1. De oorzaken van internationale arbeidsverdeling beschrijven en verklaren.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1. De oorzaken van internationale arbeidsverdeling beschrijven en verklaren."

Transcriptie

1 Samenvatting door een scholier 3866 woorden 28 november ,2 38 keer beoordeeld Vak Economie Internationale handel: Hoofdstuk 1: 1. De oorzaken van internationale arbeidsverdeling beschrijven en verklaren. De concurrentiepositie die een land heeft ten opzichte van andere landen wordt in de eerste plaats bepaald door der productiekosten, zoals de loonkosten en de machinekosten. Daarnaast is ook de kwaliteit van de producten die in een land maakt belangrijk. Lage productiekosten en goede kwaliteit worden vooral bereikt door innovatie, dat betekent dat er investeringen worden gedaan in betere en modernere kapitaalgoederen zoals machines. De hoge arbeidsproductiviteit die met deze machines mogelijk zijn drukken de productiekosten. Een land dat verregaand gemechaniseerd eb gecomputeriseerd is of een goedgeschoolde bevolking heeft kan zich toeleggen op productie van hoge kwaliteit van zijn producten. Lage productiekosten en hoge kwaliteit van de productie bezorgen een land een sterke internationale concurrentiepositie. Tegenover de producten die een land importeert staan de producten die het land naar andere landen exporteert. Internationale handel is internationale ruil. Landen importeren producten die goedkoper in andere landen gemaakt kunnen worden en exporteren producten die zij zelf goedkoop kunnen maken. Ter voorbeeld is Japan goedkoper dan Indonesië in het maken van auto s, in Indonesië is goedkoper in het maken van kleding. Dus importeert Japan kleding uit Indonesië en exporteert het auto s naar Indonesië. Omdat verschillende landen zich toeleggen op verschillende producten spreken van internationale arbeidsverdeling 2. Uitleggen waarom kleine landen vaak een meer open economie hebben dan grotere landen. Er zijn 2 oorzaken te noemen: Kleine landen hebben vaak maar een soort klimaat en bodemgesteldheid waardoor ze niet veel verschillende goederen kunnen produceren. Daarom zijn ze voor bepaalde goederen aangewezen op het buitenland. Een voorbeeld hiervan is de VS, die kan veel goederen uit eigen land halen. Maar Nederland heeft dat niet en moet dus goederen importeren. Een andere oorzaak voor het meer open karakter van kleinere economieën heeft te maken met het ontbreken van schaalvoordelen bij sommige productieprocessen. Onder schaalvoordelen verstaan we dat je per eenheid product goedkoper produceert naarmate je meer produceert. Door de hoge constante kosten is het bijvoorbeeld in de vliegtuigindustrie alleen mogelijk om grootschalig te produceren. Constante kosten zijn kosten die onafhankelijk zijn van de geproduceerde hoeveelheid. Tevens zijn er nog andere factoren die de mate van openheid van een economie beïnvloeden, maar die Pagina 1 van 9

2 niet met de omvang van de economie te maken hebben: Sommige landen kunnen slechte vervoersmogelijkheden hebben of een ruig landschap, waardoor de mogelijkheden voor import en export beperkt zijn. Dit is het geval bij landen als Afghanistan en Bhutan. Sommige landen hebben een regering die zoveel mogelijk onafhankelijk willen zijn van het buitenland. Zulke regeringen staan import en export nauwelijks toe. Noord-Korea en Cuba zijn hiervan voorbeelden. 3. Exportquote en importquote berekenen. Waarde export Exportquote = nationaal inkomen x 100% Waarde import Importquote = Nationaal inkomen x 100% 4. Uitleggen dat open economieën afhankelijk zijn van economische ontwikkelingen in het buitenland. Hoe meer open een economie is, hoe afhankelijker zo n land is van de ontwikkelingen in het buitenland. Zo kan de Nederlandse economie klappen oplopen wanneer het in Duitsland economisch slechter gaat. Duitsers besteden dan namelijk minder en kopen dus ook minder Nederlandse goederen. Deze terugloop van de export kan in Nederland tot werkloosheid leiden. 5. Een betalingsbalans bestaand uit lopende rekening en kapitaal rekening interpreteren. De betalingsbalans is een geordend overzicht van alle inkomsten en uitgaven van een land met betrekking tot het buitenland in een jaar. Deze bestaat uit een lopende rekening en een kapitaalrekening: Lopende rekening: Overzicht van alle ontvangsten en betalingen m.b.t. de uitvoer en invoer van goederen en diensten van een land met het buitenland. Kapitaalrekening: Deze bestaat uit investeringen, beleggingen en leningen door het buitenland of in het buitenland. 6. Het saldo van de lopende rekening, het saldo van de kapitaalrekening en het materieel saldo van de totale betalingsbalans aflezen. Het saldo van de lopende rekening is als volgt te berekenen en af te lezen: Ontvangsten uit buitenland uitgaven aan buitenland; je hebt een overschot (+) of en tekort( ) op de lopende rekening. Het saldo van de kapitaalrekening is als volgt te berekenen en af te lezen: Ontvangsten uit buitenland uitgaven aan buitenland; je hebt een overschot (+) of en tekort( ) op de lopende rekening. Het materieel saldo van de betalingsbalans is als volgt te berekenen en af te lezen: Het saldo van de lopende rekening het saldo van de kapitaalrekening; je hebt een overschot (+) of en tekort( ) op de betalingsbalans. 7. Met behulp van gegevens over handel in goederen en diensten en de export en import van kapitaal een betalingsbalans van een land opstellen. Lopende rekening: Ontvangsten uitgaven Saldo uit het buitenland aan buitenland (ontvangsten uitgaven) Export van goederen 238 miljard Import van goederen 267 miljard + 16 miljard en diensten en diensten (overschot op de lopende Pagina 2 van 9

