Verbreed Afvalwaterakkoord Maasduinen



Vergelijkbare documenten
Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

ALGEMENE VERGADERING. 16 december 2010 Waterketen / BWK

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Water in Eindhoven. Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans. 28 september Water in Eindhoven - Studiedag Lokaal waterbeleid, Antwerpen

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort

Datum 14 januari 2011 Opgemaakt door afdeling Planvorming. Huidige samenwerking in de Veluwse afvalwaterketen

Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN

Stedelijke wateropgave. (van traditionele rioolvervanging

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

Water in Tiel. 1 Naast regionale wateren die in beheer zijn bij de waterschappen, zijn er rijkswateren (de hoofdwateren

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari januari De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Basisopleiding Riolering Module 1

Notitie. 1. Beleidskader Water

Water- en Rioleringsplan

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman

BOAS-overeenkomst Glanerbrug. Definitief

TOETSING VERBREED GRP

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

GRP Gemeente Tynaarlo. Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan.

Datum 15 mei 2012 Doorkiesnummer Afzender Hedzer Gietema/ Andrea Swenne

: gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe)

Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen

Bijlage 1. Lijst met afkortingen en begrippen

Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13

BERGBEZINKBASSIN (BBB) WEERSELO

AGENDAPUNT 3.2. ONTWERP. Onderwerp: wijziging Richtlijnen Overname Afvalwater Nummer:

Afvalwaterplan DAL/W 2 In vogelvlucht. Gemeente Delfzijl Gemeente Appingedam Gemeente Loppersum Waterschap Noorderzijlvest Waterschap Hunze en Aa s

Van Waterplan naar Watervisie

Samenvatting Voortgangsrapportage Riolering 2006

Afvalwaterbeleidsplan BMWE/NZV

RAPPORTAGE EMISSIEBEHEER RIOLERING 2012

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

1 Inleiding Verantwoording Wat is veranderd? Opsteller en begeleidingscommissie Leeswijzer 4

Water in Bebouwd gebied

Uitvoeringsprogramma samenwerking in de waterketen

Afweging: het ontwerp Voor het ontwerp van de openbare inrichting hebben de onderstaande zaken als basis gediend:

Toelichting Watertoets

: Workshop samenwerkingskansen in de (afval)waterketen

B&W Vergadering. Gemeenteraad B&W Vergadering 6 juni 2017

Projectnummer: C Opgesteld door: Joost Veltmaat. Ons kenmerk: :0.11. Kopieën aan:

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

Onderwerp Afvalwaterplan Limburgse Peelen en Gemeentelijk Rioleringsplan Peel en Maas

MPGAD

Voorblad B&W-advies. Onderwerp: Afspraak Rijkswaterstaat over basisinspanning. Vergadergegevens. Vervolgbehandeling

Omgevingswet en gezamenlijk investeringsprogramma

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W²

Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid A. Bonte (GroenLinks) over riooloverstorten.

Doelmatig investeren afvalwaterketen regio Amstel, Gooi en Vecht

Rapportage watertoets

Bijdorp. 15 maart Watersysteem Bijdorp. Geachte mevrouw, heer,

Beslisdocument college van Peel en Maas

Een slimme oplossing voor ecologisch watermanagement.

BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin.

1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014

Gemeente Boxmeer. AAN de Raad van de gemeente Boxmeer. Boxmeer, 22 april 2008

Gemeentelijk Riolerings Plan. Toelichting op GRP Kaag en Braassem periode 2014 t/m 2018

Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. Bescherm volksgezondheid. Beperk overlast en hinder Voorkom schade.

B en W Adviesnota ADVIES. Afkoppelen flats Veltum

Toolkit Afkoppelen. De zin en onzin van afkoppelen. Rémy Schilperoort Jeroen Langeveld

Herinrichting beekdal Kwistbeek. Bijeenkomst 30 oktober Antea Group Roel Wijnhoven

ISA Hoeksche Waard. Klaas-Jan van Heeringen, Deltares Edwin van Velzen, Hollandse Delta

HAMERSTUK. Beslispunt 1 is aangepast in die zin dat in te stemmen met gewijzigd is in kennis te nemen van.

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens

Business case. Samenwerking afvalwaterketen. Informatiebijeenkomst gemeenteraden 26 juni

Vervolg en gebiedsproces WBP 5

Voorstel voor de Raad

Het nieuw te realiseren plan Aan de Kasteeltuinen is ongeveer 1,75 hectare groot en biedt plek aan 34 woningen.

dat het met name in het buitengebied, wijken met een apart vuilwaterriool en op bedrijventerreinen wenselijk is om dit verbod te laten gelden;

ONDERWERP: Aanpak wateroverlast in Arnhem-noord

Programma van de avond: vgrp Inwonersbijeenkomst. Positie vgrp5 gemeentebeleid. Even voorstellen. Relaties met beleid / plannen

Doorwerking resultaten uit Kallisto project. Ger Renkens gemeente Eindhoven

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

Afkoppel beslisboom Gemeente Venlo

IBRAHYM: de digitale waterpartner in Limburg

Waterparagraaf. Opdrachtgever. Groenstraat 2, Sprundel. De heer C.J.M. Lazeroms Groenstraat SK Sprundel

De 'Verordening Rioolaansluiting Gemeente Mook en Middelaar 2017' vast te stellen.

Samenwerken in de Waterketen

BIJLAGE 5: WATER- EN RIOLERINGSPLAN

Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A

Bijlage bij de toelichting

Verbindingsriolering Langestraat, Winkelveldbaan Katrin Duerinckx - bekkenverantwoordelijke Joan Deckers - Projectleider

VGRP Gemeente Boxmeer. 12 november 2015

4V';;'9' B E R N H EZ E

Bijlage 13-1: Stedelijke wateropgave Bargermeer noord

Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst

Projectnummer Bedrijventerrein Smilde aspect Water"

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. Onderwerp: Gemeentelijk Rioleringsplan

17 mei Thema avond Gemeentelijk Rioolplan

REDUCTIE HYDRAULISCHE BELASTING RWZI

Rioleringsplan. Plan Mölnbekke te Ootmarsum. Projectnummer: Opdrachtgever: Lintmolenbeek B.V. In opdracht van: Lintmolenbeek B.V.

