TOEKOMSTVISIE OP DE WERKWINKELS NAAR EEN VERNIEUWEND CONCEPT



Vergelijkbare documenten
Deel 1: Waar staan we voor als Werkwinkel? Netwerk jij mee?

Takenpakketprofiel ( )

DE OVEREENKOMST. en mediarte.be,...vertegenwoordigd door...

Dienstverleningsmodel 2020: naar een futureproof Serr inn VDAB

Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1]

Ontwerp van decreet. Tekst aangenomen door de plenaire vergadering ( ) Nr november 2012 ( ) stuk ingediend op

Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam

Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen

Combinatiefunctie Wijkwerk-coach (Wijkwerken Zuid-West-Vlaanderen) & Trajectbegeleider Anzegem/Deerlijk Functiebeschrijving en competentieprofiel

Beleidsnota Sociale Economie 08/01/2015

Klantgericht Betrouwbaar Veilig Efficiënt Doeltreffend Integraal Wendbaar Open Digitaal Inclusief Duurzaam

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader

Arbeid biedt een maatschappelijke meerwaarde ten opzichte van inactiviteit. 3

Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie opvang en vrijetijd van kinderen. Ronde van Vlaanderen 2016

Functiekaart. Werkt onder leiding van en rapporteert aan: diensthoofd Extramurale dienst

DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Iedereen mee, iedereen actief Reflecties over samenwerking tussen Vlaamse overheid en lokale besturen

Functiekaart. Functie. Doel van de entiteit. Plaats in de organisatie. Voor kennisname. Dienst: Sociale Dienst. Functienaam: arbeidstrajectbegeleider

Hoe beïnvloedt het Europese beleid de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid in Vlaanderen?

Budget 2015 OCMW BEVEREN

Functiekaart. Functie. Doel van de entiteit. Plaats in de organisatie. Voor kennisname

NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Intern kwaliteitscharter

SOCIALE ECONOMIE BEHOEFTE ONDERZOEK

DECREET. betreffende het algemeen welzijnswerk

Bisconceptnota. Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen

Tijdelijke Werkervaring (TWE)

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

Verslag werkgroepen traject VDAB en VVSG deel II : Het traject TWE

Dienstverleningsmodel 2020: Bedrijfsfilm. naar een futureproof VDAB

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin

Reflectiegesprek: toekomstbeelden

Is dat dan geen indicatie dat wijk-werkers sowieso geen mensen uit de sociale economie verdringen?

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij

Bijeenkomst opschaling. Divosa 1 februari 2013

VDAB PROGRAMMA INTEGRATIE DOOR WERK

Lerend Netwerk Arbeidsmarktkrapte

Nieuwe kans op extra instroom

De arbeidsmarktsituatie in regio Waas & Dender: 1. beroepsbevolking: 74,0% (Vlaams gewest: 74,0%) activiteitsgraad: 70,7% (Vlaams gewest: 70,5%)

Federgon kwaliteitscharter

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, JEUGD, SPORT, BRUSSELSE AANGELEGENHEDEN EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING,

Socioprofessionele reïntegratie. Conny Daens, GTB

Functiekaart. Werkt onder leiding van en rapporteert aan: beleidscoördinator Samenleving Leven en Welzijn

Beleidsvisie Sociaal Werk

Functiebeschrijving nr. 030 Transitie- en kwaliteitsmanager

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

Huizen van het Kind. Gezinnen ondersteunen in hun kracht

De rechtenverkenner: een hefboom voor het lokaal sociaal beleid in Vlaanderen

Ontwerp van decreet. houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

VR DOC.1168/1BIS

Functiebeschrijving: Projectportfoliobeheerder

nr. 237 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 2 januari 2017 aan LIESBETH HOMANS Lokale besturen - Financieringsmogelijkheden

Functiekaart. Dienst: Subdienst:

Gebiedsgerichte Werking

Functiefamilie ET Thematische experten

SOCIALE ECONOMIE: LOKALE DIENSTENECONOMIE

NOTA AAN VESOC. Recente cijfers tonen aan dat personen met een handicap in Vlaanderen oververtegenwoordigd zijn in de werkloosheidscijfers.

Voorontwerp decreet betreffende wijk-werken en diverse bepalingen i.h.k.v. de zesde staatshervorming

We zijn op ontdekkingsreis, in een gebied waar de huidige systemen leidend zijn maar onvoldoende werken. Bij een ontdekkingsreis hoort ruimte.

LEIDING GEVEN. Functiefamilie: Niveau: Doel van de functiefamilie

Functiebeschrijving: Projectbeheerder

A. WEGWIJZER 1. Inhoudstafel 1 2. Woord vooraf 5

Functiebeschrijving: Deskundige Milieu (m/v)

Competentiemanagement bij de federale overheid

Rol: Maatschappelijk assistent

Voorstel Stad Gent: wijkantennes gekoppeld aan de centrale werkwinkels. Werkgroep GSIW 4 juni 2013

Functiebeschrijving CLUSTERVERANTWOORDELIJKE NIET-VERPLICHTE HULPVERLENING B4-B5

Decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

Decreet betreffende het algemeen welzijnswerk

VR DOC.0923/1BIS

nr. 703 van MIRANDA VAN EETVELDE datum: 12 september 2016 aan PHILIPPE MUYTERS Activering 50-plussers - Stand van zaken

Visie- en afsprakennota bij de samenwerkingsovereenkomst tussen de Vlaamse VI (via het NIC), het RIZIV, GTB en de VDAB

1. Onderscheid tussen 'ruwe' screening en diagnosestelling

Competentiemanagement bij de federale overheid

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2013/3 over de overdracht van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) naar Vlaanderen

Gemeentebestuur Ravels

Advies. over twee ontwerpen van decreet houdende Samenwerkingsakkoorden betreffende de interregionale mobiliteit van de werkzoekende.

Staten-Generaal Opvang en Vrije tijd van schoolkinderen. Docentendag Pedagogie Jonge Kind 12 september 2014

Functiebeschrijving teamverantwoordelijke Ruimtelijke en stedelijke ontwikkeling

2 De organisatie geeft aan welke actuele maatschappelijke ontwikkelingen relevant zijn in relatie tot haar missie en visie.

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

2 De organisatie geeft aan welke actuele maatschappelijke ontwikkelingen relevant zijn in relatie tot haar missie en visie.

Diensthoofd overheidsopdrachten. Dienst Administratieve en juridische zaken overheidsopdrachten

Functiebeschrijving. Functienaam: Maatschappelijk assistent handhavingsbeleid Functionele loopbaan: B1-B3

Brede School - Grimbergen

FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIEL Deskundige planning

WERKGROEP GEZONDHEID REGIONAAL ZORGSTRATEGISCH PLAN

HET BRUSSELS GEWEST ONDERTEKENT DE EERSTE INSCHAKELINGSCONTRACTEN!

Nota Invoering ondersteuningsmodel

Gids voor werknemers. Rexel, Building the future together

Uitgangspunt van deze omzendbrief is het subsidiëren van projecten van bepaalde duur.

Verplicht!? vrijwilligerswerk - Standpunt van het Vlaams Welzijnsverbond [1]

ADVIES MET BETREKKING TOT HET VOORONTWERP VAN DECREET HOUDENDE DE OPRICHTING EN DE WERKING VAN DE LOKALE WERKWINKELS

HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR EEN EUROPESE SECTORRAAD ARBEIDSMARKT EN KWALIFICATIES IN DE SPORT EN BEWEEGSECTOR

communicatie Werkwinkel strategie en aanpak

10 klimaatmaatregelen voor innovatie

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

Competentiemanagement bij de federale overheid

Transcriptie:

