Onderwerp vgrp 2014-2018. Datum 7 november 2013. verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2014-2018 (VGRP 2014-2018)



Vergelijkbare documenten
Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari januari De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman

* * RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

F. Buijserd burgemeester

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W²

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

Aan u wordt voorgesteld bijgevoegd verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan vast te stellen.

TOETSING VERBREED GRP

Raadsstuk. Haarlem. Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan

Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. Bescherm volksgezondheid. Beperk overlast en hinder Voorkom schade.

VOORBLAD RAADSVOORSTEL

Impressie(informatieavond(rioolvervanging(Straatweg( Datum:(8(september(2015( Opstelling(verslag:(Tineke(van(Oosten(en(Sieb(de(Jong((cgOH)(

Basisopleiding Riolering Module 1

Gemeentelijk Riolerings Plan. Toelichting op GRP Kaag en Braassem periode 2014 t/m 2018

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort

^ T^ 2 5UOV2008 \Q5 S. 1. Inleiding

GRP Gemeente Tynaarlo. Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan.

De Veranderende Zorgplicht

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting

Beheerplan Afvalwater, Regenwater en Grondwater

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58

Voorstel besluit Samenvatting toelichting

Verbreed gemeentelijk rioleringsplan Stichtse Vecht

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP

Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven

Financiën rioleringszorg gemeente Utrecht

BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin.

EEN BODEM VOOR WATER

Beslisdocument college van Peel en Maas

Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst

Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel

Gemeentelijk rioleringsplan Leusden

Bijlage 1. Lijst met afkortingen en begrippen

U heeft een watertoets uitgevoerd op de website Op basis van deze toets volgt u de normale procedure.

Gemeentelijk rioleringsplan Spijkenisse

De 'Verordening Rioolaansluiting Gemeente Mook en Middelaar 2017' vast te stellen.

Gemeentelijk rioleringsplan Wijk bij Duurstede

Financiële actualisatie 2014 notitie GRP Nederweert

Raadsvergadering. Samenhang met Strategische Agenda en Collegeagenda Binden en bewegen Niet van toepassing

Water- en Rioleringsplan

Gemeente Bergen Noord-Holland. Gemeentelijke Rioleringsplan Samenvatting. Bergingskelder onder het Pompplein, Egmond aan Zee (2011)

Feiten over de riolering

Anne Mollema IGWR. Grondwater in de Stadhouderslaan en omgeving

Onderwerp Afvalwaterplan Limburgse Peelen en Gemeentelijk Rioleringsplan Peel en Maas

Nieuwe riolering in uw straat

ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Datum B&W-vergadering : Openbaar Onderwerp : Grondwaterbeleid

Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen

Behorende bij: Raadsvoorstel ter vaststelling van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5)

Aansluitverordening van de riolering in de gemeente Krimpen aan den IJssel

BIJLAGE 5: WATER- EN RIOLERINGSPLAN

Beter omgaan met hemelwater

Betreft Voorstel gedifferentieerde rioolheffing op basis van WOZ-waarde en type object

Voorstel voor de Raad

ALGEMENE VERGADERING. 16 december 2010 Waterketen / BWK

GEMEENTEBLAD. Nr Gemeentelijk Rioleringsplan Schagen

Gemeentelijk Rioleringsplan Oostzaan

Module D1100 Kostenkengetallen rioleringszorg. Inhoud

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150;

Rioleringsbeheerplan Terschelling

Een slimme oplossing voor ecologisch watermanagement.

Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: - ONDERWERP AANLEIDING EN DOELSTELLING

Programma Water en klimaatveranderingen

Notitie. Visiedocument GRP/BRP Brummen. 1 Inleiding

Gemeente Nijkerk - Verordening afvoer regenwater en grondwater

Gemeente Doetinchem. Gemeentelijk Rioleringsplan Doetinchem Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. postbus 233.

VGRP Gemeente Boxmeer. 12 november 2015

De uitkomsten van het onderzoek van TAUW en de toetsing aan het huidige beleid, zijn in deze memo samengevat.

Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf

Gemeentelijk Rioleringsplan Maastricht

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014

gelezen het voorstel van het college van 18 september 2018, no. B ; gezien het advies van de raadscommissie van 15 november 2019;

Voorstel aan de raad. Kenmerk Vergaderdatum 9 juni Plan Gemeentelijke watertaken Utrecht

Programma van de avond: vgrp Inwonersbijeenkomst. Positie vgrp5 gemeentebeleid. Even voorstellen. Relaties met beleid / plannen

Natuurlijk comfortabel -Visie op de afvalwaterketen in de regio Vallei en Veluwe-

De locatie Het ontwerp van het winkelcentrum en directe omgeving is opgenomen in figuur 1.

Grondwateroverlast. Den Haag

Waterschap Hunze en Aa s Ontvangen d.d.: Documentnummer: Raakvlak waterbeheer: ja/nee. gemeente Assen Verbouwing woning Venestraat GM ASSEN

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.2

Rapport. Gemeentelijk Rioleringsplan De Ronde Venen. Planperiode Projectnummer: Referentienummer: SWNL Datum:

Rioleringsplan Tivolikerk te Eindhoven

Gemeentelijk rioleringsplan Zoetermeer

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 4. Gemeentelijk rioleringsplan Den Helder

Onderwerp Aanleg drainage in Prinsessenwijk en Oranjepark en niet overgaan tot stimuleringskader aanleg drainage

Raadsstuk. Onderwerp: Het verbrede gemeentelijke rioleringsplan (VGRP)

Betreft Uitbreiding bedrijfsterrein Van Ooijen, Parallelweg-west Woerden Afwatering terreinverharding

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bladel

17 mei Thema avond Gemeentelijk Rioolplan

DSI regenwater infiltratie.

RAPPORTAGE EMISSIEBEHEER RIOLERING 2012

gelezen het voorstel van het college van 10 november 2015, No. B B E S L U I T:

Transcriptie:

Gemeenteraad Onderwerp vgrp 2014-2018 Datum 7 november 2013 Raadsvoorstel Afdeling Beheer Portefeuillehouder drs. J.H. Reusch 1 Onderwerp verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2014-2018 (VGRP 2014-2018) 2 Gevraagd besluit 1. Het vgrp 2014-2018 vaststellen; 3 Aanleiding en probleembeschrijving Een meerjarenplan riolering is een wettelijke verplichting ex artikel 4.22 wet milieubeheer. De gemeente dient ex artikel 3.5 en 3.6 Waterwet haar zorgplichten voor hemelwater en grondwater in te vullen en vast te stellen. Het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden (HDSR) heeft de gemeente per brief meegedeeld dat er een achterstand is in het baggeren van tertiaire watergangen. Tertiaire watergangen zijn kleinere watergangen in beheer bij de gemeente. Deze watergangen dienen per 1-1-2016 weer op de vereiste diepte te zijn. Op grond van artikel 2.9 Buitengewoon onderhoud van de Keur van het waterschap, dienen onderhoudsplichtigen de watergangen in stand houden volgens het in de legger van de Keur bepaalde over ligging, vorm, afmeting en constructie. 4 Gewenst maatschappelijk effect Het goed regelen van de zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater. 5 Bestaand beleidskader - verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2009-2013 - Notitie hemelwater- en grondwaterzorg gemeente Nieuwegein (2012). 6 Voorgestelde oplossing Vaststellen van het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2014-2018. De notitie hemelwater- en grondwaterzorg gemeente Nieuwegein wordt in het VGRP 2014-2018 geïmplementeerd.

Bladnummer 2/3 Raadsvoorstel 7 november 2013 Op dit moment wordt in overleg met het HDSR gezocht naar een oplossing voor het inlopen van de achterstand in het baggeren van de tertiaire watergangen. Zodra meer bekend is over het benodigde budget voor het inlopen van de achterstanden en over het regulier benodigde budget om de watergangen op de vereiste diepte te onderhouden, zal hierover een voorstel aan u worden voorgelegd. 7 Alternatieven Geen, het vaststellen van een vgrp voor afvalwaterzorg is een wettelijke verplichting. 8 Financiële aspecten Alle maatregelen worden gedekt door de rioolheffing. Dit is exclusief de eventueel extra benodigde gelden voor het inlopen van de achterstand in het baggeren van de tertiaire watergangen. 9 Communicatie aspecten Het vgrp 2014-2018 wordt naar de provincie Utrecht, het HDSR, de minister van I&M en gestuurd. Een samenvatting van het vgrp 2014-2018 zal naar alle deelnemers van Winnet (water innovatief netwerk van 14 gemeenten in het verzorgingsgebied van het HDSR) worden gestuurd. Het vaststellen van VGRP 2014-2018 wordt tevens in de Molenkruier en op de gemeentelijke website gepubliceerd, waarbij aangegeven wordt hoe bewoners kennis kunnen nemen van dit plan. 10 Juridische aspecten - Art 4.22. Wet milieubeheer schrijft voor dat de gemeente een meerjarenplan riolering opstelt. - Artikel 3.5 en 3.6 Waterwet schrijven voor dat de gemeente haar zorgplichten voor hemelwater en grondwater invult. Met onderhavig plan wordt aan deze verplichting voldaan. 11 Risico s Geen

Bladnummer 3/3 Raadsvoorstel 7 november 2013 12 Bijlagen 1. Rapport Gemeentelijk Rioleringsplan Nieuwegein 2014-2018, stedelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater 2. Reactie van het HDSR op het vgrp 2014-2018 3. Reactie van Rijkswaterstaat op vgrp 2014-2018 4. Brief van HDSR over achterstand in het baggeren van watergangen. burgemeester en wethouders, drs. P.C.M. van Elteren Secretaris F.T.J.M. Backhuijs Burgemeester

Raadsbesluit De raad van de gemeente Nieuwegein; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 29 oktober 2013; gelet op artikel 4.22 wet milieubeheer en artikel 3.5 en 3.6 waterwet; besluit: het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2014-2018 vast te stellen Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2013 de griffier, de voorzitter,

Gemeentelijk Rioleringsplan Nieuwegein 2014-2018 Stedelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater en grondwater Ontwerp Gemeente Nieuwegein Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 7 november 2013

Verantwoording Titel : Gemeentelijk Rioleringsplan Nieuwegein 2014-2018 Subtitel : Stedelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater en grondwater Projectnummer : 328178 Referentienummer : GM-0110119 Revisie : D6 Raad Datum : 7 november 2013 Auteur(s) : ir. Karst Jan van Esch in samenwerking met afdeling Beheer, vakgroep Riolering en Waterhuishouding Gemeente Nieuwegein E-mail adres : karstjan.vanesch@grontmij.nl Gecontroleerd door : projectteam Paraaf gecontroleerd : Goedgekeurd door : dr.ir. Aad J. Oomens Paraaf goedgekeurd : Contact : Grontmij Nederland B.V. De Holle Bilt 22 3732 HM De Bilt Postbus 203 3730 AE De Bilt T +31 30 220 74 44 F +31 30 220 02 94 www.grontmij.nl Pagina 2 van 52

