Gemeente Anzegem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 5-2 Weedries. augustus 2014, besluit

Transcriptie

1 Gemeente Anzegem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 5-2 Weedries augustus 2014, besluit

2 Colofon Formele procedure Dit document is een publicatie van: Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 - BE-8500 Kortrijk tel fax ruimte@leiedal.be Ontwerpers: Griet Lannoo Opdrachtgever: Gemeente Anzegem Plenaire vergadering voorontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan: 28 juni 2013 Voorlopige vaststelling van ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan in de gemeenteraadszitting van: 12 november 2013 Openbaar onderzoek van ontwerp gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan: 17 december 2013 tot 17 februari 2014 Advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO): 2 april 2014 Definitieve vaststelling van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan in de gemeenteraadszitting van: 26 juni 2014 Definitieve goedkeuring van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan: 14 augustus 2014 De Burgemeester: Claude Van Marcke De Schepen van Ruimtelijke Ordening: Jeremie Vaneeckhout De Gemeentesecretaris: Patrick Vandeputte 2 Gemeente Anzegem, RUP 5-2 Weedries Leiedal, augustus 2014

3 Inhoudsopgave Figurenindex figuur 01: Situering 5 figuur 02: Orthofoto 7 1. Situering Onderwerp van het RUP Ligging van het plangebied Begrenzing van het plangebied 6 figuur 03: Feitelijke toestand - bebouwing 8 figuur 04: Feitelijke toestand - open ruimte 8 figuur 05: Feitelijke toestand - ontsluiting 9 figuur 06: Feitelijke toestand - reliëf 9 2. Feitelijke toestand Ruimtelijke informatie Sfeerbeelden 10 figuur 07: Fotoreportage 11 figuur 08: Gewestplan 12 figuur 09: BPA nr 8 Weedries 13 figuur 10: Atlas der buurtwegen Juridische toestand 12 figuur 11: Herbevestiging van agrarische gebieden 13 figuur 12: Inventaris bouwkundig erfgoed 13 figuur 13: GRS Planningscontext Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Reconversie Weedries herbestemmen naar menging van wonen-kleinhandel en bedrijvigheid 15 figuur 14: Inrichtingsvoorstel 1 17 figuur 15: Inrichtingsvoorstel 2 18 figuur 16: Inrichtingsvoorstel 3 18 figuur 17: Uitwerking van inrichtingsvoorstel 19 figuur 18: Waterhoofdstuk 21 figuur 19: Waterhoofdstuk Planningsopties Programmatorische vragen Ruimtelijke randvoorwaarden Inrichtingsplan 16 figuur 20: Screening Plan-MER 23 figuur 21: Planbaten, planschade 24 figuur 22: Verordenend plan Technische screening Buurtwegentoets Watertoets Screening Plan-MER Planbaten, planschade, kapitaalschade, gebruikerscompensatie Op te heffen stedenbouwkundige voorschriften Ruimtebalans Verordenend grafisch plan en verordenende stedenbouwkundige voorschriften 27 Leiedal, augustus 2014 Gemeente Anzegem, RUP 5-2 Weedries 3

4 1. Situering 1.1 Onderwerp van het RUP Via dit ruimtelijk uitvoeringsplan wordt de herbestemming van het terrein tot een zone waar huisvesting, kleinhandel en lichte ambachtelijke activiteiten kunnen plaats krijgen behandeld. Vroeger was op deze site een slachthuis gevestigd. De activiteiten zijn stopgezet. Door de specifieke vormgeving van het complex kunnen de gebouwen moeilijk worden verhuurd, met uitzondering van de loods langs de Statiestraat. Door de lange leegstand is het complex bovendien al vaak beschadigd door vandalisme. Investeringen in het bestaande bedrijfscomplex is weinig zinvol. De eigenaar wenst het terrein om deze reden zo snel mogelijk een nieuwe invulling te geven dat ruimtelijk aansluit bij de functies in de omgeving. 1.2 Ligging van het plangebied Het plangebied is gelegen in Anzegem, aansluitend op de bebouwing van Anzegem Station. Het ligt in de hoek gevormd door de Statiestraat en de Balthazarstraat. 4 Gemeente Anzegem, RUP 5-2 Weedries Leiedal, augustus 2014

5 figuur 01: Situering Meters Leiedal, augustus 2014 Gemeente Anzegem, RUP 5-2 Weedries 5

6 1.3 Begrenzing van het plangebied Het plangebied omvat de kadastrale percelen die in eigendom zijn van een bedrijf en die grotendeels in gebruik waren door het slachthuis. 6 Gemeente Anzegem, RUP 5-2 Weedries Leiedal, augustus 2014

7 figuur 02: Orthofoto Meters Leiedal, augustus 2014 Gemeente Anzegem, RUP 5-2 Weedries 7

8 2. Feitelijke toestand 2.1 Ruimtelijke informatie Bebouwde ruimte Open ruimte Het terrein is voor een groot deel bebouwd. Het bestaande complex bestaat overwegend uit bedrijfsgebouwen. Langs de straat zijn enkele appartementen gebouwd. De loods aan de Statiestraat is in relatief goede staat. De andere gebouwen (kantoor + loodsen) op het terrein verkeren in (zeer) slechte staat. De onbebouwde ruimte van het plangebied bestaat uit verharding en halfverharding, struikgewas en bomen, braakliggend terrein en delen die aansluitend bij de omliggende akkers die in gebruik zijn als landbouwgrond. De open ruimte bij het bedrijf is verwaarloosd. De appartementen zijn nieuwbouw en zijn bewoond. In het noordelijk deel van het plangebied is een watertank aanwezig. De bebouwing in de onmiddellijke omgeving van het plangebied is gemengd van aard: er zijn woongelegenheden, een tankstation, een bakkerij, een reisbureau en een landbouwbedrijf aanwezig. De bouwhoogte in en rond het plangebied is beperkt tot twee bouwlagen met een dak. figuur 03: Feitelijke toestand - bebouwing figuur 04: Feitelijke toestand - open ruimte Balt Legende Bebouwing woningen kleinhandel leegstaande bedrijfsgebouwen landbouw niet-waterdoorlatende verharding Statiestraat Open ruimte waterdoorlatende verharding of kort gras bomen en struikgewas akker 8 Gemeente Anzegem, RUP 5-2 Weedries Leiedal, augustus 2014

