TSO 3de graad optie Handel 1 Toegepaste economie (1ste jaar: 6 lestijden/week, 2de jaar: 7 lestijden/week)



Vergelijkbare documenten
Leerplandoelstellingen (GO!-onderwijs: 2008/062, 2008/063, 2008/065) DEEL 1 Burgerlijk recht. Inleiding tot het burgerlijk recht

SECUNDAIR ONDERWIJS FUNDAMENTEEL GEDEELTE

SECUNDAIR ONDERWIJS TSO. derde graad. eerste en tweede leerjaar. Handel. Handel. WW-s. (Vervangt 2002/271) (Vervangt 2002/131//1/M/SG/1/III/ /D/)

SECUNDAIR ONDERWIJS TSO. derde graad. eerste en tweede leerjaar. Handel. Handel. WW-s. (Vervangt 2004/178)

SECUNDAIR ONDERWIJS TSO. derde graad. eerste en tweede leerjaar. Handel. Boekhouden-informatica. WW-s. (Vervangt 2002/267)

ECONOMIE: INLEIDING EN SITUERING

SECUNDAIR ONDERWIJS TSO. derde graad. eerste en tweede leerjaar. Handel. Secretariaat-talen. WW-s. (vervangt 2002/282)

SECUNDAIR ONDERWIJS TSO. derde graad. eerste en tweede leerjaar. Handel. Secretariaat-talen. WW-s. (vervangt 2004/182)

SECUNDAIR ONDERWIJS TSO. derde graad. eerste en tweede leerjaar. Handel. Boekhouden-informatica. WW-s. (Vervangt 2004/154)

SECUNDAIR ONDERWIJS FUNDAMENTEEL GEDEELTE

Inhoudsopgave DEEL 1 INLEIDENDE BEGRIPPEN DEEL 2 ASPECTEN UIT HET BURGERLIJK RECHT

Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13

TV Toegepaste economie

Inhoud WOORD VOORAF 3. Deel 1 INLEIDING TOT HET RECHT 13

Opleiding. Boekhouden. Code + officiële benaming van de module. C 3 Burgerlijk, handels- en economisch recht. Academiejaar

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN

INLEIDING TOT HET BURGERLIJK RECHT

Inhoud. Inleiding 13. Noordhoff Uitgevers bv


INHOUD. Deel I. Privaatrechtelijke aspecten... 1

Inhoudstafel. Inleiding 1. Titel 1 TOEGANGSVOORWAARDEN

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN

Je rechten bij erfenis

DE VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK - BEGRIP

Inhoud. VOORWOORD... v. AFKORTINGEN... xix

DEEL 1. STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT) 1

JURIDISCHE ACTUA Studentenarbeid 2017 INHOUD. Het sluiten van een studentenovereenkomst. Fiscale aspecten van studentenarbeid

Beknopte Inhoudstafel

HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00

INHOUD. Voorwoord... v Afkortingen... xix DEEL I. INLEIDING. Hoofdstuk 1. Wat is sociaal recht?... 3

Inleidende titel. Bekendmaking, gevolgen en toepassing van de wetten in het algemeen.

Inhoudstafel. Inleiding 1

Hoofdstuk 3. Wettelijk kader 8 Afdeling 1. Basiswetgeving 8 Afdeling 2. Afwijkingen op het niveau van de sector of de onderneming 9

Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier...

Inhoud. Deel 1 Huwelijksvermogensrecht 17. Inleiding 13

{DE DIENSTEN VAN HET SOCIAAL SECRETARIAAT

Beknopte inhoudstafel

Hoe beveilig ik mijn partner?

Wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités (B.S. 15.I.1969) 65

Burgerlijk recht. Leg volgende begrippen uit, die nodig zijn om bovenstaande artikels te begrijpen.

Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten

DEEL 1. STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT) 1

Inhoudstafel. Deel I. Gemeen recht

hoofdstuk 12 Conclusie

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

VERZOEKSCHRIFT INZAKE COLLECTIEVE SCHULDBEMIDDELING Art. 1675/4 Ger.W.

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

INHOUD. Hoofdstuk IV. Ongeldigheid van het huwelijkscontract TITEL II DE VERSCHILLENDE HUWELIJKSSTELSELS... 51

Boek I. Personen... 1 Titel I. Genot en verlies van de burgerlijke rechten... 1 Hoofdstuk I. Genot van de burgerlijke

Het beheer van het expat personeel Het beheer van belgisch personeel

Als zelfstandige arbeid je belangrijkste (of enige) beroepsactiviteit is, dan ben je zelfstandige in hoofdberoep.

INHOUDSTAFEL BOEK II. ZAKENRECHT... 1 TITEL I ZAKEN IN HET ALGEMEEN Inleiding... 3

KIEZEN VOOR HET JUISTE STATUUT

BEKNOPTE ANALYTISCHE INHOUDSOPGAVE. Een inhoudsopgave komt voor bij het begin van de titels, van de hoofdstukken en de afdelingen.

Verlies van een partner - Verwerking - Administratieve molen

samenlevingsvormen Voor en nadelen van uw keuze

Inhoud. Inleiding 1 ANTHEMIS

Jaarplan Bedrijfsbeheer 3de graad BSO-KSO-TSO

Inhoudstafel. Voorwoord 15 Eenheidsstatuut 17 Structuur 19 Afbakening 21. Deel I Vóór de beëindiging 23

INHOUDSTAFEL WOORD VOORAF...

het overlijden moet worden gemeld en bankzaken

sociale bijdragen en sociale uitkeringen op 1 juni 2001

ALFABETISCHE INHOUDSOPGAVE

Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur... 2

De volledige CLB Group wenst u een gezond en succesvol 2016!

HANDBOEK BURGERLIJK RECHT

Rechten en plichten werkgevers en werknemers Onderneming in Nederland

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 20 VAN 29 JANUARI 1976 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN EEN DUBBEL VAKANTIEGELD VOOR EEN GEDEELTE VAN

BOEKDEEL I. Deel 1. Internationaal en Europees recht. Deel 3. Strafrecht. Deel 2. Staatsrecht. Algemene inhoudstafel Boekdeel III...

CODES AARD VAN DE ZAAK A. IN BURGERLIJKE EN HANDELSZAKEN A.1 STAAT DER PERSONEN a afwezigheid van personen b adoptie c homologatie adoptie d

VAKFICHE EXAMENCOMMISSIE SECUNDAIR ONDERWIJS

Titel VII. (...) Afstamming... 26

BOEKDEEL I. Deel 3. Strafrecht. Deel 1. Internationaal en Europees recht. Deel 2. Staatsrecht. Deel 4. Burgerlijk recht

I. TABEL VAN DE IN DE NATIONALE ARBEIDSRAAD GESLOTEN COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMSTEN

INHOUD INLEIDING 11 AFDELING 1. BEGRIP TIJDELIJKE WERKLOOSHEID 13 AFDELING 2. SOORTEN TIJDELIJKE WERKLOOSHEID 15

Titel VII. Enkele statistische en financiële gegevens

DEEL 3. Wettelijk samenwonen

De werking v/d Fondsen voor bestaanszekerheid

Geldigheidsdatum: 01/01/2011 Laatste aanpassing: 02/05/2016. Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid Nationaal

Algemeen juridische beroepsvorming 4 ALGEMEEN JURIDISCHE BEROEPSVORMING 4 (CJU01.4/CREBO:50109)

inhoudstafel Hoofdstuk 1 Samenwonen 9 Hoofdstuk 2 Huwen 29 Hoofdstuk 3 Het samenlevingscontract 53 Voorwoord 3

Gedifferentieerde interpretatie: sommige auteurs menen dat de uitwinningsvergoeding volledig voor beslag vatbaar is, terwijl het Hof van Cassatie

Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15

Studenten combineren voor tal van redenen hun studies met een job.

Geldigheidsdatum: 01/02/2016 Laatste aanpassing: 24/01/2017. Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid Nationaal

NIEUWSBRIEF JANUARI 2010

Inhoud Definitie Eigensoortige en gemengde overeenkomsten 19

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN

Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1

Voorwoord... Opzet en leidraad... Lijst van de gebruikte afkortingen...