MEMO. Sweerts de Landasstraat DG Arnhem Gemeente Gemert-Bakel

Regionaal Bestuursakkoord waterketen Noordelijke Vechtstromen

Eigen -/ Keteninitiatief CO2 footprint Innovatie Kennis Centrum

Transcriptie:

Bijlage A Verbreed Afvalwaterakkoord Maasduinen Verbreed Afvalwaterakkoord Maasduinen Achtergrondnotitie Opgesteld door: G. Middel, Waterschap Peel en Maasvallei J. Schaap, gemeente Bergen J.W. Strijbosch, gemeente Gennep T. Pouwels, gemeente Mook en Middelaar L. Stelten, Waterschap Peel en Maasvallei/ Waterschapsbedrijf Limburg R. Schols, Waterschapsbedrijf Limburg Versie: 29 september 2010 Vastgesteld door dagelijks bestuur Waterschap Peel en Maasvallei d.d.: 13-10-2010 Vastgesteld door College van Burgermeester gemeente Mook en Middelaar d.d.: 5-10-2010 Vastgesteld door College van Burgermeester gemeente Gennep d.d.: 12-10-2010 Vastgesteld door College van Burgermeester gemeente Bergen d.d.: 12-10-2010

Inhoudsopgave 1 Van samen denken naar samen uitvoeren... 3 2 Visie op het (afval)water... 5 2.1 Visie watersysteem en waterketen... 5 2.2 Visie op samenwerking... 5 2.3 Visie op uitvoering... 6 2.4 Visie op financiering... 6 3 Samenwerken... 7 3.1 Inleiding... 7 3.2 Beheer en onderhoud van gemeentelijke rioolgemalen... 8 3.3 Projectmanagement gezamenlijke projecten... 8 3.4 Databeheer en monitoring... 9 3.5 Modellering... 9 4 Akkoord over uitvoering... 10 4.1 Inleiding... 10 4.2 Maatregelen 2010 2015... 10 4.2.1 Toelichting... 10 4.2.2 Grondgebied gemeente Bergen... 11 4.2.3 Grondgebied gemeente Gennep... 14 4.2.4 Grondgebied gemeente Mook en Middelaar... 15 4.3 Maatregelen 2016-2027... 16 4.4 Autonome ontwikkelingen... 16 5 Financiering... 18 5.1 Afspraken kostenverdeling... 18 5.2 Investeringsprogramma 2010 2015 (x 1000 Euro)... 18 6 Organisatiestructuur Verbreed Afvalwaterakkoord... 19 6.1 stuurgroep vawa... 19 6.2 projectgroep vawa... 19 Bijlage 1 Meerjaren Investeringsprogramma... 21 Bijlage 2 Financieringsprogramma 2010-2015... 23

1 Van samen denken naar samen uitvoeren De Optimalisatie Studie Afvalwatersysteem Gennep (OAS Gennep) is een gezamenlijk product van de gemeenten Bergen, Gennep, Mook en Middelaar, Waterschap Peel en Maasvallei en het Waterschapsbedrijf Limburg. Het doel van de studie is om inzicht te krijgen in de mogelijkheden om tegen de laagst maatschappelijke kosten een duurzame omgang met afvalwater te bewerkstellingen binnen de afvalwaterketen, afgestemd op de watersysteemambities. De OAS-studie is een technische studie hoe we deze opgave kunnen vervullen op een detailniveau dat bijna vergelijkbaar is met een Basis RioleringsPlan (BRP). De studie geeft veel inzicht in de oplossingsrichtingen voor het oplossen van knelpunten in de waterketen, maar doet geen uitspraak over wat we gaan uitvoeren, waar de prioriteiten liggen en hoe we de financiering verdelen. Ook zijn de maatregelen in het watersysteem niet benoemd. De Stuurgroep (wethouders en bestuurder van het waterschap) van de OAS Gennep heeft aangegeven de winst uit de OAS te willen verzilveren en opdracht gegeven aan de projectgroep om dit uit werken. Een middel om afspraken te maken over de uitvoering van maatregelen en onderlinge samenwerking is het verbreed afvalwaterakkoord (vawa). In een verbreed afvalwaterakkoord worden afspraken en maatregelen op het gebied van de waterketen en het watersysteem in onderlinge samenhang vastgelegd. Uitgangspunt van een vawa is dat het vastleggen van afspraken een meerwaarde heeft. Zaken die elders al goed zijn vastgelegd worden dan ook niet opgenomen. Dit achtergronddocument beschrijft de afwegingen, keuzes en afspraken uit het vawa. Waterwet De waterwet is op 22 december 2009 in werking getreden. De wet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater, en verbetert de samenhang tussen waterbeleid en de ruimtelijke ordening. Met de waterwet zijn acht wetten samengevoegd, waaronder de Wet op de Waterhuishouding, de Grondwaterwet de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren. De waterwet heeft tot gevolg dat er één integrale waterwetvergunning moet worden afgegeven. Dit vergt de nodige samenwerking tussen diverse overheden, waaronder gemeenten en het waterschap. Wat riooloverstorten betreft is het stelsel van lozings- en waterkwaliteitsvergunningen komen te vervallen. Dit heeft plaats gemaakt voor de verplichting dat gemeenten in overleg met de waterbeheerders aantoont dat het rioolstelsel functioneert zoals wordt aangegeven. Kortom, van regels naar samenwerking. De afspraken die wij maken in dit verbreed Afvalwaterakkoord vindt daarmee zijn basis in de verplichtingen van de waterwet. In de waterwet staat het samenwerken en maken van bestuurlijke afspraken tussen gemeente en waterschap ten behoeve van een doelmatig en samenhangend stedelijk waterbeheer centraal. Wij vinden dit een goede zaak en zullen ons komende tijd richten op het verder versterken van onze samenwerking. Ook willen wij gezamenlijke afspraken maken over de aanpak van de stedelijke waterproblematiek en vooral de riooloverstorten. Het vawa dient als input voor het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP+) en de Meerjaren Investeringsprogramma s van het waterschap en het waterschapsbedrijf. Het vawa is een - 3 -

dynamische document waarin we bestuurlijke afspraken over de uitvoering van maatregelen vastleggen en bewaken. Het akkoord is onderwerp van gesprek in periodieke ambtelijke en bestuurlijke overleggen. Wijzigingen doen we in onderling overleg. Over de uitvoering leggen we verantwoording aan elkaar af. Wij zijn op een detailniveau aangekomen waarin de bekende afvalwaterakkoorden ontoereikend zijn. Richten deze afvalwaterakkoorden zich vooral op samen verkennen van knelpunten, richt dit afvalwaterakkoord zich op samen aanpakken van knelpunten. - 4 -

2 Visie op het (afval)water 2.1 Visie watersysteem en waterketen Wij willen van helder naar schoon water en willen dat onze beken schoon en ecologisch gezond zijn. Wij streven herstel van het watersysteem na. Gemeenten en waterschappen vinden dat de vawa moet bijdragen aan verbeteren van de leefomgeving, het verminderen van (water)overlast, een schoner milieu en positief moet bijdragen aan het leven in het oppervlaktewater. Op de lange termijn willen we dat de doelen van het watersysteem en waterketen op elkaar zijn afgestemd, geen belemmering meer voor elkaar vormen en elkaar waar mogelijk versterken. De waterketen moet kosteneffectief, duurzaam en doelmatig worden beheerd. Wij gaan het functioneren van de waterketen optimaliseren. Dit wil zeggen dat we streven naar de laagste maatschappelijke kosten, maar dat we ook een maatschappelijke meerwaarde willen bereiken. Wij willen samenwerken en kennis met elkaar delen om dit doel te bereiken. 2.2 Visie op samenwerking Wij zien samenwerken als een middel ten behoeve van een doelmatig en samenhangend stedelijk waterbeheer en niet als doel op zich. Het streven is dat samenwerken naast milieuwinst ook voor alle betrokken partijen een meerwaarde oplevert op het gebied van tijden kostenbesparing en kennisontwikkeling. Kortom, samenwerken omdat het loont! Samenwerken gaat niet vanzelf, daar moeten we in investeren. In deze vawa maken we afspraken op welke punten we gaan samenwerken en welke waterketen- en systeemmaatregelen door ons genomen gaan worden. Dit doen we vanuit onze eigen verantwoordelijkheden met respect voor elkaars belangen. Dit verbreed afvalwaterakkoord is een overeenkomst om de doelen vast te leggen en af te spreken met welke maatregelen we dit willen realiseren. Ook worden onze intenties tot samenwerking vastgelegd en onderzoeken hiertoe vastgelegd. Het vormt daarmee een inspanningsverplichting. We leggen hierover verantwoording aan elkaar af en bespreken jaarlijks de voortgang met elkaar. De benodigde maatregelen worden verankerd in onze financiële programma s. Voor de gemeenten is dit het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP+). Voor het waterschap en het waterschapsbedrijf zijn dit hun Meerjarige Investeringsprogramma s. Wij streven ook naar korte termijn successen binnen lange termijn doelen. Dit vawa heeft een looptijd van 2010 t/m 2015. We brengen de totale opgave in het watersysteem en waterketen in beeld met een horizon van 2027. Deze planperioden sluiten aan bij de Europese Kaderrichtlijn Water dat als doel heeft om het grond- en oppervlaktewater in Europa schoner te krijgen, zowel wat stoffen betreft als het verbeteren van het leven in beken en rivieren. - 5 -