9 Ontsluiting Reliëf Het terrein heeft meerdere toegangen, zowel vanuit de Statiestraat als vanuit de Balthazarstraat. De Statiestraat is een secundaire weg en zorgt voor een goede aansluiting op het hoger wegennet. Het plangebied wordt gekenmerkt door een markante terreinhelling. Nagenoeg diagonaal doorheen het terrein ligt een steil talud dat de overgang maakt tussen het plateau met de landbouwterreinen enerzijds, en de bebouwde omgeving van Anzegem Station anderzijds. De Balthazarstraat is een landelijke weg, met een relatief smal profiel, eens het plangebied voorbij. Op wandelafstand van het plangebied ligt het station. De spoorweg, net ten zuiden van de Statiestraat, wordt vooral ingezet voor personenvervoer. Legende Ontsluiting figuur 05: Feitelijke toestand - ontsluiting Wortegem figuur 06: Feitelijke toestand - reliëf secundaire weg spoorweg lokale verbindingsweg lokale ontsluitingsweg landelijke weg Waregem / E17 Reliëf B Kaster / N8 Leiedal, augustus 2014 Gemeente Anzegem, RUP 5-2 Weedries 9

10 2.2 Sfeerbeelden 10 Gemeente Anzegem, RUP 5-2 Weedries Leiedal, augustus 2014

11 figuur 07: Fotoreportage De bedrijfsgebouwen bestaan gedeeltelijk uit nieuwere gebouwen en oudere delen. De gebouwen worden gekenmerkt door leegstand en verval. Het reliëf heeft een belangrijke invloed op de landschappelijke impact van de gebouwen. De bebouwing langs de straat is lager gelegen dan de akkers. De bedrijfsgebouwen zijn gedeeltelijk ingegraven. Het reliëf vormt op zich een visuele buffer. Achteraan op het terrein is een watertank gelegen. Deze watertank is merkelijk lager dan de achterliggende akkers, maar heeft geen rol voor wateropvang van overtollig water vanuit de akkers. Het talud op het terrein is dicht begroeid met relatief jonge vegetatie. Een gedeelte van het terrein, op niveau van de omgevende akkers bestaat uit spontane begroeiing met grassoorten en onkruid. Het terrein is zeer oneffen. Het bedrijfsgebouw vooraan het terrein is relatief recent en nog in behoorlijke staat. Het wordt tijdelijk verhuurd als stapelruimte. De appartementen zijn aangebouwd aan de bedrijfsgebouwen. De bovenste appartementen beschikken over een buitenterras. De appartementen zijn op schaal van de bebouwde omgeving en zijn landschappelijk kwalitatief ingepast. In de straat zijn verschillende handelsactiviteiten en diensten aanwezig. Recht tegenover het plangebied vinden we een tankstation, een bakkerij en een reisbureau. Leiedal, augustus 2014 Gemeente Anzegem, RUP 5-2 Weedries 11

12 3. Juridische toestand figuur 08: Gewestplan Type plan Referentie Gewestplan Het gewestplan Kortrijk (K.B. 04/11/1977 en latere wijzigingen) deelt het plangebied onder in: woongebied met landelijk karakter landschappelijk waardevol agrarisch gebied BPA BPA nr. 8 Weedries, MB 22 juni Dit BPA bestemt het terrein als industriegebied in functie van het toenmalig bestaande slachthuis. Vooraan wordt parking voorzien. RUP Geen Goedgekeurde, niet vervallen verkavelingen Geen Milieuvergunningen Geen Legende II R N woongebieden woongebieden met landelijk karakter woonuitbreidingsgebieden milieubelastende industrieën agrarische gebieden landschappelijk waardevolle agrarische gebieden natuurgebieden met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten natuurgebieden bosgebieden gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut!!! bestaande hoogspanningsleidingen bestaande spoorwegen Beschermde monumenten, landschappen, beschermde stadsen dorpsgezichten Vogelrichtlijngebied Habitatrichtlijngebied Buurtwegen Waterlopen (categorisering) VEN-gebied, IVON-gebied Gemeentelijke verordeningen Andere Geen Geen Geen Geen Geen Geen Geen 12 Gemeente Anzegem, RUP 5-2 Weedries Leiedal, augustus 2014

13 figuur 09: BPA nr 8 Weedries Straatverharding Parking en opritten Industriegebied Voortuinstrook Groenscherm figuur 10: Atlas der buurtwegen figuur 11: Herbevestiging van agrarische gebieden plangebied categorie 0 : herbevestiging gewestplan Hoeve categorie 1 : Rup's op korte termijn categorie 2 : Rup's na verder onderzoek categorie 3 : Rup's op lange termijn, geen acties op korte termijn Boerenarbeidershuis Burgerwoning figuur 12: Inventaris bouwkundig erfgoed Neogotische burgerwoning Rij van vroeg 20ste-eeuwse burgerwoningen Leiedal, augustus 2014 Gemeente Anzegem, RUP 5-2 Weedries 13