Inhoudsopgave Samenvatting... 5 1 Dit Gemeentelijk Rioleringsplan... 13 1.1 Aanleiding... 13 1.2 Geldigheidsduur... 13 1.3 Procedures... 13 1.4 Termen en definities... 14 1.5 Leeswijzer... 14 2 Wat hebben we gedaan: evaluatie GRP 2009-2013... 15 2.1 Inleiding... 15 2.2 Rol van het GRP 2009-2013... 15 2.3 Aanleg van voorzieningen... 15 2.4 Onderzoek... 15 2.5 Maatregelen... 16 2.6 Milieu- / KRW maatregelen... 17 2.7 Financiën... 17 2.8 Personele capaciteit... 17 2.9 Conclusie... 17 3 Wat willen we... 19 3.1 Algemeen... 19 3.2 Waarom rioleringszorg?... 19 3.3 Ontwikkelingen (en opgaven)... 19 3.4 Stedelijk afvalwater... 21 3.5 Afvloeiend hemelwater en grondwater... 22 3.6 Toetsingskader... 26 3.7 Voorwaarden voor effectief beheer... 26 4 Wat hebben we nu... 29 4.1 Algemeen... 29 4.2 Totaal overzicht aanwezige voorzieningen... 29 4.3 Stedelijk afvalwater... 31 4.4 Hemelwater... 34 4.5 Grondwater... 36 4.6 Effectief beheer... 37 5 Wat gaan we doen... 39 5.1 Algemeen... 39 5.2 Stedelijk afvalwater... 39 5.3 Hemelwater... 42 5.4 Grondwater... 44 5.5 Effectief beheer... 45 6 Wat hebben we nodig... 47 6.1 Organisatie... 47 6.2 Financiën... 48 Pagina 3 van 52

Inhoudsopgave (vervolg) 6.3 Kostendekking... 49 7 Voorstel tot besluit... 51 Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Doelen, eisen, maatstaven en meetmethoden Verklarende woordenlijst Financiële tabellen GRP Tekening overstorten en uitlaten Pagina 4 van 52

Samenvatting Waarom stellen we een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) op? Goede riolering is nodig voor de bescherming van de volksgezondheid, het milieu en het tegengaan van wateroverlast. Als gemeente hebben we de taak om voor die riolering te zorgen, we hebben de zorgplicht voor stedelijk afvalwater, voor afvloeiend hemelwater en voor grondwatermaatregelen. Dit GRP geeft aan hoe wij met deze drie zorgplichten omgaan. Wat ging er vooraf? Het huidige GRP loopt tot en met 2013. De gestelde doelen zijn in grote mate behaald: de meeste onderzoeken zijn uitgevoerd, hydraulisch (afvoercapaciteit) en milieutechnisch functioneren van ons stelsel is getoetst, overstortregistraties zijn operationeel, de diepteligging van de riolen is ingemeten, we hebben een wateroverlastlandschapskaart opgesteld en onze gegevens zijn beter op orde. Niet alle geplande maatregelen hebben we uitgevoerd. Voor uitvoering hebben we elke maatregel nogmaals beoordeeld op doelmatigheid en effectiviteit. Hierdoor is in een enkel geval een maatregel uitgesteld en eerst nader onderzoek gedaan en overleg gepleegd over de effectiviteit van de maatregel. We hebben geprobeerd zoveel mogelijk werk met werk te maken. De basisinspanning (milieutechnisch functioneren) hebben we inmiddels grotendeels behaald. De rioolheffing heeft zich ontwikkeld zoals in het vorige GRP aangegeven waarbij echter de inflatiecorrectie niet is doorgevoerd. Dit was mogelijk door de aanpassingen in de maatregelen (en daarom minder investeringen). Ontwikkeling rioolheffing 2009-2013 gepland GRP gepland GRP werkelijk pp 2009 nominaal nominaal eph mph eph mph eph mph 2009 75,12 107,16 75,12 107,16 75,12 107,16 2010 78,12 111,48 80,62 115,05 78,12 111,48 2011 81,24 115,92 86,52 123,46 81,24 115,92 2012 84,48 120,60 92,85 132,55 84,48 120,60 2013 87,84 125,40 99,63 142,24 87,00 124,20 * Voor de berekening hiervan is uitgegaan van 3,2% inflatie. Dit percentage is afgeleid uit CBS-gegevens GWW-sector. Pagina 5 van 52

Samenvatting Wat zijn de doelen voor de rioleringszorg in de komende planperiode? We hebben de volgende doelen voor de rioleringszorg: 1. Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater. 2. Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater. 3. Zorgen voor inzameling van hemelwater (voor zover niet door de particulier). 4. Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater 5. Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert. De doelen concretiseren we in functionele eisen (eisen aan het functioneren van de riolering) en maatstaven zodat we kunnen toetsen of de huidige situatie aan de gestelde doelen voldoet. Zo hebben we bijvoorbeeld een maatstaf voor wateroverlast dat maximaal 1 keer in de 2 jaar er één uur water op straat mag voorkomen, uitgezonderd buitengewone omstandigheden. Waar staan we nu? Alle woningen en bedrijven in onze gemeente zijn aangesloten op riolering of een individuele kleinschalige zuivering (IBA). Hiermee voldoen we aan de wettelijke zorgplicht. We hebben vrijvervalriolering, waarbij het water door de rioolbuizen naar het laagste punt stroomt en persen drukriolering, waarbij het water door pompen door de rioolbuizen wordt geperst. 3% 4% 9% 14% 2% 1% 37% Figuur 0-1: Verdeling soorten riolering 30% Gemengd VGS DWA VGS HWA GS DWA GS HWA Drainage Drukriolering Persleiding We beheren onder andere 45 km gemengde riolering (verklarende woordenlijst zie hieronder), 12 km gescheiden riolering, 328 km verbeterd gescheiden riolering, 68 km drainageleiding, 34 km pers- en drukleiding, 44 gemalen, 94 drukriolering pompunits, 99 grondwaterpeilbuizen en 5 bergbezinkvoorzieningen. Verklarende woordenlijst figuur 0-1: verdeling soorten riolering Gemengd: rioolstelsel waarbij afvalwater inclusief ingezamelde neerslag door 1 leidingstelsel wordt getransporteerd. VGS: gescheiden rioolstelsel met voorzieningen waardoor de neerslag slechts bij wat grotere regenbuien naar oppervlaktewater wordt afgevoerd. Het meest vervuilde deel van de neerslag wordt geborgen in de riolering en naar de zuivering afgevoerd. VGS DWA: Verbeterd gescheiden stelsel, droogweer afvoerbuis. Een DWA buis is bestemd voor inzameling en transport van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag. VGS HWA: Verbeterd Gescheiden Stelsel Hemel Water Afvoer: de HWA buis voert het hemelwater af. GS: gescheiden stelsel: rioolstelsel waarbij afvalwater exclusief neerslag door een leidingstelsel wordt getransporteerd en neerslag door een afzonderlijk leidingstelsel rechtstreeks naar oppervlaktewater wordt afgevoerd. GS DWA: Gescheiden Stelsel Droog Weer Afvoer, zie DWA buis; GS HWA: Gescheiden Stelsel Hemel Water Afvoer; de Hemel Water Afvoer buis voert het hemelwater af. Drainage: buizen naast het rioolstelsel die het grondwater afvoeren. Pagina 6 van 52

Samenvatting Drukriolering: Persleiding: Bergbezinkvoorziening: riolering waarbij het transport plaatsvindt door middel van pompjes en persleidingen. het afvalwater wordt onder druk door de leiding afgevoerd. reservoir voor tijdelijke opslag van afvalwater waarin tevens slibafzetting plaatsvindt met een voorziening om het slib te kunnen verwijderen en waaruit overstortingen kunnen plaatsvinden. Hiermee wordt een groot deel van het vuil uit het water afgevangen. De gegevens van de riolen zijn opgeslagen in ons rioleringsbeheersysteem. Hierdoor zijn alle gegevens goed toegankelijk. Figuur 0-2 Leeftijdsopbouw vrijvervalriolering De laatste 10 jaar inspecteerden we 86% van het vrijvervalstelsel. Hiervoor zijn tv-camera inspecties ingezet. Indien uit de inspectieresultaten bleek dat ingrijpen noodzakelijk was, ondernamen we adequate actie. Door de rioolinspecties, onderzoek en binnenkomende meldingen is inzicht in het functioneren van de riolering ontstaan. Het hydraulische functioneren (de afvoercapaciteit) voldoet grotendeels. Er is wel een aantal aandachtspunten: vooral lager gelegen delen van parken en groenstroken. Hier blijft na hevige regenval het water soms te lang staan. We voeren een pilot uit met een bepaald soort regenwormen. Dit zijn wormen die bekend zijn om hun verticale manier van graven. Zij graven zowel naar beneden als naar boven en zijn Pagina 7 van 52

Samenvatting daardoor in staat een harde kleilaag die geen hemelwater doorlaat te veranderen in een waterdoorlatende kleilaag. Doel van de pilot is om te bekijken of deze soort regenwormen de doorlatendheid van de bodem zodanig verbeteren, dat de problemen sterk verminderen of zelfs verdwijnen! U krijgt bericht van de resultaten. We hebben een structureel grondwatermeetnet met 99 peilbuizen. waardoor we inzicht hebben in de grondwaterstanden. In 2012 heeft uw raad de Beleidsnotitie hemelwater- en grondwaterzorg gemeente Nieuwegein vastgesteld. De afdeling Duurzame Ontwikkeling controleert en handhaaft de vergunningen bij bedrijven, waarbij indien nodig ook de afvalwatercomponent wordt meegenomen. Verder beschikken we over een rioolheffingsverordening, een bouwverordening en is medio 2013 de Riolering en drainageverordening Nieuwegein 2013 vastgesteld. Wat moeten we doen in de planperiode en daarna? Nieuwe percelen moeten we voor wat betreft huishoudelijk afvalwater aansluiten op de riolering. Hemelwater moet als dat redelijkerwijs kan op eigen terrein worden opgevangen en verwerkt (bijvoorbeeld infiltreren of afvoeren naar aangrenzend oppervlaktewater). Onze openbare ruimte gaan we meer actief benutten om hemelwater te bergen en vervolgens oppervlakkig (bovengronds) af te voeren. Daar waar dit niet mogelijk is kiezen we ondergrondse afvoer via hemelwaterriolering. Als er een gescheiden stelsel aanwezig is, moet hierop worden aangesloten. Bij nieuwbouwprojecten is de aanleg van gescheiden riolering en/of duurzaam waterbeheer het uitgangspunt. Gegevens van de riolering houden we actueel en correct. De toestand van vrijvervalriolen onderzoeken we structureel eenmaal in de 10 à 20 jaar door tv-inspectie. Inspectiegegevens slaan we in een rioleringsbeheersysteem op. We gaan hier gedifferentieerd mee om: riolen die dat nodig hebben inspecteren en reinigen we vaker dan riolen die dat niet nodig hebben. We onderzoeken het hydraulische (afvoercapaciteit) en milieutechnische functioneren. Drukriolering en de gemalen (pompen) inspecteren we regelmatig volgens een onderhoudsplan. Regelmatig onderhoud is nodig om een goede afstroming in de vrijvervalriolering te handhaven, ook gemalen en andere rioleringsonderdelen moeten één of enkele keren per jaar worden gereinigd. Reiniging vindt plaats volgens vaste onderhoudsschema s. Het nieuwe winkelplein in het centrum is sterk verdiept aangelegd met lijngoten als afvoervoorziening voor het hemelwater naar een pompinstallatie. Deze lijngoten zijn gevoelig voor vervuiling. Om het risico van wateroverlast te minimaliseren, is extra reiniging en controle van de lijngoten en de pompinstallatie nodig. Pagina 8 van 52