2.3 Visie op uitvoering Wij vinden dat samenwerking moet leiden tot het uitvoeren van concrete en zichtbare maatregelen. Maatregelen in het watersysteem en de waterketen voeren we in onderlinge samenhang uit. De maatregelen die we inzetten zijn kosteneffectief en bij voorkeur duurzaam. Dat wil zeggen dat ze meerdere doelen dienen, robuust zijn naar de toekomst toe (bijvoorbeeld t.a.v. klimaatveranderingen), een lange levensduur hebben en we geen problemen afwentelen naar andere gebieden of milieucomponenten. Het afkoppelen van hemelwater heeft bijvoorbeeld de voorkeur boven technische maatregelen in de waterketen. We willen ook resultaten op korte termijn, zowel voor de waterketen als het watersysteem. Als dit een spanningsveld oplevert, zetten we zoveel mogelijk in op korte termijn maatregelen die lange termijn successen niet in de weg staan ( no regret maatregelen ). 2.4 Visie op financiering In deze Verbrede AWA maken we afspraken over de financiering van maatregelen tot en met 2015. Ons vertrekpunt is dat we betalen vanuit eigen verantwoordelijkheid maar bijdragen vanuit belang. De gemeenten zijn primair verantwoordelijk voor investeringen in het rioleringssysteem en het afkoppelen van hemelwater. Het Waterschapsbedrijf Limburg is verantwoordelijk voor investeringen in de Rioolwaterzuiveringsinstallatie Gennep en het hoofdtransportsysteem voor afvalwater. Het waterschap neemt maatregelen in het watersysteem voor zijn rekening. Voor de aanpak van urgente riooloverstorten draagt het waterschap bij vanuit zijn watersysteembelang. Door onderling samen te werken in de uitvoering en maatregelen te optimaliseren boeken we financiële winst ten opzichte van de oorspronkelijke opgave en het zelfstandig uitvoeren van maatregelen. Het is in eerste instantie niet van belang wáár de kosten terecht komen als het totaal maar lager is dan de som van de autonome delen. Randvoorwaarde hierbij is dat een partij uiteindelijk nooit hogere kosten zal hebben dan in de autonome situatie. Daarnaast resulteert een heldere kostenverdeling in lagere administratieve en juridische kosten. - 6 -

3 Samenwerken 3.1 Inleiding De afvalwaterketen is een verborgen weg die het afvalwater achtereenvolgens in de schakels inzameling, transport en zuivering doorloopt. In dit geval is het verbreed afvalwaterakkoord een resultaat van een samenwerkingsinitiatief tussen de partijen in de OAS Gennep. Samenwerken in de afvalwaterketen is logisch, omdat riolering en zuivering één geheel vormen. Samenwerken is noodzakelijk, omdat de afvalwaterketen nog niet optimaal functioneert. Samenwerken is doelmatig, omdat doelmatige en duurzame oplossingen kunnen worden gerealiseerd. Samenwerken leidt ook tot een betere afstemming van doelen en maatregelen in de afvalwaterketen in samenhang met het watersysteem. Naast investeringsmaatregelen in zowel riolering, transportsysteem, watersysteem en zuivering kan samenwerking worden gezocht in exploitatie. Voor de langere termijn is het van belang de afvalwaterketen te beheersen door o.a. actief beheer van de aanvoer, modelmatige analyses uit te voeren en de effecten daarvan te monitoren. Hiervoor is het nodig de infrastructuur af te stemmen, zoals hoeveelheden aan te leveren afvalwater, spelregels m.b.t. wijzigingen in het aanbieden van hoeveelheid en kwaliteit. Denk hierbij aan de Lichte gemeenschappelijke regelingen en uitvoeringsovereenkomsten voor het beheer en onderhoud van gemalen. Voor het monitoren op het grensvlak tussen watersysteem en waterketen kunnen partijen samenwerken en gebruik maken van elkaars expertise. Gemeenten, waterschap en waterschapsbedrijf hebben hierbij al voor een aantal onderdelen ervaring opgedaan. In onderstaande paragrafen werken we samenwerkingsafspraken uit op - 7 -

het onderhoud en beheer van de gemalen, projectmanagement voor gezamenlijke projecten en databeheer en modellering. De kosten van samenwerkingsafspraken worden betaald uit de exploitatiebudgetten van de partijen. Ze maken daarom geen onderdeel uit van het Meerjarig Investeringsprogramma. We werken samenwerkingsmaatregelen in de planperiode uit. Hieruit volgen afspraken over financiële verdeling. Voorbeeld van succesvol samenwerken: Individuele Behandeling Afvalwater (IBA) In het project Individuele Behandeling Afvalwater (IBA) werken het waterschap/ Waterschapsbedrijf Limburg en de gemeenten samen om de aanleg, het beheer en onderhoud van deze kleinschalige zuiveringsunits efficiënt en effectief uit te voeren. Gemeenten hebben de keuze om deze taken zelf uit te voeren of ze over te dragen aan het Waterschapsbedrijf Limburg tegen een vergoeding. De gemeenten blijven eigenaar van de IBA s. Gemeenten, waterschap en waterschapsbedrijf hebben in dit project gepresteerd om buiten hun wettelijke taken te kijken. We concluderen dat de aanleg, het beheer en onderhoud goedkoper wordt uitgevoerd o.a. door de schaalvergroting van deze taak. Verder worden IBA s met een hoger zuiveringsrendement aangelegd en boeken we kwaliteitswinst door het inzetten de juiste expertise en controle. 3.2 Beheer en onderhoud van gemeentelijke rioolgemalen Het waterschapsbedrijf en gemeenten beheren en onderhouden elk hun eigen rioolgemalen. Handelen van de ene partij beïnvloed het beheer van de andere partij. Gezamenlijk beheer heeft (naar verwachting) de volgende voordelen: schaalvoordelen, lagere kosten en minder kwetsbare organisatie; processturing in één hand, waardoor er inzicht is in de capaciteiten en in elkaars systeem; specifieke kennis van hoogwaardige installaties wordt beter benut; meer kansen voor innovatie. Op dit moment wordt er al succesvol samengewerkt met een aantal Limburgse gemeenten. Afspraken hierover zijn vastgelegd in Lichte gemeenschappelijke regelingen. Het huidige beheer en onderhoud gebeurt bij de gemeenten in deze overeenkomst goed. Daarom geven de gemeenten geen prioriteit aan een Licht gemeenschappelijke regeling in de planperiode. Wij blijven de ontwikkelingen in andere gemeenten volgen en brengen dit punt opnieuw onder de aandacht bij de Stuurgroep als ervaringen daar aanleiding toe geven. 3.3 Projectmanagement gezamenlijke projecten Samenwerking in projectmanagement kan schaalvoordeel opleveren. Op dit moment zijn er geen grootschalige projecten waarin gezamenlijk projectmanagement een meerwaarde levert. De intensivering van de samenwerking zoals we afspreken in deze vawa volstaat vooralsnog. We houden de optie tot gezamenlijk projectmanagement in de planperiode open en gaan bij grote projecten deze vorm van samenwerking overwegen. - 8 -