14 4. Planningscontext 4.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen 4.3 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Het RSV stelt dat het integrale grondgebied van Anzegem gelegen is in het buitengebied; meer specifiek behoort Anzegem tot het Schelde-Leie interfluvium. De gemeente Anzegem werd geselecteerd als specifiek economisch knooppunt. Een economisch knooppunt is een gebied met een hoog aandeel aan werkgelegenheid. Economische knooppunten vormen samen met de poorten de bestaande ruimtelijkeconomische structuur van Vlaanderen. Het zijn de plaatsen waar het wenselijk is economische activiteiten te concentreren. Een economisch knooppunt is aldus een beleidsmatig begrip. Het RSV stelt de volgende beleidsmatige doelstellingen voorop ten aanzien van de gebieden voor economische activiteiten: het bundelen van economische activiteiten in economische knooppunten; het ondersteunen van de economische sterkte van iedere subregio; het ruimtelijk beleid ondersteunen met het economisch ontwikkelingsbeleid. 4.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen Anzegem is geselecteerd als structuurondersteunend hoofddorp. Het structuurondersteunend hoofddorp Anzegem is een kern die structuurondersteunend is voor wonen en werken in het buitengebied en hierbij een bovenlokale verzorgende rol vervult. Bijkomende woongelegenheden zijn mogelijk voor de opvang van de eigen groei van de huishoudens op het niveau van de kern, voor de aangroei van de huishoudens die niet kerngebonden zijn en van de huishoudens van andere op lager niveau geselecteerde kernen in het buitengebied. Lokale bedrijvigheid is mogelijk in verwevenheid met het wonen en er kan eveneens een lokaal bedrijventerrein van 5 ha worden voorzien met de mogelijkheid tot uitbreiding tijdens de planperiode. Voor specifieke economische knooppunten (buiten stedelijke gebieden) zoals Anzegem, werd wat betreft nieuwe lokale bedrijventerreinen verwezen naar de selecties binnen de gewenste nederzettingsstructuur. Regionale bedrijven worden in provinciale RUP s behandeld. Nieuwe kleinhandel prioritair verweven in de nederzettingsstructuur. De bestaande kleinhandel wordt behouden. Het PRS-WVl bepaalt dat nieuwe kleinhandelszaken zich enkel kunnen vestigen in de stedelijke gebieden, in de kernen van het buitengebied en in overige woonconcentraties. Verweving met andere functies moet hier de regel zijn. De Statiestraat is geselecteerd als een secundaire weg categorie II. GRS RD pg. 8 De bebouwde kern van Anzegem/Anzegem Station moet behouden worden als een coherent, aaneengesloten structuurondersteunend hoofddorp met een versterkte relatie tot het omliggende heuvelachtige landschap. Het hoofddorp Anzegem/Anzegem Station moet structuurondersteunend zijn op vlak van wonen en werken in het buitengebied én dient een verzorgende rol te vervullen met diverse handels- en gemeenschapsvoorzieningen. De secundaire weg N382 en de spoorlijn Kortrijk-Brussel moeten de dragers vormen van de bestaande bedrijvigheid rond Anzegem Station. Deze bedrijvigheid moet geïntegreerd worden met de bestaande woningconcentratie rond Anzegem Station en met het omliggende landschap van de heuvelrug. GRS RD pg. 10 Door het verder verdichten en inbreiden van de bestaande dorpskernen kunnen wonen, werken en voorzieningen geconcentreerd, verdicht en verweven worden zodat de leefbaarheid van de dorpskernen wordt verhoogd en het onderscheid tussen de dorpskernen en de omliggende open ruimte sterker wordt. Leefbaarheid houdt in dat de dorpskernen voldoende kwaliteitsvolle ruimte bieden aan allerlei activiteiten (wonen, werken, voorzieningen, vrije tijdsbesteding,...) om het leven in deze dorpskernen in zijn totaliteit aantrekkelijk en aangenaam te maken. Verdichting, reconversie, kwalitatieve inrichting van de openbare ruimte, ruimte voor groen- en gemeenschapsvoorzieningen, minimale diensten en voorzieningen, diversiteit in het woningpatrimonium, verweving van activiteiten zijn belangrijke accenten bij nieuwe ontwikkelingen in deze dorpskernen. GRS RD pg. 11 Bij het structuurondersteunend hoofddorp Anzegem moeten de N382 en de spoorlijn Kortrijk-Brussel instaan voor de ontsluiting van de bedrijvigheid. GRS RD pg Het streven naar verdichting en inbreiding vertaalt zich niet enkel in het bebouwen van vrije juridisch bestaande effectieve bouwgronden, maar ook in het stimuleren van de renovatie, het saneren en/of de vervangingsbouw van verouderde en leegstaande woningen in de dorpskernen. Op deze manier kan de leegstand, verpaupering en verkrotting tegengegaan worden en worden de dorpskernen geherwaardeerd. Naast het optimaliseren van het bestaande woningpatrimonium kan op enkele plaatsen ook de directe omgeving opgewaardeerd worden. Door een kwalitatieve inrichting van het openbaar domein, het voorzien van voldoende groen in of in de nabijheid van de dorpskernen, het bieden van voldoende parkeervoorzieningen in de dorpscentra, het streven naar een harmonieuze verweving van centrumfuncties, het verhogen van de verkeersleefbaarheid en verblijfsfunctie in de dorpskernen,... kan een kwalitatieve woonomgeving gecreëerd worden. Bovendien kan in de dorpskernen ook de reconversie van onbenutte industrieterreinen of leegstaande industriegebouwen naar andere functies gestimuleerd worden. GRS RD pg. 34 Om hun verzorgende rol als hoofddorpen te valoriseren moeten de kleinhandelsvoorzieningen in de centrumgebieden van Vichte en Anzegem maximaal behouden worden. 14 Gemeente Anzegem, RUP 5-2 Weedries Leiedal, augustus 2014

