesteld. Beschrijving doelstelling Onder de naam ontgrondingenheffing'' wordt (ten laste van de aanvragers van een ontgrondingenvergunning) vanaf 2002 een directe belasting geheven ter bestrijding van: Ten hoogste vijftig procent van de ten laste van de provincie komende kosten van werkzaamheden in verband met onderzoek en planning met betrekking tot ontgrondingen en van werkzaamheden, voortvloeiende uit de toepassing van artikel 7b van de (Ontgrondingen)wet ( 0,065 per m3); Kosten van maatregelen, gericht op het bieden van compensatie in verband met de gevolgen van ingrijpende ontgrondingen ten behoeve van de grondstoffenvoorziening aan gebieden waar zodanige ontgrondingen plaats vinden of plaatsgevonden hebben ( 0,035 per m3); Kosten met betrekking tot schadevergoedingen ingevolge artikel 26 van de wet ( per m3). Voorwaarden voor aanwending Aangezien er hier sprake is van en bestemmingsheffing mogen de inkomsten slechts worden aangewend voor het doel waarvoor ze worden geheven Koppeling programma (indien van toepassing) Schoon/Veilig Groningen. 79

81 Huidige stand en ontwikkelingen Welk bedrag van de huidige stand (per ) is verplicht/gelabeld/vrij inzetbaar? Stand per 31 december 2014 bedraagt Waarvan: Verplicht 0 Gelabeld Vrij 0. Zoals volgt uit het voorgaande is er sprake van een bestemmingsheffing. Het is dus gelabeld geld. Het is wettelijk verboden dit geld vrij in te zetten. Vanaf 1 januari 2007 bedraagt het tarief 0,01 per m 3 (uitsluitend t.b.v. schadevergoedingen). De heffing voor de beide andere componenten (planning en onderzoek en compenserende maatregelen) is per die datum opgeheven, terwijl het bedrag voor schade vergoedingen is verdubbeld. De helft van dit bedrag is ten behoeve van feitelijke schadevergoedingen, de andere helft t.b.v. extern onderzoek naar het oorzakelijk verband tussen de ontgronding en de opgetreden schade. Welke inhoudelijke ontwikkelingen met betrekking tot de verplichtingen en gelabelde middelen in de reserve zijn er? De tarieven zijn niet budgetneutraal. De inkomsten zijn vanaf 2015 begroot op en de verwachte kosten Zodat er per saldo per jaar wordt onttrokken aan de reserve. Prognose 10 jaar Wat is de prognose voor de voeding van de reserve voor de komende 10 jaar? (bedragen x 1 miljoen) Jaar Voeding 0,01 0,01 0,01 0,01 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Toelichting bij de prognose voeding Aangezien vooraf niet bekend is welke vergunningen voor ontgronding worden verleend is de jaarlijkse toevoeging - vanuit de ontgrondingenheffing - geraamd op De uitgaven laten zich vooraf niet of nauwelijks ramen. Daarom is jaarlijks vrij inzetbaar voor planning en onderzoek. Bovendien worden de salariskosten van de beleidsmedewerkers voor ontgrondingen gedeeltelijk uit de egalisatiereserve betaald. De begrote uitgaven zijn gesteld op Naar verwachting wordt de Ontgrondingenwet binnen afzienbare tijd ingetrokken en wordt deze geïntegreerd in de nieuwe Omgevingswet (invoering voorzien vanaf 2018). Naar verwachting zal de bestemmingsheffing dan worden opgeheven en zal de Egalisatiereserve niet meer worden gevoed. 80

82 Wat is de prognose verplichte gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose gelabelde gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose vrij inzetbare gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) (bedragen x 1 miljoen) Jaar ) Verplicht 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 0,96 0,92 0,87 0,83 0,78 0,72 0,66 0,60 0,53 0,47 0,40 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 0,96 0,92 0,87 0,83 0,78 0,72 0,66 0,60 0,53 0,47 0,40 Toelichting bij prognose verplicht gedeelte saldo per Toelichting bij prognose gelabelde gedeelte saldo per Naar verwachting wordt de Ontgrondingenwet binnen afzienbare tijd ingetrokken en wordt deze geïntegreerd in de nieuwe Omgevingswet (invoering voorzien vanaf 2018). Naar verwachting zal de bestemmingsheffing dan worden opgeheven en zal de Egalisatiereserve niet meer worden gevoed. Toelichting bij prognose vrij inzetbare gedeelte saldo per ) Het saldo per betreft de gerealiseerde stand die wordt meegenomen in de Jaarrekening

83 82

84 Reserve Programma Functie : Apparaatskosten personeel (AKP) : Bedrijfsvoering : Beschikbaar houden van AKP-budgetten gedurende een collegeperiode Achtergrond en doel van de reserve Ingesteld per 2004 Instellingsbesluit Voorjaarsnota Functie van de reserve (egalisatie, inkomen, etc.) Egalisatiereserve. De eventuele jaarlijkse over- en onderschrijdingen op de AKP-budgetten moeten via deze reserve worden meegenomen naar een volgend jaar. Daarbij is het van belang onderscheid te maken naar aandeel algemene middelen en het aandeel overige sectoren. Wellicht ten overvloede merken wij op dat deze egalisatiereserve uitsluitend bedoeld is voor de afdelingen die niet vallen onder het Managementcontract Beheer Wegen en Kanalen. Voor de afdelingen vallend onder het Managementcontract Beheer Wegen en Kanalen bestaat reeds een "eigen" egalisatiereserve. Gerekend over één collegeperiode dient het apparaatskostenbudget per afdeling in principe in evenwicht te zijn. In de laatste begroting/ rekening van de zittingsperiode van een college van Gedeputeerde Staten moet dat evenwicht zijn bereikt. Eventuele tekorten moeten zijn gecompenseerd. Eventuele overschotten moeten worden bestemd, voor in principe de volgende doeleinden(of combinatie daarvan): a. terug naar algemene middelen; b. beschikbaar houden voor de nieuwe collegeperiode; c. aanwenden voor invulling van algemene en/of specifieke taakstellingen. Gedeputeerde Staten besluiten hierover op basis van voorstellen van het DT. Beschrijving doelstelling Het gedurende een collegeperiode beschikbaar houden van de budgetten Apparaatskosten personeel. Voorwaarden voor aanwending Onderschrijdingen op het apparaatskostenbudget gaan in principe automatisch mee naar het volgende dienstjaar. De onderschrijding dient van een verklaring te worden voorzien bij de rapportage in het kader van de planning- en controlcyclus. Eventuele onder- of overschrijdingen die worden veroorzaakt door afwijkingen in de raming ten gevolge van buiten de invloedssfeer van de provincie liggende oorzaken, komen ten gunste dan wel ten laste van de algemene middelen. 83

85 Koppeling programma (indien van toepassing) Bedrijfsvoering. Huidige stand en ontwikkelingen Welk bedrag van de huidige stand (per ) is verplicht/gelabeld/vrij inzetbaar? De stand per 31 december 2014 bedraagt Waarvan: Verplicht 0 Gelabeld Vrij 0. De reserve bestaat uit de overschotten van de concernkredieten, AKP's (kredieten van afzonderlijke afdelingen) en formatieve knelpunten Vlootschouw. Alle middelen zijn gelabeld. Dit houdt in dat de middelen binnen de AKP-periode beschikbaar dienen te blijven ten behoeve van de afhandeling van de effecten van de bezuinigingstaaktelling (Financieel Perspectief). Omdat het de AKP reserve betreft dienen alle restanten, ook niet verplichtte of gereserveerde, binnen de collegeperiode binnen de reserve te blijven. In de Voorjaarsnota 2014 hebben wij uw Staten verzocht om in afwijking van de Regeling Budgetbeheer de afrekenperiode te verlengen tot en met Argumentatie hierbij is dat in 2015 de AKP-budgetten van de afdelingen voor het eerst geconfronteerd zullen worden met de volledige korting in het kader van de bestuurlijke opdracht Taakstelling Formatiereductie. Dit gaat, zoals al eerder is ingeschat, gepaard met nog de nodige doorloopeffecten naar met name 2015 en Ook vinden wij het belangrijk dat afdelingshoofden op een humane wijze afscheid kunnen nemen van medewerkers. Medewerkers die met pensioen gaan in de periode 2015/2016, waarvan de formatie al is ingeleverd, blijven gewoon in dienst tot hun pensioendatum. De extra kosten die hiermee gemoeid worden gedekt uit de restanten Het meenemen van restanten AKP-middelen 2014 door middel van het oprekken van de huidige afrekenperiode tot en met 2016 is in lijn met de aanwending van de voorziening Frictiekosten. Ook hier wordt voorzien dat nog ná 2014 een beroep gedaan moet worden op de voorziening Frictiekosten (op basis van met medewerkers overeengekomen maatregelen). Welke inhoudelijke ontwikkelingen met betrekking tot de verplichtingen en gelabelde middelen in de reserve zijn er? De reserve AKP bestaat per uit de volgende gelabelde onderdelen: - Formatieve knelpunten Vlootschouw restant Concernkredieten restant AKP restant DT-buffer restant Totaal Per heeft een actualisatie van de inventarisatie van alle (aankomende) boventallige medewerkers plaatsgevonden, de zgn Vlootschouw. Deze wordt periodiek herijkt. Hierbij is de stand van zaken omtrent boventallige medewerkers en medewerkers waarvan de financiering vervalt en risico's die daaraan verbonden zijn in kaart gebracht. Kosten in de Vlootschouw zijn deels aan de bestuurlijke opdracht (boventallig worden van medewerkers als gevolg van de Taakstelling Formatiereductie) en deels aan andere risico s (zoals vast personeel op tijdelijk gefinancierde plekken) te relateren. Uit de inventarisatie en de risico-inschatting is gebleken dat de kosten maximaal 5,9 mln bedragen. 84

86 Prognose 10 jaar Wat is de prognose voor de voeding van de reserve voor de komende 10 jaar? (bedragen x 1 miljoen) Jaar Voeding 0,47 p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. Toelichting bij de prognose voeding Een prognose met betrekking tot de voeding voor de reserve AKP is niet te geven. Voeding van de reserve bestaat uit de restanten van de AKP van de afdelingen. De AKP reserve periode loopt tot en met Verwacht wordt dat aan het einde van deze periode de middelen verbruikt zijn. Zie ook voorwaarden en aanwending (hierboven). Wat is de prognose verplichte gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose gelabelde gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose vrij inzetbare gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) (bedragen x 1 miljoen) Jaar ) Verplicht 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 5,97 0,43 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 5,97 0,43 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Toelichting bij prognose gelabelde gedeelte saldo per Voor een toelichting op de stand per verwijzen naar het onderdeel Huidige stand en ontwikkelingen. De meeste kosten die gerelateerd zijn aan het boventallig worden van medewerkers en aan andere risico's worden in 2015 gemaakt. 1) Het saldo per betreft de gerealiseerde stand die wordt meegenomen in de Jaarrekening

87 86

88 Reserve Programma Functie : Provinciale bijdrage Bodemsanering : Schoon/Veilig Groningen : Bekostiging meerjarige projecten en activiteiten Bodemsanering Achtergrond en doel van de reserve Ingesteld per Begin jaren 90 Instellingsbesluit Is niet direct herleidbaar. De instelling heeft begin jaren 90 plaatsgevonden. Functie van de reserve (egalisatie, inkomen, etc.) Bestemmingsreserve ten behoeve van Bodemsanering Beschrijving doelstelling Het betreft het volledige Bodemsaneringsprogramma 2015 t/m 2019 gebaseerd op het 2 e Bodemconvenant met het Rijk. Dit betreft dus alle bodemsaneringsactiviteiten zoals; voormalige gasfabrieken, spoedlocaties, waterbodems, stortplaatsen, BIO's en overige locaties. Daarnaast heeft de provincie in het MJP Bodem & Ondergrond de ambitie uitgesproken: Efficiënt en duurzaam bodembeheer in de provincie Groningen te realiseren. Duurzaam bodembeheer is het zodanig beheren en gebruikmaken van de bodem dat de gezondheid van mens, dier en plant worden beschermd en de functionele eigenschappen van de bodem blijven behouden, terwijl er tegelijkertijd ruimte is voor maatschappelijke ontwikkelingen. Voorwaarden voor aanwending Wet en regelgeving (Wbb) 2 e Bodemconvenant met het Rijk MeerJarenProgramma Bodem & Ondergrond Koppeling programma (indien van toepassing) MeerJaren Programma Bodem & Ondergrond Huidige stand en ontwikkelingen Welk bedrag van de huidige stand (per ) is verplicht/gelabeld/vrij inzetbaar? De stand per 31 december 2014 bedraagt Waarvan: - Verplicht Gelabeld Vrij Voor bovenstaande vrijval is in de Beleidsbrief 2015 voorgesteld om een bedrag van vrij te laten vallen ten gunste van de algemene middelen. 87

89 Welke inhoudelijke ontwikkelingen met betrekking tot de verplichtingen en gelabelde middelen in de reserve zijn er? De provincie Groningen heeft zich via het Bodemconvenant gecommitteerd aan het doel om eind 2015 alle spoedlocaties te hebben gesaneerd. Dit heeft, en zal, zich vertalen in een vergroot uitgavenpatroon in de jaren 2014 en De provincie heeft tevens enkele dure en langlopende projecten. Voorbeelden hiervan zijn afspraken met diverse gemeenten omtrent het saneren van oude gasfabrieksterreinen, en de afspraken voor de sanering van het Mercurius Business Park in Stadskanaal. Daarnaast zijn er een groot aantal lopende verplichtingen voor verschillende saneringslocaties. De verwachting is dat een groot deel hiervan in 2015 gerealiseerd gaat worden. Met het vaststellen van het MeerJaren Programma Bodem & Ondergrond heeft het college groen licht gegeven voor het verder saneren van verontreinigde gronden en het integraal ontwikkelen van het bodembeleid in de komende jaren. Voor de in het MJP beschreven projecten is een bedrag van 13,2 miljoen gereserveerd. Prognose 10 jaar Wat is de prognose voor de voeding van de reserve voor de komende 10 jaar? (bedragen x 1 miljoen) Jaar Voeding 2,64 3,00 3,00 3,00 3,00 n.n.b n.n.b n.n.b n.n.b n.n.b Toelichting bij de prognose voeding Op 17 maart 2015 is landelijk het derde Bodemconvenant ondertekend. Hiermee komt er voor de periode een budget van 12 miljoen onze kant op. Met deze middelen is geen rekening gehouden bij de raming van de uitgaven in het MJP Het karakter van bodemsaneringsprojecten is echter zo dat deze zich altijd onaangekondigd voordoen, en vaak erg duur zijn. Om rekening te houden met eventuele tegenvallers op te kunnen vangen wordt geadviseerd om in ieder geval een gedeelte van de reserve in kas te houden. Er kan eventueel vanaf eind 2016 per jaar worden gekeken of er ruimte is in de reserve bodemsanering voor vrijval. Hierbij gaat de voorkeur uit naar een per jaar oplopend percentage van de niet gelabelde en verplichte middelen. Wat is de prognose verplichte gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose gelabelde gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose vrij inzetbare gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) (bedragen x 1 miljoen) Jaar ) Verplicht 5,10 3,83 2,55 1,28 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 16,46 15,98 12,87 9,75 6,64 4,00 4,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Vrij 2,47 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 Totaal 24,03 19,84 15,45 11,06 6,67 4,03 4,03 0,03 0,03 0,03 0,03 88

90 Toelichting bij prognose verplicht gedeelte saldo per Ritme hiervan wordt in hoge mate bepaald door een aantal dure en langlopende projecten. De praktijk leert dat gerealiseerde verplichtingen aan het eind van het boekjaar worden gecompenseerd door nieuw aangegane verplichtingen. Er kan daarom geen goede voorspelling van de verplichtingenstand aan het eind van het jaar gegeven worden. In 2015 zal op relatief veel spoedlocaties worden gestart met sanering, waardoor de bestedingen in 2015 wellicht hoger uitvallen dan in voorgaande jaren. Toelichting bij prognose gelabelde gedeelte saldo per Ritme hiervan wordt in hoge mate bepaald door een aantal dure en langlopende projecten. De praktijk leert dat de gelabelde bedragen die omgezet zijn in verplichtingen dan wel uitgaven aan het eind van het boekjaar worden gecompenseerd door gelabelde bedragen voor nieuwe saneringsprojecten. Er kan daarom geen goede voorspelling van de stand gelabeld aan het eind van het jaar gegeven worden. In ons Collegeakkoord hebben wij voorgesteld om de door ons gemaakte beleidskeuzes voor de periode onder meer te bekostigen door in 2015 tenminste 5% van de per 31 december 2014 gelabelde bedragen af te romen. Dat betekent voor de reserve Provinciale bijdrage Bodemsanering dat een bedrag van tenminste aan gelabelde middelen zou moeten worden afgeroomd. In het kader van de Begroting 2016 zullen wij de haalbaarheid hiervan nader onderzoeken. Toelichting bij prognose vrij inzetbare gedeelte saldo per Het vrij inzetbare gedeelte per 31 december 2014 is in de Beleidsbrief 2015 tot een bedrag 2,44 miljoen vrijgevallen en toegevoegd aan de begrotingsruimte ) Het saldo per betreft de gerealiseerde stand die wordt meegenomen in de Jaarrekening

91 90

92 Reserve Programma Functie : Afkoopsom wegen en waterwegen : Bereikbaar Groningen : Bekostiging van eeuwigdurend onderhoud van overgedragen wegen en waterwegen Achtergrond en doel van de reserve Ingesteld per 2006 (Overdracht N46 naar de provincie Groningen) 2011 Afkoopsom Winschoterdiep Instellingsbesluit Functie van de reserve (egalisatie, inkomen, etc.) Financiering van jaarlijkse exploitatie en onderhoud Beschrijving doelstelling De reserve dient als voeding van de budgetten voor beheer en onderhoud van de naar de provincie Groningen overgedragen wegen en kanalen. Voorwaarden voor aanwending Aanwending alleen mogelijk t.b.v. bovenstaande functie. Koppeling programma (indien van toepassing) Bereikbaar Groningen Huidige stand en ontwikkelingen Welk bedrag van de huidige stand (per ) is verplicht/gelabeld/vrij inzetbaar? De gehele reserve ( 81,67 miljoen) is gelabeld t.b.v. de bekostiging van eeuwigdurend onderhoud van overgedragen wegen en vaarwegen. Deze middelen moeten daarom eeuwigdurend in deze reserve aanwezig blijven. 91

93 Welke inhoudelijke ontwikkelingen met betrekking tot de verplichtingen en gelabelde middelen in de reserve zijn er? Prognose 10 jaar Wat is de prognose voor de voeding van de reserve voor de komende 10 jaar? (bedragen x 1 miljoen) Jaar Voeding 0,00 0,00 1,73 1,49 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Toelichting bij de prognose voeding De geraamde voeding in 2017 en 2018 heeft betrekking op het terugstorten van de middelen die in de IB2014 beschikbaar zijn gesteld als voorfinanciering incidentele middelen boordvoorzieningen. De voeding van de reserve is afhankelijk van overdracht van wegen en waterwegen en de daarbij door de over te dragen partij te verstrekken afkoopsom en kan op dit moment niet worden aangegeven. Wat is de prognose verplichte gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose gelabelde gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose vrij inzetbare gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) (bedragen x 1 miljoen) Jaar ) Verplicht 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 81,67 80,58 80,58 82,31 83,80 83,80 83,80 83,80 83,80 83,80 83,80 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 81,67 80,58 80,58 82,31 83,80 83,80 83,80 83,80 83,80 83,80 83,80 Toelichting bij prognose verplicht gedeelte saldo per Niet van toepassing. Toelichting bij prognose gelabelde gedeelte saldo per In 2015 vindt er een onttrekking van plaats ten behoeve van de bekostiging van de afkoopsom Driebondsbrug, die in eerste instantie ten laste van het rekeningresultaat 2014 (Algemene reserve) is opgevangen. Dit bedrag wordt in 2015 weer teruggestort in de Algemene reserve. In 2017 en 2018 worden de middelen, die in de IB2014 beschikbaar zijn gesteld als voorfinanciering incidentele middelen boordvoorzieningen ( 3,23 miljoen), weer teruggestort in de reserve Afkoopsommen wegen en waterwegen. Zie verder de toelichting bij huidige stand (per ). Toelichting bij prognose vrij inzetbare gedeelte saldo per Niet van toepassing. 1) Het saldo per betreft de gerealiseerde stand die wordt meegenomen in de Jaarrekening

94 Reserve : Programma Landelijk Gebied (PLG) Programma : Karakteristiek Groningen Functie : Uitvoering PLG Achtergrond en doel van de reserve Ingesteld per Instellingsbesluit Integrale Bijstelling Functie van de reserve (egalisatie, inkomen, etc.) Egalisatiereserve. Het Programma Landelijk Gebied is een meerjarig programma (2007 t/m 2013) en kent financiering vanuit Europese, rijks- en provinciale middelen. De rijks- en provinciale middelen zijn opgenomen op de provinciale begroting. Met het Rijk zijn voor de gehele programmaperiode middels een bestuursovereenkomst afspraken gemaakt over de inzet van de middelen ten behoeve van de realisatie van prestaties. De provinciale middelen zijn veelal gekoppeld aan de rijksbijdragen. Voor de rijksbijdragen geldt dat deze niet kunnen vrijvallen en beschikbaar blijven voor het programma. Tot en met 2013 zijn diverse projecten beschikt welke een meerjarig karakter hebben, de uitfinanciering zal de komende jaren plaats vinden.het gaat hierbij zowel om subsidietoekenningen als om een aantal natuurinrichtingsprojecten en oude landinrichtingsprojecten. Zowel de mee als tegenvallers zullen ten laste gebracht worden van de reserve. Beschrijving doelstelling Het PLG richt zich op: Behoud en ontwikkeling natuur en landschap. Ontwikkeling toerisme en recreatie. Versterking concurrentiekracht landbouw. Verbreding en vernieuwing plattelandseconomie. Bevorderen leefbaarheid. Integraal waterbeheer. Voorwaarden voor aanwending De bestedingen hebben op toegekende projectsubsidies en door GS vastgestelde natuurprojecten zoals bijvoorbeeld Midden-Groningen, Westerwolde en het ZWK. Koppeling programma (indien van toepassing) Karakteristiek Groningen. 93

95 Huidige stand en ontwikkelingen Welk bedrag van de huidige stand (per ) is verplicht/gelabeld/vrij inzetbaar? Per 31 december 2014 is de stand van de reserve Waarvan: Verplicht Gelabeld Vrij Welke inhoudelijke ontwikkelingen met betrekking tot de verplichtingen en gelabelde middelen in de reserve zijn er? Wat betreft de subsidieprojecten, deze zullen grotendeels eind 2015 worden uit gefinancierd, de natuurprojecten hebben een langere doorlooptijd. Prognose 10 jaar Wat is de prognose voor de voeding van de reserve voor de komende 10 jaar? (bedragen x 1 miljoen) Jaar Voeding Toelichting bij de prognose voeding Met het Rijk zijn onderhandeling gevoerd over de decentralisatie van natuurtaken. Het decentralisatieakkoord is door de provincie Groningen afgewezen. Wel wordt medewerking verleend aan de uitwerking hiervan. De komende tijd zal meer duidelijkheid komen op welke wijze het Rijk de bestuursovereenkomst wil opzeggen en hoe wordt afgerekend. Ook wordt op dit moment gewerkt aan de voorbereiding van een vervolgprogramma. Om die reden is er nu dan ook geen verantwoorde prognose te geven van de toekomstige voeding van en onttrekkingen aan deze reserve. Wat is de prognose verplichte gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose gelabelde gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose vrij inzetbare gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) (bedragen x 1 miljoen) Jaar ) Verplicht 21,87 10,00 5,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 10,63 7,50 5,00 2,50 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Vrij 0,08 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 32,58 17,50 10,00 2,50 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Toelichting bij prognose verplicht gedeelte saldo per Het gaat om uitfinanciering toegekende subsidies en uitvoeren natuurprojecten Toelichting bij prognose gelabelde gedeelte saldo per Het gaat om uitfinanciering toegekende subsidies en uitvoeren natuurprojecten. In ons Collegeakkoord hebben wij verder voorgesteld om de door ons gemaakte beleidskeuzes voor de periode onder meer te bekostigen door in 2015 tenminste 5% van de per 31 december 2014 gelabelde bedragen af te romen. Dat betekent voor de reserve Programma Landelijk Gebied (PLG) een bedrag van tenminste aan gelabelde middelen zou moeten worden afgeroomd. In het kader van de Begroting 2016 zullen wij de haalbaarheid hiervan nader onderzoeken. Toelichting bij prognose vrij inzetbare gedeelte saldo per

96 Zowel de mee als tegenvallers zullen ten laste gebracht worden van de reserve. Voor de oude landinrichtingsprojecten lopen er nog procedures die mogelijk tot naheffingen kunnen leiden. De vrije ruimte die hiervoor was gereserveerd is op een eerder tijdstip voor een ander programma ingezet. Het gevolg hiervan is dat er niet of nauwelijks middelen aanwezig zijn om mogelijke tegenvallers op te vangen. In ons Collegeakkoord hebben wij voorgesteld om de per 31 december 2014 nog niet ingevulde middelen ad te laten vrijvallen en deze in te zetten ter bekostiging van de beleidskeuzes, die wij hebben gepresenteerd in het Collegeakkoord ) Het saldo per betreft de gerealiseerde stand die wordt meegenomen in de Jaarrekening

97 96

98 Reserve : PLG2 Programma : Karakteristiek Groningen Functie : Uitvoeren Programma Landelijk Gebied 2 Achtergrond en doel van de reserve Ingesteld per Met ingang van Instellingsbesluit Voordracht nr. 59/2013 (Integrale Bijstelling 2013) vastgesteld door Provinciale Staten op 11 december Functie van de reserve (egalisatie, inkomen, etc.) Bestemmingsreserve. Deze reserve is nodig in de nieuwe periode ( ) omdat het PLG2 een meerjarig karakter heeft, waarbij de middelen en bestedingen gedurende de looptijd van het PLG2 per jaar behoorlijk uiteen kunnen lopen. Beschrijving doelstelling Wij hebben voor de collegeperiode drie speerpunten van beleid gekozen en willen daar resultaatgericht mee aan de slag. De speerpunten zijn werk, energie en leefbaarheid in ruime zin. Het Programma Landelijk Gebied draagt aan deze hoofddoelen bij, waarbij het accent ligt op leefbaarheid in ruime zin: voor mens, plant en dier. Het centrale thema in het PLG2 is Leven in het landelijk gebied. Landbouw De provincie stelt zich ten doel om innovatie en een duurzame productie door land en tuinbouw te bevorderen. Projecten die zijn gericht op verbreding en verduurzaming worden via het PLG2 op projectbasis gesubsidieerd. Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient te worden voldaan aan de volgende criteria: Projecten dienen bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van de agrosector (economische, ecologische en sociale duurzaamheid). Projecten dienen de technische, organisatorische en/of maatschappelijke innovatiecapaciteit binnen (onderdelen van) de keten te versterken en aldus te resulteren in kwaliteitssprongen richting verduurzaming van de agrosector. De voorkeur gaat uit naar projecten die de innovatieve kracht en de duurzame ontwikkeling van het primaire boerenbedrijf stimuleren. Projecten dienen door de keten en de maatschappelijk omgeving te worden gedragen. Dat moet blijken uit de betrokkenheid van marktpartijen, maatschappelijke organisaties en/of kennisinstellingen. Resultaten moeten vooral voor de provincie Groningen meerwaarde opleveren. Natuur Doel is het realiseren van een samenhangend netwerk van natuurgebieden: de EHS. Dit gebeurt op basis van behoud van bestaande natuurgebieden en omvorming tot natuur van landbouwgronden door verwerving of functieverandering, inrichting en beheer. Relevante beleidsstukken zijn onder andere het Provinciaal Omgevingsplan Groningen ( ), Beleidsnota Natuur Groen Groningen , Natuurbeheerplan Groningen (wordt jaarlijks aangepast), Meer doen in minder gebieden (2008) en Natura 2000 beheerplannen (2013). Water 97

99 Doel is het realiseren van voldoende water van voldoende kwaliteit in de EHS. In het PLG is gewerkt met een landelijke TOP lijst van gebieden. Deze gebieden krijgen prioriteit bij het opheffen van verdroging. De TOP lijst is sturend bij toekenning van middelen voor uitvoeringsprojecten. Toetsing wordt gedaan door GS. In 2008 zijn bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu projecten voorgedragen voor subsidie in het kader van de zogenaamde Kaderrichtlijn Water (KRW) Synergieregeling. Een deel daarvan is gehonoreerd. De 43 betreffende projecten zijn opgenomen in de programma s KRW Synergie Nedereems en KRW Synergie Rijn Noord. In het PLG2 stellen wij middelen beschikbaar voor de inrichting van natuurgebieden. Maatregelen worden waar mogelijk gecombineerd met KRWopgaven en KRW Synergieprojecten. Landschap Doel is dat ruimtelijke ontwikkelingen kwaliteit toevoegen aan het landschap. Bij inrichting en behoud van landschapselementen wordt gestreefd naar toegevoegde waarde voor het cultuur en natuurhistorische landschap. Relevante beleidsstukken zijn het Provinciaal Omgevingsplan Groningen , Beleidsnota Natuur Groen Groningen en het Natuurbeheerplan Groningen. Voor inrichting en beheer van landschapselementen binnen de EHS is subsidie mogelijk via de Subsidieregeling Natuur en Landschap Groningen. Het Natuurbeheerplan Groningen geeft aan waar welke maatregelen worden gesubsidieerd. Voorwaarden, mogelijke eindbegunstigden en subsidiebedragen voor beheer staan in de Subsidieregeling Natuur en Landschap Groningen. Subsidies kunnen bij de Dienst Regelingen worden aangevraagd. Aanvragen worden getoetst aan het Natuurbeheerplan Groningen. Doel van de landschapssubsidie is om de landschappelijke samenhang leesbaar te maken door behoud en herstel van landschapselementen. Er is subsidie beschikbaar voor projecten die zich inzetten op behoud en versterking van de landschappelijke structuur. Wij dragen bij aan projecten die onder de volgende thema s vallen: Herstel en behoud van de karakteristieke landschapsstructuur. Kwaliteit rond kernen. Er zijn geen middelen beschikbaar voor bebouwingselementen, met uitzondering van kleine cultuurhistorisch waardevolle elementen. De subsidiepercentages zijn variabel. Sociaal-Economische Vitalisering Met Sociaal-Economische Vitalisering wil de provincie de plattelandsontwikkeling stimuleren en de gevolgen van krimp op de leefbaarheid in de niet krimpgebieden verminderen. De provincie is hiervoor onderverdeeld in vier regio's. In drie daarvan is een Local Action Group (LAG) ingesteld, conform de Europese voorwaarde voor totstandkoming van initiatieven volgens de LEADERmethode (bottom up). Deze LAG s geven een zwaarwegend advies dat aan de provincie wordt voorgelegd. De andere regio werkt met een vergelijkbare werkwijze. Projecten worden getoetst aan het geldende beleidskader. Waar van toepassing, worden subsidieaanvragen bovendien getoetst aan het EU POP. Subsidiëring vanuit het PLG2 SEV met maximaal 20% is mogelijk onder voorwaarde van gemeentelijke cofinanciering van minimaal 20% en een bijdrage overig/privaat van tenminste 60% van de totale financiering. Elke regio heeft een eigen SEV programma opgesteld met vermelding van regiospecifieke thema s, speerpunten en projecten. Ingediende projecten dienen hieraan te voldoen. Subsidiëring vanuit PLG2 niet krimp is aanvullend op de subsidiëring PLG2 SEV. Voor elk van de drie niet krimpregio s is een gelijk aandeel uit de PLG middelen niet krimp beschikbaar. Ingediende projecten moeten voldoen aan de speerpunten van de thema s Leefbaarheid en plattelandseconomie en Sterke dorpen. 98

100 Voorwaarden voor aanwending Om voor subsidie in aanmerking te komen, moet in ieder geval aan de volgende voorwaarden worden voldaan: Het project draagt bij aan het realiseren van in het PLG2 geformuleerde doelen en prestaties. Het project past in het beleid. Voor zover van toepassing, worden projecten getoetst aan de Europese regelgeving voor staatssteun. De kwaliteit van de projectvoorstellen wordt getoetst op de volgende onderdelen: Integraliteit: de mate waarin het projectvoorstel bijdraagt aan meerdere doelen en thema's die door de provincie worden gestimuleerd. Het gaat hierbij om het koppelen van maatregelen tot integrale projecten. Doelgerichtheid: het projectvoorstel dient bij te dragen aan de in het PLG2 gedefinieerde doelen en prestatie indicatoren. Kosteneffectiviteit: er dient sprake te zijn van een positieve verhouding tussen effecten en kosten. Mate van samenwerking en marktgerichtheid: er dient sprake te zijn van samenwerking tussen overheden, instellingen en bedrijven van start tot afsluiting en van marktgerichtheid, onder andere tot uiting komend in de omvang van particuliere investeringen. Haalbaarheid: technische en financiële haalbaarheid van het project. Eigen bijdrage: mate waarin derden bereid zijn financieel bij te dragen aan de realisering van het project. Duurzaamheid: er dient een balans te zijn tussen economische, ecologische en sociaal-culturele aspecten. Mate van vernieuwing: de meerwaarde van het project ten opzichte van bestaande projecten. Koppeling programma (indien van toepassing) Karakteristiek Groningen. Huidige stand en ontwikkelingen Welk bedrag van de huidige stand (per ) is verplicht/gelabeld/vrij inzetbaar? De stand per 31 december 2014 bedraagt Waarvan: - verplicht (heeft betrekking op de jaren ) - gelabeld (heeft betrekking op 2015) - Vrij (moet met de nog te ontvangen middelen weer worden ingelopen). Welke inhoudelijke ontwikkelingen met betrekking tot de verplichtingen en gelabelde middelen in de reserve zijn er? De belangrijkste uitgaven die ten laste van het PLG-2 budget gebracht worden hebben betrekking op subsidies in het kader van het natuur en landschapsbeheer, hierbij worden voor de komende 6 jaar verplichtingen aangegaan, dit wordt gedekt door een jaarlijkse bijdrage uit het Provinciefonds voor dit onderdeel. Doordat de verplichting voor de komende jaren al wel is vastgelegd en de bijdrage uit Provinciefonds nog niet is toegekend leidt dit tot een administratief tekort. Hier bovenop heeft het Rijk een kasschuif toegepast, waardoor de bijdrage in het Provinciefonds voor natuur in de jaren Is gehalveerd en dit bedrag in de jaren extra zal worden toegekend. De middelen reserve PLG2 zijn grotendeels gereserveerd voor het Natuur Netwerk Nederland, de middelen moeten beschikbaar blijven om te kunnen inspelen op verwervingskansen die zich ( 1 x per generatie) kunnen voordoen. In principe verwerven we op basis van vrijwilligheid waarbij we afhankelijk kansen in de markt. 99

101 Prognose 10 jaar Wat is de prognose voor de voeding van de reserve voor de komende 10 jaar? (bedragen x 1 miljoen) Jaar Voeding p.m. 10,49 10,49 3,89 p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. Toelichting bij de prognose voeding De bedragen 2016 t/m 2018 zijn nog gebaseerd op de aannames in de oorspronkelijke Begroting Indien in enig jaar de in de begroting voor dat jaar ten behoeve van het PLG2 opgenomen budgetten niet geheel tot besteding zijn gekomen dan worden deze gestort in de reserve PLG2. Wat is de prognose verplichte gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose gelabelde gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose vrij inzetbare gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) (bedragen x 1 miljoen) Jaar ) Verplicht 18,60 10,61 3,47 1,56 1,18 0,84 0,50 0,21 0,08 0,03 0,00 Gelabeld 3,01 2,01 1,36 10,84 14,73 14,73 14,73 14,73 14,73 14,73 14,73 Vrij -5,43-10,14 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 16,18 2,47 4,83 12,40 15,91 15,57 15,23 14,94 14,80 14,76 14,73 Toelichting bij prognose verplicht gedeelte saldo per Het verplichte gedeelte betreft onder andere: - Recreatieve routestructuren - Bijdrage IPO-GWO aandeel natuur - Investeringsmiddelen EHS - Natura 2000 verbetering leefomstandigheden - Procesgeld - Project natuur - Verwerven natuur - Faunafonds IPO-GWO - FBE - Monitoring natuur en landschap - Natuurbeheer SNL - Landschap - Innovatie kwaliteitsprongen landbouw - Levende dorpen - SEV cofinanciering - Regiebureau POP.. 100

102 Toelichting bij prognose gelabelde gedeelte saldo per Deze gelabelde middelen hebben betrekking op: - Ter Wupping Westerlanden Besloten Venen - Ter dekking door geactiveerde leveren gronden (balans) - Kwaliteitsgids landschap Beheer. De bedragen, die tot en met 2018 beschikbaar komen voor het PLG2 en nog geen invullng hebben gekregen, zijn nu eerst opgenomen onder de gelabelde middelen. Zodra er verplichtingen ten laste van deze middelen zijn aangegaan worden ze geleidelijk overgeheveld van de categorie gelabeld naar de categorie verplicht en zullen de bedragen geleidelijk aan worden uitgefaseerd. In ons Collegeakkoord hebben wij verder voorgesteld om de door ons gemaakte beleidskeuzes voor de periode onder meer te bekostigen door in 2015 tenminste 5% van de per 31 december 2014 gelabelde bedragen af te romen. Dat betekent voor de reserve Programma Landelijk Gebied (PLG) 2 een bedrag van tenminste aan gelabelde middelen zou moeten worden afgeroomd. In het kader van de Begroting 2016 zullen wij de haalbaarheid hiervan nader onderzoeken. Toelichting bij prognose vrij inzetbare gedeelte saldo per Per 31 december 2014 zijn er al verplichtingen voor de komende 9 jaar vastgelegd. Dekking van deze verplichtingen moet komen uit de middelen, die in de jaren beschikbaar komen. 1) Het saldo per betreft de gerealiseerde stand die wordt meegenomen in de Jaarrekening

103 102

104 Reserve Programma Functie : EHS Zuidlaardermeer : Karakteristiek Groningen : Realiseren EHS Zuidlaardermeer - Midden Groningen Achtergrond en doel van de reserve Ingesteld per Instellingsbesluit Deze reserve is in het kader van de Integrale Bijstelling 2012 ingesteld. Functie van de reserve (egalisatie, inkomen, etc.) Bestemmingsreserve. Beschrijving doelstelling Bij de herijking van het plan Meerstad heeft de provincie Groningen de opgave van het ministerie van EL&I voor de realisering van de EHS tussen het Zuidlaardermeer en Midden Groningen overgenomen. De provincie heeft daarvoor van het ministerie middelen ontvangen in de vorm van geld, grond en gebouwen. Deze bestemmingsreserve is initieel gevoed met het van het ministerie van EL&I ontvangen werkkapitaal van 5,7 miljoen. Tevens worden in deze reserve de opbrengsten gestort die worden verkregen uit de verkoop van de ontvangen gronden en opstallen, welke niet bruikbaar zijn voor de realisering van de EHS. Ook worden pachtinkomsten aan deze reserve toegevoegd. De noodzakelijke kosten voor o.a. verwerving, inrichting en beheer van gronden worden ten laste van deze reserve bekostigd. Jaarlijks wordt de reserve gevoed met rente (gemiddelde rente korte en lange uitzettingen) om het doelvermogen zoveel mogelijk waardevast te houden. Voorwaarden voor aanwending De reserve is bestemd voor het opvangen van de noodzakelijk kosten voor o.a. verwerving, inrichting en beheer van gronden. De betreffende gronden maken deel uit van het Natuur Netwerk Nederland, Koppeling programma (indien van toepassing) Karakteristiek Groningen. 103

105 Huidige stand en ontwikkelingen Welk bedrag van de huidige stand (per ) is verplicht/gelabeld/vrij inzetbaar? De stand per 31 december 2014 bedraagt Waarvan: Verplicht Gelabeld Vrij 0. Welke inhoudelijke ontwikkelingen met betrekking tot de verplichtingen en gelabelde middelen in de reserve zijn er? De middelen zijn benodigd om de gronden binnen het NatuurNetwerkNederland te verwerven. Hiermee kan dan een deel van het netwerk worden gerealiseerd. Prognose 10 jaar Wat is de prognose voor de voeding van de reserve voor de komende 10 jaar? (bedragen x 1 miljoen) Jaar Voeding 0,17 0,05 0,09 0,10 0,11 0,17 0,09 0,09 0,07 0,04 Toelichting bij de prognose voeding De voeding betreft enerzijds de toevoeging van bespaarde rente aan deze bestemmingsreserve en anderzijds in 2015 het saldo van koop en verkoop van gronden. Wat is de prognose verplichte gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose gelabelde gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose vrij inzetbare gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) (bedragen x 1 miljoen) Jaar ) Verplicht 1,42 1,00 0,50 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 4,58 3,17 2,22 1,32 0,41 0,52 0,69 0,78 0,87 0,95 0,99 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 6,00 4,17 2,72 1,32 0,41 0,52 0,69 0,78 0,87 0,95 0,99 Toelichting bij prognose verplicht gedeelte saldo per De middelen zijn benodigd om de gronden binnen het NatuurNetwerkNederland te verwerven. Hiermee kan dan een deel van het netwerk worden gerealiseerd. Toelichting bij prognose gelabelde gedeelte saldo per De middelen zijn benodigd om de gronden binnen het NatuurNetwerkNederland te verwerven. Hiermee kan dan een deel van het netwerk worden gerealiseerd. Toelichting bij prognose vrij inzetbare gedeelte saldo per Niet van toepassing. 1) Het saldo per betreft de gerealiseerde stand die wordt meegenomen in de Jaarrekening

106 Reserve Programma Functie : Provinciale Meefinanciering : Ondernemend Groningen : Cofinanciering regionale programma's Achtergrond en doel van de reserve Ingesteld per Met ingang van 2007 Instellingsbesluit Integrale Bijstelling 2007 onder de naam reserve Cofinanciering ruimtelijke-economische programma's en projecten. Later (IB2009) gewijzigd in de naam reserve Provinciale Meefinanciering. Functie van de reserve (egalisatie, inkomen, etc.) Bestemmingsreserve. Verlenen van provinciale bijdragen in programma's en projecten in aanvulling op bijdragen van derden. Beschrijving doelstelling Het duurzaam versterken van de ruimtelijke-economische ontwikkelingen in de provincie. Voorwaarden voor aanwending A. Het moet in beginsel gaan om projecten die ook uit een van de volgende subsidiekaders wordt gefinancierd (en dus passen binnen/voldoen aan doelstellingen/criteria die voor een belangrijk deel ook door ons zijn onderschreven) het Piekenprogramma/het OP EFRO de Interregprogramma's het Waddenprogramma het Investeringsprogramma Landelijk Gebied (onderdeel EU POP/Leader) het Europese Visserijprogramma het FES eventuele nieuwe ruimtelijk-economisch relevante subsidieprogramma's. B. Bij projecten die gekoppeld worden aan de programma s Pieken in de Delta, het OP EFRO en het FES moet in beginsel gaan om structuurversterkende projecten die passen binnen de prioritaire provinciale thema's. Deze projecten moeten goed scoren op de criteria effectiviteit, efficiency, risico's en legitimiteit. Legitimiteit: Is de inzet van overheidsmiddelen legitiem en het meest geëigend voor dit project? Zijn andere maatregelen overwogen? Overheidsingrijpen ter bevordering van innovatie is economisch gezien legitiem, indien de markt maatschappelijk wenselijke ontwikkelingen niet of te traag tot stand brengt. Effectiviteit: Hoe effectief is het project? In hoeverre draagt het bij aan de provinciale doelen? Efficiëntie: Hoe staat het met de kostenefficiëntie van het project? Ook kan hierbij gelet worden op de relatie tussen private investeringen en publieke uitgaven. Deze laatste verhouding zegt iets over de mate waarin met publieke middelen investeringen in de markt uitgelokt kunnen worden en zegt tevens iets over de bereidheid en acceptatie van projecten in de markt. Risico s: Wat zijn de risico s van het project? Hier wordt gelet op de mogelijke afbreukrisico s van het project. Dit om te voorkomen dat wordt geïnvesteerd in een project waar later niets uitkomt. 105

107 C. Projecten die gekoppeld worden aan de externe financieringskaders zoals de Interregprogramma s, het Waddenprogramma en het ILG (onderdeel UO POP/Leader) moeten vanzelfsprekend de toets van deze programma s goed doorstaan, alvorens zij in aanmerking kunnen komen voor provinciale meefinanciering. D. Voor alle projecten waaraan op zich voldoende bestuurlijk belang wordt toegekend, geldt dat goed onderbouwd moet worden dat zonder provinciale bijdrage de financiering niet rond kunnen komen. De provinciale bijdrage moet tevens in een evenwichtige verhouding staan met de bijdrage van andere partijen E. Verder gelden de volgende criteria: het project (of tot een programma geclusterde projecten) moet uitvoeringsgereed zijn; de totale projectkosten bedragen in totaal minimaal (m.u.v. de Interreg- en Leaderprojecten); de voorkeursvolgorde voor de financiering van projecten is: eerst de externe financieringsbronnen, vervolgens de provinciale sectorale middelen en daarna de middelen uit de reserve Provinciale Meefinanciering. Procedure Voorstellen tot cofinanciering van projecten uit de reserve meefinanciering kunnen gedurende het hele jaar worden ingediend. Het college van GS besluit over subsidietoekenning. Koppeling programma (indien van toepassing) A. Structuurversterkende projecten met name gekoppeld aan de externe financieringsbronnen als Pieken in de Delta, het OP EFRO, het Fonds Economische Structuurversterking (FES) en eventueel nieuwe programma s waaruit majeure projecten kunnen worden gefinancierd; het gaat hier m.n. om projecten op het terrein van innovatie, versterking van de regionale kennisinfrastructuur, energie en versterking van het MKB in den brede. B. Projecten gekoppeld aan externe financieringsbronnen als de Interregprogramma s, het Waddenprogramma en het ILG/onderdeel LEADER en EU POP en het Europese Visserijprogramma; het gaat hier met name om de wat kleinschaliger projecten gekoppeld aan prioritaire provinciale thema s (kennis, water, energie) en om de sociaaleconomische vitalisering van het platteland (waaronder versterking MKB, toerisme en recreatie in relatie tot cultuur/natuur). C. Projecten die niet aan een van de hiervoor genoemde externe subsidiebronnen kunnen worden gekoppeld, maar wel aantoonbare spin-off richting het regionale mkb, de regionale kennisinfrastructuur en de vitaliteit van het platteland hebben. Het moet hier wel gaan om projecten waaraan een voldoende bestuurlijk belang wordt toegekend, die aantoonbaar zonder provinciale meefinanciering niet van de grond komen en die voldoende scoren op de criteria genoemd onder E. D. Procesgeld voor haalbaarheidsonderzoeken en (m.n.) het inhuren van externe expertise om veelbelovende projectideeën uit te werken tot concrete (besluitvormingsrijpe) projectvoorstellen ten behoeve van een van de genoemde externe subsidiekaders. Verwacht wordt dat deze inzet met name nodig is voor het Fonds Economische Structuurversterking en het Waddenprogramma. Huidige stand en ontwikkelingen Welk bedrag van de huidige stand (per ) is verplicht/gelabeld/vrij inzetbaar? Van de beschikbare middelen per 31 december 2014 ad 32,16 miljoen is 20,52 miljoen verplicht, en 11,65 miljoen gelabeld. De gelabelde middelen worden ingevuld met dan wel gereserveerd voor specifieke projecten. Besluitvorming over deze projecten moet echter nog plaatsvinden. Welke inhoudelijke ontwikkelingen met betrekking tot de verplichtingen en gelabelde middelen in de reserve zijn er? De afgelopen jaren zijn veel verplichtingen aangegaan. De komende jaren wordt jaarlijks 3 miljoen aan het krediet Provinciale Meefinanciering onttrokken t.b.v. de Economic board en het revolverend instrumentarium. Er resteert dan nog circa 4,2 miljoen op jaarbasis voor de cofinancering van o.a. EFRO-projecten, Waddenfonds, Interreg, EU-POP en projecten t.b.v. het nationale topsectorbeleid. Wij verwachten dan ook dat de middelen de komende jaren niet toereikend zijn. 106

108 Prognose 10 jaar Wat is de prognose voor de voeding van de reserve voor de komende 10 jaar? (bedragen x 1 miljoen) Jaar Voeding 4,22 4,22 4,20 4,19 5,68 5,66 7,14 7,13 7,11 7,09 Toelichting bij de prognose voeding In het kader van de provinciale bezuinigingen hebben Provinciale Staten besloten om met ingang van 2012 de voeding te verlagen naar 4,5 miljoen per jaar. Op basis van het collegeprogramma hebben Provinciale Staten in de Voorjaarsnota 2012 besloten de jaarlijkse voeding weer te verhogen naar 8,5 miljoen per jaar. Vanwege het sterk verslechterde begrotingsbeeld voor de periode is in de Voorjaarsnota 2013 voorgesteld om de voeding met ingang van 2014 te verlagen naar 7,5 miljoen per jaar. Ten behoeve van de risicoafdekking van het revolverend fonds mkb wordt in 2014 vanuit dit budget 1 miljoen toegevoegd aan het weerstandsvermogen in de Algemene Reserve en in de periode een bedrag van 1,5 miljoen per jaar. Daarnaast wordt jaarlijkse tot en met 2018 een bedrag van 1,5 miljoen in mindering gebracht in verband met de bekostiging van een deel van de provinciale bijdrage in spoor 4 van het Gaswinningsakkoord (Economic Board). In het kader van voordracht 44/2011 inzake uitvoering nieuw beleid hebben uw Staten besloten van de jaarlijks beschikbare middelen een bedrag van per jaar (niveau 2015) in te zetten ter bekostigen van extra formatie inclusief overheadkosten. Deze middelen worden met ingang van de Voorjaarsnota 2013 niet eerst in de reserve Provinciale Meefinanciering gestort, maar als krediet in de lopende begroting opgevoerd. Voor zover middelen aan het eind van het begrotingsjaar nog niet zijn aangewend worden ze alsnog in de reserve gestort. Beseft moet worden dat committeringen van projecten meestal pas met een vertraging van 1 of meerdere jaren tot concrete bestedingen komen. Wat is de prognose verplichte gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose gelabelde gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose vrij inzetbare gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) (bedragen x 1 miljoen) Jaar ) Verplicht 20,52 8,16 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 11,65 11,10 9,98 8,85 7,70 6,54 5,53 4,99 4,46 4,45 4,45 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 32,16 19,26 9,98 8,85 7,70 6,54 5,53 4,99 4,46 4,45 4,45 Toelichting bij prognose verplicht gedeelte saldo per De cijfers zijn gebaseerd op de per 31 december 2014 aangegane verplichtingen. Er is nog geen inschatting gemaakt van de na die datum mogelijk aan te gane verplichtingen. Nieuwe projecten komen ten laste van de nog aanwezige vrije ruimte in de reserve dan wel ten laste van het jaarlijks in de begroting beschikbare krediet. Uitgangspunt is dat jaarlijks de beschikbare middelen worden gecommitteerd, waarbij i.v.m. een overloop in de besluitvorming jaarlijks 2 à 3 miljoen vrij is voor projecten (en dus nog niet formeel toegekend). 107