Samenvatting Bij rioolvervanging passen we -waar mogelijk en zinvolhet relinen van oude rioolbuizen toe. Bij relinen krijgt een rioolbuis een nieuwe binnenbekleding zodat het afvalwater niet meer naar buiten lekt en wortelingroei kan worden voorkomen. Dit is goedkoper en geeft minder overlast dan rioolvervanging. Dit is mogelijk als de rioolbuis nog bruikbaar is, niet bij verzakking van de rioolbuis. Bij het vervangen van riolering, maar ook bij afkoppelen, proberen we werk-met-werk te maken, waarbij we zoveel mogelijk disciplines (wegen, groen, verkeer, etc.) betrekken. Op deze wijze besparen we geld en beperken we de overlast. De komende jaren gaan we aan de slag in Doorslag, Fokkesteeg, Batau-Zuid, Huis de Geer, Jutphaas, Vreeswijk, Hoog Zandveld en Lekboulevard. We verwachten van de particulier dat hij zijn stedelijk afvalwater loost op de gemeentelijke riolering of op een IBA. De particulier heeft een wettelijk vastgelegde eigen verantwoordelijkheid als het gaat om hemel- en grondwater. Wij willen stimuleren dat daar waar mogelijk en zinvol hemelwater van de gemengde riolering wordt afgekoppeld. Daarbij gelden wel lozingsvoorschriften. Het is Rijksbeleid dat gemeenten regionaal samenwerken om in 2020 een landelijke taakstelling te behalen van 380 miljoen euro per jaar boven op de autonome kostenontwikkeling. Deze taakstelling dient door gemeenten en waterschappen samen gerealiseerd te worden. De taakstelling voor Nieuwegein bedraagt naar voorlopige inschatting op basis van het aantal inwoners 1,2 miljoen per jaar in 2020. Nieuwegein heeft zich aangesloten bij het samenwerkingsverband Winnet. Hierin participeren 14 gemeenten in het verzorgingsgebied van het waterschap Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden en het waterschap. Voor de samenwerkingsverbanden zijn drie hoofddoelstellingen afgesproken, de zogenaamde 3K s: kwetsbaarheidsvermindering, kwaliteitsverbetering en kostenbesparing. win-win-winsituatie voor gemeente, waterschap en inwoners. De gemeente Nieuwegein en het waterschap HDSR werken al vele jaren goed samen. Begin 2007 is op basis van de optimalisatiestudie afvalwaterketen het afvalwaterakkoord tussen gemeente en waterschap gesloten. Om riolering en zuivering goed te kunnen laten blijven functioneren dienden zowel gemeente als waterschap een investering te doen. Indien gemeente en waterschap allebei apart de benodigde investeringen zouden doen, was daarmee een bedrag van 8,8 miljoen euro gemoeid. Door slim en goed samen te werken, bleek dat de benodigde verbeteringen ook konden worden gerealiseerd door een gezamenlijke investering van 1,2 miljoen. Wat gaat het kosten en hoe betalen we dat? Ten eerste is er in onze gemeente personele inspanning nodig om de ambities te realiseren. We hebben voldoende fte s al wordt een deel van die fte s soms op andere taken ingezet. Ten tweede is er geld nodig, om de uitvoering van de onderzoeken en maatregelen te kunnen betalen. De uitgaven voor de komende planperiode 2014-2018 hebben we begroot op circa Pagina 9 van 52

Samenvatting 6,75 miljoen euro aan investeringen (inclusief 1,7 miljoen overlopende investeringen uit eerdere jaren). De totale kosten in de planperiode bedragen 18,7 miljoen euro (inclusief oude en nieuwe kapitaallasten, de kosten voor rente en afschrijving van investeringen). Figuur 0-3: Totale kosten De kosten dekken we door de rioolheffing. Het voorstel voor de ontwikkeling van de rioolheffing is gegeven in de hiernavolgende tabel. Tabel A: Voorstel ontwikkeling rioolheffing Jaar Eenpersoonshuishoudens Meerpersoonshuishoudens Stijging % 2014 87,60 126,00 1,00 2015 88,80 128,40 2,00 2016 90,00 130,80 2,00 2017 92,40 134,40 3,00 2018 96,00 139,20 4,00 Voor 2014 ramen we de volgende opbrengst uit de rioolheffing: Netto opbrengst woningen 3.030.215; Rioolrechten niet woningen groot verbruik 240.800; Rioolrechten niet woningen klein verbruik 237.500. Besluit Burgemeester en wethouders verzoeken de gemeenteraad het GRP Nieuwegein 2014 tot en met 2018 vast te stellen door in te stemmen met: 1. de in dit gemeentelijk rioleringsplan geformuleerde doelen; 2. de voorgenomen onderzoeken; 3. de voorgenomen maatregelen; 4. het voorstel voor de kostendekking. Na vaststelling, zal dit plan samen met het raadsbesluit worden toegezonden aan: Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden; Rijkswaterstaat; Provincie Utrecht; Winnet. Pagina 10 van 52

Samenvatting Ook maken we in één of meerdere dag- of weekbladen die in de gemeente worden verspreid, bekend hoe burgers en bedrijven kennis kunnen nemen van de inhoud van dit GRP. Pagina 11 van 52

Samenvatting Pagina 12 van 52

1 Dit Gemeentelijk Rioleringsplan 1.1 Aanleiding Goede riolering is nodig voor de bescherming van de volksgezondheid, het milieu en het tegengaan van wateroverlast in onze gemeente. Aanleg en beheer van riolering zijn gemeentelijke taken die zijn wettelijke basis vindt in de Wet milieubeheer (art. 10.33) en de Waterwet (art. 3.5 en 3.6). We hebben als gemeente drie zorgplichten: a. Zorgplicht voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater; b. Zorgplicht voor doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater; c. Zorgplicht voor het grondwater. De zorgplicht grondwater is in de wet als volgt geformuleerd: het in het openbaar gemeentelijk gebied treffen van maatregelen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort. Het opstellen van een gemeentelijk rioleringsplan (GRP) is een wettelijke verplichting die is vastgelegd in de wet milieubeheer artikel 4.22. Met het aflopen van de termijn van ons vorige GRP is het nodig een nieuw GRP vast te stellen. Dit GRP geeft aan hoe wij met de drie zorgplichten omgaan. In december 2012 is de notitie hemel- en grondwaterzorgplicht vastgesteld. Deze notitie is in dit GRP geïmplementeerd. Het maken van goede beleidsafwegingen op het terrein van beheer openbare ruimte, bescherming van bodem en waterkwaliteit, en de zorg voor het totale watersysteem worden steeds belangrijker. Ook het financiële beleid, de inzet van middelen en toenemende lastendruk zijn belangrijke aandachtspunten. 1.2 Geldigheidsduur Als gemeente stellen we zelf de geldigheidsduur van dit plan vast. We hanteren een cyclus van vijf jaar. De geldigheidsduur van dit GRP van 2014 tot en met 2018. De peildatum is 1 januari 2013, alle genoemde bedragen zijn op prijspeil 1 januari 2014. Evaluatie van de voortgang en eventuele bijstelling moet bij grote veranderingen plaatsvinden. 1.3 Procedures Dit GRP is tot stand gekomen in nauwe samenwerking tussen Grontmij, wij als gemeente en het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden. Vóór vaststelling door de gemeenteraad is het ontwerp-grp officieel ter becommentariëring gezonden aan de bij wet genoemde instanties (Wm 4.23): Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden; Rijkswaterstaat. Pagina 13 van 52

Dit Gemeentelijk Rioleringsplan De provincie heeft in 2012 aangegeven om in lijn met de afspraken in het Bestuursakkoord Water en vooruitlopend op de wetswijziging geen actieve inzet meer te plegen op het adviseren en beoordelen van GRP's. Na de formele vaststelling door de gemeenteraad sturen we het vastgestelde plan toe aan de bovenvermelde instanties én aan de minister (van I&M). Bovendien publiceren we de vaststelling van het GRP in tenminste één dag- of nieuwsblad waarbij we aangeven hoe burgers en bedrijven kennis kunnen nemen van de inhoud van het vastgestelde GRP. 1.4 Termen en definities Dit GRP is een gemeentelijk plan, waar de gemeenteraad zich over moet uitspreken. Het is echter niet alleen voor de politiek geschreven, maar ook voor afstemming en overleg met de in de Wm genoemde instanties (zie paragraaf 1.4). Dit heeft tot gevolg dat in dit GRP vaktaal wordt gebruikt. In dit GRP is daarom een uitgebreide verklarende woordenlijst opgenomen in bijlage 2. 1.5 Leeswijzer Dit GRP is conform de aanbevelingen in de Leidraad Riolering opgezet en bestaat uit de volgende onderdelen: Hoofdstuk 1 is de inleiding, met de aanleiding, de geldigheidsduur en een leeswijzer. Samenvatting Evaluatie huidige GRP H 2 In hoofdstuk 2 komt de evaluatie van het gevoerde rioleringsbeleid tot en met 2013 aan de orde. De uitkomsten vormen de beginsituatie voor het GRP 2014-2018. Gewenste situatie/toetsingskader Wat willen we? Doelen, eisen en maatstaven H 3 In hoofdstuk 3 'Wat willen we beantwoorden we allereerst de vraag Waarom rioleringszorg. Het gaat hierbij om de rioleringszorg in brede zin: stedelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater en grondwatermaatregelen. Voor de komende planperiode (en de periode daarna) geven we ons rioleringsbeleid weer en de hieruit voortkomende doelen en functionele eisen. Dat is het toetsingskader waarmee we onder meer de gevolgen voor het milieu (Wm artikel 4.22 lid 2d) aangegeven. In hoofdstuk 4 'Wat hebben we' toetsen we de huidige situatie aan de eisen. Ook geeft dit hoofdstuk het in de wet gevraagde overzicht van de aanwezige voorzieningen (Wm, artikel 4.22 lid 2a). Toetsing huidige situatie wat hebben we nu? De opgave wat moeten we doen? aanleg, onderzoek en maatregelen Organisatie en financiën Wat hebben we nodig? Personeel, financieel Figuur 1-1: Leeswijzer GRP H 4 H 5 H 6 In hoofdstuk 5 'Wat gaan we doen' geven we op hoofdlijn het onderzoek en de maatregelen die nodig zijn om onze doelen te kunnen realiseren. Daarmee geven we invulling aan lid 2b en 2c van artikel 4.22 van de Wet milieubeheer. In hoofdstuk 6 'Wat hebben we nodig vertalen we de opgave uit hoofdstuk 5 naar de personele en financiële middelen die we in de planperiode nodig hebben, in het licht van de langere termijn. Ook geven we aan hoe we de kosten dekken (Wm, artikel 4.22 lid e). Pagina 14 van 52