15 4.4. Reconversie Weedries herbestemmen naar menging van wonen-kleinhandel en bedrijvigheid figuur 13: GRS Legende Reconversie wordt ook voorzien binnen de geplande wijziging van het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen (PRS WV). In de zitting van 12/01/2012 heeft de deputatie het addendum van het PRS-WV goedgekeurd ten behoeve van de plenaire vergadering, die plaatsvond op 5 en 7 maart Hierin werden onderstaande technische wijzigingen in de gewenste nederzettingsstructuur (PRS-WV p.145) opgenomen, die de keuze van het gemeentebestuur ondersteunen. De provincie stimuleert reconversies binnen de bebouwde ruimte (PRS-WV p.146) omdat hierdoor de ruimtelijke kwaliteit van bepaalde sites en van de omgeving kan worden opgewaardeerd. Met de bebouwde ruimte worden de stedelijke gebieden, de geselecteerde kernen en de overige woonconcentraties bedoeld. Deze doelstelling geeft uitvoering aan het principe van duurzaam ruimtegebruik. Bij een reconversie dient in de eerste plaats te worden onderzocht of de benutte gronden niet opnieuw kunnen worden ingezet voor de huidige bestemming. Indien dit niet meer mogelijk of wenselijk is, is het van belang deze gebieden opnieuw in te zetten voor andere ruimtevragen. Op die manier wordt op termijn meer open ruimte gevrijwaard omdat er minder nieuwe gebieden voor het opvangen van deze ruimtevragen moeten worden aangesneden. B A? Centrumgebied van Anzegem : - centrumas Kruisweg-Kerkstraat - 2 polen : A. Dorpsplein B. Sint-Vincentius / Torrebos Verblijfsgebieden van Anzegem Woonlinten Bedrijvigheid met groenbuffer Zoekzone voor nieuw lokaal bedrijventerrein Wooninbreiding op korte termijn Woonuitbreiding op korte termijn 2 recreatieve polen Volgende principes voor reconversies worden vooropgesteld (PRS-WV p.154): Bij de reconversies dient een afweging te worden gemaakt van alle noden en behoeften binnen de gemeente (lokale bedrijvigheid, gemeenschapsvoorzieningen, recreatie, lokale handelsfuncties, wonen voor diverse doelgroepen, groenvoorzieningen, ). Hierbij dient te worden onderzocht welke van deze noden en behoeften er in het betreffende gebied kunnen worden opgevangen. Om de reconversie van die gebieden te stimuleren wordt geen compensatie meer gevraagd door het schrappen van woonuitbreidingsgebieden. Wel is het van belang dat eenmaal de herbestemming juridisch mogelijk is, dit als aanbod voor de betreffende functie (wonen, lokale bedrijvigheid) wordt bekeken. Dit betekent dat er op termijn minder nieuwe gebieden zullen moeten aangesneden worden om de diverse ruimtevragen een plek te geven. Bij de herbestemming van de reconversiegebieden dienen alle mogelijke functies afgewogen te worden. De noden die leven binnen de gemeente dienen in kaart te worden gebracht: lokale bedrijvigheid, gemeenschapsvoorzieningen (school, bibliotheek, jeugdlokalen, ), recreatie, lokale handelsfuncties, wonen voor diverse doelgroepen, groenvoorzieningen, De potenties van het gebied dienen maximaal benut te worden voor het realiseren van een verwevenheid aan functies waarvoor een behoefte aanwezig is. Hierbij is het belangrijk om rekening te houden met het bereikbaarheidsprofiel van het gebied. De invulling van het reconversiegebied moet aan een aantal kwalitatieve randvoorwaarden voldoen. B Kaster / Kerkhove / N8 B Gemeenschapsvoorzieningen Kasteelpark, kasteelbos & kasteel van Hemsrode Beekvalleien N382 als secundaire weg cat. 2 Lokale verbindingswegen Lokale gebiedsontsluitingswegen Spoorlijn Kortrijk-Brussel met Anzegem-station Hoogspanningsleidingen In de voorgestelde wijziging van het PRS WV dient te worden gemotiveerd waarom de huidige bestemming is achterhaald. Het vigerende BPA werd ooit opgemaakt om de bedrijfsactiviteiten van Weedries te verzekeren en uitbreiding mogelijk te maken in afwijking van het gewestplan. De slachterij Weedries is niet langer actief op de site. Het behoud van één nieuwe industriële bestemming binnen het bestaande complex is niet evident en ook niet langer wenselijk. Een nieuwe bedrijvigheid op schaal van Weedries is moeilijk te verzoenen met de omringende woonomgeving langs de Statiestraat en het achterliggende open landschap. Een afbraak van de huidige bedrijfsgebouwen zal noodzakelijk zijn om een nieuwe ontwikkeling op deze site alle kansen te bieden. Na afbraak dient nagedacht te worden over een ruimere invulling dan wat mogelijk is in het vigerende BPA. Een invulling langs de Statiestraat op schaal van de omgeving (menging van wonen en kleinhandel) zal een kwalitatieve afwerking van Anzegem Station ten goede komen. De achterliggende grond kan opnieuw worden opgevuld met bedrijvigheid, maar met een kleinere schaal en met lichte ambachtelijke bedrijfsactiviteiten, die naar verkeersintensiteit de draagkracht van de omgeving niet overschrijden. Het bestaande groenscherm dient te worden behouden. De potenties van de plek worden op deze manier maximaal benut. De reconversie zal worden ingezet om de functieverwerving van het plangebied (wonen-kleinhandel en lokale bedrijvigheid gebufferd door een kwalitatief groenscherm) met zijn omgeving te versterken. Leiedal, augustus 2014 Gemeente Anzegem, RUP 5-2 Weedries 15

