Vak 2.B.1. Samenvatting. Vaardigheidsonderwijs week 4. Geneeskunde, jaar 2

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vak 2.B.1. Samenvatting. Vaardigheidsonderwijs week 4. Geneeskunde, jaar 2"

Transcriptie

1 Vak 2.B.1 Samenvatting Vaardigheidsonderwijs week 4 Geneeskunde, jaar 2

2 Vaardigheidsonderwijs VO 1: Cellulaire interacties in de immuunrespons De immuunrespons is een uitermate nauwkeurig gereguleerd proces. Cruciaal hierbij is de activering van T-helpercellen door antigeenpresenterende cellen (APC), die eerder antigeen hebben opgenomen en verwerkt, en zelf geactiveerd zijn tot effectieve APC. Geactiveerde T- helpercellen gaan prolifereren en stimuleren op hun beurt de activatie van B-cellen. Dit proces vindt plaats in de lymfeklier, die door zijn unieke microanatomische structuur alle elementen, die nodig zijn voor de immuunrespons, optimaal bij elkaar brengt. Het endotheel in de hoog endotheliale venulen brengt veel adhesiemoleculen tot expressie doordat het geactiveerd is. Een rustende lymfocyt is klein, heeft een randje cytoplasma en gecondenseerd chromatine. Een geactiveerde lymfocyt is mediumgroot, met groer cytoplasma, disper chromatine en nucleoli. De plasmacel is mediumgroot met groot cytoplasma, heterochromatine en een negatief Golgi beeld. We onderscheiden drie gebieden in een lymfeklier: - Cortex kapsel, kapselsinus / randsinus, trabekelsinus en follikels. - Paracortex hoogendotheliale venulen - Merg = medulla mergstrengen en mergsinussen. Lokalisatie van verschillende celtypen en hun functie in de lymfeklier: Primaire B-follikels bevatten IgM positieve B-cellen die nog niet geactiveerd zijn, de IgM aankleuring is vooral op de membranen zichtbaar. B-cellen zijn in lage concentraties in de paracortex aanwezig, want hier moeten ze doorheen tijdens hun migratie van follikels naar het merg. De paracortex is het T-celgebied. T-cellen verlaten de lymfeklier met de efferente lymfe mee om te kunnen recirculeren en zitten daarom ook tijdelijk in de mergstrengen en mergsinussen Macrofagen bevinden zich vooral in de sinussen, daar wachten ze op alles wat binnenkomt met de afferente lymfe, zodat ze direct kunnen fagocyteren. Ook bevinden zich macrofagen rond de bloedvaten die de lymfeklier van bloed voorzien. Het bloed dat binnenkomt via HEV wordt ook gefilterd, dit gebeurt in trabeculae. Dendritische cellen in de paracortex noemen we ook wel interdigiterende cellen (IDC). Hun functie is het presenteren van peptiden aan T-cellen in de paracortex. Dendritische cellen zorgen voor de verbinding van de primaire en de secundaire immuunrespons. Het zijn leukocyten. IDC hebben uitlopers tussen de T cellen liggen. Folliculaire dendritische cellen zijn gerelateerd aan fibroblasten (het zijn dus geen leukocyten). Hun functie is het presenteren van immuuncomplexen aan B-lymfocyten via Fcreceptoren en C3 receptoren voor de B-geheugencelvorming. Hierdoor test de B-cel of zijn immunoglobuline past op het antigeen na alle veranderingen die zijn opgetreden tijdens de differentiatie. Hierbij spelen een relatief hoge dichtheid aan receptoren voor immunoglobulinen en complement op het oppervlak van folliculaire DC een rol. Plasmacellen bevinden zich in de medulla. Plasmacellen hebben relatief veel cytoplasma met hierin een lichter gebied vlak bij de kern (negatief Golgibeeld of halo) en een perifeer gelegen kern. Ze kleuren sterk basofiel doordat het eiwitfabrieken zijn met veel mrna.

3 In het follikelcentrum van een secundaire follikel vindt de klasse switch, affiniteitsmaturatie en B- geheugencelvorming plaats. Het follikelcentrum is herkenbaar door een lichter gekleurd gebied met daaromheen een krans van donkerder gekleurde lymfocyten (de corona). In het follikelcentrum kun je mitosen zien en tingible body macrofagen. Tingible body macrofagen zijn grote cellen met een zeer licht gekleurde kern en veel cytoplasma. Hun functie is het verwijderen van fout geprogrammeerde B-cellen. Tijdens een follikelcentrumreactie gaan er relatief veel B-cellen dood doordat ze antigeen hebben gebonden. Stimulatie van de lymfocyten in een lymfeklier treedt niet alleen op in reactie op een microbiële infectie, maar ook in reactie op een immunogene tumor. Een maligne melanoom roept op die manier een sterke immuunreactie op. Casus: maligne melanoom Vrouw, 35 jaar oud, maligne melanoom is eerder verwijderd van de knieholte van haar rechterbeen. De arts besluit tot re-excisie van het gebied om de tumor heen en van de drainerende iliacale en inguinale lymfeklieren. Vraagstelling aan de patholoog: metastasen gevonden? Is de lymfeklier geactiveerd? Conclusie na beoordeling van de lymfeklier: geen metastasen, maar de lymfeklier is wel geactiveerd. Kinetiek van de immuunrespons De kinetiek van een infectie is af te lezen aan het aantal CFU bacteriën dat gekweekt wordt. CFU staat voor colony forming unit. Dag 1 Enkele Ag-specifieke T-celclusters ontstaan rond de dendritische cellen in de paracortex. Er vindt reductie van oppervlakte IgM in Ag-specifieke folliculaire B-cellen (IgM internisatie zodat de B-cellen later antigeen kunnen presenteren). Dag 2 Er ontstaan meer Ag-specifieke T-celclusters rond de dendritische cellen in de paracortex. Er vindt interactie plaats van Ag specifieke T- en B-cellen in de follikels en hierdoor worden B- cellen geactiveerd die al eerder vrij antigeen hadden gezien. Dag 3-4 Er ontstaan nog meer Ag-specifieke T-celclusters rond de dendritische cellen in de paracortex, er migreren nog meer T-cellen naar de follikels voor de interactie tussen T- en B-cellen. Het aantal Ag-specifieke B-celclusters in de follikel neemt toe. Geactiveerde B-cellen migreren naar de medulla. Dag 4-6 Plasmacellen in de medulla secreteren immunoglobulinen. In de follikelcentra worden B- geheugencellen gevormd. B-cellen kunnen aangekleurd worden met IHC (immunohistochemie). Hiermee toon je antistofproductie aan. Met CD3 kleur je alle T-cellen. CD4 kleurt alleen de T-helpercellen, CD8 kleurt alleen cytotoxische T-cellen. Macrofagen bevinden zich in de sinussen waar lymfe doorheen perforeert. In een capsalaire sinus liggen macrofagen. De stroomsnelheid van het bloed neemt daar flink af, want het is daar veel breder dan ervoor. De B-cel kan als APC optreden, er vindt dan interactie plaats tussen een B- en T-cel.

4 VO 2 en 3: Gastro- intestinale infecties Gastro- intestinale infecties Darminfecties (en daarmee ook diarree) kunnen van oorsprong een virale, bacteriële, parasitaire of toxische oorzaak hebben. De meest voorkomende: Viraal: Rotavirus, Norovirus, Adenovirus, Astrovirus Bacterieel: Campylobacter (meest voorkomende verwekker in NL), Salmonella, Shigella, Yersinia, Escherichia coli (toxine productie = reizigersdiarree) Ziekenhuis diarree: Clostridium difficile (toxine productie) Parasitaire verwekkers : Giardia lamblia, Entamoeba histolytica, Cryptosporidium parvum, Cyclospora Voedselvergiftiging: Staphylococcus aureus, Bacillus soorten. Beiden produceren toxinen die de vergiftiging veroorzaken, maar zijn zelf niet meer aanwezig in het lichaam als infectie veroorzaker Sommige bacteriesoorten kunnen een bacteriemie veroorzaken, deze kun je dus ook uit bloedmonsters isoleren. Door de hematogene versleping kunnen ook secundaire ontstekingshaarden ontstaan. Dit is het geval bij Salmonella- soorten. Lab- diagnostiek Virussen: Als een verwekker in grote hoeveelheden voorkomt in de darm kan je het met behulp van electronenmicroscopie (EM) detecteren. Dit is heel arbeidsintensief en duurt lang. Niet geschikt voor routine diagnostiek dus. - Serologische testen = Het aantonen van specifieke antigenen door middel van latex agglutinatie reactie bij het rotavirus. - PCR bij het norovirus. Bacteriën: Alle genoemde bacteriën zijn goed te kweken op selectieve-electieve voedingsbodems. Selectie = Deze bevatten remstoffen die de roei van de normale darmflora onmogelijk maken. Electie = Stoffen die ervoor zorgen dat kolonies van pathogene bacterisoorten en residente darmbacterien er verschillend uitzien. Voorbeeld: 1. Eschirichia Coli geven rode kolonies door zuurvorming op een bodem met lactose. (zij hebben lactase, waarmee ze lactose omzetten en dus een zuurder milieu veroorzaken.) Salmonella en Shigella groeien ook goed op deze bodems, maar met kleurloze kolonies (ze zetten lactose niet om in zuur waardoor er geen kleuromslag van de indicator is.) 2. Toevoeging van antibiotica aan een voedingsbodem. Dit wordt toegepast voor isolatie van campylobacter, waarbij de darmflora wordt onderdrukt en de campylobacter zich goed kan vermenigvuldigen. Darmprotozoa (parasieten): Door het aantonen van verschillende stadia van de parasiet in de ontlasting (lichtmicroscoop). Afhankelijk van de soort worden cysten of oöcysten aangetroffen in de ontlasting. Bij snelle darmpassage kunnen ook vegetatieve stadia van de parasiet worden aangetroffen (bij bijvoorbeeld Entamoeba histolytica en Giardia lamblia). De voor ons belangrijke pathogene protozoa van de darm zijn Entamoeba histolytica, Giardia lamblia en Cryptosporidium parvum. De diagnostiek berust op het aantonen van stadia van de parasieten in de ontlasting. Afhankelijk van de soort protozo worden meestal cysten of oöcysten in de faeces aangetroffen. In geval van een zeer snelle passage van de darminhoud kunnen