2 Wat hebben we gedaan: evaluatie GRP 2009-2013 2.1 Inleiding De afgelopen jaren hebben we in Nieuwegein hard gewerkt aan het goed laten functioneren van de riolering. We hebben hiervoor veel werk verricht, zowel onderzoeken als maatregelen. Aan de start van een nieuwe planperiode kijken we ook terug. Zo kunnen we bekijken welke taken goed verliepen en welke taken de komende jaren meer aandacht nodig hebben. 2.2 Rol van het GRP 2009-2013 Het GRP 2009-2013 bleek de afgelopen jaren voor ons een leidraad in het uitvoeren van taken en werkzaamheden. De uit te voeren werkzaamheden waren in het GRP vastgelegd en ook de bekostiging werd geregeld. Zo ontstond voor alle betrokkenen duidelijkheid over de werkzaamheden. 2.3 Aanleg van voorzieningen Het aantal niet op riolering aangesloten percelen is teruggebracht naar 0. Alle percelen zijn op de riolering aangesloten. Tussen 1-1-2009 en 1-1-2013 zijn 618 woningen bijgebouwd (bron: Cijferwijzer Nieuwegein). Tabel B Woningbouwprognose Werkelijk stand 1-1-2009 26.567 stijging tot 1-1-2013 618 stand 1-1-2013 27.185 Belangrijke uitbreidingsgebieden tijdens de afgelopen planperiode waren bedrijventerrein t Klooster, Blokhoeve en het Stadscentrum. Het aantal kilometers vrijvervalriool is met ongeveer 16 kilometer toegenomen er zijn 3 nieuwe gemalen aangelegd. 2.4 Onderzoek Voor de planperiode 2009-2013 waren verschillende onderzoeken gepland (zie Tabel C). We hebben veel tijd besteed aan het bijhouden van de data in het rioleringsbeheersysteem en het vertalen van de resultaten van de inspecties naar maatregelen. Alle gegevens zijn actueel en we hebben een goed inzicht in de toestand van het rioolstelsel. Pagina 15 van 52

Wat hebben we gedaan: evaluatie GRP 2009-2013 Tabel C Onderzoeken opgenomen in GRP 2009-2013 Onderzoek jaar uitgevoerd? Inventarisatie Bijwerken revisiegegevens jaarlijks Ja Globale inspectie (putfoto) jaarlijks Nee Gedetailleerde inspectie (camera) jaarlijks Ja Kaartmateriaal vervaardigen jaarlijks Ja 2.5 Maatregelen De in de planperiode 2009-2013 geplande maatregelen zijn grotendeels uitgevoerd, sommige maatregelen zijn in gewijzigde vorm opgepakt of uitgesteld. Als uitstel technisch mogelijk bleek, is dit ook gedaan. We hebben alleen geïnvesteerd als dat ook werkelijk nodig was. Alle onderhoudswerkzaamheden hebben we uitgevoerd zoals aangegeven in het GRP. Structureel is er gereinigd en als kleine reparaties nodig bleken, zijn deze uitgevoerd. In het vorig GRP was uitgegaan van vervanging van ongeveer 10 kilometer vrijvervalriolering. Uit nadere inspectie bleek dat er bij circa 7 km riolering ook daadwerkelijke vervanging nodig was. In Tabel D staat een overzicht van de werkzaamheden die tussen 2009 en 2013 aan de vrijvervalriolering zijn uitgevoerd. Tabel D In bestaand gebied uitgevoerde werkzaamheden vrijvervalriolering 2009-2013 (excl. grootschalige nieuwbouw) 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal Aanleg km 0,04 0,04 Vervanging km 1,2 2 0,2 0,6 4,2 8,2 Renovatie km 0 0,1 0 0 0,2 0,3 Reparatie (aantal) 4 10 8 8 0 30 In Tabel E staat een overzicht van de geplande maatregelen uit het GRP 2009-2013. Te zien is dat alles volgens planning is uitgevoerd. Tabel E Maatregelen opgenomen in GRP 2009-2013 Maatregel jaar uitgevoerd? Onderhoud vrijvervalriolering Jaarlijks 25 km ja, conform planning Reinigen kolken Jaarlijks/ 2 x per ja, conform planning jaar Inspectie en reiniging gemalen jaarlijks ja, conform planning en pompen drukriolering Preventief onderhoud pompen jaarlijks ja, conform planning Vervanging mech/elek. deel gemalen 2009-2010 2012- ja, conform planning 2013 Vervanging mech/elek deel drukriolering jaarlijks ja, conform planning Onderhoud hoofdpost jaarlijks ja, conform planning Vervangen van vrijvervalriolering op basis van kwaliteit jaarlijks ja, echter minder vervanging nodig dan verwacht. Pagina 16 van 52

Wat hebben we gedaan: evaluatie GRP 2009-2013 2.6 Milieu- / KRW maatregelen De maatregelen voor de basisinspanning zijn grotendeels behaald. Over een laatste maatregel zijn we in overleg met het waterschap HdSR. We kijken of de maatregel moet worden herzien of zelfs kan worden geschrapt. Ontwikkelingen en meer inzicht in het daadwerkelijke functioneren van ons stelsel door het gezamenlijke meten en monitoren, betrekken we hierbij. Tijdens de afgelopen planperiode is invulling gegeven aan de Kader Richtlijn Water door uitvoering van het project Galecopper Wetering. Samen met het waterschap is geconcludeerd dat er geen verdere KRW-maatregelen nodig zijn. 2.7 Financiën De ontwikkeling van de rioolheffing is terug te zien in Tabel F. Er was een jaarlijkse stijging opgenomen van 4% op het tarief, plus een inflatiecorrectie. Tabel F Ontwikkeling rioolheffing * Voor de berekening hiervan is uitgegaan van 3,2% inflatie. Dit percentage is afgeleid uit CBS-gegevens GWW-sector. Te zien is dat vooral de inflatiecorrectie achterwege is gebleven.. Dit was mogelijk door de aanpassingen in de maatregelen (en daarom minder investeringen). 2.8 Personele capaciteit De personele capaciteit was voldoende voor het uitvoeren van de werkzaamheden die in het GRP zijn opgenomen. Wel merken we dat de laatste jaren steeds vaker werkzaamheden voorvoorkomen die niet in het GRP waren opgenomen, maar toch veel tijd vragen. Dit zijn bijvoorbeeld de Benchmark Rioleringszorg en de samenwerking binnen de afvalwaterketen. Gedurende de planperiode bleek hier een substantiële tijdsbesteding voor nodig te zijn. 2.9 Conclusie De afgelopen jaren hebben we hard gewerkt aan het instandhouden en verbeteren van het rioolstelsel van Nieuwegein. Er is gestructureerd en planmatig gewerkt: onderzoeken en maatregelen die waren voorgenomen zijn grotendeels uitgevoerd. Hierbij is steeds bekeken of het voorgenomen onderzoek / de voorgenomen maatregel nog steeds nodig was. Als uit nadere beoordeling bleek dat het niet hoefde, is het niet uitgevoerd. Zo hebben we kosten bespaard. Pagina 17 van 52

Wat hebben we gedaan: evaluatie GRP 2009-2013 Pagina 18 van 52

3 Wat willen we 3.1 Algemeen Dit hoofdstuk geeft aan waar we naartoe werken, de gewenste situatie. We geven een schets van de toekomst, waarmee we duidelijk maken waarom de rioleringszorg op deze manier plaatsvindt. Zo n schets begint bij de vraag waarom rioleringszorg nodig is. Vervolgens komt de vraag op wat er gaande is op het gebied van rioleringszorg. Daarna beschrijven we de gewenste situatie. 3.2 Waarom rioleringszorg? Van oudsher was de bescherming van de volksgezondheid de belangrijkste functie van de riolering. Door verschillende deskundigen in binnen- en buitenland wordt de aanleg van riolering zelfs gezien als de grootste bijdrage aan de volksgezondheid van de afgelopen eeuw. In de loop der jaren zijn daar de aspecten van ont- en afwatering van het stedelijk gebied en de bescherming van het milieu bij gekomen. Doel van de riolering is om: de volksgezondheid te beschermen: de aanleg en het beheer van riolering zorgt ervoor dat verontreinigd afvalwater uit de directe leefomgeving wordt verwijderd; de kwaliteit van de leefomgeving op peil te houden: de riolering zorgt voor de ontwatering van de bebouwde omgeving door naast het afvalwater van huishoudens en bedrijven ook het overtollige regenwater van daken, pleinen, wegen e.d. en overtollig grondwater in te zamelen en af te voeren; de bodem, het grond- en oppervlaktewater te beschermen: door de aanleg van riolering of individuele afvalwaterbehandelingsystemen wordt de directe ongezuiverde lozing van afvalwater op bodem of oppervlaktewater voorkomen. 3.3 Ontwikkelingen (en opgaven) Er zijn veel ontwikkelingen gaande binnen de rioleringszorg. Een aantal belangrijke ontwikkelingen benoemen we hier. Klimaatverandering Ons klimaat is duidelijk aan het veranderen. Nut en noodzaak om het klimaatvraagstuk aan te pakken staan politiek eigenlijk niet meer te discussie. Het KNMI heeft in 2006 een viertal klimaatscenario s gepresenteerd. In elk van deze scenario s is een aantal gemeenschappelijke kenmerken te zien: de opwarming zet door en zorgt voor zachtere winters en warmere zomers; de winters worden gemiddeld natter en ook extreme neerslaghoeveelheden komen vaker voor; de hevigheid van buien in de zomer neemt toe, maar het aantal regendagen daalt; perioden van langdurige droogte zullen vaker voorkomen. De capaciteit van de ondergrondse leidingsystemen is beperkt. Tijdelijke opvang van extreme neerslag vraagt steeds meer om oplossingen in de openbare ruimte en in het watersysteem. Dit proces wordt adaptatie aan klimaatverandering genoemd. Vragen die hierbij spelen zijn: Pagina 19 van 52

Wat willen we zijn onze systemen voorbereid op (grote) veranderingen in neerslag? symptoombestrijding of structurele oplossingen. Zijn aanpassingen van het ontwerp van de openbare ruimte nodig om gevolgen van de klimaatverandering op te vangen? systeemkeuze of verandering: zorgt vervanging van het huidige rioolstelsel ervoor dat er nooit een andere oplossing wordt toegepast?; rol particulier. Het stedelijk gebied is maar voor 45-50% in handen van overheid, de rest is particulier bezit. Welke rol moeten particulieren krijgen? Duurzaamheid De kijk op afvalwater is aan het veranderen. Tot voor kort werd al het afvalwater gezien als afvalstof die we, met het oog op de volksgezondheid, snel uit onze directe leefomgeving moeten verwijderen. Dit beeld verandert, maar leidt overigens op korte termijn niet tot ingrijpende wijzigingen. In afvalwater zitten nuttige grondstoffen en energie die kunnen worden gebruikt. Zo wordt er onderzoek gedaan naar de RWZI als Energiefabriek. Rioolwaterzuiveringen (RWZI s) ontvangen grote hoeveelheden afvalwater, waar veel energie in zit. Deze energie kan eruit worden gehaald en worden gebruikt voor de zuiveringsprocessen en andere zaken. Het waterschap kan zo in haar eigen energiebehoefte voorzien en nog overhouden voor energielevering. Gescheiden sanitatie wordt onderzocht in pilotprojecten, waarbij fosfaat uit urine wordt teruggewonnen en bijvoorbeeld verwerkt in kunstmest. Ook zijn er projecten waarbij met warmtewisselaars in de riolering thermische energie uit afvalwater wordt gehaald. Samenwerking in de afvalwaterketen Vanuit de Rijksoverheid wordt steeds sterker aangegeven dat overheidsorganisaties een bepaalde omvang moeten hebben om zelfstandig goed werk te kunnen leveren tegen redelijke kosten. Samenwerking tussen overheden, binnen vakdisciplines, wordt sterk gepromoot. Het idee is dat zo met een lagere inzet een hogere kwaliteit kan worden bereikt. Binnen de afvalwaterketen is deze samenwerking uitgewerkt in de verschillende bestuursakkoorden water. Hierin is aangegeven dat gemeenten en waterschappen een besparing op de verwachte uitgaven in 2020 willen bereiken ( minder meer ), de kwaliteit van de afvalwaterketen willen verbeteren en de kwetsbaarheid van de rioleringszorg willen verminderen door meer te gaan samenwerken. Landelijk moet er in 2020 jaarlijks 380 miljoen euro minder meer worden uitgegeven, dit is ongeveer 22 euro per inwoner. Voor Nieuwegein zou dit (naar rato van inwoneraantal) een bedrag van 1,2 miljoen euro betekenen. Wij zijn actief in de samenwerking Winnet, zie paragraaf 4.6. We staan ook open voor andere samenwerkingen. Integrale kijk op de afvalwaterketen De afvalwaterketen is de laatste jaren complexer geworden. Bijvoorbeeld grondwater en hemelwater zijn nadrukkelijker een rol gaan spelen. Het aantal afvoersystemen is uitgebreid, waardoor we naast de gemengde riolen o.a. ook DWA-riolen, HWA-riolen, wadi s en watergangen hebben die belangrijk zijn voor het functioneren van het gehele systeem. Over al deze systemen is informatie beschikbaar. Pagina 20 van 52