VESOC-WG/D-07/80 TOEKOMSTVISIE OP DE WERKWINKELS NAAR EEN VERNIEUWEND CONCEPT DE WERKWINKELS EVOLUEREN. Een arbeidsmarkt in beweging De werkwinkels zijn ontstaan vanuit de vaststelling dat de arbeidsmarkt een kluwen van mekaar beïnvloedende elementen en relaties is, dat zich kenmerkt door belangrijke, regiogebonden verschillen. Er was nood aan een geïntegreerd dienstenaanbod waarbij de Vlaamse overheid een werkwijzer voor de werkzoekenden kon zijn doorheen het gefragmenteerde en talrijke aanbod van diensten en procedures. Door een bundeling van het dienstenaanbod, dat door verschillende organisaties wordt aangeboden, moest de herkenbaarheid en de gebruiksvriendelijkheid vergroot worden. Iedereen, onafhankelijk van statuut (werkzoekenden, werkenden, werkgevers), moet een beroep op de dienstverlening kunnen doen en zelf de mogelijkheden die hij wenselijk acht kunnen benutten. Het concept Werkwinkel bestaat ondertussen meer dan 7 jaar. In die 7 jaar is de werking van de werkwinkels zichtbaar geëvolueerd. Zo werd o.a. op sommige plaatsten de trajectwerking geïntegreerd in de werkwinkel, de participerende organisaties hebben een belangrijke mentaliteitswijziging door gemaakt om samen in functie van de burger/cliënt te denken en te handelen. Dit was niet altijd evident, maar de betrokken lokale partners zijn er dankzij hun inzet en enthousiasme - in geslaagd te evolueren naar echte werkwinkelconsulenten. Maar we willen met de werkwinkels de lat hoger leggen, inspelend op onze sterk evoluerende arbeidsmarkt en dus een aantal nieuwe belangrijke uitdagingen aangaan. De paradox op onze arbeidsmarkt is genoegzaam gekend. De werkloosheid in Vlaanderen daalt. Nog nooit waren er zoveel Vlamingen aan het werk als nu. Maar toch blijven bepaalde groepen structureel uitgesloten van de arbeidsmarkt, zoals o.a. ouderen, laaggeschoolden, allochtonen. Voor deze groepen is werk geen voldoende integratiemechanisme, hetgeen vanuit democratisch oogpunt onaanvaardbaar is. Anderzijds kampen bedrijven steeds meer met niet ingevulde vacatures en is de vraag naar specifiek gekwalificeerd personeel groot. De werkwinkels moeten aan de belangrijke activerende en socialiserende rol van werken uitdrukking geven en zullen meer dan ooit gestalte geven aan de doelstelling focussen op werk. Het verhogen van de participatie van één ieder op de arbeidsmarkt blijft dan ook de prioritaire doelstelling van de werkwinkel. Vele bezoekers komen naar de werkwinkel om zich in te schrijven of zich her in te schrijven als werkzoekende. Dit impliceert echter te zeer een passieve, afwachtende houding. Eens ingeschreven ben je in regel met de administratieve wetgeving. Participatie gaat uit van een actief gedrag, van zowel werkzoekende en consulent. De inschrijving is dan ook slechts het start punt van dergelijke (inter)actieve benadering. Focussen op werk betekent in de eerste plaats de bezoeker of cliënt bekijken in functie van werk. Dus: Je bent pas afgestudeerd, je bent dus op zoek naar een 1 ste job... Of: Je bent je 1

job kwijt, we zoeken samen, op maat, naar een oplossing. De integratie van de vacaturewerking in de werkwinkel maakt daar onderdeel van uit. Focussen op werk geldt niet enkel op het individuele vlak, het moet een herkenbaar leitmotiv zijn in het gedrag van de werkwinkelconsulenten, de begeleidingsaanpak naar de bezoekers-cliënten en in de werkwinkelinrichting zelf. De arbeidsmarkt wordt meer dan vroeger gekenmerkt door allerlei overgangen. Overgangen tussen arbeid en inactiviteit, tussen scholing, zorgtaken, zelfstandig ondernemen en uittreden (pensioen). Bovendien is de gelijktijdige combinatie van meerdere van vernoemde activiteiten mogelijk. Tweede element is de vaststelling dat arbeidsmarktparticipatie geen geïsoleerd fenomeen is, maar nadrukkelijk gelieerd aan andere maatschappelijke terreinen: onderwijs, vorming, vrije tijd, veiligheid, gezondheid en zorg. Het is van primordiaal belang dat elk van ons soepel op deze transities kan inspelen. Dat vraagt in vergelijking met vroeger vanwege de mensen een gewijzigde instelling. Een voortdurend actualiseren van kennis en competenties is noodzakelijk. Mensen moeten geëquipeerd zijn om steeds opnieuw deze veranderingen aan te kunnen. De doelstelling moet dan ook zijn om de mensen een hele (levens)loopbaan inzetbaar te houden. De werkwinkels werken meer dan ooit vanuit een levensloopbaan-perspectief. Werkwinkels zijn locaties waarin aan een loopbaan gewerkt wordt. Uitgangspunt in het werkwinkelconcept is dat de cliënten en gebruikers de contouren vormen waarrond de dienstverlening en de interne organisatie van de werkwinkels dient opgebouwd te worden. We blijven verder de zelfredzaamheid en de het principe van zelfbeheer en bediening stimuleren. Dit betekent dat de burger/cliënt geïnformeerd en gestimuleerd wordt om zelf een beroep op de dienstverlening te doen. Hiervoor worden de nodige gebruiksvriendelijke instrumenten ter beschikking gesteld, waarbij evenwel de nodige ondersteuning wordt voorzien door de werkwinkelconsulenten. Als overheid hebben wij de verantwoordelijkheid om op deze uitdagingen een antwoord te bieden. Dit kunnen we niet alleen. Een brede betrokkenheid van en samenwerking met de lokale actoren is onontbeerlijk om de voorgaande uitdagingen aan te gaan. Werk is niet de opdracht van één partnerorganisatie, maar van allen. Zo zullen we met de implementatie van het nieuwe concept de participatie van lokale partners, zoals o.a. de OCMW s, verder stimuleren. We kiezen integraal voor kwaliteit van de dienstverlening boven kwantiteit. Deze keuze impliceert dat het bestaande dienstenaanbod methodologisch op punt gesteld wordt, dat het aanbod vlot aanpasbaar is aan markttendensen en/of maatschappelijke veranderingen. Deze conceptnota omschrijft de ambities van de werkwinkel. Het waarmaken van deze ambities is echter een groeiproces. Deze nota bevat dan ook een toekomstvisie waarvan de invulling stapsgewijs zal gebeuren. VISIE MISSIE WAARDEN Waar de werkwinkels bij hun ontstaan vooral bedoeld waren om de diverse partnerorganisaties toe te laten de eigen dienstverlening makkelijker en beter te organiseren en uit te bouwen, van mekaar te leren en complementair te gaan werken, is mettertijd steeds duidelijker geworden dat de Werkwinkels precies omdat ze door het publiek als een geïntegreerde organisatie bekeken worden ook een eigen missie hebben. 2

Visie. Bestaansreden voor de werkwinkel is het uitgangpunt dat werk waardevol is. Werk (hebben) heeft zowel een economische, persoonlijke, sociale als maatschappelijke impact. De weerslag van werk op de economische welvaart, op persoonlijke gezondheid en welzijn, op de integratie van het individu in zijn of haar sociale omgeving, en op de leefbaarheid van de (lokale) samenleving kan niet onderschat worden. Bij het uittekenen van de structuren, het omschrijven van de objectieven, het kiezen van methodieken en organiseren van activiteiten hebben de werkwinkels en de werkwinkelconsulenten telkens oog voor de loopbaan in zijn geheel. Werk mag niet enkel gelijkgesteld worden met een job hier en nu. Maar wel als het uitbouwen van een duurzame loopbaan met aandacht voor evenwicht tussen werk en vrije tijd, tussen zorg voor zichzelf, gezin en (ook professionele) omgeving. Missie. In essentie kan de doelstelling van de werkwinkel samengevat worden als mensen op weg te helpen naar werk en werk op weg te helpen naar de mensen. Meer participatie aan en integratie op de arbeidsmarkt voor elk individu en met bijzondere aandacht voor die maatschappelijke groepen die daarvoor extra ondersteuning nodig hebben. Samengevat als bijdragen tot inclusie via een aanpak op maat, met aandacht voor lokale en individuele context en met een positief effect op lange termijn. Waarden. Klantgericht, respectvol, flexibel, samenwerking. Klantgericht in de brede betekenis. Het gaat om de cliënt, gebruiker, bezoeker, belanghebbende die het uitgangspunt en vertrekpunt is voor elke interactie tussen werkwinkels en betrokkene(n). Ook de lokale gemeenschap mag en moet als belanghebbende beschouwd worden. Respectvol. De werkwinkels houden rekening met de eigenheid van cliënten en collegaconsulenten op basis van de in de samenleving heersende pluraliteit. De medewerkers en de cliënten, bezoekers, belanghebbenden bezondigen zich niet aan vooroordelen omwille van persoonlijke of groepseigen kenmerken. Samenwerking. De werkwinkel functioneert omdat alle partners zich samen inzetten voor de cliënt. Samenwerken is meer dan het bundelen van de eigen dienstverlening van de onderscheiden partners. Het impliceert een houding van openheid in communicatie en het delen van kennis tussen de partners. Innoverend. Samenleving en arbeidsmarkt zijn niet statisch maar dynamisch en constant in beweging. Elke dag wachten nieuwe uitdagingen. Dat vraagt een positieve gedrevenheid, het talent om buiten gebaande paden te treden en doorzettingsvermogen. Identiteit. De visie, missie en waarden zijn herkenbaar in de dienstverlening van de werkwinkels. Niet enkel in de inventaris ervan maar ook in de wijze waarop deze dienstverlening aan het publiek verstrekt wordt. De werkwinkelidentiteit is een patroon van gemeenschappelijke kenmerken die typisch zijn voor alle werkwinkels en onafhankelijk van ligging, grootte of deelnemende partners. Eén van die opvallende gemeenschappelijke kenmerken is het thema focussen op werk dat in alle facetten van de werkwinkel opduikt. I. HET AFBAKENEN VAN DE DIENSTVERLENING EN HET DOELPUBLIEK. 1. Doelpubliek 3