5 van soorten als de E. histolytica en G. lamblia die in het darmlumen leven, ook vegetatieve stadia bij de ontlasting aangetroffen worden. In onze darm komen een aantal commensalen voor, waarvan eveneens stadia in de ontlasting gevonden kunnen worden. Een aantal van deze apathogenen lijken morfologisch sterk op E. histolytica en kunnen dan ook verward worden met deze parasieten. Tegenwoordig kan met door middel van PCR de pathogene en apathogene stammen van E. histolytica onderscheiden. De pathogene variant (histolytica) kan ulceraties in de darmwand veroorzaken. De apathogeen (dispar) leeft als commensaal in de darm. Daarom spreken we bij microscopisch onderzoek over E.histolytica/dispar. Cysten van de verschillende parasieten: E. histolytica/ dispar: De cysten van E. histolytica/dispar zijn mm groot. Ze hebben,wanneer ze rijp zijn, vier kernen. Gebruik veelvuldig de microschroef voor de scherpstelling, aangezien je slechts zelden alle kernen in één optisch vlak zult aantreffen. Behalve de kernen zijn soms onduidelijk afgegrensde, door de jodium donker gekleurde chromidiaalblokken te zien. Infecties met E. histolytica (amoebiasis), kunnen aanleiding zijn tot het ontstaan van klachten bij een voor deze parasiet relatief frequent voorkomende lokalisatie in de lever. E. coli: De cysten van E. coli zijn iets groter dan die van E. histolytica/dispar (15 20 mm). De kernen zijn meestal duidelijker zichtbaar (groter perifeer chromatine, vaak duidelijke nucleolus) en hun aantal is groter: bij rijpe cysten zijn er acht kernen. Bij jongere cysten kunnen er echter ook minder zijn. De vacuole, indien aanwezig, is meestal duidelijker afgegrensd, chromidiaalblokken zijn slechts bij uitzondering aanwezig en het cytoplasma is duidelijk fijner van structuur dan bij E. histolytica/dispar. Blijf je ervan bewust dat het soms uitermate moeilijk is met zekerheid vast te stellen of je met E. coli dan wel met E. histolytica/dispar te doen hebt. G. Lamblia: De cysten van G. lamblia zijn ovaal van vorm en ongeveer 9 12 mm lang. De naar binnen gevouwen flagellen (fibrillen) en enkele kommavormige lichaampjes (resten van randen van de zuigschijf) zijn in het algemeen duidelijk te zien. G. lamblia cysten worden vaak in zeer grote aantallen in de faeces gevonden. Cryptosporidium: De oöcysten van Cryptosporidium zijn maar klein, ongeveer 5 mm. In het preparaat zijn de parasieten gekleurd volgens een gemodificeerde Ziehl- Neelsen (ZN) kleuring. De oöcysten (zo genoemd door hun ontstaanswijze) vallen op door hun roze / rode kleur die scherp afsteekt tegen de groene achtergrond van de tegenkleuring met malachietgroen. De ZN is geen specifieke kleuring waardoor details lang niet altijd goed zichtbaar zijn en ook andere structuren rood kunnen kleuren. De rand van de oöcyste lijkt in deze kleuring verdikt en sterk gekleurd door de rangschikking van de sporozoïeten. Verder vallen enkele zwartgekleurde korrels op, residu- granula, waarvan de precieze betekenis niet bekend is. Casus 1: een bejaarde patiënt uit een bejaardenhuis met bloederige diarree 70 jaar, woonachtig in een bejaardentehuis, buikkrampen, diarree (enkele uren): slijmerig met bloedbijmenging, goede persitaltiek van de darmen, verminderde huidturgor, koorts (38,5 graden), heeft garnalencoktail, gebraden kalkoenborst, vlaamse frieten met zelfgemaakt mayonaise en een citroenbavarois gegeten. Differentiaal Diagnose: 1. Voedselvergiftiging (door toxinen): kans is niet zo heel groot want daar treedt meestal geen koorts bij kijken en er zal geen bloed bij de ontlasting zitten: voedelvergiftiging is niet invasief.

6 2. Infectieuze diarree a. Viraal: noro, rota, adeno b. Bacterieel: campylobacter, salmonella, shigella, yersinia. c. Parasiet: giardia, entamoeba. Het is dan echter vaak bloederig. Wat wil je verder weten: beloop, of mensen in de omgeving dezelfde klachten hebben, aspect van de diarree, ernst van de diarree: hoe is de hydratietoestand? Wat voor diagnostiek zet je in: Bloed en slijm duid op invasieve diarree. Kweek doen op selectieve-electieve voedingsbodems. Je kunt latex agglutinatie uitvoeren op het adeno/ rotavirus. Je kan de ontlasting nakijken op wormen/ cysten. Latex agglutinatie voor virologisch onderzoek en een noro PCR blijken beide negatief. Er wordt een bacteriologische feceskweek op salmonella/ shigella en campylobacter gedaan. XLD- agar: Een selectief en electief medium voor de isolatie van pathogene Enterobacteriaceae. De Gram-positieve bacteriën worden geremd door de toevoeging van Natrium- desoxycholaat (selectief effect). De differentiatie van Enterobacteriaceae is gebaseerd op decarboxylatie van lysine en fermentatie van één drie suikers in het medium enerzijds, en thiosulfaat/ijzercitraat detectie van waterstofsulfide productie anderzijds (electief effect). Salmonella groeit met bleek/rose kolonies en eventueel een zwart centrum. Shigella groeit met rose kolonies en de darmflora met gele kolonies. HEK- agar: Een selectief en electief medium voor de isolatie van Salmonella- en Shigellaspecies. Een mix van galzouten en kleurstoffen remt de Grampositieve bacteriën. Differentiatie gebeurt op basis van fermentatie van één van de drie suikers in het medium. Salmonella en shigella groeien met groen of blauwgroene kolonies en een transparante rand. Bij salmonella soorten is er soms ook zwarte verkleuring in het centrum. De darmflora groeit met geel groene kolonies. BSC- agar: Een selectief medium voor de isolatie van Campylobacter-species. De toegevoegde antibiotica onderdrukken de groei van de normale darmflora. Door de samenstelling van dit medium (peptiden, extracten, schapenbloed) kan de Campylobacter goed groeien. Hij groeit met grijzig glanzende kolonies. Uitslag: XLD: zwarte kolonies, HEK: blauw rondom de kolonies (met transparantie), BSC: geen colonies Conclusie: Salmonella Een campylobacter op een BSC plaat ziet er als volgt uit: Transparant, klein In een gram- preparaat zie je een gram negatief bacterie, staven (gekronkeld) = fibrio bacteriën Om te weten of we nu met salmonella of met shigella te maken, en welk soort daarvan, doen we agglutinatie testen. Elk species heeft een specifieke antigene structuur. Specifieke antisera kunnen reageren met deze antigenen. Eerst voer je een agglutinatie test uit in fysiologisch zout. Dit om te kijken of er sprake is van auto-agglutinatie bij deze bacterie. Is dit het geval dan hebben de agglutinatietesten geen zin, de bacterie geeft van zichzelf al agglutinatie. Dit was hier niet het geval. Vervolgens test je in een polyvalent serum tegen alle groepen Salmonellae. Deze was positief. Het is dus een salmonellae soort dus je hoeft niet meer te testen op Shigella (dysenteriae/flexneri/sonneï). Om te weten met welke Salmonella we te doen hebben testen we vervolgens met een Salmonella groep D serum. Deze is ook positief. Daarna kijken we naar Salmonella typhi. Deze is negatief. Onze patiënt heeft dus een Salmonella groep D non-typhi infectie.