Wat willen we Ondertussen willen we werkzaamheden integraal uitvoeren, dus er moet regelmatig overleg zijn met andere disciplines binnen de eigen organisatie en binnen de afvalwaterketen. Steeds vaker voeren we rioleringswerkzaamheden uit in samenhang met weg- en wijkvernieuwing. Bij verbouwing of vernieuwing van de RWZI wordt gekeken naar het functioneren van alle omliggende rioolstelsels om tot een goede afweging te komen. 3.4 Stedelijk afvalwater Stedelijk afvalwater is huishoudelijk afvalwater of een mengsel van huishoudelijk afvalwater met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater. We dragen zorg voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater dat vrijkomt bij percelen binnen onze gemeente. De zorgplicht voor stedelijk afvalwater is vanuit de Wet milieubeheer (Wm art. 10.33) een resultaatsverplichting. Hoe we deze resultaatsverplichting invullen is onze keuze. In plaats van een openbaar vuilwaterriool zijn andere systemen toegestaan mits daarmee minstens een zelfde graad van milieubescherming wordt bereikt (een voorbeeld hiervan is een systeem voor Individuele Behandeling Afvalwater (IBA)). De effecten op het milieu en de kosten van de maatregel zijn bepalend voor deze afweging. Aansluiting op (druk)riolering Vanuit milieuoogpunt willen we en moeten we alle lozende percelen aansluiten op (druk) riolering of op een voorziening die een vergelijkbaar milieurendement biedt. Een uitzondering hierop zijn de niet-aangesloten percelen die hier een ontheffing voor hebben ontvangen (dit is er 1, op Rijkswater). Bij grootschalige nieuwbouw worden woningen aangesloten op een (verbeterd) gescheiden stelsel. Dit betekent dat stedelijk afvalwater en hemelwater van daken en wegen apart worden ingezameld en afgevoerd. Bij kleinschalige inbreidingen wordt aangesloten op het bestaande stelsel. Hierbij moeten de eigenaren hun afvalwater gescheiden aanleveren op de perceelgrens, zodat bij toekomstige veranderingen van het rioolstelsel in dit gebied hun leidingen gemakkelijk kunnen worden aangesloten op een gescheiden stelsel. In het buitengebied worden nieuwe percelen aangesloten op drukriolering. Voor de percelen waar de gemeente reeds een ontheffing heeft gekregen voor het voldoen aan de zorgplicht verandert er in principe niets. Overstortingen op oppervlaktewater Overstortingen op oppervlaktewater vinden plaats als de riolering al het hemelwater en vuile water niet kan bergen en afvoeren. Op een aantal locaties in het rioolstelsel zijn overstorten aangelegd, waardoor het teveel aan water op zo n moment in oppervlaktewater kan stromen. Hierdoor wordt de riolering ontlast en komt het water niet via toiletten en straatkolken naar boven. Overstorten hebben hiermee een belangrijke functie voor de volksgezondheid. Overstortingen hebben wel een negatief effect op het milieu, daarom willen we het aantal zoveel mogelijk verminderen. Indien het zonder nadelige effect op de volksgezondheid mogelijk is om het aantal overstorten op een doelmatige manier te verminderen, dan zullen we deze aanpassingen aan het stelsel uitvoeren. Het aandachtspunt is altijd de invloed van de overstorting op de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater. Wij zullen altijd in nauwe samenspraak met de beheerder van het oppervlaktewater beoordelen of en hoe overstorten worden aangepast, het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden en/of Rijkswaterstaat zullen hierbij dus worden betrokken. In de afweging zal worden meegenomen wat het beleid van het waterschap, de provincie, Rijkswaterstaat, de Rijksoverheid en de EU is. Pagina 21 van 52

Wat willen we Duurzame sanitatie en decentrale zuivering Duurzaamheid en de veranderende kijk op afvalwater (afvalwater wordt steeds meer gezien als bron van grondstoffen en energie) hebben geleid tot nieuwe ideeën over de afvalwaterketen. Waarom zou je afvalwater over grote afstanden transporteren om het op een centrale plek te zuiveren, terwijl je het misschien ook direct bij huis/bedrijf kunt doen? En er zitten veel belangrijke grondstoffen in afvalwater, dus waarom gooien we het allemaal door elkaar? Je kunt ook proberen alles apart in te zamelen (urine, feces, hemelwater, enzovoort), zodat de grondstoffen die in de verschillende waterstromen zitten puurder zijn. De technieken voor duurzame sanitatie en decentrale zuivering bestaan al enige tijd, maar worden nog niet op grote schaal toegepast. Dit heeft verschillende redenen, waaronder enige terughoudendheid tot toepassing van nieuwe technieken zolang ze niet bewezen zijn. Een andere reden is dat het pas nuttig wordt om aanpassingen te doen aan het gemeentelijke rioolstelsel als het waterschap op de RWZI een techniek beschikbaar heeft om grondstoffen terug te winnen. Investeringen in een andere vorm van inzameling van stedelijk afvalwater hebben alleen nut als er op de zuivering ook veranderingen plaatsvinden. Daarom moeten we in samenwerking met het waterschap hier invulling aan geven. Zodra de technieken voldoende bewezen zijn zullen we nader onderzoek gaan doen naar de toepassing van duurzame sanitatie en decentrale zuivering. Tot het moment dat de technieken voldoende bewezen worden geacht zullen we de ontwikkelingen volgen, maar er niet actief in participeren. Onderzoek naar en toepassing van duurzame sanitatie en decentrale zuivering zal altijd in samenspraak met het Hoogheemraadschap gebeuren, indien mogelijk worden omliggende gemeenten betrokken, al dan niet via Winnet. 3.5 Afvloeiend hemelwater en grondwater Oktober 2012 is een beleidsnotitie Hemelwater- en grondwaterzorg Nieuwegein verschenen. In deze notitie, 28 november 2012 vastgesteld door de Raad, is het hemel- en grondwaterbeleid beschreven, dat we ook in dit GRP voor de periode 2014-2018 overnemen. De zorgplicht voor hemelwater heeft het karakter van een inspanningsverplichting. Dit houdt in dat wij als gemeente zorg dienen te dragen voor een doelmatige inzameling en verwerking van hemelwater (Ww art. 3.5). Dit geldt niet in situaties waarin de particulier redelijkerwijs kan worden gevraagd zelf het afvloeiende hemelwater in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen. Voorzieningen voor inzameling en verwerking van hemelwater (voorkeursvolgorde) We hebben een verplichting om ons in te spannen om afvloeiend hemelwater in te nemen en te verwerken, als een perceeleigenaar redelijkerwijs niet zelf het hemelwater kan verwerken. We voldoen aan deze inspanningsverplichting, door aan particulieren een voorziening aan te bieden om het hemelwater in te lozen. Welke voorziening dit is, maakt voor de zorgplicht niet uit, hoewel wij een voorkeur hebben voor (verbeterd) gescheiden rioleren. Wij zullen per geval beoordelen welke voorziening past bij de situatie. Pagina 22 van 52

Wat willen we In de wet (Wm art. 10.29a) is de voorkeursvolgorde voor de omgang met afvalwater (waaronder ook hemelwater valt) vastgelegd en deze zullen wij ook hanteren, deze is: 1. Het ontstaan van afvalwater wordt voorkomen of beperkt. 2. Verontreiniging van afvalwater wordt voorkomen of beperkt. 3. Afvalwaterstromen worden gescheiden gehouden, tenzij het niet gescheiden houden geen nadelige gevolgen heeft voor een doelmatig beheer van afvalwater. 4. Huishoudelijk afvalwater en afvalwater wat qua biologische afbreekbaarheid hiermee overeenkomt wordt ingezameld en naar een RWZI getransporteerd. 5. Ander afvalwater dan bedoeld Figuur 3-1: Voorkeursvolgorde Wm bij 4 wordt, zo nodig na retentie of zuivering aan de bron, hergebruikt. 6. Ander afvalwater dan bedoeld bij 4 wordt, zo nodig na retentie of zuivering aan de bron, teruggebracht in het milieu. 7. Ander afvalwater dan bedoeld bij 4 wordt naar een RWZI getransporteerd. Grondwater Er is sprake van structurele grondwateroverlast of -onderlast als nadelige gevolgen voor de perceelsfunctie optreden als gevolg van een structureel te hoge of structureel te lage grondwaterstand. Wij verstaan onder nadelige gevolgen voor de perceelsfunctie: dat naar het oordeel van de gemeente de gebruiksmogelijkheden en/of de waarde van een perceel of pand aantoonbaar worden verminderd. Er moet dus een probleem zijn. Voorbeelden: bomen vallen om, de openbare weg verzakt, schimmels op de muren in woonkamers, te hoge luchtvochtigheid in de woonkamer door grondwater, aantasting houten constructievloer, droogstand van houten paalfundering, zetting van de grond, et cetera. Een natte kruipruimte op zich wordt niet als belemmering van de functie wonen beschouwd als dit geen gevolgen heeft voor de verblijfsruimtes erboven. Een lekkende kelder wordt als bouwkundig probleem beschouwd, niet als grondwaterprobleem. Wij beoordelen of er sprake is van structurele grondwateroverlast en -onderlast door eventuele nadelige gevolgen te relateren aan metingen van structureel te hoge of structureel te lage grondwaterstanden Particulieren met aantoonbare grondwateroverlast, welke het teveel aan grondwater redelijkerwijs niet zelf kunnen afvoeren, kunnen dit aanbieden aan ons als gemeente. Als bouwkundige maatregelen, het ophogen van het terrein of de afvoer van overtollig grondwater naar een aangrenzende watergang geen realistische oplossingen zijn, nemen wij het overtollig grondwater in ontvangst op de perceelgrens. De aansluitkosten zijn op rekening van de aanvrager. Wij actualiseren de aansluitverordening zodat aansluiting op riolering en drainage in één document zijn vastgelegd. Pagina 23 van 52