109 Toelichting bij prognose gelabelde gedeelte saldo per De cijfers zijn gebaseerd op de per 31 december 2014 gereserveerde bedragen. Er is nog geen inschatting gemaakt van de na die datum mogelijk vast te leggen reserveringen. De gelabelde projecten hebben met name betrekking op reeds toegekende middelen aan programma s, zoals het Innovatief Actieprogramma Groningen, waarbij de komende jaren vanuit deze programma s daadwerkelijk geld aan subsidieprojecten wordt toegekend en uitbetaald. Hier is uitgegaan van de projecten waar overleg over is geweest en welke in de FO s besproken zijn. Vanaf 2015 gaan veel Europese subsidieprogramma s weer open. De verwachting is dat de beschikbare middelen de komende jaren niet toereikend zijn om projecten binnen deze programma s te kunnen cofinancieren. Vrije middelen aan het eind van een jaar worden in de daarop volgende jaren ingezet. In ons Collegeakkoord hebben wij voorgesteld om de door ons gemaakte beleidskeuzes voor de periode onder meer te bekostigen door in 2015 tenminste 5% van de per 31 december 2014 gelabelde bedragen af te romen. Dat betekent voor de reserve Provinciale Meefinanciering dat een bedrag van tenminste aan gelabelde middelen zou moeten worden afgeroomd. In het kader van de Begroting 2016 zullen wij de haalbaarheid hiervan nader onderzoeken. Toelichting bij prognose vrij inzetbare gedeelte saldo per Niet van toepassing. 1) Het saldo per betreft de gerealiseerde stand die wordt meegenomen in de Jaarrekening Er is in deze cijferopstelling (vanaf 2015) nog geen rekening gehouden met de jaarlijkse voeding, die vanaf 2013 eerst als krediet in de begroting wordt opgevoerd. Als aan het eind van het enig jaar een deel van dit krediet niet tot besteding is gekomen dan zal dat alsnog in de reserve worden gestort. 108

110 Reserve Programma Functie : Actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid : Gebiedsgericht : Impuls geven aan de ruimtelijke en economishe ontwikkeling van Noord (Oost) Groningen Achtergrond en doel van de reserve Ingesteld per 2013 Instellingsbesluit In het kader van de Integrale Bijstelling 2013 (voordracht nr. 59/2013) Functie van de reserve (egalisatie, inkomen, etc.) Bestemmingsreserve Beschrijving doelstelling Met de gemeenten Oldambt, Delfzijl en De Marne is een programma opgesteld dat als doel heeft een impuls te geven aan de ruimtelijke en economische ontwikkeling van Noord (Oost) Groningen, om er zo aan bij te dragen dat het in deze regio ook in de toekomst prettig wonen en werken is. Voor de drie opgaven, centra Winschoten, Delfzijl en aanpak De Marne zijn door ons en de betrokken gemeenteraden drie uitvoeringsprogramma's vastgesteld. Voorwaarden voor aanwending Op basis van de door de 3 gemeenten opgestelde en door ons college geaccordeerde uitvoeringsprogramma's kunnen vervolgens subsidieaanvragen gedaan worden. Aan de betreffende subsidie verbinden wij als belangrijkste voorwaarden dat: de aanvraag moet passen binnen de kaders van de vastgestelde uitvoeringsprogramma's; de aanvraag moet voorzien zijn van een concrete beschrijving van de aard en type van activiteiten; de aanvrager moet 2 keer per jaar een inhoudelijke en financiële voortgangsrapportage opstellen; de aanvraag, die gefinancierd wordt uit REP-ZZL, dient aan de specifieke eisen van dit uitvoeringskader te voldoen. Vanzelfsprekend zijn ook de overige specifieke subsidievoorwaarden van toepassing. Eventuele onderbesteding van middelen vloeit automatisch terug naar de reserve Actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid. Na afloop van het programma zullen wij een voorstel doen voor de bestemming van eventueel nog vrij besteedbare middelen. Koppeling programma (indien van toepassing) Gebiedsgericht 109

111 Huidige stand en ontwikkelingen Welk bedrag van de huidige stand (per ) is verplicht/gelabeld/vrij inzetbaar? Stand per 31 december 2014: Waarvan: Verplicht: Gelabeld: Vrij: 0 Welke inhoudelijke ontwikkelingen met betrekking tot de verplichtingen en gelabelde middelen in de reserve zijn er? Voor de uitvoering van het Actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid wordt in de periode , rekening houdend met de besluiten die zijn genomen in de Voorjaarsnota 2014 en de Integrale Bijstelling 2014, in totaal circa 25,51 miljoen beschikbaar gesteld. Daarvan wordt 4 miljoen bekostigd vanuit de middelen REP-ZZL. De resterende middelen ad 21,51 miljoen lopen via de reserve Actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid. In 2014 is daarvan 5,77 miljoen uitgegeven voor projecten in de gemeenten Delfzijl, Oldambt en De Marne. In de jaren 2015 tot en met 2018 zal naar verwachting nog circa 15,74 miljoen worden uitgegeven (waarvan circa 5,15 miljoen voor Delfzijl, 9,83 miljoen voor Oldambt en 0,76 miljoen voor De Marne). Van de middelen, die in de periode zullen worden uitgegeven, was per 31 december 2014 al circa 13,06 miljoen vastgelegd in de reserve. In 2015 wordt daar, vanuit de reserve ESFI, nog een bedrag van 2,68 miljoen aan toegevoegd. Zie hierna, bij de toelichting op de prognose van de voeding. Prognose 10 jaar Wat is de prognose voor de voeding van de reserve voor de komende 10 jaar? (bedragen x 1 miljoen) Jaar Voeding 2,68 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Toelichting bij de prognose voeding In de Integrale Bijstelling 2014 hebben wij een alternatief gevonden voor de nog ontbrekende middelen ten behoeve van het Actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid (WEL) ad 2,68 miljoen. Wij hebben dit bedrag gevonden door een herprioritering van het programma Lauwersoog. In dat kader hebben wij toen een substitutie voorgesteld van 2,68 miljoen vanuit het Investeringsbudget Lauwersmeer/Lauwersoog naar het Actieprogramma WEL. Op basis van de stand van zaken van de projecten in Lauwersoog hebben wij geconcludeerd dat er voldoende middelen aanwezig blijven om de 'harde' projecten te kunnen financieren. De te substitueren middelen zijn afkomstig uit de reserve ESFI. De voorgestelde substitutie geven wij in 2015 vorm door de betreffende middelen in de Voorjaarsnota 2015 over te hevelen van de reserve ESFI naar de reserve Actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid. 110

112 Wat is de prognose verplichte gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose gelabelde gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose vrij inzetbare gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) (bedragen x 1 miljoen) Jaar ) Verplicht 5,59 2,54 0,63 0,63 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 7,47 6,39 2,87 0,74 0,11 0,11 0,11 0,11 0,11 0,11 0,11 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 13,06 8,93 3,50 1,37 0,11 0,11 0,11 0,11 0,11 0,11 0,11 Toelichting bij prognose verplicht gedeelte saldo per De middelen, die in de periode beschikbaar worden gesteld voor de uitvoering van het Actieprogramma WEL, worden verspreid over de jaren nader bestemd en vervolgens aan concrete projecten toegekend. Naar mate de uitvoering van het programma vordert, zal het verplichte saldo aan het eind van de betreffende jaren daarom steeds verder dalen. Toelichting bij prognose gelabelde gedeelte saldo per De middelen, die in de periode beschikbaar worden gesteld voor de uitvoering van het Actieprogramma WEL, worden verspreid over de jaren nader bestemd en vervolgens aan concrete projecten toegekend. Naar mate de uitvoering van het programma vordert, zal het gelabelde saldo aan het eind van de betreffende jaren daarom steeds verder dalen. Op basis van de tot nu toe toegekende en gereserveerde bedragen resteert er voorlopig, voor projecten in Delfzijl, nog een nader in te vullen bedrag van circa 0,11 miljoen. Wij gaan ervan uit dat dit bedrag in de loop van de tijd ook zal worden toegekend aan concrete projecten. In ons Collegeakkoord hebben wij voorgesteld om de door ons gemaakte beleidskeuzes voor de periode onder meer te bekostigen door in 2015 tenminste 5% van de per 31 december 2014 gelabelde bedragen af te romen. Dat betekent voor de reserve Actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid dat een bedrag van tenminste aan gelabelde middelen zou moeten worden afgeroomd. In het kader van de Begroting 2016 zullen wij de haalbaarheid hiervan nader onderzoeken. Toelichting bij prognose vrij inzetbare gedeelte saldo per Niet van toepassing. 1) Het saldo per betreft de gerealiseerde stand die wordt meegenomen in de Jaarrekening

113 112

114 Reserve Programma Functie : Regio Specifiek Pakket : Bereikbaar Groningen, Ondernemend Groningen : Financiering provinciale bijdrage aan RSP-REP projecten Achtergrond en doel van de reserve Ingesteld per De reserve is ingesteld in het boekjaar Instellingsbesluit Voorjaarsnota Functie van de reserve (egalisatie, inkomen, etc.) Bestemmingsreserve. Verlenen van provinciale bijdragen in programma's en projecten als cofinanciering die onder het convenant Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (RSP-ZZL) vallen. Beschrijving doelstelling Deze reserve dient ter dekking van cofinanciering voor projecten in het regiospecifiek pakket. De reserve wordt ter dekking ingezet bij de programma's Bereikbaar Groningen en Ondernemend Groningen. De totale cofinanciering voor RSP-ZZL bedraagt 325 miljoen. Het aandeel van de provincie bedraagt 245 miljoen. De overige 80 miljoen wordt door de gemeente Groningen beschikbaar gesteld (prijspeil 2007). De dekking van het aandeel van de provincie komt uit de opbrengsten van de verkoop van onze aandelen in Essent. De rentebaten over het saldo van de reserve RSP-ZZL worden ook toegevoegd aan deze reserve. Het uitvoeren van bereikbaarheidsprojecten zoals die zijn ondergebracht in het convenant van het RSP-ZZL en het hieraan gekoppelde programma. In het kader van het convenant is het programma voor RSP op te delen in drie deelprogramma s: Ruimtelijk-Economisch-Programma (REP), Concrete bereikbaarheidsprojecten en projecten Regionaal Mobiliteitsfonds. Het REP bestaat uit 12 programmalijnen: Energie, Watertechnologie, Sensortechnologie, Lifesciences, Agribusiness, Chemie, Toerisme, Metaal en scheepsbouw, Algemeen mkb-beleid, Arbeidspotentieel, Vestigingslocaties en Woon- en leefklimaat. Bij het afsluiten van het convenant zijn de concrete projecten benoemd. Het convenant geeft voor deze projecten aan dat de vraag of zij zullen worden uitgevoerd bestuurlijk niet meer aan de orde is. Deplanuitwerking gaat met name over de vraag 'hoe en wanneer'. De invulling van de projecten Regionaal Mobiliteitsfonds is aan de regio overgelaten. De mobiliteitsprojecten uit het RSP komen in het geactualiseerde provinciale MIT (bijlage 4.1.a van de Voorjaarsnota 2015) tot uitdrukking. 113

115 Voorwaarden voor aanwending Er is, zoals hiervoor aangegeven, voor de Concrete bereikbaarheidsprojecten geen termijn genoemd voor wat betreft de uitvoering. Voor de projecten Regionaal Mobiliteitsfonds is in het convenant aangegeven dat het Regionaal Mobiliteitsfonds beschikbaar is voor projecten, die in principe kunnen worden gerealiseerd voor Indien deze termijn te kort blijkt kunnen ook projecten worden opgenomen waarvan de realisatie start voor 2020 en de bouwtijd doorloopt tot na Tijdens het BO-MIRT van het najaar 2014 zijn over deze realisatieperiode de volgende afspraken gemaakt: De realisatieperiode voor het RMF-RSP wordt verlengd met de tijd die nodig is om de financiële risico's van de Concrete Projecten op te kunnen vangen én de tijd die nodig is om eventuele vrijvallende middelen uit risicoreserveringen alsnog binnen het RSP te kunnen besteden. Bij de huidige inzichten betekent dit een verlenging van de realisatieperiode tot en met 2022., Koppeling programma (indien van toepassing) Uit de reserve worden uitgaven voor het programma Bereikbaar Groningen, thema Mobiliteit en infrastructuur en het programma Ondernemend Groningen, thema Bedrijvigheid gedekt. Huidige stand en ontwikkelingen Welk bedrag van de huidige stand (per ) is verplicht/gelabeld/vrij inzetbaar? Het saldo van de reserve op 31 december 2014 bedraagt Daarvan is: - verplicht gelabeld Vrij 0. Welke inhoudelijke ontwikkelingen met betrekking tot de verplichtingen en gelabelde middelen in de reserve zijn er? In het voorjaar van 2013 hebben Provinciale Staten zich gebogen over de vrijval die in het RSP-pakket was opgetreden als gevolg van het niet doorgaan van de treinverbinding Groningen-Heerenveen en de RegioTram. Op basis van voordracht 23/2013 hebben Provinciale Staten een herbestemming gegeven aan de vrijgevallen RSP- en provinciale MIT-middelen. Voor het RSP geldt dat Provinciale Staten de vrijgevallen middelen volledig hebben herbestemd. Voor een verdere toelichting op de inhoudelijke ontwikkelingen m.b.t. het RSP verwijzen wij naar bijlage 4.1.b bij de Voorjaarsnota Prognose 10 jaar Wat is de prognose voor de voeding van de reserve voor de komende 10 jaar? (bedragen x 1 miljoen) Jaar Voeding 0,09 0,19 0,20 0,18 0,15 0,13 0,00 0,00 0,00 0,00 Toelichting bij de prognose voeding De voeding van de bestemmingsreserve RSP is de toegerekende rente over het gemiddelde saldo van de reserve in een jaar. De rente die wordt toegerekend, is gebaseerd op een gemiddelde van rente die de treasury realiseert op korte en lange uitzettingen. De voeding van de reserve dient ter dekking van indexatie van de projectkosten. De prognose loopt tot en met 2020 omdat conform planning de RSP middelen zijn besteed aan projecten. 114

116 Wat is de prognose verplichte gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose gelabelde gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose vrij inzetbare gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) (bedragen x 1 miljoen) Jaar ) Verplicht 145,31 134,01 108,18 76,53 48,45 26,90 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 99,43 91,69 74,02 52,37 33,15 18,40 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 244,74 225,70 182,20 128,90 81,60 45,30 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 De opgenomen projectkosten zijn gebaseerd op het prijspeil Ieder jaar zal worden bekeken in welke mate de in de reserve opgenomen middelen dienen te worden geindexeerd. Toelichting bij prognose verplicht gedeelte saldo per Het betreft het regionaal aandeel in de geprognosticeerde uitgaven ten laste van de aangegane verplichtingen en gedane subsidiebeschikkingen. Toelichting bij prognose gelabelde gedeelte saldo per Betreft de cofinanciering van de provincie die gerealiseerd dient te worden om de in het Convenant RSP toegezegde rijksbijdrage te kunnen ontvangen, voor het gedeelte waar nog geen verplichingen zijn aangegaan. Toelichting bij prognose vrij inzetbare gedeelte saldo per Er is in principe geen vrije ruimte omdat op basis van het met het Rijk in 2008 gesloten convenant cofinanciering van de projecten moet plaatsvinden door de provincie. 1) Het saldo per betreft de gerealiseerde stand die wordt meegenomen in de Jaarrekening

117 116

118 Reserve Programma Functie : Compensatie dividend Essent : Algemene dekkingsmiddelen : Voeding reserve ESFI/opvangen schommelingen in de variabelen van het rendementsmodel Achtergrond en doel van de reserve Ingesteld per Ultimo Instellingsbesluit Voordracht nr. 46/2010. Functie van de reserve (egalisatie, inkomen, etc.) Bestemmingsreserve, met gedeeltelijk het karakter van een egalisatiereserve en gedeeltelijk het karakter van een inkomensreserve. Beschrijving doelstelling Allereerst dient de dekking van de voeding van de bestemmingsreserve ESFI te zijn gewaarborgd. Ten tweede wordt deze bestemmingsreserve gebruikt om schommelingen in de variabelen van het rendementsmodel te egaliseren. Voorwaarden voor aanwending Om de eeuwig durende voeding van de reserve ESFI te kunnen garanderen kunnen de middelen niet worden aangewend. Koppeling programma (indien van toepassing) Door de koppeling aan de reserve ESFI is er indirect een koppeling aan het programma Bereikbaar Groningen. Huidige stand en ontwikkelingen Welk bedrag van de huidige stand (per ) is verplicht/gelabeld/vrij inzetbaar? De stand van de reserve is ultimo ,58 miljoen. Deze middelen zijn gelabeld om de eeuwigdurende voeding van de reserve ESFI te realiseren. 117

119 Welke inhoudelijke ontwikkelingen met betrekking tot de verplichtingen en gelabelde middelen in de reserve zijn er? Op basis van het rendementsmodel moet de reserve een omvang hebben van 182,6 miljoen. Dit bedrag is opgebouwd uit het structureel benodigde stamkapitaal van 100 miljoen, de brugleningen die zijn verstrekt aan Enexis ad 51,0 miljoen, eerder vrijgevallen brugleningen welke niet zijn ingezet voor andere doeleinden ad 22,4 miljoen en de verkoopopbrengst Attero ad 9,0 miljoen). Deze leningen zorgen ook voor een eeuwigdurend rendement. Prognose 10 jaar Wat is de prognose voor de voeding van de reserve voor de komende 10 jaar? (bedragen x 1 miljoen) Jaar Voeding 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Toelichting bij de prognose voeding In 2014 is de verkoopopbrengst Attero toegevoegd aan de reserve Compensatie dividend Essent. In de oude situatie werd de opbrengst van het dividend toegevoegd aan de reserve ESFI. Nu deze kasstroom komt te vervallen is besloten de opbrengst uit de verkoop toe te voegen aan de reserve Compensatie dividend Essent. Wat is de prognose verplichte gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose gelabelde gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose vrij inzetbare gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) (bedragen x 1 miljoen) Jaar ) Verplicht 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 182,58 Toelichting bij prognose verplicht gedeelte saldo per Niet van toepassing Toelichting bij prognose gelabelde gedeelte saldo per Bij onveranderde omstandigheden zal er op basis van de huidige ramingen in 2021 een jaarlijkse voeding van 9,7 miljoen beschikbaar zijn voor de reserve ESFI. Dit wordt met name veroorzaakt door een lager ingeschatte dividendinkomst uit onze deelneming Enexis. Toelichting bij prognose vrij inzetbare gedeelte saldo per Niet van toepassing 1) Het saldo per betreft de gerealiseerde stand die wordt meegenomen in de Jaarrekening

120 Reserve Programma Functie : Leefbaarheid krimpgebieden : Leven en wonen in Groningen : Voorkomen en oplossen van problemen op het gebied van leefbaarheid in krimpgebieden Achtergrond en doel van de reserve Ingesteld per Instellingsbesluit Voordracht 40/2009 vastgesteld door Provinciale Staten op 31 maart 2010 Functie van de reserve (egalisatie, inkomen, etc.) Bestemmingsreserve. Beschrijving doelstelling De reserve bestaat uit middelen voor Leefbaarheid Krimpgebieden en uit ISV-middelen. Leefbaarheid Krimpgebieden is bedoeld om een bijdrage te leveren aan het voorkomen en oplossen van problemen op het gebied van leefbaarheid. Het gaat om vraagstukken op het terrein van wonen, onderwijs, zorg, cultuur, gezondheid, sociaaleconomische vitalisering, kwetsbare groepen en voorzieningen. Deze bijdrage is enerzijds ter ondersteuning van de woon- en leefbaarheidplannen die door de regio's worden opgesteld en de uitvoering ervan. Anderzijds door het stimuleren en ondersteunen van innovatieve projecten en experimenten. Deze moeten gerelateerd zijn aan de krimp en worden aangedragen vanuit de samenleving. Ook dragen ze bij aan de doelen zoals genoemd in het Provinciaal Actieplan Bevolkingsdaling. Het eerste ISV-doel is dat van de bevordering van de fysieke kwaliteit van de leefomgeving. Tevens worden ISV-middelen ingezet ter bevordering van de kwaliteit en differentiatie van de woningvoorraad voor zover nodig rekening houdend met een te verwachten afname van het aantal huishoudens. Wij zien het behoud van de leefbaarheid in gebieden met bevolkingsdaling als een majeure opgave. Om die reden willen wij het ISV deelbudget voor wonen, waaruit de nog beschikbare ISV-middelen bestaan, volledig inzetten in de krimpregio's in onze provincie. Voorwaarden voor aanwending van middelen van Leefbaarheid Krimp Criteria projecten Regionale Woon- en Leefbaarheidsplannen Inhoudelijk: Het project draagt bij aan het realiseren van het doel van de Reserve Leefbaarheid Krimpgebieden, Het project past binnen het beleidskader zoals opgenomen in de Regionale Woon en Leefbaarheidsplannen. Het project maakt onderdeel uit van de programma's van de Regionale Woon- en Leefbaarheidsplannen. Het project is krimp- en regiobestendig. Dat wil zeggen dat de projecten zich richten op de aanpak van de gevolgen van bevolkingsdaling, dat de projecten worden gedragen door de regionale partners en de betrokken partijen en tenslotte in één van de drie krimpgebieden zullen worden uitgevoerd. De projectomschrijving benoemt de urgentie en de betekenis van het project. Binnen de 119

121 omschrijving is opgenomen welk leefbaarheidsvraagstuk in relatie tot bevolkingsdaling wordt aangepakt en welke aanpak en strategie daarvoor wordt gekozen. In het projectplan is de mate waarin het project bijdraagt aan het oplossen van het leefbaarheidsvraagstuk opgenomen en dient te worden aangegeven in hoeverre de bijdrage gemeentegrensoverstijgend is. Criteria voor innovatieve projecten en experimenten Inhoudelijk: Innovatieve projecten en experimenten moeten bijdragen aan de doelen van het Provinciaal Actieplan Bevolkingsdaling en worden vanuit de samenleving aangedragen. Projecten en experimenten zijn krimp- en regiobestendig. Dat wil zeggen dat de projecten zich richten op de aanpak van de gevolgen van bevolkingsdaling, dat de projecten worden gedragen door de regionale partners en de betrokken partijen en tenslotte in één van de drie krimpgebieden zullen worden uitgevoerd. Projecten en experimenten in de krimpregio('s) moeten bij voorkeur een vernieuwend karakter hebben. Projecten en experimenten moeten een leereffect met zich meebrengen en resultaten opleveren voor de krimpregio's in de provincie Groningen. Projectorganisaties moeten bereid zijn om de resultaten met andere partijen te delen. Projecten en experimenten moeten bijdragen aan de kennis op het terrein van krimp. De criteria van de Subsidieregeling Reserve Leefbaarheid Krimpgebieden zouden na een periode van 2 jaar worden geëvalueerd. Die evaluatie is inmiddels gedaan. Zie het blok met inhoudelijke ontwikkelingen. Voorwaarden voor aanwending van ISV-middelen In de afweging bij het toekennen van ISV-middelen voor Wonen geven wij een voorkeur aan de volgende projecten: met een hoge prioriteit in de (regionale) woon- en leefbaarheidsplannen; waarbij de inzet van de middelen een hoog effect sorteert; waarbij de gekozen aanpak ook voor de lange termijn waardevast is; waarbij sprake is van samenwerking met de relevante partijen en waarbij de aanpak wordt gedragen door de bewoners en gebruikers van het gebied (burgers, maatschappelijke organisaties en marktpartijen); waarbij de maatschappelijke en financiële haalbaarheid duidelijk is; projecten met een pilotkarakter waarbij de aanpak en oplossingen ook elders kunnen worden benut. Gekeken wordt naar innovatieve oplossingen, de inzet van instrumenten, samenwerking met partijen en de inzet van financiële middelen. Koppeling programma (indien van toepassing) Leven en Wonen in Groningen, Karakteristiek Groningen en Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur Huidige stand en ontwikkelingen Welk bedrag van de huidige stand (per ) is verplicht/gelabeld/vrij inzetbaar? De stand per 31 december 2014 bedraagt Waarvan: - verplicht gelabeld (ISV-3 en middelen krimp Financieel Arrangement Eemsdelta) - vrij

122 Welke inhoudelijke ontwikkelingen met betrekking tot de verplichtingen en gelabelde middelen in de reserve zijn er? De subsidieregeling in het kader van de Reserve Leefbaarheid Krimpgebieden (RLK) is simpeler en duidelijker geworden. De voorwaarden zijn duidelijker geformuleerd, het inschrijfformulier is makkelijker geworden en de tijd die zit tussen aanvraag voor een subsidie en de beslissing is met een maand verkort. Bovendien wordt nu in samenwerking met een aanvrager al in een vroeg stadium bekeken of een aanvraag past binnen de reserve Leefbaarheid, of wellicht binnen een andere provinciale subsidieregeling. De verbeteringen zijn het gevolg van een evaluatie van de Reserve Leefbaarheid Krimpgebieden die in het najaar van 2013 in samenwerking met alle subsidieontvangers is uitgevoerd en besproken met Provinciale Staten. Uit deze evaluatie ( kwamen een aantal verbeteracties naar voren die nu voor een groot deel zijn uitgevoerd. De provincie heeft tot 2020 jaarlijks 3 miljoen beschikbaar voor projecten die de leefbaarheid in de krimpgebieden Eemsdelta, Oost Groningen en De Marne helpen in stand te houden of te verbeteren. Tot medio februari 2015 zijn in totaal iets meer dan 100 projecten gesubsidieerd. De subsidieregeling is bedoeld om een bijdrage te leveren aan het voorkomen en oplossen van problemen op het gebied van leefbaarheid als gevolg van de bevolkingsdaling op terreinen als wonen, zorg, onderwijs cultuur, gezondheid, kwetsbare groepen en voorzieningen. Prognose 10 jaar Wat is de prognose voor de voeding van de reserve voor de komende 10 jaar? (bedragen x 1 miljoen) Jaar Voeding 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 p.m. p.m. p.m. p.m. Toelichting bij de prognose voeding De middelen die tot en met 2020 voor RLK beschikbaar zijn hoeven niet noodzakelijkerwijs in gelijke delen over de komende jaren tot uitbetaling te komen. Indien zich goede projecten aandienen is het ook mogelijk dat in een jaar meer dan de jaarschijf wordt besteed. Voorwaarde is dat het totaalbedrag van de reserve niet wordt overschreden. In het kader van het collegeprogramma hebben wij voorgesteld de voeding van de reserve Leefbaarheid Krimpgebieden in de periode 2013 tot en met 2020 te bepalen op 3 miljoen per jaar. Deze middelen worden met ingang van de Voorjaarsnota 2013 niet eerst in de reserve Leefbaarheid krimpgebieden gestort, maar als krediet in de lopende begroting opgevoerd. Voor zover middelen aan het eind van het begrotingsjaar nog niet zijn aangewend worden ze alsnog in de reserve gestort. In principe zal bij de inzet van jaarlijks beschikbare middelen de navolgende verdeling van de middelen worden gehanteerd: A) Projecten Regionale Woon- en Leefbaarheidsplannen: 1. Eemsdelta: Oost-Groningen: (indicatief) 3. De Marne: (indicatief). Alle middelen t/m 2020 zijn al verplicht in de vorm van projecten. B) Innovatieve Projecten en Experimenten: C) Uitvoeringsbudget Provinciaal Actieplan Bevolkingsdaling: (indicatief). Er komen geen nieuwe ISV-middelen bij. 121

123 Wat is de prognose verplichte gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose gelabelde gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose vrij inzetbare gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) (bedragen x 1 miljoen) Jaar ) Verplicht 14,14 2,64 1,96 1,31 1,14 0,28 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 5,59 5,15 8,31 11,48 14,57 17,59 20,59 13,73 6,86 0,00 0,00 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 19,73 7,79 10,28 12,79 15,71 17,87 20,59 13,73 6,86 0,00 0,00 Toelichting bij prognose verplicht gedeelte saldo per De meeste projecten lopen tot en met 2015 en een aantal tot en met Toelichting bij prognose gelabelde gedeelte saldo per De middelen die tot en met 2020 voor Innovatieve Projecten en Experimenten beschikbaar zijn hoeven niet noodzakelijkerwijs in gelijke delen over de komende jaren tot uitbetaling te komen. Indien zich goede projecten aandienen is het ook mogelijk dat direct grotere delen tot het gehele totaalbudget te besteden. Voorwaarde is dat het saldo van de reserve niet wordt overschreden. De gelabelde ISV-middelen behoren deels tot het deelbudget Wonen van ISV3 en tot middelen uit de periode 2001 tot en met 2009 van het ISV1 en ISV2. In ons Collegeakkoord hebben wij voorgesteld om de door ons gemaakte beleidskeuzes voor de periode onder meer te bekostigen door in 2015 tenminste 5% van de per 31 december 2014 gelabelde bedragen af te romen. Dat betekent voor de reserve Leefbaarheid Krimpgebieden dat een bedrag van tenminste aan gelabelde middelen zou moeten worden afgeroomd. In het kader van de Begroting 2016 zullen wij de haalbaarheid hiervan nader onderzoeken. Toelichting bij prognose vrij inzetbare gedeelte saldo per In principe zijn de per 31 december 2014 beschikbare middelen of verplicht of gelabeld en is er geen sprake van vrij inzetbare middelen. Vrije middelen aan het eind van een jaar (niet bestede kredieten in enig jaar) worden in de daarop volgende jaren ingezet. 1) Het saldo per betreft de gerealiseerde stand die wordt meegenomen in de Jaarrekening

124 Reserve Programma Functie : Afkoop vervanging kunstwerken Winschoterdiep : Bereikbaar Groningen : Bekostiging toekomstige vervanging kunstwerken Winschoterdiep Achtergrond en doel van de reserve Ingesteld per: 1 januari 2012 Opgemerkt moet worden, dat de hoogte van deze reserve gebaseerd is op instandhouding van het huidige profiel en huidige kunstwerken (dus huidige klasse van de vaarweg). Er is dus geen rekening gehouden met eventuele opwaardering van de vaarweg, bv verbreding van bruggen. Instellingsbesluit Functie van de reserve (egalisatie, inkomen, etc.) Beschrijving doelstelling In 2011 is met het Rijk een overeenkomst gesloten omtrent de overdracht van het beheer en onderhoud van het Winschoterdiep/Rensel naar de provincie Groningen per 1 januari Onderdeel van de overeenkomst is een afkoopsom van 22 miljoen voor de toekomstige vervanging van de kunstwerken Winschoterdiep. Deze afkoopsom is gebaseerd op de contante waarde van de toekomstige vervangingskosten. Om te borgen dat de hoogte van de reserve voldoende is om de toekomstige vervangingen te financieren is het noodzakelijk dat de reserve jaarlijks gevoed wordt met rente. Het zwaartepunt van de vervanging van de kunstwerken ligt rond de jaren Voorwaarden voor aanwending Koppeling programma (indien van toepassing) Bereikbaar Groningen. Huidige stand en ontwikkelingen Welk bedrag van de huidige stand (per ) is verplicht/gelabeld/vrij inzetbaar? De reserve bedraagt ultimo ,17 miljoen, zijnde de ontvangen afkoopsom van het Rijk inclusief de jaarlijkse voeding met rente vanaf 2012 en de uitgaven tot en met Deze middelen zijn volledig gelabeld voor de toekomstige vervanging van kunstwerken Winschoterdiep 123

125 Welke inhoudelijke ontwikkelingen met betrekking tot de verplichtingen en gelabelde middelen in de reserve zijn er? Afhankelijk van de politieke besluitvorming is het mogelijk dat (een deel van) de middelen eerder zal worden ingezet om de huidige risico's op het Winschoterdiep te verminderen c.q. om te voldoen aan een nieuw ambitieniveau voor de vaarweg. Een voorstel hiervoor zal in de eerste helft van 2015 worden voorgelegd. Prognose 10 jaar Wat is de prognose voor de voeding van de reserve voor de komende 10 jaar? (bedragen x 1 miljoen) Jaar Voeding 0,15 0,19 1,64 0,33 0,36 0,56 0,31 0,28 0,24 0,13 Toelichting bij de prognose voeding Jaarlijks wordt de reserve gevoed met rente om het doelvermogen op peil te houden. Daarnaast vindt er in 2017 een storting plaats in de reserve vanwege de voorfinanciering in 2014 van het project 'afstandsbediening bruggen'. Wat is de prognose verplichte gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose gelabelde gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose vrij inzetbare gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) (bedragen x 1 miljoen) Jaar ) Verplicht 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 20,17 20,32 20,52 22,16 22,49 22,85 23,41 23,72 24,00 24,24 24,38 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 20,17 20,32 20,52 22,16 22,49 22,85 23,41 23,72 24,00 24,24 24,38 Toelichting bij prognose verplicht gedeelte saldo per Niet van toepassing. Toelichting bij prognose gelabelde gedeelte saldo per De gehele reserve is gelabeld voor de bekostiging van de toekomstige vervanging van kunstwerken van het Winschoterdiep. De reserve wordt in eerste instantie tijdelijk gebruikt voor de voorfinanciering van het project 'afstandsbediening bruggen'. Vanaf 2020 zal de reserve worden gebruikt voor de vervanging van kunstwerken Winschoterdiep. De daarmee gemoeide uitgaven zijn op dit moment nog niet bekend en zijn om die reden nog niet verwerkt in bovenstaande prognose. Toelichting bij prognose vrij inzetbare gedeelte saldo per Niet van toepassing. 1) Het saldo per betreft de gerealiseerde stand die wordt meegenomen in de Jaarrekening

126 Reserve Programma Functie : Overboeking kredieten : Alle programma's : Op een efficiëntere en effectievere manier vorm geven aan de jaarlijkse overboeking van kredieten. Achtergrond en doel van de reserve Ingesteld per Instellingsbesluit Deze reserve is in het kader van de Integrale Bijstelling 2013 ingesteld. Functie van de reserve (egalisatie, inkomen, etc.) Bestemmingsreserve. Beschrijving doelstelling De over te boeken middelen landen in principe niet meer in de Algemene reserve. Deze reserve heeft hierdoor weer alleen de functies waar die eigenlijk voor is bedoeld, namelijk het verrekenen van rekeningresultaten en het fungeren als risicobuffer. De continuïteit in de uitvoering van beleid en het realiseren van de maatschappelijke ambities worden beter gewaarborgd. Aan het eind van het boekjaar hoeft niet gewacht te worden op het opnieuw ter beschikking stellen van middelen in het kader van de Jaarrekening (via bestemming van het rekeningresultaat). Voorwaarden voor aanwending Procedures Bij de Integrale Bijstelling worden middelen (bedrag) overgeboekt indien vaststaat dat deze niet tot besteding komen, omdat de onderliggende verplichting/prestatie wordt geleverd aan het begin van het volgend jaar en besluitvorming derhalve niet kan wachten op besluitvorming in het kader van de Jaarrekening (directe overboeking, 1 e wijziging begroting). Bij de Integrale Bijstelling wordt direct een besluit genomen om de niet bestede kredieten (geschat bedrag) van de voorgenomen overboekingen bij de Jaarrekening beschikbaar te houden via de bestemmingsreserve Overboeking kredieten indien wordt voldaan aan de criteria (zie hieronder). Indien in het kader van de Jaarrekening in het geval van een incidentele overboeking wordt vastgesteld dat het over te boeken bedrag meer dan 20% (met een minimum van ) afwijkt van het besluit tot overboeking bij de Integrale Bijstelling, dient het voorstel alsnog ter besluitvorming worden voorgelegd. Overboekingsvoorstellen die niet zijn voorgelegd in het kader van de Integrale Bijstelling, kunnen alsnog in het kader van de Jaarrekening ter besluitvorming worden voorgelegd. Voorstellen tot overboeking van kredieten naar het volgende boekjaar - zowel bij de Integrale Bijstelling als bij de Jaarrekening - moeten ongeacht de toegekende categorie inhoudelijk deugdelijk worden onderbouwd. Bij deze voorstellen zal moeten worden aangetoond dat overboeking naar volgend boekjaar onvermijdelijk is. Voor zover de over te boeken middelen naar verwachting in het volgende boekjaar tot besteding komen, worden deze in de 2 e wijziging van de begroting van dat jaar (in het kader van de 125

127 Jaarrekening) weer als krediet opgevoerd, ten laste van de reserve Overboeking kredieten. Criteria De ondergrens om voor overboeking in aanmerking te komen is bepaald op Indien uw Staten en ons college eenmalig hebben besloten dat de middelen van een programma, project of activiteit meerjarig beschikbaar blijven ter realisatie van het programma, project of activiteit, blijven de middelen via de reserve Overboeking kredieten beschikbaar en vallen deze onder categorie 1 (structurele overboekingen). Middelen die verbonden zijn aan een schriftelijke toezegging aan derden blijven bij vertraging in de uitvoering beschikbaar via de reserve Overboeking kredieten en vallen onder categorie 2 (incidentele overboekingen). Niet bestede eenmalige middelen (bedrag) die beschikbaar zijn gesteld via het Provinciefonds voor een specifiek doel c.q. beleidsterrein blijven beschikbaar via de reserve Overboeking kredieten en vallen onder categorie DU-overboekingen. Restantkredieten komen niet in aanmerking voor overboeking. De afweging om deze middelen opnieuw beschikbaar te stellen dient bij voorkeur bij de Voorjaarsnota plaats te vinden. Koppeling programma (indien van toepassing) Alle programma's Huidige stand en ontwikkelingen Welk bedrag van de huidige stand (per ) is verplicht/gelabeld/vrij inzetbaar? De stand per 31 december 2014 bedraagt Waarvan: Verplicht 0 Gelabeld Vrij 0. Welke inhoudelijke ontwikkelingen met betrekking tot de verplichtingen en gelabelde middelen in de reserve zijn er? De gelabelde middelen per 31 december 2014 worden tot een bedrag van 1,08 miljoen weer opgevoerd in de begroting 2015 voor het convenant bedrijventerreinen, een bedrag van 1,77 miljoen ten behoeve van Green Deal, een bedrag 6,76 miljoen als capaciteitskredieten en een bedrag van 12,49 miljoen op basis van de besluiten met betrekking tot overboeking kredieten In de jaren zullen de naar verwachting per 31 december 2015 nog resterende gelabelde bedragen voor het convenant bedrijventerreinen ( 6,38 miljoen) en de capaciteitskredieten ( 4,76 miljoen) geleidelijk aan tot besteding komen. Prognose 10 jaar Wat is de prognose voor de voeding van de reserve voor de komende 10 jaar? (bedragen x 1 miljoen) Jaar Voeding p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. Toelichting bij de prognose voeding De voeding in enig jaar is afhankelijk van de kredieten die in dat jaar worden overgeboekt. 126

128 Wat is de prognose verplichte gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose gelabelde gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose vrij inzetbare gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) (bedragen x 1 miljoen) Jaar ) Verplicht 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 33,25 11,14 4,81 4,01 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 33,25 11,14 4,81 4,01 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Toelichting bij prognose verplicht gedeelte saldo per Niet van toepassing. Toelichting bij prognose gelabelde gedeelte saldo per Zie toelichting bij huidige stand en ontwikkelingen. Toelichting bij prognose vrij inzetbare gedeelte saldo per Niet van toepassing. 1) Het saldo per betreft de gerealiseerde stand die wordt meegenomen in de Jaarrekening

129 128

130 Reserve Programma Functie : Wabo : Schoon/Veilig Groningen : Egalisatie lasten en baten uitvoering Wabo Achtergrond en doel van de reserve Ingesteld per Instellingsbesluit Voordracht 20/2010. Wijziging Tarieventabel 2010 leges Wabo. Functie van de reserve (egalisatie, inkomen, etc.) Egalisatie. Beschrijving doelstelling Met het instellen van een egalisatiereserve per 1 oktober 2010 kunnen schommelingen in kosten en opbrengsten in de jaren en tussen verschillende legesopbrengsten worden uitgevlakt. Voorwaarden voor aanwending Voor zover de kosten van uitvoering van de Wabo leges gerelateerd zijn kunnen deze worden verrekend met de ontvangen leges. Het verschil tussen legesgerelateerde kosten en legesopbrengsten zal jaarlijks worden verrekend met de egalisatiereserve. Koppeling programma (indien van toepassing) Schoon/Veilig Groningen. Huidige stand en ontwikkelingen Welk bedrag van de huidige stand (per ) is verplicht/gelabeld/vrij inzetbaar? Het saldo van de reserve ultimo 2014 is 0. Op basis van de werkelijke cijfers zijn er in de jaren tot en met 2013 met name als gevolg van tegenvallende opbrengsten tekorten ontstaan. Aangezien er nog geen middelen in de reserve beschikbaar waren en een reserve niet negatief mag zijn, heeft er tot en met 2013 geen onttrekking aan de reserve plaats gevonden. In 2014 is er voor het eerst sprake van hogere baten (uit de legesheffing) dan lasten. Aangezien de tekorten tot en met 2013 telkens zijn verrekend met de algemene middelen is in de Jaarrekening 2014 het positieve saldo ten gunste van de algemene middelen gebracht. 129

131 Welke inhoudelijke ontwikkelingen met betrekking tot de verplichtingen en gelabelde middelen in de reserve zijn er? De jaarlijkse opbrengsten uit de WABO-leges blijven afhankelijk van de vraag naar vergunningen is vanuit de markt. Hierdoor blijven de opbrengsten moeilijk in te schatten. Mocht er een structureel overschot ontstaan in de legesopbrengsten ten opzichte van de gemaakte kosten is dit in eerste instantie aanleiding om de legestarieven te herzien. Dit zal dus niet leiden tot een grote groei van de egalisatiereserve. Prognose 10 jaar Wat is de prognose voor de voeding van de reserve voor de komende 10 jaar? (bedragen x 1 miljoen) Jaar Voeding 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Toelichting bij de prognose voeding Voorlopig is het resultaat van de egalisatiereserve nog negatief. Er is in 2014 weliswaar een positief resultaat behaald op de ingekomen legesvergoedingen, maar deze zijn grotendeels te relateren aan één groot project. Daarnaast lijkt het te vroeg om te zeggen dat de trend van de afgelopen (verlies leidende) jaren gekeerd is. Daarom lijkt het ons verstandig om op dit moment (nog) niet uit te gaan van een groei van de egalisatiereserve. Wat is de prognose verplichte gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose gelabelde gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) Wat is de prognose vrij inzetbare gedeelte van het saldo van de reserve per 31 december voor de komende 10 jaar? (invullen in tabel) (bedragen x 1 miljoen) Jaar ) Verplicht 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Gelabeld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Vrij 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Toelichting bij prognose verplicht gedeelte saldo per Er worden geen verplichtingen aangegaan uit deze reserve. Toelichting bij prognose gelabelde gedeelte saldo per Er worden geen reserveringen gemaakt uit deze reserve. Toelichting bij prognose vrij inzetbare gedeelte saldo per Zolang er geen positief resultaat ontstaat op de egalisatiereserve, na verrekening met de negatieve resultaten uit eerdere jaren, is er geen sprake van vrijval. 1) Het saldo per betreft de gerealiseerde stand die wordt meegenomen in de Jaarrekening

132 Bijlage 4.1.a. Provinciale MIT 2015 Provinciale MIT 2015: - projectformulieren - projecttabel - risicotabel RSP In de Projectentabel MIT 2015 is een overzicht van de actuele stand van de projecten en de her te bestemmen middelen weergegeven (stand van zaken besluitvorming PS tot 1 april 2015). In de projectentabel hebben de in de kolom Realisatie gebruikte kleuren de volgende betekenis: Planning op schema Planning verschoven 0-2 jaar 131

133 Projectentabel MIT 2015 Nr. Projecten Bedrag RSP prijspeil 2014 (mln.) Bedrag MIT prijspeil 2014 (mln.) Totaal bedrag prijspeil 2014 (mln.) Gerealiseerd t/m 2014 Aangegane verplichtingen 132 Verkenning Realisatie 1. Zuidelijke Ringweg (RSP) 685,0 685,0 24,4 660, Weg Centraal 2019/ Spoor Leeuwarden 128,7 128,7 9,4 119, OV Centraal+West Groningen (RSP) 3. Spoor Groningen Veendam 14,1 14,1 14,1 Afgerond Afgerond Afgerond OV Centraal+Oost (RSP) in Infra Q-liners en HOV-bus Transferia en busstations (RSP) 5. Facelift noordelijke stations (RSP) 6. Bereikbaarheid Lauwersmeergebied Mensingeweer-Ranum + fietspad Mensingeweer-Baflo Verkeersonveiligheid noordelijk deel + fietsrouteplus Winsum- Groningen + noordelijke ontsluitingsweg Ranum - Onderdendamsterweg + verbetering doorstroming en verkeersveiligheid zuidelijk deel incl aansluiting Noorderhoogebrug Planuitwerking Invalshoek weg/ov 82,7 82,7 6,7 30, OV Divers 10,7 10,7 2,4 6, OV Divers Gebied 57,8 57,8 1,7 10,6 Weg Centraal, West+Noord Afgerond Afgerond PM 7. OV-bereikbaarheid Stad 40,8 40,8 1,1 39, OV Centraal 8. Eindbeeld N366 17,8 17,8 6,8 11,0 Afgerond Weg Oost 9. Rondweg Zuidhorn (N355) 4,7 4,7 2,3 2,4 Afgerond ) Weg West 10. Bruggen Aduard Dorkwerd 15,5 15,5 2,3 13, Weg West 11. Oostelijke Ringweg 0,7 0,7 0 0, Weg Centraal 12. Fietsroute+ Ten Boer- Groningen. 13. Dynamisch Verkeersmanagement 2,0 2, Weg Centraal+Noord 12,0 12,0 0,5 9, Weg/OV Centraal

134 133

135 Nr. Projecten Bedrag RSP prijspeil 2014 (mln.) Bedrag MIT prijspeil 2014 (mln.) Totaal bedrag prijspeil 2014 (mln.) Gerealiseerd t/m 2014 Aangegane verplichtingen Verkenning Realisatie 14. Aanpak MIT- 13,8 13,8 8,3 1, Weg Divers Instandhoudingsknelpunten 15. Knoop Groningen (RSP) 105,4 10,0 115,4 1,7 113, OV Divers 16. Westelijke Ringweg 27,2 27,2 0 0 N.n.b. N.n.b. Na 2020 Weg Centraal Groningen 17. Hoofdontsluiting Leek 3,0 3, PM Weg West Roden 18. Verdubbeling N33-midden 42,8 46,8 89,7 10, PM PM PM Weg Oost + Noord 19. Maatregelen reistijdverkorting Groningen-Leer-Bremen 86,6 86,6 2,6 1, PM OV Centraal+Oost 20. Wegverbinding Groningen 10,8 10, na 2017 Weg Centraal+West Zuidhorn (N355) 21. Groningen Delfzijl (N360) 3,5 3,5 0, Weg+OV Centraal+Noord 22. Bereikbaarheid Veenkoloniën (RSP) 63,7 0,0 63,7 1,9 1, Weg Oost 23. Bedum Oostelijke ontsluiting financiën zitten in project PM Weg Noord 24. Borkumlijn (Roodeschool- Eemshaven) 3,0 3, OV Noord 25. Verbetering busverbinding corridor West 20,4 20,4 1,3 8, PM OV Centraal+West 26. Hoogwaardige fietsverbinding 7,1 7,1 0, PM Weg Centraal+West Leek-Groningen 27. Fietsbrug Blauwe Stad 4,0 4, Weg Oost 28. Zwolle-Herfte 10,2 10,2 0 10, OV Elders Reservering eventueel 4,2 4,2 0 0 benodigde dekking klaverblad A7/N33 Totaal 1.348,9 186, ,1 69, ,6 Te realiseren taakstelling *1 5,9 5,9 Planuitwerking Invalshoek weg/ov RSP-projecten zijn oorspronkelijk prijspeil Geïndexeerd met de toegekende IBOI resp. 1,477%, 2,137%, 0,028%, 1,41%,1,89% en over % leidt dit tot prijspeil MIT-projecten worden m.i.v geïndexeerd met de BDB-index. Deze bedroeg over ,6%; over ,525%; over ,646%, over ,622%, over %. Voetnoot *1 In 2010 is een taakstelling op het MIT afgesproken. Na besluitvorming over voordracht 23/2013 Herbestemming MIT-RSP resteert een taakstelling van 5,91 mln (prijspeil 2014). Ten opzichte van vorig MIT: Planning op schema of Planning verschoven 0-2 jaar Gebied 134