3 rekening) Kapitaalrekening: Ontvangsten uitgaven Saldo uit het buitenland aan buitenland (ontvangsten uitgaven) Kapitaalimport 174 miljard kapitaalexport 192 miljard 18 miljard (tekort op de kapitaal -rekening) Betalingsbalans: Ontvangsten uitgaven saldo uit buitenland aan buitenland Lopende rekening 238 miljard 267 miljard + 16 miljard Kapitaalrekening 174 miljard 192 miljard 18 miljard Totaal 457 miljard 459 miljard 2 miljard 8. Het verband tussen het saldo van de betalingsbalans en de verandering van de goud- en deviezenvoorraad uitleggen. Bij een tekort op het materieel saldo neemt het goud- en deviezenvoorraad af. Bij een overschot op het materieel saldo neemt het goud- en deviezenvoorraad toe. De goud- deviezenvoorraad, ook wel de voorraad internationale betaalmiddelen genoemd, is de hoeveelheid goud en internationaal geaccepteerde valuta s die een land in bezit heeft. 9. De voordelen en nadelen van overschotten en tekorten op de lopende rekening respectievelijk kapitaalrekening beschrijven en toelichten. Lopende rekening Tekort: Een tekort op de lopende rekening betekent dat je meer koopt in het buitenland dan het buitland bij jouw koopt. Je kunt het vergelijken met iemand die meer uitgeeft dan hij verdient. Zo iemand bouwt schulden op. Voordeel: Wanneer jezelf rijk bent, zoals de VS, zijn die rentebetalingen helemaal geen probleem. Het is juist een teken van kracht dat je op andermans kosten een goed leven leidt. Je kan dus in meerdere behoeften voorzien. Nadeel: Schulden betekenen dat je rente moet betalen en dat geld kun je niet voor leuke dingen uitgeven. Die rentelasten kunnen bovendien zo hoog oplopen dat je in de toekomst in problemen kan raken. Overschot: Een overschot op de lopende rekening betekent dat je meer verkoopt aan het buitenland dan het buitenland jouw verkoopt. Dat kun je verglijken met iemand die minder uitgeeft dan hij verdient, d.w.z. dat hij spaart. Hij is rijk maar leeft sober.. Voordeel: Een land kan trots zijn op een overschot op de lopende rekening omdat het betekent dat zijn producten gewild zijn in het buitenland, Nadeel: Maar je kunt ook zeggen dat het niet zo slim is om veel te verdienen en daar weinig voor te kopen. Je bent rijk, maar leeft bescheiden. Van een vooral groot overschot is nog dat je de negatieve effecten van produceren ondervindt terwijl Pagina 3 van 9

4 het buitenland daarvan de vruchten plukt. Zo leidt de Nederlandse varkensindustrie tot grote milieuproblemen in Nederland (mest, bodemvervuiling) terwijl veel van deze dieren in het buitenland geconsumeerd worden. Kapitaalrekening Tekort: Een tekort op de kapitaalrekening betekent dat je meer geld naar het buitenland stroomt dan dat er binnen komt. Voordeel: Wisselkoers gaat naar beneden, dus het land wordt relatief goedkoper. Nadeel: Er wordt niet meer geïnvesteerd in je eigen land, maar in het buitenland. Dit remt de ontwikkeling in eigen land. Overschot: Er stroomt meer geld binnen dan dat er naar het buitenland gaat. Voordeel: Je kan veel investeren in je eigen land, waardoor de welvaart stijgt. Nadeel: De wisselkoers stijgt. Dus het land wordt relatief duurder. 10. De verschillende vormen van overheidsbeleid t.a.v. de betalingsbalans omschrijven. De Nederlandse overheid bemoeit zich actief met de betalingsbalans. Mede dankzij zijn sterke exportpositie heeft Nederland een overschot op de lopende rekening en de overheid wil dat zo houden. Met dat overschot kan o.a. de ontwikkelingshulp(uitgaven op de kapitaalrekening) betaald worden. De voorraad goud en buitenlandse valuta wordt niet aangetast of kan gelijdelijk toenemen. Export betekent productie en dus werkgelegenheid. Daarom zal de overheid een sterke exportpositie van Nederland voordelig vinden. Een geschikt middel om de export te bevorderen is loonmatiging. Door loonmatiging dalen de loonkosten per product en dan kunnen de prijzen laag gehouden worden. Daarnaast zouden grote loonstijgingen voor extra importen kunnen zorgen. Mensen besteden dan immers meer, dus ook in het buitenland! Loonmatiging matigt dus de import en dat houdt het overschot op de lopende rekening in stand. Ook onderneemt de Nederlandse overheid handelsmissies, staatsbezoeken aan andere landen met het doel productieopdrachten in de wacht te slepen. Daarnaast steekt de overheid geld in innovatie, het vernieuwen van producten en productieprocessen. Het exportpakket blijft dan aantrekkelijk. Om Nederland aantrekkelijk te maken voor buitenlandse investeerders zorgt de overheid voor een goede infrastructuur. 11. Uitleggen waarom multinationals vestigingen in andere landen hebben. Steeds vaker behoren bedrijven uit verschillende landen tot één internationaal opererende onderneming. Bedrijven met productievestigingen in verschillende landen noemen we multinationale ondernemingen of multinationals. De internationale handel vindt dan plaats tussen verschillende vestigingen van een multinationale onderneming. De afgelopen tijd is het bedrijfsleven sterk geïnternationaliseerd. De sterke groei van het aantal multinationals wordt gestimuleerd door het steeds vrijere handels- en betalingsverkeer. Hoofdstuk 2: Pagina 4 van 9