Inhoud. 1.5 Materieel en formeel recht Samenvatting 17

Examen 1 : wetgeving - eindtermen beroepskennis

Enkele belangrijke begrippen en afkortingen

Sociale verzekeringen in België voor werkgevers in Nederland

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 13 BIS VAN 26 FEBRUARI 1979 TOT AANPASSING

Successieplanning met verzekeringsproducten in nieuw samengestelde gezinnen

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 20 VAN 29 JANUARI 1976 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN EEN DUBBEL VAKANTIEGELD VOOR EEN GEDEELTE VAN

Transcriptie:

TSO 3de graad optie Handel 1 INHOUD Visie...2 Beginsituatie...2 Algemene doelstellingen...2 Leerplandoelstellingen / leerinhouden...4 Burgerlijk- en handelsrecht...4 Sociale wetgeving...20 Fiscale wetgeving...34 Bedrijfseconomie...41 Distributie...42 Pedagogisch-didactische wenken en timing...46 Burgerlijk- en handelsrecht...46 Sociale wetgeving...47 Fiscale wetgeving...48 Bedrijfseconomie...49 Distributie...50 Minimale materiële vereisten...51 Evaluatie...51 Bibliografie...52

TSO 3de graad optie Handel 2 VISIE Deze studierichting is in de eerste plaats een voorbereiding op een loopbaan in de profitsector. Het is de meest polyvalente richting binnen het geheel van economisch georiënteerde studierichtingen. Met 'Distributie' maken de leerlingen kennis met de structuren van de detailhandel en de groothandel. Naast een brede waaier aan nieuwe handelsbegrippen is er nu ook ruimte voor managementbeginselen en marketingaspecten. Via deze praktijkgerichte leerstofitems wordt de link gelegd met het latere beroepsleven. Het vak 'Verkoop' leunt hier zeer nauw bij aan. De andere deelvakken uit Toegepaste economie zijn ondersteunend. 'Burgerlijk en handelsrecht' reikt kennis en inzichten aan om zich in de handelswereld te kunnen begeven. Een van de hoofditems behandelt de verbintenissen en contracten die talrijk aanwezig zijn in de realiteit. Denken we maar aan verzekeringen, koop en verkoop, huur, enz. De sociale invalshoek wordt geboden door 'Sociale Wetgeving'. Naast reglementeringen voor de loon- en weddetrekkende wordt er aandacht besteed aan het statuut van de zelfstandige. De leerlingen worden ingewijd in een brede waaier van sociale beschermingsmaatregelen. 'Fiscale wetgeving' zorgt ervoor dat vooral inkomstenbelastingen en de verbruiksbelasting BTW aangesneden worden. Alle deelvakken benaderen de leerstof op een praktische en realistische wijze. Tenslotte is er nog 'Bedrijfseconomie'. Hier wordt de financiering van een onderneming onder de loep genomen, is er aandacht voor vestigingsplaats en bedrijfsgrootte en wordt veel ruimte gelaten voor een doorgedreven analyse van de jaarrekening. ICT-integratie zal in de volgende jaren de aanpak in de diverse deelvakken drastisch beïnvloeden. In ruil biedt ICT ons een ruime waaier aan mogelijkheden om ons te begeven op de informaticasnelweg. Het zal van iedereen een groot aanpassingsvermogen vergen BEGINSITUATIE De meeste leerlingen zullen doorstromen vanuit een studierichting Handel of Handel-talen en hebben reeds een ruime kennis aan vakterminologie en handelstechnieken. Voor hen sluit deze studierichting Handel naadloos aan op hetgeen ze hebben verwerkt in de 2de graad. De leerlingen die instromen vanuit ASO Economie zijn meer theoretisch geschoold. Met bijzondere aandacht vanwege de leraar zullen ze echter snel hun achterstand kunnen inhalen. Anders is het gesteld met leerlingen uit niet-economische studierichtingen. Voor hen moet er een intensief inhaalprogramma opgezet worden. Van hen wordt verwacht dat ze zelf ook een ernstige inspanning leveren om zo snel mogelijk op het gemiddelde niveau van de klas te geraken. ALGEMENE DOELSTELLINGEN In de 2 de graad hebben de leerlingen een grondige kennismaking gekregen met het boeiend economische leven. In de derde graad wordt veel kennis verder uitgediept. Het vak Toegepaste economie omvat een verzameling deelvakken die een groot gedeelte van het economische gebied beslaan. Het doel is de leerlingen nog meer kennis en inzicht te verschaffen in het economische mechanisme met zijn entiteiten en instellingen. De leerinhouden horen thuis in de wereld van handel en economie

TSO 3de graad optie Handel 3 In het geheel van Toegepaste economie dienen de leerlingen verder aan de volgende vaardigheden te werken. Hanteren van de documenten. Reken- en cijfervaardigheid. Analytisch en kritisch vermogen. Sociale en communicatieve vaardigheden. Vaardigheid in het zien van details. Doorzettingsvermogen. Bereidheid eigen fouten te verbeteren. Zelfwerkzaamheid en aanpassingsvermogen bij de toepassingen. Zin voor afwerking, orde, netheid en nauwkeurigheid. In elk geval moeten zij bijzondere aandacht besteden aan een correct taalgebruik. In aansluiting op het Pedagogisch Project van het Gemeenschapsonderwijs wordt van de leerlingen verwacht dat zij de volgende attitudes verder ontwikkelen en nastreven. Accuratesse: erop gericht zijn binnen de voorgeschreven tijd een taak nauwkeurig te voltooien. Leergierigheid: actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen. Resultaatgerichtheid: gedreven naar einddoel van de activiteit toewerken. Zelfstandigheid en zin voor initiatief: zelfstandig aan een taak kunnen werken en problemen durven aanpakken. Zin voor orde, netheid en nauwkeurigheid: erop gericht zijn nauwkeurig, net en met zin voor orde te werken. Zin voor samenwerking: willen bijdragen tot een leef- en werkomgeving als gemeenschap van mensen.

TSO 3de graad optie Handel 4 / BURGERLIJK- EN HANDELSRECHT 1ste jaar: 2 lestijden/week 2de jaar: 0 lestijden/week Deel A 1 de noodzaak en het belang aantonen van de behoefte aan rechtsregels; de noodzaak van het steeds groter wordend aantal rechtsregels in onze snel evoluerende maatschappij (o.a. nieuwe samenlevingsvormen) verwoorden; de verschillende kanalen opsommen en beschrijven, die ons in staat stellen kennis te nemen van het burgerlijk recht; het recht indelen op verschillende wijzen en de onderdelen beschrijven; het burgerlijk recht situeren in het geheel van het recht; de toenemende invloed van de internationale verdragen aantonen (voornamelijk in Europese context); het belang en de noodzaak van een efficiënt juridisch apparaat aantonen teneinde een rechtsstaat te waarborgen; de Belgische gerechtelijke organisatie schematisch voorstellen en de onderdelen bondig omschrijven; Deel A: Burgerlijk recht 1 Algemene begrippen van het recht en van de gerechtelijke inrichting 1.1 Nut van het recht 1.1.1 Noodzaak 1.1.2 Groeiend aantal rechtsregels 1.2 Kenbronnen van het recht Kanalen 1.2.1 Wet 1.2.2 Rechtspraak 1.2.3 Rechtsleer 1.2.4 Gewoonte 1.3 Indeling van het recht - plaats van het Burgerlijk recht 1.3.1 Publiek recht privaat recht 1.3.2 Europees recht internationaal privaatrecht - volkenrecht 1.4 Invloed van internationale verdragen 1.5 Gerechtelijke inrichting 1.5.1 Belang en noodzaak van een gerechtelijk apparaat 1.5.2 Belgische gerechtelijke organisatie 1.5.2.1 Schema gerechtelijke inrichting

TSO 3de graad optie Handel 5 2 De Europese gerechtelijk inrichting in grote lijnen en bondig omschrijven; het belang en de noodzaak van onze Grondwet aantonen; de kenmerken van België met de federale structuur en de scheiding van de machten toelichten. de begrippen natuurlijke en rechtspersonen omschrijven en onderscheiden (zowel publiekrechtelijk als privaatrechtelijk); het begin en einde van een persoon omschrijven op grond van de te vervullen formaliteiten (akten en registers van de burgerlijke stand - inclusief rechtzetting van fouten); de essentie van de Wet op de privacy duiden; de begrippen naam, woonplaats en nationaliteit omschrijven en de desbetreffende procedures bondig toelichten; het begrip afstamming omschrijven en concreet toelichten; de diverse soorten afstamming omschrijven en concreet toelichten; de gevolgen van de erkenning aangeven; de soorten van adoptie weergeven; de adoptant en de geadopteerde beschrijven; de begrippen onbekwaamheid, minderjarigheid en andere vormen van onbekwaamheid omschrijven; 1.5.2.2 De rechtbanken en hoven Omschrijving 1.5.3 De Europese gerechtelijke organisatie 1.6 Grondwet 1.6.1 Belang en noodzaak 1.6.2 Kenmerken van België 1.6.3.1 Federale staat met gemeenschappen en gewesten 1.6.3.2 Gerechtelijke-, wetgevende- en uitvoerende macht 2 Personenrecht 2.1 Natuurlijke en rechtspersonen 2.1.1 Begrippen 2.1.2 Publiekrechtelijke en privaatrechtelijk onderscheid 2.2 Uitdieping begrip natuurlijke persoon 2.2.1 Begin en einde van de persoon: geboorte en dood 2.2.1.1 Akten en registers van de burgerlijke stand 2.2.1.2 Rechtzetting van fouten 2.2.1.3 Wet op de privacy 2.2.2 Naam - nationaliteit woonplaats 2.2.2.1 Begrippen 2.2.2.2 Procedures 2.2.3 Bloedverwantschap en aanverwantschap erkenning 2.2.4 Adoptie 2.2.4.1 Soorten 2.2.4.2 Adoptant en geadopteerde 2.2.5 Onbekwaamheid minderjarigheid andere onbekwamen 2.2.5.1 Begrippen