136 135

137 Nr: 1 Project: Aanpak Ring Zuid (RSP) Probleem De Zuidelijke Ringweg Groningen is het grootste knelpunt in de autobereikbaarheid van Groningen. De 1 e fase Langman-maatregelen is in 2010 afgerond en geeft tijdelijk verlichting. In het RSP-ZZL en het projectenboek MIRT van het Rijk, is de 2 e fase Zuidelijke Ringweg Groningen opgenomen, gebaseerd op de gelijknamige MIT- Verkenning. Het project wordt uitgevoerd onder de nieuwe naam Aanpak Ring Zuid (ARZ). Doel goede, veilige en duurzame autobereikbaarheid van de regio Groningen een goede ruimtelijke inpassing en leefbaarheid van de omgeving is uitgangspunt Beschrijving oplossing Hoofdlijnen van het Ontwerp: Ongelijkvloerse kruising tussen Westelijke Ring, A28 en de N7. Vaste brug over Noord Willemskanaal met doorvaarthoogte van minimaal 5.40 m. Een verbinding tussen de Hereweg en aansluiting Julianaplein via een (nieuwe) verbindingsweg in twee richtingen langs de Maaslaan. Drie deksels van ieder maximaal 250 meter lang boven de verdiepte ligging. Halve aansluiting op de Europaweg: vanuit het westen Nieuwe rechtstreekse aansluiting voor bedrijventerrein Driebond, Eemspoort en Euvelgunne. Aanleg van een Helperzoomtunnel Vervallen mogelijkheid om van Vondellaan naar A28-Assen te rijden v.v. Drie optimalisaties (optioneel): - Fiets- en voetgangerstunnel Esperantostraat - Pakket maatregelen vergroening en duurzaamheid - Volledige aansluiting Europaweg op Zuidelijke Ringweg Fase: Planuitwerkingsfase Financiën Taakstellend budget is 685 mln inclusief BTW, incl BLD, prijspeil Politiek / Bestuurlijk Project maakt deel uit van het Convenant Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn. Een bedrag van 200 miljoen komt beschikbaar via het MIRT. Bestuursovereenkomst van 10 nov Aanvangsbeslissing genomen 18 dec (Staatscourant 30 dec. 2009) Project valt onder de Crisis- en Herstelwet die op 16 mrt is aangenomen Minister I&M heeft in februari 2013 besloten dat realisatiedatum 2019 wordt vervangen door realisatieperiode Minister I&M heeft 20 augustus 2013 het OTB- MER vastgesteld Minister I&M heeft 29 september 2014 het Tracébesluit vastgesteld Realisatieovereenkomst van 16 december 2014 Indicatie tijdschema / mijlpalen 2009: verkenning afgerond 2010: planstudie gestart e kwartaal: OTB/MER vastgesteld e kwartaal: TB vastgesteld 2015 TB onherroepelijk /2021: realisatie Verwijzingen sinds VJN2014 Brief 22 mei 2014, zaaknr Tussenstand tracébesluit, inrichtingsplannen, omgevingsvergunning Helperzoomtunnel Voordracht 40/2014 Bijdrage uit het RMF/RSP Brief 9 juli 2014, zaaknr Informeren over afronding planstudie en voorbereiding marktbenadering Brief 21 augustus 2014, zaaknr Risicobeheersing Brief 16 september 2014, zaaknr Concept- Realisatieovereenkomst Brief 29 september 2014, zaaknr Informeren tracébesluit, inrichtingsplannen en omgevingsvergunning Helperzoomtunnel Voordracht 56/2014 Voornemen realisatieovereenkomst Wijziging t.o.v. MIT Diversen

138 137

139 Nr: 2 Project: Spoorlijn Groningen - Leeuwarden (RSP) Probleem Fase: Realisatiefase De huidige frequentie op de spoorlijn Groningen - Leeuwarden is onvoldoende vanuit ons beleid voor HOV, voor het realiseren van goede aansluitingen en knooppunten en om het huidige aantal reizigers en de toekomstige groei te faciliteren. Er rijden nu twee stoptreinen en één sneltrein. Om aan de vraag en ons beleid te voldoen, moeten er twee sneltreinen per uur gaan rijden naast de twee stoptreinen per uur. De huidige infrastructuur heeft hiervoor onvoldoende capaciteit. Doel Het realiseren van een kwaliteitssprong op het spoortraject Groningen-Leeuwarden en daarmee het verbeteren van de bereikbaarheid van de regio Groningen-Assen in het algemeen en Leeuwarden en Groningen in het bijzonder. Beschrijving oplossing Om een frequentieverhoging (naar 2x sneltrein en 2x stoptrein) te kunnen realiseren op het spoortraject Groningen-Leeuwarden is het noodzakelijk om het traject deels te verdubbelen en aanpassingen te doen aan diverse stations. Daarnaast moet op verschillende delen van het baanvak de snelheid verhoogd worden, wordt gekeken naar de overwegveiligheid en geluidmaatregelen op het hele traject, infrastructurele maatregelen ten behoeve van de pendeltrein naar Zuidhorn. wijzigingen t.o.v. MIT 2014 Financiën In het Convenant Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn is bij de concrete projecten 120 mln.(prijspeil 2007) opgenomen voor (partiële) verdubbeling van de spoorlijn Groningen - Leeuwarden. In het BO Spoor van 23 oktober 2014 is besloten om dit bedrag met 10,9 mln. te verlagen naar 118 mln. (prijspeil 2014 en incl. btw), waarbij deze 10,9 mln. beschikbaar blijft voor beide provincies. De onderdoorgang Paterswoldseweg wordt deels gefinancierd vanuit het LVO van het ministerie van IenM ( 7,4 mln. excl. btw) en deels met een aanvullende bijdrage van de provincie Groningen (8,3 mln. excl. btw). De onderdoorgang Hurdegaryp wordt deels gefinancierd met een bijdrage van de provincie Fryslân ( 12,8 mln. excl. btw). Het verlengde dubbelspoor tussen Zuidhorn en Hoogkerk wordt deels gefinancierd met een bijdrage van de provincie Groningen ( 7,7 mln. excl. btw). Politiek / Bestuurlijk Project maakt deel uit van het Convenant Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn. Project is opgenomen in het Meerjareninvesteringsprogramma van de Regio Groningen-Assen. Samenwerking met de provincie Fryslân, ProRail, IenM en verschillende gemeenten langs de spoorlijn is aan de orde. Het realisatiebesluit is genomen (Voordracht 32/2013) Indicatie tijdschema / mijlpalen : verkenning najaar 2014: planuitwerking Najaar : realisatie Verwijzingen sinds VJN2014 financiën, tijdschema 138

140 Nr: 3 Project: Spoorlijn Groningen - Veendam (RSP) Probleem Fase: Realisatiefase In tegenstelling tot de meeste andere grote kernen in de regio wordt Veendam niet bediend door een treindienst. Het baanvak tussen Zuidbroek en Veendam wordt in de huidige situatie alleen gebruikt voor goederenvervoer. Met het oog op de potentiële vervoerwaarde van Veendam biedt dit kansen voor verbetering van de openbaar vervoervoorzieningen. Financiën In het Convenant Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn is 29 mln.(prijspeil 2007) opgenomen voor de spoorlijn Groningen - Veendam. Hiervan is in de Voorjaarsnota ,8 mln (prijspeil 2007) toegevoegd aan het budget van het project Knoop Groningen en bedroeg het budget voor Groningen-Veendam 17,2 mln op prijspeil Dit is op prijspeil ,2 mln. Inmiddels is duidelijk dat het project voor 14,1 mln gerealiseerd is. Daarmee resteerde een budget van 4,1 miljoen (prijspeil 2011). Op prijspeil 2013 resteert (na aftrek van de kosten voor de nog uit te voeren evaluatie) 4,2 mln. Het resterende budget is conform voordracht 18/2014 toegevoegd aan het budget van de Knoop Groningen. Doel Het verbeteren van de OV-as Groningen - Hoogezand-Sappemeer - Veendam als onderdeel van het regionaal HOV stelsel waarbinnen de belangrijkste woon- en werklocaties in de regio met elkaar verbonden worden. Hierdoor verbetert de reistijdgarantie en daarmee het concurrerend vermogen van het openbaar vervoer. Beschrijving oplossing Reactivering van de spoorlijn Groningen- Veendam door het openstellen van het baanvak Zuidbroek-Veendam voor personentreinen. Hiernaast is een frequentieverhoging mogelijk op het traject Groningen-Zuidbroek. Uit de reeds uitgevoerd businesscase is gebleken dat reactivering van de treinverbinding Groningen- Veendam technisch en financieel haalbaar is. Politiek / Bestuurlijk Project maakt deel uit van het Convenant Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn. Het realisatiebesluit voor dit project is genomen (voordracht 19/2008). Indicatie tijdschema / mijlpalen 2008: verkenning : planuitwerking 2011: realisatie en start dienstregeling 2015: Evaluatie Verwijzingen sinds VJN2014 Voordracht 18/2014. Wijziging t.o.v. MIT 2014 financiën; project is afgerond. 139

141 Nr: 4 Project: Transferia, Busstations, Infra Q-liners en HOV-bus (RSP) Probleem In Noord-Nederland is op zware vervoersrelaties waar geen spoor ligt, gekozen voor de inzet op frequent en snel hoogwaardig openbaar vervoer met de bus (HOV-bussen). Op dit moment worden Qlink en Q-liners ingezet als HOVbussen. De Qlink en de Q-liner zijn een hoogwaardige bus die sneller is dan regulier OV door de gestrekte routes en minder haltes. In het kader van de netwerkanalyses is aandacht besteed aan deze HOV-busverbindingen. Daaruit blijkt dat een aantal HOV-verbindingen waarop nu Q-liners rijden te kampen heeft met knelpunten die de reistijd negatief beïnvloeden. Ook is overstap tussen modaliteiten nog niet optimaal. In 2013 is de basis van het pakket - de netwerkanalyse RGA- geactualiseerd. Daaruit is naar voren gekomen dat de opgenomen projecten (nog steeds) bijdragen aan de oorspronkelijke doelstelling van het project: optimaliseren van het (H)OV netwerk. Fase: Verkenningsfase, planuitwerkingsfase en realisatiefase Financiën Bij besluit op voordracht 8/2011 is 58,5 mln. (prijspeil 2007) beschikbaar gesteld voor het project. Incl. gemeentelijke bijdragen is het budget 77 mln (prijspeil 2007). Het project kent een overcommitering. Voorzien wordt dat na 2015 mogelijk uitputting van het budget dreigt. Bij de besluitvorming door PS in 2011 is 18,5 mln. ingehouden als bijdrage aan de overcommitering van het gehele RSP pakket. De overcommitering van het RSP pakket is na stopzetten van de spoorlijn Groningen- Heerenveen in één keer weggewerkt. De overcommitering bedraagt minder dan de ingehouden 18,5 mln. in deloop van 2015 wordt duidelijkheid verwacht over de precieze omvang van de overcommitering en zal nadere besluitvorming voor PS worden voorbereid ten einde alle in het pakket opgenomen maatregelen gerealiseerd te krijgen. Doel Het verbeteren van de kwaliteit van de HOVbussen, onder andere door het versnellen van de Qlink en Q-liners, zodat deze kunnen concurreren met de auto voor wat betreft reistijd. Doel is verder om de overstap tussen modaliteiten te vergemakkelijken. Beschrijving oplossing Aanleg van businfrastructuur met als doel de kwaliteit van de HOV-bussen te verbeteren door het verkorten van de reistijd. Dit kunnen bijvoorbeeld aparte busbanen zijn voor de Q- liners, of het aanpassen van verkeersregelinstallaties zodat de HOV-bussen prioriteit krijgen. Voorts gaat het om de aanleg en/of het verhogen van de kwaliteit van transferia en busstations. Politiek / Bestuurlijk Project maakt deel uit van het Convenant Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn. Project is opgenomen in het Meerjareninvesteringsprogramma van de Regio Groningen-Assen. Het besluit behorende bij voordracht 8/2011 met daarin opgenomen de lijst met projecten die voor een bijdrage in aanmerking komen, is in juni 2011 door PS vastgesteld. Ook hebben PS GS gemandateerd voor besluitvorming over de planuitwerkings- en realisatiefase van de verschillende projecten. Met voordracht 4/2013 hebben PS besloten om HOV-as West toe te voegen aan de gelimiteerde lijst met projecten. Indicatie tijdschema / mijlpalen : verkenning : planuitwerking : realisatie Omdat hier sprake is van een programma waarin verschillende projecten in verschillende fasen zijn opgenomen, is voor het totale project het tijdspad verlengd. 140

142 Sinds uw besluit van 1 juni 2011 zijn voor de volgende projecten subsidieaanvragen ontvangen en door ons positief beschikt: Project 2; uitbreiding P+R Haren; Project 11; OV-knoop Veendam; Project 11; wijzigingsverzoek OV-knoop Veendam; Project 13; HOV-as Winsum*; Projecten 14 en 16; bushaltes N33 nabij Rolde en Bareveld; Project 15; Busstation Gieten (N33/N34); Project 18; Busdoorstroming Europaweg**; Project 20; Busdoorstroming Eemskanaalzone; Project 21; Businfrastructuur Haren; Project 27; DRIS bus; Project 27; nadere toelichting/wijziging DRIS bus. Project 28; HOV-as West Dit project zal naar alle waarschijnlijkheid worden gewijzigd **aangevraagd, beschikt en vervolgens op verzoek van gemeente Groningen ingetrokken Verwijzingen sinds VJN2014 In 2014/begin 2015 is een roadtour uitgevoerd.voor enkele projecten zijn scope wijzigingen voorzien. Indien dit aan de orde is zal dit aan PS ter besluitvorming worden voorgelegd. Wijziging t.o.v. MIT 2014 Diversen 141

143 Nr: 5 Project: Facelift noordelijke stations (RSP) Probleem Fase: Planuitwerkingsfase, realisatiefase In de huidige situatie zijn de treinstations aan de regionale spoorlijnen in Groningen van onvoldoende kwaliteit om aan onze eisen te kunnen voldoen.ook de herkenbaarheid met het oog op de regionale vervoerder laat te wensen over. Financiën In het Convenant Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn is binnen het budget Kolibri 10 mln. (prijspeil 2007) gereserveerd voor de opwaardering van de stations. Doel Het upgraden van de verblijfskwaliteit van alle treinstations aan de regionale spoorlijnen, zodat ze voldoen aan onze basiskwaliteitseisen en die van de reizigers met als doel dat meer mensen gebruik gaan maken van het treinvervoer en bestaande reizigers de stations hoger waarderen dan nu. Politiek / Bestuurlijk Project maakt deel uit van het Convenant Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn. Project is opgenomen in het Meerjareninvesteringsprogramma van de Regio Groningen-Assen. Beschrijving oplossing De stations aan de regionale spoorlijnen dienen te voldoen aan de kwaliteitseisen die gesteld worden aan de stations vanuit de provincie als OV- autoriteit en vanuit de reizigers als gebruikers. Voor een deel worden nog aanpassingen aan de perronhoogte gerealiseerd ten behoeve van een gelijkvloerse instap en volledige toegankelijkheid. Het voorzieningenniveau wordt verbeterd met vier deelprojecten: dynamische/actuele reisinformatie aanbrengen; fietsenstallingen uitbreiden; P+R verbeteren en uitbreiden; Verbeteren/uitbreiden wachtruimtes en gehele stationsoutillage. Indicatie tijdschema / mijlpalen : verkenning : planuitwerking : realisatie Verwijzingen sinds VJN2014 Voordracht aan PS van 28 januari 2014 nr. 6/2014 betreffende het RSP-project Facelift Noordelijke Stations. Voordracht aan PS van 21 oktober 2014 nr. 59/2014 betreffende het RSP-project Facelift Noordelijke Stations Daarnaast wordt voor de tien basisstations (met gemiddeld meer dan 1000 in- en uitstappers per werkdag) in onze provincie een integraal plan opgesteld om de deelprojecten uit de Facelift Noordelijke Stations en van andere stakeholders bij elkaar te brengen. Hier kunnen nog aanvullende deelprojecten uit voortkomen. Wijzigingen t.o.v. MIT 2014 Tijdschema, Verwijzingen 142

144 Nr: 6 Project: Bereikbaarheid Lauwersmeergebied (RSP) Probleem Een belangrijk verkeersknelpunt in Noordwest- Groningen is de gebieds-ontsluitende weg N361. De kwaliteit van de hoofdontsluiting is onvoldoende. Knelpunten zijn vooral de verkeersveiligheid op de hele route en de verkeersleef-baarheid in de dorpen die door de N361 worden doorsneden. Fase: Verkenningsfase / Planuitwerkingsfase / Realisatiefase Financiën In het RSP-ZZL is een bedrag gereserveerd groot 53 mln. (prijspeil 2010). Daarnaast hebben PS in juni 2013 besloten, 18 miljoen extra vrij te maken voor de aanpak van de problematiek op de N361 en in Bedum. Aan het budget als geheel is 15 mln onttrokken voor de ontwikkeling van het Lauwersmeergebied. Op 14 december 2011 is een realisatiebesluit genomen voor de projecten Mensingeweer- Ranum en het fietspad Mensingeweer - Baflo ( 11 miljoen RSP, cofinanciering 1 miljoen) Voor de verkenning van de projecten Fietsroute Plus (Winsum-Groningen) en de aanpak van de verkeersveiligheid van het noordelijk tracedeel N361 Lauwersoog-Mensingeweer is op 13 februari 2012 een opname en acceptatiebesluit genomen. Daarbij wordt uitgegaan van een claim op RSP-middelen van 4 miljoen voor de Fietsroute Plus en 4 miljoen voor het noordelijk tracédeel N361. Doel In het collegeprogramma hebben wij aangegeven dat wij zorg dragen voor een goede bereikbaarheid, vlotte doorstroming en veiligheid. Beschrijving oplossing Inmiddels is duidelijk geworden dat de aanleg van een nieuwe wegverbinding tussen Mensingeweer-Winsum-Groningen niet meer tot de mogelijkheden behoort. Er wordt nu gekoerst op het uitvoeren van een vijftal maatregelen op de N361. Het gaat om: a. Noordelijk deel Mensingeweer Ranum (rondweg Mensingeweer); b. Maatregelen verkeersleefbaarheid (incl. verkeersveiligheid) op het bestaande tracé van de N361; c. Fietspad Mensingeweer - Baflo; Aan de verbetering van de verkeersveiligheid en kwaliteit van doorstroming op de N361 tussen Winsum en Groningen is 25 miljoen gelabeld. Daarnaast is 4 miljoen gelabeld aan de realisatie van een kortsluitverbinding tussen de N361 en de Onderdendamsterweg. Tenslotte is 8 mln gelabeld voor de Oostelijke ontsluiting Bedum (project 23). Politiek / Bestuurlijk Project maakt deel uit van het Convenant Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn. Besluit over voordracht 52/2011. Indicatie tijdschema / mijlpalen Realisatie a+c: Verkenning b+d+e: Planuitwerkingb+d+e: Realisatie b: ; d+e: PM Verwijzingen sinds VJN

145 d. Fietsroute Plus Groningen - Winsum. in januari 2014 is een voorkeursalternatief vastgesteld door Provinciale Staten. e. kortsluitverbinding N361 - Onderdendamsterweg Wijzigingen t.o.v. MIT 2014 Geen 144

146 Nr: 7 Project: OV-bereikbaarheid Stad Probleem In de geactualiseerde Netwerkanalyse Groningen - Assen 2030 is geconcludeerd dat de kerngebieden en de voorzieningen die voor het economisch functioneren van de regio van belang zijn, steeds slechter bereikbaar worden voor het autoverkeer. Knelpunten in de bereikbaarheid in de provincie Groningen doen zich vooral voor in de zone van de Zuidelijke Ringweg Groningen, op het Zernikecomplex, nabij het UMCG, bij het Hoofdstation en in de binnenstad van Groningen. De geactualiseerde Netwerkanalyse concludeert dat voor het verbeteren van de bereikbaarheid van de economische kerngebieden van de regio een breed maatregelenpakket voor de auto, het openbaar vervoer, de fiets en het goederenvervoer noodzakelijk is. Doel Het verbeteren van de bereikbaarheid van de economische kerngebieden binnen de regio Groningen - Assen en belangrijkste eindbestemmingen in de stad Groningen voor reizigers uit de regio door middel van het kwalitatief verbeteren van het openbaar vervoer en daarnaast ook het betaalbaar houden van kwalitatief goed openbaar vervoer voor de betrokken overheden. Beschrijving oplossing Er is een nieuwe lange termijnoplossing voor het Hoogwaardig Openbaar Vervoer regio Groningen-Assen ontwikkeld. Daarin is middels ambitieniveaus een ontwikkelpad geschetst hoe stapsgewijs naar die lange termijn-oplossing toegewerkt kan worden. De visie omvat zowel het spoor- als het busvervoer. Met de nieuwe HOV-visie heeft dit project een nieuwe invulling gekregen. Fase: Deels Planuitwerkingsfase en deels realisatiefase Financiën Voor het project Aanvullende Maatregelen HOV-visie is 40 mln gereserveerd: het RSP/ZZL-budget t.b.v.openbaar vervoer in stad Groningen Hiernaast heeft de gemeente Groningen toegezegd in het jaar mln voor de bereikbaarheid van de stad te zullen toevoegen. Van de in totaal 60 mln is: 20 mln gereserveerd voor ambitieniveau 1 en 2 bus uit de HOVvisie 10 mln gereserveerd voor ambitieniveau 1 en 2 trein [Toegevoegd aan het project Knoop Groningen] 10 mln bestemd voor fiets en automaatregelen in de stad Groningen 20 mln gereserveerd voor de bustunnel [Toegevoegd aan het project Knoop Groningen] Politiek / Bestuurlijk Het project is deels onderdeel van het Convenant Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn. Besluit over voordracht 54/2013 (Aanvullend maatregelenpakket behorende bij HOV-visie) Tijdschema / mijlpalen planuitwerking: realisatie: (in fasen) Verwijzingen sinds VJN2014 Voordracht 39/2014 Groningen Spoorzone, inzake Knoop Groningen, Bustunnel, Fietstunnel, Fietsenstalling zuidzijde en Zuidentree; Voordracht 4/2015 Groningen Spoorzone, inzake Knoop Groningen, Bustunnel, Fietstunnel, Fietsenstalling zuidzijde en Zuidentree. Wijzigingen t.o.v. MIT 2014 Diversen 145

147 Nr: 8 Project: Eindbeeld N366 Probleem De N366 vervult een belangrijke rol in de ontsluiting van de regio Zuid-Oost. Op het terrein van de verkeersafwikkeling en de verkeersveiligheid doen zich problemen voor die een bedreiging vormen voor de verdere ontwikkeling van het gebied. Doel De realisatie van een hoogwaardige verbinding, die bijdraagt aan de regionale ontwikkeling. De verbinding sluit goed aan op het omliggende hoofdwegennet. De weg stroomt vlot en veilig door en is landschappelijk evenwichtig ingepast. Beschrijving oplossing Door de ombouw van de N366 tot een hoogwaardige stroomweg wordt zowel de doorstroming als de verkeersveiligheid sterk verbeterd. Het gaat vooral om het ongelijkvloers maken van de aansluitingen met het onderliggende wegennet en het verdubbelen van het weggedeelte Veendam-Pekela. De uitvoering vindt gefaseerd plaats. In het Provinciaal Omgevingsplan is, waar het gaat om de ruimtelijke kwaliteit en wegontwerp, aangegeven dat het eigen karakter van het landschap (landschapstypen) versterkt dient te worden bij ruimtelijke ontwikkelingen. De provincie ontwerpt wegen integraal, dat wil zeggen veilig, duurzaam en passend in landschap. In het document "Landschappelijk en Verkeerskundig Ontwerp N366" is hier invulling aan gegeven. Wijzigingen t.o.v. MIT 2014 Fase: Verkenningsfase / planuitwerkingsfase / realisatiefase. Financiën Het project wordt gefaseerd uitgevoerd. De regio draagt bij aan de deelprojecten. Op basis van scopeaanpassingen en de landschappelijke inpassing zijn de uitvoeringskosten geraamd op 41,75 mln. (prijspeil begin 2012), incl. VAT kosten. De bijdrage vanuit het MIT bedraagt 17,1 mln (prijspeil 2007). Politiek / Bestuurlijk Ombouw van de N366 is een van de topprioriteiten uit de agenda voor de Veenkoloniën. Met de in dit kader uitgevoerde studie is de verkenningsfase grotendeels afgerond. Aanpak maakt deel uit van de spaarafspraken in het kader van de BDU. In mei 2012 is een realisatiebesluit behandeld over de landschappelijke en verkeerskundige inpassing en aangepaste financiering van het totale project. In de periode zijn de volgende deelprojecten uitgevoerd: - Aansluiting Alteveer - Aansluitingen Stadskanaal (Nautilusweg, Van Boekerenweg en Onstwedderweg) Verbreding wegvak van 7,50 naar 8,60 meter Stadskanaal - Ter Apel (versnellingsagenda) - kruisingen Exloërweg, Kruisstraat - Adriaan Tripweg - Verbreding wegvak N391 - Duitse grens - aansluiting Nulweg - reconstructie van de kruising N366-N367 De reconstructie van de aansluiting AVEBE is in uitvoering en zal naar verwachting medio 2015 zijn afgerond. In 2013 zijn voor onderstaande projecten realisatiebesluiten genomen. Voor deze projecten vindt op dit moment de voorbereiding voor de uitvoering plaats: - Verdubbeling wegvak Veendam - Pekela - Aansluiting Westerstraat - Aanpak wegvak Pekela - Ter Apel Voor het laatste project, aansluiting N366 - N391, is eind 2014 een realisatiebesluit genomen. Indicatie tijdschema / mijlpalen verkenning: afgerond in 2004 planuitwerking: realisatie: Verwijzingen sinds VJN2014 Voordracht 54/2014 Politiek/bestuurlijk; Tijdschema 146

148 Nr: 9 Project: Rondweg Zuidhorn (N355) Probleem In verband met de voorgenomen vaarwegverruiming van de vaarweg Lemmer-Delfzijl door de provincie Fryslân en Groningen moet de bestaande brug over het Van Starkenborghkanaal worden vernieuwd. De brug in de Rijksstraatweg (N355) voldoet niet aan de vereiste uitgangspunten voor doorvaarthoogte en -breedte. Daarnaast is ten oosten van de kern Zuidhorn gestart met de planontwikkeling voor de nieuwe woonwijk De Oostrand. Door deze twee ontwikkelingen bestaat de wens om de barrièrewerking van de Rijksstraatweg (N355) tussen Noordhorn en Zuidhorn en tussen de nieuwe woonwijk en de kom van Zuidhorn te voorkomen. Doel Het optimaliseren van het functioneren van de regionale verbinding Groningen- Leeuwarden in en om Zuidhorn waarbij getracht wordt om de barrière tussen enerzijds Noordhorn en de kom van Zuidhorn en anderzijds tussen de nieuwe locatie van de woonwijk De Oostrand en de dorpskom van Zuidhorn als gevolg van de N355 en de aanwezigheid van het Van Starkenborghkanaal te minimaliseren. Beschrijving oplossing Provinciale Staten hebben op 23 april 2008 gekozen voor het tracé van alternatief 4A-III. Dit alternatief voorziet in een omlegging van de N355 ten oosten van de woonwijk Oostergast, kruist met een vaste hoge brug het Van Starkenborghkanaal, buigt vervolgens af naar het westen en sluit ten zuiden van Noordhorn aan op de bestaande infrastructuur. De bestaande beweegbare brug wordt vervangen door een nieuwe beweegbare brug op de huidige locatie. Fase: Realisatiefase Financiën De kosten van alternatief 4A-III zijn geraamd op 28,9 mln. Hiervan is 24,4 mln. gedekt. Voor de overige middelen ( 4,5 mln.) is een beroep gedaan op ESFI-gelden, die waren opgenomen in het MIT. Politiek / Bestuurlijk In het Collegeprogramma staat het project op de A-lijst Infrastructuur. Op 23 maart 2010 hebben GS het overleg gestart t.a.v. het voorontwerp Provinciaal Inpassings-Plan (PIP). E.e.a. moet begin 2011 resulteren in een vastgesteld PIP. Op 3 maart 2011 hebben Provinciale Staten de voordrachten t.a.v, het Inpassingsplan en de onteigening vastgesteld Op 21 maart 2012 hebben Provinciale Staten de voordracht tbv het realisatiebesluit en het beschikbaar stellen krediet vastgesteld voor de rondweg. Voor de beweegbare brug in Zuidhorn is een apart realisatiebesluit genomen op 24 september 2014 Indicatie tijdschema / mijlpalen verkenning: afgerond in 2008 planuitwerking: afgerond in 2009 realisatie rondweg: afgerond in 2014 realisatie beweegbare brug: Verwijzingen sinds VJN2014 Wijzigingen t.o.v. MIT 2014 Voordracht aan PS van 3 juni 2014 nr 28/2014 (zaaknr ). planning gesplitst in beweegbare brug en rondweg 147

149 Nr: 10 Project: Vervanging bruggen Aduard en Dorkwerd c.a. Probleem Fase: Planuitwerkingsfase en realisatiefase De bruggen in Aduard en Dorkwerd dienen vervangen te worden in het kader van de verbetering van het Van Starkenborghkanaal als onderdeel van de hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl, naar klasse Va. De bruggen zijn bovendien aan het einde van hun levensduur. Aan deze vervanging is ook de aanleg van de rondweg Aduard gekoppeld, die aansluiting krijgt op de N355 Doel verbetering Van Starkenborghkanaal; goede ontsluiting van het betreffende achterland; verbeteren leefbaarheid/veiligheid in Aduard. Beschrijving oplossing vervangen van de brug Dorkwerd; vervangen van de brug Aduard een nieuwe rondweg N983 om de dorpskern van Aduard (N983) heen, gecombineerd met een vernieuwde aansluiting en brug op de N355 bij Nieuwklap. Financiën Projectpartners Rijkswaterstaat, provincie en gemeente Zuihorn werken samen aan de plannen en zorgen voor de dekking van de kosten.r. Voor het provinciale aandeel in de projectkosten was aanvankelijk rekening gehouden met een beslag op provinciale middelen van 11 mln. In het addendum van het coalitieakkoord d.d. 8 april 2013 is een extra reservering opgenomen van 4 mln. Hiervan is inmiddels 0,55 mln. ingezet bij de realisatie van de rondweg Aduard (voordracht ). Politiek / Bestuurlijk 1 Juli 2009 hebben Provinciale Staten het besluit genomen het bestuurlijk voorkeursalternatief te laten uitwerken. 14 December 2011 hebben Provinciale Staten een realisatiebesluit voor de brug Dorkwerd genomen. 25 september 2013 hebben Provinciale Staten ingestemd met een aangepast krediet voor de brug Dorkwerd. 24 september 2014 hebben Provinciale Staten ingestemd met de gefaseerde uitvoering van de rondweg en brug Aduard middels het realisatiebesluit voor de rondweg Aduard en het vernieuwen van de aansluiting Nieuwklap. Indicatie tijdschema / mijlpalen afronding verkenning: medio 2009 planuitwerking: realisatie: Verwijzingen sinds VJN2014 In 2015 is het realisatiebesluit voor de vervanging van de brug Aduard te verwachten. Wijzigingen t.o.v. MIT 2014 Diversen 148

150 Nr: 11 Project: Oostelijke Ringweg Groningen Probleem Op de Oostelijke Ringweg Groningen doen zich in toenemende mate capaciteitsproblemen voor. Bovendien voldoet de weg niet aan de inrichtingseisen van een stroomweg. Daardoor gebeuren er relatief veel ongevallen op de kruisingen (twee locaties komen voor in de top 10 van de black spots Groningen). Doel Verbetering van de doorstroming en de verkeersveiligheid door een duurzame en ongelijkvloerse Oostelijke Ringweg. In het kader van de overdracht is met het Rijk afgesproken dit voor 2020 te realiseren. Er wordt naar gestreefd dit in 2015 te hebben gerealiseerd. Beschrijving oplossing Ongelijkvloerse kruisingen en eventueel verminderen van het aantal kruisingen. De uiteindelijke oplossingsvoorstellen zijn ondergebracht in de studie Eindbeeld Oostelijke Ringweg die, na inspraak, in het voorjaar 2009 is afgerond. De uitvoering van de deelprojecten Lewenborg, Beijum-Zuid en Kardinge is afgerond. Het deelproject Beijum-Noord/Groningerweg en het deelproject fietsecoducten Stadsweg en Meedenpad zijn eind 2015 afgerond. Fase: Realisatiefase. Financiën Voor het ongelijkvloers maken van de Oostelijke Ringweg is een bedrag beschikbaar groot 18 mln. Dit bedrag maakt deel uit van de afkoopsom die ontvangen is bij de overname van het beheer en onderhoud van de Oostelijke Ringweg en de Eemshavenweg van het Rijk. Wij gaan op dit moment voor de uitvoering van dit project uit van een kostenraming van 38 mln. Naast de genoemde 18 mln. kan een beroep worden gedaan op het spaarbedrag voor de aanpak van de Ring Groningen. Politiek / Bestuurlijk Het eindbeeld is de gehele Ring Groningen op termijn ongelijkvloers te maken. Voor deze aanpak wordt sinds 2001 door provincie en gemeente Groningen jaarlijks een bedrag gespaard groot 2,67 miljoen. De ene helft uit eigen middelen de andere uit de BDU. De eindbeeldstudie Oostelijke Ringweg is door de gemeenteraad Groningen en PS in 2009 vastgesteld. Het realisatiebesluit van het eerste deelproject Lewenborg is genomen in mei Het realisatiebesluit van het deelproject Beijum-Zuid is genomen in december Het realisatiebesluit van het deelproject Kardinge is genomen in juni Het realisatiebesluit van het deelproject Beijum-Noord/Groningerweg is genomen in juli Het realisatiebesluit van het deelproject fietsecoducten Stadsweg en Meedenpad en aanvullend krediet is genomen in december Indicatie tijdschema / mijlpalen verkenning: 2009 uitgevoerd planuitwerking: realisatie: Verwijzingen sinds VJN2014 Wijzigingen t.o.v. MIT 2014 Voordracht 58/2014 inzake realisatiebesluit deelproject Stadsweg en Meedenpad en aanvullend krediet. Diversen 149

151 Nr: 12 Project: Fietsroute Plus Ten Boer Groningen Probleem Fase: Planuitwerkingsfase De kwaliteit van de fietsverbinding tussen Groningen en Ten Boer laat te wensen over. Vooral de aspecten aantrekkelijkheid, comfort en veiligheid zijn een probleem. Doel Het realiseren van een aantrekkelijke, comfortabele en veilige fietsroute tussen Ten Boer - Groningen, volgens de uitgangspunten van een Fietsroute Plus. Met de aanleg van een Fietsroute Plus moet de verkeersveiligheid voor (brom)fietsers worden verbeterd en het fietsgebruik gestimuleerd.* Financiën De kosten van het voorkeursalternatief bedragen ca. 4,5 miljoen. Op grond van het reserveringsbesluit van de Staten van 5 februari 2014 dient rekening gehouden te worden met een beslag op het MIT van 2,0 mln. Doordat het project iets duurder lijkt te worden dan oorspronkelijk was gedacht (4,5 miljoen in plaats van 4,0 miljoen), zal binnenkort een voorstel worden gedaan voor dekking van dit tekort. Politiek / Bestuurlijk In het Collegeprogramma is de Fietsroute Plus Groningen - Ten Boer op de A- lijst geplaatst. Op 5 februari 2014 hebben Provinciale Staten het voorkeursalternatief vastgesteld (planuitwerkingsbesluit, voordracht 96/2013). * Doelstellingen uit de Beleidsnota Fiets Beschrijving oplossing Op 5 februari 2014 hebben Provinciale Staten het voorkeursalternatief vastgesteld (planuitwerkingsbesluit). Het voorkeursalternatief bestaat uit: - Opwaarderen van de Stadsweg tot een Fietsroute Plus (uitgangspunt: 3 meter breed), met een 'vorkstructuur' waardoor op twee routes door Lewenborg aangetakt wordt. - Verbeteren van de fietsroute langs de N360, door: het verbeteren van de verharding op het wegvak tussen de Groene Zoom en de Gaykingastraat in Ten Boer en het treffen van enkele verkeersveiligheidsmaatregelen op de N360 Het uitgewerkte voorkeursalternatief, inclusief een nadere uitwerking van de aansluiting van de Stadsweg op de fietsstructuur in Groningen, zal binnenkort ter vaststelling worden voorgelegd aan Provinciale Staten (realisatiebesluit). Wijzigingen t.o.v. MIT 2014 Indicatie tijdschema / mijlpalen verkenning: planuitwerking: realisatie: Verwijzingen sinds VJN2014 Geen. Oplossing, financiën, tijdpad 150

152 Nr: 13 Project: Dynamisch verkeersmanagement (DVM) Probleem Het zal zeker tot 2020 duren voordat alle voorgenomen maatregelen aan de Ringwegen Groningen voltooid zijn. Tot die tijd schiet de capaciteit van de Ringwegen tekort. Bij calamiteiten kunnen weggebruikers maar moeizaam geïnformeerd worden en zoeken mensen op goed geluk andere routes. In het bijzonder tijdens de ombouw van de zuidelijke ringweg tussen 2014 en 2020 is verkeersmanagement noodzakelijk als één van de maatregelen om Groningen bereikbaar te houden. Ook daarna vergroot verkeersmanagement de robuustheid van de ringwegen. Voor wat betreft het openbaar vervoer hebben klanten behoefte aan een betere informatieverstrekking, met name bij afwijkende situaties zoals vertragingen of calamiteiten. Fase: Realisatiefase Financiën In totaal is in dit MIT-project rekening gehouden met een beslag van 11,5 miljoen op provinciale middelen. De volgende kosten zijn inmiddels ten laste gebracht van dit project: bijdrage van 1 miljoen aan het zogeheten pakket 13 Mobiliteitsaanpak (o.a. de dynamische borden langs de A7 en de A28 bij Hoogkerk en Haren) bijdrage van 1 miljoen aan de samenwerkingsorganisatie Groningen Bereikbaar bijdrage van 7,7 miljoen aan het Basispakket Verkeersmanagement Er resteert dus nog 1,8 miljoen. Dit bedrag is nodig om in de toekomst de bijdrage van de provincie Groningen aan de samenwerkingsovereenkomst Nationaal Databestand Wegverkeersgegevens te dekken. Het onderdeel Dynamische Reisinformatie bushaltes kan gerealiseerd worden zonder bijdrage uit dit MIT-project. Doel Verkeersmanagement zorgt ervoor dat de capaciteit van de weg optimaal benut wordt. Dat gebeurt door aanpassingen op het wegennet en door weggebruikers te informeren over mogelijke vertragingen en te sturen via alternatieve routes. Allemaal met het doel weggebruikers in staat te stellen snel en veilig van a naar b te reizen. Busreizigers continu actuele reistijdinformatie geven op de bushaltes, zodat zij weten waar zij aan toe zijn. Beschrijving oplossing Rijkswaterstaat, provincie Groningen, gemeente Groningen, het bedrijfsleven en ProRail werken samen in de organisatie Groningen Bereikbaar. Daarin zorgen we voor afstemming van de projecten op het hoofdwegennet en in het openbaar vervoer en voeren regie op de communicatie. Ook zorgen ze met mobiliteitsmanagement en verkeersmanagement dat mensen goed geïnformeerd worden en onderweg gebruik maken van alternatieven (anders werken, andere routes, andere tijd, andere vervoermiddelen).. Politiek / Bestuurlijk PS hebben op 17 mei 2011 ingestemd met de realisatie regionaal aandeel in pakket 13 Mobiliteitsaanpak (voordracht 15/2011) Start Groningen Bereikbaar met vaststelling Projectplan Grip op bereikbaarheid, op 15 mei PS hebben op 3 september 2012 ingestemd met realisatie van Dynamische Reisinformatie op bushaltes (voordracht 29/2012) PS hebben op 29 mei 2013 ingestemd met de bijdrage van de provincie aan de samenwerkingsorganisatie Groningen Bereikbaar (voordracht 18/2013) PS hebben op 6 november 2013 ingestemd met realisatie van het Basispakket Verkeersmanagement (voordracht 51/2013) Tijdschema / mijlpalen verkenning: planuitwerking: realisatie: Verwijzingen sinds VJN

153 Groningen Bereikbaar realiseert het zogeheten basispakket Verkeersmanagement. Verkeersmanagement is een belangrijke pijler in de bereikbaarheidsstrategie van de regio Groningen-Assen en is nodig om de capaciteit van het bestaande wegennet zo effectief mogelijk te benutten en het verkeer minder gevoelig te maken voor calamiteiten en andere verstoringen. De eerstkomende jaren is verkeersmanagement vooral ook nodig om het verkeer onderweg goed te informeren en om te leiden in verband met de vele (bouw)projecten. Het Basispakket Verkeersmanagement bouwt voort op de goede ervaringen die wij de afgelopen periode hebben opgedaan, onder meer met de nieuwe informatiepanelen langs een aantal toegangswegen naar de stad, maar zorgt er voor dat wij op grotere schaal en veel sneller kunnen inspelen op het variërende verkeersbeeld. Ook is gestart met de uitrol van Dynamische Reisinformatie op Bushaltes in de regio Groningen-Assen en een aantal gemeentes daarbuiten. In 2015 wordt de realisatie van het Basispakket Verkeersmanagement afgerond en worden ze opgenomen in de zogeheten regelscenario's waarmee het verkeer wordt gemanaged. Wijzigingen t.o.v. MIT 2014 Diversen 152

154 Nr: 14a Instandhoudingsknelpunten Project: Hoogovenslakken Marneweg (N361) Probleem Fase: Evaluatiefase De Marneweg is een van de laatste provinciale wegen met de problematiek van een fundering van hoogovenslakken. Door deze fundering ontstaan scheuren en "bloemkolen" in de asfaltverharding met als gevolg dat de asfaltconstructie deformeert en er gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Financiën Rekening moet worden gehouden met een beslag op provinciale middelen groot 3 mln. Doel Opheffen van (terugkerende) gevaarlijke situaties en verbeteren van het rijcomfort. Beschrijving oplossing Hoogovenslakken constructie modificeren of indien noodzakelijk verwijderen. Politiek / Bestuurlijk De onderhavige problematiek is ondergebracht in de risicoparagraaf van de Programmabegroting. Problematiek is ook genoemd in H2i2. In de PS vergadering 01/2013 is besloten van het budget Hoogovenslakproblematiek over te hevelen naar de uitvoering van de projecten N366 Reconstructie Exloërweg en Kruisstraat wegens overeenkomstige problematiek. Indicatie jaar van uitvoering Uitvoering in In 2013 afgerond. Wijzigingen t.o.v. MIT 2014 Fase + Politiek/bestuurlijk 153

155 Nr: 14b Instandhoudingsknelpunten Project: Reconstructie Aduard - Wehe Den Hoorn (N983) Probleem Fase: Evaluatiefase De route Aduard - Wehe Den Hoorn is een wegbouwkundig knelpunt. Het betreft een zeer oude asfaltweg zonder zandbed en fundering. Door het ontbreken van bermen is er op veel plaatsen geen zijdelingse steun. Het kost steeds meer moeite om de weg met klein onderhoud in acceptabele staat te houden. Burgers en bedrijven klagen steeds vaker over gevaarlijke situaties als gevolg van de slechte kwaliteit van de weg. In 2008 waren er diverse schades aan velgen van auto's door afgebrokkelde kanten. Financiën Rekening moet worden gehouden met een beslag op provinciale middelen groot 3 mln. Doel Opheffen van gevaarlijke situaties en verbeteren van de verbinding. Politiek / Bestuurlijk De onderhavige problematiek is opgenomen in het overzicht wegbouwkundige knelpunten van H2i2. Er is aangegeven dat de weg tot 2010 met klein onderhoud in de redelijke staat is te houden. Voordracht 01/2010 inzake de uitvoering van fase 1. Beschrijving oplossing Reconstructie wegvak en verbeteren verhardingsconstructie. Tijdens de evaluatiefase (2014 t/m 2016) heeft een verbetering plaatsgevonden aan de bebording en zijn er snelheidsremmende accenten aangebracht in Den Ham. Indicatie jaar van uitvoering Uitvoering van de weg is gereed. Bebouwde kom van Roodehaan en Saaksum gereed april/mei Project is in 2013 afgerond, met naderhand nog kleine verbeteringen. Wijzigingen t.o.v. MIT 2014 Fase, beschrijving oplossing. Project is afgerond. 154

156 Nr: 14c Instandhoudingsknelpunten Project: Reconstructie Bedum-Onderdendam (N995) Probleem Fase: Verkenningsfase De route Bedum - Onderdendam is een wegbouwkundig knelpunt. Het betreft een oude asfaltweg zonder zandbed en fundering met smalle bermen langs het Boterdiep. Met klein onderhoud wordt de weg in acceptabele staat gehouden. Binnen afzienbare tijd moet de weg worden gereconstrueerd. Financiën Rekening moet worden gehouden met een beslag op provinciale middelen groot 1 mln. Doel Verbeteren van de verhardingsconstructie. Politiek / Bestuurlijk De onderhavige problematiek is opgenomen in het overzicht wegbouwkundige knelpunten van H2i2. Beschrijving oplossing Reconstructie wegvak en verbeteren verhardingsconstructie. Indicatie jaar van uitvoering Project is in 2013 on hold gezet en wordt ingepast in het project rondweg Bedum (project C1) Wijzigingen t.o.v. MIT 2014 Geen 155

157 Nr: 14 e Instandhoudingsknelpunten Project: Reconstructie Onstwedde - Musselkanaal (N975) Probleem Fase: Evaluatiefase Langs de weg Onstwedde - Musselkanaal staan ca Lindebomen van (zeer) slechte kwaliteit. De bomen staan in een smalle berm tussen de rijbaan en het fietspad. Door deze inklemming zijn de groeimogelijkheden voor een groot aantal bomen dermate slecht dat ze sterven. Om gevaarlijke situaties te voorkomen zijn in de afgelopen periode al een aanzienlijk aantal bomen middels (nood)kap verwijderd. Voor nog ca. 400 bomen is een kapvergunning aangevraagd Op termijn is te voorzien dat (bijna) alle bomen gerooid dienen te worden. De bomen zijn gekapt in Financiën Voor het vervangen van de bomen en het aanpassen van de groeiplaatsen moet rekening worden gehouden met een beslag op provinciale middelen groot 1,2 mln. Het groot onderhoud aan rijbaan en fietspad komt ten laste van het Management contract Wegen en Kanalen. Bijkomend probleem is dat door de ontstane wortelgroei de verhardingconstructie deformeert. Hierdoor ontstaan scheuren en onvlakheden in de rijbaan en het fietspad, met alle gevolgen van dien. Herplant is verplicht maar niet mogelijk zonder aanzienlijke aanpassingen. Doel Gevaarlijke situaties (dode bomen, afvallende taken, etc. ) opheffen. Na herplant bomen groeimogelijkheden geven en het herstellen van de verhardingsconstructies. Politiek / Bestuurlijk Project is niet genoemd in H2i2. Voordracht 30/2009. Beschrijving oplossing De bomen herplanten en groeimogelijkheden geven door het aanpassen (vergroten)van de groeiplaatsen. Het fietspad herstellen. Hiervoor dient over grote gedeelten de verharding volledig te worden vernieuwd. De weg dient op de plaatsen van de deformatie te worden hersteld waarna groot onderhoud kan plaats vinden. Indicatie jaar van uitvoering Uitvoering is in 2012 afgerond. Aanvullende snelheidsremmende maatregelen zijn in 2014 gerealiseerd. Wijziging t.o.v. MIT 2014 Project is afgerond 156

158 Nr: 14f Instandhoudingsknelpunten Project: Reconstructie Ronde Zwijnshok - Oldenhove (N982) Probleem Fase: Verkenningsfase De route Ronde Zwijnshok - Oldenhove is een wegbouwkundig knelpunt. Het betreft een oude asfaltweg zonder zandbed en fundering. Met klein onderhoud wordt de weg in acceptabele staat gehouden. Reconstructie is op termijn noodzakelijk. Financiën Rekening moet worden gehouden met een beslag op provinciale middelen groot 0,3 mln. Doel Verbeteren van de verhardingsconstructie. Politiek / Bestuurlijk De onderhavige problematiek is opgenomen in het overzicht wegbouwkundige knelpunten van H2i2. Beschrijving oplossing Reconstructie wegvak en verbeteren verhardingsconstructie. Indicatie jaar van uitvoering Uitvoering in Geen wijzigingen t.o.v. MIT 2014 Geen 157

159 Nr: 14g Instandhoudingsknelpunten Project: Vervangen Brug Balktil (incl. naastgelegen fietsbrug) Probleem Fase: Realisatiefase Brug Balktil is een vaste brug in de N980 over het Oude diep. Het betreft een relatief jonge brug uit 1961 waarvan de fundering (palen)verzakt. Er is schade aan het gewapend beton waardoor het risico op calamiteiten is vergroot. De naastgelegen fietsbrug is dusdanig verzwakt dat vervanging op korte termijn noodzakelijk is. Er zijn beperkende maatregelen getroffen om oneigenlijk gebruik door autoverkeer te voorkomen. Financiën Voor de vervanging van beide bruggen moet rekening worden gehouden met een beslag op provinciale middelen groot 1,3 mln. Aangezien een bedrag van voldoende blijkt, is in de voordracht 49/2013 ingestemd met een overheveling van naar brug Mensingeweer Doel Voorkomen gevaarlijke situaties en vervangen van de brug Politiek / Bestuurlijk In H2I2 is opgenomen dat vervanging spoedig dient plaats te vinden. In 2015 zal het werk worden aanbesteed en uitgevoerd Beschrijving oplossing De verkeersbrug zal worden gerepareerd (betononderhoud) en de fietsbrug zal nader geïnspecteerd worden. Deze inspectie zal waarschijnlijk uitwijzen dat vervanging noodzakelijk is. Monitoren heeft uitgewezen dat de verkeersbrug stabiel is en niet verder zakt. De verzakking van de fundering van de wegbrug blijkt stil te staan (gemonitord), het is verantwoord om deze brug nog een aantal jaren in stand te houden, wel zal er betononderhoud moeten worden uitgevoerd. Tevens wordt er op dit moment onderzocht of de kosten van betonreparatie van de fietsbrug opwegen tegen de aanschaf van een nieuwe kunststof brug (± ). In verband met de reconstructie van de weg die in 2012 uitgevoerd zou worden, is vastgesteld dat deze niet kan worden uitgevoerd zonder de brug te reconstrueren. Dit betekent dat alsnog zowel de verkeersbrug als de fietsbrug vervangen zullen worden. Wijziging t.o.v. MIT 2014 Indicatie jaar van uitvoering Uitvoering in Het asfalt gedeelte rondom de brug is meegenomen in het groot onderhoud aan de N980 in Jaar van uitvoering 158