3.4 Databeheer en monitoring Voor een goed werkende afvalwaterketen en verbeteren van het watersysteem is het van belang dat informatie optimaal kan worden gedeeld en uitgewisseld. Momenteel wordt er onderzocht of er kan worden samengewerkt bij het beheer van meetgegevens van de riolering en de rioolgemalen. Samenwerking op het gebied van beheer van meetgegevens heeft mogelijk de volgende voordelen: verbetering van de uitwisselbaarheid en onderlinge toegankelijkheid van informatie; verbetering van het inzicht in het functioneren van de gehele afvalwaterketen en het watersysteem; schaalvergroting: mogelijke financiële voordelen bij voorbereiding, aanbesteding en databeheer. We maken voor de planperiode 2010-2015 de volgende afspraken: Opstellen van een meetplan om inzicht te krijgen in de werking van het rioleringsstelsel en de riooloverstorten en het uitvoeren daarvan (registratie). Hier geven we prioriteit aan. Hiermee geven we invulling aan de Waterwet waarin wordt gesteld dat een meetverplichting voor overstortfrequenties plaats moet maken voor het verkrijgen van inzicht in het werkelijk functioneren van het rioleringssysteem. Dit in samenwerking tussen gemeenten en waterbeheerders. Voor de uitvoering wordt momenteel met enkele gemeenten, waaronder gemeente Bergen, onderzocht of aangehaakt kan worden op het telemetrie en sturingsconcept van het waterschapsbedrijf. Dit concept wordt voor alle zuiveringstechnische werken in Limburg in de planperiode uitgerold. Gedachte hierbij is goedkoper beheer en centrale en uniforme beoordeling van rioleringsdata. We onderzoeken de mogelijkheden tot verbeterde samenwerking/ afstemming van het grondwatermeetnet en het gebruik en interpretatie van grondwatermetingen. We onderzoeken het rendement van een lamellenfilter met zeefinstallatie in de praktijk. 3.5 Modellering Samenwerken op het gebied van modellering heeft de volgende voordelen: Verbeteren van de onderlinge vergelijkbaarheid van berekeningen Betere afstemming in databeheer of centraal databeheer (uniformiteit) Informatie-uitwisseling en gebruik van elkaars expertise We spreken de volgende samenwerking af op het gebied van modellering: We voeren op het grondgebied van de gemeente Bergen een pilot uit om gezamenlijk rioolberekeningen uit te voeren op het niveau van een Basis RioleringsPlan (BRP) voor een aantal deelgebieden. We verkennen de mogelijkheden tot een gezamenlijk beheerpakket voor rioolgegevens. We brengen in beeld of het integrale grond- en oppervlaktewatermodel IBRAHYM van het waterschap kan worden ingezet voor grondwatervraagstukken van de gemeenten. Waar mogelijk wordt de samenwerking hiervoor geoperationaliseerd. Waar nodig en mogelijk worden de effecten van toekomstige klimaatscenario s (globaal) doorgerekend. - 9 -

4 Akkoord over uitvoering 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk staan de uitvoeringsmaatregelen toegelicht die het waterschap Peel en Maasvallei, het waterschapsbedrijf Limburg en de gemeenten Mook en Middelaar, Gennep en Bergen gaan nemen om aan de basinspanning te voldoen, riooloverstorten verder te beperken, het watersysteem te verbeteren en het rioolwater beter te zuiveren. In bijlage 1 staan de maatregelen benoemd. De OAS Gennep beschrijft welke maatregelen er in de waterketen mogelijk zijn om de doelen te halen en welke kosten daar aan verbonden zijn. Voor dit afvalwaterakkoord hebben we op basis van de resultaten uit de OAS per overstortlocatie een overzicht gemaakt met de kosten van maatregelen voor de basisinspanning, maatregelen voor verdergaande reductie van overstorten, maatregelen voor herstel van beken en maatregelen voor het verbeteren van de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Bij de inventarisatie hebben we concreet in beeld gebracht welk deel van de maatregelen we duurzaam kunnen realiseren, met name door het afkoppelen van verhard oppervlak. Vervolgens is er een keuze gemaakt welke maatregelen we t/m 2015 willen en kunnen oppakken. Hiermee hebben we maatwerk aangebracht in de resultaten uit de OAS. Dit hoofdstuk beschrijft de noodzaak van de maatregelen, de keuze voor fasering en de onderlinge samenhang van maatregelen. De technische details van de maatregelen staan in bijlage 1. In bijlage 2 is de financiële verdeling van de maatregelen tussen de partijen opgenomen. In aanvulling nemen we maatregelen ter verbetering van het watersysteem op, vooral waar er een samenhang is met maatregelen in de waterketen en bij riooloverstorten. Hierbij hebben we ons gericht op het ecologisch herstel van beken en het oplossen van wateroverlastknelpunten. De partners in dit vawa besluiten om vooralsnog geen maatregelen op te nemen ten aanzien van het aanpakken van diffuse bronnen. Ten aanzien van het gebruik van glyfosaat op verhardingen heeft de rijksoverheid toepassingsvoorschriften vastgesteld, waarmee wordt gestreefd naar reductie van de emissie naar oppervlaktewater en riolering. In het Uitvoeringsprogramma Diffuse Bronnen stelt het Rijk een kader voor het gebruik van bouwmetalen. Indien nodig kan de aanpak van diffuse verontreinigingen in de toekomst een onderdeel worden van het vawa. 4.2 Maatregelen 2010 2015 4.2.1 Toelichting In deze paragraaf worden de maatregelen die we in de looptijd van het verbreed Afvalwaterakkoord gaan uitvoeren toegelicht, ingedeeld naar het grondgebied van de drie gemeenten. We beschrijven de keuzes om voor een bepaalde maatregel te kiezen en - 10 -