TSO 3de graad optie Handel 6 de rechten en plichten van de minderjarige omschrijven in zijn relatie met de meerderjarige inzake goederen, zijn persoon (hoede- en bewakingsrecht), de school en het strafrecht (Jeugdrechtbank en Correctionele rechtbank); het begrip huwelijk omschrijven; het belang van de het huwelijk aantonen via het huwelijkscontract (afspraken, regularisatie in de samenleving); het begrip huwelijkscontract omschrijven; soorten huwelijkscontracten omschrijven, vergelijken en evalueren; de rol van de notaris m.b.t. het huwelijkscontract duiden; de rechten en de plichten van echtgenoten en kinderen opsommen en omschrijven; mogelijk te nemen maatregelen verduidelijken bij het niet nakomen van de plichten en zonder echtscheiding (verzoening via de vrederechter); mogelijk te nemen maatregelen verduidelijken bij het niet nakomen van de plichten met echtscheiding als gevolg; verschillende soorten echtscheidingen, procedures en gevolgen t.a.v. goederen, kinderen en de personen zelf verduidelijken; 2.2.5.2 Rechten en plichten Goederen Persoon (hoede en bewakingsrecht) School Strafrecht - Rechtbanken 2.2.6 Het huwelijk 2.2.6.1 Begrip 2.2.6.2 Belang 2.2.6.3 Hoofdverplichtingen 2.2.6.4 Vereisten 2.2.6.5 Beletsels 2.2.6.6 Formaliteiten 2.2.6.7 Huwelijkscontracten Belang (afspraken, regularisatie in de samenleving) Soorten Rol van de notaris 2.2.6.8 Relatie ouders/kinderen rechten en plichten van elk 2.2.6.9 Huwelijksproblemen Verzoening Echtscheiding Op grond van bepaalde feiten Feitelijke scheiding van 5 jaar Onderlinge toestemming Voorwaarden, procedures en gevolgen

TSO 3de graad optie Handel 7 de andere samenlevingsvormen buiten het huwelijk opsommen en bondig omschrijven; de huwelijksvermogenstelsels praktijkgericht bespreken; te vervullen formaliteiten bij wijziging van het huwelijksstelsel omschrijven (bondig); basisbegrippen van de familiale erfregeling omschrijven en toelichten. het erfrecht van de langstlevende echtgenoot schetsen in relatie tot de afstammelingen; de mogelijkheid van het al dan niet aanvaarden van een nalatenschap verduidelijken; de schenking onderscheiden van het testament, met aandacht voor het voorbehouden erfdeel en de legaten. 2.2.6.10 Andere samenlevingsvormen buiten het huwelijk 2.2.7 Huwelijksvermogensrecht 2.2.7.1 Huwelijksvermogenstelsels De praktijk Wettelijk stelsel Scheiding van goederen Uitbreiding van de gemeenschap 2.2.7.2 Formaliteiten bij wijziging van huwelijksstelsel 2.2.8 Erfrecht 2.2.8.1 Basisbegrippen 2.2.8.2 Erfrecht van de langstlevende echtgenoot in relatie tot de afstammelingen vruchtgebruik 2.2.8.3 (Niet-) Aanvaarding van de erfenis 2.2.8.4 Testament versus schenking voorbehouden erfdeel legaten 3 het juridisch begrip goed omschrijven, de indeling van de goederen (voornamelijk roerende en onroerende goederen) schetsen en met voorbeelden illustreren; het belang van het onderscheid roerend en onroerend goed toelichten en met voorbeelden verklaren; het begrip eigendomsrecht verklaren; wijzen van verkrijging van eigendom opsommen en illustreren 3 Zakenrecht 3.1 Goederen 3.1.1 Begrip 3.1.2 Indeling 3.1.2.1 Roerende goederen en onroerende goederen 3.1.2.2 Lichamelijke en onlichamelijke goederen 3.1.3 Belang van onderscheid roerende/onroerende goederen 3.2 Eigendomsrecht 3.2.1 Begrip

TSO 3de graad optie Handel 8 4 met voorbeelden (eigendomsverkrijging ten bezwarende titel wordt later meer uitgebreid behandeld bij het hoofdstuk over verbintenissen en contracten); de splitsing van eigendom toelichten; de beperkingen van eigendom (onteigening, erfdienstbaarheden en voorschriften) omschrijven en met voorbeelden illustreren; de begrippen omschrijven en het onderscheid tussen vruchtgebruik en naakte eigendom verduidelijken. het begrip verbintenis omschrijven en met concrete voorbeelden toelichten; de bronnen van verbintenissen opsommen, bondig omschrijven en met voorbeelden illustreren; de modaliteiten hoofdelijkheid en deelbaarheid verklaren aan de hand van een voorbeeld; de voornaamste gevolgen van verbintenissen beknopt en schematisch bespreken; de oorzaken van het tenietgaan van een verbintenis opsommen en summier omschrijven aan de hand van voorbeelden; 3.2.2 Wijzen van verkrijging (o.a. testament, erfopvolging, schenking, overdracht, bezit, overeenkomst, natrekking, verkrijgende verjaring) 3.2.3 Splitsing 3.2.4 Beperkingen 3.2.4.1 Onteigening 3.2.4.2 Erfdienstbaarheden 3.2.4.3 Voorschriften 3.2.5 Vruchtgebruik naakte eigendom 4 Verbintenissen 4.1 Begrip 4.2 Bronnen 4.2.1 Wet 4.2.2 Contract 4.2.3 Oneigenlijk contract 4.2.4 Onrechtmatige daad 4.3 Modaliteiten 4.3.1 Hoofdelijkheid 4.3.2 Deelbaarheid 4.4 Voornaamste gevolgen van verbintenissen 4.4.1 Gevolgen van verbintenissen uit contracten 4.4.2 Gevolgen van verbintenissen uit onrechtmatige daden 4.5 Tenietgaan van verbintenissen 4.5.1 Betaling

TSO 3de graad optie Handel 9 5 de schriftelijke en niet-schriftelijke bewijsmiddelen in het burgerlijk recht opsommen, omschrijven en de waarde van deze bewijsmiddelen praktijkgericht bespreken. de inleidende begrippen rond contracten omschrijven en hanteren; de contracten op verschillende wijzen indelen en de onderdelen toelichten en verduidelijken met een voorbeeld; 4.5.2 Kwijtschelding van schuld 4.5.3 Schuldvernieuwing 4.5.4 Schuldvergelijking 4.5.5 Schuldvermenging 4.5.6 Verlies van de zaak 4.5.7 Verjaring 4.6 Bewijs begrippen praktijkgerichte benadering 4.6.1 Schriftelijke bewijsmiddelen 4.6.1.1 Authentieke akte 4.6.1.2 Onderhandse akte 4.6.1.3 Andere geschriften (zoals agenda's, briefwisseling, e.d.) 4.6.2 Niet-schriftelijke bewijsmiddelen 4.6.2.1 Bekentenis 4.6.2.2 Getuigen 4.6.2.3 Vermoeden 4.6.2.4 Eed 5 Courante contracten 5.1 Inleidende begrippen 5.2 Indeling van contracten 5.2.1 Eenzijdige versus wederkerige contracten 5.2.2 Contracten onder bezwarende titel versus vrijgevigheid 5.2.3 Gewone contracten versus plechtige contracten 5.2.4 Vergeldende contracten versus kanscontracten 5.2.5 Benoemde contracten versus niet-benoemde contracten 5.2.6 Hoofdcontracten versus bijcontracten

