DEEL 1: DE INTERNATIONALE ECONOMIE IN VOGELVLUCHT 17

Vergelijkbare documenten
Internationale economie

Inhoud. 1 Inleiding. Markt of overheid. 1 wat is economie? 11 Productiefactoren 11 Schaarste en welvaart 12 2

Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen

Samenvatting Economie Internationale Handel

Inhoud. Woord vooraf... v Tabellen... xxi Figuren... xxv HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BESCHOUWINGEN WAT IS ECONOMIE? BEHOEFTEN...

1. natuurlijke omstandigheden. 2. loonkosten. 3. infrastructuur

Samenvatting Economie Internationale handel

ALGEMENE ECONOMIE /07

1 De onderneming en algemene economie 15

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5 en 6

Internationale Handel. HOVO 2016 College 3 Dr. Hein Roelfsema

Internationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: Waar komt het vandaan?

Hoofdstuk 1 Wat is economie en hoe denken economen? 15

Samenvatting Economie Internationale Handel

Innovatie, modernisering, goede scholing - een land levert dan goede kwaliteit. Afnemers; goede verhouding prijs en kwaliteit

Samenvatting Economie Hoofdstuk 10 Een klein binnenland, een groot buitenland

Europese en Internationale

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART UUR

Landenanalyse H4. Week 1 Landenrisico

De groei van de wereldeconomie wordt gemeten aan de hand van de groei van de nationale productie van alle landen in de wereld

Lever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling.

De bouwstenen van een geglobaliseerde economie

Inhoud. deel 1 omgevingsfactoren en micro-economie

Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel

Deel I Omgevingsfactoren en micro-economie 1

De kloof wordt breder. Boekverslag door H woorden 15 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

7,8. Samenvatting door een scholier 1939 woorden 26 april keer beoordeeld

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE

DE EUROPESE UNIE. Economische fundamenten

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

De Toekomst van Europa. Hovo 2017 College 6 (6 november) Dr. Hein Roelfsema

HOOFDSTUK 19: WISSELKOERS EN WISSELMARKT

we noemen een munt convertibel indien deze bij banken inwisselbaar is. (bijv. de Roebel is niet convertibel; wordt door banken niet geaccepteerd).

Examenprogramma economie vwo

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Kiezen Theorieles 1 1 Schriftelijke toets

6,3. Samenvatting hoofdstuk 9 Een klein binnenland, een groot buitenland.

Examenprogramma economie havo

EUROPESE SAMENWERKING

Het internationaal HANDELSVERKEER

Opdracht 1 Macro-economie [30p]

Examenprogramma economie havo/vwo

Samenvatting Economie Internationale Handel

De conclusies van het IMF betreffende de betalingsbalans en het monetair beleid zijn onderverdeeld in drie aspecten:

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 3, Economische Integratie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens?

Samenvatting Economie Wereldeconomie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5, 20, 21, 22, 28 en 29

Voorbeeld-Examenvragen (+ Antwoorden) DEEL INTERNATIONALE HANDEL

Opbouw van de Europese Monetaire Unie

ECONOMIC TOEGELICHT. Marc De Clercq. Zestiende editie. Hl intersentia Antwerpen - Cambridge

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

Samenvatting Economie H1: Beschrijvende economie

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 6 (6 vragen van 3 punten = 18 punten)

1. De oorzaken van internationale arbeidsverdeling beschrijven en verklaren.

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI UUR

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 5 opgaven en omvat 20 vragen.

Antwoorden Economie Handel

Samenvatting Economie Lesbrief Economische Groei, H1 t/m H4

Koopkrachtpariteit en Gini-coëfficiënt in China: hoe je tegelijkertijd arm én rijk kunt zijn.