Het doelpubliek van de werkwinkels bestaat uit werkzoekenden en werknemers die op zoek zijn naar een (nieuwe) job of loopbaaninformatie, werkgevers op zoek naar een medewerkers en het grote publiek, op zoek naar specifieke informatie. De werkwinkel richt zich niet enkel tot de individuele bezoeker, maar tot alle belanghebbenden die door acties van de werkwinkel geraakt worden. Het zijn naast de individuele bezoekers en hun omgeving (gezin, buren, kennissen) ook groepen uit de samenleving (bedrijven, organisaties, wijken, buurten, maatschappelijke groepen allerhande) en de samenleving als geheel. Dit vanuit het besef dat de dienstverlening en de initiatieven van de werkwinkels hoe dan ook effect hebben op elk van deze drie sociale niveaus. 2. Dienstverlening Men onderscheidt twee categorieën: o organisatie-gebonden dienstverlening: deze dienstverlening wordt door de daarvoor erkende of aangestelde organisaties aangeboden. In de werkwinkels wordt deze dienstverlening op een geïntegreerde wijze aangeboden. Het gaat om de clustering van de basisdienstverlening van de VDAB en van alle lokale partners naar de burger/cliënt; o gemeenschappelijke of overkoepelende dienstverlening : Het gaat om activiteiten die voor iedere willekeurige bezoeker relevant zijn ongeacht het toepassingsgebied van zijn of haar vraag. Taken die m.a.w. de partnerorganisaties overstijgen en door elk van hun mede dient opgenomen te worden, zoals onthaal en assistentie bij de ZB-pc. 2.1. Werkwinkel De werkwinkels zijn in essentie fysieke contactpunten waar het publiek terecht kan voor informatie en basisdienstverlening rond werk, opleiding, arbeidsmarkt, diensteneconomie... Wat in het nieuwe werkwinkelconcept breed kan beschreven worden als loopbaaninformatie. Essentieel is de beschikbaarheid van consulenten voor het publiek. Een werkwinkel moet bijdragen tot een betere informatiedoorstroming naar vooral dat publiek dat via eigentijdse kanalen (elektronisch of telefonisch) geen antwoord of dienstverlening vindt. a. Minimaal gegarandeerde dienstverlening De bezoekers kunnen er terecht voor een brede basisdienstverlening. Om zich te melden als op zoek naar een job en voor overheidsinformatie over het (verder) verloop en uitbouwen van de eigen loopbaan. Ook: welke formaliteiten moeten ze vervullen om vacatures te ontvangen, om een geschikte opleiding te kunnen volgen, om hun kansen op het vinden van een job te verhogen?. Zo functioneert de werkwinkel als eerste-lijnsvoorziening voor burger en bedrijf op de lokale arbeidsmarkt. Haar sterkte put zij uit de partnerschappen die zij kan aangaan met de beschikbare lokale arbeidsmarktactoren vanuit deze eerste-lijnsinvalshoek. In functie van de diverse noden van burgers en bedrijven worden bruggen gebouwd vanuit de basisdienstverlening naar het brede veld van gespecialiseerde dienstverlening. De gespecialiseerde dienstverlening kan in dezelfde fysieke ruimte als de werkwinkel worden aangeboden i.f.v. lokale noden en opportuniteiten, beschikbare infrastructuur, lokaal overleg en managementbeslissingen van de verstrekkers van gespecialiseerde dienstverlening. ZELFBEDIENINGSHOEK/ONTHAAL : 4

In de werkwinkels is een zelfbedieningshoek aanwezig waar bezoekers hun (loopbaan)dossier kunnen aanmaken of aanvullen. Ze vinden er een ruim aanbod relevante vacatures, ter plaatse geafficheerd én elektronisch, en ze kunnen daarover toelichting en advies krijgen van de aanwezige consulenten. Dat betekent dus ook dat de informatie over werkgevers en vacatures uit de regio beschikbaar is voor alle bezoekers / cliënten. Indien de zelfbediening geen voldoende antwoord biedt zal het onthaal de bezoekers doorverwijzen naar de aanwezige werkwinkelconsulenten. Het onthaal is tevens uitgerust met een infohoek, waar (lokale) aanbieders van gespecialiseerde dienstverlening naar zowel werkzoekenden, werkgevers als werknemers, worden uitgenodigd infobrochures ter beschikking te stellen. OP WEG NAAR EEN JOB : Diagnose, remediëring en ondersteuning bij het vinden van een geschikte job met bv. hulp bij het opsporen van passende vacatures, opstellen van cv s en sollicitatiebrieven, contacteren van interessante bedrijven of sectoren, informatie over vorming en opleiding. M.a.w. een brede basisdienstverlening aan werkzoekenden. Het is in de werkwinkels dat mensen, die om uiteenlopende redenen op de arbeidsmarkt dreigen te verdwalen, door deskundige werkwinkelconsulenten zullen uitgenodigd worden voor een intake en een algemene screening, trajectbepaling en toewijzing. Uiteraard kunnen de werkzoekenden ten allen tijde een afspraak maken voor een gesprek met een consulent in de werkwinkel. INTEGRATIE VACATUREWERKING Door de integratie van de vacaturewerking kunnen werkgevers in de werkwinkels terecht voor een basisdienstverlening. Zeker voor de zogenaamde kleinere werkgevers (eenmanszaken, winkeliers,...) moet een rechtstreekse contactname met werkwinkelconsulenten vergemakkelijkt worden. Deze integratie heeft als voornaamste doelstelling een betere afstemming tussen de vacaturewerking en de werkzoekendenwerking en dus een betere matching tussen vraag en aanbod. Daar waar mogelijk zullen de vacatureconsulenten ook fysiek hun onderkomen komen vinden in de werkwinkels, in functie van middelen en mesnen. Het beheer van de vacatures blijft centraal bij VDAB. DIENSTENECONOMIE: De bezoeker kan ten allen tijde in de werkwinkel terecht voor informatie inzake de lokale diensteneconomie en aanwezige dienstenchequebedrijven. Deze brengt immers verschillende diensten binnen handbereik van de lokale bevolking en schept tevens nieuwe kansen voor werkzoekenden. De werkwinkel wordt ingezet om via de basisdienstverlening aan werkzoekenden een gerichte toeleiding te verzorgen naar vacatures in de lokale diensteneconomie. De dienstenwijzer bundelt deze informatie en biedt per zorggebied een overzicht van de verschillende diensten en vacatures in de lokale diensteneconomie die aangeboden worden. De dienstenwijzer is een webapplicatie die beheerd wordt per zorggebied en een zichtbare plek krijgt in elke werkwinkel. Zo zal het aanbod lokale diensteneconomie beter toegankelijk worden voor de gebruikers. Per zorggebied dient bepaald te worden door wie en hoe het beheer van de dienstenwijzer zal gebeuren. Dit kan via een samenwerkingsverband tussen kleinere gemeenten en zorggebieden, het koppelen van de dienstenwijzer aan een fysiek dienstenloket of het inzetten van de dienstenwijzer als monitorinstrument voor het lokale bestuur, enz. JE LOOPBAAN : 5