160 Nr: 14h Instandhoudingsknelpunten Project: Vervangen brug Mensingeweer Probleem Fase: Realisatiefase Brug Mensingeweer is een oude brug uit 1860 brug in de N984 over het Mensingerweerster Loopdiepje, waarvan de fundering verzakt. Om vervanging uit te stellen en calamiteiten te voorkomen is in 2005 ter versteviging een tijdelijke stalen hulpconstructie onder de brug aangebracht. Financiën Rekening moet worden gehouden met een beslag op provinciale middelen groot 0,5 mln. Afdelingsnota en voordracht (49/2013) reeds goedgekeurd. Extra vanuit project Balktil zal worden bijgedragen.voor uitvoering Mensingeweer. Doel Gezien de slechte kwaliteit en de leeftijd dient de brug binnen afzienbare tijd te worden vervangen. Politiek / Bestuurlijk In H2I2 is op genomen dat de brug op korte termijn vervangen moet worden. Er zijn inmiddels tijdelijke ondersteuningsmaatregelen getroffen. Tijdelijke ondersteuning wordt aangepast, aangezien deze niet deugdelijk is uitgevoerd. Beschrijving oplossing Bestaande fundering wordt gehandhaafd vanwege monumentale status. De nieuwe fundering zal tussen de bestaande (monumentale) fundering worden geplaatst. Betonnen landhoofden, afgezet met metselwerk en een prefab betonnen dek, vormen de brug. Positieve besluitvorming over de rondweg Mensingeweer heeft plaatsgevonden. Dit betekent dat het weggedeelte waarin de brug zich bevindt t.z.t. zal worden overgedragen aan de gemeente de Marne. Met de gemeente vindt overleg plaats of en zo ja welke werkzaamheden nog aan de brug worden uitgevoerd. Wijziging t.o.v. MIT 2014 Indicatie jaar van uitvoering Uitvoering in 2017 Uitvoering verplaatst: Voorbereidingen afronden in 2016, uitvoering na afronding van Rondweg Mensingeweer. Jaar van uitvoering 159

161 Nr: 14i Instandhoudingsknelpunten Project: Vervangen geluidschermen Noordelijke ringweg Groningen (N370) Probleem Fase: Planuitwerkingsfase De geluidschermen langs de Noordelijke Ringweg zijn opgebouwd uit panelen. Deze hardhouten panelen zijn aan de onderzijde op veel plaatsen doorgerot en bijna aan het eind van de technische levensduur. Financiën Rekening moet worden gehouden met een beslag op provinciale middelen groot 2 mln. De noodzakelijke vervanging wordt uitgesteld door het aanbrengen van tijdelijke verstevigingsconstructies. Binnen afzienbare tijd heeft repareren echter geen zin meer en dient ingezet te worden op vervanging van de geluidschermen. Doel Vervangen van de geluidschermen. Politiek / Bestuurlijk Vervanging c.q. nieuwbouw van de geluidschermen is geen onderdeel van het managementcontract Wegen en Kanalen. In H2i2 is de problematiek niet genoemd. Beschrijving oplossing Vernieuwen van de geluidschermen. Indicatie jaar van uitvoering Uitvoering van het project is afgestemd op de aanpak van de ZRG die start in 2017 De provinciale ringwegen worden als omleidingroute gebruikt. Wijziging t.o.v. MIT 2014 Uitvoering vindt plaats in 2016 Wordt gecombineerd met asfaltonderhoud op de noordelijke ringweg. Dit in verband met het beperken van de overlast en werk met werk maken. jaar van uitvoering 160

162 Nr: 15 Project: Knoop Groningen Probleem Op het hoofdstation Groningen komen diverse RSP-projecten samen. Ten eerste spelen er een aantal projecten op het hoofdstation zoals het project Stationsgebied Groningen van de gemeente Groningen, de doorkoppeling van de regionale treindiensten, de upgrade van het hoofdstation, en de aanleg van een traverse. Daarnaast is er een aantal andere RSP-projecten die direct van invloed zijn op het stationsgebied Groningen en die daardoor een deel van de kosten veroorzaken van de noodzakelijke aanpassingen. Dit zijn de projecten Groningen- Leeuwarden, Groningen-Veendam, overwegveiligheid en Viersporigheid Europapark. Verder zijn er nog twee projecten vanuit het Raamwerk RegioRail van invloed op de Knoop Groningen. Dit zijn de pendel Zuidhorn- Groningen en de pendel Assen- Groningen. Doel Realiseren vernieuwd hoofdstation waarin Groningen CS gaat functioneren als knoopstation waarbij alle gestelde uitgangspunten vanuit het raamwerk Regiorail worden meegenomen. Beschrijving oplossing In opdracht van de gemeente Groningen en in nauwe samenwerking met de overige betrokken partijen, is een ontwikkelingsvisie uitgewerkt voor het stationsgebied Groningen. Deze visie levert input voor de spoorse maatregelen, zoals bijvoorbeeld de locatie van de passage. Binnen het project Knoop Groningen zullen integraal de effecten meegenomen worden die de volgende projecten op het Hoofdstation hebben ten aanzien van transfer en spoor- en perrongebruik: Groningen-Leeuwarden, Groningen HS - Europapark (4 sporigheid en uitbreiden station Europapark met perron), de doorkoppeling, de pendel Groningen-Zuidhorn, de pendel Groningen-Assen en de upgrade van het Hoofdstation.. Wijzigingen t.o.v. MIT 2014 Fase: Planuitwerkingsfase Financiën Zoals aangegeven in de Voorjaarsnota 2011 is voor dit project vanuit verschillende bronnen 149 miljoen (prijspeil 2007) beschikbaar. Hieraan is met de herbestemming MIT 35 mln toegevoegd. Daarnaast is met de vaststelling van de HOV-visie 10 mln beschikbaar gesteld voor aanvullende maatregelen op het Hoofdstation (zie Nr 7.) Tevens is met de vaststelling van voordracht (4/2015) 20 miljoen vanuit "OVbereikbaarheid Stad (zie Nr 7) toegevoegd aan het Project Knoop Groningen voor het realiseren van de bustunnel. Politiek / Bestuurlijk Project maakt deel uit van het Convenant Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn. In maart 2015 is het resultaat van de planuitwerkingsfase en een realisatiebesluit voor de Knoop Groningen aan PS voorgelegd. Indicatie tijdschema / mijlpalen : verkenning : planuitwerking : aanbesteding : realisatie Verwijzingen sinds VJN2014 Voordracht Groningen Spoorzone, inzake Knoop Groningen, Bustunnel, Fietstunnel, Fietsenstalling zuidzijde en Zuidentree (nr. 39/2014) Voordracht Groningen Spoorzone, inzake Knoop Groningen, Bustunnel, Fietstunnel, Fietsenstalling zuidzijde en Zuidentree (nr. 4/2015) Diversen 161

163 Nr: 16 Project: Westelijke Ringweg Groningen Probleem De Ringweg Groningen kent in toenemende mate verkeersafwikkelingsproblemen. De Ringweg heeft een belangrijke functie voor het doorgaande, regionale en stedelijke verkeer. Het rijk, de provincie en de gemeente Groningen hebben de ambitie de Ringweg, als belangrijke drager van het verkeerssysteem van de stad, op orde te houden en te brengen met als motto "de ring moet stromen". In dat verband wordt de komende jaren gewerkt aan de aanpak van de Zuidelijke en Oostelijk Ringweg. Voor de provincie en de gemeente ligt er de opgaaf om de Westelijke Ringweg geheel ongelijkvloers te maken. Doel Verbetering van de doorstroming en de verkeersveiligheid door een duurzame en ongelijkvloerse Westelijke Ringweg. Beschrijving oplossing Het ongelijkvloers maken van alle gelijkvloerse kruisingen van de Westelijke Ringweg. Het betreft de volgende grote projecten: De kruising Hoendiep. (reeds uitgevoerd) De kruising Friesestaatweg. De kruising Pleiadenlaan. Verder het opheffen en/of combineren van de overige minder zwaar belaste kruisingen, en capaciteitsuitbreiding bij de kruising Westelijke Noordelijke Ringweg. Fase: Verkenningsfase Financiën Voor de verdere aanpak van de Westelijke Ringweg moet rekening worden gehouden met een totale investering van tussen de mln. Het spaarbedrag voor de aanpak van de Ring Groningen is in beeld als dekkingsbron maar is voor de periode tot 2020 volstrekt onvoldoende om die investeringskosten te dekken. Vandaar dat in het MIT rekening moet worden gehouden met een beslag op provinciale middelen van 35 mln. (mediaan). Via besluitvorming VJN2014 is tijdelijk 9,3 mln uit deze gereserveerde middelen genomen. Dit wordt tijdig hersteld om na 2020 dit project te kunnen realiseren. Politiek / Bestuurlijk Het eindbeeld is de gehele Ring Groningen op termijn ongelijkvloers te maken. Voor deze aanpak wordt sinds 2001 door provincie en gemeente Groningen jaarlijks een bedrag gespaard groot 2,67 miljoen. De ene helft uit eigen middelen de andere uit de BDU. In de Commissievergadering van 17 februari 2010 is aangegeven dat het project wordt getemporiseerd tot na de uitvoering van de Zuidelijke Ringweg Indicatie tijdschema / mijlpalen verkenning: opstarten in 2015/2016 planuitwerking: PM realisatie: Realisatie na 2020, na afronding werkzaamheden Aanpak Ring Zuid Verwijzingen sinds VJN2014 Wijzigingen t.o.v. MIT 2014 Geen 162

164 Nr: 17 Project: Hoofdontsluiting Leek Roden Probleem Aanvankelijk was er sprake van een forse woningbouwopgave in Leek en Roden, waardoor herziening van de hoofdontsluiting van Leek- Roden noodzakelijk was. Door de nieuwe regionale woningbouw-afspraken dd. 24 februari 2012 wijzigt de toekomstige verkeersproblematiek en de benodigde oplossing. Bestaande knelpunten, met name de doorstroming tussen Leek en de A7, vragen nog steeds om een oplossing. Voorts is het nodig de loop en inrichting van HOV-busroutes in Leek en Roden aan te passen ten behoeve van een efficiënter en effectiever openbaar vervoer exploitatie. Fase: Planuitwerkingsfase Financiën Op grond van voordracht 9/2010 en 9a/2010 moest rekening worden gehouden met een beslag van 11 mln op provinciale middelen. PS hebben voordracht 10/2013 vastgesteld waarmee de voordrachten 9/2010 en 9a/2010 zijn ingetrokken en nu rekening gehouden moet worden met een beslag van 3 mln op provinciale middelen. Binnen de provincie Groningen zijn de maatregelen in Leek ondergebracht in het project HOV Leek Doel Het ontwikkelen van een voorstel voor een adequate hoofdontsluiting voor Leek-Roden, om bestaande (doorstromings)knelpunten in Leek op te lossen, de hoofdontsluiting toekomstvast te maken en de exploitatie van het openbaar vervoer effectiever en efficiënter te maken. Op grond van de nieuwe Netwerkanalyse 2013 zijn met ingang van dienstregeling 2014 de verbindingen Leek/Roden - stad - Beijum/Lewenborg ontwikkeld tot Qlink lijnen 3 en 4. Doel is om deze lijnen toekomstvast te maken. De reistijd van de lijnenmag daarvoor maximaal 27 minuten vanaf HS bedragen om en effectieve inzet van middelen te kunnen garanderen. Beschrijving oplossing Op grond van de nieuwe woningbouwaantallen en de daarbij behorende financiële vooruitzichten is de noodzaak en mogelijkheid van een rondweg rond Leek vervallen. In plaats daarvan wordt nu uitgegaan van maatregelen op het bestaande wegennet. Dit betreft onder meer het verbeteren van de doorstroming op de N372 tussen Leek en de A7, het strekken en versnellen van de Q-liners binnen Leek en Roden en het bieden van goede OVknooppunten in Leek en bij de A7 om overstap op buslijnen richting Drachten en richting Haulerwijk/Oosterwolde v.v. te bedienen. Wijzigingen t.o.v. MIT 2014 Politiek / Bestuurlijk De gemeenteraad van Leek heeft zich 31 maart 2008 uitgesproken voor een westelijke ontsluitingsweg langs Leek/Tolbert. De gemeenteraad van Noordenveld heeft zich op 27 maart 2008 en 21 oktober 2009 unaniem uitgesproken tegen een weg door de Maatlanden. De IGS Leek-Roden is op 21 oktober 2009 vastgesteld door de gemeenteraden van Leek en Noordenveld. PS hebben voordracht planstudiebesluit op 13 oktober 2010 vastgesteld. Besluit stuurgroep Regio Groningen-Assen op 24 februari 2012 over regionale woningbouwprogrammering. PS hebben op24 april 2013 ingestemd met voordracht 10/2013 betreffende wijziging van de planuitwerking Hoofdontsluiting Leek- Roden. PS hebben op 12 maart 2014 ingestemd met voordracht 4/2014 hierin is het project HOV Leek ondergebracht(incl. finacieringsreservering Hoofdontsluiting Leek- Roden) bij het project verbetering busverbinding corridor West Indicatie tijdschema / mijlpalen planuitwerking: realisatie: vanaf PM Verwijzingen sinds VJN2014 In 2014 /begin 2015 is de planuitwerking uitgevoerd. Besluitvorming wordt voorbereid en zal plaatsvinden binnen het project Verbetering busverbinding corridor West Diversen. 163

165 Nr: 18 Project: Verdubbeling N33-midden Probleem In Noordoost-Groningen doen zich ontwikkelingen voor die relevant zijn voor de eisen die gesteld worden aan de bereikbaarheid van het gebied. De situatie met krimp, economische tegenwind en aardbevingen zet de leefbaarheid zwaar onder druk. De provincie Groningen wil de vitaliteit van het gebied versterken en daarom in het gebied investeren. Een van de aspecten daarbij is een goede ontsluiting. Bereikbaarheid is een belangrijke vestigingsvoorwaarde voor werkgelegenheid, voorzieningen en bevolking. Bereikbaarheid richting Duitsland en naar bestemmingen in het zuiden/oosten van het land wordt geboden via de N33. Onze investering in de verdubbeling van de N33 tussen Zuidbroek en Assen was daarin een eerste stap. Verdubbeling van de N33 vanuit Noordoost-Groningen tot Zuidbroek is de tweede stap. Onze keuze voor een klaverblad bij Zuidbroek liep daarop vooruit. De verdubbeling van de N33 tussen Appingedam en Zuidbroek moet er toe leiden dat Noordoost- Groningen ten volle kan profiteren van de verdubbeling van de N33 ten zuiden van Zuidbroek en van de aanwezigheid van de A7. Fase: Verkenningsfase Financiën In het voorgaande MIT was al 10 mln gereserveerd voor de N33-Midden. Deze is ingezet voor realisatie van het klaverblad A7/N33. Met de herbestemming vrijgevallen RSP- en MITmiddelen in 2013 is een bedrag van 78 mln gereserveerd voor verdubbeling van de N33- midden. In de Bestuursovereenkomst van 23 februari 2015 is een taakstellend budget van 100 mln afgesproken: - bijdrage provincie Groningen: 89 mln - bijdrage Rijk: 11 mln Het Rijk neemt voorts de meerkosten voor beheer en onderhoud voor haar rekening. De extra bijdrage van de provincie Groningen van 11 mln komt bovenop het reeds gereserveerde bedrag van 78 mln. Dit kan gedekt worden uit sparen voor de BDU, waarmee ingaande 2016 naar verwachting 2 à 3 jaartranches gemoeid zijn. Doel Het verbeteren van de bereikbaarheid van de Eemsdelta en het verbeteren van de verkeersveiligheid door verdubbeling van het weggedeelte Zuidbroek - Appingedam. Beschrijving oplossing Het verdubbelen van de N33 tot autoweg 2x2 (100 km per uur) en ongelijkvloers van Zuidbroek tot Appingedam. Politiek / Bestuurlijk Moties PS van 23 april 2008, 10 december 2008 en 7 november Kamerbehandeling MIRT 2008 en brief minister V&W In het Collegeakkoord Energiek en scherp aan de wind hebben wij aangegeven ons te zullen blijven inzetten voor de verdere verdubbeling van de N33. In het BO-MIRT 2013 heeft de minister medewerking aan de verdubbeling toegezegd. Op basis van afspraken in het BO-MIRT 2014 en de motie Visser-Hoogland is verder overleg gevoerd om tot financiële afspraken te komen. Op 23 februari 2015 hebben rijk en provincie een bestuursovereenkomst getekend met afspraken over Verdubbeling van de N33- Zuidbroek-Appingedam. Indicatie tijdschema / mijlpalen voorverkenning provincie: startbeslissing: 2015 verkenning/planuitwerking: 2015-P.M. realisatie: P.M. 164

166 Met een formele Startbeslissing wordt de rijks Tracéwetprocedure gestart. In de Startbeslissing worden de mijlpalen voor het project vastgesteld. Verwijzingen sinds VJN2014 Brief minister aan Tweede Kamer dd 17 november 2014 over afspraken BO-MIRT 2014; Bestuursovereenkomst 23 februari 2015; Brief minister aan Tweede Kamer dd 23 februari 2015 over Bestuursovereenkomst; Brief aan PS dd 23 februari 2015 (zaaknr ) over Bestuursovereenkomst; Wijzigingen t.o.v. MIT 2014 Integraal herzien 165

167 Nr: 19 Project: Maatregelen reistijdverkorting spoor Groningen Bremen (RSP) Probleem Fase: Verkenningsfase In de spoorverbinding Amsterdam - Bremen vormt het traject Groningen - Bremen een zwakke schakel waardoor de dienstverlening zeer beperkt is. Gevolg is dat het regionaal (grensoverschrijdend) spoorverkeer niet mee kan in de concurrentie op de weg. Aan beide zijden van de grens, biedt de spoorlijn mogelijkheden om economische ontwikkelingen in de regio te genereren. Daarnaast dient voor dit krimpgebied de spoorlijn als middel om als gevolg van demografische ontwikkelingen belangrijke voorzieningen bereikbaar te houden. Doel Een volwaardige internationale snelle spoorverbinding Amsterdam - Bremen - Hamburg. Dit is mogelijk door het realiseren een grote kwaliteitimpuls van het traject Groningen - Oldenburg - Bremen door b.v.: verkorten reistijd door de gemiddelde snelheid te verhogen en/of door verhogen frequentie. Beschrijving oplossing De verkenning naar reistijdverkorting tussen Groningen en Bremen heeft uitgewezen datde maatregelen die nodig zijn om de ambitie (1.23 uur max. reistijd tussen Groningen en Bremen) te realiseren, ruim 1 miljard kosten. Als vervolg daarop worden (faserings) varianten onderzocht. Het eindresultaat is een aantal haalbare en aan beide zijden van de grens gedragen varianten die de reistijd naar rond de twee uur brengen. De beschikbare middelen worden ingezet voor: verbetering dienstregeling (huidige uitbreiding per 9 december 2012); marketing (bekendheid); imago (herkenbaarheid) haalbaarheid Oostboog. Ter voobereiding op de planuitwerkingsfase - en noodzakelijk voor de CEF/TEN-T uitvraag - is het internationale projectteam en besluitvormingsproces verder ingericht. Zowel Land Niedersachen als Freie Hanse Financiën Met de herbestemming vrijgevallen RSP- en MITmiddelen in 2013 is een bedrag van 85 mln gereserveerd voor het realiseren van reistijdverkorting tussen Groningen en Bremen Hiervan is 10 miljoen gereserveerd voor het realiseren van de sneltrein Groningen- Winschoten (-Leer). In de BDU is voor de jaren 2014 en per jaar beschikbaar voor bevordering van het gebruik van deze internationale goederen- en personenvervoerverbinding. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft 17 miljoen gereserveerd uit het BO MIRT Grensoverschrijdend spoorvervoer. Op 26 februari 2015 is voor de planuitwerkingsfase een Europese CEF/TEN-T subsidieaanvraag van 8 miljoen ingediend. Politiek / Bestuurlijk Staten van 27 juni 2012 motie 8: bij opwaardering van de spoorlijn Groningen-Nedersaksen moet in beginsel worden uitgegaan van een maximale reistijd van 1 uur en 23 minuten tussen Groningen en Bremen. Om een rechtstreekse verbinding tussen Groningen en Bremen te kunnen realiseren is het deelproject (partiële) spoorverdubbeling tussen Oldenburg en Leer cruciaal. Land Niedersachsen heeft dit project mede daarom aangemeld voor opname in het Bundesverkehrswegenplan (Bvwp) 2015.Op dit moment worden de ingediende projecten getoetst op haalbaarheid. Voorwaarde opname in Bvwp is namelijk positieve MKBA. Alternatief voor financiering uit Berlijn is het opstellen van een Staatsverdrag tussen Duitsland en Nederland. Dit proces wordt door de Landrat van Leer verkend. Middels de ondertekening van een statement bij de CEF/TEN-T aanvraag hebben de verantwoordelijke ministiers in Berlijn en Den Haag hun steun aan dit project betuigd. Indicatie tijdschema / mijlpalen Voorjaar 2009: verkenning (is ambitie haalbaar) Voorjaar 2011: besluitvorming vervolgstappen Najaar 2012: Uitbreiding dienstregeling naar Leer naar 1 keer per uur / 2014: Verdiepingsonderzoek haalbaarheid kwaliteitsverbetering Groningen-Bremen Voorjaar 2014: besluitvorming vervolgstappen 166

168 Stadt Bremen hebben zitting genomen in de Stuurgroep. Ten behoeve van de uitvoering van het project hebben Industrie und Handelskammer für Ost Friesland und Papenburg, Landkreis Leer, AG Ems en Groningen Seaports zitting genomen binnen de projectgroep en vormen zij samen met de provincie Groningen de Stuurgroep TEN-T. Wijzigingen t.o.v. MIT 2014 Voorjaar 2015: Planuitwerkingsbesluit realiseren fasering optimalisatie (reistijd rond de twee uur) Voorjaar 2018: Realisatiebesluit faseringsvariant. Verwijzingen sinds VJN2014 Voordracht 33/2014 planuitwerkingsbesluit Voorkeursvariant sneltrein Groningen- Winschoten(-Leer) Diversen 167

169 Nr: 20 Project: Wegverbinding Groningen - Zuidhorn (N355) Probleem Op deze gebiedsontsluitingsweg A is met name in de ochtend- en avondspits in toenemende mate sprake van verkeersafwikkelingsproblemen (auto en OV). Op 24 januari 2006 hebben Gedeputeerde Staten een pakket van maatregelen voor de verbetering van de N355 Groningen-Zuidhorn vastgesteld.om financiële redenen zijn maatregelen gefaseerd. De maatregelen voor het fietsverkeer en openbaar vervoer zijn inmiddels uitgevoerd, maatregelen voor gemotoriseerd verkeer niet. Fase: Planuitwerkingsfase Financiën In totaal is er voor de aanpak van het wegvak N355 Groningen-Zuidhorn een bedrag van 17,5 mln gereserveerd. Hiervan wordt 50% ten laste van BDU-sparen en 50% ten laste van MIT gebracht. Afgelopen jaar is in een geactualiseerde verkenning onderzocht of de genoemde verkeersproblematiek nog steeds aan de orde is en of de verbetermaatregelen die in 2006 voor het gemotoriseerd verkeer zijn bedacht, ook nu nog voldoen. Doel Verbetering van de verkeersafwikkeling van het gemotoriseerd verkeer op de N355 tussen Groningen en Zuidhorn. Het nevendoel is de verbetering van de verkeersveiligheid op dit weggedeelte. Beschrijving oplossing Uit de geactualiseerde verkenning komt naar voren dat zich nog steeds problemen op het vlak van doorstroming en verkeersveiligheid voordoen. Om deze problematiek op te lossen is het nodig de erfaansluitingen zoveel mogelijk te beperken en deze te ontsluiten via een parallelstructuur. Met de aanleg van deze parallelstructuur wordt eveneens een goed alternatief voor landbouwverkeer geboden. Met de aanpak van de wegverbinding N355 Groningen-Zuidhorn willen wij de doorstroming en verkeersveiligheid verbeteren. Dit doen wij door de volgende oplossingsrichting verder uit te werken: - Uitgaan van één rijbaan met 2 rijstroken; - Opheffen van in principe alle erfaansluitingen door daar waar nodig een parallelweg aan te leggen (zowel aan de noord- als zuidzijde); - Zoveel mogelijk wegaansluitingen opheffen. De aanpassing van de aansluiting Nieuwklap is reeds in voorbereiding (zie A-10: Vervanging bruggen Aduard en Dorkwerd c.a.). Wijzigingen t.o.v. MIT 2014 Politiek / Bestuurlijk Met het vaststellen van voordracht 03/2015 is een reserveringsbesluit voor het project genomen ter grootte van 8,75 mln. Het aanvullende deel van het projectbudget (á 8,75 mln) maakt deel uit van de spaarafspraken in het kader van de BDU. Er bestaat een relatie met het project vervanging bruggen Aduard / Dorkwerd c.a. (project 10) Indicatie tijdschema / mijlpalen actualiseren verkenning: voorjaar 2015 planuitwerking: realisatie: na 2017 Verwijzingen sinds VJN2014 Voordracht 03/2015 Diversen 168

170 Nr: 21 Project: Wegverbinding Groningen-Delfzijl (N360 - N46) Probleem Aanleiding voor de in 2007 gestarte planstudie is de toenemende doorstromingsproblemen op het traject Ten Boer-Groningen, alsook de behoefte aan een actuele visie op functie en bijpassende vormgeving op de gehele route. Tevens is gestudeerd op de mogelijkheden en effecten van een eventuele kortsluiting tussen de N360 en de Eemshavenweg (N46) al dan niet in combinatie met capaciteitsverruiming van de Eemshavenweg tussen Bedum en Groningen. Fase: Realisatiefase Financiën De realisatie van het sober nulplusmaatregelenpakket vergt een beslag van ca Volgens het realisatiebesluit uit 2013 wordt hiervan ten laste van het MIT gebracht. Voor de resterende kosten zijn de BDU en gemeentelijke bijdragen in beeld. Doel Het doel was in 2007 het verbeteren van de verkeersafwikkeling op het huidige tracé en het onderzoeken van de mogelijkheden die een kortsluiting met de provinciale Eemshavenweg (N46) biedt voor het afvangen van verkeersstromen. Het nevendoel van de studie is de verbetering van de verkeersveiligheid voor de gehele route. Met de keuze van de Staten voor een sober pakket is de doelstelling gewijzigd in een keuze voor verbeteren van verkeersveiligheid en leefbaarheid met zoveel mogelijk handhaven van doorstroming. Beschrijving oplossing Op een viertal locaties, nl. Ruischerbrug, Garmerwolde, Ten Post en Wirdum worden maatregelen voorzien die afgestemd zijn met bewoners. Daarnaast heeft onderzoek plaats gevonden naar o.a. landbouwverkeer en mogelijke inzet van verkeersmanagement voor een drietal kruisingen binnen de bebouwde kom van Groningen. In het kader van de aanvraag RGA doorstromingsmaatregelen bus tussen Groningen en Ten Boer zijn nog een aantal OVmaatregelen verder uitgewerkt. Politiek / Bestuurlijk Overeenkomstig het investeringsprogramma Regio Groningen-Assen is in 2007 gestart met de planstudie Groningen-Delfzijl N360-(N46). Aanpak maakt deel uit van de spaarafspraken in het kader van de BDU. Provinciale Staten hebben op 26 september 2012 besloten verder te gaan met de uitwerking van een sober nulpluspakket. Dit heeft gestalte gekregen door middel van cocreatie met de omgeving in de vorm van een viertal inloopbijeenkomsten. Provinciale Staten hebben op 6 november 2013 het realisatiebesluit genomen (voordracht 52/2013). Indicatie tijdschema / mijlpalen verkenning: planuitwerking: 2013 realisatie: Verwijzingen sinds VJN2014 De eerdere drie overgebleven alternatieven zijn in het voorjaar van 2012 komen te vervallen. Wijzigingen t.o.v. MIT 2014 Geen 169

171 Nr: 22 Project: Bereikbaarheid Veenkoloniën (RSP) Probleem In de Veenkoloniën is behoefte aan structuurversterking om de vitaliteit van dit gebied te behouden en te versterken. Om te voorzien in deze structuurversterking van de Veenkoloniën is in het Convenant Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn ook een bedrag voor de Veenkoloniën opgenomen. In het gebied ontbreekt het nu aan een hoogwaardige OVvoorziening. Fase: Planuitwerkingsfase Financiën Uit de raming, opgemaakt door ProRail als aanvulling op de door Arriva, Ballast Nedam en ProRail gehouden planstudie, blijkt dat afhankelijk van de gekozen dienstregeling de aanlegkosten liggen tussen 55,0 en 63,0 mln. Bijbehorende exploitatiekosten liggen tussen de 1,36 en 0,22 mln per jaar en de beheer- en onderhoudskosten liggen tussen 1,8 en 2,5 mln. per jaar. In het RSP-ZZL is een bedrag gereserveerd groot 46 mln (prijspeil 2007). Middels het besluit bij voordracht 46/2012 is 14,0 mln (prijspeil 2012) extra uit de vrijgevallen RSP middelen gereserveerd. Hiermee zijn de exploitatie- en beheer en onderhoudskosten nog niet gedekt. Doel Bieden van een goede ontsluiting waarbij in eerste instantie hoogwaardige OV-verbinding tussen Stadskanaal en Groningen in beeld is die bijdraagt aan de regionale ontwikkeling en ontsluiting van Oost-Groningen. Beschrijving oplossing Het bedrag in het Convenant Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn is gereserveerd voor het realiseren van een goede ontsluiting van de Veenkoloniën. Inzet is de realisering van een spoorlijn tussen Veendam-Stadskanaal. Deze aanleg ligt in het verlengde van de reactivering van de spoorlijn Groningen-Veendam. In de planuitwerking wordt de variant waarbij zowel de Museumspoorlijn als het regionaal openbaar vervoer naast elkaar kan blijven rijden, nader uitgewerkt. Hierin wordt de wens van de gemeente Stadskanaal om op het voormalig Philipsterrein een OV-knooppunt te realiseren in meegenomen. Wijzigingen t.o.v. MIT 2014 Politiek / Bestuurlijk Project maakt deel uit van het Convenant Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn. In overleg met het Ministerie van I&M (BO MIRT najaar 2014) is overeengekomen dat de spoorlijn naar Stadskanaal geen onderdeel zal worden van de hoofdspoorweginfrastructuur en de provincie de kosten voor beheer en onderhoud voor haar rekening zal nemen -met de afspraak dat in overleg met het Ministerie van I&M bekeken zal worden welke specialistische taken door ProRail kunnen worden uitgevoerd. De planuitwerking start met het expliciteren van rollen, taken en verantwoordelijkheden, waarna de inhoudelijke planuitwerking start. Indicatie tijdschema / mijlpalen : planuitwerking : realisatiefase Verwijzingen sinds VJN2014 Brief minister aan Tweede Kamer dd 17 november 2014 over afspraken BO-MIRT 27 oktober 2014 Diversen 170

172 Nr. 23 Project: Bedum Oostelijke ontsluiting Probleem Fase: Planuitwerkingsfase Het centrum van Bedum wordt in toenemende mate belast door doorgaand (vracht)verkeer en vrachtverkeer van en naar de zuivelfabriek. Dit beïnvloedt de verkeersleefbaarheid in Bedum. Financiën Dit project is financieel onderdeel van projectnr. 6 (Bereikbaarheid Lauwersmeergebied). Van het totale budget voor dat project is 8 miljoen gelabeld aan de oostelijke rondweg om Bedum. Doel Verbeteren verkeersveiligheid en leefbaarheid in Bedum Politiek / Bestuurlijk De gemeente Bedum en FrieslandCampina Domo dragen totaal 2 miljoen bij aan de realisatie van de rondweg. Beschrijving oplossing Door de realisatie van een oostelijke rondweg om Bedum, wordt een groot deel van het (doorgaande) vrachtverkeer uit het dorp gehaald. Indicatie tijdschema / mijlpalen verkenning: 2014 planuitwerking: realisatie: p.m. Verwijzingen sinds VJN2014 Voordracht aan PS: 24/2014 (planuitwerkingsbesluit voorkeursalternatief) Wijzigingen t.o.v. MIT 2014 Verwijzingen 171

173 Nr. 24 Project: Doortrekken spoorlijn Roodeschool naar de Eemshaven Probleem Fase: Planuitwerkingsfase Op de bootverbinding van de Eemshaven (terminal AG Ems) naar Borkum is momenteel geen regulier openbaar vervoer aangesloten. In het projectenboek MIRT van het Rijk is de doortrekking van de spoorlijn Roodeschool - Eemshaven opgenomen als quickwin-maatregel. Door het doortrekken van de spoorlijn naar de bootterminal in de Eemshaven kan een verdere groei op het spoor worden bereikt door een verbetering van het regionaal openbaar vervoer. Op die manier wordt zowel de Eemshaven per openbaar vervoer ontsloten als het toerisme tussen Groningen en Borkum verder bevorderd. Doel verbetering van het regionaal openbaar vervoer ontsluiting Eemshaven/bootterminal AG Ems per spoor bevordering van het toerisme van en naar Borkum en Groningen Financiën Huidige raming ProRail (op basis van schetsontwerp): ca. 21,5 miljoen. Beschikbare bijdragen van het Rijk (MIRT), provincie Groningen en diverse regionale partijen waaronder Groningen Seaports, gemeente Eemsmond, AG Ems, gemeente Borkum, Landkreis Leer, Land Niedersachsen. Politiek / Bestuurlijk In oktober 2014 is op basis van de gespresenteerde voorkeursvariant een positief tussentijds voortgangsbesluit genomen ten aanzien van de planuitwerking. Eind juni 2015 zal een realisatiebesluit aan PS worden voorgelegd. Beschrijving oplossing De uitwerking van de spoorlijn dient op een sobere en doelmatige wijze plaats te vinden. Momenteel wordt de planstudie vervolgd, die in 2015 resulteert in een uitgewerkte voorkeursvariant en een bijbehorende investeringsraming. Bij een positief realisatiebesluit zal de aanbesteding voor de bouwwerkzaamheden worden gestart. Wijzigingen t.o.v. MIT 2014 Indicatie tijdschema / mijlpalen : planuitwerking Juni 2015: realisatiebesluit : uitvoering werk 2017: oplevering spoorlijn Verwijzingen sinds VJN2014 Geen Diversen 172

174 Nr: 25 Project: Verbetering busverbinding corridor West Probleem De westcorridor van Groningen is de enige corridor die niet ontsloten is door spoor. Nu de spoorlijn Groningen - Heerenveen niet doorgaat zal gekeken moeten worden hoe het openbaar vervoer op deze zware corridor vorm te geven en te verbeteren. De mogelijk beschikbare budgetten maken dat een spoor of tramverbinding niet reëel is. Het verbeteren van de busverbinding op deze corridor is de enige (resterende) kans om het openbaar vervoer op deze corridor vorm te geven. Het kiezen voor reistijdwinst mogelijkheden creeert ook exploitatie winst. Een verhooging van de betrouwbaarheid is kwaliteitswinst en draagt bij aan het aantrekkelijk maken van het OV waardoor (mogelijk) meer gebruik van het OV gemaakt wordt waardoor ook de kostendekkingsgraad stijgt. Doel Het optimaliseren van het OV op de westelijke corridor. Dit zal vormgegeven worden door optimalisatie van de busverbinding. Hoofddoel hierbij is verbeteren van de reistijd (reistijdwinst boeken), het verbeteren van de betrouwbaarheid (m.n. in de spits), het vergroten van de toekomstbestendigheid en het verbeteren van de informatievoorziening (middels hoge DRIS dichtheid). Daarnaast zal gekeken worden naar overige bushaltes op de westelijke corridor (bv. behoefte aan fietsstalling en parkeergelegenheden) Fase: Planuitwerkingsfase én realisatiefase Financiën Op 12 maart 2014 hebben PS voordracht 4/2014 vastgesteld. Hiermee is een reserveringsbesluit genomen van 10 mln. t.b.v. Verbetering busverbinding corridor West Gelijktijdig is voor de deelprojecten Optimalisatie omgeving P+R Hoogkerk en DRIS een realisatiebesluitgenomen. Hierbij is 8,1 mln. ter beschikking gesteld voor deze deelprojecten. Politiek / Bestuurlijk 7 november 2012; PS besluiten op voordracht 20/2012 om te stoppen met de spoorlijn Groningen Heerenveen. 24 april 2013; PS besluiten op voordracht 7/2013 en nemen een opname besluit voor Verbetering busverbinding corridor West 12 maart 2014; PS besluiten op voordracht 4/2014 vervolg Verbetering busverbinding corridor West en nemen een planuitwerkingsbesluit incl. reserveringsbesluit voor het gehele project en een realisatiebesluit incl. het beschikbaar stellen van 8,1 mln. ten behoeve van de deelprojecten Optimalisatie omgeving P+R Hoogkerk en DRIS Beschrijving oplossing Het project start bij P+R Hoogkerk richting Leek/Drachten. Bij P+R Hoogkerk is een verkenning gedaan om de reistijdwinst en betrouwbaarheidswinst (in de spits) te bewerkstellingen en is besloten om het rotondecomplex te optimaliseren en een onderdoorgang aan te leggen t.h.v. de kruising busbaan-eemsgolaan. Bij Leek is een verkenning gedaan om de reistijdwinst, betrouwbaarheidswinst (in de spits) Indicatie tijdschema / mijlpalen verkenningsfase: 2013 planuitwerkingsfase: 2014 realisatie: vanaf 2015 Verwijzingen sinds VJN

175 en een kwaliteitswinst (toevoegen overstap mogelijkheid autobus middels een P+R aan de A7) te bewerkstellingen. Het plangebied loopt daarbij van de A7 tot Leek (N372) Met Drenthe, Fryslân, gemeente Leek, Noordenveld en Marum en Rijkswaterstaat is een verkenning uitgevoerd om de DRIS dichtheid te verhogen. Voor het deelproject Optimalisatie omgeving P+R Hoogkerk worden werkzaamheden uitgevoerd t.b.v. de realisatie. Voor het deelproject DRIS is de uitvoering in opdracht uitgegeven aan het OV bureau Groningen Drenthe Voor het deelproject HOV Leek is in 2014/begin 2015 de planuitwerking doorlopen en wordt besluitvorming voorbereid Voor het deelproject fietsparkeren zijn afspraken gemaakt met de gemeente Marum welke na besluitvorming door de gemeente gerealiseerd zullen worden Wijzigingen t.o.v. MIT 2014 Diversen 174

176 Nr: 26 Project: Hoogwaardige fietsverbinding Leek-Groningen Probleem De kwaliteit van de fietsverbinding tussen Leek en Groningen laat te wensen over. Onder meer de aspecten verkeersveiligheid, comfort en aantrekkelijkheid zijn een probleem. Fietsers maken nu gebruik van grotendeels dezelfde infrastructuur als het overige verkeer. Fase: Verkenningsfase Financiën Met de herbestemming vrijgevallen RSP- en MITmiddelen is een bedrag van 7 mln gereserveerd voor dit project. Doel Ontwikkelen van een hoogwaardige fietsverbinding om daarmee het gebruik van de (electrische) fiets tussen Leek en Groningen te stimuleren en de verkeersveiligheid te verbeteren. Politiek / Bestuurlijk Addendum coalitieakkoord dd 8 april 2013 Besluit herbestemming vrijgevallen RSP- en MIT-middelen (voordracht 23/2013) Instemming geactualiseerde Netwerkanalyse Groningen-Assen 2013 Beschrijving oplossing Handicap is dat er niet één voor de hand liggende hoofdverbinding is tussen Leek en Groningen, maar dat er afhankelijk van herkomst en bestemming verschillende routes gebruikt worden. De verkenning moet opleveren welke mogelijkheden er zijn om invulling te geven aan een hoogwaardige fietsverbinding. Tijdschema / mijlpalen conceptplanning Verkenning Planuitwerking Realisatie vanaf 2017 Verwijzingen sinds VJN2014 Geen Wijzigingen t.o.v. MIT 2014 Probleembeschrijving, tijdpad 175

177 Nr: 27 Project: Fietsbrug Blauwe Stad (Blauwe Loper) Probleem Zowel provincie als de gemeente Oldambt wil stimuleren dat de bewoners van Winschoten en Blauwestad van elkaars voorzieningen gebruik maken. Gezien de relatief korte afstand vinden gemeente en provincie het dan ook gewenst om in te zetten op een directe verbinding voor fietsers en voetgangers. Deze verbinding is er op dit moment echter nog niet. De A7, het Oldambtmeer, het Winschoterdiep en een ecologische verbindingszone vormen een grote barrière. Fase: Planuitwerkingsfase Financiën Met de herbesteding van de vrijgevallen RSP- en MIT- middelen (voordracht 23/2013), is een bedrag van 4 mln. ten behoeve van de aanleg van een fietsbrug Blauwestad opgevoerd. Daarnaast is in de Grondexploitatie (GREX) Blauwestad maximaal 1 mln. gereserveerd voor de te realiseren fietsbrug tussen Blauwestad en Winschoten. Het is de insteek dat de gemeente Oldambt eveneens bijdraagt aan de totale realisering van de Blauwe Loper. Gedacht wordt aan financiering van de opwaardering van de route vanaf de voet van de brug tot aan het centrum van Winschoten door de gemeente. Verder heeft het gemeentebestuur van Oldambt zich in beginsel bereid verklaard de jaarlijkse onderhoudskosten van de totale brug voor haar rekening te nemen. Doel Het opheffen van de barrière tussen Winschoten en Blauwestad voor fietsers en voetgangers. Politiek / Bestuurlijk De planuitwerking wordt in nauwe samenwerking met de gemeente Oldambt uitgevoerd. Bestuurlijke afstemming vindt plaats binnen de stuurgroep Blauwestad. Beschrijving oplossing Het realiseren van een veilige en directe voet- en fietsvoorziening tussen het centrum van Winschoten (het nieuwe cultuurhuis) en het centrum van Blauwe stad (gebouw Havenkwartier), met een lange brug als eyecatcher over onder andere de A7, het Winschoterdiep en het Oldambtmeer. Naar verwachting wordt eind 2015 een realisatiebesluit aan Provinciale Staten voorgelegd. Tijdschema / mijlpalen verkenning: eind 2014 (afgerond) planuitwerking: tot eind 2015 (realisatiebesluit) realisatie (voorbereiding): 2016 realisatie (uitvoering): start medio 2017 Verwijzingen sinds VJN2014 Voordracht 23/2013 Herbestemming vrijgevallen RSP- en MIT-middelen. Voordracht 48/2014 Planuitwerkings- en reserveringsbesluit voor de Blauwe Loper. Wijzigingen t.o.v. MIT 2014 diversen 176

178 Nr: 28 Project: Zwolle-Herfte Probleem Zwolle behoort tot de belangrijkste spoorknooppunten in Nederland en vervult een cruciale functie als scharnier tussen het spoorwegnetwerk van de brede Randstad en dat van de vier provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel. In Zwolle komen vijf Intercity-verbindingen en drie regionale spoorlijnen samen. Op dit momen zijn niet alle overstappen op station Zwolle ideaal, doordat treinen niet tegelijk kunnen in- en uitrijden. Dit leidt voor sommige treinen tot lange wachttijden op station Zwolle, waardoor overstappen in Leeuwarden en Groninigen onder druk komen te staan. Daarnaast hebben de treinen uit Leeuwarden en Groningen een conflict met de trein naar Emmen. Doel Het realiseren van een goede kwaliteit van de overstapknoop te Zwolle en het verkorten van de reistijd tussen Zwolle en Leeuwarden/Groningen, zodat ook op deze stations goede overstappen ontstaan. Beschrijving oplossing Realiseren gelijktijdig in- en uitrijden op station Zwolle voor alle lijnen, verhogen van de baanvaksnelheid op station Zwolle. Fase: Planuitwerkingsfase Financiën De kosten van het totale project bedragen 225 miljoen bedragen. Bij de herbestemming van de vrijgevallen RSPen MIT-middelen is voor dit knelpunt indicatief 8 miljoen beschikbaar gesteld als provinciale bijdrage. Met de vaststelling van voordracht 18/2014 is besloten 10 miljoen beschikbaar te stellen voor het project Zwolle Spoort, inclusief Zwolle-Herfte. Politiek / Bestuurlijk Met besluitvorming over Voordracht 23/2013 Herbestemming vrijgevallen RSP- en MITmiddelen is dit project opgenomen in het provinciaal MIT. In 2014 is besloten hiervoor een bijdrage beschikbaar te stellen. Tijdschema / mijlpalen 2014 besluit over bijdrage genomen. In 2021 zal het project naar verwachting in zijn geheel gereed zijn (uitvoering door ProRail in opdracht ministerie I&M) Verwijzingen sinds VJN2014 Voordracht 14/2014 over Zwolle Spoort, inclusief Zwolle Herfte. Wijzigingen t.o.v. MIT 2014 Diversen 177

179 Overzicht RSP-projecten: Voornaamste risico's per project 4 [conform toezegging voormalig gedeputeerde Moorlag tijdens de statencommissievergadering BFE van wordt elk jaar aan het MIT toegevoegd een overzicht van de voornaamste risico's bij de RSP-projecten] Concrete Projecten trekker (voornaamste) overige partijen risico Aanpak Ring Zuid (A7 Zuidelijke Ringweg Groningen fase 2) RWS provincie en gemeente Groningen Projectbudget is onvoldoende om scope te realiseren Projectbudget is onvoldoende om optimalisaties te realiseren Omgeving is ontevreden over bereikbaarheid en leefbaarheid tijdens werk in uitvoering Spoor Leeuwarden - Groningen Rijk provincies Groningen en Friesland + gemeenten ProRail Langere doorlooptijd door MER-procedure en/of bezwaren Spoor Groningen - Veendam provincie project is inmiddels gerealiseerd Infra Q-liners en HOV-bus / Transferia en busstations provincie gemeenten / Rijk / RGA Geen financiële risico's Gemeenten krijgen cofinanciering niet rond Facelift Noordelijke Stations provincie ProRail / gemeenten / Arriva Geen financiële risico's / budget is bepalend Projecten Regionaal Mobiliteitsfonds trekker (voornaamste) overige partijen risico Knoop Groningen provincie gemeente Groningen / ProRail / NS / Rijk Scope binnen budget houden Bereikbaarheid Lauwersmeergebied Mensingeweer-Ranum + fietspad provincie gemeenten Op dit moment worden geen projectspecifieke risico's voorzien Mensingeweer-Baflo Veiliger maken zuidelijk deel N361 provincie gemeenten / Regiopolitie Onvoldoende draagvlak voor maatregelen Vertraging door communicatie met de omgeving bij deelprojecten Veiliger maken noordelijk deel N361 provincie gemeenten / Regiopolitie Langere doorlooptijd als gevolg van planologische procedure/grondverwerving 4 Voor het RSP-programma geldt in zijn algemeenheid dat kostenstijgingen als gevolg van bijvoorbeeld onvoorziene omstandigheden en wijziging van de scope van projecten binnen het beschikbare RSP-budget moeten worden opgevangen. 178

180 Projecten Regionaal Mobiliteitsfonds trekker (voornaamste) overige partijen risico Fietsroute Plus Groningen-Winsum N361 provincie gemeenten / Regio GA Vertraging als gevolg van grondverwerving Vertraging in verband met het oplossen van de overwegenproblematiek Bedum - oostelijke ontsluiting Onvoldoende draagvlak bij onderdelen planuitwerking Vertraging als gevolg van grondverwerving Vertraging door koppeling met bestemmingsplanprocedure Friesland Campina Bereikbaarheid Veenkoloniën provincie gemeenten / ProRail Onvoldoende budget voor beheer en onderhoud en exploitatie STAR, als eigenaar tracé Openbaar vervoer in stad Groningen provincie en gemeente Groningen RWS Onvoldoende budget om scope te realiseren Draagvlak bij omwonenden voor maatregelen in de stad Groningen verbetering busverbinding corridor West provincie gemeenten, RWS Afhankelijkheid van RWS bij maatregelen op rijks infrastructuur spoor Zwolle - Herfte min. I en M provincies, ProRail, gemeente Zwolle NS en Geen risico, bijdrage provincie is een lump Arriva. sum bijdrage. N33 - midden nog onbekend min. I en M, provincie en gemeenten Scope binnen budget krijgen maatregelen verkorting reistijd spoorverbinding Groningen - Bremen provincie ProRail, min. I en M, Duitse partners Complexiteit door afhankelijkheid andere grote projecten (Knoop Groningen / Station Bremen / Goederenvervoer) 179