waarom we aan bepaalde maatregelen al dan niet prioriteit geven. Deze paragraaf is een onderbouwing voor het financieringsprogramma uit Bijlage 2. 4.2.2 Grondgebied gemeente Bergen Na het afronden van de OAS hebben gemeente Bergen en het waterschap geinventariseerd op welke manier de overstortfrequentie kan worden gereduceerd. Daarbij hebben we ons in eerste instantie gericht op de kern Nieuw-Bergen en industrieterrein De Flammert. Deze overstorten lozen (indirect) op de Heukelomse beek. We hebben hiervoor gekozen omdat: - de Heukelomse beek zeer kwetsbaar is voor vuilwater. - doel is de Heukelomse beek voor 2015 te herinrichten. - de gemeente afkoppelprojecten wil opzetten in Nieuw-Bergen de De Flammert - de waterlopen waarop de overstorten lozen voordat ze in de Heukelomse beek uitkomen mogelijk kunnen bijdragen aan het beperken van de belasting op de Heukelomse beek. De Heukelomse beek De Heukelomse beek is een gegraven beek met watersysteemkenmerken die niet passen bij een dynamische beek met hoge potenties voor echte beeksoorten. Dit komt door de lage stroming. De waarde voor de ecologie zit vooral in het voorkomen van bijzondere plantengemeenschappen in en langs de beek en potentie van het EHS-gebied voor de ontwikkeling van dotterbloemhooilanden. We streven naar een halfnatuurlijk laaglandbeekbovenloopje. Het beoogde ecologisch niveau is gebaseerd op kleine ongewervelde dieren die je nog wel met het blote oog kunt zien (macrofauna). We laten de benedenloop van de waterloop slingeren. In het bovenstroomse deel van de beek zal het beekpeil grotendeels door herinrichting worde ingesteld op de wensen van de natuur. bron: Visie p de Herinrichting van de Heukelomse beek, WPM, december 2009 De te ontwikkelingen ecologie wordt nadelig beïnvloed door slechte waterkwaliteit en hoge piekafvoeren. Het aanpakken van riooloverstorten maakt daarom onderdeel uit van het ecologisch herstel van de beek. Hieronder wordt per deelgebied de maatregelen in de gemeente Bergen beschreven. Nieuw-Bergen; De Flammert De Flammert heeft deels een verbeterd gescheiden stelsel (ca. 12 ha) en deels een gemengd rioolstelsel (ca. 12 ha). We weten niet precies welke oppervlakken op welk stelsel is aangesloten. De twee overstorten van het VGS lozen op hemelwaterbuffers. Hier infiltreert het regenwater. Het gemengd stelsel staat in verbinding met het gemengd stelsel van Nieuw- Bergen. Nieuw-Bergen heeft een overstort op de Heukelomse beek bij de Kerkstraat. Het gemengd stelsel heeft een overstort op de Vlammertse Leigraaf. Deze primaire waterloop mondt uit in de Heukelomse beek. De Vlammertse Leigraaf heeft zelf geen grote ecologische waarde. We stellen voor om ca. 4 ha van het gemengd stelsel af te koppelen naar het Verbeterd Gescheiden Stelsel (VGS). Daarnaast wordt 4 ha verhard oppervlak afgekoppeld van het gemengd stelsel en het hemelwater lokaal geïnfiltreerd. De Vlammertse Leigraaf bouwen we om naar een groene berging voor overstortwater afkomstig van de resterende 4 ha bedrijventerrein. Ook wordt hier eventueel hemelwater uit het VGS opgevangen. Deze beek wordt daarom van de legger gehaald en in eigendom en beheer en onderhoud van de gemeente gebracht. - 11 -

Nieuw-Bergen; Kerkstraat De overstort bij de Kerkstraat loost rechtstreeks op de Heukelomse beek. Achter de overstort ligt een gemengd stelsel waarop ca. 19 ha van Nieuw-Bergen is aangesloten. De overstorthoeveelheid is hierdoor groot. Als het gemengd stelsel van industrieterrein De Flammert vol is, stroomt er ook rioolwater vanuit dit industrieterrein naar betreffend rioleringsgebied. Achter de overstort ligt een bergbezinkbasin voor de basisinspanning. De voorkeur ging in eerste instantie uit naar afkoppelen in Nieuw-Bergen in combinatie met een helofytenveld bij de Heukelomse beek. We hebben geprobeerd om de uitvoering en grondaankoop van het helofytenveld in het integrale herinrichtingsproject van de Heukelomse beek mee te nemen. Een eerste verkenning heeft uitgewezen dat de benodigde grond niet op korte termijn kan worden verworven. Door de hoge grondwaterstanden (ca. 0,3 tot 0,5 m-mv) is hiervoor 0,5 tot 1 ha grond nodig. Daarom stellen we voor om naast afkoppelen van 2,6 ha in het rioleringsgebied een lamellenfilter met zeefinstallatie achter het bergbezinkbasin te plaatsen. Door het filter wordt de hoeveelheid overstortwater niet verminderd maar de kwaliteit wel aanzienlijk verbeterd. Ca. 80% van het overstortwater uit de tienjarige regenreeks passeert het filter. Ook ter plaatse van deze overstort wordt de Heukelomse beek heringericht. Nieuw-Bergen; Bergerheidelossing Op de primaire waterloop Bergerheidelossing lozen vier overstorten uit het gemengd stelsel afkomstig uit Nieuw-Bergen. Eén overstort voldoet nog niet aan de basinspanning. In de bovenloop ligt een vijver. Deze vijver heeft geen voeding uit oppervlaktewater of grondwater. Wij nemen daarom aan dat de enige afvoer komt door de overstorten en het regenwater dat in de vijver valt. De Bergerheidelossing mondt uit in de Heukelomse beek. De lossing is vaak niet waterhoudend en heeft geen hoge ecologische waarde of potentie. In de lossing liggen enkele duikers en benedenstrooms bij de waterkering - zit een afsluiter in beheer van het waterschap. Deze sluit de lossing bij hoogwater af van de Maas. Een onderzoek heeft aangetoond dat de lossing voldoende capaciteit heeft om omgebouwd te kunnen worden tot groene berging, zonder dat drooglegging van aanliggende woningen in gevaar komt. Er wordt een zeefconstructie en lamellenafscheider bij de overstort Rijksweg aangelegd in de plaats van gepland bergbezinbassin voor de basisinspanning. Dit is financieel voordelig. Kwantitatief wordt aan de basisinspanning voldaan door 200 m3 van het gefilterde water te bergen in de groene berging/ Bergerheidelossing. We bouwen de Bergerheidelossing om naar een groene berging. Hiervoor halen we de lossing van de legger van het waterschap en dragen we eigendom, beheer en onderhoud over aan de gemeente. Een beweegbare stuwconstructie in de benedenloop van de Bergerheidelossing zorgt voor goed functioneren van de groene berging. De gemeente blijft in Nieuw-Bergen afkoppelkansen benutten. Siebengewald Bij Siebengewald lozen twee overstorten op de waterloop Leigraaf van Plees en één op de Lakeyse Leigraaf. Voor twee overstorten moeten er nog maatregelen genomen worden voor de basisinspanning. Uit de OAS concluderen we dat deze opgave goedkoper is te realiseren als de afnamecapaciteit van het WBL-gemaal wordt verhoogd in plaats van bergbezinkbassins aan te leggen. De waterlopen hebben een Algemeen Ecologische Functie. - 12 -