Om de arbeidsmarktkansen van werknemers te waarborgen, moeten werkenden kansen krijgen om actief op zoek te gaan naar en in te spelen op mogelijkheden om hun inzetbaarheid te verruimen en de werkbaarheid van hun loopbaan te vrijwaren. Om deze ambitie waar te maken worden de werkwinkels ingezet voor het aanbieden van een brede basisdienstverlening aan werknemers. De invulling van deze ambitie gebeurt stapsgewijs. In 2008 gaat een experiment door waarbij de werkwinkel wordt ingezet om via een brede basisdienstverlening werknemers te mobiliseren hun loopbaan pro-actief onder de loep te durven nemen. Basisdienstverlening betekent mensen wegwijs maken in informatie m.b.t. alle mogelijke transities in de loopbaan. Waar nodig en gewenst wordt de burger aangespoord gebruik te maken van de beschikbare voorzieningen inzake loopbaanoriëntatie. Dit kan gaan om doorverwijzingen naar opleidingscentra, EVC-procedures, begeleidings- en coachingsaanbod en in bijzonder het aanbod van de loopbaancentra. Ook een doorverwijzing naar de vakorganisaties bij thema s en problemen van syndicale aard hoort tot de basisdienstverlening. Deze basisdienstverlening wordt op 2 niveaus aangeboden, enerzijds via een virtueel platform. Dit platform biedt de cliënt/bezoeker de mogelijkheid om zelfstandig zijn/haar loopbaan te onderzoeken en de weg te vinden naar gespecialiseerde dienstverlening, zoals opleiding, erkenning van verworven competenties met het oog op behalen van een ervaringsbewijs of een uitgebreid loopbaanbegeleidingstraject indien nodig. Anderzijds via face to face contact. Dit blijft noodzakelijk om die burgers welke (nog) niet in staat zijn om zelfstandig en/of virtueel te werken verder te ondersteunen en eventueel door te verwijzen naar een meer gespecialiseerde dienstverlening. De doelstelling van het experiment is het verder concretiseren van de basisdienstverlening (type vragen, instrumenten), identificeren van de randvoorwaarden (expertise consulenten, organisatiemodel) en het scherp stellen van partnerschappen (goede afstemming vakorganisaties en neutrale doorverwijzing naar het aanbod op de markt inzake loopbaancoaching en -begeleiding). De resultaten van dit experiment zullen eind 2008 worden teruggekoppeld aan de betrokken werkwinkelpartners teneinde de effecten van een brede implementatie eerst op zijn merites te evalueren. Rekening houdend met de bevindingen van het experiment zal een implementatieplan (en eventueel groeipad) worden opgesteld voor de verruiming naar de andere provincies, opdat de vooropgestelde ambitie kan waargemaakt worden. Basisdienstverlening in de werkwinkels wordt concreet als volgt omschreven: BASISDIENSTVERLENING AAN WERKZOEKENDEN Dit is het geheel van basisdiensten en -voorzieningen inzake werk en opleiding, die gratis aan werkzoekenden worden verstrekt. Deze basisdiensten en -voorzieningen omvatten voor VDAB ten minste: - de inschrijving en herinschrijving, - de bekendmaking van vacatures en verwijzing op vacatures, - het verstrekken van informatie inzake werk en opleiding, - de beroepskeuzevoorlichting, de beroepsvoorkeur-, geschiktheids- en kennistesten, - de kosteloze arbeidsbemiddeling, - de trajectbepaling en de trajecttoewijzing (trajectbepaling en trajecttoewijzing voor arbeidsgehandicapten ook door ATB consulenten). 6

BASISDIENSTVERLENING T.A.V. WERKGEVERS - de registratie van vacatures, - de steun bij de omschrijving van vacatures, - het verstrekken van informatie inzake werk en opleiding, jobs en bedrijven, - de toeleiding van werkzoekenden. BASISDIENSTVERLENING T.A.V. WERKNEMERS Vandaag stellen we vast dat een grote groep van mensen vragen hebben in verband met de loopbaan. Het zijn mensen die veeleer met een kort contactmoment gebaat zijn en die omwille van hun vraagstelling geen behoefte hebben aan een traject van loopbaanbegeleiding. Deze korte vragen zijn vragen rond opleidingen, de arbeidsmarkt, persoonlijke problematieken en vragen naar sollicitatiehulp. Om deze vragen goed te kunnen beantwoorden kan gebruik worden gemaakt van het virtuele platform inzake loopbaanbegeleiding. Maar ook het contactmoment in de lokale werkwinkel zal gebruikt worden om een onderscheid te maken tussen enerzijds de korte informatievragen en anderzijds een correcte doorverwijzing naar bijvoorbeeld de vakorganisaties en/of loopbaandienstverleners. De implementatie gebeurt stapsgewijs, in eerste instantie via een experiment. De concrete afbakening van de basisdienstverlening gebeurt op basis van de resultaten van het experiment. GEINTEGREERDE DIENSTVERLENING De basisdienstverlening zoals hierboven omschreven wordt in de werkwinkels op een geïntegreerde wijze aangeboden, onder regie van VDAB. Dit betekent in relatie tot en afgestemd op de lokale arbeidsmarktsituatie en de bestaande vormen van dienstverlening van stad, gemeente en OCMW, PWA en van andere lokale actoren. De geïntegreerde dienstverlening wordt uitgebouwd als een breed en laagdrempelig aanbod op lokaal niveau, waarbij rekening wordt gehouden met de lokale realiteit en diversiteit. Alle werkzoekenden, werknemers en werkgevers moeten er terecht kunnen voor een transparante, klantvriendelijke, administratief-eenvoudige geïntegreerde dienstverlening. De lokale samenwerkingsovereenkomsten zijn een geschikt middel om de afspraken die terzake tussen de partners gemaakt worden in wederzijdse verbintenissen te vertalen. De afspraken worden geoperationaliseerd vanuit het oogmerk het belang van de cliënt, bezoeker, gebruiker te laten primeren. b. Variabele aanbod Het minimale dienstenpakket wordt in elke werkwinkel gegarandeerd. Afhankelijk van de lokale arbeidsmarktsituatie, aanwezige infrastructuur en actoren kan dit aanbod uitgebreid worden met die consulenten/organisaties die een rechtstreekse dienst aan de bezoeker/cliënt aanbieden, in overleg met de aanwezige werkwinkelpartners en binnen het Vlaamse afsprakenkader. We denken hierbij in de eerste plaats aan : TRAJECTBEGELEIDING VAN WERKZOEKENDEN Daar waar mogelijk zal ook de trajectbegeleiding (m.i.v. de curatieve trajectbegeleiding) plaatsvinden in de werkwinkels. 7

UITZENDHOEK Interim is een sector waar zeer veel vacatures in omloop zijn. Uitzendarbeid is ondertussen een courant inloopinstrument naar een vaste aanwerving geworden. Erkende uitzendkantoren moeten onder bepaalde voorwaarden en onder verschillende formules kunnen participeren in een werkwinkel. Met de interimsector zal bekeken worden op welke manier deze samenwerking kan vorm krijgen. ACTIERUIMTE: Werkwinkels met voldoende infrastructuurmogelijkheden kunnen tijdelijke promotie- of bekendmakingsacties uitvoeren. Sectoren of bedrijven met grootschalige aanwervingsoperaties of herstructureringen, infodagen rond technische beroepen, de NMBS, maar ook (sectorale) banenmarkten, jobdagen en dating moeten mogelijk zijn. Of om bezoekers vertrouwd te maken met de mogelijkheden van elektronische dienstverlening op de arbeidsmark. Met het oog op het ontsluiten van de uitgebreide dienstverlening zal op Vlaams niveau overleg gepleegd worden met diverse partners, zoals de vakorganisaties, de centra voor loopbaanbegeleiding en de uitzendsector. 2.2. Werkwinkelpunt Werkwinkels worden op gemeentelijk of intergemeentelijk niveau uitgebouwd. Dit betekent dat niet alle gemeenten in Vlaanderen een werkwinkel op hun grondgebied hebben, doch deze lokale overheden zijn een structurele partner in het werkwinkelnetwerk. Een aantal van de lokaal betrokken actoren, zoals OCMW en PWA, zijn vaak ook op gemeentelijk niveau georganiseerd- zowel naar werking als doelpubliek. Een werkwinkelpunt in de gemeente kan voor de burger én voor deze partners een meerwaarde betekenen. Uitgangspunt is de bekommernis om zo dicht mogelijk bij de burger een basisdienstverlening aan te bieden, die laagdrempelig werkt voor de minder kansrijke groepen uit onze samenleving. Voor de lokale overheden als politieke regisseur is hier een belangrijke rol weggelegd. Politieke regie inzake het lokaal werkgelegenheidsbeleid betekent immers onder meer samenwerking en afstemming tussen lokale actoren stimuleren. De installatie van een werkwinkelpunt biedt hier een antwoord. Een werkwinkelpunt kan gehuisvest zijn in een aparte locatie maar kan even goed een onderkomen vinden in een gebouw waar voor de bezoekers nog andere dienstverlening beschikbaar is. Dat kan een gemeentehuis zijn, een OCMW- of PWA-vestiging, maar ook een openbare bibliotheek. Een aanrader is het huisvesten van een werkwinkelpunt in een het Sociaal Huis, waar alle betrokkenen hun onderdak vinden. Een werkwinkelpunt kan onder verschillende gedaantes voorkomen, afhankelijk van de participerende partner(s) of de fysieke locatie waarin ze gevestigd is. Om erkend te worden als werkwinkelpunt dient minimaal de basisdienstverlening van de participerende lokale partners, aangevuld met de virtuele basisdienstverlening van VDAB aangeboden te worden. Het virtuele dienstenaanbod omvat het gamma aan tools beschikbaar voor werkzoekenden, werknemers en werkgevers. De door de VDAB aangeboden dienstverlening wordt er via de elektronische zelfbedieningsformule beschikbaar gesteld en niet via haar consulenten. 8