TSO 3de graad optie Handel 10 de grondbeginselen van contracten concreet toelichten; geldigheidsvereisten van contracten concreet toelichten; het koopcontract omschrijven; de geldigheidsvereisten concretiseren; de vormvereisten omschrijven en het bewijs van het koopcontract aantonen; de verplichtingen van koper en verkoper omschrijven; een concreet koopcontract beoordelen op vorm en geldigheid; het huurcontract omschrijven; het onderscheid tussen huur van diensten en huur van goederen verduidelijken; de woninghuurwet duiden; het toepassingsgebied van de woninghuurwet omschrijven; 5.3 Grondbeginselen 5.3.1 Wilsautonomie 5.3.2 Consensualisme 5.3.3 Contract als wet 5.3.4 Goede trouw 5.4 Geldigheidsvereisten 5.4.1 Toestemming 5.4.2 Bekwaamheid 5.4.3 Voorwerp 5.4.4 Oorzaak 5.5 Specifieke contracten 5.5.1 Koopcontract 5.5.1.1 Omschrijving 5.5.1.2 Geldigheidsvereisten 5.5.1.3 Vormvereisten en bewijs 5.5.1.4 Verplichtingen van de verkoper Levering en vrijwaring 5.5.1.5 Verplichtingen van de koper 5.5.1.6 Beoordeling van een concreet koopcontract 5.5.2 Huurcontract 5.5.2.1 Omschrijving 5.5.2.1 Onderscheid goederen en diensten 5.5.2.2 Woninghuurwet Toepassingsgebied

TSO 3de graad optie Handel 11 de noodzaak van een registratie van het huurcontract verduidelijken; plaatsbeschrijving als element van een huurcontract verduidelijken en concretiseren; de noodzaak van verzekeringen, opgenomen in het huurcontract, verwoorden in functie van de partijen; het belang van een waarborg en de daarbij horende geblokkeerde rekening verduidelijken; het mechanisme van huurindexering verduidelijken en toepassen; de duur en het einde van het huurcontract beoordelen op basis van de reglementering ter zake; verplichtingen van huurder en verhuurder opsommen, omschrijven en evalueren; een concreet huurcontract evalueren; de begrippen lastgeving en bewaargeving omschrijven en met concrete voorbeelden illustreren; het begrip en de kenmerken van de lening omschrijven; het begrip en de kenmerken van een bruiklening en een verbruiklening omschrijven; het onderscheid tussen een bruiklening en een verbruiklening concretiseren; de hypothecaire lening begripsmatig omschrijven en de voorwaarden en de gevolgen opsommen en bespreken; de koop op afbetaling begripsmatig omschrijven en de kenmerken verduidelijken. Contract en huurwet begrippen bijzonderheden (registratie, plaatsbeschrijving, verzekeringen, waarborg en geblokkeerde rekening, huurindexering, duur en einde van het contract) Verplichtingen van huurder en verhuurder 5.5.2.3 Beoordeling van een concreet huurcontract 5.5.3 Lastgeving en de bewaargeving: begrippen 5.5.4 Lening 5.5.4.1 Begrippen en kenmerken 5.5.4.2 Bruiklening begrip en kenmerken 5.5.4.3 Verbruiklening begrip en kenmerken onderscheid met bruiklening 5.5.4.4 Hypothecaire lening Begrip Voorwaarden Gevolgen 5.5.4.5 Koop op afbetaling Begrip Kenmerken

TSO 3de graad optie Handel 12 6 zekerheden begripsmatig omschrijven; het onderscheid duiden tussen persoonlijke en zakelijke zekerheden; de borgstelling omschrijven en concretiseren aan de hand van een voorbeeld; aantonen dat de borgstelling een eenzijdig contract is; de voorwaarden van de borgstelling verduidelijken; de gevolgen van de borgstelling tussen schuldeiser en borg en tussen schuldenaar en borg verduidelijken; het begrip pandgeving omschrijven en illustreren met voorbeelden; het bewijs van een pandgeving tussen de partijen en t.o.v. derden verduidelijken; de rechten van de pandhouder verduidelijken; het begrip hypotheek omschrijven; de geldigheidsvereisten van de hypotheek opsommen en verduidelijken; de rechten van de schuldeiser (hypotheekverkrijger) opsommen en verduidelijken; de belangrijkheid van de openbaarheid (door inschrijving) van de hypotheek aantonen; de gevolgen van een hypotheekcontract voor de partijen en voor derden bespreken; het begrip voorrecht omschrijven; soorten voorrechten noemen; de rangorde van voorrechten verklaren; verschillen tussen voorrecht en hypotheek opsommen. 6 Zekerheden 6.1 Begrip 6.2 Persoonlijke en zakelijke zekerheden 6.3 Borgstelling 6.3.1 Begrip - aard van het contract 6.3.2 Voorwaarden 6.3.3 Gevolgen van de borgstelling 6.3.3.1 Tussen de schuldeiser en de borg 6.3.3.2 Tussen de schuldenaar en de borg 6.4 Pandgeving 6.4.1 Begrip 6.4.2 Bewijs 6.4.3 Rechten van de pandhouder 6.5 Hypotheek 6.5.1 Begrip 6.5.2 Geldigheidsvereisten 6.5.3 Rechten van de schuldeiser 6.5.4 Inschrijving van de hypotheek openbaarheid 6.5.5 Gevolgen van het hypotheekcontract voor de partijen en derden 6.6 Voorrecht 6.6.1 Begrip 6.6.2 Soorten 6.6.3 Rangorde 6.6.4 Verschillen tussen een hypotheek en een voorrecht

TSO 3de graad optie Handel 13 Deel B 1 het begrip handelsrecht omschrijven; de bestaansredenen van het handelsrecht verduidelijken; de kenmerken van het handelsrecht toelichten. Deel B: Handelsrecht 1 Situering 1.1 Begrip 1.2 Bestaansredenen 1.3 Kenmerken 2 het begrip kooplieden omschrijven; de wettelijk voorziene voorwaarden voor de kooplieden opsommen en verduidelijken (wie kan handel drijven); advies- en steunmaatregelen voor startende handelaars opzoeken; de daden van koophandel onderscheiden en verduidelijken; de verplichtingen van de handelaar opsommen, omschrijven en toelichten; verwijzen naar andere (deel)vakken voor wat betreft de fiscale en sociale verplichtingen; de rechten van de handelaar opsommen en verduidelijken; de vereisten i.v.m. de wetgeving op de handelsvestigingen opzoeken en beknopt weergeven; 2 Kooplieden en daden van koophandel 2.1 Kooplieden 2.1.1 Begrip 2.1.2 Voorwaarden 2.2 Startende handelaars: adviezen - steunmaatregelen (schematisch) 2.3 Daden van koophandel 2.4 Verplichtingen van de handelaar 2.4.1 Inschrijving handelsregister 2.4.2 Huwelijksstelsel 2.4.3 Boekhouding 2.4.4 Financiële rekening 2.4.5 BTW-nummer 2.4.6 Fiscale en sociale verplichtingen 2.5 Rechten van de handelaar 2.5.1 Rechtbank van koophandel 2.5.2 Bescherming tegen oneerlijke concurrentie 2.5.3 Gerechtelijk akkoord 2.6 Vestigingswet

TSO 3de graad optie Handel 14 opzoeken welke vergunningen nodig zijn voor (ver)bouwen en welke instanties de nodige informatie verschaffen milieuverplichtingen opzoeken. 2.7 Wet op ruimtelijke ordening en stedenbouw (bouwen en verbouwen) - Instanties en vergunningen 2.8 Milieuwetgeving 3 het verschil in bewijsvoering bij handelaar en niet-handelaar weergeven; de schriftelijke bewijsmiddelen opsommen, omschrijven en evalueren; het belang van het al dan niet aanvaarden van handelsdocumenten als zijnde conform en het gevaar van de stilzwijgende aanvaarding aantonen; de niet-schriftelijke bewijsmiddelen opsommen, omschrijven en evalueren. 3 Bewijs van handelsverbintenissen 3.1 Relatie met het burgerlijk recht verschil in bewijsvoering 3.2 Schriftelijke bewijsmiddelen 3.2.1 Akten 3.2.2 Handelsdocumenten Stilzwijgende aanvaarding 3.2.3 Boekhouding 3.2.4 Briefwisseling 3.3 Niet-schriftelijke bewijsmiddelen 3.3.1 Getuigen 3.3.2 Vermoeden 3.3.3 Eed 3.3.4 Bekentenis 4 de begrippen van en in een verzekeringscontract en m.b.t. de partijen omschrijven; de verzekeringen indelen in verzekering van schade en verzekering van personen en deze groepen beschrijven; de typische begrippen franchise en evenredigheidsregel noemen, omschrijven en illustreren met voorbeelden; 4 Handelscontracten 4.1 Verzekeringscontract 4.1.1 Begrippen 4.1.1.1 Met betrekking tot het contract 4.1.1.2 Met betrekking tot de partijen 4.1.2 Indeling verzekeringen 4.1.2.1 Verzekering van schade Franchise