181 Bijlage 4.1.b. Voortgangsrapportage Regiospecifiek Pakket (RSP) Beleidskader Het kabinet en het SNN hebben in het Langmanakkoord van 1998 afspraken gemaakt over de ruimtelijk economische ontwikkeling van Noord-Nederland t/m Een van de afspraken betrof de snelle spoorverbinding Zuiderzeelijn en het streven om de uitvoering hiervan voor 2010 te beginnen. In 2007 besloot het kabinet dat deze verbinding er niet komt. In plaats daarvan koos het kabinet voor een alternatief samenhangend pakket (Regiospecifiek pakket) met als centrale beleidsopgave de versterking van de ruimtelijke en economische structuur en verbetering van de bereikbaarheid van Noord-Nederland. Onderhandelingen met het Rijk over het RSP hebben op 23 juni 2008 geresulteerd in het sluiten van het convenant Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn tussen rijk en regio. Er zijn afspraken gemaakt over de uitvoering van een Ruimtelijk Economisch Programma (REP) en een pakket Regionale Bereikbaarheid. Dit pakket bestaat uit concrete projecten (gelimiteerde lijst met projecten) en uit projecten Regionaal Mobiliteitsfonds (RmF). Voortgangsrapportage (VGR) De afgelopen jaren heeft de VGR aan uw Staten vorm gekregen via een brief die wij telkens in het begin van het jaar verzonden. Bij de laatste VGR van 11 februari 2014 hebben wij aangekondigd voortaan aansluiting te zullen zoeken bij de jaarlijkse actualisatie van het MIT zoals die wordt ondergebracht in de VJN. De voorliggende rapportage is de eerste VGR nieuwe stijl die wij, juist vanwege de koppeling met het MIT waarin de mobiliteitsprojecten immers via ingevulde formats uitgebreid de revue passeren, beperkt van omvang hebben gehouden. Voor deze projecten wordt vooral melding gemaakt van uitvoeringsfase waarin ze zich bevinden onder verwijzing naar de statenvoordracht op basis waarvan uw besluitvorming om die fase te starten heeft plaatsgevonden. Eerst wordt ingegaan op de stand van zaken van het REP, daarna komen de mobiliteitsprojecten aan bod. Stand van zaken Ruimtelijk Economisch Programma-Groninqen De uitvoering van het Groningse REP loopt voorspoedig. Het budget voor het REP-Groningen is op de volgende wijze opgebouwd: provinciale cofinanciering 31,4 miljoen gemeentelijke cofinanciering 10,3 miljoen rijksbijdrage 56,8 miljoen Totaaltaal budget REP-regio Groningen 98,5 miljoen (prijspeil 2013). In 2014 zijn er bijdragen vastgelegd voor twee projecten: 'IT Academy Noord-Nederland' ( 2,325 miljoen) en 'Opwaardering Termunterzijldiep' ( ). Daarmee zijn eind 2014 in totaal dertien projecten gehonoreerd, met een budgetbeslag van in totaal 69,7 miljoen Hiermee was eind 2014 nog 28,8 miljoen aan REP-budget beschikbaar Voor dit nog beschikbare budget zijn diverse projecten -rijp en groen- in beeld. Verwachting is dat gezien het huidige tempo alle beschikbare middelen in 2017 vastgelegd zijn in concrete projecten. REP-rijk Bij aanvang van het REP is een onderscheid gemaakt in een Rijksdeel en een regionaal deel. Het Rijksdeel betreft majeure economische projecten binnen de kaders die in het Pieken in de Delta beleid - en later het Topsectorenbeleid - van het Ministerie van EZ zijn benoemd. In 2012 zijn de REPrijksmiddelen gedecentraliseerd naar het SNN. In 2014 zijn er bijdragen vastgelegd voor twee projecten: 'Energy Academy' ( 14,5 miljoen) en de subsidieregeling 'Regionale Investeringssteun Groningen' ( 5,15 miljoen). Daarmee zijn eind 2014 in totaal zes Groningse projecten gehonoreerd. Eind 2014 was voor Groningen nog 13,2 miljoen aan REP-budget beschikbaar bij het SNN. Concrete projecten uit het pakket Regionale Bereikbaarheid Aanpak Ring Zuid Uw Staten hebben op 24 september 2014 door het beschikbaar stellen van een bedrag van 54,9 miljoen ten laste van het regionaal mobiliteitsfonds ingestemd met het project Aanpak Ring Zuid. Deze 180

182 besluitvorming heeft plaatsgevonden op basis van voordracht 40/2014. Daarmee zit dit project overeenkomstig de provinciale MIT-methodiek in de realisatiefase. Spoor Leeuwarden - Groningen (extra sneltrein) In september 2013 hebben zowel Provinciale Staten van Groningen als van Fryslân een realisatiebesluit genomen over dit project. De besluitvorming in Groningen heeft plaatsgevonden op basis van voordracht 32/2013 en dit betekent dat ook dit project nu is ondergebracht in de realisatiefase. Op dit moment wordt onder aansturing van IenM de Tracéwet-procedure doorlopen. Spoor Groningen - Veendam Project is al enkele jaren geleden gerealiseerd. Sinds mei 2011 rijdt de personentrein tussen Groningen en Veendam. Infra Q-liners en HOV-bus, Transferia en busstations Dit project bestaat uit een groot aantal deelprojecten. Uw staten hebben op basis van voordracht 8/2011 ons gemandateerd voor de zogeheten gelimiteerde lijst van projecten planuitwerkings- en realisatiebesluiten te nemen. Die lijst heeft u in 2013 aangevuld met het project HOV-west. Van de in totaal 18 projecten bevinden zich inmiddels 11 projecten in de realisatiefase. Facelift noordelijke stations Ook dit project bestaat uit meerdere deelprojecten waarvan de meeste inmiddels gerealiseerd zijn. In het afgelopen jaar heeft u gelezen onze voordracht 59/2014 ingestemd met het starten van het laatste deelproject Stationsoutillage. Daarmee bevindt zich het project zich in de realisatiefase. Projecten Regionaal Mobiliteitsfonds uit het pakket Regionale Bereikbaarheid Knoop Groningen Recent, in uw vergadering van 11 maart heeft u via voordracht 4/2015 een realisatiebesluit genomen voor het project Groningen Spoorzone, inclusief bustunnel, fietstunnel, fietsenstalling, zuidentree en toekomst vaste OV-chipkaartpoortjes oplossing. Daarmee is dit project in de realisatiefase terecht gekomen. Bereikbaarheid Lauwersmeergebied Aan dit project wordt invulling gegeven door middel van een aantal deelprojecten. De aanleg van het nieuwe gedeelte van de N361 tussen Mensingeweer en Ranum bevindt zich in de realisatiefase. Dat geldt ook voor het fietspad Mensingeweer - Baflo. Voor het verkeersveiliger maken van het noordelijk deel van de N361 heeft u op basis van voordracht 2/2015 op11 maart 2015 een realisatiebesluit genomen. Voor de deelprojecten fietsroute Plus Groningen-Winsum (voordracht 67/2013) en oostelijke ontsluiting Bedum (voordracht 64/2014) is op basis van uw besluitvorming in 2014 de verkenningsfase afgerond. Beide projecten doorlopen nu de planuitwerkingsfase. Voor het verbeteren van de verkeersveiligheid op het zuidelijk deel van de N361 (inclusief de aansluiting Noorderhogebrug) geldt tenslotte dat de verkenningsfase wordt doorlopen. Bereikbaarheid Veenkoloniën Om te voorzien in een structuurversterking van de Veenkoloniën wordt aan dit project invulling gegeven door in te zetten op de reactivering van de spoorlijn Veendam-Stadskanaal. Voor deze reactivering heeft u in 2013 door op basis van onze voordracht 46/2012 een planuitwerkingsbesluit genomen waarmee de verkenningsfase kon worden afgesloten. Onderdeel van deze fase vormt het vraagstuk van de beheer- en onderhoudskosten. Tijdens het laatste BO-MIRT van oktober 2014 is afgesproken dat de provincie Groningen hierover in gesprek gaat met IenM en ProRail over de mogelijkheden om (een deel van) het beheer en onderhoud door ProRail uit te laten voeren en over de verdeling van de kosten hiervan tussen Rijk en regio. Openbaar vervoer in stad Groningen Nadat het project RegioTram gestopt is, is voor de OV-bereikbaarheid van de stad een alternatief pakket aan OV-maatregelen uitgewerkt. Op 6 november 2013 hebben uw Staten op basis van voordracht 54/2013 een aantal planuitwerkingsbesluiten en een realisatiebesluit genomen waardoor de eerste maatregelen uit dit alternatieve pakket konden worden uitgevoerd. 181

183 Met de uitvoering hiervan is begonnen en de ambitie is de eerste maatregelen af te ronden voordat wordt gestart met de ombouw van de Zuidelijke Ringweg. OV-verbinding Leek-Roden naar Groningen Het niet doorgaan van de spoorlijn Groningen-Heerenveen laat onverlet dat er een hoge vervoerswaarde blijft bestaan op de corridor Groningen-Roden/Leek. PS hebben op 12 maart 2014 een planuitwerkingsbesluit genomen voor het project Verbetering busverbinding corridor West en een realisatiebesluit voor de deelprojecten Optimalisatie omgeving P+R Hoogkerk en het project Dynamische Reizigersinformatie op bushaltes (DRIS). Onze voordracht 4/2014 lag aan deze besluitvorming ten grondslag. Spoor Zwolle-Herfte Met het oplossen van diverse bestaande capaciteitsknelpunten op het spoor rondom Zwolle is ook een financiele bijdrage van de vier betrokken provincies annex. Wij zien daar in onze voordracht nummer 18/2014 uitvoerig op ingegaan. Op basis van deze voordracht hebben uw Staten op 2 juli 2014 besloten een bijdrage te verlenen van 10 miljoen ten laste van het Regionaal Mobiliteitsfonds. N33 midden (Zuidbroek-Appingedam) Tijdens het eerder aangehaalde BO-MIRT heeft het Rijk zich bereid verklaard tot nader overleg met de regio over een oplossing voor het financiële gat bij de N33 midden. Dit nadere overleg heeft er inmiddels in geresulteerd dat er een principeovereenkomst is over de aanleg van de N33-midden en de verdeling van de hiermee gemoeide kosten. Dit betekent dat de verkenningsfase kan worden doorgezet. Maatregelen verkorting reistijd spoor Groningen-Bremen De verkenning is gaande naar de mogelijkheden en consequenties voor het verhogen van de (gemiddelde) snelheid op het spoor tussen Groningen en Bremen. Voor het eerste deelproject te weten de sneltrein Groningen-Winschoten (leer) heeft u op 24 september 2014 een planuitwerkingsbesluit genomen (voordracht 33/2014). Deadline projecten RSP In het convenant RSP is voor de concrete projecten geen deadline aangegeven. De vraag of deze projecten doorgaan is bestuurlijk niet aan de orde. De planuitwerking gaat met name over de vraag 'hoe en wanneer'. Voor de projecten uit het Regionaal Mobiliteitsfonds geeft het convenant aan dat de realisatie van de projecten in ieder geval moet starten voor Tijdens het laatste BO-MIRT is hier de volgende afspraak over gemaakt: Regionaal Mobiliteitsfonds Regio Specifiekpakket (RMf-RSP) De realisatieperiode voor het RMF-RSP wordt verlengd met de tijd die nodig is om de financiële risico's van de Concrete Projecten op te kunnen vangen én de tijd die nodig is om eventuele vrijvallende middelen uit risicoreserveringen alsnog binnen het RSP te kunnen besteden. Bij de huidige inzichten betekent dit een verlenging van de realisatieperiode tot en met

184 183

185 Bijlage 4.2. Bestedingen 2015 Cofinanciering Kompas Elem. 1 Elem. 3 Omschrijving Raming VJN PS0184 Carbohydrate Competence Center CCC PS0426 Cluster Agrofood/netwerk BBE P00013 Glastuinbouw Eemsmond PS0355 Cultuurplein Winschoten Algemeen totaal Samenvatting: Cofinanciering Kompas Raming VJN2015 Productgroep Productgroep Prodcutgroep Algemeen totaal (ten laste van productgroep 0800)

186 185

187 Bijlage Bestedingen 2015 Provinciale Meefinanciering Elem. 1 Elem. 3 Omschrijving Raming VJN2015 Compartiment A - Majeure projecten structuurversterking PS0282 Voorbereiding buisleidingstraat Eemsdelta PS0326 Flexigas PS0327 EDIAAL PS0343 Ontwikkeling Groen Gas Hubs Noord-Nederland PS0344 BioBrug PS0345 FlexTT PS0346 SepCO PS0347 Biogascentrum Noord Groningen (vh. Biovec) PS0348 BioCab PS0360 Smart Dairy Farming PS0378 Duurzame energie in bestaande bouw PS0395 Flexiheat PS0271 TRI Blauwestad PS0401 Promotie en marketing Cultuurtoerisme Groningen PS0424 Bezoekerscentrum Terra Mora PS0273 Versnelling Noordelijke Vaarverbinding Blauwestad PS0275 Meerweg ontwikkelt Meer PS0299 1e fase TRIP Paterswoldsemeer PS0318 IGS Leek-Roden PS0412 Recreatieve Poort 1e fase TRI Lauwersoog PS0306 Acquisitie Ondersteunend Plan (AOP) NOM PS0264 Opleidingsbedrijf Metaal Plus PS0291 Revitalisering Winschoterdiep PS0252 Drug delivery PS0284 Target PS0285 Healthy Ageing (HANNN) PS0289 Consortium Drug Discovery and Development (CDDD) PS0295 Lifelines PS0296 ERIBA PS0308 Sensor Universe PS0324 Redox Breath Analyzer (RBA) PS0325 Wateralliantie PS0328 Wenckebach II PS0329 SKA Noord-Nederland (cofinanciering aan Drenthe) PS0335 Valorisatieprogramma CVO PS0336 Carbohydrate Competence Center 2 (CCC2) PS0342 Spiervermoeidheid (Inbiolab BV) PS0350 Bioactieve grenslaag voor medische implantaten PS0377 Innovatieve Collageeneiwitten Ter Apelkanaal PS0379 Kennis en Kundecentrum MSO PS0381 ChaperonAge PS0387 Sprint PS0396 IJKakker PS0400 CMI Center for Medical Imaging PS0403 IMPLAGRES PS0409 Platform nieuwe generatie slimme katheters/pendracare PS0410 Colorec ANG PS0411 Ontwikkeling groene schutcolloïden PS0413 Dijk Data Service Center PS0430 Cellulose assisted dewatering of sludge PS0431 NorthGell PS0432 Pelvic Reflex PS0433 De goede van de kwade blauwalgen onderscheiden PS0434 Beets to biopolymers (biobased materiaal voor hoogwaardige toepassingen) PS0435 Microbiële productie hoogwaardige voedingsingredienten PS0436 Twincer PS0437 Veilige en duurzame pluimveeketen PS0438 High-troughput screening van biotechnische processen in microreactoren PS0439 Sprint@work PS0440 Ontwikkeling duurzaam en kosteneffectief productieproces aardappelzetmeel PS0441 Ontwikkelen platform voor bioanalyse van eiwitten PS0442 ProManna PS0444 Wearable Technology PS0445 Healthy Ageing Drug Discovery Engine (HADDE) PS0314 Sensors and Water (SAWA) PS0332 Aardappelraspproject PS0338 Geonema (vh. GEOWEB) PS0311 EBBA awards PS0311A EBBA awards - verlenging Subtotaal

188 187

189 Elem. 1 Elem. 3 Omschrijving Raming VJN2015 Compartiment B - Overige projecten met externe financiers PS0372 Green Corridors PS0322 Kiek over Diek PS0229 Waddenwandelpaden PS0333 Kwelderherstel 2e fase PS0297 Europees Visserijfonds PS0421 Europees Visserijfonds 2e fase PS0415 Spoorlijn Roodeschool-Eemshaven PS0461 Zilte aardappelen in de Waddenregio Subtotaal Compartiment C - Projecten zonder financiers als bij A en B PS0298 Boerenlandpaden PS0331 Winkelcentrum Leens PS0446 Healthy Ageing (HANNN) PS0388 Trainings- en opleidingscentrum offshore wind Subtotaal Compartiment D - Procesgelden PS0447 Procesmanagement RIS fase 1 en PS0449 Innovatiecoach Greenlincs PS0458 Pilotplan Healthy Ageing Campus Innovatievouchers PS0460 Bijdrage oprichtingskosten Kredietunie Groningen PS0463 Werving en selectie RvC Investeringsfonds Groningen PS0466 Ondersteuning FC Groningen Topsportzorgcentrum PS0467 Bedrijvenverkenning SRON-projecten Subtotaal Algemeen totaal Samenvatting: Provinciale Meefinanciering Raming VJN2015 Productgroep Productgroep Productgroep Productgroep Productgroep Productgroep Productgroep Productgroep Productgroep Productgroep Productgroep Algemeen totaal (ten laste van productgroep 0800)

190 Bijlage Bestedingen 2015 Innovatief Actieprogramma Groningen -2, -3 en -4 Deze bestedingen worden eveneens gedekt uit de reserve Provinciale Meefinanciering. Elem. 1 Elem. 3 Omschrijving Raming VJN2015 IAG A1 Technische hulp Subtotaal Elem. 1 Elem. 3 Omschrijving Raming VJN2015 IAG-3 - Biobased Economy PS0406 B06 Let's Stick Together Subtotaal IAG-3 - Creatieve Industrie PS0390 C02 Groninger Design Subtotaal IAG-3 - Transsectorale Innovatie PS0408 D09 Lupine Project Subtotaal Algemeen totaal Elem. 1 Elem. 3 Omschrijving Raming VJN2015 IAG PS0428 Bijdrage Koers Noord (SNN) Subtotaal IAG2, IAG3 en IAG4 (Innovatief Actieprogramma Groningen) Raming VJN2014 Productgroep Algemeen totaal (ten laste van productgroep 0800)

191 190

192 Bijlage 4.4. Bestedingen reserve ESFI 2015 t.b.v. (water)wegenprojecten Projectnr. Projectnaam Bedrag 2015 Bijzonderheden Wegen en fietspaden Reconstructie Knooppunt Reitdiepplein Fietsroute Plus en fietsbrug Aduarderdiep Reconstructie kruisingen Exloërweg/Kruisstraat (N366) MIT rubriek A projectnr Reconstructie kruisingen Exloërweg/Kruisstraat (N366) MIT rubriek A projectnr. 14a Reconstructie N975/Onstwedde/Musselkanaal MIT rubriek A projectnr. 14e N983/Aduard-Wehe den Hoorn - fase MIT rubriek A projectnr. 14b N983 Aduard-Wehe den Hoorn - fase MIT rubriek A projectnr. 14b Groot onderhoud wegvak Lewenborg Driebondsbrug Oostelijke Ringweg reconstructie Lewenborg Mobiliteits-, verkeersmanagement Zuidelijke Ringweg 0 MIT rubriek A projectnr Oostelijke Ringweg reconstructie Beijum-Zuid Oostelijke Ringweg reconstructie Kardinge Oostelijke Ringweg reconstructie Beijum-Noord/Groningerweg N361 Hoogovenslakken Marneweg MIT rubriek A projectnr. 14a N366 aansluiting Nulweg MIT rubriek A projectnr N366 aansluiting AVEBE MIT rubriek A projectnr N366 Ter Apel-Duitse grens 0 MIT rubriek A projectnr Maatregelenpakket wegverbinding Groningen-Delfzijl (N360) MIT rubriek A projectnr N366 wegverdubbeling Veendam-Pekela MIT rubriek A projectnr N366 reconstructie wegvak Pekela/Stadskanaal Ter Apel MIT rubriek A projectnr N366 reconstructie aansluiting Adriaan Tripweg Veendam MIT rubriek A projectnr N366 reconstructie Westerstraat Ter Apel MIT rubriek A projectnr Fietsecoducten Stadweg en Meedenpad subtotaal Waterwegen Wegomlegging N355 Zuidhorn o.a. MIT rubriek A projectnr Vervanging Noordzeebrug (N370) Groningen Tafelbrug Zuidhorn MIT rubriek A projectnr /02 Vervanging brug Aduard MIT rubriek A projectnr /05 Rondweg Aduard en aansluiting Nieuwklap MIT rubriek A projectnr Watersportvoorzieningen Lauwersmeer 0 subtotaal TOTAAL

193 192

194 Bijlage 4.5. Bestedingen 2015 RSP-ZZL Besturing Productgroep Omschrijving Raming VJN2015 Rijksbijdrage Provinciefonds Concrete 3402 Facelift stations Projecten 3402 Transferia Q-liners en HOV-bus Groningen Spoorzone RMF 3101 Bereikbaarheid Lauwersmeergebied Stationsgebied Groningen Openbaar vervoer in stad Groningen OV-verbinding Leek-Roden naar Groningen Groningen-Bremen N33-Midden Haren Stationsgebied REP 5004 Energy Valley Havenkwartier Blauwestad Versterking techniek in scholen Groninger Forum ERIBA LifeLines Versterking innovatieve bedrijvigheid Perzonalized Health 6101 Recreatieve Poort Lauwersoog 1 e fase Versnellingsagenda International Business Talent Aansluiting Woldmeer Upgrading Termunterzijldiep IT Academy Noord-Nederland Uitvoeringskosten REP Overig 3001 Programmakosten RSP Totaal Samenvatting: Begrote lasten RSP-ZZL per productgroep Totaal Productgroep 3001 (programma Bereikbaar Groningen) Productgroep 3101 (programma Bereikbaar Groningen) Productgroep 3402 (programma Bereikbaar Groningen) Productgroep 5004 (programma Energiek Groningen) Productgroep 6101 (programma Ondernemend Groningen) Productgroep 7103 (programma Ondernemend Groningen) Productgroep 7106 (programma Ondernemend Groningen) Totaal begrote projectkosten RSP

195 194

196 Deel 5. Begrotingswijzigingen e wijziging begroting 2015 bijdragen 2015 ten laste van de reserves Cofinanciering Kompas, Provinciale Meefinanciering, ESFI (MIT) en RSP en technische substituties 4 e wijziging begroting 2015 aanpassingen ramingen lasten en baten aanvaard beleid e wijziging begroting 2015 nieuw beleid en daarmee samenhangende dekkingsmaatregelen (Collegeakkoord ). 195

197 3e wijziging begroting 2015 (Voorjaarsnota 2015) (bedragen x 1.000) volgnummegroep programma/thema product- aard van omschrijving 3e wijziging 2015 raming 2015 na 3e wijziging wijziging 2016 wijziging 2017 wijziging 2018 wijziging 2019 wijze van dekking voorstel lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo Leven en Wonen in Groningen Wonen en Leefbaarheid subtotaal thema 6.422, ,0 0, , , , , ,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0, Blauwestad 6.422, ,0 0, , ,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal programma 6.422, ,0 0, , , , , ,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Ondernemend Groningen Bedrijvigheid subtotaal thema ,9 0, , , , , ,4 0, ,4 100,0 0,0 100, ,0 0, ,0 0,0 0,0 0, Provinciale Meefinanciering 2.512, ,8 0,0 0,0 0,0 0, RSP/REP 1.734, ,6 0,0 0,0 0,0 0,0 4 zie Recreatieve vaarverbindingen -550,0-550, , ,4 0,0 0,0 0, Provinciale Meefinanciering 13,3 13,3 0,0 0,0 0,0 0, Provinciale Meefinanciering 5,5 5,5 0,0 0,0 0,0 0, RSP/REP 1.950, ,7 0,0 0,0 0,0 0, Provinciale Meefinanciering 159,4 159,4 0,0 0,0 0,0 0, RSP/REP , ,0 0,0 0,0 0,0 0, Provinciale Meefinanciering 240,0 240,0 0,0 0,0 0,0 0,0 11 zie Convenant bedrijventerreinen , ,0 80,0 80,0 100,0 100, , ,0 0, Cofinanciering Kompas 250,4 250,4 0,0 0,0 0,0 0, Provinciale Meefinanciering 6.559, ,3 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal programma ,9 0, , , , , ,4 0, ,4 100,0 0,0 100, ,0 0, ,0 0,0 0,0 0,0 Bereikbaar Groningen Mobiliteit en Infrastructuur subtotaal thema ,9-776, , , , ,6 686,5 686,5 0,0 686,5 686,5 0,0 686,5 686,5 0,0 686,5 686,5 0,0 14 zie Onderzoek ongevallen -4,8-4,8-4,8-4,8-4,9-4,9-5,1-5,1-5,2-5,2 15 zie Verkeersonderzoek 4,8 4,8 4,8 4,8 4,9 4,9 5,1 5,1 5,2 5,2 16 zie Communicatie 5,6 5,6 5,6 5,6 5,6 5,6 5,6 5,6 5,6 5,6 17 zie Abonnementen/lidmaatschappen -5,6-5,6-5,6-5,6-5,6-5,6-5,6-5,6-5,6-5,6 18 zie 19 en Reservering infrastr. Projecten BDU , ,0 0,0 0,0 0,0 0,0 19 zie 18 en Nog te besteden BDU-middelen , ,5 0,0 0,0 0,0 0,0 20 zie 18 en Totaal ontv. BDU-midd. Infrastr.proj , ,5 0,0 0,0 0,0 0, Uitvoering werkplan VVB 686,5 686,5 0,0 686,5 686,5 0,0 686,5 686,5 0,0 686,5 686,5 0,0 686,5 686,5 0, ESFI/wegenprojecten 7.596, ,9 0,0 0,0 0,0 0, RSP/RMF 5.700, , ,6 0,0 0,0 0,0 0,0 24 zie Capaciteitskredieten 7.632,6 869, ,2 0,0 0,0 0,0 0, ESFI/waterwegenprojecten 5.034, ,4 0,0 0,0 0,0 0, RSP/CP en RMF , , ,7 0,0 0,0 0,0 0,0 27 zie 28 t/m Reg. treindiensten bijdr. exploitatie 219,8 219,8 0,0 0,0 0,0 0,0 28 zie 27, 29 t/m OV-bureau exploitatie , ,4 0,0 0,0 0,0 0,0 29 zie 27, 28, 30 t/m OV-bureau bus-plus , ,0 0,0 0,0 0,0 0,0 30 zie 27 t/m 29, 31 t/m Gebruikersvergoeding spoor -58,8-58,8 0,0 0,0 0,0 0,0 31 zie 27 t/m 30, 32, Kosten kaartautomaten -415,6-415,6 0,0 0,0 0,0 0,0 32 zie 27 t/m 31, Res. Regionaal Spoor , ,0 0,0 0,0 0,0 0,0 33 zie 27 t/m Totaal Ontvangen BDU Interlokaal OV , ,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal programma ,9-776, , , , ,6 686,5 686,5 0,0 686,5 686,5 0,0 686,5 686,5 0,0 686,5 686,5 0,0 Karakteristiek Groningen Natuur subtotaal thema 103,7 0,0 103, ,9 0, ,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0, Provinciale Meefinanciering 103,7 103,7 0,0 0,0 0,0 0,0 PLG subtotaal thema 213,2 0,0 213, , , ,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0, Provinciale Meefinanciering 68,5 68,5 0,0 0,0 0,0 0, Cofinanciering Kompas 80,0 80,0 0,0 0,0 0,0 0, Provinciale Meefinanciering 64,7 64,7 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal programma 317,0 0,0 317, , , ,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Schoon/Veilig Groningen Water subtotaal thema 0,0 0,0 0, ,9 525, ,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Milieu subtotaal thema 0,0 0,0 0, , , ,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Risicobeleid/veiligheid subtotaal thema 0,0 0,0 0,0 570,9 0,0 570,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal programma 0,0 0,0 0, , , ,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 195

198 3e wijziging begroting 2015 (Voorjaarsnota 2015) (bedragen x 1.000) volgnummegroep programma/thema product- aard van omschrijving 3e wijziging 2015 raming 2015 na 3e wijziging wijziging 2016 wijziging 2017 wijziging 2018 wijziging 2019 wijze van dekking voorstel lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo Energiek Groningen Energie en klimaat subtotaal thema , , , , , , , ,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0, Provinciale Meefinanciering 3.157, ,3 0,0 0,0 0,0 0, RSP/REP 315,0 315,0 0,0 0,0 0,0 0, Interimregeling waardevermeerdering, inclusief uitvoeringskosten , ,0 0, , ,0 0,0 0,0 0,0 0,0 41 zie Green Deal 1.764, ,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal programma , , , , , , , ,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Gebiedsgericht POP/Gebiedsgericht subtotaal thema ,0 0, , ,9 754, , ,1 0, , ,7 0, , ,9 0, ,9 0,0 0,0 0,0 42 zie Actieprogramma WEL , , , , , , , ,9 0,0 Totaal programma ,0 0, , ,9 754, , ,1 0, , ,7 0, , ,9 0, ,9 0,0 0,0 0,0 Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur Sociaal beleid subtotaal thema 0,0 0,0 0, ,3 110, ,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Jeugd subtotaal thema 0,0 0,0 0, ,4 0, ,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Cultuur en media subtotaal thema 564,0 0,0 564, ,2 108, ,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0, Cofinanciering Kompas 375,0 375,0 0,0 0,0 0,0 0, Provinciale Meefinanciering 24,0 24,0 0,0 0,0 0,0 0,0 45 zie Cultuurhuis Winschoten/Afwikkeling CIG 165,0 165,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal programma 564,0 0,0 564, ,9 218, ,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Bestuur Provinciale Staten subtotaal thema 0,0 0,0 0, ,3 0, ,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Overige bestuursorganen subtotaal thema 0,0 0,0 0, ,6 125, ,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Bestuurlijke samenwerking subtotaal thema 0,0 0,0 0, ,0 45, ,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Communicatie subtotaal thema 0,0 0,0 0, ,0 1, ,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal programma 0,0 0,0 0, ,9 172, ,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering subtotaal thema 21,8 0,0 21, , ,7 88,6 21,8 0,0 21,8 22,5 0,0 22,5 23,2 0,0 23,2 23,9 0,0 23,9 46 zie Ondernemingsraad 21,8 21,8 21,8 21,8 22,5 22,5 23,2 23,2 23,9 23,9 Totaal programma 21,8 0,0 21, , ,7 88,6 21,8 0,0 21,8 22,5 0,0 22,5 23,2 0,0 23,2 23,9 0,0 23,9 196

199 3e wijziging begroting 2015 (Voorjaarsnota 2015) (bedragen x 1.000) volgnummegroep programma/thema product- aard van omschrijving 3e wijziging 2015 raming 2015 na 3e wijziging wijziging 2016 wijziging 2017 wijziging 2018 wijziging 2019 wijze van dekking voorstel lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo Overzicht Algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen subtotaal thema 3.864, , , , , ,8-21, , ,4-22, , ,2-23, , ,1-23,9 0,0-23, Provinciefonds - middelen RSP , ,4 0,0 0,0 0,0 0,0 48 zie Ondernemingsraad -21,8-21,8-21,8-21,8-22,5-22,5-23,2-23,2-23,9-23,9 49 zie IP-projecten 108,8 108,8 0,0 0,0 0,0 0, Reserve Cofinanciering Kompas 705,4-705,4 0,0 0,0 0,0 0, Reserve Provinciale Meefinanciering , ,5 0,0 0,0 0,0 0, Reserve ESFI -(water)wegenproj , ,2 0,0 0,0 0,0 0, Reserve RSP - bestedingen , ,2 0,0 0,0 0,0 0,0 54 zie Reserve ESFI - recreatieve vaarverb. -550,0 550, , ,4 0,0 0,0 0,0 55 zie Reserve Overboeking kredieten - convenant bedrijventerreinen , ,0 80,0-80,0 100,0-100, , ,0 0,0 56 zie Reserve Overboeking kredieten - capaciteitskredieten 6.763, ,2 0,0 0,0 0,0 0,0 57 zie Algemene reserve, Green Deal 1.764, ,0 0,0 0,0 0,0 0,0 58 zie Reserve Actieprogramma WEL , , , , , , , ,9 0,0 59 zie Reserve ESFI, Cultuurhuis Winsch. 165,0-165,0 0,0 0,0 0,0 0,0 60 zie Reserve Automatisering - IP-proj. 108,8-108,8 0,0 0,0 0,0 0,0 61 zie Algemene reserve, Driebondsbrug 1.097, ,0 0,0 0,0 0,0 0,0 62 zie Reserve Afkoopsommen wegen 1.097, ,0 0,0 0,0 0,0 0,0 63 zie Reserve Actieprogramma WEL 2.680, ,0 0,0 0,0 0,0 0,0 64 zie Reserve ESFI, Actieprogr. WEL 2.680, ,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal programma 3.864, , , , , ,8-21, , ,4-22, , ,2-23, , ,1-23,9 0,0-23,9 TOTAAL-GENERAAL , ,9 0, , , , , ,0 0, , ,2 0, , ,4 0,0 686,5 686,5 0,0 Legenda: 1.1 = Bestedingen 2015 Cofinanciering Kompas (zie bijlage 4.2) 1.2 = Bestedingen 2015 Provinciale Meefinanciering (zie bijlage 4.3) 1.3 = Bestedingen 2015 ESFI/MIT (zie bijlage 4.4) 1.4 = Bestedingen 2015 RSP/REP-ZZL (zie bijlage 4.5) 3.2 = Substitutievoorstellen - administratief-technische wijzigingen (zie bijlage 1.6) Meerjarenramingen inclusief wijzigingen , , , , , , , , , , , ,4 Bovenstaande wijzigingen worden per categorie (zie kolom aard van voorstel) nader toegelicht in de navolgende toelichting op de 3 e wijziging van de begroting 2015 en de met betrekking tot deze onderdelen in de Voorjaarsnota 2015 opgenomen bijlagen (1.6 en 4.2 tot en met 4.5). 197

200 198

201 In de navolgende tabel hebben wij de mutaties in deze begrotingswijziging voor het jaar 2015 voor u samengevat. Samenvatting 3e wijziging begroting 2015 (bedragen x 1.000) Omschrijving wijziging raming 2015 opmerkingen lasten baten saldo Begroting 2015 na 2e wijziging , , ,7 Mutaties 3e wijziging 2015: 1.1. Cofinanciering Kompas 705,4 705,4 0,0 zie bijlage Provinciale Meefinanciering , ,5 0,0 zie bijlage ESFI-(water)wegenprojecten , ,2 0,0 zie bijlage RSP , ,3 0,0 zie bijlage Substituties: - Blauwestad 6.422, ,0 0,0 zie bijlage Recreatieve vaarverbindingen -550,0-550,0 0,0 zie bijlage Convenant bedrijventerreinen , ,0 0,0 zie bijlage Verkeersonderzoek 0,0 0,0 0,0 zie bijlage Communicatie 0,0 0,0 0,0 zie bijlage Infrastructurele projecten BDU , ,5 0,0 zie bijlage Uitvoering werkplan VVB 686,5 686,5 0,0 zie bijlage Capaciteitskredieten 7.632, ,6 0,0 zie bijlage BDU-OV , ,0 0,0 zie bijlage Interimregeling waardevermeerdering , ,0 0,0 zie bijlage Green Deal 1.764, ,0 0,0 zie bijlage Actieprogramma WEL lasten en baten , ,0 0,0 zie bijlage Cultuurhuis Winschoten/Afwikkeling CIG 165,0 165,0 0,0 zie bijlage Ondernemingsraad 0,0 0,0 0,0 zie bijlage IP-projecten 108,8 108,8 0,0 zie bijlage Driebondsbrug, naar Algemene reserve 1.097, ,0 0,0 zie bijlage Actieprogramma WEL vanuit reserve ESFI 2.680, ,0 0,0 zie bijlage 1.6 Totaal mutaties 3e wijziging begroting , ,9 0,0 Begroting 2015 na 3e wijziging , , ,7 199

202 200

203 Toelichting op 3 e wijziging begroting 2015 (Voorjaarsnota 2015) nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten Alle programma s en thema s Cofinanciering Kompas/ Provinciale Meefinanciering/ MIT/ RSP 3.2 Administratieftechnische wijzigingen toelichting op wijziging(en) In deze begrotingswijziging worden de kredieten in het kader van Cofinanciering Kompas, Provinciale Meefinanciering (incl. Innovatief Actieprogramma Groningen), ESFI (MIT) en Regiospecifiek Pakket (RSP-ZZL) in overeenstemming gebracht met de ramingen volgens de bijlagen 4.2 t/m 4.5 bij de Voorjaarsnota Voor een specificatie op het niveau van de individuele projecten verwijzen wij naar de genoemde bijlagen. Tegenover de wijzigingen van de kredieten staan overeenkomstige wijzigingen in de onttrekkingen aan de reserve Cofinanciering Kompas, de reserve Provinciale Meefinanciering, de reserve ESFI en de reserve RSP. In de categorie administratief-technische wijzigingen zijn substituties opgenomen, die het vervolg zijn van de Integrale Bijstelling 2014, door ons al zijn besloten of een verhoging c.q. verlaging van de rijksbijdrage betreffen. Bij dit onderdeel worden alleen de substitutievoorstellen meegenomen, voor zover deze leiden tot een verschuiving tussen de productgroepen. In bijlage 1.6 wordt een totaaloverzicht van deze substituties gegeven. *) Verklaring aard van wijzigingen 1.1 = Bestedingen 2015 Cofinanciering Kompas (zie bijlage 4.2) 1.2 = Bestedingen 2015 Provinciale Meefinanciering (zie bijlage 4.3) 1.3 = Bestedingen 2015 ESFI/MIT (zie bijlage 4.4) 1.4 = Bestedingen 2015 RSP/REP-ZZL (zie bijlage 4.5) 3.2 = Substitutievoorstellen - administratief-technische wijzigingen (zie bijlage 1.6) 201

204 202

205 4e wijziging begroting 2015 (Voorjaarsnota 2015) (bedragen x 1.000) volgnummegroep programma/thema product- aard van omschrijving 4e wijziging 2015 raming 2015 na 4e wijziging wijziging 2016 wijziging 2017 wijziging 2018 wijziging 2019 wijze van dekking voorstel lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo Leven en Wonen in Groningen Wonen en Leefbaarheid subtotaal thema 1.551,6 184, , , , ,6-241,8 433,3-675,1-246,5 433,1-679,6-246,4 374,5-621,0-246,5 257,6-504,1 6.2 Apparaatskosten (verrekening AKP) 0,0-35,7 35,7 0,0 0,0 0,0 0,0 6.3 Kapitaallasten (incl. verrekeningen) 40,3 220,0-179,7 28,2 433,3-405,1 23,5 433,1-409,6 23,6 374,5-351,0 23,5 257,6-234, Innovatieve projecten en experimenten Leefbaarheid (herschikking ) 1.350, ,0-270,0-270,0-270,0-270,0-270,0-270,0-270,0-270, Woningmarktonderzoek aardbevingsgebied 161,3 161,3 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal programma 1.551,6 184, , , , ,6-241,8 433,3-675,1-246,5 433,1-679,6-246,4 374,5-621,0-246,5 257,6-504,1 Ondernemend Groningen Bedrijvigheid subtotaal thema , , , , , , , , , , , , , , ,9 332,5 430,9-98,4 6.2 Apparaatskosten (verrekening AKP) 7,6 0,0 7,6 0,0 0,0 0,0 0,0 6.3 Kapitaallasten (incl. verrekeningen) 604,4 304,0 300,4 502, , ,0 225, , ,4 286,7-331,4 618,1 332,5 430,9-98,4 3 zie Krediet Recreatie en toerisme -3,8-3,8 0,0 0,0 0,0 0,0 4 zie Marketing Groningen 3,8 3,8 0,0 0,0 0,0 0,0 5 zie Commissie van Zijl 103,4 103,4 0,0 0,0 0,0 0,0 6 zie Arbeidsmarktbeleid -30,0-30,0 0,0 0,0 0,0 0,0 7 zie 8 en Economic Board, spoor , , , , , , , , , , , ,0 0,0 8 zie 7 en Idem, correctie overboeking , ,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal programma , , , , , , , , , , , , , , ,9 332,5 430,9-98,4 Bereikbaar Groningen Mobiliteit en Infrastructuur subtotaal thema -605,1 770, , , , ,8-620,9-70,2-550,7-872,0-72,4-799,6-919,9-74,5-845,4-976,5-76,8-899,8 6.2 Apparaatskosten (verrekening AKP) -159,3 818,8-978,1 0,0 0,0 0,0 0,0 6.3 Kapitaallasten (incl. verrekeningen) 154,6 0,0 154,6 274,8 0,0 274,8 97,6 0,0 97,6 124,3 0,0 124,3 143,0 0,0 143,0 9 zie Programmakosten RSP ,0 70,0 0,0 0,0 0,0 0,0 10 zie Afschrijvingen - gevolgen overdr. L-D -50,0-50,0-100,0-100,0-150,0-150,0-200,0-200,0-250,0-250,0 11 zie Areaalwijzigingen -234,6-234,6-44,9-44,9-46,2-46,2-47,6-47,6-49,1-49,1 12 zie ook 16, 17, Accressen wegen -317,1-1,8-315,4-478,5-2,6-476,0-492,9-2,7-490,2-507,7-2,8-504,9-522,9-2,8-520,1 13 zie Areaalwijzigingen -5,5-5,5 0,0 0,0 0,0 0,0 14 zie Rotonde Appingedam afkoopsom 125,0 125,0 0,0 0,0 0,0 0,0 15 zie Areaalvermindering VRI -Appingedam -5,1-5,1-5,1-5,1-5,2-5,2-5,4-5,4-5,5-5,5 16 zie ook 12, 17, Accressen VRI's -42,4-2,9-39,6-61,9-4,2-57,8-63,8-4,3-59,5-65,7-4,4-61,3-67,7-4,5-63,1 17 zie ook 12, 16, Accressen waterwegen -94,8-20,9-74,0-138,5-30,5-108,0-142,6-31,4-111,2-146,9-32,3-114,6-151,3-33,3-118,0 18 zie ook 12, 16, Accressen kunstwerken -45,8-22,6-23,2-66,8-33,0-33,8-68,8-34,0-34,8-70,9-35,0-35,9-73,0-36,1-36,9 Totaal programma -605,1 770, , , , ,8-620,9-70,2-550,7-872,0-72,4-799,6-919,9-74,5-845,4-976,5-76,8-899,8 Karakteristiek Groningen Natuur subtotaal thema -66,8 0,0-66, ,1 0, ,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 6.2 Apparaatskosten (verrekening AKP) -66,8-66,8 0,0 0,0 0,0 0,0 6.3 Kapitaallasten (incl. verrekeningen) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 PLG subtotaal thema 2.021,7 0, , , , ,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 6.2 Apparaatskosten (verrekening AKP) -4,7-4,7 0,0 0,0 0,0 0,0 6.3 Kapitaallasten (incl. verrekeningen) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 19 zie Natura 2000 Groene wetten -234,6-234,6 0,0 0,0 0,0 0,0 20 zie Aankoop gronden 2.261, ,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal programma 1.954,9 0, , , , ,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Schoon/Veilig Groningen Water subtotaal thema -7,3-7,3 0, ,6 517, ,9-16,1-16,1 0,0-15,4-15,4 0,0-14,6-14,6 0,0-13,9-13,9 0,0 6.2 Apparaatskosten (verrekening AKP) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 6.3 Kapitaallasten (incl. verrekeningen) -7,3-7,3 0,0-16,1-16,1 0,0-15,4-15,4 0,0-14,6-14,6 0,0-13,9-13,9 0,0 Milieu subtotaal thema 47,6 0,0 47, , , ,3-8,8 0,0-8,8 972,9 0,0 972,9-85,5 0,0-85,5-33,7 0,0-33,7 6.2 Apparaatskosten (verrekening AKP) -179,5-179,5 0,0 0,0 0,0 0,0 6.3 Kapitaallasten (incl. verrekeningen) 117,1 0,0 117,1-58,8 0,0-58,8 921,4 0,0 921,4-138,6 0,0-138,6-88,4 0,0-88, MER-coördinatie/beleid 50,0 50,0 50,0 50,0 51,5 51,5 53,0 53,0 54,6 54, Personeelskosten bodemsanering 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0, Vergunningverlening NPG 60,0 60,0 0,0 0,0 0,0 0,0 203

206 4e wijziging begroting 2015 (Voorjaarsnota 2015) (bedragen x 1.000) volgnummegroep programma/thema product- aard van omschrijving 4e wijziging 2015 raming 2015 na 4e wijziging wijziging 2016 wijziging 2017 wijziging 2018 wijziging 2019 wijze van dekking voorstel lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo Risicobeleid/veiligheid subtotaal thema 266,3 34,4 231,9 837,2 34,4 802,8 271,5 0,0 271,5 284,2 0,0 284,2 297,6 0,0 297,6 311,6 0,0 311,6 6.2 Apparaatskosten (verrekening AKP) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 6.3 Kapitaallasten (incl. verrekeningen) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0, Formatie Externe Veiligheid 266,3 34,4 231,9 271,5 271,5 284,2 284,2 297,6 297,6 311,6 311,6 Totaal programma 306,6 27,1 279, , , ,9 246,6-16,1 262, ,8-15, ,1 197,4-14,6 212,1 264,0-13,9 277,9 Energiek Groningen Energie en klimaat subtotaal thema 49,2 0,0 49, , , ,3 245,0 0,0 245,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 6.2 Apparaatskosten (verrekening AKP) 6,2 6,2 0,0 0,0 0,0 0,0 6.3 Kapitaallasten (incl. verrekeningen) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 25 zie Wind op land - inhuur expertise 43,0 43,0 245,0 245,0 0,0 0,0 0,0 Totaal programma 49,2 0,0 49, , , ,3 245,0 0,0 245,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Gebiedsgericht POP/Gebiedsgericht subtotaal thema 1,5 3,9-2, ,4 758, ,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 6.2 Apparaatskosten (verrekening AKP) 1,5 3,9-2,4 0,0 0,0 0,0 0,0 6.3 Kapitaallasten (incl. verrekeningen) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0, Uitvoering gebiedenbeleid/pop 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal programma 1,5 3,9-2, ,4 758, ,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur Sociaal beleid subtotaal thema 19,9 0,0 19, ,2 110, ,0 14,1 0,0 14,1 5,2 0,0 5,2 5,2 0,0 5,2 4,5 0,0 4,5 6.2 Apparaatskosten (verrekening AKP) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 6.3 Kapitaallasten (incl. verrekeningen) 19,9 0,0 19,9 14,1 0,0 14,1 5,2 0,0 5,2 5,2 0,0 5,2 4,5 0,0 4,5 Jeugd subtotaal thema 0,0 0,0 0, ,4 0, ,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 6.2 Apparaatskosten (verrekening AKP) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 6.3 Kapitaallasten (incl. verrekeningen) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Cultuur en media subtotaal thema 4,6-1,0 5, ,7 107, ,4 3,3 0,0 3,3 1,5 0,0 1,5 1,8 0,0 1,8 2,1 0,0 2,1 6.2 Apparaatskosten (verrekening AKP) 0,5-1,0 1,5 0,0 0,0 0,0 0,0 6.3 Kapitaallasten (incl. verrekeningen) 4,1 0,0 4,1 3,3 0,0 3,3 1,5 0,0 1,5 1,8 0,0 1,8 2,1 0,0 2,1 Totaal programma 24,4-1,0 25, ,3 217, ,7 17,4 0,0 17,4 6,7 0,0 6,7 7,1 0,0 7,1 6,6 0,0 6,6 Bestuur Provinciale Staten subtotaal thema 0,0 0,0 0, ,3 0, ,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 6.2 Apparaatskosten (verrekening AKP) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 6.3 Kapitaallasten (incl. verrekeningen) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Overige bestuursorganen subtotaal thema 400,0 29,2 370, ,6 154, ,0 100,0 0,0 100,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 6.2 Apparaatskosten (verrekening AKP) 0,0 29,2-29,2 0,0 0,0 0,0 0,0 6.3 Kapitaallasten (incl. verrekeningen) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 27 zie Kosten dossier gaswinning 300,0 300,0 0,0 0,0 0,0 0, Viering bevrijding op 5 mei ,0 100,0 100,0 100,0 0,0 0,0 0,0 Bestuurlijke samenwerking subtotaal thema 10,7 69,5-58, ,7 115, ,6 35,1 0,0 35,1 36,2 0,0 36,2 37,4 0,0 37,4 38,6 0,0 38,6 6.2 Apparaatskosten (verrekening AKP) 1,7 69,5-67,8 0,0 0,0 0,0 0,0 6.3 Kapitaallasten (incl. verrekeningen) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0, Regeling Cie. rechtsbescherming 9,0 9,0 9,0 9,0 9,3 9,3 9,5 9,5 9,8 9, Begroting 2016 SNN 0,0 26,1 26,1 27,0 27,0 27,9 27,9 28,8 28,8 Communicatie subtotaal thema 0,0 0,0 0, ,0 1, ,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 6.2 Apparaatskosten (verrekening AKP) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 6.3 Kapitaallasten (incl. verrekeningen) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal programma 410,7 98,7 312, ,6 271, ,5 135,1 0,0 135,1 36,2 0,0 36,2 37,4 0,0 37,4 38,6 0,0 38,6 Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering subtotaal thema 0,9 518,2-517, , ,9-428,7 0,6 0,6 0,0 0,2 0,2 0,0 0,3 0,3 0,0 0,3 0,3 0,0 6.2 Apparaatskosten (verrekening AKP) 0,0 517,3-517,3 0,0 0,0 0,0 0,0 6.3 Kapitaallasten (incl. verrekeningen) 0,9 0,9 0,0 0,6 0,6 0,0 0,2 0,2 0,0 0,3 0,3 0,0 0,3 0,3 0,0 Totaal programma 0,9 518,2-517, , ,9-428,7 0,6 0,6 0,0 0,2 0,2 0,0 0,3 0,3 0,0 0,3 0,3 0,0 204