Als tweede erkenningsvoorwaarde geldt de bemanning van elk werkwinkelpunt door een gecertificeerde consulent. De aanwezige medewerk(st)er kan de rol van gids opnemen die de bezoeker wegwijs maakt in de op het internet aanwezige informatie en de dienstverlening van de aanwezige partners en eventueel doorverwijzen naar de werkwinkel in zijn/haar buurt. Op deze manier kan ook hier de burger gebruik maken van de gebruiksvriendelijke ICT-instrumenten, waarbij evenwel de nodige ondersteuning wordt voorzien door de partnerconsulent(en). De Vlaamse overheid wil de gemeentebesturen hierbij ondersteunen via volgende incentives: o Voor elke gecertificeerde werkwinkelconsulent wordt een internettoegang tot de consulentenversie van dossiermanager gefinancierd. Voor de bezoekers wordt in elk werkwinkelpunt minimaal 1 internetkiosk geplaatst. Onderhoud en installatie zijn volledig voor rekening van het centrale werkwinkelbudget. Aansluiting op het lokale netwerk (of via een ADSL-lijn naar het internet) zijn voor rekening van de lokale overheid. De beschikbare toepassingen zijn voor alle kiosken identiek en de installatie ervan wordt georganiseerd en gefinancierd vanuit het centrale werkwinkelbudget; o Gratis deelname aan de opleidingsmodule tot gecertificeerde werkwinkelconsulent; o Gratis inrichting van een (VDAB-)vacaturehoek; o Gratis abonnement op de Werk & Gemeentemodule van VDAB. Dat betekent dat alle vacatures op het grondgebied van de organiserende gemeente in 1 minibestand te bekijken zijn; o Mogelijkheid tot deelname aan de opleidingsacademie voor werkwinkelconsulenten. II. IMPLEMENTATIE De werkwinkels worden op gemeentelijk of intergemeentelijk niveau uitgebouwd en in de steden zelfs op (een geclusterd) buurtniveau. Het publiek moet er binnen een redelijke afstand en/of tijd terecht kunnen voor een geïntegreerd dienstenpakket. Het conceptuele model wordt op Vlaams niveau uitgebouwd en is voor elke locatie hetzelfde. Het bepaalt de basisdoelstellingen, het minimale aanbod dat in elke werkwinkel gegarandeerd wordt, het financiële organisatiekader, de uniforme gedragscode en de criteria voor het begeleidingsmodel om de rechtszekerheid voor alle burgers te waarborgen. We kiezen integraal voor een verbetering van de bestaande dienstverlening. Die keuze impliceert dat het bestaande dienstenaanbod methodologisch op punt gesteld wordt, dat het aanbod vlot aanpasbaar is aan markttendensen en/of maatschappelijke veranderingen. Daarom is het een logische evolutie dat de werkwinkels onder verschillende verschijningsvormen zullen bestaan. De lokale werkwinkels dienen soepel te kunnen inspelen op lokale noden en behoeften en te functioneren vanuit een wisselwerking met hun directe omgeving. M.a.w. de manier van operationalisering en de breedte van het aanbod kan lokaal variëren. Op lokaal niveau kunnen afspraken tussen de aanwezige arbeidsmarktactoren leiden tot een uitbreiding van het dienstenaanbod, al naargelang de noden van het (lokale) doelpubliek, de specificiteit van de lokale partners en rekening houdend met een efficiënte inzet van personeel van de betrokken partnerorganisaties. Deze evolutie maakt het tevens mogelijk de schaalgrootte van de werkwinkels aan te passen indien voorgaande tendensen dit zouden vereisen. De werkwinkels garanderen een klantvriendelijke toegang volgens volgende modaliteiten : De cliënten kunnen zelf de werkwinkel kiezen waar ze willen bediend worden: 9

o Voor afspraken en/of begeleidingsgesprekken hebben ze de keuze uit het eigen of een aangrenzend zorggebied; o Voor eenmalige of korte bezoeken, voor vragen om informatie, formulieren of administratieve inschrijving kunnen zij in elke werkwinkel terecht; De minimale openingsuren van de werkwinkels zijn uniform, d.w.z. overal dezelfde. In functie van mensen en middelen kunnen de werkwinkels, naast minimale openingstijden, andere afspraken maken. De werkwinkelpunten bepalen autonoom hun openingsuren maar zijn verplicht een vooraf afgesproken minimum aantal openingsuren te respecteren. In elke werkwinkel is het onthaal tijdens de gewone openingsuren bemand zodat de wachttijden voor bezoekers beperkt blijven In elke werkwinkel is er tijdens de gewone openingsuren een medewerker beschikbaar voor assistentie bij de zelfbedieningspc s De werkwinkels zijn gehuisvest in frisse, aantrekkelijke ruimtes waarin consulenten de cliënten in optimale omstandigheden een kwaliteitsvolle dienstverlening kunnen aanbieden. De informatie voor de bezoekers is gespreid over de hele werkwinkel. Er is voortdurend dynamiek, het geheel straalt gastvrijheid en openheid uit. Klant en werk staan centraal in de ruimte. De onthaalbalie heeft vooral een wegwijsrol. Door de landschapsopbouw van de locatie zijn alle deelnemende organisaties makkelijk zichtbaar voor de bezoekers. De organisaties zijn thematisch bij elkaar geplaatst, dus op basis van de inhoud van hun dienstverlening. III. COMPETENTIES PERSONEEL De activiteiten in de werkwinkel draaien rond focussen op werk, vanuit een loopbaanperspectief. De personeelsleden maken deel uit van een team dat als doel heeft de cliënten snel en efficiënt aan de slag te helpen, en hen ook daarna, vanuit het perspectief loopbaan te blijven bijstaan. Dat vraagt een ernstige uitbreiding van de expertise van de werkwinkelconsulenten. Dit impliceert dat bij de consulenten een aantal competenties moeten worden aangeleerd of aangescherpt zodat zij de nodige bijkomende achtergrondkennis verwerven en kunnen toepassen. Het vergt tevens een wijziging op het vlak van mentaliteit, werkhouding, beroepsinteresse, m.a.w. evolueren naar het coachend begeleiden van bezoeker in hun (levens)loopbaan. Belangrijk is dat de partnerorganisaties gezamenlijk werk maken van een consulentenopleiding die veel verder gaat dan het gebruik van een ICT-instrument voor registratie en uitnodigingen. Er moet dus een uitgebalanceerd opleidingsplan komen voor de werkwinkelconsulenten zodat de hierboven geschetste doelstellingen gehaald worden. Het spreekt voor zich dat de werkwinkelconsulenten hun uiterste best doen om de dienstverlening in hun werkwinkel zo vlot mogelijk te laten verlopen. Geringe wachttijden, vlotte behandeling van vragen en afspraken, en resultaatgerichte acties zijn daarvan de illustratie. Dat kan het best gerealiseerd worden door soepele werkafspraken tussen de lokale partners waarbij volgende principes gehanteerd worden: o grote veelzijdigheid bij de werkwinkelconsulenten die toelaat piekmomenten efficiënter te verwerken; o open communicatie tussen de partners: informatie wordt pas kennis wanneer ze gedeeld en besproken wordt met de collega-consulenten; IV. PARTNERSCHAP ALS BASIS VOOR SAMENWERKING 10

Niemand, geen individu en geen organisatie, heeft op zichzelf alle instrumenten en kennis in handen om op elke situatie een afdoend antwoord te bieden. Daarom is samenwerking onontbeerlijk en onvermijdelijk. Met als duidelijk en gemeenschappelijk streven om voor iedere bezoeker een werkbare oplossing te helpen zoeken. Partnerschappen zijn een eigentijds en effectief instrument dat ruimte biedt om lokale noden te beantwoorden met lokale afspraken. De werkwinkels worden dan ook uitgebouwd vanuit een brede en constructieve netwerkvisie op partnerschap, met respect voor de eigenheid en de kwaliteiten van elke betrokken actor, met de bedoeling om vanuit de inbreng van de specifieke competenties en marktkennis voor de klant een meerwaarde te bieden. 1. Netwerkorganisatie De werkwinkels functioneren als een netwerkorganisatie volgens volgende principes : o het vrijwaren en respecteren van de autonome bevoegdheden en opdrachten en specialiteit van de deelnemende partnerorganisaties doorheen de samenwerking; o gecombineerd met een gemeenschappelijk streven om de burger een betere service te kunnen bieden; o de ingebrachte competenties zijn complementair: uitwisseling goede praktijken, instrumenten en methodieken; o er bestaat een absolute openheid in informatiedoorstroming tussen de deelnemende partners; o het beheer van de werkwinkel gebeurt in overleg tussen de betrokken partnerorganisaties en volgens de modaliteiten vastgelegd in de lokale samenwerkingsovereenkomst; o rond de werkwinkels wordt een netwerk van gespecialiseerde voorzieningen gebouwd. 2. Consulentenoverleg/cliëntoverleg Het waarborgen van een geïntegreerd dienstenpakket aan de cliënt/bezoeker veronderstelt een nauwe samenwerking en afstemming tussen de verschillende partnerorganisaties binnen de werkwinkel. Regelmatig overleg tussen de werkwinkelconsulenten, dat partneroverschrijdend werkt, moet zorgen voor kruisbestuiving van informatie tussen consulenten basisdienstverlening, vacatureconsulenten, trajectbegeleiders en andere consulenten waarbij de nadruk ligt op een optimale matching, op cliëntniveau, van vraag en aanbod en van warme overdracht van individuele dossiers. 3. Interbestuurlijk partnerschap Intensieve samenwerking tussen de verschillende bestuurlijke niveaus, zoals voorzien binnen het Partnerschapsverdrag, vormt een belangrijke voorwaarde voor het welslagen van de werkwinkel. V. COÖRDINATIE EN REGIE 1. Politieke regie inzake het lokaal werkgelegenheidsbeleid De lokale overheid, als democratisch verkozen bestuur, streeft naar de realisatie van een leefbare omgeving voor haar inwoners. Dit beperkt zich niet tot ruimtelijke ordening, veiligheid of vuilnisophaling, maar ook door een rol te spelen in de lokale arbeidsmarkt 11