TSO 3de graad optie Handel 15 omschrijven en illustreren met voorbeelden; de procedure voor het tot stand komen van een verzekeringscontract beschrijven; de geldigheidsvereisten van het verzekeringscontract noemen en verduidelijken; verplichtingen en rechten van de partijen omschrijven; de risicodekking binnen de brandverzekering toelichten en de verzekerde waarde bepalen; aan de hand van een concrete polis de algemene en de bijzondere voorwaarden van een brandverzekering beknopt verduidelijken; het belang omschrijven van de opgesomde B.A.-verzekeringen en mogelijke dekkingen toelichten a.d.h.v. voorbeelden; het toepassingsgebied en de algemene en bijzondere voorwaarden van de verzekering BA-motorrijtuigen toelichten a.d.h.v. een modelpolis; de verzekeringsplicht bij een verzekering BA-motorrijtuigen duiden; bijkomende verzekeringen inzake motorrijtuigen opsommen en omschrijven en de aangifte van een ongeval concretiseren aan de hand van het aanrijdingformulier; het nut en de eventuele verplichting van de rechtsbijstandsverzekering omschrijven; het nut en de voordelen van een levensverzekering omschrijven; Evenredigheidsregel 4.1.2.2 Verzekering van personen 4.1.3 Totstandkoming van het verzekeringscontract procedure 4.1.4 Geldigheidsvereisten 4.1.5 Verplichtingen en rechten van de partijen 4.1.6 Soorten verzekeringen 4.1.6.1 Brandverzekering Risicodekking Bepaling van de verzekerde waarde Polis algemene en bijzondere voorwaarden 4.1.6.2 Aansprakelijkheidsverzekering - belang BA motorrijtuigen Dekking Polis toepassingsgebied algemene en bijzondere voorwaarden Verzekeringsplicht Bijkomende verzekeringen Aangifte van ongeval BA familie Dekking BA beroep Dekking 4.1.6.4 Rechtsbijstandverzekering - nut 4.1.6.5 Levensverzekering nut voordelen

TSO 3de graad optie Handel 16 5 het bestaan van speciale organismen m.b.t. verzekeringen toelichten; de mogelijkheden waardoor een verzekeringscontract kan eindigen opsommen en bondig omschrijven; de handelshuur omschrijven en het onderscheid met de woninghuur toelichten; de pacht omschrijven en de specifieke kenmerken verduidelijken; de betekenis van een handelspand omschrijven en het verband leggen met een gewoon pand; de betekenis van het vervoerscontract omschrijven en de relatie met het koopcontract duiden. het begrip faillissement omschrijven en preciseren dat faillissement een "bevoorrechte" behandeling is voor een handelaar die tegenslag heeft; aantonen dat de oorzaken van een faillissement van diverse aard zijn (wanbeheer, onbekwaamheid, enz.); de mogelijkheden schetsen om een faillissement te vermijden; de mogelijkheid van uitstel van betaling duiden; de omstandigheden verduidelijken waarbinnen een gerechtelijk akkoord mogelijk is; het verloop van de procedure schematisch voorstellen en van commentaar voorzien; 4.1.7 Speciale organismen m.b.t. verzekeringen CIA Controledienst voor Verzekeringen Gemeenschappelijk Waarborgfonds 4.1.8 Einde van het verzekeringscontract 4.2 Handelshuur 4.2.1 Begrippen 4.2.2 Onderscheid met een woninghuurcontract 4.3 Pacht 4.3.1 Begrip 4.3.2 Specifieke kenmerken 4.4 Handelspand betekenis verband met het gewoon pand 4.5 Vervoerscontract betekenis relatie met het koopcontract 5 Faillissement en bankbreuk 5.1 Begrip en achtergrond 5.2 Oorzaken 5.3 Vermijden van het faillissement 5.3.1 Uitstel van betaling 5.3.2 Gerechtelijk akkoord 5.3.2.1 Omstandigheden 5.3.2.2 Schematische voorstelling van de procedure

TSO 3de graad optie Handel 17 de drie voorwaarden omschrijven waarop het openen van een faillissement steunt; verduidelijken wie een faillissement kan aanvragen en welke rechtbank bevoegd is; aantonen dat een faillissement wordt uitgesproken door de Rechtbank van Koophandel op basis van een vonnis (juridische procedure); het belang aantonen van de bepaling van de verdachte periode; de overige elementen uit het vonnis omschrijven (aanstelling curator en rechter-commissaris, verzegeling, publicatie); de gevolgen van het faillissement beschrijven voor de schuldenaar en de schuldeiser en de betekenis duiden van het huwelijkscontract van de schuldenaar; de werkzaamheden van de curator bij het beheer van het faillissement noemen en verduidelijken; de sluiting van het faillissement verduidelijken; omschrijven wat de betekenis is van een eenvoudige en bedrieglijke bankbreuk en de gevolgen ervan verduidelijken; een omschrijving geven van het begrip eerherstel en van de voorwaarden waaraan een gefailleerde moet voldoen om al zijn rechten terug te bekomen. 5.4 Opening van het faillissement 5.4.1 Voorwaarden 5.4.2 Mogelijke aanvragers 5.4.3 Bevoegde rechtbank 5.4.4 Vonnis van het faillissement 5.4.4.1 Rechtbank van koophandel 5.4.4.2 Verdachte periode 5.4.4.3 Curator en rechter-commissaris 5.4.4.4 Verzegeling 5.4.4.5 Publicatie in dagbladen en Belgisch Staatsblad 5.4.5 Gevolgen van het faillissement 5.4.5.1 Gevolgen voor de persoon van de schuldenaar 5.4.5.2 Gevolgen voor het vermogen van de schuldenaar 5.4.5.3 Gevolgen voor de schuldeisers Link met huwelijkscontract van schuldenaar 5.4.6 Beheer van het faillissement 5.4.7 Sluiting van het faillissement 5.4. Eenvoudige en bedrieglijke bankbreuk 5.4.1 Betekenis 5.4.2 Gevolgen 5.5 Eerherstel 5.5.1 Begrip 5.5.2 Voorwaarden

TSO 3de graad optie Handel 18 6 de Wet op de Handelspraktijken en op de voorlichting en bescherming van de consument opzoeken en het nut aangeven; de indeling van de wet opsommen; de onderwerpen van de Wet op de Handelspraktijken toelichten met voorbeelden; de speciale reglementering i.v.m. openingstijden opzoeken en toepassen in concrete gevallen; 6 Bijzondere reglementeringen 6.1 Wet op de handelspraktijken en op de voorlichting en bescherming van de consument nut indeling - toelichting 6.1.1 Prijs- en hoeveelheidaanduidingen 6.1.2 Etikettering 6.1.3 Misleidende reclame 6.1.4 Vergelijkende reclame 6.1.5 Reclame voor producten schadelijk voor de gezondheid 6.1.6 Solden 6.1.7 Uitverkoop 6.1.8 Tijdelijke promoties 6.1.9 Verkoop met verlies 6.1.10 Afgedwongen verkoop 6.1.11 Gezamenlijk aanbod van goederen of diensten 6.1.12 Verkoop buiten de winkelruimte van de verkoper 6.1.13 Verkoop op afstand 6.1.14 Kettingbrieven 6.2 Openingstijden 6.2.1 Wekelijkse rustdag, zondagsrust en openingstijden 6.2.2 Nachtwinkels

TSO 3de graad optie Handel 19 de wet op de auteursrechten opzoeken en de essentie weergeven; de betekenis en de vereisten van softwarelicenties kort toelichten; inzien dat elke vorm van kopiëren een inbreuk kan betekenen op het auteursrecht; aangeven dat bestanden vallen onder de Wet op de privacy en aan welke verplichtingen men moet voldoen. verduidelijken dat door de wet op de privacy bestanden moeten worden aangegeven en wat men moet doen om aan de verplichtingen te voldoen (essentie); de rechten van de particulier m.b.t. bestanden verduidelijken. 6.3 Auteursrechten 6.3.1 Inhoud van de wet 6.3.2 Organisaties (o.a. SABAM) die de auteurs verdedigen 6.3.3 Softwarelicenties betekenis en vereisten 6.3.4 Kopiëren 6.4 Wet op de privacy i.v.m. bestanden 6.4.1 Inhoud van de wet (essentie) verplichtingen 6.4.2 Rechten van de particulier

TSO 3de graad optie Handel 20 SOCIALE WETGEVING 1ste jaar: 2 lestijden/week 2de jaar: 1 lestijd/week 1 2 de sociale wetgeving situeren in de dagelijkse bedrijvigheden van de mens; de historische achtergronden van de sociale wetgeving beknopt schetsen; de bedoelingen van de wetgever verwoorden. het overlegmodel in België duiden en schematisch en chronologisch voorstellen; op federaal niveau de rol van de NAR en de CRB schetsen; de betekenis, de inhoud, het ontstaan en de gevolgen van interprofessionele akkoorden en van CAO's beschrijven; de deelnemers aan het overleg op federaal niveau noemen en omschrijven; 1 Situering van de sociale wetgeving 1.1 Situering van de sociale wetgeving 1.2 Historiek van de sociale wetgeving 1.3 Doel van de sociale wetgeving 2 Collectieve arbeidsverhoudingen Het overlegmodel chronologie rol 2.1 Federaal niveau 2.1.1 Nationale Arbeidsraad 2.1.2 Centrale Raad voor het Bedrijfsleven 2.1.3 Interprofessionele akkoorden CAO 2.1.3.1 Betekenis 2.1.3.2 Inhoud 2.1.3.3 Ontstaan en gevolgen 2.1.4 Deelnemers Verbond van Belgische Ondernemingen Vakbonden Overheid