207 4e wijziging begroting 2015 (Voorjaarsnota 2015) (bedragen x 1.000) volgnummegroep programma/thema product- aard van omschrijving 4e wijziging 2015 raming 2015 na 4e wijziging wijziging 2016 wijziging 2017 wijziging 2018 wijziging 2019 wijze van dekking voorstel lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo Overzicht Algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen subtotaal thema , , , , , , , , , , ,5 645, ,9 726, , ,5-80, , Voorfinanciering Economic Board 0,0-54,7 54,7-120,5 120,5-183,8 183,8 0, rentelasten en baten kortgeld <1 jr , ,3-264, , ,5-728, , ,7 400,7-474, , ,3-4, , , rentelasten en baten kortgeld >1 jr , ,1 108, , , , , ,2 243, ,5 874,9 280,6 139,3-109,5 248, Uitkering Provinciefonds -0,8 0, , , , , , , , , Opbrengst opcenten MRB 94,3-94,3-198,5 198,5-204,1 204,1-204,3 204,3-380,0 380, rentelasten en baten deelnemingen 4,4-7,1 11,5 3,6 3,6 1,6 1,6 2,1 2,1 2,4 2,4 37 zie Onvoorzien - dossier gaswinning -300,0-300,0 0,0 0,0 0,0 0,0 38 zie Wind op land - formatie + wp.financ. -60,1-60,1 47,0 47,0-92,2-92,2-92,2-92,2 0,0 39 zie Apparaatsk. - gevolgen overdr. L-D 1.000, , , , , , , , , , Commissie Rechtsbescherming, akp 40,0 40,0 40,0 40,0 41,2 41,2 42,4 42,4 43,7 43, Uitbreiding bedieningstijden bruggen 24,0 24,0 24,6 24,6 26,0 26,0 27,4 27,4 28,9 28,9 42 zie AKP - Natura 2000 Groene wetten 234,6 234,6 0,0 0,0 0,0 0, Nacalculatie accressen subsidies 0,0-175,8-175,8-181,6-181,6-187,6-187,6-193,7-193, Aanpassen accressen niet beïnvl. mat. apk. 0,0-99,2-99,2-103,9-103,9-108,8-108,8-113,9-113, Accressen specifieke uitzonderingen 0,0-22,2-22,2-22,9-22,9-23,6-23,6-24,3-24, Accressen salarissen 0, , , , , , , , ,5 47 zie Stelpost IKB - vakantiegeld , , , ,0 0,0 0,0 0, Stelpost IKB - bovenwettelijk verlof 0,0 350,0 350,0 369,3 369,3 389,6 389,6 411,0 411, AKP en structurele doorwerking 8.879, ,4-468,6-468,6-492,8-492,8-518,2-518,2-545,1-545, Verrekening AKP met kred., stelp , ,4 0,0 0,0 0,0 0, Onverdeelde kapitaallasten 151,5 151,5 217,5 217,5 92,8 92,8 112,2 112,2 124,3 124, Algemene reserve, herwaard. Bl.st , , , , , , , , ,6 0,0 53 zie 7 en Algemene reserve, Economic Board , , , , , , , ,0 0,0 54 zie Algemene reserve, stelpost IKB 2.000, , , ,0 0,0 0,0 0, Algemene reserve, rek.res , ,4 0,0 0,0 0,0 0, Reserve Prov. bijdr. Bosa - vrijval 2.440, ,0 0,0 0,0 0,0 0,0 57 zie Reserve RSP - programmakosten 70,0-70,0 0,0 0,0 0,0 0,0 58 zie Reserve PLG , ,0 0,0 0,0 0,0 0, Verrekening AKP met reserves 157, , ,2 0,0 0,0 0,0 0, bespaarde rente reserves , , , , , , , ,8-821,7-821, Reserve ESFI - dividend c.a. -383,0-383, , , , , , ,2-657,0-657,0 Totaal programma , , , , , , , , , , ,5 645, ,9 726, , ,5-80, ,4 TOTAAL-GENERAAL , , , , , , , ,0-824, , , , , , , ,6 518, ,7 Legenda: = Knelpunten aanvaard beleid Beleidsbrief = Knelpunten aanvaard beleid Voorjaarsnota = Voorbeslag Beleidsbrief = Voorbeslag Voorjaarsnota = Substitutievoorstellen - beleidsinhoudelijke wijziging Beleidsbrief = Substitutievoorstellen - beleidsinhoudelijke wijziging Voorjaarsnota = Voorziene ontwikkelingen - Accressen lonen en prijzen (zie bijlage 1.1) 6.2 = Voorziene ontwikkelingen - Apparaatskosten personeel (AKP) (zie bijlage 1.2) 6.3 = Voorziene ontwikkelingen - Kapitaallasten (zie bijlage 1.3) 6.4 = Voorziene ontwikkelingen - MRB (zie bijlage 1.4) 6.5 = Voorziene ontwikkelingen - Provinciefonds (zie bijlage 1.5) 6.6 = Voorziene ontwikkelingen - Bestemming rekeningresultaat = Herschikking begrotingsruimte Meerjarenramingen inclusief wijzigingen , , , , , , , , , , ,0-644,2 Bovenstaande wijzigingen worden per volgnummer (zie kolom volgnummer) nader toegelicht in de navolgende toelichting op de 4 e wijziging van de begroting 2015 en de met betrekking tot deze onderdelen in de Voorjaarsnota 2015 opgenomen bijlagen (1.1 tot en met 1.5). 205

208 206

209 In de navolgende tabel hebben wij de mutaties in deze begrotingswijziging voor het jaar 2015 voor u samengevat. Samenvatting 4e wijziging begroting 2015 Omschrijving (bedragen x 1.000) wijziging raming 2015 lasten baten saldo Begroting 2015 na 3e wijziging , , ,7 opmerkingen Mutaties 4e wijziging 2015: Knelpunten aanvaard beleid Beleidsbrief 2015: - Gevolgen overdracht vaarweg Lemmer-Delfzijl - afschr./apk. 950,0 0,0 950,0 Zie toelichting 10, 39 - MER-coördinatie/beleid 50,0 0,0 50,0 Zie toelichting 21 - Formatie Externe Veiligheid 266,3 34,4 231,9 Zie toelichting 24 - Wind op land - inhuur expertise en formatie -17,1 0,0-17,1 Zie toelichting 25, 38 - Kosten dossier gaswinning 0,0 0,0 0,0 Zie toelichting 27, 37 - Viering bevrijding op 5 mei ,0 0,0 100,0 Zie toelichting 28 - Commissie Rechtsbescherming, apparaatskosten 40,0 0,0 40,0 Zie toelichting 40 - Reserve Provinciale bijdrage Bodemsanering - vrijval 0, , ,0 Zie toelichting Knelpunten aanvaard beleid Voorjaarsnota 2015: - Innovatieve projecten en exp. Leefbaarheid (hersch ) 1.350,0 0, ,0 Zie toelichting Voorbeslag Beleidsbrief 2015: - Woningmarktonderzoek aardbevingsgebied 161,3 0,0 161,3 Zie toelichting 2 - Accres Marketing Groningen 0,0 0,0 0,0 Zie toelichting 3, 4 - Commissie van Zijl 73,4 0,0 73,4 Zie toelichting 5, 6 - Economic Board, spoor 4 Gaswinning 9.500, ,0 0,0 Zie toelichting 7, 8, 31 - Areaalwijzigingen wegen en VRI's -240,1 0,0-240,1 Zie toelichting 11, 13 - Rotonde Appingedam afkoopsom 125,0 0,0 125,0 Zie toelichting 14 - Areaalvermindering VRI -Appingedam -5,1 0,0-5,1 Zie toelichting 15 - Vergunningverlening NPG 60,0 0,0 60,0 Zie toelichting 23 - Regeling Commissie rechtsbescherming 9,0 0,0 9,0 Zie toelichting 29 - Uitbreiding bedieningstijden bruggen 24,0 0,0 24,0 Zie toelichting 41 - Algemene reserve, herwaardering Blauwestad 8.000, , ,7 Zie toelichting Voorbeslag Voorjaarsnota 2015: - Programmakosten RSP ,0 70,0 0,0 Zie toelichting 9, 57 - Begroting 2016 SNN 0,0 0,0 0,0 Zie toelichting Inhoudelijke substituties Beleidsbrief 2015: - Natura 2000 Groene wetten - formatie 0,0 0,0 0,0 Zie toelichting 19, Inhoudelijke substituties Voorjaarsnota 2015: - PLG - aankoop gronden 2.261, ,0 0,0 Zie toelichting 20, 58 - personeelskosten bodemsanering 0,0 0,0 0,0 Zie toelichting 22 - Uitvoering gebiedenbeleid/pop 0,0 0,0 0,0 Zie toelichting Uitgangspunten lonen en prijzen -500,2-48,1-452,1 Zie bijlage AKP , ,8-707,0 Zie bijlage Kapitaallasten , , ,9 Zie bijlage Opcenten MRB 0,0-0,8 0,8 Zie bijlage Provinciefonds 0,0 94,3-94,3 Zie bijlage Vrij besteedbaar rekeningresultaat , , ,4 Zie toelichting Herschikking begrotingsruimte ,0 Totaal mutaties 4e wijziging begroting , , ,8 Begroting 2015 na 4e wijziging , , ,5 207

210 208

211 Toelichting op 4 e wijziging begroting 2015 (Voorjaarsnota 2015) nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten Alle programma s en thema s 6.1 Accressen lonen en prijzen toelichting op wijziging(en) Betreft de gevolgen van de aanpassing van de accressen 2015 en een nacalculatie van de accressen over de jaren Deze wijzigingen verwerken wij - met uitzondering van de accressen voor beheer en onderhoud wegen en waterwegen - in eerste instantie als stelposten bij productgroep Bij de uitwerking van de Begroting 2016 zullen wij de hier geraamde bedragen toedelen aan de specifieke begrotingsposten van elk van de afzonderlijke programma s. De gehanteerde uitgangspunten voor lonen en prijzen in de periode hebben wij samengevat in bijlage Apparaatskosten Betreft in de Voorjaarsnota 2015 in principe alleen de wijzigingen in de Apparaatskosten personeel (AKP). De wijzigingen die in de jaarschijf 2015 zichtbaar worden zijn inclusief de verrekeningen met kredieten, inkomsten en stelposten. Een nadere toelichting op deze wijzigingen wordt gegeven in bijlage 1.2. In de Voorjaarsnota vindt er geen tussentijdse versleuteling van de apparaatskosten 2015 plaats. Wijzigingen in de apparaatskosten 2015 worden daardoor alleen zichtbaar in het onderdeel Algemene dekkingsmiddelen bij productgroep In het kader van de Integrale Bijstelling 2015 zullen de wijzigingen van de apparaatskosten aan de verschillende productgroepen binnen de thema s en programma s functioneel worden toegerekend. 6.3 Kapitaallasten De kapitaallasten zijn herberekend op basis van de realisatiecijfers over 2014, de verwachtingen m.b.t. de ontwikkelingen van het renteniveau voor kort- en langlopende middelen en het verwachte verloop van investeringen, reserves en voorzieningen. De wijzigingen van de kapitaallasten (inclusief de verrekeningen met kredieten en/of inkomsten) worden op het niveau van thema zichtbaar gemaakt. Een nadere toelichting op deze wijzigingen wordt gegeven in bijlage MRB Betreft de verwachte ontwikkeling van de opbrengsten opcenten motorrijtuigenbelasting (MRB). Een nadere toelichting op deze verwachte ontwikkeling geven wij in bijlage Provinciefonds Betreft de verwachte ontwikkeling van onze uitkering uit het Provinciefonds. Deze verwachting is gebaseerd op de decembercirculaire 2014 en voorlopige informatie m.b.t. de meicirculaire Een nadere toelichting op de verwachte ontwikkeling vindt u in bijlage 1.5. Verrekeningen met geraamde kredieten en inkomsten maken wij per productgroep afzonderlijk zichtbaar. 6.6 Rekeningsaldo 2014 Het vrij besteedbare rekeningresultaat 2014 van wordt toegevoegd aan de begrotingsruimte

212 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) LEVEN EN WONEN IN GRONINGEN Wonen en leefbaarheid L 2015: lasten Innovatieve projecten en experimenten Leefbaarheid (herschikking ) De gemeente Appingedam heeft ons begin 2014 er van overtuigd dat de leegstandsproblematiek van het winkelcentrum in Appingedam in een stroomversnelling terecht is gekomen en met aanpak daarvan niet langer gewacht kon worden. Voor de uitvoering van het totale plan van aanpak was aanvullende financiering nodig. Wij zijn bereid geweest voor deze unieke situatie op het onderdeel van de onrendabele top te anticiperen op de uitkomsten van de Dialoogtafels en hebben een (voor-)financiering voor de eerste fase van het plan ter hoogte van verstrekt. Afgesproken met de gemeente Appingedam is om gezamenlijk te streven naar substitutie van deze financiering van met middelen die in het kader van het leefbaarheidsspoor vanuit het gaswinningsakkoord beschikbaar komen. Wij hebben het risicodragende deel voor onze rekening genomen binnen de reserve Leefbaarheid, deelbudget Innovatief. Omdat het risicodragende deel drukt op de reserve Leefbaarheid is het saldo van die reserve nu onvoldoende groot om in 2015 subsidies te verstrekken voor de geplande projecten. Daarom stellen we voor om van het budget voor de jaren per jaar 'naar voren te halen' zodat het saldo in groter wordt. 210

213 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) L 2015: lasten Woningmarktonderzoek aardbevingsgebied De Dialoogtafel heeft toenemende zorgen over de effecten van de aardbevingen en de noodzakelijke versterking en schadeherstel van de woningen op de woningmarkt, in het bijzonder op de waardeontwikkeling en de verkoopbaarheid van woningen in het getroffen gebied. Vandaar dat zij het initiatief heeft genomen voor een woningmarktonderzoek. Dit onderzoek staat los van het reeds uitgevoerde Orteconderzoek, maar zal zich wel mede moeten richten op de ook door Ortec zelf onderkende beperkingen van haar onderzoek. Het wordt uitgevoerd voor de 9 gemeenten in het kerngebied van de bevingen. Er wordt nadrukkelijk draagvlak nagestreefd voor de uitkomsten van het onderzoek. Om die reden wordt een breed samengestelde begeleidingsgroep ingesteld. Het onderzoek wordt uitgevoerd door het onderzoeksinstituut OTB onder verantwoordelijkheid van nationaal erkende specialisten op het gebied van respectievelijk gebiedsontwikkelingen en woningmarktonderzoek. Afronding is op zijn vroegst voorzien voor september De kosten worden geraamd op maximaal Deze komen voor rekening van de Akkoordpartners. Dat betekent dat 1/3-deel wordt gedragen door de provincie, 1/3-deel door het ministerie van EZ en 1/3-deel door de NAM. Gelet op het feit dat het van belang is dat op korte termijn het onderzoek kan worden opgestart, hebben wij begin maart 2015 besloten om de provinciale bijdrage van maximaal te dekken uit de algemene middelen 2015 als voorbeslag op de Voorjaarsnota ONDERNEMEND GRONINGEN Bedrijvigheid L 2015: lasten Krediet Recreatie en Toerisme Zie toelichting bij nummer

214 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) L 2015: lasten Accres Marketing Groningen Marketing Groningen (MG) voert voor de provincie een vierjarige opdracht uit op het gebied van toeristische promotie en marketing met een looptijd van 2012 tot en met In deze opdracht is opgenomen dat voor de jaren 2013 tot en met 2015 het maximum jaarbedrag telkens zal worden verhoogd met een inflatiecorrectie, die zal worden bepaald op basis van de prijsstijging van de immateriële overheidsconsumptie volgens het Centraal Planbureau voor het betreffende jaar. In de primitieve begroting 2015 is voor de kosten over het jaar 2015 een bedrag opgenomen van Na toepassing van de afgesproken CPB index voor 2015 (1,25%) komt het werkelijke jaarbedrag over 2015 uit op Dit betekent een overschrijding van ten opzichte van het opgenomen bedrag in de primitieve begroting In de vergadering van 20 januari 2015 hebben wij besloten dit bedrag van ten behoeve van krediet Marketing Groningen 2015 (productgroep 7003) ten laste te brengen van de beschikbare middelen binnen het krediet Recreatie en Toerisme 2015 (productgroep 6101). De structurele doorwerking van deze inflatiecorrectie voor 2016 en verder wordt meegenomen bij de vaststelling van de jaarlijkse bijdrage inzake het later dit jaar af te sluiten contract met Marketing Groningen voor de periode

215 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) L 2015: lasten Commissie van Zijl In de Statenvergadering van 24 september 2014 hebben uw Staten tijdens de behandeling van de Begroting 2015 de motie 'Ruim baan Oost-Groningen' aangenomen. In deze motie wordt onder meer gevraagd om voor de Oost- Groninger gemeenten een samenhangende aanpak te ontwikkelen en om de participatiegraad op de arbeidsmarkt te verhogen, waarbij een betere aansluiting bij de regionale ontwikkelingen wordt gevonden. Als uitvloeisel van deze motie is een commissie onder leiding van Jan van Zijl ingesteld. Deze commissie onderzoekt welke kansen er liggen in Oost-Groningen om meer mensen in de arbeidsregio aan het werk te helpen. Staatssecretaris Jetta Klijnsma heeft aangegeven haar volle medewerking te willen geven aan de commissie en ondersteunt deze. Medio februari 2015 komt de commissie met een eerste advies, dat vooral in zal gaan op de problematiek van de sociale werkvoorzieningsschappen. Rond de zomer van 2015 levert de commissie haar eindrapport op. In de vergadering van 9 december jl. hebben wij besloten naast de vergoedingen van de commissieleden (maximaal plus btw, reiskosten etc.), een bedrag van beschikbaar te stellen voor ondersteuning door Bureau Prachttrajecten en voor een werkbudget voor inhuur van deskundigheid. In totaal is dit een bedrag van waarvan wordt bekostigd ten laste van de reservering binnen het krediet Arbeidsmarktbeleid 2014 en vanuit de onvoorziene uitgaven Wij hebben besloten het restantbedrag van beschikbaar te stellen uit de algemene middelen 2015 als voorbeslag op de Voorjaarsnota L 2015: lasten Arbeidsmarktbeleid Zie toelichting bij nummer

216 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) L/B 2015: lasten en baten Economic Board Bij de Voorjaarsnota 2014 is vastgesteld dat de provinciale bijdrage voor de Economic Board (in het kader van de aardbevingen en bijbehorend financieel arrangement: spoor 4) voor de periode 2014 t/m 2018 in totaal 32,5 miljoen ( 6,5 miljoen per jaar) bedraagt. Daarbij is aangegeven dat deze bijdrage voor een bedrag van in totaal 10 miljoen ( 2 miljoen per jaar) moet worden gedekt door cofinanciering vanuit het revolverend fonds voor stuwende Groninger mkb-bedrijven. Op 16 december jl. hebben wij ingestemd met het voorleggen van het programma van de Economic Board aan uw Staten via voordracht 75/2014. In deze voordracht is aangegeven dat met de Board is afgesproken dat we om fiscaal juridische redenen en om tempo te kunnen maken onze bijdrage ineens gaan doen, na vaststelling in de Staten. Het ineens overmaken is essentieel voor de voorgestelde governancestructuur. Eveneens is afgesproken dat de lening uit het revolverend fonds voor stuwende Groninger mkb-bedrijven (zgn. Dakfonds) van 10 miljoen afgezonderd en ineens beschikbaar wordt gesteld aan de Board. Omdat besluitvorming over voordracht 75/2014 door uw Staten in 2015 heeft plaats gevonden, hebben wij voorgesteld de bijdrage van 6,5 miljoen waarvan 2 miljoen vanuit het Dakfonds die voor 2014 stond gereserveerd, over te boeken naar 2015 en dit voorstel bij de Rekening 2014 te verwerken. Daarnaast moeten de jaarlijks begrote bijdragen voor 2016 tot en met 2018 (in totaal 19,5 miljoen minus 6 miljoen dekking Dakfonds) naar 2015 worden overgeheveld. Omdat deze overheveling van de jaarlijks begrote bedragen naar 2015 voorfinanciering betreft, leidt dit per saldo tot rentederving. De omvang van deze rentederving schatten wij in op in totaal maximaal ca , waarvan rentevoordeel inzake 2014 en rentederving resp , en inzake de jaren 2016 tot en met 2018) L/B 2015: lasten en baten Economic Board Bij de Overboeking van kredieten is in de 2 e wijziging van de Begroting 2015 een bedrag van als lasten meegenomen en als baten. Feitelijk had alleen het netto bedrag van als lasten moeten worden overgeboekt. Dit wordt door de nu voorgestelde, budgettair-neutrale, correctie rechtgezet. 214

217 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) BEREIKBAAR GRONINGEN Mobiliteit en infrastructuur L 2015: lasten Programmakosten RSP 2015 Met betrekking tot de uitvoering van het RSP-programma is sprake van activiteiten, die op programmaniveau worden uitgevoerd. Het gaat hierbij voornamelijk om kosten voor het uitvoeren van het communicatieplan en kosten externe advisering. Wij verwachten in 2015 een lager budget voor deze programmakosten nodig te hebben dan in eerdere jaren en stellen u voor een krediet beschikbaar te stellen van te dekken uit de reserve RSP L 2015: lasten Gevolgen overdracht vaarweg Lemmer-Delfzijl - kapitaallasten De inzet van personeel (en bijbehorende overheadkosten) voor infrastructurele nieuwbouwprojecten wordt conform de bestaande beleidslijn versleuteld (doorberekend) naar de investeringswerken. Deze kosten worden vervolgens geactiveerd en afgeschreven over 20 (wegen) of 40 (waterwegen) jaren. Door de overdracht van de vaarweg Lemmer-Delfzijl naar het Rijk per 1 januari 2014 is de situatie ontstaan dat over de kosten van de reeds in uitvoering zijnde investeringswerken op deze vaarweg geen afschrijvingssystematiek meer mogelijk is. De objecten op deze vaarweg zijn immers geen eigendom meer van de provincie, waardoor op basis van de regelgeving (BBV) deze kosten niet meer geactiveerd mogen worden, maar ineens ten laste van de exploitatie gebracht dienen te worden. Bij het afsluiten van het boekjaar 2014 is gebleken dat een bedrag van ca niet meer geactiveerd kan worden, maar waarvan de lasten in het betreffende boekjaar ineens genomen moeten worden. Dit heeft echter ook een meerjarig effect op de (meerjaren)begroting. Het is niet meer mogelijk om ca apparaatskosten voor projecten vaarweg Lemmer-Delfzijl te activeren en af te schrijven over meerdere jaren. Daar tegenover staat dat de oorspronkelijke financieringsbron zal vrijvallen. Per saldo is de voorgestelde werkwijze over een langere periode budgettair neutraal. Per jaar treden echter wel gevolgen voor de begrotingsruimte op. In onderstaande tabel worden de effecten inzichtelijk gemaakt. (bedragen x 1.000) Omschrijving Apparaatskosten Afschrijving wegen/waterwegen totale last

218 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) L/B 2015: lasten Areaalwijzigingen wegen Wij stellen voor de volgende areaalwijzigingen en de resulterende verhoging (c.q. areaaluitbreiding) of verlaging (c.q. areaalvermindering) in de onderhoudskosten resp. ten laste of ten gunste van de algemene middelen te brengen. In de voordracht 14/2014 inzake de overdracht van de provinciale weg N981, het wegvak ter hoogte van de Kaleweg (N980), overname van een gemeentelijke brug in de N980 over de Grootegastertocht en afkoop van onderhoud van de toeritten van brug Eibersburen aan de gemeente Grootegast bedraagt de verlaging van de onderhoudskosten Rotonde Wagenborgen is in 2014 aangelegd en is niet geregeld via een voordracht. De extra onderhoudskosten voor de ombouw van de kruising in een rotonde bedraagt In de Voordracht 16/2011 inzake de verdubbeling van de N33 Assen-Zuidbroek zijn 2 aansluitingen, aansluiting Bareveld N385-N33 (areaalvermeerdering ) en 2 rotondes aansluiting N366-N33 (areaalvermindering 4.879), welke areaalwijzigingen tot gevolg hebben. Per saldo bedraagt de verhoging van het onderhoudskosten Afwikkelingsverschillen voordracht 29/2011,31/2011,2/2012,10/2012 en 08/2013 ad 932. Bovenstaande wijzigingen zullen er toe leiden dat de onderhoudskosten structureel met zullen dalen. Daarnaast zijn de invoerdata van de voordrachten 23/2011, 32/2011, 29/2013 en 30/2013 met een jaar opgeschoven, waardoor een incidentele vrijval in 2015 ontstaat van voor de algemene middelen L/B 2015: lasten en baten Accressen wegen Op basis van de cijfers van het CPB van 5 maart 2015 hebben wij de accressen (incl. onderdeel nacalculatie) voor de kredieten nader geactualiseerd. Alleen de kredieten, die vallen onder het meerjarenprogramma beheer en onderhoud provinciale infrastructuur , worden voor het begrotingsjaar 2016 neerwaarts bijgesteld van -1,05% (1,50% + nacalculatie -2,55%) naar -3,35% (1,00% + nacalculatie - 4,35%). Daarnaast zal de nacalculatie neerwaarts worden bijgesteld over het begrotingsjaar 2015 van -2,55% naar - 4,35% L 2015: lasten Areaalwijzigingen VRI's Zie toelichting bij nummer

219 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) L 2015: lasten Afkoopsom Rotonde Appingedam Op 13 februari 2007 hebben wij besloten om in te stemmen met het raamplan N360 Appingedam. Dit raamplan behelsde onder meer de aanleg van een tweetal rotondes. Voor de dekking van de aanlegkosten rotonde Bronsweg in Appingedam is destijds een bedrag van opgenomen als afkoopsom onderhoud VRI. Door het vervangen van de verkeersregelinstallatie (VRI) op dit kruispunt door een rotonde kunnen de structurele lasten voor onderhoud VRI vervallen. Deze jaarlijkse onderhoudslasten zijn gekapitaliseerd (tegen eeuwigdurende rente) omgerekend tot een afkoopsom van die is ingezet voor de financiële dekking van het project. Deze afkoopsom dient beschikbaar te worden gesteld door uw Staten, aangezien de beleidslijn is dat deze in eerste instantie via de bestemming van positieve rekeningresultaten worden toegevoegd aan de reserve afkoopsommen. Dit heeft echter, per abuis, niet plaats gevonden, waardoor bij de financiële afwikkeling van het betreffende project een dekkingsprobleem is ontstaan. Voorgesteld wordt om de alsnog beschikbaar te stellen als knelpunt aanvaard beleid Als gevolg hiervan kan middels een areaalvermindering op het product verkeersinstallaties structureel vrijvallen ten gunste van de algemene middelen L 2015: lasten Areaalvermindering VRI Appingedam Zie toelichting bij nummer L/B 2015: lasten en baten Accressen VRI's Zie toelichting bij nummer L/B 2015: lasten en baten Accressen waterwegen Zie toelichting bij nummer L/B 2015: lasten en baten Accressen kunstwerken Zie toelichting bij nummer 12. KARAKTERISTIEK GRONINGEN PLG L 2015: lasten Natura uitvoering Groene wetten Zie toelichting nummer

220 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) L 2015: lasten PLG-aankoop gronden Het jaarlijkse budget voor verwerving van gronden ten behoeve van de realisatie van de natuurgebieden staat in de begroting met een bedrag van Dit structurele bedrag is een gemiddelde van het saldo van aankoop minus verkoop van gronden. De verwerving van de gronden vindt plaats op basis van vrijwilligheid, waarbij we gehouden zijn aan marktconforme prijzen. Ook bij verkoop vragen we marktconforme prijzen om mogelijke staatssteun te voorkomen. Dit maakt het onmogelijk om de uitgaven goed in te schatten. Om te zorgen dat we voldoende armslag hebben om te kunnen reageren op aankoopmogelijkheden die zich voordoen willen we graag het beschikbare budget verruimen. Aankoopmogelijkheden doen zich vaak maar eenmalig voor. We willen graag in 2015 ongeveer 2,5 miljoen aan budget beschikbaar hebben boven op de inkomsten die we halen uit de verkoop van gronden. Daarom willen we het budget voor 2015 ophogen met Dit bedrag willen wij ten laste van de reserve PLG2 brengen. In de jaren 2016 en 2017 worden er via de decentralisatieuitkering in het Provinciefonds - extra middelen van het Rijk (kasschuif) ontvangen, waaruit deze kosten gedekt kunnen worden. Met die extra middelen is bij de bijdrage aan de reserve PLG2 in 2016 en 2017 in de huidige meerjarenramingen al rekening gehouden. Tevens is bij de Integrale Bijstelling van 2013 een voorfinanciering beschikbaar gesteld ter waarde van 13,6 miljoen (incl. interne rente), waarbij de waarde van de beschikbare grond (682 ha) als onderpand dient. Wanneer de reserve PLG2 niet voldoende saldo heeft doen we een beroep op deze voorfinancieringsmogelijkheid. 218

221 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, toelichting op wijziging(en) thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten SCHOON/VEILIG GRONINGEN Water Milieu L 2015: lasten MER-coördinatie/beleid Bij de Integrale Bijstelling 2014 hebben wij reeds aangekondigd te analyseren of het budget MER coördinatie/beleid structureel moet worden opgehoogd als gevolg van gewijzigde tariefstelling door de commissie MER adviestrajecten. Deze gewijzigde tariefstellingen zijn door de minister van IenM op 2 december 2014 goedgekeurd. De provincie is verplicht om adviezen in te winnen in het kader van uitgebreide m.e.r.-procedures. Het is dus onontkomelijk voor de provincie om deze kosten te maken. Het aantal benodigde adviezen is moeilijk in te schatten, maar op dit moment kan al geconcludeerd worden dat het krediet voor 2015 wederom te laag zal zijn. Voor de meeste van onze projecten zal een combi-tarief moeten worden betaald. Dit tarief bedraagt per project. Momenteel zijn er al twee projecten (Dijkversterking Eemshaven-Delfzijl en waterberging en natuurontwikkeling Zuidelijk Westerkwartier) waarvoor wij een dergelijk advies met combi-tarief moeten inwinnen. Aangezien het budget in bedraagt, leidt dit momenteel al tot een ruime overschrijding van het huidige budget voor Daarom stellen we voor het budget MER-coördinatie/beleid structureel te verhogen met ten laste van de algemene middelen. Bij de Integrale Bijstelling 2015 zullen wij bekijken of deze structurele verhoging voldoende is. 219

222 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) L 2015: lasten + 0 Personeelskosten bodemsanering In het op 11 november 2014 vastgestelde Meerjarenprogramma Bodem & Ondergrond hebben wij besloten de structurele inzet van 1,3 fte ( ) voor product gebonden personeelskosten structureel ten laste van de stelpost Vrijwillige Bodemsanering te brengen L 2015: lasten Vergunningverlening NPG Wij hebben aan NPG Groningen aanvankelijk de bereidheid getoond een aangevraagde omgevingsvergunning voor een biogasinstallatie te verlenen. Na de hoorzitting en de terinzagelegging van de ontwerpbeschikking bleek de aangevraagde geluidruimte in strijd met het bestemmingsplan voor de Klaas Nieboerweg, waardoor wij de aanvraag moest weigeren. Terugkijkend hebben de gemeente Hoogezand-Sappemeer, het bedrijf en wij de bestemmingplanproblematiek van de beoogde vestigingslocatie onjuist ingeschat. Wij hebben deelgenomen aan het voortraject van de vergunningaanvraag en hebben de aanvraag in behandeling genomen. Uit coulance hebben wij besloten aan NPG Groningen een tegemoetkoming van voor de gemaakte kosten voor het opstellen en indienen van de aanvraag voor de omgevingsvergunning aan te bieden. De aandeelhouders van NPG Groningen zullen bepalen of het bedrijf van dit aanbod gebruik maakt. Wij verwachten dat het bedrijf en zijn aandeelhouders de juridische procedure tegen het weigeringsbesluit zullen staken. De gemeente Hoogezand-Sappemeer draagt in de helft van de kosten bij, mits de juridische procedure wordt gestaakt. De bijdrage voor de provincie Groningen is dan Wij stellen voor deze afkoopsom van ten laste van de algemene middelen te dekken. 220

223 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) Risicobeleid/veiligheid L 2015: lasten baten Formatie Externe Veiligheid Op het gebied van externe veiligheid zijn sinds ca. 10 jaar extra taken belegd bij gemeenten en provincies. Het gaat hier om structurele taken. Wij hebben er destijds voor gekozen om deze structurele taken niet structureel te financieren, maar te dekken uit de tijdelijke landelijke programmamiddelen voor Externe Veiligheid. Op grond van de regeling Budgetbeheer hebben wij van de mogelijkheid gebruik gemaakt om de formatie structureel uit te breiden, omdat werd voldaan aan de spelregel structurele uitbreiding formatie mag indien er gedurende 3 jaar of meer additionele middelen beschikbaar zijn. Hiermee is de situatie ontstaan dat er structurele formatie is met nog steeds incidentele dekking (programmamiddelen Externe Veiligheid). Bij de totstandkoming van de ODG is de helft van deze taken op het gebied van Externe Veiligheid belegd bij de ODG. Uitgangspunt en afspraak waren dat voor de financiering van de ODG alleen structurele middelen worden ingezet, hetgeen heeft plaatsgevonden vanuit de AKP en beleidskredieten en dus niet vanuit de incidentele programmagelden Externe Veiligheid. Hiermee is het risico van de tijdelijke financiering geheel (en onevenredig) geland bij de afdeling Omgeving & Milieu van de provincie. Vanaf 2015 doet zich de situatie voor dat nauwelijks tijdelijke financiering Externe Veiligheid beschikbaar is vanuit het nieuwe landelijke programma. Hiermee is onvoldoende dekking om de apparaatskosten van de afdeling Omgeving & Milieu te kunnen financieren. De afdeling Omgeving & Milieu is onlangs opnieuw ingericht, waarbij een goede balans is gecreëerd tussen de uit te voeren taken en beschikbare capaciteit. Een solide basis voor de komende tijd. Voorgesteld wordt om vanuit de algemene middelen (knelpunt aanvaard beleid) structurele dekking te vinden voor bovengeschetst probleem. Voor het jaar 2015 gaat het om een bedrag van Vanaf 2016 gaat het om een structureel bedrag van (geraamd prijspeil 2016). Wij merken op dat indien eventuele bijdragen vanuit het Rijksprogramma Omgevingsveiligheid in de jaren na 2015 beschikbaar komen deze middelen terugvloeien naar de algemene middelen. 221

224 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) ENERGIEK GRONINGEN Energie en klimaat L 2015: lasten Wind op land Bij de Integrale Bijstelling 2013 hebben uw Staten voor in totaal ten laste van de algemene middelen beschikbaar gesteld voor in de jaren 2014 tot en met 2018 voor de uitvoering van de taakstelling van 855,5 MW Wind op land. Een deel van dit bedrag betreft budget voor de kosten van noodzakelijke inhuur van expertise en tijdelijke uitbreiding van personele formatie. Wegens onvoorziene, externe omstandigheden voldoet de opzet en de financiering van dit project niet meer. Wij hebben veel tijd moeten steken in en niet begrote kosten moeten maken voor de discussie rondom de zesde variant voor Windpark N33. Daarnaast is er veel meer tijd in menskracht in het dossier Wind op land gaan zitten dan vooraf ingeschat, zoals de samenwerkingsovereenkomst met Millenergy. Daardoor zijn er op bepaalde dossiers achterstanden ontstaan die ingelopen moeten worden. Bij de Integrale Bijstelling 2013 hebben we voor inhuur van expertise en tijdelijke formatie de volgende uitgaven begroot. Omschrijving Totaal Kosten inhuur expertise Kosten extra benodigde formatie incl. werkplekfinanciering Totaal Nu blijkt dat om voortgang te kunnen blijven boeken, het van belang is om in 2016 extra middelen in te zetten. Er is kritisch gekeken naar de huidige projectbegroting en mogelijkheden om een aantal posten door te schuiven. Hiermee kunnen we de gevraagde uitbreiding beperkt houden. Een groot deel van de extra kosten kunnen we financieren door een deel van het beschikbare budget voor 2017 en 2018 naar voren te halen. We verwachten in die jaren minder kosten te hebben dan oorspronkelijk begroot. De bijgestelde begroting bestaat uit de volgende uitgaven. Omschrijving Totaal Kosten inhuur expertise Kosten extra benodigde formatie incl. werkplekfinanciering Totaal nodig Beschikbaar vanuit IB Additioneel ten laste/gunste van de algemene middelen Het dossier Wind op Land is voor de provincie een omvangrijk en zeer belangrijk dossier. Het afbreukrisico van dit project is hoog en we kunnen het ons niet veroorloven om hierin vertraging op te lopen. Met name de komende twee jaar bevindt het project zich in een cruciale fase en moeten we alle zeilen bij zetten om dit project tot een goed einde te brengen. 222

225 Wij stellen voor om voor in 2016 een bedrag van ten laste van de algemene middelen beschikbaar te stellen voor het project Wind op Land voor het extra inhuren van menskracht. De middelen, die we in de jaren 2015, 2017 en 2018 verwachten niet meer nodig te hebben, kunnen terugvloeien naar de algemene middelen. Per saldo leidt dit voorstel in de periode tot een extra bedrag van op de algemene middelen. 223

226 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) GEBIEDSGERICHT POP/Gebiedsgericht L 2015: lasten + 0 Uitvoering gebiedenbeleid/pop In de begroting is voor Uitvoering gebiedenbeleid en POP opgenomen. Bij de overboeking van kredieten in het kader van de Jaarrekening 2014 is overgeboekt. Het totale budget voor Uitvoering gebiedenbeleid en POP bedraagt Overboeking Verdeling > Totaal Energieprogramma/CCS Lauwersmeer Veenkoloniën Regio Groningen-Assen Programma Eemsdelta Blauwestad (incl. Ring opdrachten) Omgevingsvisie Algemeen/onverdeeld gebiedsgericht Totaal Toelichting t.a.v. voorgenomen bestedingen: 1. Energieprogramma: De reservering is bestemd voor het reeds vastgestelde -en financieel gereserveerde- Lichtmastenplan (res. 1026). 2. Lauwersmeer: Betreft kosten voor voorbereiding en uitvoering van het ontwikkelprogramma Proloog Lauwersoog (waddenfondsaanvraag, studies, externe expertise, etc.) voor zover niet gefinancierd kan worden conform de spelregels van het Investeringsbudget Lauwersoog. 3. Veenkoloniën: Provinciaal jaarlijks aandeel in de kosten van de projectorganisatie Agenda voor de Veenkoloniën Regio Groningen-Assen: Bijdrage voor proceskosten van de Regiovisie Groningen- Assen (naast de jaarlijkse contributie). Soms om provinciale belangen (bijvoorbeeld bijdrage aan de Woonvisie) mogelijk te maken. 5. Programma Eemsdelta: Wij hebben in oktober 2014 het projectplan voor het opstellen van een regionale structuurvisie opgesteld. Deze reservering is voor de financiering van dit plan bedoeld (inclusief bijdrage aan de bestemmingsplan Oosterhorn en Marconi). 6. Blauwestad: Voor de financiering van het door Provinciale Staten op 11 maart 2015 vastgestelde Actieplan Blauwestad 2015 wordt rekening gehouden met een bijdrage uit het budget Gebiedenbeleid. 7. Omgevingsvisie: Kosten voorbereiding Omgevingsvisie 2015 (voorheen POP), inclusief tijdelijke formatie voor ondersteunende werkzaamheden. 224

227 8. Algemeen/onverdeeld gebiedsgericht: Hieruit worden in de loop van het jaar nieuwe en aanvullende claims gehonoreerd voor overige project gebiedsgerelateerde opgaven, dan wel overige project- en programmamanagement opgaven binnen de afdeling PPM (Nota Grondbeleid, Detailhandel Oost Groningen, etc.). WELZIJN, SOCIAAL BELEID, JEUGD, CULTUUR Sociaal beleid Jeugd Cultuur BESTUUR Provinciale Staten Overige bestuursorganen L 2015: lasten Kosten dossier gaswinning In januari 2014 is het bestuursakkoord Vertrouwen op herstel, herstel van vertrouwen ondertekend. In de loop van 2014 is duidelijk geworden dat de afspraken van dit akkoord niet voldoende zijn voor een succesvolle aanpak van de problematiek. Dit heeft onlangs geleid tot een aanvullend maatregelenpakket op het bestuursakkoord dat ter instemming is voorgelegd aan uw Staten (Voordracht 12/2015). Hierbij hebben wij aangegeven dat de kosten die met dit pakket aan de orde zijn op een later moment worden voorgelegd en dat het merendeel van de kosten die voortkomen uit dit aanvullend pakket voor rekening komt van de NAM en/of het Rijk. Op dit moment is nog niet te overzien hoe groot het merendeel zal zijn. Voor het jaar 2015 betekent dit dat wij voor de verdere uitwerking van het maatregelenpakket (ontwikkel)kosten moeten maken voor een bedrag van Wij stellen voor om dit bedrag voorwaardelijk te dekken uit de post voor onvoorziene uitgaven 2015 (budget 2015: ). Wij gaan er hierbij vanuit dat deze kosten voor het merendeel kunnen worden verrekend met de NAM en/of het Rijk. Bij de Integrale Bijstelling 2015 zullen wij de balans opmaken en bezien welk deel van de kosten niet kan worden verrekend en ten laste van de provincie zal blijven. Dat deel zal dan definitief met de post voor onvoorziene uitgaven 2015 moeten worden verrekend. Verder merken wij op dat het op dit moment niet duidelijk is wat de verdere uitwerking van het maatregelenpakket exact betekent voor de interne capaciteit (inzet menskracht) bij de provincie Groningen. Wij sluiten niet uit dat wij in de loop van 2015 met een aanvullende claim zullen komen. 225

228 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) L 2015: lasten Viering bevrijding op 5 mei 2016 Ieder jaar vindt op 5 mei de Landelijke Start van de Viering van de Bevrijding plaats, elk jaar in een andere provincie. De provincie Groningen heeft in 2004 de organisatie verzorgd voor deze start, destijds in aanwezigheid van de toenmalige minister-president Jan Peter Balkenende. De provincie Groningen staat nu voor 2016 weer op de rol. Dit is een landelijke verplichting en als zodanig afgesproken in de Kring van Commissarissen. De begroting van een dergelijk evenement bedraagt op basis van de viering in andere provincies circa Een deel hiervan wordt verstrekt door het Nationaal Comité 4 en 5 Mei, een deel door de gemeente en er is een deel gereserveerd uit het Budget Evenementen ( ). Wij verwachten aanvullend nog nodig te hebben. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei organiseert de landelijke activiteiten in de provincies, in samenwerking met de provincie. Het Comité heeft aangekondigd de opzet te willen veranderen, maar deze is nog steeds onduidelijk. In de loop van dit voorjaar wordt meer bekend, waarna wij met de organisatie kunnen starten. De viering zal, in tegenstelling tot voorgaande jaren, een minder besloten karakter krijgen zodat gebruik gemaakt kan worden van het gereserveerde bedrag uit het Budget Evenementen (want één van de criteria van dit budget is dat het een openbaar evenement moet zijn). Wij stellen derhalve voor in 2015 en per jaar ten laste van de algemene middelen beschikbaar te stellen voor de Landelijke Viering van de Bevrijdingsdag. Gelet op het meerjarig karakter van de voorbereiding van deze viering stellen wij voor om voor het boekjaar 2015 een automatische overboeking toe te staan (categorie 1: meerjarige overboekingen). Bestuurlijke samenwerking L 2015: lasten Regeling commissie Rechtsbescherming Wij hebben u bij voordracht 9/2015 geïnformeerd over de aangepaste werkwijze inzake de commissie Rechtsbescherming. Wij hebben de financiële consequenties ad structureel meegenomen als voorbeslag op de algemene middelen. 226

229 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) L 2015: lasten + 0 Begroting 2016 SNN Het SNN heeft een gewijzigde begroting voor 2015 aangeleverd en een conceptbegroting 2016 opgesteld. Deze zijn op 31 maart 2015 in het Dagelijks Bestuur van het SNN besproken en vervolgens aangepast. De aangepaste SNN-begroting voor 2015 en 2016 komen op 28 mei 2015 in uw Staten aan de orde. Het Algemeen Bestuur van het SNN zal de begroting vervolgens eind juni 2015 vaststellen. De provinciale bijdrage voor 2015 is ongewijzigd. Voor 2016 hebben wij in onze meerjarenbegroting een lagere bijdrage aan het SNN geraamd dan voortvloeit uit de aangepaste SNN-begroting. Het verschil tussen de SNN-begroting 2016 ( ) en onze voor 2016 geraamde bijdrage ( ) bedraagt Het verschil wordt grotendeels veroorzaakt doordat het SNN voor 2016 een hoger accrespercentage hanteert dan de provincie. Wij stellen voor in te stemmen met een hogere bijdrage van en deze toename ten laste te brengen van de algemene middelen. Deze hogere bijdrage heeft een structureel karakter. Communicatie BEDRIJFSVOERING Bedrijfsvoering 227

230 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN Algemene dekkingsmiddelen L 2015: lasten + 0 Rentekosten voorfinanciering bijdrage Economic Board Zie toelichting bij nummer L/B 2015: lasten en baten Rente kortlopende middelen < 1 jaar Betreft een herberekening van de rentelasten en -baten kortlopende middelen (< 1 jaar). Daarnaast is er sprake van een administratieve boeking met betrekking tot rentelasten/-baten in verband met het berekende financieringstekort/-overschot. Zie bijlage L/B 2015: lasten en baten Rente middelen > 1 jaar Betreft een herberekening van de rentelasten en -baten langlopende middelen (> 1 jaar). Daarnaast is er sprake van een administratieve boeking van de baten uit bespaarde rente door de inzet van reserves als financieringsmiddel. Zie bijlage B 2015: baten Provinciefonds De aanpassing van de raming van onze uitkering uit het Provinciefonds voor 2015 heeft betrekking op de aanpassing van de aantallen fysieke eenheden per verdeelmaatstaf. Voor 2016 en volgende jaren speelt de doorwerking van de opbrengst opcentenheffing motorrijtuigenbelasting in de uitkering Provinciefonds tevens een belangrijke rol. Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar bijlage B 2015: baten Opbrengst opcentenheffing motorrijtuigenbelasting De aanpassing van de raming van de verwachte opbrengst van de opcenten motorrijtuigenbelasting is gebaseerd op een doorrekening van de omvang en samenstelling van het voertuigenpark per Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar bijlage L/B 2015: lasten baten Deelneming NV BNG Betreft de aan onze deelneming in de NV. BNG toe te rekenen rentekosten en de aanpassing van de raming van de te verwachten dividenduitkering. Zie bijlage L 2015: lasten Werkelijk onvoorziene uitgaven - dossier gaswinning Zie toelichting bij nummer L 2015: lasten Wind op land - formatie Zie toelichting bij nummer L 2015: lasten Gevolgen overdracht vaarweg Lemmer-Delfzijl - apparaatskosten Zie toelichting bij nummer

231 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) L 2015: lasten Commissie Rechtsbescherming - inhuur De werklast van het secretariaat van de Commissie Rechtsbescherming is de laatste jaren behoorlijk toegenomen. Dit komt door een toename van het aantal zaken, door meer complexe en omvangrijke zaken. Tegelijkertijd wordt fors inhoud gegeven aan de meer informele afdoening van bezwaarschriften. De meer informele afhandeling van bezwaarschriften is een uitdrukkelijke wens van ons college en onderdeel van het programma 'Minder regels en Betere dienstverlening. Ook de administratieve werkzaamheden zijn als gevolg van het bovenstaande toegenomen. Om de toegenomen werklast en het probleem van de krappe bezetting binnen de commissie Rechtsbescherming het hoofd te kunnen bieden wordt een structureel bedrag gevraagd van voor externe inhuur van juridische deskundigheid en extra administratieve ondersteuning. Dit bedrag is gebaseerd op de werkelijke inhuurgegevens van afgelopen jaren. In de Voorjaarsnota 2013 zijn hiervoor incidenteel financiële middelen ad beschikbaar gesteld. Voor het secretariaat van de Commissie Rechtsbescherming is de verwachting dat de noodzaak van extra personele inzet structureel is. Wij stellen voor om vanaf 2015 structureel per jaar ten laste van de algemene middelen beschikbaar te stellen voor inhuur van juridische deskundigheid en administratieve ondersteuning ten behoeve van de afdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken. 229

232 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) L 2015: lasten Uitbreiding bedieningstijden bruggen Op 3 december 2014 hebben wij besloten met ingang van 1 januari 2015 de bedieningstijden bruggen Winschoterdiep en AG Wildervanckkanaal uit te breiden. De uitbreiding van de bedieningstijden leidt tot extra inzet van personeel. De kosten voor het extra bedienend personeel wordt opgevangen binnen het project "Bediening op afstand Provincie Groningen". Verwacht wordt dat dit gevolgen heeft voor de terugverdientijd van het project. Zie hierna. Daarnaast stellen wij voor de uitbreiding voor de inspectie scheepvaart structureel uit te breiden met 0,5 fte, schaal 7. Wij stellen voor de kosten ten laste van de algemene middelen te brengen. Het project Bediening op afstand provincie Groningen is medio 2012 van start gedaan en voorziet in het verder optimaliseren van de afstandsbediening in de provincie Groningen. Met het project is een totale investering gemoeid van waarvan maximaal een rijksbijdrage betreft. Naar verwachting zal het project eind 2016 worden opgeleverd. De benodigde formatie voor de bediening van bruggen en sluizen zal ten gevolge van de optimalisatie van de afstandsbediening afnemen van circa 80 fte in 2012 naar circa 55 fte eind Voor het gehele project geldt dat de investering is terugverdiend eind De berekende terugverdientijd is circa 6-7 jaar. Door de uitbreiding van de bedieningstijden op het Winschoterdiep per 1/1/2015 en de daarmee gepaard gaande extra inzet van 2,5 fte personeel zal de formatie eind 2016 naar verwachting 57,5 fte bedragen. De oorspronkelijke terugverdientijd voor het project zal met circa 1 jaar toenemen. 230

233 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) L 2015: Lasten Formatie uitvoering Groene wetten Met een begrotingswijziging in de Voorjaarsnota 2014 is een besluit genomen over personele zaken inzake de gedecentraliseerde natuurtaken. Dit besluit betrof een sobere uitbreiding van de formatie voor natuurtaken met het oog op lopende ontwikkelingen als Efficiencyonderzoek, DLG-overname en EU-POP3-opgaven. De formatie is uitgebreid met 1,9 fte structureel (Agrarisch Natuurbeheer, Natura 2000 en Groene wetgeving) en 2,8 fte tijdelijk (t/m 2015) voor realisatie EHS. De dekking betrof het uit rijksmiddelen beschikbaar gekomen budget voor natuur. Inmiddels zien we dat de taken op het gebied van Groene wetgeving (Natuurbeschermingswet, Flora- en Faunawet, Natura2000) dermate toenemen dat een capaciteitsuitbreiding noodzakelijk is. Het betreffen hier allen wettelijke taken. Aanleiding voor de benodigde uitbreiding is vooral de duidelijkheid rondom het stikstofbeleid in Nederland (Programmatische Aanpak Stikstof) wat resulteert in een grote hoeveelheid vergunningaanvragen van agrarische bedrijven bij bedrijfsaanpassingen. De vergunningaanvragen zullen niet tijdelijk zijn maar blijvend van aard omdat agrarische bedrijven zich in het licht van de schaalvergroting blijven aanpassen. Indien de vergunningen niet tijdig afgehandeld worden zullen er juridische procedures aangespannen worden met de daarbij behorende noodzakelijke inzet. Op het gebied van Natura 2000 is er een taakverzwaring rondom het opstellen van beheerplannen, monitoring en verantwoording van de toestand van N2000-gebieden (Lieftinghsbroek, Lauwersmeer en Zuidlaardermeer). De EU zal het Rijk (en daarmee de provincie) sanctioneren indien de beheerplannen niet tijdig tot stand komen en de doelen gemonitord en behaald worden. Daarnaast is door een toename in maatschappelijke en politieke belangstelling voor jacht, dierenwelzijn en ganzenproblematiek een verzwaarde inzet nodig in de taken op dit werkveld. Voorgesteld wordt om de formatie voor Groene wetgeving structureel met 1,8 fte (functieschaal 11) ad uit te breiden en dit financieel te dekken uit het uit de rijksmiddelen beschikbaar gekomen structurele budget voor natuur. De Commissie Janssen heeft in 2013 bij een verdelingsvoorstel van rijksmiddelen over de provincies ook middelen toegedicht aan de groene wetgevings-/natura 2000-taken. Deze middelen zijn vanaf 2014 aan het Provinciefonds toegevoegd, vooralsnog in de vorm van een decentralisatieuitkering. 231