Wat willen we Definitie structureel te hoge grondwaterstand Een grondwaterstand wordt als structureel te hoog gedefinieerd als deze, ten minste voor drie opeenvolgde jaren, voor meer dan 30 aaneengesloten dagen per jaar het criterium overschrijdt of uit grondwateronderzoek naar de oorzaak van grondwateroverlast blijkt dat de grondwaterstand structureel te hoog zal zijn. Als criterium voor de grondwaterstand worden de waarden uit Tabel G gehanteerd. Definitie structureel te lage grondwaterstand Een grondwaterstand wordt als structureel te laag gedefinieerd als deze, ten minste voor drie opeenvolgende jaren, voor meer dan 10% van de tijd per jaar het criterium onderschrijdt of uit grondwateronderzoek naar de oorzaak van grondwateronderlast blijkt dat de grondwaterstand structureel te laag zal zijn. Als criterium voor de grondwaterstand worden de waarden uit Tabel G gehanteerd. Tabel G: Streefwaarden grondwaterstand Gebruiksfunctie Maximale grondwaterstand* Minimale grondwaterstand** Bebouwing met kruipruimte 0,9 m onder vloerpeil, uitgaande van een kruipruimte tot 0,5 m onder vloerpeil 0,3 m onder het oppervlaktewaterpeil in de wijk Bebouwing zonder kruipruimte 0,5 m onder vloerpeil Idem Tuinen 0,5 m onder maaiveld Idem Industriegebieden 0,5 m onder vloerpeil Idem Wegen: Primair Secundair 1,0 m onder wegas 0,7 m onder wegas Idem Idem Overig verhard openbaar gebied 0,5 m onder maaiveld Idem Openbaar groen en parken 0,4 m onder maaiveld Idem Overige perceelsfuncties Maatwerk Maatwerk * Maatstaf voor overlast: grondwaterstand is gedurende minstens 30 aangesloten dagen per jaar hoger dan de streefwaarde. ** Maatstaf voor onderlast: grondwaterstand onderschrijdt de streefwaarde ten minste voor drie opeenvolgende jaren, voor meer dan 10% van de tijd per jaar. Verantwoordelijkheid perceeleigenaren Particulieren zijn in beginsel zelf verantwoordelijk voor de verwerking van hemelwater op eigen terrein. In Nieuwegein zijn echter beperkte mogelijkheden om afstromend hemelwater naar de bodem af te voeren. Daarom wordt in Nieuwegein op nieuwbouwlocaties in de meeste gevallen het afstromend hemelwater van particulier terrein in ontvangst genomen. Met maatwerk beoordeelt de gemeente of bij uitzondering van bewoners en bedrijven redelijkerwijs verwacht mag worden dat zij het hemelwater op eigen terrein verwerken, door afvoer naar de bodem of afvoer op een aangrenzende watergang. Dit beleid geldt niet voor bestaande aansluitingen op het gemeentelijk riool waar geen nieuwbouw plaatsvindt. Bij grondwateroverlast en -onderlast op particulier terrein, zijn bewoners en bedrijven zelf verantwoordelijk voor het treffen van maatregelen op eigen terrein tegen grondwaterproblemen. De perceeleigenaar draagt er verantwoordelijkheid voor dat hij daarbij geen overlast of onderlast veroorzaakt op naastgelegen percelen. Om grondwateronderlast (ook bij derden) te voorkomen is de voorwaarde dat geen onderbemaling plaatsvindt. Pagina 24 van 52

Wat willen we Hemel- en grondwaterbeleid bij nieuwbouw Bij nieuwbouw leggen we een (verbeterd) gescheiden stelsel aan of sluiten we aan op bestaande stelsels. Hier hierboven aangegeven maatwerk passen we ook bij uitbreidingen toe. Op nieuwbouwlocaties wordt grondwater afkomstig van particulier terrein in ontvangst genomen als uit grondwateronderzoek blijkt dat afvoer van grondwater nodig is en het ophogen van het maaiveld of de aanleg van drainerende oppervlaktewater binnen de wijk geen reële opties zijn. Uitgangspunt hierbij is dat geen onderbemaling van drainagesystemen wordt toegepast. Afkoppelen (ontvlechten) Het scheiden van hemelwater en stedelijk afvalwater biedt voordelen in de waterkwaliteit. Het voordeel zit in het niet onnodig transporteren van relatief schoon hemelwater naar de RWZI en het verminderen van het aantal overstortingen. Vanwege deze positieve effecten kan het voordelig zijn om bij bestaande rioolbuizen een extra buis aan te leggen, waardoor hemelwater wordt afgevoerd. Dit wordt afkoppelen van verhard oppervlak genoemd. Voor de komende jaren zullen we per locatie beoordelen of afkoppelen van verhard oppervlak mogelijk en doelmatig is. Kosten en baten zullen we altijd goed afwegen en we zullen proberen werk met werk te maken door geplande rioolvervanging, afkoppelen en vernieuwing van wegdek te combineren. Voorbereiding op klimaatverandering Hevige regenbuien hebben nu al een grote invloed op het functioneren van het rioolstelsel en dit zal door klimaatverandering alleen maar sterker worden. Op dit moment komt het al voor dat het rioolstelsel zware buien niet aankan, we verwachten dat dit vaker gaat gebeuren. Er is sprake van hemelwateroverlast als nadelige gevolgen voor de gebruiksfunctie van de grond optreden als gevolg van overtollig hemelwater. We verstaan onder nadelige gevolgen voor de gebruiksfunctie: dat naar het oordeel van de gemeente de gebruiksmogelijkheden van een gebied of pand aantoonbaar worden verminderd. Er moet dus (materiële) schade ontstaan als gevolg van overtollig hemelwater. Voorbeelden: hemelwater dat op het openbaar terrein valt, kan niet snel genoeg naar het riool worden afgevoerd, waardoor het hemelwater huizen of bedrijven instroomt, belemmering van hulpdiensten, een ernstige (economische) belemmering van het verkeer veroorzaakt. Specifiek ten aanzien van openbare speelvelden of paden is een nadelig gevolg door de gemeente gedefinieerd als de situatie waarbij op de speelvelden of paden gedurende meer dan twee dagen na de laatste neerslag hemelwater blijft staan en de speelvelden of paden daardoor buiten gebruik zijn. Het kortstondig optreden van water-op-straat in de openbare ruimte (tussen de wegbanden) gedurende maximaal enkele uren wordt als hinder beschouwd. Hinder van hemelwater wordt geaccepteerd. Bij eventuele schade kan een schadeclaim bij de gemeente worden ingediend. Pagina 25 van 52

Wat willen we 3.6 Toetsingskader Het toetsingskader is bedoeld om een oordeel te kunnen vormen over het functioneren van de rioleringszorg in onze gemeente. De gewenste situatie (zoals omschreven in hoofdstuk 3.4 tot en met hoofdstuk 3.6) is vertaald in doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden. Riolering is aangelegd om a. de volksgezondheid te beschermen; b. droge voeten te houden en c. een goede leefomgeving te bevorderen. De gewenste situatie is uitgewerkt en toetsbaar gemaakt in de DoFeMaMe (Doelen, Functionele eisen, Maatstaven en Meetmethoden). Op basis van de visie, ambities en de geformuleerde uitgangspunten kunnen de doelen voor de rioleringszorg beschreven worden. Door aan deze doelen functionele eisen en maatstaven te koppelen wordt de rioleringszorg toetsbaar gemaakt, zie figuur 3-2. figuur 3-2 Toetsingskader rioleringszorg Binnen de (brede) rioleringszorg kennen we de volgende doelen: 1. Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater. 2. Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater. 3. Zorgen voor inzameling van hemelwater (voor zover niet door de particulier). 4. Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater. 5. Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert. Met behulp van de Leidraad Riolering is een set van functionele eisen, maatstaven en meetmethoden geformuleerd die aangeven waaraan het rioolstelsel dient te voldoen om de gewenste situatie te bereiken. Deze DoFeMaMe zijn opgenomen in bijlage 1. 3.7 Voorwaarden voor effectief beheer Om de gewenste situatie te kunnen bereiken is ook een aantal voorwaarden aangegeven. Wanneer niet aan die voorwaarden wordt voldaan is een effectieve besturing niet mogelijk en Pagina 26 van 52

Wat willen we kan de doelmatigheid van de inzameling en het transport niet worden gewaarborgd. Hier ligt ook de relatie met de eis uit de Wet Milieubeheer (art. 4.22) dat bekend moet zijn wat er aan rioleringsvoorzieningen aanwezig is en in welke staat zij verkeren. Ook deze voorwaarden zijn opgenomen in bijlage 1. Pagina 27 van 52

Wat willen we Pagina 28 van 52

4 Wat hebben we nu 4.1 Algemeen Welke voorzieningen hebben we en voldoen deze aan de eisen? In dit hoofdstuk vindt de toetsing aan de gewenste situatie plaats. Deze toetsing is het uitgangspunt voor het bepalen van de benodigde maatregelen. 4.2 Totaal overzicht aanwezige voorzieningen In Tabel H is een overzicht opgenomen van de in onze gemeente aanwezige voorzieningen. Figuur 4-2 toont de leeftijdsopbouw van de vrijvervalriolering. Gegevens over de voorzieningen worden bewaard in de digitale gegevensbestanden. Tabel H Overzicht aanwezige voorzieningen (2013) Voorziening eenheid aantal Voorziening eenheid aantal Vrijvervalriolering Rioolgemalen aantal 44 - gemengd km 45 Peilbuizen aantal 99 - DWA gescheiden km 4 Drainagegemalen aantal 4 - HWA gescheiden km 8 Hemelwateruitlaten 221 - DWA verb. gesch. Km 147 Overstorten aantal 15 - HWA verb. gesch. Km 181 Bergbezinkbassins aantal 3 - Drainageleiding km 68 Bergbezinkleidingen aantal 2 Drukriolering - leiding km 14 - pompunits aantal 94 Straat- en trottoirkolken Persleiding km 20 aantal 26.997 2% 1% 14% 3% 4% 9% 30% Gemengd VGS DWA VGS HWA GS DWA GS HWA Drainage 37% Drukriolering Persleiding Figuur 4-1: Aandeel per type riolering Pagina 29 van 52

Wat hebben we nu Figuur 4-2 Leeftijdsopbouw vrijvervalriolering Onze riolering is met een gemiddelde leeftijd van 31 jaar relatief jong. In onderstaande figuur is een plattegrond weergegeven van de riolering, onderverdeeld naar leidingtype zoals die in het beheersysteem zijn opgenomen. Het beheersysteem wordt continu geactualiseerd. Gedetailleerde informatie over de lay-out van de stelsels is opgenomen in het rioleringsbeheersysteem en vastgelegd in de hydraulische berekeningen en basisrioleringsplannen, waaronder de stelselgegevens en gegevens van de overstorten van waaruit (incidenteel) wordt geloosd. Wijzigingen t.o.v. de situatie in de BRP n zullen met de waterbeheerder(s) worden overlegd en vice versa. Figuur 4-3 Plattegrond riolering Pagina 30 van 52