7 Ondertussen hebben al meer mensen in het bejaardenhuis diarree. Waarschijnlijk komt het door het kerstmaal twee dagen ervoor. Je houdt bij deze mensen goed de hydratietoestand in de gaten. Bij uitdroging ORS geven, indien dit niet afdoende is een infuus. Dit is dus symptomatisch ondersteunende behandeling. Verder wordt de GGD ingeschakeld om de oorzaak van de Salmonella op te sporen. Bij Salmonella geef je alleen antibiotica aan kinderen onder de drie maanden, volwassenen boven de 70 jaar,aan immuungecomprimeerde mensen (HIV/Aids, diabetes mellitus, transplantatie) en verder ook nog bij maligniteiten of bij afwijkingen van de vaatwand. Wanneer in een instelling minstens twee personen ziek zijn, of vermoeden daarop is moet dit volgens de wet publieke gezondheid gemeld worden aan de GGD. Deze kunnen dan de bron opsporen. Casus 2: Een bejaarde patient (zelfstandig wonend) met bloederige diarree 85 jaar (goede gezondheid, zelfstandig wonen, alleenstaand), hevige buikkrampen, rechts onder gelokaliseerd, paar uur later ontwikkelt hij waterdunne diarree en hij moet om het kwartier tot half uur naar de wc, aanvankelijk geringe bloedbijmenging, maar het wordt steeds roder, misselijkheid en de eetlust verdwenen, geen koorts of uitdroging, drukpijn in verloop van het colon en heeft onlangs hamburgers gegeten Differentiaal diagnose: er is bloedbijmening, dus is er sprake van invasieve diarree 1. Parasitair: Entamoebe histolytica (is endemisch in het buitenland) Andere parasieten geven een chronisch beeld: geleidelijke opkomst van de diarree. 2. Bacterieel: Shigella, salmonella, campylobacter, Yersinia, EHEC Maak een onderscheid tussen deze verwekkers door vragen te stellen over het eten, reizen en eventueel mensen uit de omgeving met dezelfde klachten. Beleid: Hij woont alleen en is oud. Er is gevaar tot uitdroging en daarom neem je hem op. Ook is het bloedverlies een reden tot opname, dit is een alarmsymptoom. Bij echografie (voor eventuele maligniteit) zie je een uitgezette dikke darm, verder geen bijzonderheden. In het ziekenhuis word fecesdiagnostiek ingezet. Er worden kweken voor salmonella, shigella, campylobacter en yersinia ingezet. Dit zijn de standaardtesten. Wil je op EHEC testen, moet je dit speciaal aankruisen. Alle blijken negatief. Voor de EHEC is er een MacConkey plaat gemaakt. Er is er één te zien met de niet pathogene E. coli: deze is voornamelijk roze. De andere plaat met materiaal van de patiënt is niet zo roze, dit is dus niet de niet pathogene bacterie. Je kunt er nu vanuit gaan dat je met een pathogeen te maken hebt. Om te weten met welke bacterie je te maken hebt doe je vervolgens ene API. Hieruit blijkt dat je te doen hebt met een Escherichia coli. Om te bepalen met welke je te doen hebt doe je een agglutinatie test. Dit is gedaan met Deze was positief. Er is dus sprake van EHEC: enterohemorraghische erscherichia coli. E. coli O157 H7: - Met name een probleem in de VS - De O staat voor flagellen op de bacterie, de H voor het antigeen. - Bevindt zich voornamelijk in hamburgers - 5% leidt tot ernstige complicaties bij kinderen tot hemolytisch uremisch syndroom (HUS) bij volwassenen tot trombotische trombocytopenische purupra (TTP) (huidbeeld: paarse vlekken)

8 Casus 3: een kind met buikpijn en diarree 2 jaar, paar weken geen eetlust, af en toe buikpijn, dunne en breiijge ontlasting. DD: Infectieuze diarree (viraal/ parasitair of bacterieel) Wat wil je verder weten: Hydratietoestand, voedselanamnese, consistentie van de ontlasting, slijm of bloedbijmenging, hebben anderen in de omgeving dezelfde klachten en reisanamnese. Je gaat niet direct behandelen, eerst kijken naar verdere diagnostiek. Bij uitdroging geef jeors. Aspect ontlasting: Waterig: - Viraal: adenovirus, rotavirus - Bacterieel: E. coli stammen, reizigersdiarree, cholera - Parasitair: giardiasis, cryptosporidiose (ook diarree tijdens de reis) Met slijm en bloed (invasief): dysenterie - Bacterieel: Shigella/Salmonella/Campylobacter/Yersinia - Parasitair: Entamoeba histolytica. Er wordt getest op virussen: Rota-latexagglutinatie. Voor bacteriologie wordt er een kweek ingezet op Salmonella/Shigella/Campylobacter/Yersinia. Voor parasitologie wordt er van het materiaal van deze patiënt een eosinepreparaat en een jodiumpreparaat gemaakt. Rotalex-test: Antistoffen gericht tegen Rotavirus worden aan latexbolletjes gecoat. Faecesmonsters worden in contact gebracht met deze latexbolletjes. Indien in de faeces van de patiënt virusantigeen aanwezig is dan wordt het antigeen gebonden aan de antistoffen op de latexbolletjes. De latexbolletjes klonteren samen (agglutinatie). Als controle dienen niet gecoate latexbolletjes waarmee we een niet-specifieke reactie van faecescomponenten met de latexbolletjes zelf (dus zonder tussenkomst van de specifieke antistoffen) kunnen traceren. Daarnaast kent de test positief controlemateriaal, dit is een standaard preparaat van Rotavirus. De test is positief indien de gecoate rotalex-testspot met patiëntenmateriaal agglutinatie vertoont bij een nietgeagglutineerde niet-gecoate controlespot met patiëntenmateriaal op dezelfde kaart. Vertoont ook deze laatste agglutinatie, dan is de test aspecifiek en kan niet beoordeeld worden. Parasitologisch onderzoek van feces met behulp van een eosine/ jodiumpreparaat Om de aanwezigheid van cysten vast te stellen kan gebruik worden gemaakt van een eosinepreparaat: wanneer faeces in een waterige 2% eosine oplossing wordt gebracht nemen dode elementen de eosine op, maar de levende cysten niet. In een dun faecesuitstrijkje zijn de cysten dus herkenbaar als ongekleurde rondjes in een overigens roze achtergrond. Reeds bij een lage vergroting kunnen cysten zo worden gevonden. Doel van het eosinepreparaat is om snel de aanwezigheid van cysten op te sporen. De morfologische details van de cysten die je in dit preparaat vindt, zijn minder goed te zien. Daarvoor wordt er een jodium (JKJ)-preparaat gemaakt. Je ziet axostyle en koperkrullen in de cysten van Giardia lamblia. Bij onze patiënt is de SSCY negatief. De rotalextest is negatief. Bij het parasitologisch onderzoek worden wel parasieten gevonden: klein, ovaal, donkere langwerpige kernen. Dit is de Giardia Lamblia. Dit kan de klachten verklaren: er is verstoring van de resorptie van water en nutriënten. Dit moet behandeld worden. Door malabsorptie van vet, vetoplosbare vitaminen, koolhydraten en ijzer kan er gewichtsverlies, anemie, moeheid en malaise optreden. De klachten gaan niet snel over en ook ter preventie van overdragen naar andere personen is dit

9 nodig. Als je het niet behandeld is de infectie wel zelf-limiterend, maar dit kan erg lang duren. Giardia Lamblia kan behandeld worden met metronidazol. Dit smaakt niet lekker en heeft gastro-intestinale bijwerkingen. Hierdoor is therapietrouw met name bij jonge kinderen lastig. Achtergrondstof (Colleges/Verdiepingsstof) Om de trofozoiet (een 1-cellige protozoa) wordt een wandje gevormd ter bescherming tegen uitdroging wanneer deze buiten de darm komt. Dit is een cyste. Het is in het algemeen belangrijk voor transmissie en speelt een rol bij het infectieuze stadium. Via uitscheiding komt de trofozoiet vrij en is dan infectieus. De cyste is te gebruiken voor diagnostiek. Een oöcyste is een product van geslachtelijke vermenigvuldiging. Hieraan gaat zygotevorming vooraf, het is een wandje tegen bescherming. In het algemeen zijn oöcysten belangrijk voor transmissie, en spelen ook rol bij infectieus stadium. Het komt net als cysten voor in het diagnostisch stadium. De uitscheiding van cysten is niet continu, er zijn dus fluctuaties in aantallen. Bij negatieve bevinding moet er in totaal 3 keer onderzocht worden met bij voorkeur 3 tot 5 dagen ertussen of er moet een andere gevalideerde techniek toegepast worden. Onderzoek kan zijn: - Eosinepreparaat: eosine kleurt dood weefsel maar geen levende cellen. Er is een witte uitsparing in een rose veld te zien. Wanneer er een zwarte rand omheen zit is het een luchtbel. Het doel hiervan is opsporing van een protozoaire infectie. Doorsnede van eosinedruppel op objectglas: 4-5 mm. Dit is belangrijk anders zie je alsnog eosine en niet de uitsparing. - Jodiumpreparaat: kleurt interne structuren. Doel hiervan is de determinatie van soort protozo. Morfologie van cysten van protozoaire parasieten: o Kleine structuren: eencellig, objectief van 40* o Regelmatige vorm: mooi rond, ovaal. Goed begrensd. o Meestal talrijk aanwezig o Jodiumpreparaat: geel-bruine kleur met donkere kernen. - Concentratiemethode: verrijkt of verhelderd onderzoeksmateriaal. Dit verhoogt sensitiviteit. Inleiding dag twee: Een belangrijkste symptoom van gastrointestinale infecties is diarree. Normale stoelgang is tweemaal per dag tot driemaal per week en dan gram (ml) faeces per dag. De definitie van diarree is minstens drie defaecaties per dag, groot volume c.q. vloeibare consistentie. Oorzaken van diarree: Bacterieel: meestal acuut, zelden chronisch o Infectie: bloedbijmening (invasief). Je slikt bacterie in, deze produceert toxine in de darm. Symptoom: diarree. Toxine gemedieerd Invasieve infectie met beschadiging resporberend oppervlak o Toxisch (voedselvergiftiging): binnen 6 uur na eten komen de symptomen. Je eet toxine, niet de bacterie. Symptoom: braken. Viraal: acuut, niet invasief (geen bloed bijmenging) Parasitair: chronisch, invasief indien positieve reisanamnese. Verder is er nog een onderverdeling in chronisch (meer dan 30 dagen), persisterend (meer dan 14 dagen) en acuut (minder dan 14 dagen).