meer bepaald inzake noden en behoeften voor burgers, wijken en buurten, bedrijven, zelfstandige ondernemers, enz. De lokale overheid is prima geplaatst om bij te dragen tot een werkgelegenheidsbeleid op maat. Ze beschikt over informatie uit 1 ste hand, zowel op het individuele als sociale en economische vlak. Het lokaal bestuur dat bewust kiest voor een werkgelegenheidsbeleid en de politieke daadkracht heeft krijgt de lokale regie inzake werkgelegenheidsbeleid. Lokale regie is enkel mogelijk op basis van een duidelijke visie (op het te bereiken resultaat, duidelijke en concrete afspraken met alle partijen, gezamenlijke probleemdefinitie, ), lokale ambities en mogelijkheden. Dit dient vertaald te worden in een lokaal sociaal beleidsplan waarin beleidskeuzes inzake werkgelegenheid worden gemaakt. Steden en gemeenten zullen hun verantwoordelijkheid opnemen voor het versterken van hun regierol inzake het lokaal werkgelegenheidsbeleid. Samenwerking en afstemming tussen de diverse partners op het lokale vlak is hierbij van essentieel belang. Een succesvolle regie is mensenwerk. Een lokaal bestuur mag geen voorschrijvend bestuur zijn, maar één dat zoekt naar samenwerking, afstemming, die betrokkene(n) (organisaties) motiveert, die getuigt van doorzettingsmacht, de ruimte krijgt zijn eigen script te schrijven en aan het eigen beleidskader vorm te geven. Maar regie betekent niet dat de lokale besturen alles zelf moeten organiseren. Het is hun rol de juiste partners te vinden en te zorgen voor een goede afstemming. Lokale besturen moeten dus meer zijn dan een uitvoerende instantie van beslissingen die op een hoger niveau worden genomen. Erkenning van de lokale overheden als mede-overheid in het werkgelegenheidsbeleid staat centraal. De lokale overheden nemen deze regierol op binnen de algemene Vlaamse en Europese beleidslijnen. De conceptualisering van het werkwinkelmodel laat ruimte voor lokale invulling, rekening houdend met de lokale diversiteit. Binnen dit kader hebben lokale besturen bewegingsvrijheid én verantwoordelijkheid om samen met maatschappelijke instanties passende oplossingen te zoeken voor lokale problemen. Activiteiten behorend tot de regierol inzake het lokaal werkgelegenheidsbeleid: Omgevingsanalyse : Overzicht over de situatie: actoren bevragen op alle relevante informatie om een goed en omvattend beeld van de situatie te verkrijgen. Gemeenschappelijke beleidslijnen uitzetten - stimuleren van visievorming rond een beleidskoers voor het geheel - thematiseren van problemen en uitdagingen - beleidslijnen verwoorden brengen en uitdragen - toezicht houden op de voorgang van het proces en indien nodig zorgen voor een tijdige bijsturing Organiseren van samenwerking - actoren mobiliseren, enthousiasmeren en inspireren bij te dragen bij het geheel - actoren aan elkaar koppelen (bijvoorbeeld door doelen te vervlechten) - toezicht houden op de inzet en de inbreng van actoren alsook op de resultaten van de samenwerking als geheel en de bevindingen hiervan koppelen naar de onderscheiden of alle actoren Verantwoording over het geheel afleggen: - verantwoorden van het handelen en de resultaten van het geheel van de actoren die onder de regie vallen - betrokkenheid bij het geheel. Regie lokale diensteneconomie 12

Een belangrijke onderdeel van de regierol lokaal werkgelegenheidsbeleid omvat de regie lokale diensteneconomie. Ook wanneer er geen lokaal werkgelegenheidsbeleid uitgetekend wordt, dient het lokaal bestuur te onderzoeken hoe de regie lokale diensteneconomie kan uitgebouwd worden. Binnen het decreet lokale diensteneconomie krijgen lokale besturen immers een specifieke rol toebedeeld om binnen de grenzen van het zorggebied van de werkwinkel een actieve regierol op te nemen aangaande de lokale diensteneconomie. Deze regierol omvat : overzicht houden, afstemmen en coördineren van de verdere uitbouw lokale diensteneconomie met expliciete aandacht naar maatschappelijke behoeften de maximale creatie van werkgelegenheid,ook voor kansengroepen ontwikkeling lokale diensteneconomie binnen de interbestuurlijke kaders aanbieden van basisinformatie en het ontsluiten van het dienstenaanbod. Hiertoe is de dienstenwijzer het ideale instrument. (zie ook pagina 5) adviseren door werkgelegenheidsforum van nieuwe lokale diensten die binnen het zorggebied worden opgestart Lokale besturen bepalen zelf hoe de regie lokale diensteneconomie wordt ingevuld afhankelijk van de lokale context. De invulling van de regierol lokale diensteneconomie kan intern gebeuren, binnen het gemeentebestuur, of extern, in overleg met andere lokale actoren of binnen beleidsnetwerken. De invulling van de regierol lokale diensteneconomie kan bovendien enerzijds opgenomen worden op het lokale niveau binnen de gemeente door afspraken te maken met lokale actoren. Anderzijds kunnen twee of meerdere besturen samenwerken en afspraken maken om een gezamenlijke regie lokale diensteneconomie uit te bouwen. Het werkgelegenheidsforum kan dan als overlegplatform aangewend worden om, onder het voorzitterschap van het lokaal bestuur, gedragen beleidsdoelstellingen te formuleren voor het zorggebied in functie van een lokale regie werkgelegenheid en/of lokale diensteneconomie. Een versterkte samenwerking met de OCMW s De ambitie van de lokale werkwinkel is een structureel partnerschap met alle OCMW s in Vlaanderen. OCMW s nemen immers een crucuale actorrol op in het tewerkstellingsbeleid en bovendien oefenen zijn een lokale regiefunctie in kader van het welzijnsbeleid uit. De actorrol in het tewerstellingsbeleid moet versterkt worden voor die groepen in de samenleving die het verst van de arbeidsmarkt staan en die een gespecialiseerde, op maat gerichte aanpak vragen. De focus verschuift van financiële uitkering naar maatschappelijke inschakeling via een tewerkstelling of opleiding. Door te opteren voor een systeem dat het recht op maatschappelijke integratie garandeert via een duurzame tewerkstelling en / of opleiding of via financiële hulp, werd een coherent werkinstrument ter beschikking gesteld van de OCMW s, waarvoor ze zelf alle troeven in handen hebben en dat rekening houdt met de specifieke kenmerken van bijstandcliënten. De wet voorziet immers dat de begunstigde van het recht op maatschappelijke integratie werkbereid moet zijn, tenzij dit omwille van gezondheid- of billijkheidsredenen niet mogelijk is. OCMW s staan in voor het wegwerken van individuele obstakels met het oog op een langdurige socio-professionele inschakeling. Voor deze mensen kan maatschappelijke integratie echter in eerste instantie een doel op zich zijn. De te verwerven en/of te versterken vaardigheden en bekwaamheden zijn niet alleen van professionele, maar ook van sociale 13

