Samenvatting rapportage Baan je toekomst: werken aan duurzame inzetbaarheid Contractcatering In samenwerking met: Rijnland Advies 1
Inleiding Even terugkijken.. De komende jaren verandert de arbeidsmarkt door vergrijzing, nieuwe technieken en globalisering. Deze veranderingen hebben effect op bedrijven en medewerkers. Werkgeversorganisaties, vakbonden en O&O-fondsen in diverse sectoren zijn bij uitstek de regisseur van deze veranderingen. Atrium groep adviseert deze organisaties over duurzame inzetbaarheid. Duurzame inzetbaarheid is de mate, waarin medewerkers productief, gemotiveerd en gezond willen en kunnen blijven werken binnen en/of buiten het bedrijf/de organisatie/maatschappij. Om dit onderwerp meer handen en voeten te geven en een leidraad te beiden voor sectoren en hun medewerkers en bedrijven, is Atrium groep in 2013 het project Baan je toekomst gestart met drie sectoren; de contractcatering, de recreatie en de watersportindustrie. Doelstellingen - Intersectoraal samenwerken en zo de inzetbaarheid van verhogen en de productiviteit van bedrijven te vergroten (per sector). - Een intersectorale denktank vormen. - Een doorkijk geven naar de toekomst van het O&O fonds / cao partijen. - Een dialoog op gang brengen dialoog met de achterban en nog niet aangesproken en bereiken. - Passende instrumenten voor bedrijven en de loopbaan van ontwikkelen. Het project tot nu toe; wat hebben we gedaan? Binnen het project is het thema van duurzame inzetbaarheid vormgegeven langs drie thema s: trots, vitaliteit en opleiden. Er is onderzoek gedaan naar de huidige stand van zaken in de sectoren middels een enquête onder de medewerkers in de sectoren en interviews met. Binnen de contractcatering hebben 1181 de enquête ingevuld. Er zijn interviews gehouden met 7. Dit onderzoek ligt aan de basis van een uitgebreide rapportage. Hieronder treft u de samenvatting van deze rapportage. Tevens hebben we een expertsessie gehouden. Tijdens deze expertsessie zijn de voorlopige resultaten van het onderzoek besproken met vertegenwoordigers van en en experts op het gebied van duurzame inzetbaarheid. Dit alles heeft geleid tot aanbevelingen per sector. Deze rapportage en aanbevelingen bieden een aanzet tot het opstellen van toekomstig beleid in de sector. Wat gaan we nog doen? Er zal nog een intersectorale expertsessie plaatsvinden. Tijdens deze sessie schuiven vertegenwoordigers van en in de drie deelnemende sectoren aan evenals experts op het gebied van duurzame inzetbaarheid. Tijdens deze sessie zullen de intersectorale vergelijkingen van het onderzoek besproken worden. Het project zal in de tweede helft van 2014 worden afgesloten met een intersectorale eindrapportage en een congres. 2
Samenvatting onderzoek contractcatering Trots op het werk De meeste medewerkers zijn trots op hun werk, trots op het bedrijf en voelen zich gewaardeerd. De trots op het werk is groter dan de trots op het bedrijf. Overname van contracten (en dus mensen) speelt hierbij een rol, en ook dat soms meer binding hebben met de opdrachtgever dan met de werkgever. Gewaardeerd voelen is volgens de sterk afhankelijk van de locatie. Verder denken dat de (negatieve) ontwikkelingen van de sector die steeds verder uitgekleed wordt, van invloed is op de waardering. Stellingen Trots op het bedrijf 58% 29% Trots op het werk 84% 57% Gewaardeerd voelen 57% 14% Volgens 71% van de wordt er naar de ideeën van de medewerkers geluisterd. 92% van de uit zijn of haar ideeën over verbeteringen in het bedrijf. Volgens 48% van de die hun ideeën bekend maken, doet de leidinggevende ook iets met die ideeën. Quotes medewerkers: Ik ben trots op mijn werkgever, omdat hij ook blijft groeien en actief is in wat er bezig is in onze samenleving, bijvoorbeeld gezondheid en voeding. Momenteel ben ik hartstikke tevreden met mijn werk. Ik ben er trots op dat de gasten tevreden zijn over het eten en over de service. Als de gast /klant tevreden is, ben ik dat ook. Het geeft me een goed gevoel als ik gasten goed heb geholpen en zij tevreden vertrekken. Opleiden en ontwikkelen Leren van collega s is de meeste gebruikte vorm om bij te blijven. 71% van de doet dit om bij te blijven en alle maken dit mogelijk. Alle bedrijven bieden hun de mogelijkheid om korte cursussen te volgen. Slechts 16% van de zegt ook daadwerkelijk cursussen te volgen om bij te blijven in het vak. Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat cursussen en beroepsopleidingen aanbieden, maar niet aan alle. Zelf doen om bij te blijven 3 leren van collega/leidinggevende (coaching) 71% 100% volgen van korte cursussen 16% 100% niets 11% 0% volgen van beroepsopleiding 6% 86% iets anders 15% 57%