Samenvatting Economie Toetsweek 2

Tweede graad Derde graad Algemene economie Derde graad Bedrijfswetenschappen Thema 1: De kern van ondernemen

Samenvatting Globalisering en Productiviteit Inzichten over Heterogene Bedrijven, Werknemers en Producten

Economie en ontwikkeling

Samenvatting Economie Module 4 Nederland en buitenland

Hoofdstuk 1: Waar produceren

Correctiemodel. SPD Bedrijfsadministratie ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 16 DECEMBER UUR. Belangrijke informatie

5,9. Samenvatting door een scholier 1211 woorden 19 maart keer beoordeeld. Economie voor jou

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR

Loonkosten per product omhoog - Prijzen omhoog - Internationale concurrentiepositie omlaag

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie. Prof. Dr. Jan Bouckaert december 2015

EconomieeenInleiding. 1: Wereldreis. o Voorbeelden: VS, EU, Japan 2: Overzicht

6,4. Samenvatting door een scholier 1622 woorden 13 april keer beoordeeld. Praktische economie

Eindexamen economie vwo II

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7/8 kern

Valutamarkt. fransetman.nl

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten)

Samenvatting Economie Wereldeconomie

4. Welke uitspraak is fout? In het Solow-groeimodel leidt technologische achteruitgang tot:

Hoofdstuk 27 Landenrisico

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten)

Hoofdstuk 20 Internationale. marketing

Globalisering 2.0: Europa in woelig vaarwater?

Presentatie onderdirecteur Handel, Mw. Mr. H. Djosetiko voor de ASFA workshop op 20 oktober Lokatie: Ballroom Hotel Torarica

De armoedegrens is het bedrag dat minimaal nodig is om menswaardig te kunnen leven.

INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE. Studie in opdracht van Fevia

Korte inhoud. Deel 2 Macro-economische analyse van de vraagzijde 127

BASISVOORBEELD: Wet van de comparatieve kosten (D. Ricardo)

232 Samenvatting (Summary in Dutch)

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECOMONIE MAANDAG 2 MAART UUR 13:00 UUR. Belangrijke informatie

Geef een voordeel van exporteren. Geef een voordeel van importeren.

Samenvatting door een scholier 3593 woorden 4 april keer beoordeeld. Samenvatting economie Buitenland 2

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3.4 t/m 3.6

EUROPEES PARLEMENT. Commissie internationale handel PE v01-00

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)

= de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land.

CEP 2009 Oorzaken en gevolgen van de kredietcrisis

Ludo Cuyvers. Marxistische economie. herbekeken. (jamv\\

Lever het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling.

Transcriptie:

Inhoud 5 DEEL 1: DE INTERNATIONALE ECONOMIE IN VOGELVLUCHT 17 Hoofdstuk 1: De wereldeconomie en internationale handel in cijfers 19 1.1 Het waarom van internationale handel 19 1.2 Enkele data en situering in de wereld 20 1.2.1 Bevolking en oppervlakte 20 1.2.2 Inkomen en koopkracht 21 1.2.3 Internationale handel 24 1.3 Handel op wereldniveau 27 1.3.1 De evolutie van de wereldhandel 27 1.3.2 De evolutie van de samenstelling van de wereldhandel 30 1.4 De regionale handelspatronen 32 1.4.1 De evolutie van de regionale handelspatronen 32 1.4.2 Internationale handel van individuele landen 36 Hoofdstuk 2: Internationale factorbewegingen 39 2.1 Algemeen 39 2.2 Internationale factorbeweging in cijfers 40 2.3 Algemeen besluit 46 DEEL 2: DE THEORIE VAN DE INTERNATIONALE HANDEL 49 Hoofdstuk 3: De klassieke theorie van de internationale handel 51 3.1 Adam Smith versus de Mercantilisten: wederzijdse absolute kostenverschillen 51 3.1.1 De oorzaak van de internationale handel volgens de theorie van de absolute kosten 52 3.1.2 Herformulering van de theorie van Adam Smith: evenwicht in een gesloten (autarkische) economie 54 3.1.3 Evenwicht in een open economie 56 3.2 De theorie van het comparatief kostenvoordeel 58 3.2.1 Kostenvergelijking tussen landen voor de productie van eenzelfde output (David Ricardo) 59 3.2.1.1 Verklaring waarbij de term comparatief verwijst naar een vergelijking tussen de twee producten 60