5 1. Uitleggen hoe de prijzen van valuta s ( = wisselkoers ) gevormd worden. De hoogte van de wisselkoers wordt bepaald door vraag en aanbod op de valutamarkt. Het geheel van vraag naar en aanbod van valuta s noemen we de valutamarkt. Op de valutamarkt wordt de ene valuta omgewisseld in de andere valuta. Door de moderne communicatiemiddelen kunnen vraag en aanbod snel worden doorgegeven. Er ontstaat dan een prijs: de wisselkoers. Let wel: eigenlijk kun je niet spreken van dé wisselkoers van de euro. Er is ten opzichte van alle buitenlandse valuta een wisselkoers. 2. Uitleggen hoe de prijzen zijn van veranderingen van wisselkoersen ( appreciatie of depreciatie ) voor concurrentiepositie, omvang van import en export, werkgelegenheid en prijspeil. Wanneer de vraag naar euro s op de valutamarkt stijgt zal de wisselkoers van de euro stijgen. Een stijging van de wisselkoers kan ook worden veroorzaakt worden door een daling van het aanbod. Zo n stijging van de wisselkoers als gevolg van veranderingen in vraag en aanbod heet een appreciatie. Gevolg is dat landen met een euro relatief duurder worden, omdat andere landen veel eigen munt moeten geven om 1 euro te krijgen (meer dan voor de stijging). Hierdoor zal de export afnemen en de import toenemen (het buitenland wordt voor landen met de euro relatief goedkoper). De werkgelegenheid zal hierdoor dalen. Het prijspeil zal in principe dalen(vraag daalt vanuit het buitenland), mits er geen sprake is van geïmporteerde inflatie. Wanneer de vraag naar euro s op de valutamarkt daalt of het aanbod van euro s stijgt zal de wisselkoers van de euro dalen. Zo n daling van de wisselkoers heet een depreciatie. Gevolg is dat landen met een euro relatief goedkoper worden, omdat andere landen minder eigen munt moeten geven om 1 euro te krijgen (minder dan voor de stijging). Hierdoor zal de export toenemen en de import afnemen (het buitenland wordt voor landen met de euro relatief duurder). De werkgelegenheid zal hierdoor stijgen. Het prijspeil zal in principe stijgen (vraag stijgt vanuit het buitenland), mits er sprake is van geïmporteerde inflatie. 3. Uitleggen wat de gevolgen zijn van veranderingen van het prijspeil voor concurrentiepositie en wisselkoers. Wisselkoersen en prijzen hebben veel met elkaar te maken. Wanneer de inflatie (een stijging van het algemeen prijspeil) hoog is ten opzichte van andere landen betekent dit een verslechtering van de internationale concurrentiepositie/ er zal minder vraag naar producten van dat inflatieland zijn. De vraag naar de munt van zo n land op de valutamarkt zal dalen en de wisselkoers daardoor ook. Landen met hoge inflatie zijn vaak landen met een zwakke munt. Landen met sterke munten zijn vaak landen met lage inflatie. Die lage inflatie zorgt er immers voor dat de concurrentiepositie sterk blijft. Daardoor zijn de producten van die landen in het buitenland in trek en zal er veel vraag naar hun munten zijn op de valutamarkt. 4. Het verband uitleggen tussen de veranderingen op de betalingsbalans en veranderingen van de wisselkoers. De export en import van goederen, diensten en kapitaal beïnvloeden de wisselkoers. Deze transacties worden geboekt op de betalingsbalans. De stand van de betalingsbalans geeft informatie over de wisselkoers. Voor de euro moeten we dan kijken naar de betalingsbalans van Euroland, d.w.z. de betalingsbalans van alle EMU-landen bij elkaar. Pagina 5 van 9

6 De ontvangsten op de betalingsbalans (lopende rekening en kapitaalrekening) leiden tot vraag naar euro s op de valutamarkt en uitgaven op de betalingsbalans tot aanbod van euro s op de valutamarkt. Een tekort op de betalingsbalans, waarbij de uitgaven de ontvangsten overtreffen, zal kunnen leiden tot een lagere wisselkoers. De vraag naar de munt op de valutamarkt is immers kleiner dan het aanbod. Een overschot op de betalingsbalans is het omgekeerde. 5. De gevolgen uitleggen van een renteverandering voor de wisselkoers. Wanneer de wisselkoers te sterk stijgt of daalt kan de centrale bank ingrijpen. Zo kan de Europese Centrale Bank, de centrale bank van Euroland, de rente verhogen of verlagen als zij de koers van de euro willen beïnvloeden. Wanneer zij de koers van de euro te laag vindt kan zijn de officiële rente verhogen. Banken worden dan gedwongen de renteverhoging te volgen. Door deze renteverhoging gaan dan meer buitenlandse beleggers in Euroland beleggen en gaan beleggers uit Euroland minder snel buiten Euroland beleggen. Zo stijgt de vraag naar euro s op de valutamarkt, terwijl het aanbod daalt. Hierdoor stijgt de wisselkoers van de euro. Het omgekeerde geldt natuurlijk wanneer de ECB de rente verlaagt om de koers van euro te laten dalen. Maar dit renteverhaal heeft ook een andere kant. De rentestand beïnvloedt niet alleen de wisselkoers, maar ook de binnenlandse bestedingen. Een hogere rentestand maakt lenen onaantrekkelijker en sparen juist aantrekkelijker. Minder lenen en meer sparen houdt in dat de bestedingen afnemen. Leningen worden immers afgesloten om bestedingen te doen; en sparen betekent per definitie dat je dat geld niet uitgeeft. Het hangt van de binnenlandse economische situatie af of lagere bestedingen gunstig zijn of niet. Er kan sprake zijn van overbesteding of onderbesteding. Overbesteding: De binnenlandse bestedingen zijn dan hoog, er wordt dus veel geproduceerd en er zijn veel mensen aan het werk. Er is nauwelijks werkloosheid. Door deze hoge bestedingen kan er inflatie ontstaan. Wanneer namelijk de vraag naar producten groter is dan de productiecapaciteit aankan stijgen de prijzen. In zo n situatie van overbesteding en inflatie is een daling van de bestedingen gewenst. Een verhoging van de rentestand om de wisselkoers te versterken is dan ook goed voor de binnenlandse economische situatie omdat die hogere rentestand de bestedingen doet afnemen. Onderbesteding: Bij onderbesteding is er sprake van lage bestedingen en dus een lage productie. De productiecapaciteit is niet volledig bezet. Hierdoor kunnen lang niet alle mensen aan de slag. Er is dus werkloosheid. Een rentestijging zal er dan voor zorgen dat de bestedingen nog meer dalen en de werkloosheid verder groeit. 6. Het nut van stabiele wisselkoersen uitleggen, evenals de nadelen van schommelende wisselkoersen. Wisselkoersveranderingen zijn van invloed op de omvang van de export en daarmee op de binnenlandse productie en werkgelegenheid. Tevens bleek de invloed van wisselkoersveranderingen op de prijzen van importgoederen en daarmede op het binnenlandse prijspeil. Schommelingen van wisselkoersen geven ook onzekerheid voor exporteurs en importeurs. Wisselkoersonzekerheid kan voor exportbedrijven erg vervelend zijn. Tevens is dit ook nadelig voor bedrijven die hun producten laten betalen in buitenlandse valuta s is wisselkoersonzekerheid ongewenst. Internationale handelaren zijn dus gebaat bij stabiele wisselkoersen. Dat geeft zekerheid en minder risico. Hoofdstuk 3: 1. Uitleggen dat vrijhandel in theorie tot de grootst mogelijke welvaart leidt. Pagina 6 van 9