234 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) L 2015: Lasten + 0 Nacalculatie accressen subsidies Op basis van actuele CPB-ramingen is een correctie nodig van -1,40% op de eerder toegekende accressen 2012 t/m Als belangrijkste oorzaak kan worden gegeven dat de inflatiecijfers met betrekking tot de materiële component voor de jaren 2012 en 2013 en de salariscomponent in 2013 te hoog zijn ingeschat. Voor de posten die vallen onder de cultuurnota zal er een correctie van -1,30% moeten plaatsvinden op de eerder toegekende accressen voor L 2015: Lasten + 0 Aanpassen accressen niet beïnvloedbare materiële apparaatskosten. Voor het onderdeel niet beïnvloedbare materiële apparaatskosten zien wij op dit moment aanleiding de in de Begroting 2015 voor het jaar 2016 geformuleerde uitgangspunten ad 3,00% aan te passen. Op basis van actuele CPB-ramingen stellen wij voor om voor 2016 een accres van 1,5% als uitgangspunt te hanteren L 2015: Lasten + 0 Accressen specifieke uitzonderingen Voor 2016 geldt het in de Voorjaarsnota 2013 afgesproken uitgangspunt van het accres van 0% voor de stijging van lonen en prijzen. Hierop gelden een aantal specifieke uitzonderingen zoals opgenomen in de Begroting 2015 (B-Akwa, fractievergoeding en vergoeding Statenleden). Op basis van actuele CPB-ramingen stellen wij voor om in deze gevallen voor 2016 een accres van 1,5% als uitgangspunt te hanteren. In de Begroting 2015 werd voor 2016 nog van een stijging van 3,00% uitgegaan L 2015: Lasten + 0 Accressen salarissen Ten aanzien van de hoogte van de accressen van de eigen loonkosten voor 2016 kunnen wij nog geen definitieve uitspraak doen, omdat er voor dat jaar nog geen CAO is afgesloten. Als uitgangspunt voor de lonen gaan wij voor 2016 voorlopig uit van het verwachte inflatiepercentage van 1,50% (t.o.v. het niveau 2015). 232

235 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) L 2015: Lasten Doorschuiven invoering IKB-regeling naar vakantiegeld In de nieuwe CAO zijn onder meer afspraken gemaakt over de invoering van een Individueel Keuzebudget (IKB) dat werknemers meer keuze biedt om hun arbeidsvoorwaardenpakket te laten aansluiten bij hun levensfase en/of persoonlijke omstandigheden. De provincie Groningen voert het IKB per in. Het opgebouwde vakantiegeld van de periode juni t/m december 2015 zal, zoals gebruikelijk, in 2016 worden uitbetaald. De fiscus stelt als voorwaarde bij de IKB regeling dat het opgebouwde vakantiegeld uitbetaald dient te worden in hetzelfde kalenderjaar als waarin het is opgebouwd. Dat leidt er toe dat het opgebouwde vakantiegeld over de periode juni t/m december 2016 ook in 2016 uitbetaald moet worden. Daardoor worden de personeelslasten in 2016 éénmalig verhoogd met circa 2 miljoen. In de Voorjaarsnota 2014 gingen wij er nog van uit dat de IKB regeling 1 jaar eerder (2015) zou worden ingevoerd. In de Voorjaarsnota 2014 was om die reden voor 2015 een stelpost van 2 miljoen opgenomen om deze eenmalige kosten op te kunnen vangen. Nu de invoering met 1 jaar opschuift stellen wij voor de in de begroting opgenomen stelpost - via de Algemene reserve - door te schuiven van 2015 naar

236 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) L 2015: Lasten + 0 Stelpost IKB-regeling - (ver)koop bovenwettelijk verlof Als gevolg van de invoering van IKB per 1 januari 2016 moet rekening gehouden worden met extra kosten als gevolg van het kapitaliseren van het bovenwettelijk verlof (36 uur bij voltijd dienstverband). De medewerker krijgt de mogelijkheid om dit uit te laten keren. De invoering van de IKB heeft, bij onder andere de waterschappen, al in 2015 plaatsgevonden. Daar blijkt dat een substantieel deel, ca. 70%, van de medewerkers geen gebruik te maken van de mogelijkheid om het bovenwettelijke verlof te laten uitbetalen. Aangezien er nog geen ervaringscijfers van de provincies beschikbaar zijn, is het reële risico nog niet goed in te schatten. Het risico wordt daarom nu vooralsnog voorzichtig ingeschat op 50% en wordt begroot op: Totale lasten voor 36 uur CAO groei 1% Subtotaal Werkgeverslasten 13,5% Maximaal risico Inschatting, circa 50% van de medewerkers maakt gebruik van bovenwettelijk verlof in geld 50% Wij stellen voor om in de Begroting 2016 hiervoor vanaf 2016 een stelpost van op te nemen. In 2017 kan de balans worden opgemaakt hoeveel er daadwerkelijk aan bovenwettelijk verlof is/wordt teruggekocht. De middelen kunnen dan aan de AKP s worden toegevoegd. Eventueel kan het dan nodig zijn om een herijking te doen indien blijkt dat er meer of minder dan 50% van het personeel gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid tot verkoop van bovenwettelijk verlof. Uit die herijking kan dan blijken dat wij zo nodig met hogere kosten rekening moeten houden L 2015: Lasten Verhoging AKP 2015 Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar bijlage L 2015: Lasten Verrekening AKP 2015 met kredieten en stelposten Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar bijlage L 2015: Lasten Onverdeelde kapitaallasten Betreft een wijziging in de onverdeelde kapitaallasten. Zie bijlage

237 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) L/B 2015: Lasten en baten Herwaardering Blauwestad Wij hebben u bij voordracht 5/2015 geïnformeerd over de herwaarderingscorrectie Blauwestad. Voor de dekking van deze herwaarderingscorrectie van 11,55 miljoen is het volgende voorstel opgenomen: a. de vrije begrotingsruimte miljoen; b. de vrije begrotingsruimte miljoen; c. aanwending effect lagere accressen periode miljoen; d. het rekeningresultaat ,55 miljoen. De financiële consequenties voor de jaren 2015 t/m 2018 zijn in de Voorjaarsnota 2015 meegenomen als voorbeslag op de algemene middelen B 2015: Baten Algemene reserve, Economic Board Zie toelichting bij nummer L 2015: Lasten Algemene reserve, doorschuiven stelpost IKB Zie toelichting bij nummer B 2015: Baten Vrij besteedbaar rekeningresultaat 2014 Het vrij besteedbare rekeningresultaat 2014 komt uit Wij stellen voor dit bedrag in de Voorjaarsnota 2015 toe te voegen aan de begrotingsruimte Met de toevoeging van het vrij besteedbare deel van het rekeningresultaat 2014 aan de begrotingsruimte 2015 kunnen er in de periode in beperkte mate voorstellen nieuw beleid worden bekostigd. 235

238 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) B 2015: Baten Vrijval reserve Provinciale bijdrage Bodemsanering Bij de vaststelling van het Meerjarenprogramma Bodem & Ondergrond (zaaknummer ) is aangekondigd dat er een mogelijke vrijval van ca kon plaatsvinden vanuit de reserve Bodemsanering ten gunste van de algemene middelen. Een nadere analyse van de reserve Bodemsanering en het komende MJP laat het volgende beeld zien. De opgebouwde reserve per bedraagt (afgerond). De verwachte kosten voor het programma 2015 t/m 2019 bedragen Daarnaast staan er nog lopende verplichtingen en reserveringen uit het Meerjarenprogramma De toegezegde rijksbijdrage voor 2015 is vastgesteld op Per saldo (zie onderstaande tabel) bedraagt de mogelijke vrijval Reserve per Rijksbijdrage Verplichtingen/reserveringen MJP Kosten MJP Mogelijke vrijval Sinds het vaststellen van het MJP zijn er geen onvoorziene uitgaven geweest binnen het bodemsaneringsprogramma. Echter bij de sanering van het Mercurius Business Park op de locatie Electronicaweg te Stadskanaal lijkt de sanering meer geld te gaan kosten. Hiervoor wordt een bedrag van extra geschat. De mogelijke vrijval komt daarmee op Deze middelen zijn via een decentralisatie-uitkering door het Rijk beschikbaar gesteld aan de provincie, met de voorwaarde dat de afspraken uit het Bodemconvenant hiermee gerealiseerd worden. Vooralsnog denken wij dat de doelstellingen uit het Bodemconvenant gehaald kunnen worden zonder de inzet van bovengenoemde Wij stellen voor om vrij te laten vallen vanuit de reserve Bodemsanering ten gunste van de algemene middelen B 2015: Baten Bijdrage RSP - programmakosten RSP 2015 Zie toelichting bij nummer B 2015: Baten Bijdrage reserve PLG2 - aankoop gronden Zie toelichting bij nummer

239 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) L/B 2015: Lasten en baten Verrekening AKP 2015 met reserves Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar bijlage L 2015: Lasten Bespaarde rente reserves Betreft toevoeging van bespaarde rente aan een aantal reserves (Grondwater, RSP, kunstwerken Winschoterdiep en EHS-Zuidlaardermeer-midden Groningen) L 2015: Lasten Bijdrage reserve ESFI - dividend Enexis Betreft een aanpassing van het dividend dat wordt gestort in de reserve ESFI. *) Verklaring aard van wijzigingen = Knelpunten aanvaard beleid Beleidsbrief = Knelpunten aanvaard beleid Voorjaarsnota = Voorbeslag Beleidsbrief = Voorbeslag Voorjaarsnota = Substitutievoorstellen - beleidsinhoudelijke wijziging Beleidsbrief = Substitutievoorstellen - beleidsinhoudelijke wijziging Voorjaarsnota = Voorziene ontwikkelingen - Accressen lonen en prijzen (zie bijlage 1.1) 6.2 = Voorziene ontwikkelingen - Apparaatskosten personeel (AKP) (zie bijlage 1.2) 6.3 = Voorziene ontwikkelingen - Kapitaallasten (zie bijlage 1.3) 6.4 = Voorziene ontwikkelingen - MRB (zie bijlage 1.4) 6.5 = Voorziene ontwikkelingen - Provinciefonds (zie bijlage 1.5) 6.6 = Voorziene ontwikkelingen - Bestemming rekeningresultaat = Herschikking begrotingsruimte

240 238

241 5e wijziging begroting 2015 (Voorjaarsnota 2015) (bedragen x 1.000) volgnummegroep programma/thema product- aard van omschrijving 5e wijziging 2015 raming 2015 na 5e wijziging wijziging 2016 wijziging 2017 wijziging 2018 wijziging 2019 wijze van dekking voorstel lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo Leven en Wonen in Groningen Wonen en Leefbaarheid subtotaal thema 0,0 0,0 0, , , , ,0 0, , ,0 0, , ,0 0, , ,0 0, , Leefbaarheid 0, , , , , , , , ,0 Totaal programma 0,0 0,0 0, , , , ,0 0, , ,0 0, , ,0 0, , ,0 0, ,0 Ondernemend Groningen Bedrijvigheid subtotaal thema 0,0 0,0 0, , , , ,9 0, , ,0 0, , ,8 0, , ,4 0, , Visie toerisme 0,0 384,1 384,1 384,1 384,1 384,1 384,1 384,1 384, Levenlang lerenfonds 0,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100, Aanpak Jeugdwerkloosheid 0,0 p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m Regionale economische plannen 0,0 p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m Clusterorganisaties 0,0 539,8 539,8 532,8 532,8 525,7 525,7 518,3 518, Internet/breedband infrastructuur 0,0 p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m Regelluwe zone grensgebied 0,0 p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m MKB-fonds 75 mln. (i.p.v. 50 mln.) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal programma 0,0 0,0 0, , , , ,9 0, , ,0 0, , ,8 0, , ,4 0, ,4 Bereikbaar Groningen Mobiliteit en Infrastructuur subtotaal thema 0,0 0,0 0, , , ,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0, Aanpak westelijke ringweg 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 t.l.v. RSP-gelden Verdubbeling N33 naar Eemshaven 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 t.l.v. RSP-gelden Fietspaden 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 t.l.v. RSP-gelden Dekkend basisnetwerk OV 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 t.l.v. RSP-gelden Gratis OV pot voor MBO-scholieren voor doelgroepen bijv. ouder 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 t.l.v. RSP-gelden Elektrificatie spoor 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 t.l.v. RSP-gelden Oplaadpunten bij OV-knooppunten 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 t.l.v. RSP-gelden Doortrekken spoor naar Emmen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 t.l.v. RSP-gelden Veiliger maken van spoorwegovergangen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 t.l.v. RSP-gelden OV voor grootgebruikers 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 t.l.v. RSP-gelden Totaal programma 0,0 0,0 0, , , ,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Karakteristiek Groningen Natuur subtotaal thema 0,0 0,0 0, ,1 0, ,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0, Slechtweervoorziening Wad/versterking Lauwersmeergebied 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 t.l.v. middelen Proloog PLG subtotaal thema 0,0 0,0 0, , , , ,1 0, , ,1 0, , ,1 0, , ,1 0, , Natura Waddenzee 0,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100, Landschapsconvenant (incl. dorpsbosjes) 0, , , , , , , , , Herstel (oorspronkelijke) EHS 0,0 500,0 500,0 500,0 500,0 500,0 500,0 500,0 500, Ombouw/uitbreiding biol. landbouw 0,0 300,0 300,0 300,0 300,0 300,0 300,0 300,0 300, Groninger verdienmodel akkerbouw 0,0 p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. Totaal programma 0,0 0,0 0, , , , ,1 0, , ,1 0, , ,1 0, , ,1 0, ,1 Schoon/Veilig Groningen Water subtotaal thema 0,0 0,0 0, ,6 517, ,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Milieu subtotaal thema 0,0 0,0 0, , , ,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0, Verbeteren toezicht en handhaving 0,0 p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m Verbeteren milieuklachtensysteem 0,0 p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. Risicobeleid/veiligheid subtotaal thema 0,0 0,0 0,0 837,2 34,4 802,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal programma 0,0 0,0 0, , , ,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 239

242 5e wijziging begroting 2015 (Voorjaarsnota 2015) (bedragen x 1.000) volgnummegroep programma/thema product- aard van omschrijving 5e wijziging 2015 raming 2015 na 5e wijziging wijziging 2016 wijziging 2017 wijziging 2018 wijziging 2019 wijze van dekking voorstel lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo Energiek Groningen Energie en klimaat subtotaal thema 0,0 0,0 0, , , ,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0, Maatschappelijk investeringsfonds (coöperaties zorg en energie) 15 miljoen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal programma 0,0 0,0 0, , , ,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Gebiedsgericht POP/Gebiedsgericht subtotaal thema 0,0 0,0 0, ,4 758, ,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal programma 0,0 0,0 0, ,4 758, ,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur Sociaal beleid subtotaal thema 0,0 0,0 0, ,2 110, ,0 554,6 0,0 554,6 554,6 0,0 554,6 554,6 0,0 554,6 554,6 0,0 554, Huis voor de sport 0,0 400,0 400,0 400,0 400,0 400,0 400,0 400,0 400, Provinciaal Accommodatiefonds 10 mln. 0,0 0,0 0,0 0,0 0, Ondersteunen vrijwilligerswerk (incl. sport) 0,0 154,6 154,6 154,6 154,6 154,6 154,6 154,6 154, Behoud ziekenhuiszorg in de regio 0,0 p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m Alarmnummer 112 verbeteren 0,0 p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. p.m. Jeugd subtotaal thema 0,0 0,0 0, ,4 0, ,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Cultuur en media subtotaal thema 0,0 0,0 0, ,7 107, , ,0 0, , ,0 0, , ,0 0, , ,0 0, , Cultuur, inclusief Fonds voor de media 0, , , , , , , , , Erfgoedmonitor 0,0 150,0 150,0 150,0 150,0 150,0 150,0 150,0 150,0 Totaal programma 0,0 0,0 0, ,3 217, , ,6 0, , ,6 0, , ,6 0, , ,6 0, ,6 Bestuur Provinciale Staten subtotaal thema 0,0 0,0 0, ,3 0, ,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Overige bestuursorganen subtotaal thema 0,0 0,0 0, ,6 154, ,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Bestuurlijke samenwerking subtotaal thema 0,0 0,0 0, ,7 115, ,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Communicatie subtotaal thema 0,0 0,0 0, ,0 1, ,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal programma 0,0 0,0 0, ,6 271, ,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering subtotaal thema 0,0 0,0 0, , ,9-428,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal programma 0,0 0,0 0, , ,9-428,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 240

243 5e wijziging begroting 2015 (Voorjaarsnota 2015) (bedragen x 1.000) volgnummegroep programma/thema product- aard van omschrijving 5e wijziging 2015 raming 2015 na 5e wijziging wijziging 2016 wijziging 2017 wijziging 2018 wijziging 2019 wijze van dekking voorstel lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo Overzicht Algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen subtotaal thema , , , , , , , , , , , , , , , , , , Bevriezen accressen subsidies, kredieten en materiële apparaatskosten 0,0 0,0-650,0-650, , , , , Stelpost middelen incidenteel nieuw beleid (vanuit ) 0, , , , , , , , , Bezuiniging op autonome taken (10%) met geleidelijke fasering 0, , , , , , , , , Gelabelde bedragen overige bestemmingsreserves - nog nader in te vullen 3.849, ,3 0,0 0,0 0,0 0, Taakstelling nog niet gedekt tekort 0, , , , , , , , , Archeologie - fulltime archeoloog 0,0 40,0 40,0 40,0 40,0 40,0 40,0 40,0 40, Traineeprogramma 0,0 700,0 700,0 700,0 700,0 0,0 0, Taakstelling traineeprogramma 0,0-700,0-700,0-700,0-700,0 0,0 0, Ophogen weerstandsvermogen i.v.m. risico's revolverende fondsen 0, , , , , , , , , Algemene reserve - opslag weerstandscapaciteit 6.330, ,0 0,0 0,0 0,0 0, Vrije ruimte reserve Stimulering Zorg 64,6-64,6 0,0 0,0 0,0 0, Vrije ruimte reserve PLG 75,7-75,7 0,0 0,0 0,0 0, Gelabelde bedragen reserve ESFI - havengerelateerde activiteiten Eemshaven-Delfzijl 2.048, ,7 0,0 0,0 0,0 0, Gelabelde bedragen reserve ESFI - spoorlijn Groningen-Leer 754,4-754,4 0,0 0,0 0,0 0, Gelabelde bedragen reserve ESFI - knelpunten A7 Pekela's en aansluitingen N ,1-202,1 0,0 0,0 0,0 0, Gelabelde bedragen reserve ESFI - inhuur advies/modelonderzoek Oostelijke Ringweg 18,6-18,6 0,0 0,0 0,0 0, Gelabelde bedragen reserve Cofinanciering Kompas - Glastuinbouw Eemsmond 1.622, ,1 0,0 0,0 0,0 0, Herschikking begrotingsruimte , , , , , , , , , ,3 Totaal programma , , , , , , , , , , , , , , , , , ,8 TOTAAL-GENERAAL , , , , , , , , , , , , , , , , , ,8 Legenda: 4.1 = Nieuw beleid Collegeakkoord = Dekkingsmaatregelen Collegeakkoord = Herschikking begrotingsruimte Meerjarenramingen inclusief wijzigingen , , , , , , , , , , , ,0 Bovenstaande wijzigingen worden per volgnummer (zie kolom volgnummer) nader toegelicht in de navolgende toelichting op de 5 e wijziging van de begroting 2015 en de met betrekking tot deze onderdelen in de Voorjaarsnota 2015 opgenomen bijlagen (2.1 tot en met 2.2). 241

244 242

245 In de navolgende tabel hebben wij de mutaties in deze begrotingswijziging voor het jaar 2015 voor u samengevat. Samenvatting 5e wijziging begroting 2015 Omschrijving (bedragen x 1.000) wijziging raming 2015 lasten baten saldo Begroting 2015 na 4e wijziging , , ,5 Mutaties 5e wijziging 2015: 4.1 Nieuw beleid Collegeakkoord : - Leefbaarheid 0,0 0,0 0,0 - Visie toerisme 0,0 0,0 0,0 - Levenlang lerenfonds 0,0 0,0 0,0 - Aanpak Jeugdwerkloosheid 0,0 0,0 0,0 - Regionale economische plannen 0,0 0,0 0,0 - Clusterorganisaties 0,0 0,0 0,0 - Internet/breedband infrastructuur 0,0 0,0 0,0 - Regelluwe zone grensgebied 0,0 0,0 0,0 - MKB-fonds 75 mln. (i.p.v. 50 mln.) 0,0 0,0 0,0 - Aanpak westelijke ringweg 0,0 0,0 0,0 - Verdubbeling N33 naar Eemshaven 0,0 0,0 0,0 - Fietspaden 0,0 0,0 0,0 - Dekkend basisnetwerk OV 0,0 0,0 0,0 - Gratis OV pot voor MBO-scholieren voor doelgroepen bijv. ouderen 0,0 0,0 0,0 - Elektrificatie spoor 0,0 0,0 0,0 - Oplaadpunten bij OV-knooppunten 0,0 0,0 0,0 - Doortrekken spoor naar Emmen 0,0 0,0 0,0 - Veiliger maken van spoorwegovergangen 0,0 0,0 0,0 - OV voor grootgebruikers 0,0 0,0 0,0 - Slechtweervoorziening Wad/versterking Lauwersmeergebied 0,0 0,0 0,0 - Natura Waddenzee 0,0 0,0 0,0 - Landschapsconvenant (incl. dorpsbosjes) 0,0 0,0 0,0 - Herstel (oorspronkelijke) EHS 0,0 0,0 0,0 - Ombouw/uitbreiding biologische landbouw 0,0 0,0 0,0 - Groninger verdienmodel akkerbouw 0,0 0,0 0,0 - Verbeteren toezicht en handhaving 0,0 0,0 0,0 - Verbeteren milieuklachtensysteem 0,0 0,0 0,0 - Maatschappelijk investeringsfonds (coöperaties zorg en energie) 15 miljoen 0,0 0,0 0,0 - Huis voor de sport 0,0 0,0 0,0 - Provinciaal Accommodatiefonds 10 mln. 0,0 0,0 0,0 - Ondersteunen vrijwilligerswerk (incl. sport) 0,0 0,0 0,0 - Behoud ziekenhuiszorg in de regio 0,0 0,0 0,0 - Alarmnummer 112 verbeteren 0,0 0,0 0,0 - Cultuur, inclusief Fonds voor de media 0,0 0,0 0,0 - Erfgoedmonitor 0,0 0,0 0,0 - Archeologie - fulltime archeoloog 0,0 0,0 0,0 - Traineeprogramma 0,0 0,0 0,0 - Ophogen weerstandsvermogen i.v.m. risico's revolverende fondsen 0,0 0,0 0, Bezuinigingen Collegeakkoord : Bevriezen accressen subsidies, kredieten en materiële apparaatskosten 0,0 0,0 0,0 Stelpost middelen incidenteel nieuw beleid (vanuit ) 0,0 0,0 0,0 Bezuiniging op autonome taken (10%) met geleidelijke fasering 0,0 0,0 0,0 Gelabelde bedragen overige bestemmingsreserves - nog nader in te vullen 0, , ,3 Taakstelling nog niet gedekt tekort 0,0 0,0 0,0 Taakstelling traineeprogramma 0,0 0,0 0,0 Algemene reserve - opslag weerstandscapciteit 0, , ,0 Vrije ruimte reserve Stimulering Zorg 0,0 64,6-64,6 Vrije ruimte reserve PLG 0,0 75,7-75,7 Gelabelde bedragen reserve ESFI - havengerelateerde activiteiten Eemshaven-Delfzijl 0, , ,7 Gelabelde bedragen reserve ESFI - spoorlijn Groningen-Leer 0,0 754,4-754,4 Gelabelde bedragen reserve ESFI - knelpunten A7 Pekela's en aansluitingen N366 0,0 202,1-202,1 Gelabelde bedragen reserve ESFI - inhuur advies/modelonderzoek Oostelijke Ringweg 0,0 18,6-18,6 Gelabelde bedragen reserve Cofinanciering Kompas - Glastuinbouw Eemsmond 0, , ,1 7. Herschikking begrotingsruimte ,5 0, ,5 Totaal mutaties 5e wijziging begroting , , ,1 Begroting 2015 na 5e wijziging , , ,4 opmerkingen 243

246 244

247 Toelichting op 5 e wijziging begroting 2015 (Voorjaarsnota 2015) nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) Alle programma s en thema s 4.1 Nieuw beleid In de Voorjaarsnota 2015 wordt een deel van de begrotingsruimte met een aantal voorstellen (incidenteel) nieuw beleid ingevuld. Omdat de begrotingsruimte op basis van aanvaard beleid niet toereikend is zijn er aanvullende dekkingsmaatregelen noodzakelijk. Zie hieronder. De voorstellen nieuw beleid worden hierna per programma/thema afzonderlijk toegelicht. In bijlage 2.1 geven wij een totaaloverzicht van deze voorstellen. 5.1 Dekkingsmaatregelen 7 Herschikking begrotingsruimte In een aantal gevallen wordt er voor gekozen de voorstellen nieuw beleid te bekostigen door binnen het aanvaard beleid ombuigingen door te voeren. Deze ombuigingen (dekkingsmaatregelen) worden hierna per programma/thema afzonderlijk toegelicht. In bijlage 2.2 geven wij een totaaloverzicht van deze voorstellen. Omdat een deel van de dekkingsmaatregelen al in 2015 wordt doorgevoerd en de bestedingsvoorstellen vanaf 2016 worden gedaan is er een herschikking van begrotingsruimte tussen de jaren 2015 t/m 2019 noodzakelijk. LEVEN EN WONEN IN GRONINGEN Wonen en leefbaarheid L 2015: lasten + 0 Leefbaarheid Wij investeren de komende jaren fors in leefbaarheid. De middelen zijn gericht op het in samenwerking met de gemeenten stimuleren van goede initiatieven om het voorzieningenniveau op peil te houden. In aanvulling op de reeds beschikbare middelen van 2,43 miljoen per jaar (2019 2,73 miljoen) zal de provincie in de periode jaarlijks 5,57 miljoen (in ,27 miljoen) beschikbaar stellen. Deze aanvullende middelen zijn beschikbaar voor alle gemeenten. In de Begroting 2016 zullen wij u een nader uitgewerkt voorstel presenteren. ONDERNEMEND GRONINGEN Bedrijvigheid L 2015: lasten + 0 Visie toerisme Wij gaan bezig met het formuleren van een visie toerisme, waarbij er meer aandacht zal komen voor de koppeling van de elementen landschap, natuur en erfgoed. In aanvulling op de beschikbare middelen in het krediet Recreatie & Toerisme ( per jaar) stellen wij in de periode 2016 tot en met per jaar extra beschikbaar. In de Begroting 2016 zullen wij u een nader uitgewerkt voorstel presenteren. 245

248 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) L 2015: lasten + 0 Leven-lang-lerenfonds Onderwijs en werk moeten beter op elkaar aansluiten. Via 'leven-lang-leren' kan de beroepsbevolking beter worden voorbereid op de toekomstige arbeidsmarkt. In de jaren 2016 tot en met 2019 stellen wij hiervoor jaarlijks beschikbaar. In de Begroting 2016 zullen wij u een nader uitgewerkt voorstel presenteren L 2015: lasten + 0 Aanpak Jeugdwerkloosheid In de periode willen wij inzetten op een actievere aanpak van jeugdwerkloosheid. Dit voorstel moet nog verder vorm en inhoud krijgen. Tot die tijd gaan wij voorlopig uit van een p.m.-raming. In de Begroting 2016 zullen wij een procedurevoorstel aan u voorleggen over hoe en wanneer wij dit voorstel en de nu gehanteerde p.m.-raming verder zullen uitwerken L 2015: lasten + 0 Regionale economische plannen Samen met gemeenten, vakbonden, inwoners en scholen gaan wij regionale economische plannen maken met als doel het creëren van meer werkgelegenheid. Dit voorstel moet nog verder vorm en inhoud krijgen. Tot die tijd gaan wij voorlopig uit van een p.m.-raming. In de Begroting 2016 zullen wij een procedurevoorstel aan u voorleggen over hoe en wanneer wij dit voorstel en de nu gehanteerde p.m.-raming verder zullen uitwerken. 246

249 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) L 2015: lasten + 0 Clusterorganisaties De Noordelijke Innovatie Agenda (NIA) is de gemeenschappelijke agenda voor innovatiestimulering van de drie provincies. Versterking van de innovatiekracht is gericht op de volgende maatschappelijke uitdagingen: Gezondheid, demografie en welzijn Voedselzekerheid, duurzame landbouw en bioeconomie Zekere, schone en efficiënte energie Schone, veilige watervoorziening Uitvoering van de NIA vindt plaats door overheden, kennisinstellingen en het bedrijfsleven en een aantal intermediaire organisaties in Noord Nederland, waaronder de NOM en de clusterorganisaties, Energy Valley, HANNN, Wateralliance, HTSM-cluster en Greenlincs. Een belangrijke opgave voor de overheden is de toekomstgerichte herziening van de innovatie-ondersteuningsstructuur die ondersteunend moet werken aan de overige lijnen van de NIA. De drie provincies hebben dit opgepakt en de colleges van de drie noordelijke provincies hebben hiertoe een uitgangspuntennotitie vastgesteld ten aanzien van rol en positie van de NOM en de clusterorganisaties. Besluitvorming door ons college heeft plaatsgevonden op 11 november 2014 (zie zaaknummer ). Het gaat dan om de taken acquisitie, branding, kennisontwikkeling, netwerken en business development gericht op de in de NIA geformuleerde ambities, die door ons zijn omarmd. Naast de inhoud is de financiering hiervan een belangrijk issue. Tot op heden is de financiering van de NOM als enige structureel in de provinciale begrotingen opgenomen (in ). De drie colleges hebben ingestemd met de financiering van de genoemde taken en organisaties voor een totaalbedrag van per provincie en dit tot en met 2020 structureel in de begroting op te nemen. Hiervan is voor de NOM vanaf 2016 nu jaarlijks structureel in de begroting opgenomen. Voor de periode is zodoende aanvullend een bedrag van per jaar benodigd. In onze brief aan uw Staten over samenwerking tussen clusterorganisaties en de NOM, nummer /51/A.17, ECP, hebben wij aangegeven dat wij in het kader van de Voorjaarsnota 2015 een voorstel zullen indienen voor het reserveren van middelen voor de structurele bijdrage aan de clusterorganisaties/nom vanaf

250 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) L 2015: lasten + 0 Internet/breedband infrastructuur Door te investeren in een snelle internet/ breedbandverbinding willen wij een bijdrage leveren aan de innovatie en versterking van bestaande economische sectoren. Dit voorstel moet nog verder vorm en inhoud krijgen. Tot die tijd gaan wij voorlopig uit van een p.m.-raming. In de Begroting 2016 zullen wij een procedurevoorstel aan u voorleggen over hoe en wanneer wij dit voorstel en de nu gehanteerde p.m.-raming verder zullen uitwerken L 2015: lasten + 0 Regelluwe zone grensgebied Wij willen de samenwerking met onze buren over de Duitse grens versterken om werken over en weer te vergemakkelijken en te bevorderen. Wij denken hierbij onder andere aan een proef met een regelluwe zone in het grensgebied en een grenseffecttoets. Dit voorstel moet nog verder vorm en inhoud krijgen. Tot die tijd gaan wij voorlopig uit van een p.m.-raming. In de Begroting 2016 zullen wij een procedurevoorstel aan u voorleggen over hoe en wanneer wij dit voorstel en de nu gehanteerde p.m.-raming verder zullen uitwerken L 2015: lasten + 0 Revolverend MKB-fonds 75 miljoen Wij willen in Groningen vooroplopen in het realiseren van een circulaire, duurzame en innovatieve economie. Onze inzet is gericht op het versterken van het MKB, het versterken van de innovatiekracht, meer groene banen en meer werkgelegenheid voor inwoners. We creëren een breed revolverend MKB-fonds. In de Begroting 2016 zullen wij u een nader uitgewerkt voorstel presenteren. 248

251 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) BEREIKBAAR GRONINGEN Mobiliteit en infrastructuur L 2015: lasten + 0 Aanpak westelijke ringweg Aansluitend op de realisatie van de Zuidelijke ringweg gaan we aan de slag met de aanpak van de Westelijke ringweg. Bij infrastructurele werken betrekken we duurzame ontwikkelingen, zoals het plaatsen van zonnepanelen. Wij streven ernaar dit voorstel bij voorkeur te bekostigen binnen de beschikbare RSP-middelen. In de Begroting 2016 zullen wij een procedurevoorstel aan u voorleggen over hoe en wanneer wij dit voorstel en de voorgestelde dekking binnen de RSP-middelen verder zullen uitwerken L 2015: lasten + 0 Verdubbeling N33 naar Eemshaven In deze collegeperiode willen wij de mogelijkheden van verdubbeling van de N33 naar de Eemshaven nader onderzoeken en uitwerken. Wij streven ernaar dit voorstel bij voorkeur te bekostigen binnen de beschikbare RSP-middelen. In de Begroting 2016 zullen wij een procedurevoorstel aan u voorleggen over hoe en wanneer wij dit voorstel en de voorgestelde dekking binnen de RSP-middelen verder zullen uitwerken L 2015: lasten + 0 Fietspaden De aanleg van snelle en comfortabele fietsroutes in de provincie is belangrijk om meer mensen op de fiets naar het werk en naar school te laten gaan. De geplande fietsroutes naar Winsum, Bedum en Leek worden gerealiseerd en daarnaast wordt gewerkt aan snelle fietsroutes vanuit Groningen naar Haren-Zuidlaren en tussen Groningen en Assen. Wij streven ernaar deze maatregelen bij voorkeur te bekostigen binnen de beschikbare RSP-middelen. In de Begroting 2016 zullen wij een procedurevoorstel aan u voorleggen over hoe en wanneer wij dit voorstel en de voorgestelde dekking binnen de RSP-middelen verder zullen uitwerken. 249

252 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) L 2015: lasten + 0 Dekkend basisnetwerk OV Inwoners moeten kunnen rekenen op een betrouwbaar, toegankelijk en betaalbaar basisnetwerk van het openbaar vervoer. Daartoe onderzoeken we de toepassing van diverse modaliteiten zoals spoor, bus, light rail verbindingen etc. Uitgangspunt hierbij is de bereikbaarheid van basisvoorzieningen zoals scholen, zorginstellingen, winkels en bedrijven in dorpen, landelijk gebied en stad. Om dit mogelijk te maken, kiezen we voor een dekkend basisnetwerk van het openbaar vervoer. Een netwerk dat een basisbereikbaarheid waarborgt voor de komende tien jaar. Wij gaan onderzoeken aan welke criteria dit basisnetwerk moet voldoen en gaan in gesprek met inwoners en gemeenten om behoeftes te peilen. Einddoel is een netwerk waarbij aansluiting op OV-knooppunten vanzelfsprekend is. Wij streven ernaar dit voorstel bij voorkeur te bekostigen binnen de beschikbare RSP-middelen. In de Begroting 2016 zullen wij een procedurevoorstel aan u voorleggen over hoe en wanneer wij dit voorstel en de voorgestelde dekking binnen de RSP-middelen verder zullen uitwerken L 2015: lasten + 0 Stimuleren gebruik OV door in te zetten op doelgroepen Wij willen het gebruik van OV stimuleren door in te zetten op specifieke doelgroepen zoals ouderen, gezinnen en scholieren, daar waar het Rijk het niet doet. Bijvoorbeeld door gratis openbaar vervoer te blijven bieden aan mboscholieren. Daarnaast willen we mobiliteit stimuleren en mogelijkheden onderzoeken voor gratis openbaar vervoer voor bijvoorbeeld ouderen en kortingen voor gezinnen. Wij streven ernaar dit voorstel bij voorkeur te bekostigen binnen de beschikbare RSP-middelen. In de Begroting 2016 zullen wij een procedurevoorstel aan u voorleggen over hoe en wanneer wij dit voorstel en de voorgestelde dekking binnen de RSP-middelen verder zullen uitwerken L 2015: lasten + 0 Elektrificatie spoor Duurzaam en innovatief vervoer staat hoog op onze agenda. We willen daar waar mogelijk schone vervoersmiddelen zoals bus, trein en fiets stimuleren. We streven naar elektrificatie in het breedste zin van het woord, voor trein, bus, auto en fiets. In overleg met het Rijk streven wij naar elektrificatie van het spoor. Wij streven ernaar dit voorstel bij voorkeur te bekostigen binnen de beschikbare RSP-middelen. In de Begroting 2016 zullen wij een procedurevoorstel aan u voorleggen over hoe en wanneer wij dit voorstel en de voorgestelde dekking binnen de RSP-middelen verder zullen uitwerken. 250

253 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) L 2015: lasten + 0 Oplaadpunten bij OV-knooppunten Wij willen zorgdragen voor voldoende oplaadpunten in onze provincie, met name op OV-knooppunten en P+R locaties. Wij streven ernaar dit voorstel bij voorkeur te bekostigen binnen de beschikbare RSP-middelen. In de Begroting 2016 zullen wij een procedurevoorstel aan u voorleggen over hoe en wanneer wij dit voorstel en de voorgestelde dekking binnen de RSP-middelen verder zullen uitwerken L 2015: lasten + 0 Doortrekken spoor naar Emmen Wij zullen de mogelijkheden van het doortrekken van het spoor naar Emmen onderzoeken. Wij streven ernaar dit voorstel bij voorkeur te bekostigen binnen de beschikbare RSP-middelen. In de Begroting 2016 zullen wij een procedurevoorstel aan u voorleggen over hoe en wanneer wij dit voorstel en de voorgestelde dekking binnen de RSP-middelen verder zullen uitwerken L 2015: lasten + 0 Veiliger maken van spoorwegovergangen Wij blijven investeren in het veiliger maken van spoorwegovergangen. Wij streven ernaar deze maatregelen bij voorkeur te bekostigen binnen de beschikbare RSP-middelen. In de Begroting 2016 zullen wij een procedurevoorstel aan u voorleggen over hoe en wanneer wij dit voorstel en de voorgestelde dekking binnen de RSP-middelen verder zullen uitwerken L 2015: lasten + 0 OV voor grootverbruikers De grootverbruikersregeling openbaar vervoer voor 12 tot en met 18 jarigen wordt verbeterd voor vo-en mbo-instellingen in de provincie. Hiermee worden de reiskosten voor leerlingen van deze onderwijsinstellingen gereduceerd. Wij streven ernaar deze maatregel bij voorkeur te bekostigen binnen de beschikbare RSP-middelen. In de Begroting 2016 zullen wij een procedurevoorstel aan u voorleggen over hoe en wanneer wij dit voorstel en de voorgestelde dekking binnen de RSP-middelen verder zullen uitwerken. 251

254 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) KARAKTERISTIEK GRONINGEN Natuur L 2015: lasten + 0 Slecht weervoorziening Wad/versterking Lauwersmeergebied Wij vinden dat er meer economisch perspectief in de Waddenkust en het Lauwersmeer zit. Bewoners en bezoekers moeten de kans krijgen om van het Wad te genieten, maar er ook een boterham aan kunnen verdienen. We bekijken de mogelijkheid van een slechtweervoorziening, waarin het verhaal van het Wad kan worden verteld. Wij streven ernaar een provinciale bijdrage in de kosten van deze voorzieningen/maatregelen te bekostigen uit de beschikbare PROLoog-middelen. In de Begroting 2016 zullen wij een procedurevoorstel aan u voorleggen over hoe en wanneer wij dit voorstel en de voorgestelde dekking binnen de PROLoog-middelen verder zullen uitwerken. PLG L 2015: lasten + 0 Natura Waddenzee Voor maatregelen in het kader van Natura 2000 in het Waddengebied willen wij in de periode jaarlijks extra beschikbaar stellen. In de Begroting 2016 zullen wij u een nader uitgewerkt voorstel presenteren L 2015: lasten + 0 Landschapsconvenant (incl. dorpsbosjes) We kijken in deze collegeperiode nog eens goed naar de randen van het Natuurnetwerk Nederland (voorheen EHS). En dan met name naar de verbindingszones, om ervoor te zorgen dat het Natuurnetwerk Nederland in Groningen ook echt een robuust netwerk is. Wij trekken financiële middelen uit om de afgesproken EHS in 2027 te realiseren. Voor de invulling van deze afspraken, inclusief het behoud van dorpsbosjes, stellen wij voor om in de periode 2016 tot en met 2027 jaarlijks circa 2,07 miljoen beschikbaar te stellen. In de Begroting 2016 zullen wij u een nader uitgewerkt voorstel presenteren L 2015: lasten + 0 Herstel (oorspronkelijke) EHS Wij willen geld beschikbaar stellen voor landschap, in aansluiting op het landschapsconvenant, dat onlangs is afgesloten. Wij stellen voor om hiervoor in de periode jaarlijks beschikbaar te stellen. In de Begroting 2016 zullen wij u een nader uitgewerkt voorstel presenteren. 252

255 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) L 2015: lasten + 0 Ombouw/uitbreiding biologische landbouw Wij willen in de komende jaren de biologische landbouw stevig stimuleren door de overgang van reguliere bedrijven naar biologische landbouw te stimuleren en ruimte te bieden voor bedrijven die blijvend biologisch willen worden. Wij zien mogelijkheden om de biologische landbouw te bevorderen door middel van kennisoverdracht en het gebruiken van nieuwe technieken. Tevens onderzoeken we mogelijkheden om de omschakeling naar en uitbreiding van biologische landbouw financieel te ondersteunen in de vorm van een kredietfaciliteit. Ook zien wij kansen voor het vergroten van afzet en het bij elkaar brengen van regionale producenten en afnemers in onze provincie. Zorgboerderijen en boerencampings tonen aan dat landbouw goed samen kan gaan met sectoren als recreatie en zorg. Multifunctionele landbouw zal daarom ook door ons worden gestimuleerd. In aanvulling op de beschikbare middelen stellen wij voor in de periode jaarlijks extra beschikbaar te stellen. In de Begroting 2016 zullen wij u een nader uitgewerkt voorstel presenteren L 2015: lasten + 0 Groninger verdienmodel akkerbouw Wij gaan de dialoog aan met gemeenten om te bezien in hoeverre het Groninger Verdienmodel ook een bijdrage kan leveren aan bouwblokken onder de grens van 2 ha. De evaluatie kan een middel zijn om de succesvolle elementen van het model bij gemeenten zichtbaar te maken. Op deze wijze hopen wij een verdere verduurzaming in de hele sector te bewerkstelligen. Wij willen dat er een Groninger Verdienmodel wordt ontwikkeld voor de akkerbouw. Wij zullen de landbouwsector en de natuur-en milieuorganisaties uitnodigen een dergelijk model mede vorm te geven en met voorstellen daartoe te komen. Bij schaalvergroting van agrarische bedrijven wordt in de nieuwe omgevingsvisie een richtinggevende kaart ontwikkeld. Ten aanzien van deze kaart streven we naar optimale landschappelijke inpassing. Dat betekent dan ook maatwerk en dus een indicatieve kaart. Een kaart waar geen rechten aan ontleend kunnen worden en die ruimte geeft om dat maatwerk te bieden, mede met het oog op kwetsbare kernen en karakteristieken. Dit voorstel moet nog verder vorm en inhoud krijgen. Tot die tijd gaan wij voorlopig uit van een p.m.-raming. In de Begroting 2016 zullen wij een procedurevoorstel aan u voorleggen over hoe en wanneer wij dit voorstel en de nu gehanteerde p.m.-raming verder zullen uitwerken. 253

256 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, toelichting op wijziging(en) thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten SCHOON/VEILIG GRONINGEN Water Milieu L 2015: lasten + 0 Verbeteren toezicht en handhaving In de komende periode willen wij inzetten op extra aandacht voor duurzaamheid en een schoon milieu. Uitgangspunten hierbij zijn een circulaire economie en een gebiedsgericht milieubeleid. We gaan de controle op handhaving van milieu- en veiligheidsvoorschriften aanscherpen. Dit doen we door het inventariseren van knelpunten en samen met partners oplossingen te zoeken. Wij streven naar een bedrijfsverplaatsingsfonds voor bedrijven, die ernstige milieuoverlast voor direct omwonenden veroorzaken. Dit voorstel moet nog verder vorm en inhoud krijgen. Tot die tijd gaan wij voorlopig uit van een p.m.-raming. In de Begroting 2016 zullen wij een procedurevoorstel aan u voorleggen over hoe en wanneer wij dit voorstel en de nu gehanteerde p.m.-raming verder zullen uitwerken L 2015: lasten + 0 Verbeteren milieuklachtensysteem Door het verbeteren van het huidige milieuklachtensysteem willen wij inwoners meer betrekken bij de zorg voor het milieu. Iedere klacht moet zorgvuldig worden behandeld en doorgegeven. Dit voorstel moet nog verder vorm en inhoud krijgen. Tot die tijd gaan wij voorlopig uit van een p.m.-raming. In de Begroting 2016 zullen wij een procedurevoorstel aan u voorleggen over hoe en wanneer wij dit voorstel en de nu gehanteerde p.m.-raming verder zullen uitwerken. Risicobeleid/veiligheid ENERGIEK GRONINGEN Energie en klimaat L 2015: lasten + 0 Maatschappelijk investeringsfonds (coöperaties zorg en energie) 15 miljoen Wij willen initiatieven om energie in eigen beheer decentraal op te wekken, de inbreng van kleinschalige coöperaties, burgerinitiatieven en kleine innovatieve bedrijven stimuleren. Dit doen we via een (revolverend) investeringsfonds, het weghalen van belemmeringen en het bij elkaar brengen van partijen. In de Begroting 2016 zullen wij u een nader uitgewerkt voorstel presenteren. GEBIEDSGERICHT POP/Gebiedsgericht 254

257 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) WELZIJN, SOCIAAL BELEID, JEUGD, CULTUUR Sociaal beleid L 2015: lasten + 0 Huis voor de Sport Sport biedt jongeren en kwetsbare groepen kansen om mee te doen in de maatschappij. Maar is ook belangrijk in de strijd tegen armoede en het verbeteren van de gezondheid en leefbaarheid. Met name breedtesport heeft onze aandacht. Het Huis voor de Sport krijgt hiervoor meer geld. Wij stellen voor in de periode , in aanvulling op de bestaande middelen, jaarlijks extra beschikbaar te stellen. In de Begroting 2016 zullen wij u een nader uitgewerkt voorstel presenteren L 2015: lasten + 0 Provinciaal Accommodatiefonds Via een revolverend provinciaal accommodatiefonds van in totaal 10 miljoen stellen wij geld beschikbaar om accommodaties te behouden en te verbeteren via duurzame aanpassingen, zoals bijvoorbeeld via GRESCO in de gemeente Groningen. In de Begroting 2016 zullen wij u een nader uitgewerkt voorstel presenteren L 2015: lasten + 0 Ondersteuning vrijwilligerswerk (incl. sport) Om de leefbaarheid verder te versterken zal vrijwilligerswerk nadrukkelijke aandacht krijgen en worden gewaardeerd. Wij stellen hiervoor in de periode een extra budget van circa per jaar beschikbaar. In de Begroting 2016 zullen wij u een nader uitgewerkt voorstel presenteren L 2015: lasten + 0 Behoud ziekenhuiszorg in de regio Wij voelen ons er verantwoordelijk voor dat zorg voor iedereen bereikbaar en beschikbaar is. We gaan de zorginfrastructuur in onze provincie in kaart brengen met als doel een goede bereikbaarheid en spreiding van de zorg. We willen behoud van voldoende ziekenhuiszorg in de regio. Daar waar dit niet het geval is, streven wij naar voorzieningen die het mogelijk maken patiënten in hun eigen omgeving te behandelen of spoedeisende hulp te geven. Voor de regio Delfzijl streven wij naar het behoud van spoedeisende hulp en verloskundige voorzieningen. Wij willen de beschikbaarheidstoelage voor ziekenhuizen verruimen waardoor naast de spoedeisende hulp ook de basiszorg dichtbij mensen wordt aangeboden. Hierover gaan we met het Rijk en Zorgverzekeraars in gesprek. Dit voorstel moet nog verder vorm en inhoud krijgen. Tot die tijd gaan wij voorlopig uit van een p.m.-raming. In de Begroting 2016 zullen wij een procedurevoorstel aan u voorleggen over hoe en wanneer wij dit voorstel en de nu gehanteerde p.m.-raming verder zullen uitwerken. 255

258 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) L 2015: lasten + 0 Alarmnummer 112 verbeteren Goede zorg kan alleen als het alarmnummer 112 voor iedereen bereikbaar is. Wij gaan zorgen dat deze bereikbaarheid 100% wordt, wellicht kan dit in combinatie met de aanleg van snel internet. Dit voorstel moet nog verder vorm en inhoud krijgen. Tot die tijd gaan wij voorlopig uit van een p.m.-raming. In de Begroting 2016 zullen wij een procedurevoorstel aan u voorleggen over hoe en wanneer wij dit voorstel en de nu gehanteerde p.m.-raming verder zullen uitwerken. Jeugd Cultuur : lasten + 0 Cultuur, inclusief Fonds voor de media Wij willen extra geld investeren in cultuur. Naast het basisaanbod van bestaande en beeldbepalende culturele activiteiten is er ruimte voor nieuwe (kleinschalige lokale en regionale) culturele initiatieven om Groningen te blijven ontwikkelen. Wij streven naar een cultureel spannende provincie. Cultuursubsidies moeten eenvoudig en snel zijn aan te vragen. Via cultuureducatie willen we kinderen al jong met cultuur in aanraking brengen en stellen wij een fonds voor de media in en laten we een cultuurcombinatiekaart ontwikkelen. Wij stellen voor om hiervoor in de periode jaarlijks 1,4 miljoen extra beschikbaar te stellen. In de Begroting 2016 zullen wij u een nader uitgewerkt voorstel presenteren : lasten + 0 Erfgoedmonitor Het erfgoed geeft Groningen haar gezicht. Dit erfgoed willen wij behouden voor volgende generaties. Om te bepalen hoe de staat van ons erfgoed is, gaan we een erfgoedmonitor uitvoeren. Op basis hiervan investeren we in het behoud en herbestemmen van deze gezichtsbepalende gebouwen. Wij willen hiervoor in de periode circa per jaar beschikbaar stellen. In de Begroting 2016 zullen wij u een nader uitgewerkt voorstel presenteren. BESTUUR Provinciale Staten Overige bestuursorganen Bestuurlijke samenwerking Communicatie 256