16 5. Planningsopties 5.1 Programmatorische vragen 5.3 Inrichtingsplan Gezien de ligging van het plangebied langs de N382, tussen Anzegem en Anzegem Station en in een woonomgeving, wordt voorgesteld om een nieuwe bestemming aan het terrein toe te kennen waarin een zekere mate van functieverweving mogelijk is. Anzegem heeft een ondersteunende functie voor haar deelgemeenten en wil haar rol in deze verder versterken. Naast mogelijkheden voor een aantal bijkomende woongelegenheden kunnen op het terrein kleinhandel (langs de Statiestraat) en lokale bedrijvigheid (op het achterliggende terrein) worden voorzien. Deze beide activiteiten kaderen binnen de ontwikkelingsmogelijkheden van de stationsomgeving van Anzegem. De functies moeten een bijdrage leveren tot de verzorgende rol van het structuurondersteunend hoofddorp Anzegem. Op het terrein moet voldoende ruimte vrijgehouden worden om de eigen parkeerbehoefte op te vangen. Verder moet de inrichting en de aanleg van het terrein inspelen op de specifieke karakteristieken van het terrein (reliëf) en de doelstellingen van Anzegem om te zorgen voor een aantrekkelijke woonomgeving. 5.2 Ruimtelijke randvoorwaarden De nieuwe invulling van het terrein moet inpasbaar zijn in de omgeving. De grootte van de gebouwen, het verkeersgenererend karakter van de activiteiten en impact van de activiteiten op de omgeving moeten binnen de ruimtelijke draagkracht van de omgeving blijven. Op het terrein moet aandacht besteed worden aan een kwalitatieve inrichting van de open ruimte. Het reliëf is structuurbepalend voor de inrichting van het terrein. De delen van het plangebied die in gebruik zijn voor landbouwproductie, bovenaan het talud, kunnen behouden blijven als landbouwgrond. Ook het bestaande groenscherm, dat vandaag reeds zorgt voor een visuele groenbuffer naar het landschap, moet worden behouden. Bij de uitwerking van een reconversie-project wordt voorgesteld om als bebouwbare oppervlakte deze delen van het terrein te nemen, die nagenoeg overeenstemmen met de huidige bebouwde en verharde oppervlakte op de site van de leegstaande slachterij. Het bestaande groenscherm kan hierdoor maximaal worden behouden. Bijgevoegde inrichtingsplannen zijn informatief, met als doel de mogelijkheden op het terrein te onderzoeken. Op basis van het onderzoek worden de randvoorwaarden vastgesteld die de nodige garanties moeten bieden voor ruimtelijke kwaliteit. Deze randvoorwaarden worden vertaald in het verordenend plan en de stedenbouwkundige voorschriften. De inrichtingsplannen stellen volgende ingrepen voor: De bestaande bedrijfsbebouwing wordt volledig verwijderd. Enkel deze gronden die ooit werden gebruikt in functie van de slachterij worden opnieuw als bouwzone weerhouden in dit RUP. Dit betekent een beperkte inkrimping van de bouwmogelijkheden t.o.v. het voormalige BPA. Het bestaande niveauverschil op het terrein vormt de scheiding tussen de lager gelegen zone A en de hoger gelegen zone B. Op de zone A langs de Statiestraat wordt een bebouwing in 2 bouwlagen met hellend dak/drie bouwlagen met plat dak voorgesteld, waarbij de gelijkvloers kan worden gebruikt als handelsruimte/kantoren en diensten met een maximum oppervlakte tot 850 m². Het achterliggende deel van het perceel, zone B, wordt opnieuw ingevuld met bedrijvigheid, maar op schaal van de omgeving (max m²), met een ambachtelijke invulling (schrijnwerkerij, tuinaanleg,...) met een beperkte verkeersaantrekking. Centraal in het terrein wordt de parkeerplaats voor de mogelijke kleinhandelszaak voorzien. De parkeerplaats is enkel bereikbaar via de Balthazarstraat. De groenbuffer tussen de bebouwing en de omliggende akkers blijft behouden als visuele afscherming naar de achterliggende hogergelegen open ruimte. Het terrein dat momenteel in gebruik is als akker kan in gebruik blijven voor landbouwdoeleinden. Op bovenstaande ingrepen zijn diverse varianten mogelijk (zie ook bijgevoegde schetsen): De bebouwing kan op verschillende manieren op het terrein geschikt worden, in functie van de grootte van de kleinhandelszaak en de bijhorende parkeerbehoefte. De resterende ruimte zal bepalend zijn voor de grootte van de lokale bedrijfszone, die al dan niet voldoende ruim is voor de inplanting van 1 bedrijf (voorstel 1) of 2 ambachtelijke bedrijfspercelen (voorstel 2 en 3). Boven de kleinhandelzaak kunnen appartementen worden voorzien (voorstel 1 en 2) met terras gericht naar de Statiestraat en/of een terras bovenop het onderliggende bouwvolume, of appartementen met tuin op het gelijkvloers (voorstel 3). De ontsluiting van het terrein wordt steeds volledig op de Baltazarstraat georiënteerd. De ontsluiting voor bedrijfsmatig verkeer is afhankelijk van de concrete inrichting van het terrein met name: het aantal, de plaatsing en de aard van nieuwe activiteiten op de site. Het terrein wordt volgens de helling van het terrein opgedeeld in stroken of terrassen. Op die terrassen worden bouwvolumes en/of vlakken voor parking voorzien. De functies en de grootte van deze bouwvolumes kunnen variëren. Het reliëf kan sterker doorwerken door de bebouwing gedeeltelijk in het talud in te werken en te voorzien van een groen dak dat overloopt in het groengebied achter de gebouwen. De wateropvang kan worden georganiseerd op het laagste deel van het terrein. In de drie inrichtingsvoorstellen die hierna volgen illustreren de verschillende mogelijke invullingen van het terrein. De concrete inrichting van het terrein moet verder vorm krijgen in het kader van het bouwplan. Op dat moment zal de bouwheer duidelijkheid hebben over kandidaat investeerders en hun concrete behoeften. 16 Gemeente Anzegem, RUP 5-2 Weedries Leiedal, augustus 2014