7 We spreken van vrijhandel wanneer de internationale handel niet wordt belemmerd. In zo n situatie zal iedereen zijn spullen dáár kopen waar ze het goedkoopst zijn. Zoals rundvlees in Argentinië, tomaten in Marokko, videorecorders in Japan, kaas in Holland etc. Hierdoor zal ook ieder land zich gaan toeleggen op die dingen waar het goed in is. Bij vrijhandel worden de producten daar gemaakt waar ze tegen de laagste prijs en de beste kwaliteit gemaakt kunnen worden. Wanneer alle producten aldus gemaakt en gekocht kunnen worden, is in theorie de totale welvaart in de wereld het hoogst. Hierbij zijn wel kanttekeningen te plaatsen. Sommige landen zijn goedkoop omdat ze daar gebruik maken van kinderarbeid of omdat arbeiders lange werkweken draaien tegen een hongerloon. Ook zijn er verschillen in milieuwetgeving tussen landen. In landen waar bedrijven verplicht worden filters aan te brengen tegen de uitstoot van vervuilende gassen en milieuheffingen moeten betalen zal de productie duurder zijn dan in landen waar geen milieuwetgeving is of de overheid oogluikend toestaat dat bedrijven de milieuregels aan hun laars lappen. In landen met een slechte mensenrechtensituatie en slechte milieuwetgeving kan ongetwijfeld goedkoper geproduceerd worden, maar of daarmee de totale welvaart in de wereld wordt vergroot is nog maar de vraag. In theorie zorgt vrijhandel er dus voor dat alle producten zo goedkoop mogelijk worden gemaakt. 2. Uitleggen waarom landen overgaan tot protectionisme. Dat Nederland toch tomaten en Japan toch rijst produceren komt doordat ze hun binnenlandse productie willen beschermen. We noemen dat protectionisme. Protectionisme is het beschermen van de eigen economie door invoerbelemmeringen en/ of uitvoersubsidies. Met name als het slecht gaat met de binnenlandse werkgelegenheid is de neiging tot protectie groot. Protectie omvat de maatregelen die een land neemt in het kader van een protectionistische politiek. 3. De vormen van protectionisme beschrijven. Bij protectie zijn de volgende tarifaire en non-tarifaire maatregelen mogelijk: Invoerrechten: Er wordt een tarief geheven op importproducten. Hierdoor worden importproducten duurder en kunnen deze dus minder goed concurreren op de binnenlandse markt. Quotering: Er mag per jaar slechts een bepaalde hoeveelheid van een product worden ingevoerd. Kwaliteitseisen: Er worden kwaliteitseisen gesteld waaraan buitenlandse producten niet en binnenlandse producten wel voldoen. Op grond van die eisen worden dan buitenlandse producten geweigerd op de binnenlandse markt. Subsidiëring van de binnenlandse productie: Door binnenlandse producenten subsidies te geven kunnen deze goedkoper produceren en lagere prijzen vragen waardoor ze beter kunnen concurreren Subsidiëring van de export: Hierdoor kan je producten goedkoper in het buitenland aanbieden. Op deze manier worden vooral Europese landbouwproducten goedkoper op de wereldmarkt gebracht. Pagina 7 van 9

8 Invoerrechten worden wel tarifaire handelsbelemmeringen genoemd. Tarifair komt van tarief, hetgeen betekent dat het een heffing of subsidie op de prijs van het product is. Ook subsidies op exportgoederen noemen we tarifaire protectie. Invoercontingentering, het stellen van kwaliteitseisen en uitgebreide douanecontroles zijn vormen van non-tarifaire handelsbelemmeringen. 4. De gevolgen uitleggen van protectionisme voor prijzen en welvaart. De rijke landen in de wereld zoals de VS, Japan en die van West-Europa, bedrijven vooral protectionisme ten behoeve van hun agrarische producten. In West-Europa gaan er per jaar miljarden guldens aan subsidie naar de boeren. Hierdoor produceren dezen veel meer dan nodig is. De overschotten worden of opgeslagen of voor zeer lage prijzen (dankzij exportsubsidies) op de wereldmarkt aangeboden. Op geïmporteerde agrarische producten zitten forse invoerrechten. Het protectiebeleid van Japan en de VS is niet veel anders. Vooral ontwikkelingslanden zouden graag zien dat de rijke landen dit protectionisme zouden verminderen of afschaffen. Want juist ontwikkelingslanden zijn producenten van agrarische producten en die zouden ze graag exporteren naar de rijke landen.. Enerzijds geven de rijke landen miljarden dollars uit aan ontwikkelingshulp, anderzijds ontnemen dezelfde rijke landen, door protectionistische maatregelen, ontwikkelingslanden de kans hun producten te exporteren en zich op eigen kracht economisch te ontwikkelen. Een laatste opmerking: protectie is voor de consument niet plezierig: hij heeft minder keuze en ziet hogere prijzen. 5. Uitleggen dat protectionisme tot een handelsoorlog kan leiden. De belangrijke reden voor protectie is bescherming van de binnenlandse werkgelegenheid. Door de invoer van buitenlandse producten te bemoeilijken en de binnenlandse productie te subsidiëren wordt voorkomen dat binnenlandse producenten worden weggeconcurreerd. Een tweede reden voor protectie is het beschermen van beginnende industrieën, die in het begin met hoge kosten te maken hebben en daardoor extra kwetsbaar zijn voor buitenlandse concurrentie. Door buitenlandse producten eventueel tijdelijk te weren kan zo n industrie rustig op gang komen, zodat zij uiteindelijk concurrerend kan worden. Nog een reden voor protectie is het bewaren van onafhankelijkheid. Zo zullen er weinig landen zijn die wat betreft hun voedselproductie volslagen afhankelijk willen zijn van het buitenland. Dat zou in tijden van oorlog een ramp zijn. daarom zullen landen altijd een zekere binnenlandse voedselproductie in stand houden, ook al moet dat met behulp van protectie. Ook gaan landen soms over tot protectie als tegenmaatregel tegen het protectionisme van anderen. Zo n handelsoorlog kan nadelig zijn voor alle partijen. 6. Uitleggen waarom gestreefd wordt naar een meer economische en monetaire samenwerking in Europa. Een goed voorbeeld van economische integratie is de Europese Unie. De samenwerking tussen Europese landen begon in de jaren 50 en is sindsdien sterk uitgebreid. Ook het aantal landen is toegenomen. Binnen de EU is er vrijhandel. De onderlinge invoerrechten en andere protectionistische maatregelen zijn afgeschaft. Ook wordt het economisch beleid steeds meer op elkaar afgestemd. De EU streeft naar een gemeenschappelijke markt. Een gemeenschappelijke markt betekent niet alleen naar vrij verkeer van goederen en dienstem, maar ook van vrij verkeer van kapitaal en arbeid. Vrij verkeer van kapitaal in de EU betekent dat je bijvoorbeeld geld kunt sparen bij een bank in en ander EU-land, zonder dat daar extra kosten aan verbonden zijn. 7. Uitleggen waarom landen een monetaire unie kunnen vormen wanneer de inflatiepercentages onderling Pagina 8 van 9