259 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, toelichting op wijziging(en) thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten BEDRIJFSVOERING Bedrijfsvoering ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN Algemene dekkingsmiddelen L 2015: lasten + 0 Bevriezen accressen subsidies, kredieten en materiële apparaatskosten Ter bekostiging van de door ons in het Collegeakkoord gemaakte beleidskeuzes stellen wij voor de accressen voor subsidies, kredieten en beïnvloedbare materiële apparaatskosten gedurende de jaren 2017 tot en met 2019 op de nullijn te houden. Deze budgetten worden gedurende deze jaren niet gecompenseerd voor de dan optredende loon- en prijsstijgingen. Uitzondering op deze regel betreffen de uitgaven ten behoeve van beheer en onderhoud van wegen en kanalen. Deze worden conform eerder gemaakte afspraken in het Meerjarenprogramma voor beheer en onderhoud wegen en kanalen wel gecompenseerd. De bevriezing van de accressen in de periode 2017 tot en met 2019 kan een besparing opleveren die oploopt tot structureel 2 miljoen (vanaf 2019) L 2015: lasten + 0 Stelpost middelen incidenteel nieuw beleid (vanuit ) Binnen het huidige financiële perspectief zijn structurele middelen beschikbaar voor het eventueel continueren van het incidentele nieuwe beleid uit de collegeperiode Wij stellen voor deze middelen aan te wenden voor de bekostiging van de door ons in het Collegeakkoord gemaakt beleidskeuzes. Het gaat om een bedrag van circa 2,25 miljoen in 2016 oplopend tot een bedrag van circa 3,07 miljoen per jaar met ingang van L 2015: lasten + 0 Bezuiniging op autonome taken (10%) met geleidelijke fasering In ons Collegeakkoord hebben wij voor de dekking van onze bestedingsvoorstellen onder meer voorgesteld om met ingang van 2016 een bezuiniging van gemiddeld 10% op de autonome taken door te voeren. Op basis van de Begroting 2015 wordt het bedrag, dat is gemoeid met het beslag van de autonome taken op de algemene middelen, berekend op circa 36,6 miljoen. Bij de bepaling van de omvang van de taakstelling hebben wij daarvan een bedrag van circa 3,7 miljoen uitgezonderd omdat deze middelen onderdeel zijn van de door ons in het Collegeakkoord voorgestelde beleidskeuzes. Per saldo bedraagt de taakstelling dan 10% van circa 32,9 miljoen. Wij stellen voor deze taakstelling gefaseerd door te voeren (50% in 2016, 75% in 2017 en 100% vanaf 2018). In de Begroting 2016 zullen wij u een nader uitgewerkt voorstel presenteren. 257

260 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) B 2015: baten Gelabelde bedragen overige bestemmingsreserves - nog nader in te vullen Uit de Jaarrekening 2014 kan worden afgeleid dat binnen de bestemmingsreserves een bedrag van circa 586,4 miljoen is gelabeld. Van deze gelabelde middelen valt circa 504,8 miljoen onder de categorie van labelingen, waar een "vrije beleidskeuze" niet of nauwelijks aan de orde kan zijn. Het gaat hier vooral om verplichtingen, afspraken en convenanten, die nageleefd zullen moeten worden. Al met al kan worden gesteld dat voor de overige gelabelde middelen van circa 81,6 miljoen deze "vrije beleidsruimte" wel aan de orde kan zijn. In ons Collegeakkoord hebben wij van deze labelingen concreet circa 4,6 miljoen aangewezen, die nu al kunnen vrijvallen en niet meer nodig zullen zijn voor het doel waarvoor ze oorspronkelijk zijn vastgelegd. Er resteert dan nog een bedrag van circa 77 miljoen aan gelabelde middelen binnen bestemmingsreserves, waarvan nog moet worden bekeken in hoeverre deze middelen in de toekomst nog langer benodigd zijn voor de doelen waarvoor ze oorspronkelijk zijn vastgelegd. In ons Collegeakkoord hebben wij als uitgangspunt gehanteerd dat van de gelabelde middelen ad 77 miljoen tenminste 5% kan worden afgeroomd voor de dekking van de door ons gemaakte beleidskeuzes. Het afromen van deze gelabelde bedragen in de bestemmingsreserves met 5% betekent een taakstelling van in totaal 3,85 miljoen. In de Begroting 2016 zullen wij voorstellen presenteren hoe wij denken deze taakstelling in te kunnen vullen B 2015: baten + 0 Taakstelling nog niet gedekt tekort In ons Collegeakkoord hebben wij aangegeven dat er voor de periode in totaal nog voor een bedrag van circa 10,67 miljoen aan dekking zal moeten worden gevonden. Door de in deze Voorjaarsnota 2015 genoemde ontwikkelingen treedt er in het financieel perspectief in totaal een meevaller op van circa 5,24 miljoen. Dat betekent dat er nog voor een bedrag van circa 5,43 miljoen aan dekkingsmiddelen zullen moeten worden gevonden. In de Begroting 2016 zullen wij voorstellen presenteren hoe wij denken deze ontbrekende middelen alsnog te kunnen vinden. 258

261 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) L 2015: lasten + 0 Archeologie - fulltime archeoloog Erfgoed zit niet alleen in stenen. Via landschap, taal, gebruiken, tradities en rituelen houden we onze historie geborgd. Wij besteden extra aandacht aan de Grunneger toal, de wierden en archeologisch onderzoek. Wij stellen in de periode , in aanvulling op de bestaande middelen, jaarlijkse extra beschikbaar voor het aanstellen van een provinciaal archeoloog. In de Begroting 2016 zullen wij u een nader uitgewerkt voorstel presenteren L 2015: lasten + 0 Traineeprogramma De provincie heeft de ambitie om een substantiële impuls te geven aan de oplossing rond de problematiek bij jeugdwerkeloosheid en de vergrijzende provinciale organisatie. Daartoe wil zij zich inzetten voor 10 traineeplekken. Wij zijn met andere partners is gesprek om een bredere traineepool te creëren. Zowel qua omvang (10 trainees per organisatie), waarbij kandidaten ook kunnen rouleren tussen deelnemende organisaties. Van de partners hebben DUO en de gemeente Groningen al aangegeven geïnteresseerd te zijn om mee te doen. De totale kosten voor de provincie van een dergelijk programma worden geraamd op maximaal per jaar uitgaande van 10 trainees. Het uitgangspunt is dat de trainees gemiddeld in functieschaal 9 worden geplaatst. De kosten daarvan bedragen per functieschaal circa Naast de loonkosten kan er sprake zijn van begeleidingskosten. De kosten hiervan zijn geraamd op Het totaal van de kosten bedraagt daarmee op jaarbasis voor 2016 en In de Begroting 2016 zullen wij u een nader uitgewerkt voorstel presenteren L 2015: lasten + 0 Taakstelling traineeprogramma Wij stellen voor om de kosten die zijn gemoeid met de uitvoering van een traineeprogramma op te vangen met bestaande middelen. Dat betekent dat er in 2016 en 2017 nog tot een bedrag van in totaal 1,4 miljoen aan dekkingsmiddelen zal moeten worden gevonden. In de Begroting 2016 zullen wij u een nader uitgewerkt dekkingsvoorstel presenteren. 259

262 nummer toelichting wijziging aard van wijziging*) programma, thema, productgroep, onderdeel, L= lasten B= baten toelichting op wijziging(en) L 2015: lasten + 0 Ophogen weerstandsvermogen i.v.m. risico's revolverende fondsen In ons Collegeakkoord stellen wij voor om in totaal 50 miljoen extra in te zetten via revolverende fondsen. Conform de bestendige gedragslijn willen wij daarbij een risico-opslag van 20% hanteren (= 10 miljoen) B 2015: baten Algemene reserve - opslag weerstandscapaciteit Op basis van recent onderzoek door Ernst &Young Accountants LLP (hierna: EY) zijn de incidentele risico's geïnventariseerd en gekwantificeerd op een bedrag van circa 15,7 miljoen. In de Jaarrekening 2014 is de omvang van de incidentele risico's geactualiseerd en bepaald op circa 15,83 miljoen. Teneinde voldoende buffer in te bouwen in het weerstandsvermogen hebben EY geadviseerd een door de Universiteit Twente ontwikkelde ratiotabel te hanteren, waarbij EY een ratio van 1,4 adviseren ten opzichte van het benodigde weerstandsvermogen. Deze ratio duidt de grens tussen een voldoende en een ruim voldoende weerstandsvermogen. Zie onderstaande tabel. Door het hanteren van ratio 1,4 in plaats van 1,0 ontstaat een buffer voor risico s die niet zijn voorzien c.q. hoger uit kunnen vallen dan oorspronkelijk ingeschat. In ons Collegeakkoord hebben wij - ter bekostiging van de door ons gepresenteerde beleidskeuzes - voorgesteld een ratio van 1,0 in plaats van 1,4 te hanteren. Daarmee is de bovengenoemde buffer niet langer beschikbaar voor risico s, die niet zijn voorzien c.q. hoger uit kunnen vallen dan oorspronkelijk ingeschat. Dit lijkt wellicht een opvallende keuze, maar door de koerswijziging om zoveel mogelijk middelen revolverend in te zetten in plaats van subsidies te verstrekken en het daarbij hanteren van een risicoopslag van 20% doen wij naar onze mening op een goede wijze recht aan een adequaat risicobeheer. Met dit voorstel kan nu 6,33 miljoen (= 40% van 15,83 miljoen) vanuit de Algemene reserve worden ingezet voor de dekking van de door ons voorgestelde beleidskeuzes

19 mei 2015 Corr.nr , FC Nummer 36/2015 Zaaknr

19 mei 2015 Corr.nr , FC Nummer 36/2015 Zaaknr 19 mei 2015 Corr.nr. 2015-20.867, FC Nummer 36/2015 Zaaknr. 574002 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen ter vaststelling van de Voorjaarsnota 2015 en de daarin opgenomen

Nadere informatie

AP II

AP II Jjy. provincie groningen bezoekadres: Martinikerkhof 12 Aan Provinciale Staten postadres: Postbus 610 9700 AP Groningen algemeen telefoonnr: 050 316 49 II www.provinciegroningen.nl info@provinclegroningen.nl

Nadere informatie

BIJDRAGE CONCERN AAN DEEL 3 BELEIDSBEGROTING 2002. d.d. 11-07-2001

BIJDRAGE CONCERN AAN DEEL 3 BELEIDSBEGROTING 2002. d.d. 11-07-2001 BIJDRAGE CONCERN AAN DEEL 3 BELEIDSBEGROTING 2002 d.d. 11-07-2001 1. Productgroepnummer: 0001 3. Productgroepnaam: Financieringsmiddelen Het betreft een verzameling van mogelijke financieringsmiddelen,

Nadere informatie

Introductie provinciale financiën. Provincie Groningen

Introductie provinciale financiën. Provincie Groningen Introductie provinciale financiën Provincie Groningen 08.04.2015 1 Wie zijn wij? Afdeling Financiën & Control Fred Hassert (afdelingshoofd) Harmen Boeijenk (clustercoördinator beleid en advies) Johan Oosterling

Nadere informatie

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 4. Bijlage(n): Najaarsrapportage 2016

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 4. Bijlage(n): Najaarsrapportage 2016 College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel DATUM 13-9-2016 NUMMER PS PS2016PS17 AFDELING MAO COMMISSIE BEM STELLER Leo Donker DOORKIESNUMMER 0646994683 DOCUMENTUMNUMMER 818ACAEO PORTEFEUILLEHOUDER

Nadere informatie

3 november 2015 Corr.nr. 2015-43897, FC Nummer 76/2015 Zaaknr. 596723

3 november 2015 Corr.nr. 2015-43897, FC Nummer 76/2015 Zaaknr. 596723 3 november 2015 Corr.nr. 2015-43897, FC Nummer 76/2015 Zaaknr. 596723 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen ter vaststelling van de Integrale Bijstelling van de Begroting

Nadere informatie

Voorjaarsnota 2011 provincie Groningen. versie PS

Voorjaarsnota 2011 provincie Groningen. versie PS Voorjaarsnota 2011 provincie Groningen versie PS 24.05.11 1 2 Inhoudsopgave DEEL 1. HOOFDLIJNEN VAN BELEID 2011-2015 (KOERSVERHAAL)...5 DEEL 2. FINANCIEEL KADER 2011-2015...7 SAMENVATTING EN CONCLUSIES...7

Nadere informatie

28 oktober 2014 Corr.nr , FC Nummer 52/2014 Zaaknr

28 oktober 2014 Corr.nr , FC Nummer 52/2014 Zaaknr 28 oktober 2014 Corr.nr. 2014-40.167, FC Nummer 52/2014 Zaaknr. 539901 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen ter vaststelling van de Integrale Bijstelling van de Begroting

Nadere informatie

*1518441* Statenvoorstel

*1518441* Statenvoorstel Statenvoorstel ** Aan Provinciale Staten Onderwerp Zomernota 2013 Besluitvormingsronde Statendag 25 september 2013 (ov) / 16 oktober 2013 Agendapunt 1. Beslispunten 1. De Zomernota 2013 vast te stellen;

Nadere informatie

: Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007

: Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007 Nummer Onderwerp : B-2.14.2006 : Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007 Korte inhoud : Voor de voorjaarsnota moet de begrote algemene uitkering worden verhoogd met 144.637 en de

Nadere informatie

Haarlem, 23 augustus 2011. Onderwerp: Begroting 2012. Bijlagen: ontwerpbesluit, begroting

Haarlem, 23 augustus 2011. Onderwerp: Begroting 2012. Bijlagen: ontwerpbesluit, begroting Haarlem, 23 augustus 2011 2011 77 Onderwerp: Begroting 2012 Bijlagen: ontwerpbesluit, begroting 1 Inleiding De voor u liggende begroting 2012-2015 is de eerste begroting van het nieuwe college na de verkiezingen

Nadere informatie

Bijlage 2. 7 e wijziging Begroting 2016

Bijlage 2. 7 e wijziging Begroting 2016 Bijlage 2. 7 e wijziging Begroting 2016 1 2 PROVINCIE GRONINGEN Nr. XX/2016 Gewone dienst Dienstjaar: 2016 7e wijziging Provinciale Staten van Groningen: BESLUITEN: de begroting van lasten en baten te

Nadere informatie

Bijlage 4. Stresstest. Kadernota mei Kadernota 2018 Bijlage 4: Stresstest 1

Bijlage 4. Stresstest. Kadernota mei Kadernota 2018 Bijlage 4: Stresstest 1 Bijlage 4 Stresstest Kadernota 2018 10 mei 2017 Kadernota 2018 Bijlage 4: Stresstest 1 1. Aanleiding 3. Uitwerking stappen stresstest Op verzoek van Provinciale Staten wordt sinds 2013 jaarlijks een stresstest

Nadere informatie

v o o r d r a c h t 27 september 2016 Corr.nr , FC Nummer 67/2016 Zaaknr

v o o r d r a c h t 27 september 2016 Corr.nr , FC Nummer 67/2016 Zaaknr v o o r d r a c h t 27 september 2016 Corr.nr. 2016-54.784, FC Nummer 67/2016 Zaaknr. 652507 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen ter vaststelling van de Begroting 2017

Nadere informatie

Financiële begroting 2015 samengevat

Financiële begroting 2015 samengevat Financiële begroting 2015 samengevat Begrotingscyclus Het beleid en de financiën van de provincie komen op een aantal momenten in het jaar provinciebreed aan de orde. Dit wordt ook wel de begrotings- of

Nadere informatie

Budgettair perspectief

Budgettair perspectief 1. Zorgvuldig ruimtegebruik, borgen en bevorderen van ruimtelijke kwaliteit voor steden en platteland. Budgettair perspectief Begroting 2017 Inleiding Het budgettair perspectief toont de financiële ruimte

Nadere informatie

1.10 Programma 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

1.10 Programma 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 1.10 Programma 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Portefeuillehouder: mevrouw J.A. de Vries Baten en lasten Bedragen x 1.000 Realisatie 2011 2012 2013 2014 2015 2016 - Baten 10.1 Provinciefonds

Nadere informatie

OXT.?W III III MUI MUI INI II 13.017609. Advies B&W. Beslissing. Bespreken. Burgemeester Gelok. Registratienummer

OXT.?W III III MUI MUI INI II 13.017609. Advies B&W. Beslissing. Bespreken. Burgemeester Gelok. Registratienummer Advies B&W B&W Registratienummer 2 2 OXT.?W Beslissing Burgemeester Gelok Raadsinformatiebijeenkomst 7 november 203 Secretaris Van den Berge Gemeenteraadsbijeenkomst n.v.t. Wethouder Schenk T Bespreken

Nadere informatie

1. Inleiding. 27 april 2004 Nr , FC-X Nummer 15/2004

1. Inleiding. 27 april 2004 Nr , FC-X Nummer 15/2004 27 april 2004 Nr. 2004-12.827, FC-X Nummer 15/2004 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen betreffende de provinciale rekening voor het dienstjaar 2003 (bestaande uit het

Nadere informatie

30 juni 2015 Corr.nr , FC Nummer 49/2015 Zaaknr

30 juni 2015 Corr.nr , FC Nummer 49/2015 Zaaknr 30 juni 2015 Corr.nr. 2015-26.263, FC Nummer 49/2015 Zaaknr. 580325 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen ter vaststelling van de Begroting 2016 (geïntegreerde Programma-

Nadere informatie

Datum : 6 september 2005 Nummer : PS2005BEM41 Dienst/sector : CS Commissies : Alle. Inhoudsopgave Samenvatting pag. 1. Ontwerpbesluit I pag.

Datum : 6 september 2005 Nummer : PS2005BEM41 Dienst/sector : CS Commissies : Alle. Inhoudsopgave Samenvatting pag. 1. Ontwerpbesluit I pag. STATENVOORSTEL Datum : 6 september 2005 Nummer : PS2005BEM41 Dienst/sector : CS Commissies : Alle Registratienummer : 2005cgc000636i Rapporteur : J.G.P. van Bergen Titel : Programmabegroting 2006 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Onderwerp: De 10e wijziging van de begroting 2006 van de provincie Flevoland en de beschikbaarstelling

Onderwerp: De 10e wijziging van de begroting 2006 van de provincie Flevoland en de beschikbaarstelling Statenvoorstel P r o v i n c i e F l e v o l a n d Statenvoorstel *450788* Aan: Provinciale Staten Onderwerp: De 10e wijziging van de begroting 2006 van de provincie Flevoland en de beschikbaarstelling

Nadere informatie

Provinciale Staten van Overijssel,

Provinciale Staten van Overijssel, Besluit PS/2016/400 Provinciale Staten van Overijssel, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. 24 mei 2016 - kenmerk 2016/0164733 en zoals door Provinciale Staten bij amendement gewijzigd op

Nadere informatie

Betreft vergadering Provinciale Staten 14 november Commissiegriffier Margreeth Trimpe

Betreft vergadering Provinciale Staten 14 november Commissiegriffier Margreeth Trimpe Griffier van de Staten Geleidebrief Kaderstellend Naam voorstel Statenvoorstel 11 e wijziging begroting 2014 Nummer SERV174 Commissie Bestuur, Financiën en Welzijn 17 oktober 2014 Betreft vergadering Provinciale

Nadere informatie

lil 24 SEP % X pr irq ö ï& groningen /39/A.12, FC Oosteriing J.A./Tel. J. (050)

lil 24 SEP % X pr irq ö ï& groningen /39/A.12, FC Oosteriing J.A./Tel. J. (050) % X pr irq ö ï& groningen Martinikerkhof 12 Aan Provinciale Staten lil Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer E-mail Antwoord op Bijlage Onderwerp 24 SEP. 2013 2013-39.101/39/A.12,

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp Decemberrapportage 2018 Nummer 2018/ Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen

Raadsstuk. Onderwerp Decemberrapportage 2018 Nummer 2018/ Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen Raadsstuk Onderwerp Decemberrapportage 2018 Nummer 2018/802709 Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen Afdeling Concerncontrol Auteur Geffen, M. van Telefoonnummer

Nadere informatie

Financiële ontwikkelingen na gereedkomen primitieve begroting

Financiële ontwikkelingen na gereedkomen primitieve begroting Financiële ontwikkelingen na gereedkomen primitieve begroting Inleiding In de raadsvergadering van 3 december 2014 is een nieuwe Planning & Control Cyclus vastgesteld. Met deze vaststelling zijn de 1 e

Nadere informatie

Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders

Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders Reg.nr: BW17-0200 Casenr.:CBB170194 Sector/afd.:Regie & Ontwikkeling / Regie & Ontwikkeling 1 Steller/tel/e-mail: I. Harmsen / 5271 / i.harmsen@heerhugowaard.nl

Nadere informatie

Voorstelnummer: Houten, 1 oktober 2013

Voorstelnummer: Houten, 1 oktober 2013 Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2013-068 Houten, 1 oktober 2013 Onderwerp: Raadsvoorstel Tweede bestuursrapportage 2013 Beslispunten: 1. De begroting 2013 te wijzigen op basis van de sheet "Financiële effecten

Nadere informatie

Samenvatting Voorjaarsnota - decembercirculaire

Samenvatting Voorjaarsnota - decembercirculaire Memo meicirculaire 2016 De laatste bijstelling van de algemene uitkering heeft plaatsgevonden in de Voorjaarsnota 2016 op basis van de decembercirculaire 2015 en de meest actuele gegevens eenheden verdeelmaatstaven

Nadere informatie

Onderwerp : Zienswijzemogelijkheid programmabegroting 2018 en jaarverantwoording met resultaatbestemming 2016 Veiligheidsregio Brabant-Noord.

Onderwerp : Zienswijzemogelijkheid programmabegroting 2018 en jaarverantwoording met resultaatbestemming 2016 Veiligheidsregio Brabant-Noord. GEMEENTE BOEKEL VOORSTEL AAN DE RAAD Datum : 6 juni 2017 Voorstel van : college van burgemeester en wethouders Onderwerp : Zienswijzemogelijkheid programmabegroting 2018 en jaarverantwoording met resultaatbestemming

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 489473 Datum : 10 oktober 2017 Programma : Alle Blad : 1 van 6 Commissie : Bestuur Portefeuillehouder: mr. P.J.M. van Domburg

Nadere informatie

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen.

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen. RAADSVOORSTEL Agendapunt Raad 27 oktober 2016 Afdeling Middelen Voorstel nummer 2016.00077 Datum 27 september 2016 Onderwerp Tweede bestuursrapportage 2016 Programma Alle begrotingsprogramma's Inlichtingen

Nadere informatie

Statenvoorstel 44/18 A

Statenvoorstel 44/18 A Statenvoorstel 44/18 A Voorgestelde behandeling Procedurevergadering : 3 september 2018 PS-vergadering : Onderwerp Bestuursrapportage 2018 Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant Samenvatting In de bestuursrapportage

Nadere informatie

2 oktober 2018 Corr.nr , FC Nummer 45/2018 Zaaknr. K10505

2 oktober 2018 Corr.nr , FC Nummer 45/2018 Zaaknr. K10505 v o o r d r a c h t 2 oktober 2018 Corr.nr. 2018-064.375, FC Nummer 45/2018 Zaaknr. K10505 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen ter vaststelling van de Begroting 2019

Nadere informatie

Managementrapportage 2017

Managementrapportage 2017 Managementrapportage 2017 Gouda, 15 september 2017 TER VASTSTELLING Algemeen Bestuur 29 november 2017 Versienummer: 1.0 Datum: 15 september 2017 Productnummer Omschrijving Managementrapportage 2017 Status

Nadere informatie

bedrag * begrotingsoverschot bij begroting

bedrag * begrotingsoverschot bij begroting Actueel financieel beeld voor de jaren 2018-2022 Met dit overzicht schetsen wij het actuele financiële beeld voor de gemeente Gooise Meren voor de komende jaren. Dit overzicht dient meerdere doelen. Ten

Nadere informatie

Begrotingswijziging 2011. Jaarstukken 2010

Begrotingswijziging 2011. Jaarstukken 2010 Bijlage IV Provincie Fryslân Begrotingswijziging 211 Jaarstukken 21 1 Behandeling bij Jaarstukken 21 Vaststelling bij 1 e Berap 211 Programma: 1. Algemene dekkingsmiddelen Onderdeel: 1. Decembercirculaire

Nadere informatie

Nr.: 06-50a Diemen, 15 september 2006 Onderwerp: Voorjaarsnota 2006 (aanvullend voorstel) Op 11 september behandeld geweest in de auditcommissie

Nr.: 06-50a Diemen, 15 september 2006 Onderwerp: Voorjaarsnota 2006 (aanvullend voorstel) Op 11 september behandeld geweest in de auditcommissie Nr.: 06-50a Diemen, 15 september 2006 Onderwerp: Voorjaarsnota 2006 (aanvullend voorstel) Op 11 september behandeld geweest in de auditcommissie Aan de raad. Inleiding Op 5 juli heeft een eerste bespreking

Nadere informatie

Notitie financiële positie gemeente Pekela

Notitie financiële positie gemeente Pekela Notitie financiële positie gemeente Pekela De laatste jaren is er sprake van krappe begrotingen en overschotten bij rekeningen vooral als gevolg van het incidenteel zijn van verschillende meevallers. In

Nadere informatie

Najaarsnota 2017 Beleidsmatige en financiële actualisatie Provincie Gelderland

Najaarsnota 2017 Beleidsmatige en financiële actualisatie Provincie Gelderland Najaarsnota 2017 Beleidsmatige en financiële actualisatie Provincie Gelderland vrijdag 29 september 2017 19:16 Bezoekadres: Markt 11, 6811 CG ARNHEM Postadres: Postbus 9090, 6800 GX ARNHEM Telefoon: (026)

Nadere informatie

De financiële begroting. In één oogopslag. Maastricht, 7 november 2014

De financiële begroting. In één oogopslag. Maastricht, 7 november 2014 De financiële begroting 2015 In één oogopslag Maastricht, 7 november 2014 Inhoud 1 INLEIDING... 3 2 BEGROTING 2015-2018... 4 3 LASTEN BEGROTING 2015... 5 4 NIEUW BELEID 2015-2018... 6 5 BATEN BEGROTING

Nadere informatie

Voorjaarsnota 2018 Uitgangspunten begroting 2019 en meerjarig kader Provincie Gelderland

Voorjaarsnota 2018 Uitgangspunten begroting 2019 en meerjarig kader Provincie Gelderland Voorjaarsnota 2018 Uitgangspunten begroting 2019 en meerjarig kader Provincie Gelderland 12:16 Bezoekadres: Markt 11, 6811 CG ARNHEM Postadres: Postbus 9090, 6800 GX ARNHEM Telefoon: (026) 3599480 E-mail:

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. 2e Kwartaalrapportage Verzonden aan de raad 23 juli e Kwartaalrapportage Gemeente Langedijk - 1 -

Gemeente Langedijk. 2e Kwartaalrapportage Verzonden aan de raad 23 juli e Kwartaalrapportage Gemeente Langedijk - 1 - Gemeente Langedijk 2e Kwartaalrapportage 2014 Verzonden aan de raad 23 juli 2014. - 1 - - 2 - Inleiding Hierbij ontvangt u de 2 e Kwartaalrapportage 2014. In de nu voorliggende kwartaalrapportage wordt

Nadere informatie

^Zeeland. llll lllllll lllll lllll llll llll 30 MEI viva Provincie. Gedeputeerde Staten

^Zeeland. llll lllllll lllll lllll llll llll 30 MEI viva Provincie. Gedeputeerde Staten Gedeputeerde Staten 180 ' 3428 viva Provincie ^Zeeland Voorzitter Provinciale Staten van Zeeland t.a.v. de statengriffier onderwerp Voorjaarsnota 2018, gewijzigd meerjarenperspectief en begrotingwijziging

Nadere informatie

Kaders Financieel gezond Brummen

Kaders Financieel gezond Brummen Kaders Financieel gezond Brummen 1. Inleiding Naar aanleiding van de vaststelling van de Programmabegroting 2019-2022 en de aanbevelingen die de provincie heeft gedaan in haar besluit financieel toezicht

Nadere informatie

GESPREKSNOTITIE VOORJAARSGESPREK 23 JUNI 2017 VS

GESPREKSNOTITIE VOORJAARSGESPREK 23 JUNI 2017 VS GESPREKSNOTITIE VOORJAARSGESPREK 23 JUNI 2017 VS 20170512 1. INLEIDING In 2016 hebben we met u en met de samenleving intensief gesproken over de toekomst van Zutphen. Gezamenlijk hebben we vastgesteld

Nadere informatie

Raadsbesluit. Heemstede. Raadsvergadering: 8 en 9 november ONDERWERP Eerste begrotingswijziging 2019

Raadsbesluit. Heemstede. Raadsvergadering: 8 en 9 november ONDERWERP Eerste begrotingswijziging 2019 ONDERWERP Eerste begrotingswijziging 2019 SAMENVATTING In dit voorstel zijn de financiële effecten opgenomen van: 1. de septembercirculaire 2018/Miljoenennota (hogere verbrandingsbelasting), 2. de structurele

Nadere informatie

Toetsingskaders Gemeenschappelijke Regelingen

Toetsingskaders Gemeenschappelijke Regelingen Toetsingskaders Gemeenschappelijke Regelingen JAARREKENING 2012 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja /nee) en welke soort

Nadere informatie

[V Heerhugowaard Stad van kansen. Financiële stukken 2012, 2013 en 2014 Recreatieschap Geestmerambacht

[V Heerhugowaard Stad van kansen. Financiële stukken 2012, 2013 en 2014 Recreatieschap Geestmerambacht [V Heerhugowaard Stad van kansen ļ Raadvergadering 7 Besluip p í-íii-źfl Agendanr.: 10 Voorstelnr.: RB2013079 Onderwerp: Financiële stukken 2012, 2013 en 2014 Recreatieschap Geestmerambacht Aan de Raad,

Nadere informatie

Onderwerp : Verwerking septembercirculaire 2014 in de begroting, als 1 e begrotingswijziging op de programmabegroting 2015

Onderwerp : Verwerking septembercirculaire 2014 in de begroting, als 1 e begrotingswijziging op de programmabegroting 2015 Raadsvoorstel *Z0150D438FB* Aan de raad Documentnummer : INT-14-14335 Afdeling : Bedrijfsvoering Onderwerp : Verwerking septembercirculaire 2014 in de begroting, als 1 e begrotingswijziging op de programmabegroting

Nadere informatie

In de bijgevoegde analyse wordt weergegeven waardoor de verschillen ten opzichte van de meicirculaire zijn ontstaan.

In de bijgevoegde analyse wordt weergegeven waardoor de verschillen ten opzichte van de meicirculaire zijn ontstaan. Memo Aan: de Raad van de gemeente Oude IJsselstreek Cc: Van: College van burgemeester en wethouders Datum: 6 oktober 2015 Kenmerk: 15ini02499 Onderwerp: uitwerking septembercirculaire 2015 (Algemene uitkering

Nadere informatie

provincie jjqlland ZUID

provincie jjqlland ZUID 5 -minuten versie voor Provinciale Staten provincie jjqlland ZUID Directie DCZ Afdeling Financiële en Juridische Zaken Registratienummer 471244333 (DOS-2014-0001157) Datum vergadering Gedeputeerde Staten

Nadere informatie

Algemene uitkering

Algemene uitkering Onderwerp Decembercirculaire 2010 van het Gemeentefonds. Beslispunten 1. De Decembercirculaire 2010 voor kennisgeving aan te nemen; 2. Op basis van de uitkomsten van de Decembercirculaire 2010 de begroting

Nadere informatie

Agendapunt voor de vergadering van het dagelijks bestuur RUD Drenthe 11 april 2016

Agendapunt voor de vergadering van het dagelijks bestuur RUD Drenthe 11 april 2016 Agendapunt voor de vergadering van het dagelijks bestuur RUD Drenthe 11 april 2016 Datum: 3 maart 2016 Opsteller: Johan Vogelaar, directeur RVD Drenthe Openbaar Advies van de Raad van Opdrachtgevers uit

Nadere informatie

Inhoudsopgave. I Inleiding 3. II Financiële beschouwing begroting 2016 en meerjarenraming 3. III Kaders begroting

Inhoudsopgave. I Inleiding 3. II Financiële beschouwing begroting 2016 en meerjarenraming 3. III Kaders begroting Perspectiefnota 2016 Inhoudsopgave blz. I Inleiding 3 II Financiële beschouwing begroting 2016 en meerjarenraming 3 III Kaders begroting 2016 4 Bijlagen: begrotingscirculaire 2016-2019 provincie Groningen

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief llllllllllllllll llll! llllllllllllllllllll illllillllillllllii

Raadsinformatiebrief llllllllllllllll llll! llllllllllllllllllll illllillllillllllii eeme ^Echt-Susteren Raadsinformatiebrief llllllllllllllll llll! llllllllllllllllllll illllillllillllllii Kenmerk Z19/010306 / D - 18943 Datum B&W-vergadering Portefeuillehouder(s) G.H.C. Frische Onderwerp

Nadere informatie

Managementrapportage 2016

Managementrapportage 2016 Managementrapportage 2016 Gouda, 19 augustus 2016 TER VASTSTELLING Algemeen Bestuur 5 oktober 2016 Versienummer: 1.0 Datum: 19 augustus 2016 Productnummer Omschrijving Managementrapportage 2016 Status

Nadere informatie

PS2008BEM32-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Programmabegroting 2009, posten voorjaarsnota. Aan Provinciale Staten,

PS2008BEM32-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Programmabegroting 2009, posten voorjaarsnota. Aan Provinciale Staten, PS2008BEM32-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel Datum : 7 oktober 2008 Nummer PS : PS2008BEM32 Afdeling : Financiën Commissie : alle Registratienummer : 2008INT228103 Portefeuillehouder

Nadere informatie

8 februari Begrotingswijziging

8 februari Begrotingswijziging Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: 8 februari 2018 Onderwerp: Begrotingswijziging Gevraagde Beslissing: Te besluiten om: 1. De wijzigingen van de budgetten te autoriseren. Aan de gemeenteraad

Nadere informatie

Onderstaand overzicht uit de voorjaarsnota 2017 is bijgewerkt met de resultaten van de meicirculaire 2016.

Onderstaand overzicht uit de voorjaarsnota 2017 is bijgewerkt met de resultaten van de meicirculaire 2016. Memo Aan: Gemeenteraad Oude IJsselstreek Cc: Van: College B&W Datum: 14 juni 2016 Kenmerk: 16ini01540 Onderwerp: Meicirculaire 2016 Geachte gemeenteraad, In deze memo vindt u de informatie over de Meicirculaire

Nadere informatie

23 juni 2015 Financiële gevolgen meicirculaire 2015 gemeentefonds M.A. Bouter

23 juni 2015 Financiële gevolgen meicirculaire 2015 gemeentefonds M.A. Bouter Aan Gemeenteraad Datum Betreft Contactpersoon 23 juni 2015 Financiële gevolgen meicirculaire 2015 gemeentefonds M.A. Bouter Doorkiesnummer Email Bijlage(n) Ons kenmerk Uw kenmerk CC 1 592113 Hofhoek 5

Nadere informatie

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven.

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven. JAARREKENING 2015 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja /nee) en welke soort verklaring? Weerstandsvermogen Hoogte algemene

Nadere informatie

commissie Bestuur Commissie Economie Commissie Ruimte Commissiegriffier Margreeth Trimpe

commissie Bestuur Commissie Economie Commissie Ruimte Commissiegriffier Margreeth Trimpe Griffier van de Staten Geleidebrief Controlerend Provincie Zeeland Naam voorstel Nummer SERV-054 Statenvoorstel Jaarstukken 2015 Provincie Zeeland Betreft vergadering Gezamenlijke vergadering van de commissie

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.18.0627 B.18.0627 Landgraaf, 10 april 2018 ONDERWERP: Zienswijze begroting 2019 Veiligheidsregio Zuid-Limburg Raadsvoorstelnummer:

Nadere informatie

Begrotingswijziging. Saldo primitieve begroting (2016 is incl. onvoorzien)

Begrotingswijziging. Saldo primitieve begroting (2016 is incl. onvoorzien) Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: 30 juni 2016 Onderwerp: Begrotingswijziging Gevraagde Beslissing: Te besluiten om: 1. De wijzigingen van de budgetten te autoriseren; 2. De wijzigingen

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5 2017MME151 College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel DATUM 26 september 2017 NUMMER PS AFDELING Managementondersteuning COMMISSIE Alle STELLER Alex van der Weij DOORKIESNUMMER 3992 DOCUMENTUMNUMMER

Nadere informatie

Statenvoorstel 2 e wijziging begroting provincie Zeeland Betreft vergadering Commissie Bestuur, Financiën en Welzijn 29 november 2013

Statenvoorstel 2 e wijziging begroting provincie Zeeland Betreft vergadering Commissie Bestuur, Financiën en Welzijn 29 november 2013 Griffier van de Staten Geleidebrief Kaderstellend Naam voorstel Nummer FIN-120 Statenvoorstel 2 e wijziging begroting provincie Zeeland 2014 Betreft vergadering Commissie Bestuur, Financiën en Welzijn

Nadere informatie

Financiële positie. Financieel perspectief. Financiële uitgangspositie

Financiële positie. Financieel perspectief. Financiële uitgangspositie Financieel perspectief Financiële positie Financiële uitgangspositie De ambities die we voor de komende periode hebben zijn op dit moment groter dan de financiële mogelijkheden die daarvoor beschikbaar

Nadere informatie

Eindtotaal 1.304 1.460 1.591

Eindtotaal 1.304 1.460 1.591 Openbaar Onderwerp Invulling taakstellingen/bezuinigingen DGG/Sector Openbare Ruimte Programma / Programmanummer Bestuur & Middelen / 9610 BW-nummer BW-00970 Portefeuillehouder B. Jeene Samenvatting Dit

Nadere informatie

Raadsvoorstel Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2015-075 Houten, 29 september 2015

Raadsvoorstel Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2015-075 Houten, 29 september 2015 Raadsvoorstel Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2015-075 Houten, 29 september 2015 Onderwerp: Tweede bestuursrapportage 2015 Beslispunten: 1. De begroting 2015 te wijzigen op basis van de sheet "Financiële

Nadere informatie

Nota reserves en voorzieningen

Nota reserves en voorzieningen Nota reserves en voorzieningen 2019 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 1 1. INLEIDING... 3 1.1 Waarom een nota reserves en voorzieningen?... 3 1.2 Inhoud van de nota... 3 2 Regelgeving en definities reserves

Nadere informatie

Tussenrapportage juni

Tussenrapportage juni Tussenrapportage juni Veiligheidsregio Groningen Pagina 2 van 8 1 Inleiding Conform artikel 7 van de financiële verordening van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Groningen (VRG) wordt u de

Nadere informatie

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

P r o v i n c i e F l e v o l a n d P r o v i n c i e F l e v o l a n d S t a t e n v o o r s t e l Aan: Provinciale Staten Onderwerp: Herziening begroting technische bijstand Statenvergadering 7 september 2000 Agendapunt 6 1. Wij stellen

Nadere informatie

Nota Reserves en. Voorzieningen. Gemeente Ferwerderadiel

Nota Reserves en. Voorzieningen. Gemeente Ferwerderadiel Nota Reserves en Voorzieningen 2004 Gemeente Ferwerderadiel Inhoudsopgave Blz. 0. Inleiding 1. Doelstelling van deze nota 2. Functies reserves en voorzieningen. Onderscheid reserves en voorzieningen 4.

Nadere informatie

Advies. Begroting 201G Gemeenschappel üke Regel i ng GGD Gelderland- Zuid. mesen. Gemeente Nijmegen. Gt.ir8ßH. Peggy van Gemert RA/AA

Advies. Begroting 201G Gemeenschappel üke Regel i ng GGD Gelderland- Zuid. mesen. Gemeente Nijmegen. Gt.ir8ßH. Peggy van Gemert RA/AA Advies Begroting 201G Gemeenschappel üke Regel i ng GGD Gelderland- Zuid Gt.ir8ßH mesen Gemeente Nijmegen Peggy van Gemert RA/AA Marcel Meier AA Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen September 2015

Nadere informatie

Meerjarenbegroting Gemeentefinanciën Bloemendaal

Meerjarenbegroting Gemeentefinanciën Bloemendaal Meerjarenbegroting 2019-2022 1 Belangrijke data: 25 september 2018 vastgesteld in college 11 oktober 2018 informatiebijeenkomst (beeldvormend - technisch) 16, 17 en 18 oktober 2018 commissiebehandeling

Nadere informatie

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden 1. Inleiding Ten tijde van het schrijven van de kadernota 2016 wordt nog volop gewerkt aan de uitwerking van het proces Kracht#15. Voor het besluitvormingsproces dient de Kadernota 2016 in januari 2015

Nadere informatie

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015.

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015. GEMEENTE OLDEBROEK Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015. Voorstel van het college aan de raad Agendapunt Portefeuillehouder: mw. A.A.C. Groot Kenmerk: 247735 /

Nadere informatie

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 10 november 2016

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 10 november 2016 GEMEENTE OLDEBROEK Raadsvergadering d.d. 10 november 2016 Voorstel van het college aan de raad Agendapunt Onderwerp: Programmabegroting 2017 en verwerking financiële effecten uit de septembercirculaire.

Nadere informatie

Voorts geven wij ook inzicht in de voorlopige financiële consequenties van de ontwerp-najaarsnota 2015.

Voorts geven wij ook inzicht in de voorlopige financiële consequenties van de ontwerp-najaarsnota 2015. Gemeente Bladel MEDEDELING Economisch hart van de Kempen IIIIIIIIIDIIIIIIIIII Nummer : R2015.117 Onderwerp : Septembercirculaire 2015 Aan de raad Samenvatting De septembercirculaire bevat informatie over

Nadere informatie

B en W - advies. Bouwen 81 Milieu. Jans Drost en Hettie Tychon. Financiën en Personeel Nummer. Ter bespreking. Ter besluitvorming

B en W - advies. Bouwen 81 Milieu. Jans Drost en Hettie Tychon. Financiën en Personeel Nummer. Ter bespreking. Ter besluitvorming B en W - advies Gemeente Elburg Afdelingshoofd Portefeuillehouder Afdeling Advies van Datum advies Advies O.R. I.o.m. afdeling(en) I.o.m. wijkcontactambtenaar M. Boukema Bouwen 81 Milieu Jans Drost en

Nadere informatie

4.2. Financiële positie en toelichting

4.2. Financiële positie en toelichting 4.2. Financiële positie en toelichting De paragraaf financiële positie geeft een integraal beeld van de gemeentelijke financiën (vermogen, exploitatie en risico s) voor het begrotingsjaar en verdere jaren.

Nadere informatie

Hierbij bieden wij u de 7e wijziging op de provinciale programmabegroting voor 2007 ter vaststelling aan.

Hierbij bieden wij u de 7e wijziging op de provinciale programmabegroting voor 2007 ter vaststelling aan. Provinciale Staten van Noord-Holland ` Voordracht 103 Haarlem, 27 november Onderwerp: 7 e op de provinciale programmabegroting voor Bijlagen: - ontwerpbesluit - toelichting op de 7 e programmabegroting

Nadere informatie

B&W Informatieavond 11 oktober Gericht investeren in de toekomst

B&W Informatieavond 11 oktober Gericht investeren in de toekomst B&W Informatieavond 11 oktober 2017 Gericht investeren in de toekomst Programma B&W infoavond Opening Toelichting Grondexploitatie & Vastgoedexploitatie 2017 Toelichting Begroting 2018 Slotwoord Einde

Nadere informatie

Paginanummer opnemen! Ja, de jaarstukken 2015 zijn op 14 april 2016 door de gemeenten ontvangen.

Paginanummer opnemen! Ja, de jaarstukken 2015 zijn op 14 april 2016 door de gemeenten ontvangen. JAARREKENING 2015 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja /nee) en welke soort verklaring? Weerstandsvermogen Hoogte algemene

Nadere informatie

BIEO Begroting in één oogopslag

BIEO Begroting in één oogopslag BIEO 2017 Begroting in één oogopslag INLEIDING Voor u ligt de begroting in één oogopslag (BIEO) 2017 van de gemeente Wierden. Naast het begrotingsjaar 2017 wordt er aandacht geschonken aan de ontwikkeling

Nadere informatie

Vergadernotitie voor de Drechtraad van 18 juni 2008

Vergadernotitie voor de Drechtraad van 18 juni 2008 bijlage 10 Vergadernotitie voor de Drechtraad van 18 juni 2008 Onderwerp Begrotingswijziging 2008 Service Centrum Drechtsteden agendapunt 10 datum 19 mei 2008 steller J. van Dijk doorkiesnummer 078 6398513

Nadere informatie

Nota Reserves en Voorzieningen

Nota Reserves en Voorzieningen Nota Reserves en Voorzieningen 1 2 Inhoud 1 Visie en wettelijke kaders 5 1.1 1.2 Visie Wettelijke kaders 2 Reserves 7 2.1 Soorten reserves 8 2.1.1 Algemene reserves 2.2 2.3 2.4 3 Voorzieningen 11 3.1 3.2

Nadere informatie

Nota van aanbieding. Natuur & landbouw 4. Investeren in fietsnetwerk (toeristisch-recreatief) 5. Duurzame krimpregeling 6. Natuurontwikkeling

Nota van aanbieding. Natuur & landbouw 4. Investeren in fietsnetwerk (toeristisch-recreatief) 5. Duurzame krimpregeling 6. Natuurontwikkeling Nota van aanbieding Inleiding Focus en verbinding zijn de uitgangspunten voor dit college van Gedeputeerde Staten. Wij willen verder focussen op de speerpunten uit ons collegeprogramma: economie, natuur

Nadere informatie

Begroting Aanbieding Gemeenteraad 20 september 2013

Begroting Aanbieding Gemeenteraad 20 september 2013 Begroting 2014 Aanbieding Gemeenteraad ember Laatste begroting deze raadsperiode Sluitende begroting 2014 Meerjarenperspectief moeilijk Bezuinigingsplan Strategische investeringen Ambities Stadsvisie Belastingen

Nadere informatie

Memo Reg.nr.: O-FIN/2013/16 / RIS

Memo Reg.nr.: O-FIN/2013/16 / RIS Memo Reg.nr.: O-FIN/2013/16 / RIS 2013-37 Aan : Raadsleden gemeente Boxmeer Van : College van Burgemeester en Wethouders Kopie : Datum : 23 januari 2013 Onderwerp : Decembercirculaire 2012 Bijlage(n) :

Nadere informatie

Nota Reserves en Voorzieningen RMH

Nota Reserves en Voorzieningen RMH Nota Reserves en Voorzieningen RMH 1. Inleiding De reserves en voorzieningen vormen een belangrijk onderdeel van de vermogenspositie van de Regio Midden Holland (RMH). Zowel vanuit bestuurlijk als bedrijfseconomisch

Nadere informatie

*ONDER EMBARGO TOT DONDERDAG 19 MEI 2011, 15.00 UUR*

*ONDER EMBARGO TOT DONDERDAG 19 MEI 2011, 15.00 UUR* *ONDER EMBARGO TOT DONDERDAG 19 MEI 2011, 100 UUR* Raadsvoorstel GEMEENTEBESTUUR onderwerp Programmarapportage 2011-1 team SBSBD raadsnummer 2011 54 collegevergadering raadsvergadering fatale termijn programma

Nadere informatie

1 e HERZIENING BEGROTING Omgevingsdienst Brabant Noord

1 e HERZIENING BEGROTING Omgevingsdienst Brabant Noord 1 e HERZIENING BEGROTING 2017 Omgevingsdienst Brabant Noord 1. ALGEMEEN 1.1 Algemene uitgangspunten Op basis van de meest actuele ontwikkelingen is de op een aantal onderdelen bijgesteld. Bij de herziening

Nadere informatie

1. Mutaties Themabegroting 2017

1. Mutaties Themabegroting 2017 1. Mutaties Themabegroting 2017 Totaal per thema Mutaties Omschrijving thema Bedrag afwijking 1 Financiën en Bedrijfsvoering 17.200 2 Sociaal Domein 0 3 Onderwijs en Sport (accommodaties) -92.000 4 Eigen

Nadere informatie

Bijlage: 3 Bij welk oorspronkelijk stuk hoort de bijlage: 2009i00970 discussiememo p&c cyclus

Bijlage: 3 Bij welk oorspronkelijk stuk hoort de bijlage: 2009i00970 discussiememo p&c cyclus Postregistratienummer: 2009i01003 Bijlage: 3 Bij welk oorspronkelijk stuk hoort de bijlage: 2009i00970 Onderwerp: discussiememo p&c cyclus Naam auteur: Yvonne van Halem Memo Postregistratienummer: 2009i00628

Nadere informatie

Reactienotitie informatieavond Perspectiefnota (19 juni 2014) beantwoording/toelichting

Reactienotitie informatieavond Perspectiefnota (19 juni 2014) beantwoording/toelichting Reactienotitie informatieavond Perspectiefnota (19 juni 2014) beantwoording/toelichting 1. Algemene reserve (gelabeld deel) Het gelabelde deel van de algemene reserve neemt toe van 3.3 miljoen naar 5,2

Nadere informatie

Zuidplas. Raadsvoorstel. Aan de raad van de gemeente Zuidplas

Zuidplas. Raadsvoorstel. Aan de raad van de gemeente Zuidplas Raadsvoorstel raadsvergadering 04/07/2017 portefeuillehouder J. Hordijk L. Evers behandelend ambtenaar datum 24/05/2017 bijlagen Openbaar Geheim 8 ja nee Aan de raad van de gemeente Toelichting op de beslispunten

Nadere informatie

Overhevelingen van exploitatiebudgetten en investeringskredieten van 2017 naar 2018

Overhevelingen van exploitatiebudgetten en investeringskredieten van 2017 naar 2018 hwa Nee di verse nvt Ja Ja 7e wijziging van de begroti ng 2018 n.v.t. budgettair neutraal over de j aren heen I SO.00005350boxSO.00005350E Coll ege Registratienr.: BP18.00106 openbaar Ja Portefeuillehouder:

Nadere informatie