INTERNATIONALE ECONOMIE 6 3.2.1.2 Verklaring waarbij de term comparatief verwijst naar een vergelijking tussen de twee landen 61 3.2.2 Vergelijking van de outputs voortgebracht door dezelfde hoeveelheid inputs (John Stuart Mill) 62 3.2.3 Het voordeel van de internationale handel 64 3.2.4 Verklaring van Ricardo van de verschillen in comparatieve kosten 65 3.2.5 Evenwicht in een open economie volgens Ricardo: een herformulering 66 3.2.6 Model van Ricardo met meer dan twee goederen 67 3.2.7 Comparatieve kosten in geldtermen 68 3.2.8 De invloed van transportkosten op de comparatieve kosten 72 3.3 Een beoordeling van de klassieke theorie van de internationale handel 74 Appendix 3.1 76 A. Het aanbod: de productiemogelijkheidscurve (PMC) 76 B. De vraag: de indifferentiecurven 82 C. Evenwicht in een gesloten economie 84 Hoofdstuk 4: De neoklassieke theorie van de internationale handel 87 4.1 Comparatief voordeel met meerdere productiefactoren 87 4.1.1 Productie met meerdere productiefactoren: arbeid, land en kapitaal 87 4.1.2 Evenwicht in een gesloten economie 88 4.1.3 Evenwicht in een open economie 90 4.2 De neoklassieke leer en haar basisassumpties 92 4.2.1 Algemeen 92 4.2.2 Basisassumpties en structuur van de neoklassieke modellen 93 4.3 Het Heckscher-Ohlinmodel 94 4.3.1 Het Heckscher-Ohlintheorema 94 4.3.1.1 Algemeen 94 4.3.1.2 Formeel 94 4.3.2 Het Stolper-Samuelsontheorema 97 4.3.2.1 Algemeen 97 4.3.2.2 Formeel 98 4.3.3 Het factorprijsegalisatietheorema 101 4.3.4 De vorming van de internationale prijsverhouding 103 4.4 Factoraccumulatie en technologische vooruitgang in het neoklassieke model van de open economie 111 4.4.1 Het Rybczynskitheorema: factoraccumulatie, productie en handel 112 4.4.2 Technologische vooruitgang en internationale handel 114 Appendix 4.1 119 A. Productiefuncties en het evenwicht op de markt van de productiefactoren 119 B. Het boxdiagram en de contractcurve 126

INHOUD Hoofdstuk 5: Klassieke en neoklassieke theorieën van de internationale handel: empirische verificatie 129 5.1 Inleiding 129 5.2 Het comparatief voordeel: toetsing en meting 129 5.2.1 Empirische toetsing van de klassieke theorie van de comparatieve voordelen 130 5.2.2 Meting van de comparatieve voordelen: de Balassa-index 131 5.2.2.1 Definitie van de Balassa-index 131 5.2.2.2 De Balassa-index: empirische resultaten 134 5.3 De empirische toetsing van de HO-theorie voor inter-industriehandel 137 5.3.1 De Leontiefparadox 137 5.3.2 Van het HO-model naar het HOV-model 140 5.3.3 Technologieverschillen en meerdere landen als bijkomende verklarende factor 143 5.4 Empirische verificatie van het Stolper-Samuelson-, Rybczynskien factorprijsegalisatietheorema 146 5.4.1 Stolper-Samuelsontheorema 146 5.4.2 Rybczynskitheorema 150 5.4.3 Factorprijsegalisatietheorema 151 5.5 Besluit 153 7 Appendix 5.1 Het Heckscher-Ohlin-Vanek (HOV-) theorema 154 Hoofdstuk 6: De neo-technologietheorieën: een alternatieve verklaring voor internationale handel 159 6.1 Algemeen 159 6.2 De neotechnologietheorieën van de internationale handel 160 6.2.1 De imitatie-gap - theorie van Posner 160 6.2.2 De productcyclustheorie van Vernon 163 6.3 Linder: de theorie van de gelijkaardige vraagstructuur 166 Hoofdstuk 7: De moderne handelstheorie 169 7.1 Schaalvoordelen als motief voor internationale handel 169 7.2 Schaalvoordeel en variëteitvoorkeur: Internationale handel bij monopolistische concurrentie 173 7.2.1 Imperfecte concurrentie 173 7.2.1.1 Algemeen 173 7.2.1.2 Formeel 174 7.2.2 Internationale handel bij monopolistische concurrentie volgens Dixit en Stiglitz 175 7.2.2.1 Algemeen 175 7.2.2.2 Formeel 175 7.2.3 Schaalvoordelen en comparatief voordeel 179 7.3 Internationale handel bij oligopolievorming: het concurrentie-effect 181 7.4 Empirische verificatie van intra-industriehandel 183 7.4.1 Het meten van intra-industriehandel 183 7.4.2 Enkele empirische resultaten 187