17 Leiedal, augustus 2014 Gemeente Anzegem, RUP 5-2 Weedries 17 ZONE B lokale bedrijvigheid max 2500m² niveauverschil parking ZONE A handel/diensten op gelijkvloers max 850m² wonen op bouwlaag +1,+2 garage

18 Inrichtingsvoorstel 1 Dit inrichtingsvoorstel vertrekt van een programma waarbij een vrij grote winkel zich vestigt op de zone A langs de Statiestraat, in combinatie met een appartementsblokje, van 3 bouwlagen hoog, dat de Statiestraat afbouwt. Deze manier van bouwen correspondeert met de bestaande appartementen op de site. De ondiepe appartementen (10 m) zijn voorzien van een ruim zonnig terras aan de straatzijde. De winkeloppervlakte van de handelszaak bedraagt 850 m² en is voorzien van een parkeerterrein voor ongeveer een 40-tal wagens (parking: 2,75 m x 5 m). Dergelijke bouwvolume met bijhorende parking is voldoende om een lokale supermarkt (bv. Okay) op te kunnen richten. Het signaalelement van de winkel (reclame) kan zich integreren in de architectuur aan de voorzijde. De inkom tot de winkel ligt aan de zijde van de parking. Laden en lossen gebeurt op het terrein zelf. Achteraan op de site, op zone B, wordt een perceel voorzien voor een lokaal bedrijf. De oppervlakte bedraagt m², wat beantwoordt aan een gemiddelde perceelsgrootte voor dergelijke bedrijvigheid. Beide zones worden voorzien van groeninkleding. De bestaande buffer wordt hiervoor behouden en vormt een scherm voor de nieuwe ontwikkeling naar het achterliggende landschap. Het bestaande niveauverschil van 1,70 m, tussen het hoger en het lager deel, bevindt zich ongeveer op de scheidingslijn tussen het winkelperceel en het lokaal bedrijf. Ongeveer op het laagste deel, in de groenzone tussen het winkel- en het bedrijfsperceel, is ruimte voorzien voor waterbuffering. 18 Gemeente Anzegem, RUP 5-2 Weedries Leiedal, augustus 2014

19 Inrichtingsvoorstel 2 Het tweede inrichtingsplan voorziet op de voorste strook, langs de weg, een totale winkeloppervlakte van 670 m², die ofwel door één winkel of twee winkels kan worden opgevuld. De winkelruimte schuift zich onder een aantal appartementen (2 bouwlagen), waardoor een etalage mogelijk is langs de straat. Net zoals het inrichtingsvoorstel 1 organiseert het parkeren (20 parkeerplaatsen) zich achter de winkelruimte. Dergelijke winkeloppervlakte met parking worden courant aangeboden op de huurmarkt. Achter het winkelperceel bevinden zich op de hoger gelegen zone twee percelen voor lokale bedrijvigheid. De percelen bedragen ongeveer m² (gebouw: 45 m x 17 m) en m² (gebouwen: 35 m x 20 m). Beide percelen zijn voorzien van eigen parkeerplaatsen en laad- en losruimte. Deze percelen zijn voldoende voor kleine lokale bedrijven. Beide zones worden voorzien van groeninkleding. Opnieuw wordt de bestaande buffer hiervoor behouden. Het groen vormt een scherm voor de nieuwe ontwikkeling naar het achterliggende landschap. De niveauverschillen worden opgevangen tussen de verschillende percelen. Ongeveer op het laagste deel, in de groenzone tussen het winkel- en het bedrijfsperceel, is ruimte voorzien voor waterbuffering. Conclusie Het terrein leent zich om, uitgaande van de vooropgestelde inrichtingsprincipes, verschillende ontwikkelingen toe te laten. De bedoeling van dit RUP is om deze flexibele inrichting toe te laten, maar met duidelijke richtlijnen omtrent een aantal ruimtelijke randvoorwaarden: de zonering tussen zone A en zone B wordt duidelijk verankerd in het plan, de maximale terreinbezettingen worden opgenomen in de verordenende voorschriften, het groenscherm wordt behouden. Leiedal, augustus 2014 Gemeente Anzegem, RUP 5-2 Weedries 19