Vanuit het oogpunt van ecologie en waterkwaliteit hebben deze overstorten geen prioriteit om aangepakt te worden. We koppelen wel verhard oppervlak af waar kansen zich voordoen. Echter, door één van de overstorten inundeert af en toe wel de beek. Door het aanleggen van een buffer lossen we integraal het wateroverlastprobleem en waterkwaliteitsprobleem op. Er loost ook een overstort op de Horsterbeek. Deze beek heeft een Specifiek Ecologische Functie en is zeer kwetsbaar voor het overstortwater. In de eerste plaats wordt hier de pompcapaciteit van het gemaal verhoogd om aan de basisinspanning te voldoen. Omdat er maar een klein afstroomgebied achter de overstort zit, denken we op langere termijn met afkoppelen in Groote Horst (ca. 1,7 ha) de overstortfrequentie terug te kunnen brengen naar eens per 5 jaar. We geven in deze vawa aan het gebied rondom de Heukelomse beek voorrang, waardoor we vanwege budgettaire overweging in de planperiode tot 2016 niet het benodigde oppervlak gaan afkoppelen. Wel doen we onderzoek naar kansrijke afkoppelgebieden. Groote Horst doet wel mee in het autonome afkoppelprogramma van de gemeente Bergen, waardoor er mogelijk al openbare gebouwen en particuliere terreinen op korte termijn worden afgekoppeld. Well Twee overstorten lozen op de Papenbeekse broeklossing. Deze beek met een Algemeen Ecologische Functie was in de OAS gekwalificeerd als kwetsbaar voor overstortwater. Omdat het overstortwater slechts een klein stukje van de Wellse Molenbeek belast, stellen we voor hier geen maatregelen te treffen om de overstortfrequentie te reduceren. De Wellse Molenbeek is een beek met een Specifiek Ecologische Functie waar we na 2015 gaan herinrichten. Een derde overstort loost op de Maas. Twee overstorten voldoen nog niet aan de basisinspanning. In plaats van het aanleggen van bergbezinkbassins wordt er tot en met 2015 in totaal ca. 9,3 ha verhard oppervlak afgekoppeld van het gemengd riool en wordt de pompcapaciteit van een gemaal verlaagd. Wellerlooi In Wellerlooi liggen twee overstorten. Eén loost op de Maas en voldoet nog niet aan de basisinspanning. In plaats van het aanleggen van een bergbezinkbassin stellen we voor om ruim 4 ha verhard oppervlak af te koppelen van het gemengd riool. Hiervoor moet ook de pompcapaciteit van een gemaal worden verlaagd. De andere overstort loost op de Looise Graaf. Dit is een beek die wel kwetsbaar is voor overstort water. We kennen hier echter niet de hoogste prioriteit aan toe. De beek heeft een Algemeen Ecologische Functie, wordt niet heringericht en loost niet op een voor overstorten kwetsbaar water (n.l. de Maas). Vooralsnog nemen we voor om na 2015 maatregelen te nemen om de overstortfrequentie verder terug te brengen dan de basisinspanning. Als er voordien kansen voordoen om verhard oppervlak af te koppelen, benutten we deze. Afferden Bij Afferden ligt een overstort met een groot afstroomgebied (15 ha) die loost op de benedenloop van de Eckeltse beek. De overstort ligt dicht bij de monding in de Maas. Wij geven daarom geen prioriteit aan het reduceren van deze overstort. Er is Afferden reeds 1,4 ha afgekoppeld en 0,7 ha is in voorbereiding. Vooralsnog houden we rekening met het aanleggen van een groene berging na 2015. - 13 -

Vanuit de Kern Afferden loost ook een overstort op een stadsvijver die afvoert op de Heijense Leigraaf. Omdat deze waterloop geen hoge ecologische waarde en potentie heeft en ook niet in verbinding staat met een waterloop die kwetsbaar is riooloverstorten, nemen we hier geen aanvullende maatregelen. Aijen Vanuit Aaijen loost een overstort op de Maas. Deze overstort voldoet al aan de basisinspanning. We nemen geen aanvullende maatregelen. Bergen Vanuit Bergen loost een overstort op de Maas. Deze overstort voldoet al aan de basisinspanning. We nemen geen aanvullende maatregelen. 4.2.3 Grondgebied gemeente Gennep Gennep De vier overstorten in Gennep lozen op de Maas of op de Stadsniers. Deze waterlopen zijn niet kwetsbaar voor overstortwater. Er zijn daarom geen aanvullende maatregelen nodig om de overstortfrequentie af te stemmen op het ontvangende water. De gemeente koppelt in Gennep verhard oppervlak af (Emmastraat en Gennep Centraal) van het gemengd riool omdat hierbij kan worden meegelift met ruimtelijke ontwikkelingen in het stedelijk gebied. De gemeente heeft in Gennep reeds de basisinspanning gerealiseerd. Uit de OAS bleek dat er toch additionele riooltechnische maatregelen nodig zijn om daadwerkelijk aan de basisinspanning te kunnen voldoen. Deze treffen we voor 2015. Heijen De overstort van Heijen loost op de Maas en voldoet aan de basisinspanning. We stellen daarom geen maatregelen voor in dit verbreed afvalwaterakkoord. Milsbeek Vanuit de kern Milsbeek lozen twee overstorten op oppervlakte water. Eén op de Maas en één op de Tielebeek. De eerste overstort voldoet aan de basisinspanning. We stellen daarom geen maatregelen voor. De overstort op de Tielebeek voldoet nog niet aan de basisinspanning. Hier zijn riooltechnische maatregelen en een bergbezinkbasin nodig. De Tielebeek heeft een Specifiek Ecologische Functie en is zeer kwetsbaar voor overstortwater. We gaan daarom de overstortfrequentie terugbrengen naar eens per 5 jaar door een buffer aan te leggen. Wij gaan de beek ecologisch herinrichten. De uitvoering doen we in twee fasen. Het benedenstroomse deel pakt het waterschap op. Het bovenstroomse deel waarin het lozingspunt van de overstort is gelegen wordt als integraal project opgepakt met natuurontwikkeling langs de Duitse grens onder aansturing van het Dienst Landelijk Gebied. Ter plaatse van de overstort krijgt de beek waarschijnlijk een ander tracé. We gaan in samenwerking de basisinspanning, verdergaande reductie uit de overstort en herinrichting van de beek realiseren, zowel in grondaankoop als in uitvoering. - 14 -