INTERNATIONALE ECONOMIE 8 Hoofdstuk 8: De nieuwe interactiemodellen 191 8.1 Graviteitmodellen 191 8.1.1 Inleiding 191 8.1.2 Theoretische fundering van het graviteitsmodel 192 8.1.3 Enkele empirische studies 194 8.2 Nieuwe economische geografie (NEG) 196 8.2.1 Algemeen 196 8.2.2 Minimale differentiatie home market effect transportkosten schaaleconomieën 196 8.2.3 De kern-periferie structuur met arbeidsmobiliteit 197 8.2.4 Kern-periferie en de Europese integratie 199 Appendix 8.1 Het graviteitmodel en intra-industriehandel 202 Deel 3: Buitenlandse directe investeringen en de multinationale onderneming 205 Hoofdstuk 9: De kenmerken, verklaring en welvaartseffecten van de BDI 207 9.1 De kenmerken van de BDI 207 9.1.1 De macro-economische kenmerken 207 9.1.2 De micro-economische kenmerken 209 9.2 De verklaringen van de BDI 212 9.2.1 BDI in het Heckscher-Ohlinmodel 212 9.2.2 De productcyclushypothese als verklaring voor de BDI 213 9.2.3 Het eclectisch of OLI-paradigma van Dunning 214 9.3 De welvaartseffecten van BDI in het land van bestemming en oorsprong 217 9.3.1 Rechtstreekse en onrechtstreekse welvaartseffecten in het land van bestemming 217 9.3.1.1 De rechtstreekse welvaartseffecten 217 9.3.1.2 De onrechtstreekse welvaartseffecten 220 9.3.2 Rechtstreekse en onrechtstreekse welvaartseffecten in het land van herkomst 222 9.3.2.1 De rechtstreekse welvaartseffecten 222 9.3.2.2 De onrechtstreekse welvaartseffecten 223 Hoofdstuk 10: BDI en delokalisering in een globaliserende wereld 225 10.1 Algemeen 225 10.2 De internationaliseringstrategieën 225 10.2.1 De diverse strategieën 225 10.2.2 De invloed van deze strategieën op de tewerkstelling 226