9 niet te veel verschillen. Om een monetaire unie te beginnen mogen de economieën van de verschillende landen niet te veel van elkaar verschillen. Zo mag de inflatie niet te veel uitlopen. Nu is het zo dat een verslechtering van de concurrentiepositie bijvoorbeeld als gevolg van inflatie gecompenseerd kan worden door een daling van de wisselkoers. Door die daling van de wisselkoers worden de producten voor het buitenland goedkoper en kan, ondank de inflatie de export op peil blijven en loopt de werkgelegenheid geen al te harde klappen op. Wanneer er echter één munt is betekent dit dat je geen wisselkoers tussen de landen van de EU hebt. Als een land dan hogere inflatie heeft dan andere prijst het zichzelf uit de markt en zal de werkloosheid toenemen. Daarom mag de inflatie van landen die toetreden tot de EMU niet te veel verschillen van de andere landen. Pagina 9 van 9

Samenvatting Economie Internationale Handel

Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 1611 woorden 9 september 2001 6,5 169 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel Hoofdstuk 1 Nederland is erg

Nadere informatie

Samenvatting Economie Internationale Handel

Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 2653 woorden 21 januari 2002 7 392 keer beoordeeld Vak Economie Internationale handel Hoofdstuk 1 Nederland Handelsland Er is

Nadere informatie

De groei van de wereldeconomie wordt gemeten aan de hand van de groei van de nationale productie van alle landen in de wereld

De groei van de wereldeconomie wordt gemeten aan de hand van de groei van de nationale productie van alle landen in de wereld Samenvatting door een scholier 1909 woorden 17 april 2007 4,8 30 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Import: goederen uit het buitenland kopen Export: producten aan het buitenland verkopen Uitvoersaldo:

Nadere informatie

Innovatie, modernisering, goede scholing - een land levert dan goede kwaliteit. Afnemers; goede verhouding prijs en kwaliteit

Innovatie, modernisering, goede scholing - een land levert dan goede kwaliteit. Afnemers; goede verhouding prijs en kwaliteit Samenvatting door een scholier 1633 woorden 8 juni 2007 6,5 4 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel. Hoofdstuk 1 Nederland handelsland. Nederland afhankelijk van handel omdat het

Nadere informatie

Samenvatting Economie Internationale handel

Samenvatting Economie Internationale handel Samenvatting Economie Internationale handel Samenvatting door een scholier 1484 woorden 7 oktober 2003 5,5 44 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Internationale handel HS 1 Nederland handelsland Par.

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel

Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel Samenvatting door een scholier 1819 woorden 4 mei 2004 8,2 97 keer beoordeeld Vak Economie INTERNATIONALE HANDEL COMPLETE SAMENVATTING: H 1 T/M 3 Hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting Economie Internationale Handel

Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 3059 woorden 10 juni 2004 6,4 124 keer beoordeeld Vak Economie 1.1 Introductie Bij export en import praten we over de waarde van

Nadere informatie

1. natuurlijke omstandigheden. 2. loonkosten. 3. infrastructuur

1. natuurlijke omstandigheden. 2. loonkosten. 3. infrastructuur Samenvatting door een scholier 1067 woorden 13 juli 2001 4 44 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting:Internationale Handel Hoofdstuk 1: ****Nederland Handelsland**** 1.1 Export/Import: de waarde van

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 3593 woorden 4 april keer beoordeeld. Samenvatting economie Buitenland 2

Samenvatting door een scholier 3593 woorden 4 april keer beoordeeld. Samenvatting economie Buitenland 2 Samenvatting door een scholier 3593 woorden 4 april 2011 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Samenvatting economie Buitenland 2 Hoofdstuk 1 Internationale handel: - Nederland is erg afhankelijk

Nadere informatie

Loonkosten per product omhoog - Prijzen omhoog - Internationale concurrentiepositie omlaag

Loonkosten per product omhoog - Prijzen omhoog - Internationale concurrentiepositie omlaag Samenvatting Economie Europa Samenvatting door S. 1608 woorden 27 maart 2017 7,5 27 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: Waar produceren Open economie - Een land handeld veel met het

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Waar produceren

Hoofdstuk 1: Waar produceren Hoofdstuk 1: Waar produceren Open economie - Een land handeld veel met het buitenland, importeert & exporteert veel Er is meer keuze aan goederen of diensten dan in een gesloten economie Concurrentiepositie

Nadere informatie

Begrippenlijst Economie Internationale Handel

Begrippenlijst Economie Internationale Handel Begrippenlijst Economie Internationale Handel Begrippenlijst door een scholier 1948 woorden 10 maart 2004 6,4 29 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1, Nederland Handelsland arbeidsproductiviteit De

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 3, Economische Integratie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 3, Economische Integratie Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 3, Economische Integratie Samenvatting door een scholier 2379 woorden 23 maart 2004 5,4 20 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 3 Economische Integratie

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen

Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen Economie VWO 2011/2012 www.lyceo.nl H5: Internationale betrekkingen Economie 1. Inkomen 2. Consument 3. Producenten 4. Markt en Overheid 5. Internationale betrekkingen

Nadere informatie

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende

Nadere informatie

Antwoorden Economie Handel

Antwoorden Economie Handel Antwoorden Economie Handel Antwoorden door een scholier 973 woorden 14 april 2004 4,8 61 keer beoordeeld Vak Economie Begrippen: Open Economie: Bijvoorbeeld: Nederland exporteert veel goederen en diensten

Nadere informatie

Internationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: 25-2-2013. Waar komt het vandaan?

Internationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: 25-2-2013. Waar komt het vandaan? Internationale handel H7 1 Waar komt het vandaan? Economie voor het vmbo (tot 8,35 m.) Internationale handel Importeren = invoeren (betalen) Exporteren = uitvoeren (verdienen) Waarom importeren: Meer keuze

Nadere informatie

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering. Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Europa Hoofdstuk 1, 2, 3, 4 en 5

Samenvatting Economie Lesbrief Europa Hoofdstuk 1, 2, 3, 4 en 5 Samenvatting Economie Lesbrief Europa Hoofdstuk 1, 2, 3, 4 en 5 7,1 Samenvatting door Naomi 3970 woorden 15 keer beoordeeld 9 april 2017 Vak Economie Methode LWEO Hoofdstuk 1: Waar produceren? 1.1 Oost-Europeanen

Nadere informatie

wisselkoers Euro in Amerikaanse dollar 1,3644 Hoeveel dollar is 590?

wisselkoers Euro in Amerikaanse dollar 1,3644 Hoeveel dollar is 590? wisselkoers Euro in Amerikaanse dollar 1,3644 Hoeveel dollar is 590? 1,3644 * 590 = $805 2300 is dan 1,3644 * 2300 =$3138,12 Hoeveel euro is $789? 1,3644 dollar = 1 euro $789 / 1,3644 =578,28 euro Bereken

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 4 Nederland en buitenland

Samenvatting Economie Module 4 Nederland en buitenland Samenvatting Economie Module 4 Nederland en buitenland Samenvatting door een scholier 2095 woorden 5 oktober 2004 6,5 27 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Economie De welvaart neemt toe door internationale

Nadere informatie

7,9. Antwoorden door een scholier 3121 woorden 21 april keer beoordeeld. Hoofdstuk 1

7,9. Antwoorden door een scholier 3121 woorden 21 april keer beoordeeld. Hoofdstuk 1 Antwoorden door een scholier 3121 woorden 21 april 2006 7,9 18 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 1. a. Sportschoenen, spijkerbroek, elektronica, hamburgers, etc. b. Aardgas, kaas, bloemen, varkensvlees,

Nadere informatie

Valutamarkt. fransetman.nl

Valutamarkt. fransetman.nl euro in dollar wisselkoers Wisselkoers (ontstaat op valutamarkt) Waarde van een munt uitgedrukt in een andere munt Waardoor kan de vraag naar en het aanbod van veranderen? De wisselkoers van de euro in

Nadere informatie

Lesbrief Buitenland 2

Lesbrief Buitenland 2 Lesbrief Buitenland 2 Hoofdstuk 1 Internationale handel 1.1 Uitvoer en invoer Invoervolume ( = importvolume): Uitvoervolume (= exportvolume): de hoeveelheid goederen en / of diensten gekocht uit het buitenland

Nadere informatie

7,9. Samenvatting door E woorden 21 april keer beoordeeld. 1.Waar produceren? Kennen:

7,9. Samenvatting door E woorden 21 april keer beoordeeld. 1.Waar produceren? Kennen: Samenvatting door E. 3688 woorden 21 april 2014 7,9 44 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO 1.Waar produceren? Arbeidsmigratie: Werknemers verhuizen naar plaatsen waar werk is. Dat kan binnen een

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10

Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting door een scholier 2188 woorden 14 februari 2016 8,6 15 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 9: Schommelingen in de economie 9.1 Schommelingen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens?

Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens? Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens? 8.1 Waarom handel met het buitenland? Importeren = het kopen van goederen en diensten uit het buitenland. Waarom? -Goedkoper of van betere kwaliteit -Bepaalde

Nadere informatie

Examen HAVO. Economie 1

Examen HAVO. Economie 1 Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed

Nadere informatie

Eindexamen economie vwo II

Eindexamen economie vwo II Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een

Nadere informatie

Valutamarkt. De euro op koers. Havo Economie 2010-2011 VERS

Valutamarkt. De euro op koers. Havo Economie 2010-2011 VERS Valutamarkt De euro op koers Havo Economie 2010-2011 VERS 2 Hoofdstuk 1 : Inleiding Opdracht 1 a. Dirham b. Internet c. Duitsland - Ierland - Nederland - Griekenland - Finland - Luxemburg - Oostenrijk

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Eindexamen economie 1 havo 2000-I Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van

Nadere informatie

Samenvatting Economie Europa en Conjunctuur

Samenvatting Economie Europa en Conjunctuur Samenvatting Economie Europa en Conjunctuur Samenvatting door K. 9041 woorden 25 maart 2014 8,1 24 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Europa hoofdstuk 1 Voordelen arbeidsmigratie van Nederlandse

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Bankzaken 1 maximumscore 1 Voorbeeld van een juiste verklaring: De inflatie van 1,6% is een gemiddelde waarin de

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 q v = 200 1,25 + 450 = 200 q a

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 Rek in het arbeidsaanbod 1 maximumscore 2 Doordat het aanbod van

Nadere informatie

Handel (tastbare goederen) 61 35 + 26 Diensten (transport, toerisme, ) 5 4 + 1 Primaire inkomens (rente, dividend, ) 11 3 + 8

Handel (tastbare goederen) 61 35 + 26 Diensten (transport, toerisme, ) 5 4 + 1 Primaire inkomens (rente, dividend, ) 11 3 + 8 betalingsbalans Zweden behoort tot de EU maar (nog) niet tot de EMU. Dat maakt Zweden een leuk land voor opgaven over wisselkoersen, waarbij een vrij zwevende kroon overgaat naar een kroon met een vaste

Nadere informatie

3 Bij deze korte ritten worden levende dieren vervoerd en producten die snel kunnen bederven. Die moeten snel op de plaats van bestemming zijn.