10 Darminfecties: Microvilli destructie: De ziekteverwekker zorgt ervoor dat de microvilli kapot gaan, waardoor er vocht verlies is. Er ontstaat een waterige diarree, zonder leukocyten. Verwekkers zijn Giardia, rotavirus en EAEC. Toxine gemedieerde diarree: er wordt een toxine geproduceerd in de dunne darm met als gevolg secretoire, waterdunne, diarree. De darmmucosa is morfologisch intact. Symptomen: waterdunne diarree (tot 12 liter vochtverlies/24 uur), geen koorts, geen bloed/leukocyten in faeces. Kan veroorzaakt zijn door vibrio cholerae en ETEC. Invasieve infecties: er vindt invasie van darmmucosa plaats in de dikke darm waardoor er (bloederige) diarree/dysenterie optreedt. Symptomen: koorts, buikpijn, bloed/leukocyten in faeces. Kan veroorzaakt worden door shigella, campylobacter, salmonella, yersinia, EIEC en EHEC, entamoeba histolytica. Ook clostridium difficile kan dit veroorzaken: de exotoxinen A en/of B stimuleren de cytokine productie en veroorzaken celdood, waarbij ulceratie en necrose van de darmwand kan leiden tot de ontwikkeling van pseudomembranen, i.e. lagen bestaande uit leukocyten, necrose en fibrine. Voedselvergiftiging: reactie op reeds in voedsel aanwezige (hitte stabiele) toxinen. Onderscheidt zich door korte incubatieduur van 1 tot 6 uur en een kort herstel (minder dan 24 uur). Symptomen: misselijkheid/braken/diarree. Meest voorkomend zijn toxines afkomstig van staphylococcus aureus, clostridium perfringens en bacillus cereus. De behandeling is alleen symptomatisch, dus geen antibiotica. Verder kan er ORS/vocht en elektrolieten gegeven worden. Bij een gastro-enteritis met een onbekende verwekker wordt er alleen antibiotica gegeven indien er aanhoudende of hoge koorts of dysenterie is of indien het om een immuungecomprimitteerde patiënt gaat. Verwekkers en bronnen: Vibrio cholerae: tropische wateren, zeevis/schaaldieren Salmonella: eieren en kip Shigella: mens Reizigersdiarree (ETEC): water/voedsel Campylobacter: kip EHEC: hamburgers Rotavirus: gezin, crêche Yersinia: varkensvlees, tartaar Clostridium difficile: ziekenhuis. Er is aangifteplicht: wet publieke gezondheid. Dit om twee redenen: Vóórkomen van infectieziekten: incidentie, prevalentie Voorkómen: opsporen, analyse, interventie. Giardiasis: Giardiasis is een infectie met Giardia Lamblia. Het is de meest voorkomende parasitaire gastrointestinale infect. Hij komt wereldwijd voor (ca. 200 miljoen mensen geïnfecteerd) en staat ook bekend als beaver feaver of reizigersdiarree. De diagnose wordt gesteld aan de hand van onderzoek van de ontlasting op parasieten. Er wordt een direct microscopisch preparaat beoordeeld en er wordt een concentratiemethode toegepast. In waterig-dunne ontlasting kunnen vegetatieve stadia (trofozoïeten) gezien worden.

11 Wanneer deze ontlasting afkoelt is dit nadelig voor het onderzoek (dus zo snel mogelijk onderzoeken). Met een EIA (enzyme Immuno Assay) wordt een eiwitantigeen aangetoond dat door de parasieten wordt aangemaakt bij de vorming van de cystewand. Een andere sensitieve test methode voor Giardia lamblia is de PCR. De meeste infecties worden in Nederland opgedaan, voornamelijk bij kinderen. Het komt wereldwijd voor, ook wel reizigersdiarree genoemd. Infectie kan asymptomatisch verlopen. In minder dan 10% van de infecties houden de maagdarmklachten langer aan en kan er vermagering optreden. Er treedt dan diarree op (geen bloed, soms slijm, breiig, stopverf - vetontlasting, waterdun), flatulentie, misselijkheid en bovenbuikkrampen. Het is vaak een gezinsinfectie. Er zijn bepaalde typen bij dieren die voor de mens niet infectieus zijn. Dieren vormen wel een potentiële infectiebron. Transmissie: 1. Direct: faeco-oraal (a) Dierenreservoir mens (b) Mens mens: kinderdagverblijven/gezinssituatie incl. huisdieren. 2. Indirect, oraal via (a) Oppervlaktewater: geen goed drinkwater: incidentie hoger (b) Zwembaden: niet gedood door chloor De Giardia lamblia heeft verschillende assemblages (genotypen) met verschillende pathogeniciteit. Hij leeft in het duodenum-jejunum als trofozoiet. Vermenigvuldiging vindt plaats door tweedeling. Lager in de tractus wordt een wandje gevormd. De cyste gaat met ontlasting naar buiten. Infectie wordt bewezen door het vinden van cysten en/of de vegetatieve stadia. Onderzoek van een enkel fecesmonster is tamelijk ongevoelig vanwege fluctuatie in uitscheiding van de cysten. Daarom moet bij negatieve bevinding het onderzoek twee keer met tien dagen ertussen of drie keer met 3 dagen ertussen worden uitgevoerd. Negatieve bevinding met zowel EIA als microscopisch onderzoek heeft hoog negatief voorspellende waarde. Parasieten hebben een zuigschijf waarmee ze aan villi kleven. Als veel villi bezet zijn betekent dat minder opname. Bij een giardiasis is eigenlijk heel het epitheel bezet met de trofozoieten. In Nederland komt het voornamelijk voor bij kinderen onder de 5 jaar in verband met hun hygiënisch gedrag. Voornamelijk zichtbaar tijdens zomer en nazomer. Dit kan komen door oppervlaktewater en reizen. Voor een infectie volstaan al 1 tot 10 cysten. Cryptosporidiose: Er wordt een direct microscopisch preparaat beoordeeld en er wordt een concentratiemethode toegepast. Preparaten worden gekleurd met fenol-auramine-o of met monoklonale antistoffen als primaire antistof in een immunofluorescentie-reactie en vervolgens met fluorescentiemicroscopie beoordeeld. Er worden verder ook nog een aantal zuurvaste kleurmethodes toegepast. De morfologische kenmerken van de oöcysten zijn bepalend voor een positieve uitslag. Parasitologische laboratoria kunnen met de fenol-auranime-o fluorescentie een detectiedrempel bereiken van 2000 oöcysten per gram ontlasting. PCR voor het aantonen van cryptosporidium in feces is ook een sensitieve methode. Met een ZN kleuring kunnen oöcysten aangetoond worden. Het vinden van de oöcysten in faeces stelt de infectie vast. Asymptomatisch verlopende infecties komen voor. Meestal zijn ze zelf-limiterend. Het kan ook tijdens een reis optreden. Transmissie in Nederland voornamelijk via oppervlaktewater. Bij immunogecompromitteerde patiënten kan een overvloedige waterdunne diarree ontstaan die tot de dood kan leiden. Ook

12 kan er infectie zijn van andere organen (pancreatitis). Er is geen adequate therapie beschikbaar. Het komt voornamelijk onder de 10 jaar voor. Ook hier is sprake van seizoensinvloed: voornamelijk nazomer. Symptomen: waterige diarree met slijm, buikkrampen, misselijkheid en lage koorts. Er is eigenlijk geen behandeling voor, maar er kan nitazoxanide gegeven worden. Entamoeba coli: De apathogene entamoebe leeft van fagocyteren van darmbacteriën en je hebt er geen past van. Deze entamoebe heeft 6 kernstructuren. Dit is de Entamoeba dispar. De histolytica is wel pathogeen. Er treedt erosie bij amoebendysenterie op, waardoor er bloed in de ontlasting komt. Deze infectie is potentieel zeer gevaarlijk.

Een 36 jarige waterbouwkundig ingenieur wordt in Bangladesh acuut ziek met koorts tot 39 C en 10-15 x per dag waterdunne diarree.

Een 36 jarige waterbouwkundig ingenieur wordt in Bangladesh acuut ziek met koorts tot 39 C en 10-15 x per dag waterdunne diarree. Diarree na tropen Een 36 jarige waterbouwkundig ingenieur wordt in Bangladesh acuut ziek met koorts tot 39 C en 10-15 x per dag waterdunne diarree. Hij behandelt zichzelf met imodium en ORS. Na 48 uur

Nadere informatie

Aanvraag feces diagnostiek: Hoe en wat?