INHOUD Deel 4: Internationale handelspolitiek 231 Hoofdstuk 11: De tarifaire handelsbelemmeringen 233 11.1 Soorten en redenen voor gebruik 233 11.2 Effecten van invoerrechten ingesteld door een klein land: partieel-evenwichtsanalyse 234 11.2.1 Invloed van een tarief op de binnenlandse productie, de binnenlandse consumptie, de invoer en de overheidsinkomsten 235 11.2.2 Invloed van een invoerrecht op de binnenlandse inkomensverdeling en de economische welvaart van een land (inclusief Stolper-Samuelsontheorema) 237 11.2.3 De effecten van productiesubsidies en van invoerrechten 240 11.2.4 Voorstelling van de effecten van invoerrechten via het gebruik van een importvraagcurve en een exportaanbodcurve 241 11.3 Effecten van een invoerrecht ingesteld door een groot land (vnl. het ruilvoeteffect): partieel-evenwichtsanalyse 245 11.3.1 Effecten op de binnenlandse productie, de binnenlandse consumptie, de invoer en de overheidsinkomsten 245 11.3.2 Het zogenaamde optimum invoerrecht en vergeldingstarieven 248 11.4 Effectieve en nominale graad van protectie 250 11.4.1 Eerste benadering 250 11.4.2 Formele omschrijving en berekeningsformule 251 11.4.2.1 Algemeen 251 11.4.2.2 Formeel 252 9 Appendix 11.1 De effecten van belastingen op de uitvoer 255 Appendix 11.2 Effecten van invoerrechten: algemeen-evenwichtsanalyse 255 Appendix 11.3 Optimale politiek om binnenlandse distorsies te verhelpen 258 Appendix 11.4 Voorstelling van een invoerrecht met gebruik van offercurven 261 Appendix 11.5 Voorstelling van het optimum tarief en vergeldingstarieven via de offercurven 264 Appendix 11.6 Berekening van de effectieve protectiegraad 266 Hoofdstuk 12: Niet-tarifaire belemmeringen (NTB) en het nieuwe protectionisme 271 12.1 Inleiding en soorte n niet-tarifaire belemmeringen (NTB) 271 12.2 Analyse van de impact van invoercontingenten 275 12.3 Het welvaartseffect van een invoercontingent dat leidt tot concurrentiebeperking 279 12.4 Effecten van vrijwillige kwantitatieve exportbeperkingen 280 12.5 Het welvaartseffect van inefficiënte vergunningsystemen 281 12.6 Hoe meten we protectie als gevolg van NTB? 282

INTERNATIONALE ECONOMIE 10 Hoofdstuk 13: Maatregelen tegen onfaire handelspraktijken 285 13.1 Exportsubsidies en retorsierechten 285 13.2 Het strategisch handelsbeleid 291 13.2.1 Algemeen 291 13.2.2 Onvolmaakte kennis 292 13.2.3 Voordelen extern aan de onderneming of de sector 292 13.2.4 Schaalvoordelen intern aan de onderneming 294 13.2.5 Onvolmaakte concurrentie 294 13.2.6 Strategisch handelsbeleid volgens Brander en Spencer 295 13.2.7 Het geval Airbus versus Boeing 296 13.3 Dumping en anti-dumpingrechten 299 13.4 Retorsie- en anti-dumpingprocedures als protectie-instrument 302 13.5 Administratieve, technische en andere voorschriften 302 13.6 Sociale dumping en sociaal protectionisme 303 Appendix 13.1 Isowinstcurven en reactiefuncties 307 Hoofdstuk 14: De argumenten voor het behoud of invoeren van protectionisme 311 14.1 De niet-economische argumenten 311 14.2 Ernstige economische argumenten 315 14.2.1 Het optimaal tarief 315 14.2.2 De bescherming van jonge industrieën 316 14.2.3 Industriële diversificatie 317 14.3 Zwakke economische argumenten 318 14.3.1 Bestrijding van de werkloosheid 318 14.3.2 Retorsie- en anti-dumpingprocedure 319 14.3.3 Onderhandelingsmiddel 320 14.3.4 Bestrijding van een tekort op de betalingsbalans 320 14.3.5 Het verdedigen van behoorlijke arbeidsvoorwaarden 320 14.3.6 Het voorkomen van grote schade aan de economie 321 14.4 Economische drogredenen 322 14.4.1 Bescherming tegen lage lonen 322 14.4.2 Het zgn. wetenschappelijk tarief 323 Hoofdstuk 15: De vrijmaking van de internationale handel: van GATT naar WTO 325 15.1 Het ontstaan van GATT en WTO 325 15.2 De drie basisprincipes van GATT/WTO 327 15.2.1 Geen discriminatie tussen landen-leden in onderlinge internationale handelsrelaties 327 15.2.2 Wederkerigheid (reciprociteit) van concessies 328 15.2.3 Transparantie van de protectie via een verbod op andere handelsbelemmeringen dan tariefheffingen 329 15.3 Taken van de WTO 330 15.4 Toekomstige uitdagingen voor de WTO 332