Ottersum Vanuit de kern Ottersum lozen vier overstorten op de Niers. Twee overstorten voldeden ten tijde van de OAS nog niet aan de basisinspanning. Op één lokatie is in 2009 al een bergbezinkbassin aangelegd. Op de andere locatie blijkt een bergbezinkbassin niet uitvoerbaar. We gaan daarom onderzoeken of we bij een bovenstroomse overstort een hogere vuilreductie kunnen halen, zodat deze overstort niet aan de basisinspanning hoeft te voldoen. De Niers profiteert op die manier over een grotere lengte van een lagere vuillast. Deze oplossing is daardoor winst voor het watersysteem en onze portemonnee. De Niers is vanwege zijn hoge afvoer niet kwetsbaar voor overstortwater. Wij vinden daarom dat er geen aanvullende vuilreductie bovenop de basisinspanning nodig is. Ven-Zelderheide In Ven-Zelderheide ligt één overstort die loost op het primaire water Spiekerbeek. Deze waterloop is kwetsbaar voor ontvangend overstortwater. De overstort voldoet nog niet aan de basisinspanning. Het voorstel is om de realisatie van een bergbezinkbassin t.b.v. de basinspanning integraal op te pakken met een groene berging voor aanvullende vuilreductie. 4.2.4 Grondgebied gemeente Mook en Middelaar Middelaar Er loost een overstort vanuit de kern Middelaar op de primaire waterloop Broeksebeek. De overstort voldoet nog niet aan de basisinspanning. Er gaat 2 ha afgekoppeld worden om hier alsnog aan te voldoen. Deze waterloop heeft een Algemene Ecologische functie, heeft geen hoge natuurwaarde of potentie en mondt uit in de Maas. Voor 2016 zijn er vanuit het oogpunt van waterkwaliteit en ecologie geen aanvullende maatregelen voorzien. De overstortfrequentie kan hier worden verlaagd door afkoppelprojecten bij wijkvernieuwing en rioolvervanging. Mogelijk voldoet de Broeksebeek als gevolg van de overstorthoeveelheid niet aan het beschermingsniveau tegen wateroverlast. Als dit zo blijkt te zijn, lossen we het probleem uiterlijk in 2015 op en kijken we of we met de hiervoor benodigde maatregel tevens waterkwaliteitsverbetering kunnen bereiken. Molenhoek Vanuit de kern Molenhoek zijn twee overstorten bekeken in de OAS. De eerste overstort is komen te vervallen. Er zijn geen maatregelen nodig. De tweede overstort loost op de Maas. Hier zijn enkel hydraulische maatregelen nodig om aan de basinspanning te voldoen. In de OAS zijn die geoptimaliseerd en in dit vawa vastgelegd. Mook Vanuit Mook lozen drie overstorten op de Maas. Voor één overstort moet nog de basisinspanning worden gerealiseerd. Door optimalisatieberekeningen in de OAS hebben we ervoor gezorgd dat het bergbezinkbassin maar éénderde van de oorspronkelijke ontwerpgrootte hoeft te hebben. Dit doen we door een interne overstort aan te passen en een pomp in het riool te verzwaren. - 15 -

Plasmolen Deze overstort loost niet meer op de Mookse Molenbeek maar is een absoluut stelsel geworden met een geringe overstort op een gemeentelijke zaksloot. Daarom zijn er geen maatregelen nodig om deze zeer kwetsbare beek te ontlasten. Om het stelsel te verbeteren wordt er ruim een hectare afgekoppeld en het vuil- en schoonwater ontvlochten. 4.3 Maatregelen 2016-2027 De mogelijke maatregelen in de periode 2016 t/m 2027 (bijlage 1) maken geen onderdeel uit van de uitvoeringsafspraken in dit verbreed afvalwaterakkoord, maar geven ons wel inzicht in de restopgave die in het vooruitzicht ligt. In een volgende generatie afvalwaterakkoord maken we afspraken over de maatregelen in deze planperiode. Opvalt is dat er voor de periode na 2015 vrijwel alleen een opgave resteert op het grondgebied van de gemeente Bergen. Dit is ook logisch; hier liggen de meeste riooloverstorten, waarbij er ook nog relatief veel lozen op ecologisch kwetsbare beken. De gemeente zet in de eerste planperiode zwaar in op afkoppelen van verhard oppervlak. Waarschijnlijk zijn er na 2015 toch aanvullende riooltechnische maatregelen of bergingsmaatregelen nodig om de doelstelling in 2027 te halen. Het waterschap gaat na 2015 op het grondgebied van de gemeente Bergen de Wellse Molenbeek ecologisch her in richten. In de gemeente Gennep is de opgave om van helder naar schoon water te komen kleiner dan in de gemeente Bergen. Tevens heeft de gemeente alle maatregelen om de gewenste overstortfrequentie te halen vastgelegd in het Gemeentelijk Rioleringsplan. In 2015 hebben daarom alle overstorten in de gemeente een acceptabele overstortfrequentie bereikt. Vanaf 2016 richt de gemeente zich daarom vooral op het afkoppelen van verhard gebied, waardoor het rioolstelsel beter gaat functioneren, het grondwater wordt aangevuld, de rioolwaterzuiveringsinstallatie wordt ontlast en, op de lange termijn, de rioolwateroverstorten op de beken verdwijnen. De rioolwaterzuiveringsinstallatie Gennep loost op de Niers. Wij willen op de langere termijn (2016-2027) het zuiveringsrendement van deze installatie verbeteren door een extra zuiveringstrap toe te voegen. Dit is technisch en financieel niet haalbaar op korte termijn. Op het grondgebied van de gemeente Mook lozen alle overstorten op de Maas, met uitzondering van één op de Broeksebeek. Gezien de lage ecologische prioriteit van de Broeksebeek zetten we hier in op een integrale oplossing met een potentieel inundatieprobleem (niet voldoen aan normering uit Waterbeheer 21 e eeuw). Als dit niet mogelijk is, bekijken we of er na 2015 maatregelen nodig zijn. Ook na 2015 zet de gemeente Mook zijn afkoppelprogramma voort. 4.4 Autonome ontwikkelingen Er zijn ook maatregelen die wel onderdeel uitmaken van de investeringsprogramma s van deelnemende partijen, maar die of niet bijdragen aan de doelstellingen uit dit verbreed afvalwaterakkoord of niet herleidbaar zijn naar een specifiek rioleringsgebied of beek. Deze - 16 -

maatregelen zijn echter noodzakelijk en nuttig voor het functioneren van het watersysteem en waterketen. Denk daarbij aan rioolvervangingsprojecten, bijdragen aan afkoppelen bij particulieren, het bijdragen aan het herstel van vennen en het oplossen van wateroverlastproblemen door grondwater, riolering of oppervlaktewater. Deze maatregelen maken geen onderdeel uit van dit akkoord, maar spelen in de prioritering van maatregelen wel degelijk een rol. - 17 -

5 Financiering 5.1 Afspraken kostenverdeling De realisatie van de genoemde maatregelen valt onder de verantwoordelijkheid van de in de bijlage 2 genoemde partijen. Betreffende partij zorgt voor een tijdige realisatie. Indien de maatregel niet tijdig of onvoldoende wordt gerealiseerd, is de genoemde partij gehouden om in overleg met de partners uit dit akkoord compenserende maatregelen toe te passen binnen de financiële afspraken van het vawa. Iedere partij is zelf verantwoordelijk voor het borgen van de kosten in de eigen investeringsprogramma s. De gemeente draagt kosten voor het afkoppelen van verhard oppervlak, het realiseren van de basisinspanning, het nemen van riooltechnische maatregelen en het treffen van maatregelen om de overstortfrequentie verder terug te brengen. Het waterschap betaalt het herinrichten van beken en draagt vanuit het watersysteembelang bij aan de verdere reductie van de overstortfrequentie bovenop de basisinspanning. Tevens pakt het wateroverlastknelpunten aan waarbij de waterkwaliteitsopgave kan meeliften met hiervoor aan te leggen buffers. Hoewel de reductie van de overstortfrequentie een gemeentelijke opgave is, vindt hierbij geen verrekening plaats. Uit het investeringsprogramma van Waterschapsbedrijf Limburg worden riooltechnische maatregelen in het hoofdtransportsysteem betaald en verbeteringen aan de RWZI Gennep bekostigd. Niemand mag duurder uit zijn dan bij autonome investering, dat wil zeggen de kosten die een partij zou moeten maken om de overeengekomen opgave zelfstandig te realiseren. 5.2 Investeringsprogramma 2010 2015 (x 1000 Euro) Partners spreken af dat in de periode 2010 t/m 2015 de investeringen uit het Financieringsprogramma (bijlage 2) worden gedaan. De investeringen van de partners zijn gedekt in de eigen meerjaren investeringsprogramma s. In de gemeente Bergen is een herverdeling van het beschikbare budget noodzakelijk, maar geen verruiming hiervan. Het waterschap betaalt een bijdrage van ca. 20% voor aanvullende reductie van de overstortfrequentie uit overstorten bovenop de basisinspanning op kwetsbare beken. Dit wordt betaald uit de Bijdrageregeling voor verantwoord afkoppelen van regenwater ( 24.000 waterschap + 24.000 provincie) en Het Overstortfonds ( 500.000). - 18 -