aard. De op te zetten acties zijn van velerlei aard zijn, zoals corrigerende acties of maatschappelijke inschakelingsacties. OCMW s koppelen de sociale begeleiding aan een activeringsproject op maat, vanuit het wettelijk kader en doordat beide functies binnen één dienst worden georganiseerd. Als organisatie met specifieke know how doen ze dit binnen een individuele aanpak aan de hand van een wendbaar methodisch kader. Het aanwenden van de tewerkstellingsmaatregelen dienen maximaal te resulteren in een tewerkstelling in het normaal economisch circuit. De OCMW s hebben, naast een belangrijke actorrol in het arbeidsmarktbeleid een regiefunctie i.k.v. het welzijnsbeleid. Centraal in de basisdienstverlening van de OCMW s is het recht op een menswaardig bestaan. Dit recht wordt geconcretiseerd in het recht op maatschappelijke dienstverlening en het recht op maatschappelijke integratie. De OCMW s vertrekken vanuit een integrale welzijnsbenadering. OCMW s kunnen instaan voor het wegwerken van maatschappelijke obstakels met het oog op en langdurige (socio- )professionele inschakeling. De te verwerven en/of te versterken vaardigheden en bekwaamheden kunnen niet alleen van professionele, maar ook van sociale aard zijn. Om de vooropgestelde ambitie waar te maken zal versterkt ingezet worden op deze twee sporen (actorrol en welzijnsregie) en dit stapsgewijs. In een eerste fase zal in kaart de bestaande samenwerking tussen de OCMW s en de werkwinkels in kaart gebracht worden (januari 2008). In een tweede fase worden een aantal proeftuinen van samenwerking tussen OCMW en VDAB opgezet (februari 2008). Deze proeftuinen moeten tegen oktober 2008 leiden tot concrete werkafspraken tussen VDAB, als Vlaamse arbeidsmarktregisseur, en de OCMW s als welzijnsregisseur i.k.v. de geïntegreerde dienstverlening, waarbij hun rollen en taken duidelijk gedefinieerd worden, zodat vanaf 2009 deze modelafspraken lokaal verder lokaal kunnen ingevuld worden. Deze werkafspraken omschrijven minimaal : ieders inspanningen m.b.t. de leefloners, in het bijzonder afspraken inzake de screening van bemiddelbaarheid van cliënten, regelmatig overleg voor de bemiddelbare werkzoekende rond de vordering van het traject (vacaturematching, competentieversterking) enz; het aanwenden van de expertise van de OCMW inzake welzijnsproblematiek voor de werkzoekenden die kampen met welzijnsproblemen. Een aantal randvoorwaarden dienen vervuld te worden, bijvoorbeeld inzake de afstemming van de informaticasystemen. Omtrent dit laatste (en andere aspecten) worden concrete afspraken gemaakt. 2. Regie VDAB Als Vlaamse arbeidsmarktregisseur wordt de VDAB door de Vlaamse overheid aangeduid als regisseur van de geïntegreerde dienstverlening. Deze regiefunctie van de VDAB houdt in: - het integreren van het dienstenaanbod van de verschillende partners om samen met deze partners een geïntegreerde dienstverlening te garanderen; - de samenwerking organiseren en bevorderen, stimuleren en coördineren tussen de bij de geïntegreerde dienstverlening en bij trajectwerking mabetrokken actoren en dit vanuit de expertise van elke partnerorganisatie; - en met oog op een transparant afsprakenkader tussen regisseur en actoren inzake trajectbepaling en uitvoering en nazorg; - toekennen van kwaliteitslabels en gezamenlijke ontwikkeling van de nodige kwalitatieve instrumenten en informatisering; 14

- de ontwikkeling van nieuwe producten en services voor de werkwinkels, op eigen initiatief of op initiatief van en overleg met één of meerdere partnerorganisaties en lerend vanuit de ervaring en de samenwerking met de partners: - het ontwikkelen van een geïntegreerd cliëntvolgsysteem; - het ontwikkelen van de noodzakelijke screeningsinstrumenten ; - het ontwikkelen van het virtuele luik van de werkwinkel - registratie en monitoring van de aangeboden dienstverlening; - instaan voor de nodige randvoorwaarden op het vlak van informatie/ begeleiding kinderopvang en mobiliteit. De taken van de VDAB als regisseur zijn niet exhaustief, kaderen binnen de beheersovereenkomst tussen de VDAB en de Vlaamse Regering en doen geen afbreuk aan andere opdrachten die aan de VDAB toegewezen worden via de beheersovereenkomst. 3. Operationele beslissingen De werkwinkels zijn een samenwerkingsverband. Dat betekent dat er tussen de partnerorganisaties duidelijke afspraken gemaakt worden over bestemming en koers, over personeelsinzet en taakverdeling, besteding van de middelen. HET DAGELIJKS BESTUUR Het dagelijks bestuur ziet toe op de goede werking van de werkwinkel volgens de principes uit de eigen samenwerkingovereenkomst, het partnerschapsverdrag en het huishoudelijk reglement en is verantwoordelijk voor de operationele beslissingen inzake de werking van de werkwinkel. Het dagelijks bestuur evalueert de wijze waarop de vestigingsverantwoordelijke zijn of haar taak uitvoert. Het wordt samengesteld uit alle werkwinkelpartners die een werkelijke inbreng hebben in de werkwinkel. VESTIGINGSVERANTWOORDELIJKE De rol van de vestigingsverantwoordelijke volgt uit het werkwinkel-concept en niet uit de opdrachten van (één van) de deelnemende partnerorganisaties. De dagelijkse werking van de werkwinkel wordt gecoördineerd door een vestigingsverantwoordelijke. Hij/zij is verantwoordelijk voor het bewaken van de afspraken van de lokale samenwerkingsovereenkomst. In zijn of haar opdracht kunnen drie elementen onderscheiden worden: o Het bewaken van de lokale samenwerkingsovereenkomst; o o Verantwoordelijk voor de samenwerking; En voor die materies waarvoor de bevoegdheid niet bij één van de deelnemende partnerorganisaties ligt. VI. COMMUNICATIE De werkwinkel heeft een eigen communicatiestrategie, waarin haar essentie, haar identiteit tot leven komt. De werkwinkel ontwikkelde daarom een visuele identiteit die de geest van de organisatie moet uitdragen. De werkwinkel communiceert over de voordelen van de werkwinkel of over de diensten die in de werkwinkel worden aangeboden en richt zich tot de doelgroepen van de werkwinkel in algemene zin. De in een werkwinkel beschikbare dienstverlening dient voor het publiek beschreven vanuit de invalshoek cliënt of bezoeker, 15

en niet vanuit de structuren van de werkwinkel of de partnerorganisaties. Voor een bezoeker is het niet belangrijk te weten welke afdelingen van een partnerorganisatie in een werkwinkel aanwezig zijn maar wél voor welke dienstverlening hij of zij er terecht kan. De werkwinkel verzorgt de communicatie als entiteit op zich en komt niet in de plaats van de communicatie van haar partners. Deze verzorgen de communicatie over eigen diensten, activiteiten of realisaties, aan hun eigen cliënteel. In de communicatie van de partners kan wel bij voorkeur- worden verwezen naar de werkwinkel. Voor de werkwinkels werd hiertoe een communicatiehandboek uitgegeven welke een praktische leidraad is voor alle werkwinkelconsulenten. VII. ICT In de werkwinkels van de toekomst moet de toegang en het gebruik van de informaticatoepassingen eenvoudiger en klantvriendelijker gemaakt worden, zowel voor de bezoeker als voor de consulent. Daarom zullen verspreid in tijd een aantal specifieke veranderingen doorgevoerd worden: 1. Voor de bezoeker Vereenvoudiging o Korte inschrijving voor wie zich op eigen kracht (thuis of elders via internet) wil melden als op zoek naar een job ; o Integratie van de elektronische identiteitskaart in het beheer van het eigen dossier; o De startpagina en de interface op de ZB-pc s moet overal uniform zijn, met die bijzonderheid dat de lokale arbeidsmarktinformatie eenvoudig te vinden is. Informatiekanaal o De computertoestellen moeten rechtstreeks toegang bieden tot nuttige informatie over de arbeidsmarkt, met inbegrip van vacatures uit het eigen zorggebied; o De dienstenwijzer is beschikbaar voor alle bezoekers (V en A). Klantvriendelijk o De geregistreerde bezoekers van de werkwinkels moeten de gelegenheid hebben de door hen eigenhandig gecreëerde cv s op te slaan op een centrale server; o Zij moeten ter plaatse ook een eigen e-mailadres kunnen aanmaken en gebruiken waarmee zij bereikbaar zijn voor werkgevers en werkwinkelpartners. Het gebruik van computertoestellen in een werkwinkel of werkwinkelpunt wordt evenwel onderworpen aan het akkoord gaan met een gebruiksverklaring waarin de bezoeker er zich toe verbindt de pc enkel te benutten voor loopbaangerelateerde zoekacties. Er wordt optimaal gebruik gemaakt van de ICT-zelfbedieningshoek. Dit betekent maximale openingsuren en maximaal rendement van de gedane investeringen. 2. Voor de werkwinkelconsulent 16