INHOUD Hoofdstuk 16: Regionale economische integratie 337 16.1 De verschillende vormen van economische integratie 338 16.2 De economische theorie van economische integratie 340 16.2.1 Algemeen 340 16.2.2 De statische analyse: handelsschepping en handelsverlegging 342 16.2.3 De handelsschepping 344 16.2.4 De handelsverlegging 345 16.2.5 Het geval van een douane-unie met enkel handelsschepping 346 16.2.6 Algemene tentatieve stellingen over de economische wenselijkheid van een douane-unie 346 16.2.7 Berekeningen over de statische welvaartseffecten van de vorming van de EU 349 16.3 De dynamische effecten 349 16.3.1 Grotere mogelijkheden tot het benutten van schaalvoordelen 350 16.3.2 Efficiëntieverhoging door scherpere concurrentie 350 16.3.3 Verhoging van de investeringen 351 16.3.4 Versnelling van de technologische vooruitgang 352 16.3.5 Politieke motieven voor regionale economische integratie 352 16.4 Regionale integratie 353 16.4.1 WTO-GATT-doctrine versus statische basistheorie 353 16.4.2 Regionale integratie en natuurlijke vrijhandelszones 354 16.4.3 Regionalisering als antwoord op een slecht functionerend multilateraal systeem 355 16.4.4 Regionalisering vs. multilateralisme? 356 16.5 Economische integratie in wereld 358 16.5.1 Algemeen 358 16.5.2 De EU: een voorbeeld van economische integratie 359 11 Appendix 16.1 De theorie van de second best 367 Appendix 16.2 Overzicht van de belangrijke economische integratiegroepen in Afrika, Azië en Amerika 369 Appendix 16.3 De belangrijkste EU-instellingen 373 Hoofdstuk 17: Handelsbeleid in de ontwikkelingslanden 379 17.1 Economische integratie in OL 379 17.2 Importsubstitutiebeleid versus exportoriëntatiebeleid 380 17.2.1 Economische ontwikkeling en industrialisatie 381 17.2.2 Industrialisatie: importsubstitutie versus exportoriëntering 381 17.2.3 Voor- en nadelen van importsubstitutie en exportoriëntatiebeleid 382 17.2.3.1 Importsubstitutie 382 17.2.3.2 Exportoriëntatiebeleid 383 17.2.4 Sequentiële toepassing van importsubstitutie en exportoriëntatie 384 17.3 Export Processing Zones 386

INTERNATIONALE ECONOMIE Deel 5: Internationale macro-economie 391 12 Hoofdstuk 18: Macro-economische concepten en verbanden 393 18.1 De betalingsbalans 393 18.2 Rekening van het nationaal inkomen 396 18.3 Monetaire rekeningen 398 18.4 De betalingsbalans: boekingen en opbouw. 402 18.4.1 Definitie 402 18.4.2 Betalingsbalans op transactiebasis en op kasbasis 403 18.4.3 De boeking van de transacties 404 18.4.4 De indeling en samenstelling van de betalingsbalans 405 18.4.5 Het betalingsbalanssaldo: autonome versus accommoderende transacties 410 18.4.6 Enkele veel gebruikte betalingsbalansconcepten 410 18.4.6.1 Basisbalans ( basic balance ) 411 18.4.6.2 Nettoliquiditeitsbalans of globale betalingsbalans ( net liquidity balance of overall balance ) 411 18.4.6.3 Balans van de officiële betalingen ( official reserves balance of official settlements balance ) 412 Hoofdstuk 19: De effecten van internationale handel op de lopende rekening 415 19.1 De keynesiaanse multiplicator in een open economie 415 19.2 Vraagelasticiteit voor exporten en importen 419 19.2.1 Algemeen 419 19.2.2 Effect van een devaluatie op de importen 420 19.2.3 Effect van een devaluatie op de exporten 420 19.2.4 Het effect van een devaluatie op vraag en aanbod van buitenlandse munt 421 19.2.5 De Marshall-Lerner voorwaarde 425 19.2.6 De J-curve 427 19.3 Intern en extern evenwicht 428 19.4 Algemeen macro-economisch evenwicht: IS/LM/BB 432 Hoofdstuk 20: Internationale kapitaalmobiliteit 439 20.1 Algemeen 439 20.2 Het transferprobleem 439 20.3 Vraag en aanbod van buitenlandse valuta en de wisselkoers 441 20.3.1 Algemeen 441 20.3.2 Eerste verklaring: Intrestverschillen tussen landen (flowtheorie) 445 20.3.3 Tweede verklaring: het gedrag van de beleggers en kredietwaardigheidverschillen tussen landen (stocktheorie) 449 20.3.4 Derde verklaring: de monetaire benadering van de betalingsbalans 455