TSO 3de graad optie Handel 21 op gewestelijk vlak de rol van de SERV en het VESOC schetsen en de deelnemers noemen en omschrijven; op sectorniveau de rol van de paritaire comités schetsen en de betekenis, de inhoud, het ontstaan en de gevolgen van de CAO beschrijven; de deelnemers aan het overleg op sectorniveau noemen en omschrijven; op ondernemingsniveau de rol van de ondernemingsraad en het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk schetsen en de betekenis omschrijven; de deelnemers aan het overleg op ondernemingsniveau noemen en omschrijven. 3 de samenstelling en de functie van de arbeidsrechtbank en het arbeidshof omschrijven. 2.2 Gewestelijk niveau 2.2.1 Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen 2.2.2 Vlaams Economisch en Sociaal Overlegcomité 2.2.3 Deelnemers Vlaams Economisch Verbond Vakbonden Overheid 2.3 Sectorniveau 2.3.1 Paritaire comités CAO 2.3.1.1 Betekenis 2.3.1.2 Inhoud 2.3.1.3 Ontstaan en gevolgen 2.3.2 Deelnemers Sectororganisaties werkgevers Vakcentrales 2.4 Ondernemingsniveau 2.4.1 Ondernemingsraden - betekenis 2.4.2 Comité voor Preventie en Bescherming op het werk - betekenis 2.4.3 Deelnemers Werkgever Syndicale afvaardiging 3 Arbeidsrechtbank Arbeidshof 3.1 Samenstelling 3.2 Functie

TSO 3de graad optie Handel 22 4 de geleidelijke verdwijning van het onderscheid tussen arbeiders en bedienden becommentariëren; de contactuele en overige elementen in een AO opsommen en omschrijven; de AO voor onbepaalde duur begripsmatig omschrijven; de bepalingen in de AO voor onbepaalde duur verduidelijken, de regelgeving opzoeken en met eenvoudige voorbeelden illustreren, met nadruk op de schorsing en het einde van de overeenkomst; waar nodig het onderscheid maken tussen arbeiders en bedienden; 4 Arbeidsovereenkomsten (AO) 4.1 Arbeidsovereenkomst voor arbeiders en bedienden 4.1.1 Vervaging en verdwijning van het onderscheid 4.1.2 Contractuele elementen in de AO 4.1.2.1 Toestemming 4.1.2.2 Bekwaamheid 4.1.2.3 Voorwerp 4.1.2.4 Oorzaak 4.1.3 Overige elementen van de AO 4.1.3.1 Doel 4.1.3.2 Loon als tegenprestatie van arbeid 4.1.3.3 Gezagsverhouding tussen de partijen 4.1.4 AO voor onbepaalde duur voor arbeiders en bedienden 4.1.4.1 Begrip 4.1.4.2 Vormvereisten en bewijs 4.1.4.3 Beding van proeftijd 4.1.4.4 Concurrentiebeding 4.1.4.5 Schorsing van de AO begrippen regelgeving Overmacht Niet (tijdig) aanvatten of voortzetten van het werk Jaarlijkse vakantie Moederschaprust Vorming Politiek verlof Kort verzuim

TSO 3de graad optie Handel 23 de verschillende wijzen beschrijven waarop de AO voor onbeperkte duur kan eindigen; ingeval van opzegging van de AO voor onbeperkte duur, de nodige gegevens opzoeken om een concreet probleem op te lossen; waar nodig het onderscheid maken tussen arbeiders en bedienden; de AO voor bepaalde duur begripsmatig omschrijven en de vormvereisten en het bewijs omschrijven; verduidelijken waarom een AO voor bepaalde duur omgezet wordt in een AO voor onbepaalde duur bij opeenvolgende overeenkomsten; voor de AO voor bepaalde duur de wijzen van einde van de overeenkomst omschrijven; de AO voor een duidelijk omschreven werk begripsmatig omschrijven en de vormvereisten en het bewijs omschrijven; voor de AO voor een duidelijk omschreven werk de wijzen van Arbeidsongeschiktheid (schorsing, rechten en plichten van de partijen, gewaarborgd loon) Ouderschapsverlof Verlof om dwingende redenen Verlof zonder wedde (conventionele schorsing) Technische stoornis Slecht weer Gebrek aan werk 4.1.4.6 Einde van de AO voor onbeperkte duur Beëindiging in onderling akkoord Gerechtelijke ontbinding Ontbindende voorwaarde Overmacht Opzegging opzeggingstermijn Ontslag om dringende redenen Dood van werknemer of werkgever 4.1.5 AO voor bepaalde duur 4.1.5.1 Begrip 4.1.5.2 Vormvereisten en bewijs 4.1.5.3 Opeenvolgende overeenkomsten 4.1.5.4 Einde van de AO voor bepaalde duur 4.1.6 AO voor een duidelijk omschreven werk 4.1.6.1 Begrip 4.1.6.2 Vormvereisten en bewijs

TSO 3de graad optie Handel 24 5 einde van de overeenkomst omschrijven; het belang en het beschermend aspect van de arbeidsovereenkomsten aantonen; enkele alternatieve systemen van tewerkstelling situeren in de toenemende personeelsflexibilisering, omschrijven en de kenmerken toelichten; het specifieke karakter van het leercontract toelichten; enkele steunmaatregelen en tegemoetkomingen bij aanwerving van personeel opzoeken; aantonen dat er nog andere arbeidsovereenkomsten zijn buiten deze voor arbeiders en bedienden, informatie daaromtrent opzoeken en daarover rapporteren. het begrip arbeidsreglement omschrijven en de inhoud van een arbeidsreglement becommentariëren; het begrip loon, het recht op loon, de hoogte van het loon, het overheidsingrijpen op dit loon en de beschermende maatregelen omschrijven; 4.1.6.3 Einde van de AO voor een duidelijk omschreven werk 4.1.7 Bijzondere wijzen van einde van de AO 4.1.7.1 Sluiting van de onderneming 4.1.7.2 Collectief ontslag 4.1.7.3 Overdracht van de onderneming 4.1.8 Beschermend aspect van de AO belang 4.1.9 Alternatieve systemen van tewerkstelling (bv. deeltijdse arbeid, uitzendarbeid, stage voor jongeren) 4.1.9.1 Begrippen 4.1.9.2 Kenmerken 4.1.10 Leercontracten 4.1.11 Aanwerving van personeel 4.1.11.1 Steunmaatregelen 4.1.11.2 Tegemoetkomingen 4.2 Andere arbeidsovereenkomsten (bv. de overeenkomst voor tewerkstelling van studenten) 5 Reglementering van de arbeid 5.1 Het arbeidsreglement 5.1.1 Begrip 5.1.2 Inhoud 5.2 Wettelijke bescherming van de lonen 5.2.1 Het begrip loon 5.2.2 Recht op loon 5.2.3 Hoogte van het loon 5.2.4 Overheidsingrijpen

TSO 3de graad optie Handel 25 het begrip arbeidsduur omschrijven en, gekoppeld aan arbeidsduurgrenzen, overwerk en inhaalrust, verduidelijken; begrip en reglementering van nachtarbeid, zondagsrust, wettelijke feestdagen, jaarlijkse vakantie omschrijven; 5.2.4.1 Afvlakking van het indexeringsmechanisme 5.2.4.2 Vrijwaring van het concurrentievermogen van het land 5.2.5 Beschermende maatregelen 5.2.5.1 Munt 5.2.5.2 Wijze van betaling loon in natura 5.2.5.3 Frequentie en tijdstip van betaling van het loon 5.2.5.4 Plaats van betaling afrekening aan wie wordt betaald 5.2.5.5 Wettelijke inhoudingen op het loon loonbeslag 5.3 Arbeidsduur 5.3.1 Begrip 5.3.2 Arbeidsduurgrenzen overwerk inhaalrust 5.4 Nachtarbeid 5.4.1 Begrip 5.4.2 Reglementering uitzonderingen 5.5 Zondagsrust 5.5.1 Begrip 5.5.2 Reglementering 5.6 Wettelijke feestdagen 5.6.1 Begrip 5.6.2 Reglementering 5.7 Jaarlijkse vakantie 5.7.1 Begrip 5.7.2 Reglementering