Wat hebben we nu 4.3 Stedelijk afvalwater Wij zorgen voor de aansluiting van alle percelen op riolering of op een voorziening die het afvalwater zuivert tot een niveau dat vergelijkbaar is met het zuiveren van afvalwater op een RWZI (IBA). Wij werken al vele jaren aan het opzetten, in stand houden en waar nodig uitbreiden van het stelsel aan voorzieningen dat hiervoor nodig is. Hieronder beschrijven wij hoe we dit doen. 4.3.1 Nog niet aangesloten bestaande bebouwing In 2013 zijn de laatste panden aangesloten op de riolering, alle ongezuiverde lozingen zijn daarmee gesaneerd. Vier woonboten zijn niet aangesloten, omdat deze zonder vergunning/toestemming van de gemeente liggen. De eigenaren van de woonboten dienen bij de Provincie ontheffing aan te vragen en zorg te dragen voor eigen opvang en lozingsmogelijkheden. Sinds 1 januari 2009 is een sanitaire opvangvoorziening aan boord van de pleziervaart verplicht. Gezien het grote aantal pleziervaartuigen dat door onze gemeente vaart, is dit nog steeds een aandachtspunt. Rijkswaterstaat is in het hele land bezig om het aantal vuilwaterafgiftepunten uit te breiden. 4.3.2 Afvoer en behandeling van stedelijk afvalwater Het merendeel van het stedelijk afvalwater wordt getransporteerd naar de RWZI Klaphek in IJsselstein. Daarnaast zijn enkele woningen (Overeindseweg) en bedrijventerrein t Klooster aangesloten op de zuivering van de Gemeente Houten. Een deel van het bedrijventerrein Laagraven is aangesloten op de zuivering van de Gemeente Utrecht. Als we een ongewenste lozing op de riolering constateren, treffen we direct maatregelen. Daarom moeten gebruikers en geloosde stoffen bekend zijn. Niet alle stoffen, -in soorten, concentraties en hoeveelheden- mogen op de riolering geloosd worden. Er kan aantasting van de buizen plaatsvinden, er kan een negatief effect optreden in het zuiveringsproces op de RWZI of het oppervlaktewater kan vervuilen bij overstortingen. De afdeling Duurzame Ontwikkeling registreert lozingen op de riolering en verleent vergunningen. Op grond van het Activiteitenbesluit is een groot aantal vergunningen vervangen door een zogenoemde melding. De afdeling Toezicht, Veiligheid en Leefbaarheid handhaaft zowel de meldingen als de vergunningen. Bij de verbeterd gescheiden stelsels zijn er enkele ongewenste hemelwateraansluitingen op de vuilwater riolering. Inzicht in de relatie tussen neerslag en draaiuren van dwa-gemalen ontbreekt echter. Deze relatie geeft een indicatie van het aantal hemelwateraansluitingen op de dwa-riolering. 4.3.3 Toestand van de objecten De kwaliteit van de riolering beoordelen we primair op veiligheid, duurzaamheid en storingsgevoeligheid. Beoordelingscriteria hierbij zijn waterdichtheid, stabiliteit en afstroming. Pagina 31 van 52

Wat hebben we nu De riolen worden geïnspecteerd conform de NEN 3398. Er wordt gekeken naar verschillende toestandsaspecten (zoals bijvoorbeeld lekkage of scheurvorming). Het merendeel van de toestandsaspecten is onderverdeeld in vijf klassen, waarbij klasse 1 staat voor prima in orde tot klasse 5 ernstig, ingrijpen is geboden. We hebben inzicht in de kwaliteit van 86% van onze riolen. De beoordeling conform de NEN 3398 vindt plaats op basis van inspectiebeelden en foto s die gemaakt worden vanuit de putten. Het percentage riolen dat de ingrijpmaatstaf heeft bereikt of overschreden is in tabel 6 weergegeven. Het betreft een percentage van de totale hoeveelheid geïnspecteerde riolen. Tabel I: Resultaten inspectie Overzicht toestand Gemengd Vuilwater Waterdichtheid [%] 3,2 2,6 Stabiliteit [%] 1,0 0,7 Afstroming [%] 9,4 3,7 Een klein percentage van het stelsel is niet waterdicht. (Doordat het stelsel onder het grondwater ligt lekt grondwater het riool binnen. Hierna gaan rioolpompen het (grond)water verpompen naar de RWZI). De stabiliteit is over het algemeen goed, met uitzondering van enkele zettingsgevoelige gebieden, zoals Doorslag en Fokkesteeg waar betonbuizen zijn toegepast. In deze gebieden zijn diverse riolen verzakt waardoor het afvalwater te lang in het rioolstelsel verblijft. Hierdoor raakt het beton aangetast. De afstroming van rioolwater wordt belemmerd door wortelingroei. Met name in gebieden met een gemengd rioolstelsel zoals Wijkersloot. Wortelingroei wordt veelal veroorzaakt door bomen die op het riool zijn geplant. 4.3.4 Hydraulisch functioneren Elk stelsel is/wordt getoetst op het hydraulisch functioneren door middel van een rekenmodel. Maximaal 1 keer in de 2 jaar mag één uur water op straat voorkomen, uitgezonderd buitengewone omstandigheden. Het vrijvervalstelsel voldoet hier grotendeels aan. Door toepassing van RTC (Real Time Control, sturing met gemalen) zijn in Batau-Zuid de problemen bij extreme regenval opgelost. Om de afstroming van rioolwater te waarborgen moeten de riolen voldoende schoon zijn. Bij inspecties is vaak vervuiling aangetroffen. Ook boomwortels werken belemmerend. Afgelopen periode hebben we een WaterOverlastLandschapsKaart (WOLK) laten maken. Hiermee worden de locaties zichtbaar die gevoelig zijn voor wateroverlast. Bij de inrichting van de openbare ruimte houden we daar rekening mee. Pagina 32 van 52

Wat hebben we nu Figuur 4-4: Wateroverlastlandschapskaart Met ons gemaalbeheersysteem Mous AquaWeb monitoren we het functioneren van de gemalen. Het systeem registreert de waterstand, de storingen en draaiuren van de pompen. Inmiddels zijn al onze gemalen voorzien van een telemetriesysteem. Deze gemalen zijn hierdoor op afstand te bedienen en storingen worden automatisch doorgegeven aan de storingsdienst. 4.3.5 Afvalwaterakkoord Met het HDSR is, zoals eerder aangegeven, begin 2007 een afvalwaterakkoord gesloten. Doel is het bereiken van een optimaal afvalwatersysteem tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten. Het is een uitvloeisel van de uitgevoerde Optimalisatiestudie Afvalwatersysteem Nieuwegein. We zijn over een aantal maatregelen nog in overleg met het hoogheemraadschap. 4.3.6 Milieutechnisch functioneren De kwaliteit van het oppervlaktewater en de waterbodems wordt op verschillende plaatsen door de waterkwaliteitsbeheerder bemonsterd. Uit deze metingen zijn nog geen conclusies beschikbaar over het lozen van verontreinigd afvalwater uit de gemengde stelsels. Er zijn op dit moment ook geen problemen bekend. Samen met HdSR hebben we regels opgesteld voor de manier waarop we groene daken meenemen in de milieutechnische berekeningen. De komende planperiode dienen systematisch onderdelen van gemalen vervangen te worden. Dit betreft veelal elektrische en/of mechanische onderdelen die aan het eind van hun levensduur zijn. De levensduur van de bouwkundige onderdelen kan middels renovatietechnieken worden verlengd. 4.3.7 Conclusie We voldoen eind 2013 voor 100% aan de gestelde eis voor inzameling van stedelijk afvalwater. Door middel van handhaving en waarnemingen worden ongewenste lozingen verminderd. Door inspecties hebben we inzicht in de kwaliteit van het overgrote deel van onze riolering. Een aantal riolen voldoet niet aan de eisen. Daar zijn maatregelen nodig. Pagina 33 van 52

Wat hebben we nu We beschikken over een goed functionerend rioleringsstelsel, dat voldoet aan de normen. Er wordt grotendeels voldaan aan de emissie-eisen (basisinspanning). We hebben een WOLKstudie uitgevoerd om de gevoeligheid voor wateroverlast in beeld te brengen. De komende planperiode dienen systematisch onderdelen van gemalen vervangen te worden. Dit betreft veelal elektrische en/of mechanische onderdelen die aan het eind van hun levensduur zijn. 4.4 Hemelwater We vangen hemelwater op als dit op openbaar terrein terechtkomt, we voeren al het hemelwater af dat niet op eigen terrein verwerkt kan worden. Op deze manier voorkomen we al vele jaren wateroverlast in onze gemeente, hier hebben we een uitgebreid systeem van voorzieningen voor opgezet. Hieronder beschrijven we hoe wij deze voorzieningen onderhouden. 4.4.1 Afvoer en behandeling van hemelwater We zamelen hemelwater in door middel van straat- en trottoirkolken, vaak is de regenpijp ook direct aangesloten op de riolering. Afvoer van hemelwater vindt plaats via gemengde en gescheiden riolen. Bij afvoer via een gemengd riool wordt het water getransporteerd naar de RWZI in IJsselstein, bij afvoer via een gescheiden riool wordt hemelwater via een lamellen afscheider geloosd in het open water. We kennen de volgende aandachtsgebieden met betrekking tot hemelwater: Tabel J: Aandachtsgebieden hemelwater (bron: hemel- en grondwaternotitie 2012) Wat? Waar? Oorzaak? Gevolg? Mogelijk hemelwateroverlast Lager gelegen delen maaiveld, voornamelijk parken en groenstroken Hemelwater zakt slecht in de bodem, beperkte afvoer Risico op hinder door waterop-straat In de aandachtsgebieden (parken) zijn paden vaak opgehoogd en geasfalteerd. Naast de paden blijft na buien soms hemelwater staan. Ook bij speelplaatsen in de parken blijft soms water staan waardoor deze tijdelijk niet bruikbaar kunnen zijn. Een nieuw aandachtspunt is het nieuwe winkelplein in het centrum. Dit is sterk verdiept aangelegd met lijngoten als afvoervoorziening voor het hemelwater naar een pompinstallatie. Deze lijngoten zijn gevoelig voor vervuiling en daardoor voor verstopping. Dat kan tijdelijke hinder door wateroverlast veroorzaken. Om het risico van wateroverlast te minimaliseren, is extra reiniging en controle van de lijngoten en de pompinstallatie nodig. Bij gewone gescheiden riolering komt het ingezamelde regenwater direct in het oppervlaktewater terecht. Stoffen die met het hemelwater afspoelen naar de kolken komen ook in het oppervlaktewater terecht. In gebieden met gescheiden riolering moeten gedragsregels gelden voor de bewoners/gebruikers in dat gebied. Het gaat om de toepassing van bouwmaterialen, het autowassen op straat, en het foutieve gebruik van kolken (bijvoorbeeld afgewerkte olie lozen via een regenwaterkolk). Bij inspectie wordt zo mogelijk gecontroleerd op foutieve aansluitingen. Pagina 34 van 52

Wat hebben we nu 4.4.2 Toestand van de objecten De stabiliteit van de regenwaterriolen is over het algemeen zeer goed. Gebreken zijn er maar in zeer geringe mate. De afstroming van de regenwaterriolen is goed. Verzakkingen in regenwaterstelsels leiden niet altijd tot maatregelen. In een gemengd stelsel ontstaat H 2 S gas (rotte eierengeur), in een regenwaterstelsel niet. 4.4.3 Hydraulisch functioneren Elk stelsel is/wordt getoetst op het hydraulisch functioneren met behulp van een rekenmodel. Water op straat mag maximaal 1 keer in de 2 jaar voorkomen, uitgezonderd buitengewone omstandigheden. Het hemelwaterstelsel voldoet hier aan. Om de afstroming van het rioolwater te waarborgen moeten de riolen voldoende schoon zijn. Riolen dienen periodiek gereinigd te worden. Het gemaalbeheersysteem monitort het functioneren van de gemalen. Het systeem registreert de waterstand, de storingen en draaiuren van de pompen. Afkoppelen vindt plaats aan de hand van de beslisboom van het Hoogheemraadschap, zo wordt voorkomen dat verontreinigd water via een gescheiden rioolstelsel in het oppervlaktewater terecht kan komen. Er zijn op enkele locaties lamellenafscheiders geplaatst, om het hemelwater extra te zuiveren. Op een aantal plaatsen bleef het hemelwater op het maaiveld staan, het zakte daar niet weg. We hebben een pilot gehouden met het uitzetten van wormen op een aantal groene stukken waar het water niet wilde infiltreren. Nadat we de wormen of pieren hadden uitgezet, bleek het water veel beter in de grond weg te zakken. De problemen in het betreffende gebied lijken daarmee opgelost! Figuur 4-5: tijgerwormen 4.4.4 Meldingen en klachten Meldingen van wateroverlast komen binnen via servicelijn, internet, brieven, mails, telefoontjes of wijkplatforms. Meldingen wateroverlast worden afgehandeld door een beheerder van de buitendienst die jarenlang opzichter riolering is geweest. Hij zet deze meldingen zo nodig door naar de beheertechnisch medewerkers riolering. Alle meldingen, dus ook de melding over wateroverlast wordt vastgelegd in het systeem Meldingen Openbare Ruimte (MOR). Norm tijd voor het afhandelen van een melding is 14 dagen. Deze meldingen analyseren we regelmatig om onze bedrijfsvoering zo nodig bij te stellen. We voeren een visuele inspectie uit op locatie, bepalen of het hemelwater- en grondwateroverlast betreft en bespreken de overlastsituatie daarna op locatie met de bewoners. Als er aanleiding toe is, beoordelen we de situatie nader op basis van metingen uit het grondwatermeetnet. Ook beoordelen we of overlast structureel is, wat de oorzaak is en welke oplossingen mogelijk zijn. Bevindingen verwerken we in de MOR-database en koppelen we terug aan de indiener van de melding. Pagina 35 van 52