Aanvraag feces diagnostiek: Hoe en wat? Aanvraag feces diagnostiek: Hoe en wat? Alje van Dam, arts-microbioloog, Amsterdam UMC en Streeklaboratorium, GGD René Vork, relatiebeheerder, Streeklaboratorium, GGD Amsterdam 18 december 2018 Fecal swab

Nadere informatie

Diarree à volonté Presentatie WDH 12 september 2017 Ann Demeulemeester, arts microbioloog Star-SHL

Diarree à volonté Presentatie WDH 12 september 2017 Ann Demeulemeester, arts microbioloog Star-SHL Diarree à volonté Presentatie WDH 12 september 2017 Ann Demeulemeester, arts microbioloog Star-SHL Diarree à volonté Eten en Gegeten worden Definitie diarree frequentie, hoeveelheid, watergehalte (en/of)

Nadere informatie

Acute infectieuze diarree bij reizigers en thuisblijvers. Martijn Bauer, internist-infectioloog en internist acute geneeskunde

Acute infectieuze diarree bij reizigers en thuisblijvers. Martijn Bauer, internist-infectioloog en internist acute geneeskunde Acute infectieuze diarree bij reizigers en thuisblijvers Martijn Bauer, internist-infectioloog en internist acute geneeskunde CURSORISCH ONDERWIJS MDL 21-3-2018 Wat is de verwekker? Hoe snel heb ik een

Nadere informatie

Infecties van het maag- darmkanaal Indeling Definities Oorzaken Fysiologie en pathofysiologie Kliniek en diagnose Behandeling

Infecties van het maag- darmkanaal Indeling Definities Oorzaken Fysiologie en pathofysiologie Kliniek en diagnose Behandeling Infecties van het maagdarmkanaal Jeannine Nellen Michèle van Vugt internist-infectiologen Conflicts of interests: NONE 1 Indeling Definities Oorzaken Fysiologie en pathofysiologie Kliniek en diagnose Behandeling

Nadere informatie

E. coli-infecties. Ziektebeeld. Incubatieperiode

E. coli-infecties. Ziektebeeld. Incubatieperiode 63 E. coli-infecties Ziektebeeld Het ziektebeeld veroorzaakt door pathogene E. coli is zeer uiteenlopend en afhankelijk van de pathogene groep (zie ook Ziekteverwekker). Enterohemorragische E. coli (EHEC):

Nadere informatie

Dierenkliniek Goeree Overflakkee

Dierenkliniek Goeree Overflakkee Dierenkliniek Goeree Overflakkee De teksten van onze artikelen worden geschreven aan de hand van wetenschappelijke literatuur, maar ook op basis van onze eigen inzichten en ervaringen. Daarom kan de informatie

Nadere informatie

Monster A 330 Uitslag Punten Max. Aantal Lab's

Monster A 330 Uitslag Punten Max. Aantal Lab's Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek Rondzending 83 Parasitologie 2006-2 vraagstelling voorlopige uitslag uitslagformulier definitieve uitslag verdiepingsenquête 3b evaluatie SKML-sectie

Nadere informatie

SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 17 juni 2009. Ronde 95 Parasitologie 2009-2

SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 17 juni 2009. Ronde 95 Parasitologie 2009-2 Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 17 juni 2009 Ronde 95 Parasitologie 2009-2 Evaluatie Ronde commentaar - enkele foute etiketten op monster

Nadere informatie

HEMOPATHOLOGIE HFDST 1: NORMALE ARCHITECTUUR EN IMMUUNRESPONS IN HET LYMFOÏDE WEEFSEL 3

HEMOPATHOLOGIE HFDST 1: NORMALE ARCHITECTUUR EN IMMUUNRESPONS IN HET LYMFOÏDE WEEFSEL 3 HEMOPATHOLOGIE Geen histologische foto's op examen! Prof. van den Oord INHOUDSOPGAVE HFDST 1: NORMALE ARCHITECTUUR EN IMMUUNRESPONS IN HET LYMFOÏDE WEEFSEL 3 1. INLEIDING 3 1.1. AFWIJKINGEN IN BLOED IN

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het immuunsysteem Ons immuunsysteem beschermt ons tegen allerlei ziekteverwekkers, zoals bacteriën, parasieten en virussen, die ons lichaam binnen dringen.

Nadere informatie

E. histolytica / dispar. in de routine laboratoriumpraktijk. Manfred van Kerckhoven, analist LabMicTA, Hengelo

E. histolytica / dispar. in de routine laboratoriumpraktijk. Manfred van Kerckhoven, analist LabMicTA, Hengelo E. histolytica / dispar in de routine laboratoriumpraktijk Manfred van Kerckhoven, analist LabMicTA, Hengelo 3-2-2014 1 Hengelo 2 Regio T&A - ZKH: ZGT, MST, SKB - Alle zorginstellingen - Groot deel huisartsen

Nadere informatie

Diagnostiek van gastro-enteritis met behulp van het FilmArray Gastro- Intestinaal panel van BioFire

Diagnostiek van gastro-enteritis met behulp van het FilmArray Gastro- Intestinaal panel van BioFire Diagnostiek van gastro-enteritis met behulp van het FilmArray Gastro- Intestinaal panel van BioFire Author: Dr. Katrien Hoet Supervisor: Dr. Els Oris Date: 09-05-2017 Inleiding: Gastro-enteritis Diarree

Nadere informatie

Ronde 93 Parasitologie Evaluatie

Ronde 93 Parasitologie Evaluatie Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 12 februari 2009 Ronde 93 Parasitologie 2008-4 Evaluatie Ronde commentaar Naar aanleiding van het functioneren

Nadere informatie

Infectieuze diarree. Marjolein Deege, arts-microbioloog UMCU/Saltro

Infectieuze diarree. Marjolein Deege, arts-microbioloog UMCU/Saltro Infectieuze diarree Marjolein Deege, arts-microbioloog UMCU/Saltro Disclosure belangen spreker (Potentiële) belangenverstrengeling Relevante relaties met bedrijven Sponsoring / onderzoeksgeld Honorarium

Nadere informatie

Ronde 92 Parasitologie

Ronde 92 Parasitologie Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 13 oktober 2008 Ronde 92 Parasitologie 2008-3 Ronde commentaar Opmerkingen van deelnemers over de inhoud

Nadere informatie

DIAGNOSTIEK BIJ GASTRO-ENTERITIS

DIAGNOSTIEK BIJ GASTRO-ENTERITIS Jan Anne Wind, huisarts Peter Marinus, huisarts Rick Brouwer, klinisch chemicus Dr. Bert Mulder, arts microbioloog DIAGNOSTIEK BIJ GASTRO-ENTERITIS Tanzania-reis Twentse Artsen Begrippen Acute infectieuze

Nadere informatie

HAL Bulletin. Nummer 2, December 2008 MFB/KC/HAL HO/DH/AH 2008.004

HAL Bulletin. Nummer 2, December 2008 MFB/KC/HAL HO/DH/AH 2008.004 Onderwerpen: 1. Bloedafname door huisartsen 2. Aanvragen diagnostiek/consultatie 3. Kwaliteitscontrole glucosemeters 4. Aanleveren urines 5. LVF wetenswaardigheden 6. Coeliakie onderzoek 7. Website 8.

Nadere informatie

DIAGNOSTIEK TARIEVEN EERSTE LIJN 2014

DIAGNOSTIEK TARIEVEN EERSTE LIJN 2014 DIAGNOSTIEK TARIEVEN EERSTE LIJN 2014 De onderstaande tarievenlijst geeft een zo goed mogelijk beeld van de kosten van de meest aangevraagde onderzoeken. Afwijkingen kunnen voorkomen. Het kan zijn dat

Nadere informatie

Laboratoria Nieuwsbrief oktober 2014 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium

Laboratoria Nieuwsbrief oktober 2014 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium Laboratoria Nieuwsbrief oktober 2014 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium In dit nummer: - Aanvraagformulier medicijnspiegel bepaling - Dientamoeba fragilis

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het mucosale immuunsysteem Het afweersysteem beschermt het lichaam tegen infecties met bacteriën, virussen, schimmels en parasieten. De huid en de mucosale weefsels zoals bijvoorbeeld

Nadere informatie

DIARREE A P O T H E E K. N L

DIARREE A P O T H E E K. N L DIARREE WAT IS DIARREE WAT KUNT U ZELF DOEN WAT KAN UW APOTHEKER VOOR U DOEN WANNEER KUNT U BETER NAAR UW HUISARTS GAAN OP VAKANTIE: DIARREE VOORKOMEN APOTHEEK.NL D I A R R E E Iedereen heeft weleens last

Nadere informatie

Infecties van het maagdarmkanaal

Infecties van het maagdarmkanaal Infecties van het maagdarmkanaal 5 J.M. Prins en M. Koopmans 5.1 Inleiding Darminfecties worden veroorzaakt door bacteriën, virussen of parasieten. Diarree, misselijkheid met of zonder braken en buikpijn

Nadere informatie

DRAAIBOEK INFECTIEZIEKTEN CLB. Shigellose

DRAAIBOEK INFECTIEZIEKTEN CLB. Shigellose 229 Shigellose Ziektebeeld Shigellose is een acute, bacteriële ziekte ter hoogte van het distale deel van de dunne darm en ter hoogte van het colon. De klinische symptomen variëren van milde, waterige

Nadere informatie

Speed Giardia TM. www.speedrange.nl. Virbac Nederland B.V., Postbus 313, 3770 AH Barneveld Tel. 0342 427 127 E-mail: info@virbac.

Speed Giardia TM. www.speedrange.nl. Virbac Nederland B.V., Postbus 313, 3770 AH Barneveld Tel. 0342 427 127 E-mail: info@virbac. Speed Giardia TM www.speedrange.nl Virbac Nederland B.V., Postbus 313, 3770 AH Barneveld Tel. 0342 427 127 E-mail: info@virbac.nl ALLEEN VOOR IN VITRO GEBRUIK NEDERLANDS Klinische toepassing Giardia is

Nadere informatie

DC-SIGN + cellen een rol spelen in de opruiming van dode thymocyten uit de cortex van de humane thymus (Hoofdstuk 2). De co-expressie van het

DC-SIGN + cellen een rol spelen in de opruiming van dode thymocyten uit de cortex van de humane thymus (Hoofdstuk 2). De co-expressie van het : Hematopoietische antigeen presenterende cellen in de cortex van de humane thymus: Aanwijzingen voor een rol in selectie en verwijdering van apoptotische thymocyten. Het immune systeem van (gewervelde)

Nadere informatie

Expert waarden in microscopische diagnostiek van de parasitologie.