6 Organisatiestructuur Verbreed Afvalwaterakkoord In dit hoofdstuk staat de organisatiestructuur beschreven waarmee we de uitvoering van het Verbreed Afvalwaterakkoord borgen. 6.1 stuurgroep vawa De stuurgroep is verantwoordelijk voor de realisatie van de afspraken uit het Verbreed Afvalwaterakkoord. De stuurgroepleden zorgen voor het bestuurlijk verankeren van de taken in de eigen organisatie met bijbehorende reserveringen in de investeringsprogramma s. De stuurgroep bestaat uit de gemeentelijke wethouders met het rioleringsbeheer in hun portefeuille en de waterschapsbestuurder die portefeuillehouder van het stedelijk waterbeheer is. De stuurgroep vergadert in principe jaarlijks. Bij voorkeur wordt dit gecombineerd in een breder wateroverleg. We stellen voor dat het waterschap optreedt als voorzitter van de stuurgroep en het secretariaat voert. In het jaarlijks overleg wordt de voortgang gerapporteerd, de planning voor het komende jaar afgesproken, nieuwe afspraken over uit te voeren maatregelen of samenwerking vastgelegd en indien nodig het Verbreed Afvalwaterakkoord geactualiseerd. Het wateroverleg Het wateroverleg is een structureel bestuurlijk overleg tussen een gemeente en het waterschap met als insteek informatie uit te wisselen en afspraken te maken over ontwikkelingen en maatregelen op het gebied van doelmatig stedelijk waterbeheer. Het overleg heeft bij voorkeur een informeel karakter waarbij ruimte is om wensen, verwachtingen en problemen op strategisch niveau met elkaar te delen op basis van gelijkwaardigheid en met oog voor elkaars belangen. Onderstaande concept-agenda kan als leidraad worden gebruikt in het overleg: 1 Voortgang uitvoeren verbreed afvalwaterakkoord 2 Verbreed gemeentelijk rioleringsplan 3 Waterkeringen en veiligheid 4 Ruimtelijke ontwikkelingen 5 Samenwerkingsinitiatieven 6 Ontwikkelingen in de afvalwaterketen 6.2 projectgroep vawa De ambtelijke projectgroep bewaakt de dagelijkse voortgang van de afspraken, voert afspraken uit vawa uit of zet deze uit in de eigen organisatie. Eén van de eerste taken is daarom het maken van een operationeel uitvoeringsplan. De projectgroep inventariseert actuele ontwikkelingen in het vakgebied en brengt nieuwe mogelijkheden voor maatregelen en samenwerking in beeld. De projectgroep adviseert en informeert de stuurgroep voor het jaarlijks overleg. De leden van de projectgroep zorgen voor tussentijdse terugkoppeling met de stuurgroepleden uit hun organisatie. De projectgroep vergadert in principe elk kwartaal. De projectgroep bestaat uit de gemeentelijke beleidsmedewerker op het gebied van riolering, de beleidsadviseur stedelijk water van het waterschap en de rioleringsspecialist van het - 19 -

Waterschapsbedrijf. We stellen voor dat het waterschap optreedt als voorzitter van de projectgroep en het secretariaat voert. - 20 -

Bijlage 1 Meerjaren Investeringsprogramma In deze bijlage is het Meerjaren investeringsprogramma (MJIP) opgenomen met een toelichting. Het MJIP geeft de voorgenomen maatregelen aan, maar doet nog geen uitspraak over het financieringsvoorstel en de kostentoedeling. Dat is opgenomen in bijlage 2. a. Algemene gegevens Hierin staan de basisgegevens van de riooloverstort. Het overstortnummer, de gemeente waarin het ligt, vanuit welke kern het loost, de grootte van het afstroomgebied, op welk water wordt geloosd en of een reductie van de overstortfrequentie gewenst is. b. Referentiesituatie basisinspanning Dit zijn de maatregelen die een gemeente nog voor de basisinspanning moet nemen als er niet wordt geoptimaliseerd en samengewerkt. c. Maatregelen basisinspanning optimale variant Dit zijn de maatregelen die een gemeente nog voor de basisinspanning moet nemen als er wel wordt geoptimaliseerd en samengewerkt. d. Referentiesituatie Kaderrichtlijn Water Dit zijn de maatregelen die nog aan overstorten moeten worden genomen om de overstortfrequentie terug te brengen naar een frequentie van eens per 2 of 5 jaar als er niet wordt geoptimaliseerd en samengewerkt. e. Variant maximaal afkoppelen Kaderrichtlijn Water Dit zijn de maatregelen die nog aan overstorten moeten worden genomen om de overstortfrequentie terug te brengen naar een frequentie van eens per 2 of 5 jaar als je maximaal inzet op het afkoppelen van verhard oppervlak. Soms resteert er nog een hoeveelheid te bergen vuilwater als al het verhard oppervlak dat binnen de OAS als afkoppelbaar is aangeduid, daadwerkelijk wordt afgekoppeld f. Combinatievariant KRW. Dit zijn de in de OAS meest kosteneffectieve maatregelen om de overstortfrequentie terug te brengen naar een frequentie van eens per 2 of 5 jaar. g. Buishand en Velds. Dit is een alternatieve rekenmethode om te bepalen hoeveel aanvullende berging nodig is om de overstortfrequentie terug te brengen naar eens per 2 of 5 jaar. Dit is een eenvoudigere berekening dan de regenreeksmethodiek die we in de OAS hebben gebruikt. Het verschil in uitkomsten van deze methode gebruiken we om een bandbreedte in de maatregelen te bepalen. h. Prioriteit overstort. Hierin staat aangeven of we bij voorkeur uiterlijk 2015 maatregelen hebben getroffen, of dit later kan, of dat aanvullende maatregelen niet nodig zijn. i. AWA voorstellen 2010-2015. Hierin staan de maatregelen die de partners voorstellen om uit te voeren als onderdeel van deze overeenkomst. j. AWA voorstellen 2016 2027. Hierin staan de resterende maatregelen die we voor de langere termijn voorzien om het watersysteem en de waterketen - 21 -

op orde te brengen en te houden. Deze maatregelen kunnen deel uitmaken van een toekomstig vawa k. Maatregelen boven Bis. Hierin staat de deelselectie van de maatregelen in de waterketen die we uitvoeren aanvullend op de basisinspanning. l. Samenwerking. Deze kolommen geven aan op welke punten partijen moeten samenwerken om maatregelen te realiseren. - 22 -

Bijlage 2 Financieringsprogramma 2010-2015 - 23 -