3 Bij deze korte ritten worden levende dieren vervoerd en producten die snel kunnen bederven. Die moeten snel op de plaats van bestemming zijn. Hoofdstuk 7 Nederland handelsland De grens over 1 Vanuit Nederland 10.000 365 (dagen) = 3.650.000 ritten per jaar 3.650.000 =... % van 7.400.000 3.650.000 7.400.000 100 = 49,3% 2 Binnen de EU is er vrij

Nadere informatie

Module 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging

Module 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Module 8 havo 5 Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. laagconjunctuur Reëel binnenlands product groeit

Nadere informatie

Eindexamen economie havo I

Eindexamen economie havo I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat

Nadere informatie

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte

Nadere informatie

Eindtermen VWO. Domein E. Wisselkoersen

Eindtermen VWO. Domein E. Wisselkoersen Eindterm VWO Domein E Wisselkoers Domein E Wisselkoers Eindterm 19: e valuta (van e bepaald land): De vraag naar e valuta wordt bepaald door: a) Export op de lopde reking (van de betalingsbalans) Het buitland

Nadere informatie

2 De goederen en pakketjes worden daar overgeladen om snel op de eindbestemming afgeleverd te kunnen worden.

2 De goederen en pakketjes worden daar overgeladen om snel op de eindbestemming afgeleverd te kunnen worden. Hoofdstuk 8 Over economische grenzen Intro Exportmedewerker 1 Bijvoorbeeld: - Goede beheersing van het Engels - Goede communicatieve vaardigheden - Goed met mensen kunnen omgaan - Goed in een team kunnen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 10 Een klein binnenland, een groot buitenland

Samenvatting Economie Hoofdstuk 10 Een klein binnenland, een groot buitenland Samenvatting Economie Hoofdstuk 10 Een klein binnenland, een groot buitenland Paragraaf 1 Karakteristieken van het internationale handels- en betalingsverkeer Nederland heeft een relatief open economie.

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 vwo 2001-II

Eindexamen economie 1 vwo 2001-II 4 Antwoordmodel Opgave Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. ja Uit de toelichting moet blijken dat de stijging

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 vwo I

Eindexamen economie 1 vwo I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 vakbonden, werkgeversbonden, individuele

Nadere informatie

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken. Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hst. 4 Het Buitenland

Samenvatting Economie Hst. 4 Het Buitenland Samenvatting Economie Hst. 4 Het Buitenland Samenvatting door een scholier 1280 woorden 21 juli 2009 8 1 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Hst. 4 HET BUITENLAND Je moet iets weten over de verschillende

Nadere informatie

6,8. Als je de stof van 37.1 beheerst, kun je. Antwoorden door een scholier 3896 woorden 16 mei keer beoordeeld. Checklists Thema 8.

6,8. Als je de stof van 37.1 beheerst, kun je. Antwoorden door een scholier 3896 woorden 16 mei keer beoordeeld. Checklists Thema 8. Antwoorden door een scholier 3896 woorden 16 mei 2003 6,8 37 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Checklists Thema 8. Als je de stof van 37.1 beheerst, kun je 1. het verschil uitleggen tussen een

Nadere informatie

MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD

MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD pdf18 MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD De macro-vraaglijn of geaggregeerde vraaglijn geeft het verband weer tussen het algemeen prijspeil en de gevraagde hoeveelheid binnenlands product. De macro-vraaglijn

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II Opgave 1 Uit een krant: Uitzendbranche blijft groeien Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat de uitzendbranche in het eerste kwartaal van 1998 flink is gegroeid. In vergelijking

Nadere informatie

Eindexamen havo economie oud programma I

Eindexamen havo economie oud programma I Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat mensen met een hoog

Nadere informatie

1. Lees de vragen goed door; soms geeft een enkel woordje al aan welke richting je op moet.

1. Lees de vragen goed door; soms geeft een enkel woordje al aan welke richting je op moet. AANVULLENDE SPECIFIEKE TIPS ECONOMIE VWO 2007 1. Lees de vragen goed door; soms geeft een enkel woordje al aan welke richting je op moet. : Leg uit dat loonmatiging in een open economie kan leiden tot

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2004-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2004-I 4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening

Nadere informatie

Eindexamen economie havo I

Eindexamen economie havo I Opgave 1 Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. 1 Voorbeeld van een juiste berekening: 47,5 27,5 100% = 72,73% 27,5

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2006-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2006-I 4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie I

Eindexamen vwo economie I Opgave 1 1 maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de hoogte van de arbeidsinkomensquote 0,7 / 70% is. 2 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat als b 1 daalt, het inkomen na belastingheffing

Nadere informatie

Examen HAVO en VHBO. Economie 1,2 oude en nieuwe stijl

Examen HAVO en VHBO. Economie 1,2 oude en nieuwe stijl Economie 1,2 oude en nieuwe stijl Examen HAVO en VHBO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Vooropleiding Hoger Beroeps Onderwijs HAVO Tijdvak 2 VHBO Tijdvak 3 Woensdag 21 juni 13.30 16.30 uur 20 00 Dit

Nadere informatie

Eindexamen economie pilot havo II

Eindexamen economie pilot havo II Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 20

Samenvatting Economie Hoofdstuk 20 Samenvatting Economie Hoofdstuk 20 Samenvatting door een scholier 2291 woorden 25 juni 2012 6,3 19 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Paragraaf 20.1: Nederland internationaal. Open

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-II Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat

Nadere informatie

Samenvatting Economie Wereldeconomie

Samenvatting Economie Wereldeconomie Samenvatting Economie Wereldeconomie Samenvatting door een scholier 1918 woorden 18 juli 2015 7,9 16 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1 Het bruto binnenlands product (bbp) is een maatstaf

Nadere informatie

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M) 1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom

Nadere informatie

= de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land.

= de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land. 1 De wisselmarkt 1.1 Begrip Wisselkoers = de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land. bv: prijs van 1 USD = 0,7

Nadere informatie

we noemen een munt convertibel indien deze bij banken inwisselbaar is. (bijv. de Roebel is niet convertibel; wordt door banken niet geaccepteerd).

we noemen een munt convertibel indien deze bij banken inwisselbaar is. (bijv. de Roebel is niet convertibel; wordt door banken niet geaccepteerd). Dome D Nederlandse betalgsbalans Open economie / gesloten economie: Open economie: veel handel (export en import) met het benland. (bij een open economie zijn de exportquote en importquote groot). Bijvoorbeeld

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECOMONIE MAANDAG 2 MAART UUR 13:00 UUR. Belangrijke informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECOMONIE MAANDAG 2 MAART UUR 13:00 UUR. Belangrijke informatie SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECOMONIE MAANDAG 2 MAART 2015 11.30 UUR 13:00 UUR Belangrijke informatie SPD Bedrijfsadministratie Algemene ecomonie Maandag 2 maart 2015 B / 9 2015 Stichting

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 Zakelijk boeren 1 maximumscore 1 A, B, D, E, F, H Opmerking

Nadere informatie

Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase

Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase Toetsopgaven VWO bij de euro-editie van het Onderdeel Geld van Percent Economie voor de tweede fase Opgave 1 Sinds 1 juni 1998 maakt De Nederlandsche Bank (DNB) samen met de centrale banken van andere

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1310 woorden 17 februari keer beoordeeld

Samenvatting door een scholier 1310 woorden 17 februari keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1310 woorden 17 februari 2009 8 3 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 11 Arbeidsmarkt = geheel vraag naar en aanbod van arbeid. Ondoorzichtige markt = werknemers+werkgevers

Nadere informatie

De armoedegrens is het bedrag dat minimaal nodig is om menswaardig te kunnen leven.