20 6. Technische screening 6.1 Buurtwegentoets Er zijn geen buurtwegen in het plangebied. screeningsgerechtigd is, wordt voor het betreffende plan op basis van een screening geoordeeld of het aanzienlijke milieueffecten kan hebben. Situering 6.2 Watertoets Terreinkenmerken Het terrein is gevoelig voor erosie. Het meest zuidelijke deel is sterk gevoelig voor grondwaterstroming. Het overige deel is matig gevoelig voor grondwaterstroming. In het terrein zijn sterke hellingen aanwezig. De bodem van het terrein is gevoelig voor infiltratie. In het terrein is er geen overstromingsrisico. Er lopen geen waterlopen doorheen of in de onmiddellijke omgeving van het terrein. Het terrein is gelegen in een zone dat aangesloten is (of wordt) op een gescheiden afvalwaterriolering, met uitzondering van het noordelijk deel van het plangebied. Plankenmerken Met het RUP wordt voorzien in de reconversie van een bestaande bedrijfssite. De oppervlakte aan bebouwing en verharding zal niet toenemen met de realisatie van dit RUP. Er worden specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot vertraagde waterafvoer en waterinfiltratie. Dit gaat zowel om groendaken als om waterbuffering op het terrein. Conclusie Voor het plangebied werd, in kader van de voorgaande RUP-procedure, het onderzoek tot milieueffectenrapportage afgerond. Uit dit onderzoek werd geconcludeerd dat voor het voorliggende RUP, rekening houdend met de beperkte effecten van de mogelijke ingrepen ten opzichte van de huidige referentiesituatie en de voorkomende milderende maatregelen en toepassing van de geldende reglementering, geen aanzienlijke milieueffecten worden verwacht. De dienst MER heeft op 06/01/2011 formeel beslist dat er geen Plan-MER dient opgemaakt te worden. Aangezien de uitgangspunten voor de ontwikkeling van de site Weedries in kader van dit RUP werden bijgesteld in functie van de ruimtelijke draagkracht van de omgeving, en de verwachte milieueffecten bijgevolg nog beperkter zullen zijn, werd een herbevestiging van de ontheffing aangevraagd bij de dienst MER. Op 21 juni 2013 heeft de Dienst MER geconcludeerd dat het voorgenomen plan geen aanleiding heeft tot aanzienlijke negatieve milieugevolgen en dat de opmaak van een plan-mer, zoals eerder beslist, niet nodig is. Basisinformatie m.b.t. de screening In functie van de inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten voor de verschillende effectdisciplines wordt naast de kaarten onder de hoofdstukken feitelijke en juridische toestand onder andere gebruik gemaakt van volgend kaartmateriaal: BWK, landschapsatlas: relictzones, ankerplaatsen, lijnrelicten, bodemkaart, Seveso-bedrijven. Verloop procedure In alle redelijkheid kan geoordeeld worden dat er geen schadelijke effecten op de waterhuishouding zullen zijn met de realisatie van dit RUP. Naar alle waarschijnlijkheid zal de realisatie van het RUP een positief effect hebben op de waterhuishouding. 6.3 Screening Plan-MER Kader Het RUP is niet van rechtswege onderworpen aan de Plan-MER-plicht want: 1. Het RUP vormt het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I, II of III van het m.e.r.-besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 (zoals gewijzigd op 1 maart 2013), namelijk voor de rubriek 10 a industrieterreinontwikkeling en/of 10b stadsontwikkeling van bijlage III. Het RUP bepaalt echter het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau. Het RUP is dus screeningsgerechtigd. 2. Het RUP betreft geen plan, waar gelet op het mogelijk betekenisvolle effect op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist volgens het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu. Daar het RUP niet van rechtswege onderworpen is aan de Plan-MER-plicht, maar wel Voor het voorliggende plangebied is het onderzoek tot milieueffectenrapportage reeds tijdens een vorige RUP-procedure doorlopen. Uit dit onderzoek werd geconcludeerd dat, rekening houdend met de beperkte effecten van de mogelijke ingrepen ten opzichte van de huidige referentiesituatie en de voorkomende milderende maatregelen en toepassing van de geldende reglementering, geen aanzienlijke milieueffecten worden verwacht. Bijgevolg wordt voorgesteld ontheffing te verlenen tot opmaak van een Plan-MER. Volgende stappen werden doorlopen: verzoek tot raadpleging opstellen, verzoek tot raadpleging opsturen naar de bevoegde instanties. Volgende instanties werden voor advies gevraagd: Provinciebestuur West-Vlaanderen Dienst Ruimtelijke Planning St.Andries- Brugge Agentschap Ruimte en Erfgoed RO West-Vlaanderen Brugge Departement MOW Brussel Departement Landbouw en Visserij Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Brugge Departement LNE Afdeling Land en Bodenbescherming, Ondergrond, Natuurlijke Dienst Land en Bodembescherming - Brussel coördineren van de adviezen, einddossier overmaken aan de dienst MER, beslissing dienst MER op 06/01/2011, herbevestiging van de beslissing dienst MER op 21/06/2013 openbaarmaking van de beslissing van de dienst MER. 20 Gemeente Anzegem, RUP 5-2 Weedries Leiedal, augustus 2014

21 figuur 18: Waterhoofdstuk De nieuwe kaart van de overstromingsgevoelige gebieden wijkt voor het plangebied van het RUP niet af van de oude kaart en/of de uitgevoerde watertoets in de plan-mer-screening. Legende plangebied overstromingsgevoelige gebieden niet overstromingsgevoelig effectief overstromingsgevoelig mogelijk overstromingsgevoelig waterlopen bevaarbare waterlopen beek categorie 1 beek categorie 2 beek categorie 3 niet-gecatalogeerde beek Meters Leiedal, augustus 2014 Gemeente Anzegem, RUP 5-2 Weedries 21