Ten einde een geïntegreerde dienstverlening te kunnen verzorgen, zowel van uit de werkwinkels als vanuit de werkwinkelpunten, zal de Vlaamse arbeidsmarktregisseur t.a.v. de gecertificeerde werkwinkelconsulenten garant staan voor eenzelfde toegang tot de voor de werkwinkel ontwikkelde databanken van VDAB en dezelfde rechten en plichten t.a.v. het gebruik ervan. Dit is noodzakelijk voor de verwezenlijking van een eenvormig dossier- en trajectbeheer. werkwinkelconsulenten hebben gelijke toegang tot alle dossiers indien gecertificeerd, zowel vanuit de werkwinkel als vanuit de werkwinkelpunten; toegang tot de dossiers wordt op termijn, naast via het VDAB-netwerk, mogelijk via een beveiligde internettoegang (cfr. de bancaire toepassingen); het CVS wordt aangepast zodat het voortraject van leeflooncliënten kan geregistreerd worden binnen eenzelfde dossier; de consulenten moeten de beschikbare elektronische hulpmiddelen volledig beheersen, m.a.w. niet enkel de eigen toepassingen van de moederorganisatie. VIII. FINANCIERING Het financieringsmodel moet elke werkwinkel in staat stellen de eigen werking efficiënt uit te bouwen, rekening houdend met specifieke lokale noden, maar in billijk evenwicht met de middelen van andere werkwinkels. Uitgangspunt voor een nieuwe werkwijze inzake financiering zijn de grote individuele verschillen tussen de werkwinkels, zowel inzake ligging, huurprijs, grootte, aantal consulenten, verwarmingskosten, inbreng van de partnerorganisaties,... Anderzijds zijn de werkingskosten voor de concrete dienstverlening in de werkwinkels over heel het grondgebied vergelijkbaar, precies omdat de grote verschillen inzake financiële gezondheid vooral te wijten zijn aan de verschillen in gebouwgebonden kosten. Hieronder de belangrijkste principes. De Vlaamse overheid voorziet een vaste jaarlijkse dotatie, jaarlijks te indexeren. De versleuteling van de Vlaamse budgetten naar de werkwinkels gebeurt vandaag o.b.v. aanwezige doelpubliek per zorggebied. Met name aanwezige niet-werkendewerkzoekenden, werkende werkzoekenden, leeflooncliënten en actieve bevolking, waarbij aan de nwwz een hogere wegingsfactor gegeven wordt. De aanwezige populatie wordt verrekend naar benodigde personeelsleden in VE en benodigde kantoorruimte en ICT. Met oog op de algemene uitbreiding van de werkwinkels naar loopbaanwinkels kunnen deze parameters mogelijks bijgestuurd worden. Dit zal eveneens deel uitmaken van de resultaten van het experiment inzake basisdienstverlening loopbaanbegeleiding. 1. Tussenkomst werking personeel Elke werkwinkel heeft recht op een lokale enveloppe dat de werkingskosten van de personeelsleden in de basisdienstverlening moeten dekken. Voor de werkwinkelconsulenten die de basisdienstverlening aan werkzoekenden, werknemers en werkgevers verzorgen, voorziet Vlaanderen een forfaitaire financiering voor elke werkwinkel in de vorm van een lokale enveloppe volgens de verdeelsleutel zoals hierboven omschreven. Wat de basisdienstverlening aan de werkgevers betreft, zal een forfaitair bedrag toegekend worden voor die werkwinkels waar de vacatureconsulenten ook fysiek worden geïntegreerd in de werkwinkel. 17

Naast consulenten basisdienstverlening kunnen in de werkwinkel ook andere consulenten/organisaties diensten aanbieden indien deze een rechtstreekse dienst aan de bevolking aanbieden. Indien deze dienstverlening wordt uitgebouwd vanuit de werkwinkel, leveren deze consulenten/organisaties een financiële bijdrage per VE consulent. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de aanbieders. Publieke instellingen en vzw s leveren een voorop vastgestelde forfaitaire bijdrage. Ondernemingen met winstoogmerk (zoals de dienstenchequeondernemingen) een marktconforme bijdrage. Deze bijdrage zal enerzijds ingezet worden voor de dagdagelijkse werking van de consulent en toegekend worden aan elke individuele werkwinkel in de vorm van een lokale enveloppe. Anderzijds voor de huisvesting van de consulenten welke deel uitmaakt van het centraal beheerde budget. 2. Centraal beheerd budget Op Vlaams niveau wordt een fonds opgericht dat instaat voor : - recurrente ICT-kosten van elke werkwinkel; - gebouwgebonden kosten : o recurrente huisvestingskosten voor elke werkwinkel; o investeringen infrastrcutuur; - een solidariteitsfonds. Dit fonds wordt ingezet voor 2 doeleinden : o eenmalige infrastructuurwerken; o inhoudelijke projecten; - Communicatie en werkwinkelgerelateerde opleidingen. 2.1. ICT In deze conceptnota worden op gebied van informatica een aantal verbeteringen voorgesteld, zowel voor de bezoekers als voor de consulenten. Ten einde deze verbeteringen te realiseren zal een groeipad opgesteld worden van de te ondernemen acties en dit binnen het beschikbare budget. Dit groeipad houdt minstens een prioritisering van de acties, timing, investeringskost, recurrente kost in. Het ICT-budget wordt Vlaams centraal beheerd en zal versleuteld worden volgens voormelde verdeelsleutel o.b.v. het aantal benodigde pc s, met name consulentenpc s en bezoekerspc s. 2.2. Gebouwgebonden kosten a. Recurrente huisvestingskosten Op Vlaams niveau wordt binnen het centrale werkwinkelbudget een post voorzien voor de recurrent gebouwgebonden kosten (zoals huur kantoorruimte, meubilair, verwarming, elektriciteit, ) voor elke individuele werkwinkel. De verdeling van deze gebouwgebonden kosten op werkwinkelniveau gebeurt aan de hand van de huidige reële kosten, geëxtrapoleerd naar de verdelingscoëfficiënt (zie VIII). Hierdoor worden overschotten of tekorten structureel vermeden. Indien het gebouw ter beschikking gesteld wordt door de gemeente of OCMW wordt dit recurrente bedrag, voorzien voor de huur, gestort in het solidariteitsfonds en kan de werkwinkel hier jaarlijks op intekenen ter waarde van dit bedrag en binnen de krijtlijnen van 18

het fonds voor de ontwikkeling van inhoudelijke projecten. Dit levert hen m.a.w. een trekkingsrecht op het fonds. In de andere gevallen kan de werkwinkel eenmalig intekenen op het fonds. b. Investeringen infrastructuur Uitgangspunt is dat elke werkwinkel dient gehuisvest te zijn in een locatie die voldoet aan een aantal vooropgestelde kwaliteitscriteria inzake ruimte, privacy, toegankelijkheid, hygiëne. o Het gebouw voldoet niet aan de kwaliteitscriteria en aanpassingswerken kunnen soelaas bieden: Deze werkwinkels kunnen eenmalig intekenen op het solidariteitsfonds voor aanpassingswerken binnen de krijtlijnen van dit fonds. Vanaf het moment dat deze werkwinkels voldoen aan de kwaliteitscriteria kunnen zij beroep doen op het solidariteitsfonds voor inhoudelijke projecten zoals omschreven onder punt a). o Het gebouw voldoet niet aan de kwaliteitscriteria en een andere locatie is aangewezen: De dienst gebouwen van VDAB zal, in samenwerking met de lokale overheid, op zoek gaan naar een geschikte locatie. Voor mogelijke aanpassingswerken kunnen deze werkwinkels eenmalig intekenen op het solidariteitsfonds Vanaf het moment dat deze werkwinkels voldoen aan de kwaliteitscriteria geldt de regeling zoals beschreven onder punt a). 2.3. Solidariteitsfonds Dit solidariteitsfonds wordt samengesteld uit de saldi van de werkwinkels en uit de huurmiddelen die bestemd zijn voor die werkwinkels waarvan het gebouw door de gemeente of OCMW ter beschikking gesteld worden. Dit fonds heeft 2 doeleinden : - het dekken van eenmalige infrastructuurwerken voor die werkwinkels die niet aan de vooropgestelde kwaliteitscriteria voldoen; - het mogelijk maken van de ontwikkeling van inhoudelijke projecten (o.a. lokale diensteneconomie, jobbeurzen, ) voor die werkwinkels waarvan de huisvesting voldoet aan de vooropgestelde kwaliteitscriteria. De krijtlijnen van dit fonds worden nader uitgewerkt door de projectcel. Intekenen op dit fonds zal steeds gebeuren o.b.v. een gedetailleerd en gemotiveerd dossier. 2.4. Communicatie/ opleiding Binnen het centraal beheerde budget wordt een post voorzien die kan ingezet worden voor gemeenschappelijke of overkoepelende acties, zoals uitbouw van een werkwinkelwebsite (per werkwinkel, met lokale info), een extranet voor de werkwinkelconsulenten en lokale beleidsmakers, een nieuwsbrief voor de werkwinkelmedewerkers, opleidingen en vorming, organisatie van themadagen, aankoop van gemeenschappelijk informatiemateriaal of communicatiedragers.. 19