Expert waarden in microscopische diagnostiek van de parasitologie. Expert waarden in microscopische diagnostiek van de parasitologie. Foekje F. Stelma 1, Jaap van Hellemond 2 1) Dept. Medische Microbiologie, Radboudumc, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen. 2) Dept. Medische

Nadere informatie

Clostridium Difficile Associated Diarrhoea (CDAD)

Clostridium Difficile Associated Diarrhoea (CDAD) Clostridium Difficile Associated Diarrhoea (CDAD) s Herenbaan 172 2840 Rumst tel: 03 880 90 11 (algemeen) tel: 03 880 91 90 (afspraken) Informatiebrochure e-mail: info@hfr.be www.azheiligefamilie.be 2

Nadere informatie

Giardia Een echte bedreiging

Giardia Een echte bedreiging Giardia Giardia Een echte bedreiging Inleiding Giardia uit de groep Giardia duodenalis (syn. G. lamblia) komen wereldwijd bij vele diersoorten voor, met inbegrip van hond, kat en mens. Giardia is, na Toxocara,

Nadere informatie

SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 21 november Ronde 88 Parasitologie

SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 21 november Ronde 88 Parasitologie Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 21 november 2007 Ronde 88 Parasitologie 2007-3 Rondecommentaar In het invulformulier zijn voor de fecesmonsters

Nadere informatie

Acute diarree. 2.1 Inleiding 8. 2.2 Klachten en achtergronden 8. 2.3 Anamnese 9. 2.4 Beleid 10

Acute diarree. 2.1 Inleiding 8. 2.2 Klachten en achtergronden 8. 2.3 Anamnese 9. 2.4 Beleid 10 7 Acute diarree.1 Inleiding 8. Klachten en achtergronden 8.3 Anamnese 9.4 Beleid 10 S.G. van Gunst, V.G. Pigmans, NHG-Standaarden voor de praktijkassistente 014, DOI 10.1007/978-90-368-0485-1_, 014 Bohn

Nadere informatie

Appendices. Nederlandse samenvatting 148. Dit proefschrift op één pagina 152. Dankwoord 153. About the author 155. List of publications 156

Appendices. Nederlandse samenvatting 148. Dit proefschrift op één pagina 152. Dankwoord 153. About the author 155. List of publications 156 Appendices Nederlandse samenvatting 148 Dit proefschrift op één pagina 152 Dankwoord 153 About the author 155 List of publications 156 148 Nederlandse samenvatting Dendritische cellen en macrofagen in

Nadere informatie

In deze folder leest u wanneer u zonder problemen voor uzelf kunt zorgen en wanneer u beter naar een huisarts kunt gaan.

In deze folder leest u wanneer u zonder problemen voor uzelf kunt zorgen en wanneer u beter naar een huisarts kunt gaan. Diarree In het dagelijks leven noemen we het liever buikgriep of voedselvergiftiging. Voor het woord diarree schamen we ons een beetje. Toch heeft iedereen er wel eens last van. Op vakantie of gewoon thuis.

Nadere informatie

Chapter 6. Nederlandse samenvatting

Chapter 6. Nederlandse samenvatting Chapter 6 Nederlandse samenvatting Chapter 6 122 Nederlandse samenvatting Het immuunsysteem Het immuunsysteem (of afweersysteem) beschermt het lichaam tegen lichaamsvreemde en ziekmakende organismen zoals

Nadere informatie

Immuunreactie tegen virussen

Immuunreactie tegen virussen Samenvatting Gedurende de laatste eeuwen hebben wereldwijde uitbraken van virussen zoals pokken, influenza en HIV vele levens gekost. Echter, vooral in de westerse wereld zijn de hoge sterftecijfers en

Nadere informatie

Kalverdiarree voorkomen en aanpakken

Kalverdiarree voorkomen en aanpakken Kalverdiarree voorkomen en aanpakken Uit onderzoek onder ruim 400 kalveren blijkt dat meer dan 40% in de eerste drie levensweken een afwijkende mestscore laat zien. Diarree bij kalveren is een veelvoorkomend

Nadere informatie

Diarree is een verstoring van het normale ontlastingpatroon. De ontlasting bevat meer water dan gewoonlijk en u moet vaker naar het toilet.

Diarree is een verstoring van het normale ontlastingpatroon. De ontlasting bevat meer water dan gewoonlijk en u moet vaker naar het toilet. DIARREE In het dagelijks leven noemen we het liever buikgriep of voedselvergiftiging. Voor het woord diarree schamen we ons een beetje. Toch heeft iedereen er wel eens last van. Op vakantie of gewoon thuis.

Nadere informatie

Gastro-enteritis bij kinderen. Acute ontsteking van maag- en darmwand

Gastro-enteritis bij kinderen. Acute ontsteking van maag- en darmwand Gastro-enteritis bij kinderen Acute ontsteking van maag- en darmwand Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding U heeft van de arts gehoord dat uw kind opgenomen moet

Nadere informatie

Feed4Foodure. Interacties in de darm. darm 30/10/2013. Voeding, darmgezondheid en immuniteit (VDI) Technieken en procedures.

Feed4Foodure. Interacties in de darm. darm 30/10/2013. Voeding, darmgezondheid en immuniteit (VDI) Technieken en procedures. Feed4Foodure Voeding, darmgezondheid en immuniteit (VDI) Technieken en procedures Astrid de Greeff Interacties in de darm Management, Omgeving, Genotype (Voedings)- interventie voeding microbiota darm

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting De cellen van het menselijke immuunsysteem kunnen grotendeels worden verdeeld in een aangeboren (innate) en een verworven (adaptieve) tak. De cellen van het aangeboren immuunsysteem vormen een eerste lijn

Nadere informatie

Samenvatting. Figuur 1. Een T cel gemedieerde immuun response. APC: antigen presenterende cel; Ag: antigen; TCR: T cel receptor.

Samenvatting. Figuur 1. Een T cel gemedieerde immuun response. APC: antigen presenterende cel; Ag: antigen; TCR: T cel receptor. Samenvatting Het immuunsysteem Het menselijke lichaam bevat een uniek systeem, het immuunsysteem, wat ons beschermt tegen ongewenste en schadelijk indringers (ook wel lichaamsvreemde substanties of pathogenen

Nadere informatie

Bloed, Afweer en Infectieziekten

Bloed, Afweer en Infectieziekten Bloed, Afweer en Infectieziekten Functies Vervoer van stoffen O 2 van longen naar cellen CO 2 van cellen naar longen Voedingstoffen van de dunne darm naar cellen Ureum van de lever naar de nieren Hormonen

Nadere informatie

Samenvatting. Nederlandse samenvatting

Samenvatting. Nederlandse samenvatting Page 143 Samenvatting Onder normale omstandigheden inhaleert een volwassen menselijke long zo n 11.000 liter lucht per dag. Naast deze normale lucht worden er ook potentieel toxische stoffen en micro-organismen,

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Introductie Wat zijn T cellen? T cellen zijn witte bloedcellen die een cruciale rol spelen bij het beschermen tegen ziekteverwekkers zoals virussen en bacteriën. Dit doen zij door middel van

Nadere informatie

Wormen. Faecesonderzoek op parasieten. Protozoa. Rondzending darmparasieten (microscopie)

Wormen. Faecesonderzoek op parasieten. Protozoa. Rondzending darmparasieten (microscopie) Faecesonderzoek op parasieten overzicht 2012 Titia Kortbeek Theo Mank Protozoa Cryptosporidium sp Cyclospora cayetanensis Cystoisospora belli Dientamoeba fragilis Entamoeba histolytica Giardia lamblia

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Epidemiology of gastroenteritis in the Netherlands de Wit, M.A.S. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Epidemiology of gastroenteritis in the Netherlands de Wit, M.A.S. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Epidemiology of gastroenteritis in the Netherlands de Wit, M.A.S. Link to publication Citation for published version (APA): de Wit, M. A. S. (2002). Epidemiology

Nadere informatie

De rol van virussen bij verteringsstoornissen bij varkens en pluimvee. Naomi de Bruijn

De rol van virussen bij verteringsstoornissen bij varkens en pluimvee. Naomi de Bruijn De rol van virussen bij verteringsstoornissen bij varkens en pluimvee Naomi de Bruijn Virale darminfecties: Algemeen Betreft vooral jonge dieren Meer ziekte verschijnselen Veelal relatief milde darmschade

Nadere informatie

Kalverdiarree. Hoe los ik het op? Author/location

Kalverdiarree. Hoe los ik het op? Author/location Kalverdiarree Hoe los ik het op? Author/location Situatie Nederland Het voorkomen van afwijkende mest op 108 bedrijven verspreid over heel Nederland Onderzocht door de GD Onderscheid mest: waterig vla

Nadere informatie

Laboratoriumdiagnostiek van parasieten in faecesop basis van microscopie en antigentesten THOMAS MAENHOUT

Laboratoriumdiagnostiek van parasieten in faecesop basis van microscopie en antigentesten THOMAS MAENHOUT Laboratoriumdiagnostiek van parasieten in faecesop basis van microscopie en antigentesten THOMAS MAENHOUT LABORATORIUMDIAGNOSTIEK INLEIDING Microscopie Direct of na concentratietechniek Specifieke kleuringen

Nadere informatie

Gastro-enteritis. Ziektebeeld. Incubatieperiode

Gastro-enteritis. Ziektebeeld. Incubatieperiode DRAAIBOEK INFECTIEZIEKTEN CLB GASTRO-ENTERITIS 73 Gastro-enteritis Voor meer achtergrondinformatie over een individuele kiem, zie ook volgende fiches: Calicivirusinfecties Campylobacteriose Escherichia