De armoedegrens is het bedrag dat minimaal nodig is om menswaardig te kunnen leven. Samenvatting door Yanoe 2582 woorden 5 juli 2017 1 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1 De armoedegrens is het bedrag dat minimaal nodig is om menswaardig te kunnen leven. Het gebruik

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie 2013-I

Eindexamen vwo economie 2013-I Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit

Nadere informatie

Domein Goede Tijden, Slechte Tijden

Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Zie steeds de eenvoud!! havo Frans Etman Hoog- of laagconjunctuur Het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) heeft 2 filmpjes gemaakt over de indicatoren van de economie.

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-I

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-I 4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 twee van de volgende voorbeelden

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

ANTWOORDEN HOOFDSTUK 5

ANTWOORDEN HOOFDSTUK 5 ANTWOORDEN EINDTOETS HOOFDSTUK 5 RONDKOMEN ANTWOORDEN HOOFDSTUK 5 TOETS 1 RONDKOMEN 1 Prioriteiten stellen. 2 B 3 2,55 + 2,80 = 5,35 4 52 27 : 12 + 95 : 2 + 40,50 : 3 + 25 = 203. 5 A 3; B 4; C 2; D 1.

Nadere informatie

Samenvatting Economie Wereldeconomie

Samenvatting Economie Wereldeconomie Samenvatting Economie Wereldeconomie Samenvatting door A. 1359 woorden 7 februari 217 9,2 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Samenvatting wereldeconomie Hoofdstuk 1 BRIC-landen: Brazilië, Rusland,

Nadere informatie

UIT de arbeidsmarkt

UIT de arbeidsmarkt Verandering van de werkloosheid. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zijn onderhevig aan continue veranderingen. Als gevolg daarvan verandert de omvang van de werkloosheid in een land ook continue. Werkloosheid

Nadere informatie

Vroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding / ruilverhouding te schatten.

Vroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding / ruilverhouding te schatten. Samenvatting door een scholier 1593 woorden 27 juni 2003 4,4 11 keer beoordeeld Vak Economie Leerstof Economie 1: Hoofdstuk 4: Vroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding

Nadere informatie

Domein Goede Tijden, Slechte Tijden

Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Zie steeds de eenvoud!! vwo Frans Etman Hoog- of laagconjunctuur Het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) heeft 2 filmpjes gemaakt over de indicatoren van de economie.

Nadere informatie

Lesbrief Buitenland 1

Lesbrief Buitenland 1 Lesbrief Buitenland 1 Hoofdstuk 1 Internationale arbeidsverdeling 1.1 Waarom handel? Omdat landen bepaalde producten niet zelf hebben Omdat andere landen het product goedkoper kunnen maken en / of betere

Nadere informatie

Samenvatting Economie Toetsweek 2

Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting door E. 1301 woorden 3 december 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Economie VERKOOPWAARDE 2000 INKOOPWAARDE: (INTERMEDIAIR VERBRUIK) GRONDSTOFFEN 1100 DIENSTEN

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2005-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2005-II 4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord

Nadere informatie

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013 Internationale varkensvleesmarkt 212-213 In december 212 vond de jaarlijkse conferentie van de GIRA Meat Club plaats. GIRA is een marktonderzoeksbureau, dat aan het einde van elk jaar een inschatting maakt

Nadere informatie

6,1. Praktische-opdracht door een scholier 2179 woorden 5 december keer beoordeeld

6,1. Praktische-opdracht door een scholier 2179 woorden 5 december keer beoordeeld Praktische-opdracht door een scholier 2179 woorden 5 december 2007 6,1 19 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Onze PO van geschiedenis gaat over de verschillende factoren van de handel. Ook in welke

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II 4 Antwoordmodel Opgave voorbeeld van een juiste berekening: 84.760.000 4 = 2.080 uur 63.000 2 voorbeeld van een juist antwoord: Een antwoord waaruit blijkt dat uitzendkrachten in deeltijd werken. 3 voorbeelden

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART 2016 08.45-10.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie Woensdag 9 maart 2016 B / 9 2015 NGO-ENS B / 9 Opgave 1 (21

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie II

Eindexamen vwo economie II Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat de particuliere

Nadere informatie

7,8. Samenvatting door een scholier 1939 woorden 26 april keer beoordeeld

7,8. Samenvatting door een scholier 1939 woorden 26 april keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1939 woorden 26 april 2005 7,8 27 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 5 Internationale handel: Als mensen van het ene land goederen of diensten kopen in

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-I

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-I 4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 Maximumscore 1 1 Uit het antwoord moet blijken

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo I

Eindexamen economie 1-2 vwo I Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 nivellering 38,2 : 9,6 = 3,98 : 1 2 maximumscore

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2005-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2005-I 4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord is: Een

Nadere informatie

EUROPESE SAMENWERKING

EUROPESE SAMENWERKING ECONOMIE EUROPESE SAMENWERKING HOOFDSTUK 1: HET BUITENLAND 1.1 OVER DE GRENS Bij uitvoer oefent het buitenland vraag uit naar Nederlandse producten. Tegenover goederen- en dienstenstromen staan geldstromen.

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een voorbeeld van een

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Euro

Praktische opdracht Economie Euro Praktische opdracht Economie Euro Praktische-opdracht door een scholier 1619 woorden 17 februari 2003 6,7 12 keer beoordeeld Vak Economie 1 Onderzoeksvraag. Mijn onderzoeksvraag is: Wat zijn de voor- en

Nadere informatie