Wat hebben we nu 4.5 Grondwater Het grondwaterbeleid is vastgelegd in de in 2012 vastgestelde hemel- en grondwaternotitie. Hieronder beschrijven we welke voorzieningen aanwezig zijn binnen onze gemeente en hoe wij hiermee omgaan. 4.5.1 Inzameling en afvoer van grondwater Met betrekking tot het grondwater kennen we de volgende aandachtsgebieden: Tabel K: Aandachtsgebieden grondwater (bron: hemel- en grondwaternotitie 2012) Wat? Waar? Oorzaak? Gevolg? Mogelijk grondwateroverlast Hoog Zandveld, Vreeswijk, Doorslag, Batau Noord Onvoldoende afvoer van grondwater, slecht doorlatende bodem Risico op schade aan verharding, overlast woningen, beperking van de aan de grond gegeven bestemming In de aandachtsgebieden zijn grondwaterstanden dicht onder het oppervlak gemeten. De problematiek in de gebieden is bekend. In het verleden is in deze gebieden drainage aangelegd, waarvan onbekend is of deze overal nog goed functioneert. In de gebieden zijn de afgelopen jaren overigens weinig meldingen gedaan over grondwateroverlast. In de wijken langs de Lek kunnen mogelijk (structurele) veranderingen in de grondwaterstanden optreden als gevolg van het project Ruimte voor de Lek van Rijkswaterstaat. In samenspraak met Rijkswaterstaat meet de gemeente de grondwaterstanden. Indien daar aanleiding voor is, zullen, in overleg met Rijkswaterstaat, maatregelen worden getroffen om overlast zoveel mogelijk te beperken of te voorkomen. 4.5.2 Aanwezige voorzieningen De aanleg van drainage heeft grotendeels plaatsgevonden in combinatie met de aanleg van de stadsverwarming. Verspreid door onze gemeente is drainage aangelegd. Het bestaande peilbuizennet hebben we de afgelopen jaren weer operationeel gemaakt en waar nodig uitgebreid. De maandelijkse aflezingen verschaffen ons waardevolle informatie over de grondwaterstanden. In totaal zijn er 99 peilbuizen aanwezig die verspreid door onze gemeente staan opgesteld. Elf peilbuizen worden telemetrisch bemeten. In Hoog Zandveld en t Klooster hebben we in het najaar van 2012 peilbuizen toegevoegd. We slaan de meetgegevens op in databestanden en maken jaarlijks een ontwateringskaart. Daarmee kunnen we de grondwaterstanden analyseren en koppelen aan eventueel binnengekomen meldingen. 4.5.3 Toestand van de objecten De toestand van de objecten voldoet niet overal aan de functionele eisen. Met name de oudere kokosdrains zijn aan het einde van de technische levensduur. 4.5.4 Functioneren van de voorzieningen Een groot deel van de drainage functioneert nog niet optimaal. Het peilbuizennet functioneert goed. In april 2007 hebben we in samenwerking met HDSR een onderzoek uitgevoerd naar mogelijke locaties van grondwateroverlast. Het blijkt dat met name in Batau veel overlast is berekend. Dat wordt in de praktijk ook herkend. Pagina 36 van 52

Wat hebben we nu 4.6 Effectief beheer Effectief beheer van de riolering is belangrijk om de goede dingen te kunnen doen, op het juiste moment. We hebben hier de afgelopen jaren aandacht aan besteed. Hieronder beschrijven we hoe wij invulling hebben gegeven aan effectief beheer. 4.6.1 Samenwerking Winnet In het Bestuursakkoord Water van 2011 is afgesproken dat er meer moet worden samengewerkt in de afvalwaterketen. Samenwerking met het waterschap, en tussen gemeentes onderling. Doel hiervan is kostenbesparing, kwaliteitsverbetering en kwetsbaarheidsvermindering. We werken onder andere samen in het samenwerkingsverband Winnet voor een beter afvalwaterketenbeheer. In het samenwerkingsverband zijn we bezig om gezamenlijk afvalwaterketenbeleid op te stellen. In dit beleid staan de visie en gezamenlijke ambities centraal en leggen we gezamenlijke afspraken vast. Waar mogelijk en tijdig beschikbaar hebben we de input vanuit de samenwerking in dit GRP meegenomen. figuur 4-6: Doelen van samenwerking 4.6.2 Incidentenplan In WINNET-verband hebben we een incidentenplan opgesteld, samen met HDSR en de VeiligheidsRegio Utrecht. Dit plan is up-to-date. 4.6.3 Duurzaamheid Op nationaal niveau is beleid opgesteld voor meer duurzaamheid in de bouwsector, het Nationaal pakket duurzaam bouwen. Wij volgen dit beleid voor duurzaam bouwen boven de grond (woningen, kantoren en bedrijven). Dit pakket gaat niet in op duurzaamheid voor bouwwerken onder de grond. Wij zien zelf toe op de duurzaamheid van deze projecten, onder andere door voorwaarden op te nemen in Programma s van Eisen. Bij een bouwproject worden in het programma van eisen opgenomen voor duurzaam bouwen (bijvoorbeeld goten, afvoerpijpen). De projectontwikkelaar moet aan de eisen voldoen om het project te mogen uit voeren. 4.6.4 Inventarisatie en registratie De voorzieningen voor inzameling, transport en verwerking van stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater dienen goed onderhouden te worden. Het noodzakelijke onderhoud dient goed te worden geregistreerd. Wij hebben een uitgebreid registratiesysteem opgezet om bij te houden welke werkzaamheden er worden verricht aan ons rioolstelsel. 4.6.5 Klachten en meldingen Burgers en bedrijven dienen bij meldingen correct te worden geholpen. Meldingen gaan meestal over verstopping of stankoverlast, ook komen meldingen over grondwateroverlast voor. Al deze meldingen worden in ons meldingen registratiesysteem vastgelegd (MOR). Pagina 37 van 52

Wat hebben we nu 4.6.6 Stankoverlast Een aantal gemalen binnen onze gemeente is voorzien van een geurfilter. Daarnaast worden maatregelen getroffen om betonaantasting tegen te gaan. 4.6.7 Voorlichting Wij passen de voorlichting aan bij de doelgroep die we willen bereiken. De verschillende media die we gebruiken zijn onze gemeentelijke website, lokale media, buurtberichten, de Molenkruier en websites van buurtplatforms. Voorlichting is speciaal belangrijk rondom rioleringsprojecten, omdat deze veel invloed kunnen hebben op de woonomgeving. Ons Ingenieursbureau begeleidt deze rioleringsprojecten. Zij dragen ook zorg voor de communicatie naar buiten toe. Voorlichting over het goed gebruik van de riolering is een ander aandachtspunt. Onder andere op onze gemeentelijke website leggen we uit welke stoffen wel en niet door het riool kunnen worden gespoeld. Op de website staat ook uitleg over de hemel- en grondwaterzorgplicht van de gemeente, en Figuur 4-7: M. van Rossum daalt af in een riool in Vreeswijk, Nieuwegein hoe wij hier invulling aan geven. Zo willen we onze inwoners helpen bij een verantwoord gebruik van de riolering. 4.6.8 Vergunningen en verordeningen De afdeling Duurzame Ontwikkeling registreert lozingen op de riolering en verleend vergunningen. Bij vergunningsplichtige bedrijven worden vergunningsvoorschriften opgesteld voor indirecte lozingen. Het waterschap geeft advies op deze vergunningsvoorschriften, dat nemen we in de regel één op één over. De afdeling Toezicht, Veiligheid en Leefbaarheid handhaaft de vergunningen en meldingen. Het omgaan met bronneringswater gebeurt conform het Besluit lozen buiten inrichtingen (BLBI). Hierover vindt ook overleg plaats met het waterschap. De voorwaarden voor aansluiting op het gemeentelijk riool- en drainagestelsel worden geregeld in twee aparte verordeningen (Verordening aansluitvoorwaarden riolering 2005 en Verordening aansluitvoorwaarden drainage 2005). Pagina 38 van 52

5 Wat gaan we doen 5.1 Algemeen We werken de komende periode aan het instandhouden en verbeteren van ons rioolstelsel. Hiervoor voeren we verschillende onderzoeken en maatregelen uit. In dit hoofdstuk geven we een overzicht van alle acties die we de komende periode gaan uitvoeren. De kosten zijn opgenomen in de tabel in de bijlage, zijn op prijspeil 2013 en exclusief BTW. 5.2 Stedelijk afvalwater 5.2.1 Aansluiten bestaande bebouwing Alle percelen zijn aangesloten op riolering. 5.2.2 Aansluiten nieuwbouw Voor nieuwbouw wordt een duurzame ontwikkeling nagestreefd. In nieuwbouw is omgaan met schoon hemelwater belangrijk. Hierbij zal zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van duurzame materialen, maar een financiële afweging speelt ook een rol. Alle plannen hebben een door het HDSR goedgekeurd rioleringsplan nodig. Hiervoor zal onder andere worden gekeken naar de mate waarin gescheiden riolering wordt aangelegd, Figuur 5-1 Beslisschema HDSR de berging van hemelwater en de omgang met grondwater. Het beslisschema van HDSR zal worden gebruikt om te bepalen hoe de riolering moet worden aangelegd (Figuur 5-1). Er is nieuwbouw gepland op de volgende locaties, waar nodig leggen we daar riolering aan. We merken op dat niet alle plannen concreet zijn en dat het momenteel onzeker is of deze plannen deze GRP-periode tot uitvoering komen. Locaties: A: tijdelijke invulling Galecopperzoom, waarschijnlijk geen woningen; B: totale renovatie Remise terrein, geen woningen; C: woningen op voormalige hockeyvelden, ca 90 woningen; D: woningen op Juko terrein, 60 woningen; E: woningen in groengebied Rijnhuizen zuid-west, onbekend aantal woningen; F: woningen in westelijke punt Meentwal, onbekend aantal woningen, geen plan op dit moment; G: woningen in zuidelijk deel Park Oudegein, ca 100 woningen; Pagina 39 van 52