Nadere informatie

Afweer: 3 Barrières / Wat / Waar

Afweer: 3 Barrières / Wat / Waar Afweer: 3 Barrières / Wat / Waar ASPECIFIEKE AFWEER Primaire / Externe bescherming (fysieke barrière) (AANGEBOREN) Secundaire / Interne bescherming (cellulaire / biochemische barrière) SPECIFIEKE AFWEER

Nadere informatie

P a n c r e a t i t i s

P a n c r e a t i t i s P a n c r e a t i t i s Deze folder geeft u informatie over een acute ontsteking van de alvleesklier (acute pancreatitis) en de behandelingsmogelijkheden. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk

Nadere informatie

Parasitologie PH-3095 4, 5, 6, 13, 14 en 15 november 2013

Parasitologie PH-3095 4, 5, 6, 13, 14 en 15 november 2013 Parasitologie PH-3095 4, 5, 6, 13, 14 en 15 november 2013 Samenstellers: Lisette van Lieshout Hogeschool Leiden Centrum Bioscience en Diagnostiek Zernikedreef 11 2333 CK Leiden Postbus 382 2300 AJ Leiden

Nadere informatie

MYCOBACTERIËLE FACTOREN BETROKKEN BIJ GRANULOOMVORMING

MYCOBACTERIËLE FACTOREN BETROKKEN BIJ GRANULOOMVORMING Nederlandse samenvatting MYCOBACTERIËLE FACTOREN BETROKKEN BIJ GRANULOOMVORMING Tuberculose Tuberculose (TBC) is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door de bacterie Mycobacterium tuberculosis. Infectie

Nadere informatie

Geschreven door Diernet Team zaterdag, 11 december 2010 15:44 - Laatst aangepast vrijdag, 17 december 2010 13:16

Geschreven door Diernet Team zaterdag, 11 december 2010 15:44 - Laatst aangepast vrijdag, 17 december 2010 13:16 Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Chronische diarree is een verandering in de frequentie, consistentie, of het volume van de stoelgang (ontlasting) voor meer

Nadere informatie

THYMUS. = primair lymfoïd orgaan: bron T-lymfocyten Proliferatie/differentiatie BM-stamcellen = promonocyten

THYMUS. = primair lymfoïd orgaan: bron T-lymfocyten Proliferatie/differentiatie BM-stamcellen = promonocyten THYMUS = primair lymfoïd orgaan: bron T-lymfocyten Proliferatie/differentiatie BM-stamcellen = promonocyten 2 lobi lobuli BW-septa Cortex: thymocyten in epitheliaal reticulum (6:1) = netwerk stervormige

Nadere informatie

Lente. Winter. Sectie Parasitologie. Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek

Lente. Winter. Sectie Parasitologie. Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek Lente Winter Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek Sectie Parasitologie Messi Maxima Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek Sectie Parasitologie Patient met

Nadere informatie

Buikgriep bij kinderen (gastro-enteritis)

Buikgriep bij kinderen (gastro-enteritis) Buikgriep bij kinderen (gastro-enteritis) Buikgriep bij kinderen komt vaak voor. Wij noemen dit gastro-enteritis. Kinderen die buikgriep hebben moeten spugen en hebben diarree. Bij baby s en jonge kinderen

Nadere informatie

Legionella pneumophila. S.G.S Vreden, MD, PhD

Legionella pneumophila. S.G.S Vreden, MD, PhD Legionella pneumophila S.G.S Vreden, MD, PhD Legionella pneumophila, established in 1976 Legionella is een aerobe, gram negatieve bacterie Familie Legionellaceae heeft 50 species, met ruim 70 serogroups.

Nadere informatie

SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 16 augustus Ronde 87 Parasitologie

SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 16 augustus Ronde 87 Parasitologie Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 16 augustus 2007 Ronde 87 Parasitologie 2007-2 Algemene evaluatie Rondzending 2007-2 werd met goed resultaat

Nadere informatie

Tentamen C: correctievoorschrift 10 december 2004

Tentamen C: correctievoorschrift 10 december 2004 Thema 2.1: Infectie- en immuunziekten a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a

Nadere informatie

Diagnostische toets Van HIV tot AIDS?

Diagnostische toets Van HIV tot AIDS? Diagnostische toets Van HIV tot AIDS? Moleculen 1. Basenparing In het DNA vindt basenparing plaats. Welke verbinding brengt een basenpaar tot stand? A. Peptidebinding B. Covalente binding C. Zwavelbrug

Nadere informatie

Gastroenteritis diagnostiek

Gastroenteritis diagnostiek Gastroenteritis diagnostiek GGD Amsterdam Streeklaboratorium 30-10-2009 2 maart 2010 Sylvia Bruisten Medisch moleculair microbioloog 2 maart 2010 2 Gastro-enteritis (GE) Verzamelnaam voor maag-darmontstekingen

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting

Chapter 9. Nederlandse samenvatting Chapter 9 Nederlandse samenvatting 150 Samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING De natuurlijke afweer van het lichaam wordt verzorgd door het immuunsysteem. Zonder immuunsysteem zouden pathogenen zoals virussen

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29019 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Ariotti, Silvia Title: Function and behavior of CD8+ T cells in the skin Issue

Nadere informatie

Amyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer

Amyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer Amyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer Introductie onderzoeksproject De ziekte van Alzheimer De ziekte van Alzheimer is een neurologische aandoening en is de meest voorkomende vorm van dementie.

Nadere informatie

Diarreebacterie slaat toe door antibioticagebruik

Diarreebacterie slaat toe door antibioticagebruik Diarreebacterie slaat toe door antibioticagebruik Veel gezonde mensen dragen de darmbacterie Clostridium difficile bij zich zonder er last van te hebben. Bij ziekenhuispatiënten kan deze bacterie echter

Nadere informatie

Tarieven Streeklab - Eerstelijns diagnostiek 2014

Tarieven Streeklab - Eerstelijns diagnostiek 2014 Tarieven Streeklab - Eerstelijns diagnostiek 2014 bij tarieven Het Streeklaboratorium Haarlem gebruikt de standaard NZa s om de diagnostiek bij de zorgverzekeraar te declareren. Dit zijn de landelijke

Nadere informatie

Testfiche. Syndromale multiplex PCR voor gastro-enteritis diagnostiek moleculaire detectie. Laboratoriumgeneeskunde RIZIV

Testfiche. Syndromale multiplex PCR voor gastro-enteritis diagnostiek moleculaire detectie. Laboratoriumgeneeskunde RIZIV Laboratoriumgeneeskunde RIZIV 8-36609-16-998 Ardooisesteenweg 276 8800 Roeselare t 051 23 71 96 f 051 23 79 74 e dokterslabo@azdelta.be Testfiche Syndromale multiplex PCR voor gastro-enteritis diagnostiek

Nadere informatie

SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 9 mei 2007. Ronde 86 Parasitologie 2007-1

SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 9 mei 2007. Ronde 86 Parasitologie 2007-1 Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 9 mei 2007 Ronde 86 Parasitologie 2007-1 Algemene evaluatie Ronde 2007-1 is kennelijk als zeer moeilijk

Nadere informatie

Buikgriep bij kinderen

Buikgriep bij kinderen Buikgriep bij kinderen Buikgriep (gastro-enteritis) is een acute ontsteking van de maag- en darmwand. Uw kind heeft last van diarree, spugen en/ of buikkrampen. Ook kan het zijn dat uw kind koorts heeft.

Nadere informatie

Clostridium Difficile

Clostridium Difficile Clostridium Difficile Onlangs is via uw ontlasting aangetoond dat u een infectie hebt met de clostridiumbacterie. In deze folder vindt u informatie over deze bacterie, de behandelingsmogelijkheden en de

Nadere informatie

Allemaal Beestjes. Eline van der Hagen Kcio 15 juni 2017

Allemaal Beestjes. Eline van der Hagen Kcio 15 juni 2017 Allemaal Beestjes Eline van der Hagen Kcio 15 juni 2017 Voorgeschiedenis Vrouw, 68 jaar Diabetes type 2 (1995), hypertensie (2010), chronische nierinsuffiëntie (2012) Presentatie op de SEH In de nacht

Nadere informatie

Rondzendingen Moleculaire Diagnostiek T.vaginalis & darmprotozoa -overzicht 2018-

Rondzendingen Moleculaire Diagnostiek T.vaginalis & darmprotozoa -overzicht 2018- Rondzendingen Moleculaire Diagnostiek T.vaginalis & darmprotozoa -overzicht 2018- Theo Schuurs, MMM Lid namens WMDI / NVMM Rob Koelewijn Jaap van Hellemond Ct, Cp en Cq waarden Ct 16 Ct 27 Ct, Cp en Cq

Nadere informatie

Geschreven door Diernet Team woensdag, 12 januari 2011 00:00 - Laatst aangepast woensdag, 12 januari 2011 23:21

Geschreven door Diernet Team woensdag, 12 januari 2011 00:00 - Laatst aangepast woensdag, 12 januari 2011 23:21 Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Een infectie met parvovirus is een acute (plotselinge en hevige) generaliseerde (systemische) ziekte bij honden. De aandoening

Nadere informatie

Els van Nood Internist-infectioloog Havensymposium 2017

Els van Nood Internist-infectioloog Havensymposium 2017 Reizigersdiarree Els van Nood Internist-infectioloog Havensymposium 2017 Disclosures None Reizigersdiarree Runs Turista Squirts Montezuma s revenge Casablanca crud Delhi Belly Definitie: > 3 keer diarree/

Nadere informatie

Voedselinfectie, versie 6. Voldoet de melding aan het bovenstaande meldingscriterium. Wat is de reden dat u toch wilt melden?