22 figuur 19: Waterhoofdstuk Bouvelobos en Hemsrode Lemig Leie-Schelde interfluvium Sint-Jan-de-Doper en Sint-Eligiuskerk Anzegem % Legende plangebied biologische waarderingskaart Faunistisch belangrijk gebied biologisch minder waardevol complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen biologisch waardevol complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen biologisch zeer waardevol biologische waarderingskaart Lemig Leie-Schelde interfluvium INBO/AGIV, september 2010 landschapsatlas RWO/AGIV, augustus 2001 landschapsatlas ankerplaatsen lijnrelikten % puntrelikten reliktenzone traditionele landschappen bodemkaart 01. Antropogeen 09. Nat zandleem 10. Vochtig zandleem 11. Droge zandleem 15. Natte klei 16. Vochtige klei sevesobedrijven! zie kaart 0 0,5 1 Kilometers bodemkaart VLM/AGIV, 2001 sevesobedrijven LNE, april Gemeente Anzegem, RUP 5-2 Weedries Leiedal, augustus 2014

23 figuur 20: Screening Plan-MER Legende plangebied waterlopen (VHA) bevaarbare waterlopen beek categorie 1 beek categorie 2 beek categorie 3 niet-gecatalogeerde beek waterlopen VMM/AGIV, januari 2013 grondwaterstromingsgevoelige gebieden VMM/AGIV, juli 2006 grondwaterstromingsgevoelige gebieden geen informatie beschikbaar zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1) matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2) weinig gevoelig voor grondwaterstroming (type 3) infiltratiegevoelige bodems niet infiltratiegevoelig infiltratiegevoelig zoneringsplan centraal gebied (reeds of binnenkort berioleerd en aangesloten op zuiveringsstation) collectief geoptimaliseerd buitengebied (reeds of binnenkort berioleerd en aangesloten op zuiveringsstation) collectief te optimaliseren buitengebied (nog te berioleren, en/of aan te sluiten op zuiveringsstation) individueel te optimaliseren buitengebied (individuele zuiveringsinstallatie te voorzien op eigen perceel) infiltratiegevoelige bodems VMM/AGIV, juli 2006 zoneringsplan VMM/Gemeenten, 2009 Leiedal, augustus 2014 Gemeente Anzegem, RUP 5-2 Weedries 23

24 figuur 21: Planbaten, planschade Legende Percelen die in aanmerking kunnen komen voor planbaten BED_WON van bedrijvigheid naar wonen Percelen die in aanmerking kunnen komen voor planschade: BED_GRO van bedrijvigheid naar bos, overig groen of reservaat en natuur Disclaimer: deze kaart is louter informatief en doet op geen enkele manier rechten of plichten ontstaan Meters 24 Gemeente Anzegem, RUP 5-2 Weedries Leiedal, augustus 2014

25 6.4 Planbaten, planschade, kapitaalschade, gebruikerscompensatie Om een beeld te krijgen van de percelen die mogelijks in aanmerking kunnen komen voor planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikercompensatie wordt de kaartlaag met bestemmingen voor de inwerkingtreding van het RUP vergeleken met de kaartlaag met de bestemmingen die in dit RUP worden voorzien. Deze aanduiding is puur informatief en planologisch van aard. Er is geen onderzoek gebeurd naar de eigendomsstructuur, mogelijke vrijstellingen of uitzonderingsgronden. 7. Op te heffen stedenbouwkundige voorschriften Het gewestplan Kortrijk (K.B. 04/11/1977 en latere wijzigingen) voor de bestemmingsvoorschriften van het plangebied: woongebied met landelijk karakter landschappelijk waardevol agrarisch gebied Het BPA nr. 8 Weedries, MB 22 juni Percelen die in aanmerking kunnen komen voor planschade Op basis van de vergelijking van de bestemmingen van het gewestplan en de bestemmingen in het voorliggende RUP komen geen terreinen in aanmerking voor planschade. Op basis van de vergelijking van de bestemmingen van het BPA Weedries en de bestemmingen in het voorliggende RUP komt delen van zone voor bedrijfsgebied die naar zone voor groenscherm/buffergroen en naar zone voor gemengd open ruimtegebied worden omgezet in aanmerking voor planschade. 8. Ruimtebalans Nr Bestemming gewestplan Bestemming RUP hoofdcategorie Opp (m²) 1 landbouw bedrijvigheid m² Percelen die in aanmerking kunnen komen voor planbaten Op basis van de vergelijking van de bestemmingen van het BPA en de bestemmingen in het voorliggende RUP komt het gedeelte dat van bedrijvigheid naar zone voor gemengde functies wordt omgezet in aanmerking voor planbaten. Percelen die in aanmerking kunnen komen voor kapitaalschade of gebruikerschade Op basis van de vergelijking van de bestemmingen van het gewestplan en de bestemmingen in het voorliggende RUP komen geen terreinen in aanmerking voor kapitaalschade en/of gebruikerscompensatie. Nr Bestemming BPA Weedries Bestemming RUP Opp (m²) 1 bedrijvigheid zone voor gemengde functies m² 2 bedrijvigheid zone voor groenscherm en m² gemengd open ruimte-gebied Leiedal, augustus 2014 Gemeente Anzegem, RUP 5-2 Weedries 25

26 bedrijventerreinen stedenbouw milieu informatie- en communicatietechnologie mobiliteit herbestemmingsprojecten intergemeentelijke samenwerking projectontwikkeling streekontwikkeling