INHOUD Hoofdstuk 21: Vlottende wisselkoersen en internationale macro-economie 459 21.1 Algemeen 459 21.2 De koopkrachtpariteitstheorie 460 21.3 De monetaire benadering van de koopkrachtpariteit 463 21.4 Een syntheseversie van de koopkrachtpariteitstheorie 464 21.5 De IS/LM/BB-benadering bij vlottende wisselkoersen 466 21.5.1 Het effect van monetaire politiek 466 21.5.2 Het effect van fiscale politiek 468 21.5.3 Het effect van handelspolitiek 470 21.6 De kapitaalmarkttheorie 471 21.7 De nadelen van vlottende wisselkoersen 476 21.7.1 Grotere interdependentie tussen de nationale economieën 477 21.7.2 Onderlinge inconsistentie van de diverse economische beleidsvisies 477 21.7.3 Imperfecties van de wisselmarkt 478 21.7.4 Voorgestelde beleidswijzigingen 478 21.8 Monetaire integratie, de theorie van de optimale muntzone en de Europese Monetaire Unie 479 21.8.1 De theorie van de optimale muntzone 479 21.8.2 Europese monetaire integratie en de Europese Monetaire Unie 481 21.8.2.1 De eerste fase van de Economische Monetaire Unie (EMU) 481 21.8.2.2 De tweede fase van de EMU: het Europees Monetair Instituut (EMI) 483 21.8.2.3 De derde fase van het EMU: de Europese Centrale Bank (ECB) 484 21.8.3 De EMU: Inzichten uit de theorie van de optimale muntzone 485 13 Hoofdstuk 22: Het Internationaal Muntfonds 491 22.1 Ontstaan 491 22.2 Doelstellingen van het IMF 491 22.3 Leden: rechten en plichten 492 22.4 Werking van het IMF 493 22.4.1 Overleg en toezicht over het economisch en monetair beleid 493 22.4.2 De tijdelijke opvang van betalingsbalansproblemen 494 22.4.2.1 De Gewone Trekking 494 22.4.2.2 De speciale trekkingen 497 22.4.2.3 De kredietverstrekking via leningen 498 22.4.2.4 Kredietverstrekking via andere permanente financieringsmiddelen 498 22.4.2.5 Speciale recente initiatieven 499 22.4.3 Stabilisering van de wisselkoersen 501 22.4.3.1 Het Bretton Woods-systeem 501 22.4.3.2 De crisis van het Bretton Woodssysteem 501 22.4.3.3 Het Second Amendment of the Articles of Agreement van het IMF 502