TSO 3de graad optie Handel 26 de specifieke reglementering voor vrouwenarbeid en de bijzondere beschermingsmaatregelen duiden en omschrijven; aangeven waarom en hoe jongeren dienen beschermd te worden; de gelijkheid man/vrouw situeren in de huidige maatschappij; de reglementering inzake studentenarbeid opzoeken en erover rapporteren; de toepassing van de wet op het welzijn nl. gezondheid, veiligheid en hygiëne illustreren. 5.8 Vrouwen- en jeugdarbeid 5.8.1 Jongerenarbeid 5.8.2 Vrouwenarbeid 5.8.2.1 Verbod op ondergrondse arbeid 5.8.2.2 Bescherming van het moederschap Zwangerschaps- en bevallingsrust Bescherming tegen ontslag Bescherming tegen bepaalde werkzaamheden 5.9 Gelijkheid man/vrouw 5.10 Studentenarbeid reglementering 5.11 Het welzijnsbeleid: oa. gezondheid, veiligheid en hygiëne op het werk 6 de algemene organisatie van de R.S.Z. schematisch weergeven; de functie van de RSZ kaderen in het maatschappelijk leven; de R.S.Z.-bijdragen door patroon en werknemer opzoeken, toelichten voor gebruik in een loonberekening en de inning van de bijdragen door de staat beschrijven; opzoeken en verduidelijken hoe de RSZ gefinancierd wordt; het belang en het doel van elke sector van de RSZ omschrijven; de organisatie van de uitbetalingen, de instellingen en organismen van de sectoren van de RSZ toelichten. 6 Sociale Zekerheid 6.1 De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid 6.1.1 Algemene organisatie Schema 6.1.2 Functie van de RSZ 6.1.3 Financiering van de RSZ 6.1.3.1 Bijdragen Inning 6.1.3.2 Overheidssubsidies 6.1.3.3 Bijzondere ontvangsten 6.2 De sectoren de RSZ 6.2.1 Belang en doel van elke sector 6.2.1 Organisatie van de uitbetalingen Instellingen of organismen

TSO 3de graad optie Handel 27 7 8 de belangrijkste sociale rechten en verplichtingen aangeven van de zelfstandige (in hoofd- en bijberoep), echtgeno(o)t(e)- help(st)er; het sociaal statuut van de zelfstandige schematisch vergelijken met dat van de werknemer en evalueren; de functies van de sociale verzekeringskassen omschrijven; de dienstverlening van een sociaal secretariaat omschrijven. de begrippen i.v.m. loon- en salarisberekeningen toelichten; de inhoudingen inzake RSZ en bedrijfsvoorheffing opzoeken; alle berekeningen i.v.m. de inhoudingen van RSZ en bedrijfsvoorheffing, loonsoverdracht en -beslag, overuren uitvoeren; het nettoloon of -salaris en de werkgeversbijdrage berekenen; de resultaten van de loon- en salarisberekeningen in overzichtelijke loon- en salarisstaten plaatsen; voorbeelden geven van andere personeelskosten. 7 De zelfstandige 7.1 Sociaal statuut rechten en plichten 7.1.1 Zelfstandige in hoofdberoep 7.1.2 Zelfstandige in bijberoep 7.1.3 Echteno(o)t(e) help(st)er 7.1.4 Verschillen tussen werknemer en zelfstandige schema 7.2 Sociale verzekeringskassen functies 7.3 Sociaal secretariaat dienstverlening 8 De personeelskosten 8.1 Loon- en salarisberekening 8.1.1 Begrippen 8.1.2 Inhoudingen voor RSZ en bedrijfsvoorheffing 8.1.3 Berekening van inhoudingen en van nettoloon- en salaris 8.1.4 Werkgeversbijdrage RSZ berekening 8.1.5 Loonsoverdracht en beslag 8.1.6 Bepaling en vergoeding van overuren 8.1.7 Opmaak van een loon- en salarisstaat 8.2 Andere personeelskosten

TSO 3de graad optie Handel 28 9 het doel van de wetgeving i.v.m. de werkloosheid en de algemene organisatie van de sector beknopt toelichten; de toelaatbaarheidsvoorwaarden en de toekenningsvoorwaarden voor een werkloosheidsvergoeding opsommen en bespreken; werkloosheidsuitkeringen en de speciale regeling voor jongeren opzoeken en bespreken; de uitbetalingsorganismen van de werkloosheidsvergoedingen noemen en omschrijven. 9 De werkloosheidsvergoeding 9.1 Doel van de wetgeving 9.2 Algemene organisatie 9.3 Rechthebbenden toelaatbaarheidsvoorwaarden 9.3.1 Op basis van arbeid wachttijd arbeidsdagen 9.3.2 Op basis van studies of leertijd 9.4 Toekenningsvoorwaarden 9.4.1 Zonder arbeid zijn 9.4.2 Zonder loon zijn 9.4.3 Onvrijwillig zonder arbeid zijn 9.4.4 Beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt 9.4.5 Als werkzoekende ingeschreven zijn en blijven 9.4.6 Arbeidsgeschikt zijn 9.4.7 Leeftijd 9.4.8 In België verblijven 9.4.9 Zich aan controle onderwerpen 9.5 Werkloosheidsuitkeringen speciale voorwaarden voor jongeren 9.6 Uitbetalingsinstellingen vakbonden Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen

TSO 3de graad optie Handel 29 10 het doel van de wetgeving i.v.m. de ziekte- en invaliditeitsverzekering en de organisatie van de sector beknopt toelichten; verduidelijken dat de ziekteverzekering betrekking heeft op ziektekosten en arbeidsongeschiktheid; terugbetaalbare ziektekosten opsommen en de begrippen omschrijven; de rechthebbenden, de toekenningsvoorwaarden en de rol van de mutualiteit schetsen t.a.v. de ziektekosten; de vergoedingen in het kader van de ziekteverzekering opzoeken, berekenen en toelichten; inhoud en begrippen m.b.t. de ziekteverzekeringarbeidsongeschiktheid omschrijven; de rechthebbenden, de toekenningsvoorwaarden en de tussenkomst van de mutualiteit beschrijven; de algemene uitkeringen, de moederschapuitkering en de begrafeniskosten opzoeken en toelichten; de kostenbeheersing in de ziekte- en invaliditeitsverzekering duiden. 10 De ziekte- en invaliditeitsverzekering 10.1 Doel van de wetgeving 10.2 Organisatie van de sector 10.3 Ziekteverzekering ziektekosten 10.3.1 Inhoud en begrippen 10.3.2 Rechthebbenden 10.3.3 Toekenningsvoorwaarden 10.3.4 Vergoedingen berekening 10.3.5 Mutualiteit rol 10.4 Ziekteverzekering arbeidsongeschiktheid 10.4.1 Inhoud en begrippen 10.4.2 Rechthebbenden 10.4.3 Toekenningsvoorwaarden 10.4.4 Algemene uitkeringen 10.4.5 Moederschapuitkering 10.4.6 Begrafeniskosten 10.4.7 Mutualiteit rol 10.5 Kostenbeheersing in de ziekte- en invaliditeitsverzekering

TSO 3de graad optie Handel 30 11 12 het doel van de wetgeving i.v.m. de pensioenen en de organisatie van de sector beknopt toelichten; de toekenningsvoorwaarden, de rechthebbenden en de vergoedingen voor een rustpensioen en een overlevingspensioen toelichten; het rustpensioen, het overlevingspensioen, het vakantiegeld en het gewaarborgd inkomen voor bejaarden opzoeken en berekenen; de procedures voor het bekomen van een rust- of overlevingspensioen toelichten; de uitbetalingsinstelling voor het rust- en overlevingspensioen aanduiden en toelichten. het doel van de wetgeving i.v.m. de gezinsvergoeding en de organisatie van de sector beknopt toelichten; de toekenningsvoorwaarden voor gezinsvergoedingen opsommen en toelichten; de rechthebbenden voor gezinsbijslag situeren; omschrijven welke kinderen recht geven op gezinsbijslag; 11 Het werknemerspensioen 11.1 Doel van de wetgeving 11.2 Organisatie van de sector 11.3 Toekenningsvoorwaarden Rechthebbende Berekeningswijze Vergoedingen 11.3.1 Rustpensioen 11.3.2 Overlevingspensioen 11.4 Vakantiegeld 11.5 Gewaarborgd inkomen voor bejaarden 11.6 Procedures 11.7 Uitbetalingsinstelling Rijksdienst voor Pensioenen 12 De gezinsbijslag 12.1 Doel van de wetgeving 12.2 Organisatie van de sector 12.3 Toekenningsvoorwaarden 12.4 Rechthebbenden 12.4.1 Op grond van beroepsarbeid 12.4.2 Op grond van vroegere beroepsarbeid 12.4.3 Op grond van sociale situatie 12.5 Rechtgevende kinderen 12.5.1 Band tussen rechthebbende en rechtgevend kind 12.5.2 Leeftijd 12.5.3 Plaats van opvoeding