Voedselinfectie, versie 6. Voldoet de melding aan het bovenstaande meldingscriterium. Wat is de reden dat u toch wilt melden? Voedselinfectie, versie 6 lblvoedcontact1 lblmeldcrit lblvoed1 Contactpersoon: Ingrid Friesema Ingrid.Friesema@rivm.nl Meldingscriterium Voedselinfectie(inclusief voedselvergiftiging): Twee of meer patiënten

Nadere informatie

Medische microbiologie. Onderzoekspakket MSL MM

Medische microbiologie. Onderzoekspakket MSL MM Medische microbiologie Onderzoekspakket MSL MM Voor benodigd (verzend)materiaal en bewaarcondities per onderzoek: Zie pagina"inzenden van materialen" Voor doorlooptijden: Zie pagina: "Doorlooptijd" Voor

Nadere informatie

De behandeling van Dientamoeba fragilis. Thecla A.M. Hekker, arts-microbioloog NVMM, 2 april 2008

De behandeling van Dientamoeba fragilis. Thecla A.M. Hekker, arts-microbioloog NVMM, 2 april 2008 De behandeling van Dientamoeba fragilis Thecla A.M. Hekker, arts-microbioloog NVMM, 2 april 2008 Dientamoeba fragilis Inleiding Klinische verschijnselen Diagnose Therapie Vervolg 2 Inleiding bekend sinds

Nadere informatie

Chirurgie. Acute Pancreatitis. Afdeling: Onderwerp:

Chirurgie. Acute Pancreatitis. Afdeling: Onderwerp: Afdeling: Onderwerp: Chirurgie Acute Pancreatitis 1 Acute Pancreatitis Acute ontsteking van de alvleesklier Ligging en functie van de alvleesklier De alvleesklier (het pancreas) is een orgaan dat dwars

Nadere informatie

Gastro-enteritis bij kinderen

Gastro-enteritis bij kinderen Gastro-enteritis bij kinderen Acute ontsteking van maag- en darmwand Albert Schweitzer ziekenhuis colofon Kinderafdeling februari 2015 pavo 0489 Inleiding U heeft van de arts gehoord dat uw kind opgenomen

Nadere informatie

Niet altijd treden ziekteverschijnselen op. Als er ziekteverschijnselen optreden, gebeurt dat meestal 3-4 dagen na de besmetting.

Niet altijd treden ziekteverschijnselen op. Als er ziekteverschijnselen optreden, gebeurt dat meestal 3-4 dagen na de besmetting. E. coli infecties (EHEC = Enterohemorragische Escherichia coli ) 1 Wat is het De E-coli bacterie is meestal een onschuldige darmbewoner bij de mens. Er zijn echter ook E.coli bacteriën waarvan je ziek

Nadere informatie

SKML-sectie Parasitologie. Nijmegen, 5 juni Ronde 90 Parasitologie

SKML-sectie Parasitologie. Nijmegen, 5 juni Ronde 90 Parasitologie Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 5 juni 2008 Ronde 90 Parasitologie 2008-1 Ronde commentaar Telling malariaparasieten. De SKML-sectie Parasitologie

Nadere informatie

6,9. Praktische-opdracht door een scholier 1495 woorden 3 april keer beoordeeld

6,9. Praktische-opdracht door een scholier 1495 woorden 3 april keer beoordeeld Praktische-opdracht door een scholier 1495 woorden 3 april 2007 6,9 19 keer beoordeeld Vak ANW Inhoud 1. Wat is AIDS? 2. Wat is HIV? 3. Hoe werkt het ziekteverloop van AIDS? 4. Wat doet het immuunsysteem

Nadere informatie

Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 25 oktober 2006

Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 25 oktober 2006 Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 25 oktober 2006 Ronde 84 Parasitologie 2006-3 Algemene evaluatie 94 deelnemers stuurden een geldig resultaat

Nadere informatie

Splenomegaliebij een Eritrese vluchteling. Isaie Reuling 17 Januari 2017

Splenomegaliebij een Eritrese vluchteling. Isaie Reuling 17 Januari 2017 Splenomegaliebij een Eritrese vluchteling Isaie Reuling 17 Januari 2017 Introductie Toename vluchtelingen in NL Toename acute tropische infectieziekten 1 Ook toename chronische tropische infectieziekten!

Nadere informatie

Het immuunsysteem van de pasgeborene: klaar voor actie? Joris van Montfrans, MD, PhD Kinderarts-immunoloog

Het immuunsysteem van de pasgeborene: klaar voor actie? Joris van Montfrans, MD, PhD Kinderarts-immunoloog Het immuunsysteem van de pasgeborene: klaar voor actie? Joris van Montfrans, MD, PhD Kinderarts-immunoloog j.vanmontfrans@umcutrecht.nl Disclosure slide Research sponsors Stichting Vrienden van het WKZ

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Nederlandse samenvatting Hematopoiesis Een volwassen mens heeft ongeveer vijf liter bloed waarin zich miljarden cellen bevinden. Deze cellen zijn onder te verdelen op basis van

Nadere informatie

Mijn hond of kat heeft darmproblemen

Mijn hond of kat heeft darmproblemen TROVET Intestinal Support, voedingssupplement voor het gericht aanpakken van darmproblemen bij hond en kat Mijn hond of kat heeft darmproblemen wat nu? betrouwbare en betaalbare dieetvoeding De dierenarts

Nadere informatie

Infecties van het maagdarmkanaal. Jeannine Nellen internist-infectioloog

Infecties van het maagdarmkanaal. Jeannine Nellen internist-infectioloog Infecties van het maagdarmkanaal Jeannine Nellen internist-infectioloog Indeling Definities Oorzaken Fysiologie en pathofysiologie Kliniek en diagnose Behandeling Reizigersdiarree Definities WHO: Diarrhoea

Nadere informatie

Serologische testen en interpretatie van testresultaten

Serologische testen en interpretatie van testresultaten Serologische testen en interpretatie van testresultaten Serologische testen Serologie is de leer van de stoffen die zich bevinden in het bloedserum. Bloedserum is het vocht dat verkregen is nadat bloed

Nadere informatie

Acute ontsteking van de alvleesklier. Acute pancreatitis

Acute ontsteking van de alvleesklier. Acute pancreatitis Acute ontsteking van de alvleesklier Acute pancreatitis Uw behandelend arts heeft met u besproken dat een u een acute otsteking van de alvleesklier (pancreatitis) hebt. Deze folder geeft u informatie over

Nadere informatie

Epidemiological triad

Epidemiological triad Epidemiological triad PATHOGEN VECTOR HOST ENVIRONMENT Het ultieme bewijs voor Global Warming? Epidemiological triad PATHOGEN VECTOR TRAVELLER ENVIRONMENT HOME COUNTRY IMPORTED DISEASE Traveller Location

Nadere informatie

BLOEDONDERZOEK OP PARASIETEN OVERZICHT 2014. Sjef van de Leur Truus Derks Amsterdam, 19 maart 2015

BLOEDONDERZOEK OP PARASIETEN OVERZICHT 2014. Sjef van de Leur Truus Derks Amsterdam, 19 maart 2015 BLOEDONDERZOEK OP PARASIETEN OVERZICHT 2014 Sjef van de Leur SKML Truus Derks Amsterdam, 19 maart 2015 ONDERWERPEN Resultaten rondzending Malaria is meer dan parasitemie Bespreking extra preparaat en EDTA

Nadere informatie

Porcilis ColiClos. Samen de juiste E. coli / Clostridium vaccinatiestrategie bepalen

Porcilis ColiClos. Samen de juiste E. coli / Clostridium vaccinatiestrategie bepalen Porcilis ColiClos Samen de juiste E. coli / Clostridium vaccinatiestrategie bepalen Porcilis ColiClos Percentage secties van zuigende biggen waarbij infectie met Clostridium perfringens werd vastgesteld,

Nadere informatie

Samenvating in het Nederlands

Samenvating in het Nederlands Samenvating in het Nederlands Inleiding Dit proefschrift gaat over de behandeling van solide tumoren met immuuntherapie. Het immuunsysteem herkent en bestrijdt niet alleen schadelijke virussen, bacteriën

Nadere informatie

Verwekkers van voedselinfecties

Verwekkers van voedselinfecties Verwekkers van voedselinfecties Verwekkers van voedselinfecties bestaan in vele soorten en maten. Deze verwekkers zijn ziekmakende bacteriën, virussen en parasieten. Waar komen ze in voor? Wat voor klachten

Nadere informatie

ORS bij kinderen Gebruik van ORS bij gastro-enteritis bij kinderen

ORS bij kinderen Gebruik van ORS bij gastro-enteritis bij kinderen KINDERGENEESKUNDE ORS bij kinderen Gebruik van ORS bij gastro-enteritis bij kinderen Uw kind werd opgenomen op onze kinderafdeling of u bent met uw kind op de Spoedeisende Hulp of de poli kindergeneeskunde

Nadere informatie

Tips om uw reis naar het buitenland voor te bereiden

Tips om uw reis naar het buitenland voor te bereiden Tips om uw reis naar het buitenland voor te bereiden Wat is dat? U kunt last krijgen van reizigersdiarree als u naar exotische landen reist. Typisch is veelvuldige vloeibare stoelgang drie keer per dag

Nadere informatie

PCR-fecesonderzoek bij gastro-enteritis

PCR-fecesonderzoek bij gastro-enteritis Jan Weel, Theo Schuurs, Bert Mulder, Lesla Bruijnesteijn van Coppenraet, Adri van der Zanden, Wil van der Reijden, Gijs Ruijs PCR-fecesonderzoek bij gastro-enteritis Samenvatting Weel J, Schuurs T, Mulder

Nadere informatie