INTERNATIONALE ECONOMIE Deel 6: Handel, internationalisatie en ontwikkeling 507 14 Hoofdstuk 23: De kloof tussen arme en rijke landen 509 23.1 De historische achtergrond 509 23.2 Economische ontwikkeling 511 23.2.1 Het begrip ontwikkeling en economische ontwikkeling 511 23.2.2 Determinanten van economische groei en ontwikkeling 513 23.2.2.1 Bijkomende determinanten van economische groei 513 23.2.2.2 Fundamentele determinanten van economische groei 514 23.2.3 Economisch beleid ter bevordering van economische groei 517 23.3 Verarmende groei ( immiserizing growth ) 520 23.4 De vent for surplus -theorie 521 23.5 Maatstaven voor de meting van economische ontwikkeling en armoede 523 23.6 De mogelijke oorzaken van economische onderontwikkeling 526 23.6.1 Koloniale uitbuiting en politiek-economische dominantie van de IL in de wereldeconomie 526 23.6.2 Politieke instabiliteit inclusief een tekort aan openbare orde en recht 527 23.6.3 Een tekort aan essentiële productiefactoren, technologie en managementmethoden 528 23.6.4 Excessieve grootte en groei van de bevolking. 528 23.6.5 Ondoelmatig sociaal-economisch beleid en slecht functionerende instellingen (instituties) 530 23.6.6 Ongunstige geografische factoren 530 23.6.7 Nadelige sociaal-culturele factoren (incl. beperkte behoeften) 531 23.6.8 Dominante positie van succesvolle etnische minderheidsgroepen 532 23.6.9 Op weg naar een geïntegreerde verklaring voor het voortbestaan van economische onderontwikkeling, armoede en sociale uitsluiting: de bouwstenen 533 Hoofdstuk 24: De evolutie in het ontwikkelingsbeleid na WO II 541 24.1 Hoofdkenmerken van het ontwikkelingsbeleid in de periode 1945-1970 542 24.1.1 De kolonisatieperiode: economische groei door productie en export van basisproducten 542 24.1.2 Centrale rol van de overheid 543 24.1.3 Ontwikkeling als een modernisatieproces: een duale economie 543 24.1.4 Exportpessimisme en naar binnen gericht beleid 545 24.1.5 De resultaten 546 24.2 De kentering in de jaren 70 546 24.2.1 Sterke stijgingen van de aardolieprijs in 1973 en 1979 547 24.2.2 Aandacht voor armoedebestrijding 547 24.2.3 Nieuwe visie op de traditionele sector en op overheidsinterventie in het internationaal handelsbeleid en de financiële sector 548 24.2.4 Economische successen van landen in Oost-Azië en problemen in Centraal- en Oost-Europa 548

INHOUD 24.3 De nieuwe orthodoxie vanaf 1975 549 24.3.1 Micro-economische studies 549 24.3.2 Integratie van de OL in de wereldeconomie 550 24.3.3 Rol van de overheid en van de markt 550 24.4 Besluit 550 15 Hoofdstuk 25: Het handelsbeleid van de OL en de evolutie van hun ruilvoet 553 25.1 Internationale handelstheorie en het handelsbeleid 553 25.2 De ruilvoet 554 25.3 Instabiliteit van de internationale grondstoffenmarkten en de OL 557 25.3.1 Inleiding 557 25.3.2 Verslechterende ruilvoet van de OL 558 25.3.3 Stabilisatie van de prijzen op de internationale grondstoffenmarkten 560 25.3.4 Verbetering van de ruilvoet door kartelvorming 562 25.3.5 Fluctuaties in de exportopbrengsten van de OL en stabilisatie ervan 562 Hoofdstuk 26: De internationale schuldencrisis (1982-1992 tot nu), de financiële crises (1994-2000) en de recente wereldwijde kredietcrisis (2007-2012) 565 26.1 De internationale schuldencrisis van de jaren 80 566 26.2 Evolutie naar schuldvermindering 571 26.3 De financiële crises in de opkomende OL (1994-2000) 573 26.4 De recente kredietcrisis: van crisis op de Amerikaanse huizenmarkt (2007) over wereldwijde financiële crisis (2008) tot eurocrisis en vrees voor economische crisis (2010-?) 576 Lijst van afkortingen 579 Selectieve lijst van Jaarrapporten en Statistieken van enkele voor internationale economie belangrijke Internationale Organisaties 585 Register 587