TSO 3de graad optie Handel 31 het bedrag van de kinderbijslag, het kraamgeld en de adoptiepremie opzoeken; de uitbetalingsorganismen aanduiden en toelichten. 12.6 Bedrag van de gezinsbijslag 12.6.1 Kinderbijslag 12.6.2 Kraamgeld en adoptiepremie 12.7 Uitbetalingsinstellingen (afhankelijk van werkgever) Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers 13 14 het doel van de wetgeving i.v.m. de jaarlijkse vakantie voor werknemers en de organisatie van de sector beknopt toelichten; het aantal vakantiedagen voor werknemers bepalen. het nettovakantiegeld voor werknemers en het nettovakantiegeld bij het beëindigen van een arbeidsovereenkomst berekenen (na het opzoeken van de gegevens); de speciale regeling voor jongeren omschrijven; de uitbetalingsregeling voor het jaarlijkse vakantiegeld schetsen en de uitbetalingsinstelling noemen. het begrip arbeidsongeval omschrijven; het doel van de wetgeving i.v.m. arbeidsongevallen, de historische evolutie en de organisatie van de sector beknopt toelichten; de toekenningsvoorwaarden voor een vergoeding van een arbeidsongeval toelichten. de vergoedingen van een arbeidsongeval berekenen verschillende situaties, na het opzoeken van de noodzakelijke gegevens; 13 De jaarlijkse vakantie voor werknemers 13.1 Doel van de wetgeving 13.2 Organisatie van de sector 13.3 Dagen en vergoeding 13.3.1 Bepalen van het aantal vakantiedagen voor werknemers 13.3.2 Berekening van het netto vakantiegeld voor werknemers 13.3.3 Berekening van het netto vakantiegeld bij het beëindigen van een arbeidsovereenkomst 13.4 Speciale regeling voor jongeren 13.5 Uitbetalingsregeling en -instelling 14 De arbeidsongevallen en de beroepsziekten 14.1 Arbeidsongeval begrip 14.1.1 Doel van de wetgeving historische evolutie 14.1.2 Organisatie van de sector 14.1.3 Toekenningsvoorwaarden 14.1.4 Berekening van de vergoedingen 14.1.4.1 Bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid 14.1.4.2 Bij bestendige arbeidsongeschiktheid

TSO 3de graad optie Handel 32 15 de uitbetalingsinstelling aanduiden en haar rol beschrijven; het doel van de wetgeving i.v.m. beroepsziekten, en de organisatie van de sector beknopt toelichten; de toekenningsvoorwaarden schetsen; de erkenning van een beroepsziekte duiden; de nodige informatie opzoeken aangaande de vergoeding voor de beroepsziekte en deze vergoeding bepalen; de uitbetalingsinstelling aanduiden en haar rol beschrijven. het doel van de wetgeving i.v.m. het bestaansminimum toelichten; de toekenningsvoorwaarden voor een bestaansminimum opsommen en toelichten; de procedure aangeven voor het bekomen van het bestaansminimum; het bedrag van het bestaansminimum bepalen na het opzoeken van de nodige gegevens en de uitbetalingswijze toelichten. 14.1.4.3 Bij overlijden 14.1.5 Uitbetalingsinstellingen Fonds voor Arbeidsongevallen rol 14.2 Beroepsziekte 14.2.1 Doel van de wetgeving 14.2.2 Organisatie van de sector 14.2.3 Toekenningsvoorwaarden 14.2.4 Lijst met beroepsziekten gemengd systeem 14.2.4 Bepaling van de vergoeding 14.2.5 Fonds voor Beroepsziekten - rol 15 De wet op het bestaansminimum 15.1 Doel van de wetgeving 15.2 Toekenningsvoorwaarden 15.3 Procedure 15.4 Bedrag en uitbetaling

TSO 3de graad optie Handel 33 16 de administratieve verplichtingen van de werkgever, voorafgaand aan de aanwerving, bij de aanwerving en periodiek, toelichten; de bronnen (instellingen) van deze documenten en de documenten opzoeken. 16 Administratieve verplichtingen van de werkgever Verplichtingen, documenten en instellingen 16.1 Administratieve verplichtingen die de aanwerving voorafgaan 16.1.1 Verplichte aansluitingen 16.1.2 Facultatieve aanwervingen 16.2 Administratieve verplichtingen bij aanwerven van personeel 16.2.1 Aanvragen pensioennummer 16.2.2 Aanleggen personeelsregister 16.2.3 Opstellen van het arbeidsreglement 16.2.4 Opstellen arbeidsovereenkomst 16.2.5 Opmaken individuele loonrekening 16.3 Periodieke formaliteiten 16.3.1 Bij elke uitbetaling 16.3.1.1 Maandelijks 16.3.1.2 Per kwartaal 16.3.1.3 Jaarlijks 16.3.2 Formaliteiten bij bijzondere gebeurtenissen 16.3.2.1 Ziekte en ongeval 16.3.2.2 Bevalling 16.3.2.3 Arbeidsongeval 16.3.2.4 Overlijden van de werknemer 16.3.2.5 Beëindigen van de arbeidsovereenkomst 16.3.2.6 Gebrek aan werk 16.3.2.7 Bereiken van de pensioenleeftijd

TSO 3de graad optie Handel 34 FISCALE WETGEVING 1ste jaar: 2 lestijden/week 2de jaar: 1 lestijd/week 1 de fiscale wetgeving situeren in het geheel van het recht; het begrip begroting omschrijven en het belang aantonen; een onderscheid maken tussen een federale, een gewestbegroting en een gemeenschapsbegroting en het belang van dat onderscheid aantonen; zowel voor de federale begroting als voor de Vlaamse begroting de fasen in de budgetcyclus (begrotingsvoorbereiding, concretisering en begrotingsuitvoering) schetsen, de indeling beschrijven, de inkomsten en uitgaven ontleden, de schuldaflossingen evalueren, het bruto- en netto te financieren saldo bepalen, de schuld of het overschot op de begroting bepalen en becommentariëren. 1 Inleiding 1.1 Situering van de fiscale wetgeving 1.2 Begroting 1.2.1 Begrip 1.2.2 Belang van een begroting 1.2.3 Soorten begrotingen federale overheid gewesten gemeenschappen 1.2.4 Belang van het onderscheid 1.3 Federale begroting 1.3.1 Budgetcyclus (begrotingsvoorbereiding concretisering wet uitvoering) 1.3.2 Indeling 1.3.3 Inkomsten en uitgaven ontleding 1.3.4 Schuldaflossingen 1.3.5 Bruto en netto te financieren saldo 1.3.6 Federale schuld 1.4 Vlaamse begroting 1.4.1 Budgetcyclus 1.4.2 Indeling 1.4.3 Inkomsten en uitgaven ontleding 1.4.4 Schuldaflossingen 1.4.5 Bruto en netto te financieren saldo 1.4.6 Vlaams(e) schuld/overschot

TSO 3de graad optie Handel 35 2 3 de noodzaak van belastingen aantonen; het onderscheid tussen directe en indirecte belastingen omschrijven; de te bespreken directe en indirecte belastingen beschrijven, situeren en concretiseren; andere vormen van indirecte belastingen beschrijven (facultatief uitbreidingsdoelstelling) de algemene kenmerken van de personenbelasting omschrijven: belastingplichtigen, grondslag en verschuldigde belasting de diverse bronnen van inkomsten en voorheffingen opsommen, omschrijven en illustreren met voorbeelden; de aanslag en de betaling van de verschillende voorheffingen schetsen; de verschillende voorheffingen berekenen (eenvoudig) en de nodige gegevens opzoeken; het principe van de globalisatie verduidelijken; het bestaan van forfaitaire bedrijfskosten toelichten, de werkelijke bedrijfskosten verantwoorden en de keuze toelichten; 2 Belastingen 2.1 Noodzakelijkheid 2.2 Indeling - Situering 2.2.1 Directe belastingen 2.2.1.1 Personenbelasting 2.2.1.2 Vennootschapsbelasting 2.2.2 Indirecte belastingen 2.2.2.1 BTW 2.2.2.2 Registratierechten 2.2.2.3 Successierechten 2.2.2.4 Zegelrechten 2.2.2 5 Andere (facultatief uitbreidingsleerstof) 3 Personenbelasting 3.1 Algemene kenmerken 3.1.1 Belastingplichtigen 3.1.2 Grondslag 3.1.3 Verschuldigde belasting 3.2 Bondige studie van de diverse inkomstencategorieën en voorheffingen (aanslag berekening betaling) 3.2.1 Bedrijfsinkomsten Bedrijfsvoorheffing 3.2.2 Roerende inkomsten Roerende voorheffing 3.2.3 Onroerende inkomsten Onroerende voorheffing 3.3 Globalisatie principe 3.4 Werkelijke en forfaitaire bedrijfskosten verantwoording