Een meerderheid van de zegt dat er jaarlijks gesproken wordt over de plannen die het bedrijf heeft met de in de toekomst. Onder de zegt een kwart dat dit het geval is. Gesprek over plannen toekomst werknemer in het bedrijf ja, daar is wel eens over gesproken 38% 14% ja, elk jaar 25% 57% nee, nog nooit over gesproken 37% 29% Vijf op de zeven (71%) bedrijven maken afspraken met over het bijblijven in hun vak. Veelal worden hier de functionerings- en beoordelingsgesprekken voor gebruikt. Van de vindt 88% het goed om afspraken te maken met de leidinggevende over hoe men zich ontwikkelt in het vak. Hiervan zegt 51% dat dit al gebeurt en 37% zou wel willen dat er afspraken gemaakt gaan worden. 12% van de vindt het niet nodig om afspraken te maken over de eigen ontwikkeling. Werkgevers vinden afspraken maken over het volgen van korte cursussen en coaching op de werkvloer het belangrijkst. Werkgevers hechten meer belang aan het volgen van beroepsopleidingen dan : 13% volgt een beroepsopleiding. Afspraken eigen ontwikkeling (n=1038) carrièremogelijkheden 45% 43% volgen van korte cursussen 42% 71% coaching op de werkvloer 41% 71% loopbaanplanning/-check/-advies 30% 43% ervaring opdoen in een hogere functie 29% 29% ervaring opdoen in een andere functie 26% 29% ervaring opdoen bij een ander bedrijf 14% 0% volgen van beroepsopleidingen 13% 57% gebruik maken van EVC 10% 29% ervaring opdoen in andere branche/sector 8% 0% iets anders 6% 0% Quotes medewerkers: Graag zou ik wat meer techniek willen leren met de opmaak van bepaalde gerechten en broodjes. Ik ben blij met mijn baan op dit moment maar vind dat je je moet blijven ontwikkelen. Ik volg nu een deeltijd hbo opleiding facility management en hoop daardoor mijn doorgroeimogelijkheden (liefst binnen mijn cateringbedrijf) te vergroten. 4
Vitaliteit 43% van de zegt tijdens het werk last te hebben van lichamelijke belasting. Werkgevers herkennen dit: 57% zegt dat enkele daar last van hebben en volgens 43% heeft een minderheid van het personeelsbestand er last van. 22% van de zegt last te hebben van psychische belasting tijdens het werk. 57% van de zegt dat enkele daar last van hebben en 43% zegt dat een minderheid van het personeel er last van heeft. 20% van de verwacht dat men in de toekomst meer last zal krijgen van klachten (lichamelijk en/of psychisch). Alle verwachten dat het percentage met last in de toekomst groter zal worden, door vergrijzing, de toenemende gemiddelde leeftijd en de huidige marktsituatie. Bedrijven zorgen voor arbo-faciliteiten, zetten hulpmiddelen in en geven korting op sporten of bieden bedrijfsfitness om de gezond en fit te houden. De zelf proberen zo gezond mogelijk te leven en gezond te eten. 86% van de vindt dat er afspraken gemaakt moeten worden over wat er gedaan kan worden om fit te blijven. 49% van de wil afspreken wat zowel het bedrijf als de medewerker zelf kan doen. De afspraken zouden vooral moeten gaan over de lichamelijke werkbelasting, gezonde werkplek, sporten en scholing. Opvallend is dat meer belang hechten aan afspraken maken over psychische werkbelasting. Afspraken (om fit te blijven) (n=577) (n=6) lichamelijke werkbelasting 42% 50% gezonde werkplek (arbo verantwoord) 38% 33% sporten 38% 33% scholing 37% 67% werkinhoud 34% 33% gezonde voeding 23% 50% werkrooster 18% 50% aantal te werken uren per week/maand 18% 50% regelmogelijkheden (zelf bepalen tempo, volgorde taken en werkonderbrekingen) 16% 33% psychische werkbelasting 14% 67% gezonde leefwijze 13% 50% extra vakantiedagen 8% 33% anders 5% 33% 5
Quotes medewerkers: ik vraag me af of het haalbaar is en wenselijk dat mensen boven de 65 in de catering blijven werken. Ik denk dat de lichamelijke belasting op een gegeven moment te hoog wordt. De werkdruk is over de gehele sector op dit moment veel te hoog en door het systeem dat locaties vaak iedere 3 jaar opnieuw moeten inschrijven om een nieuw contract te krijgen word er steeds meer beknibbeld op de uren van de om het contract maar zo laag mogelijk te houden waardoor de werkdruk onhoudbaar hoog word met daarbij de bijbehorende lichamelijke en geestelijke klachten die zich dan openbaren, dit wordt ook mede veroorzaakt door de crisis, of de crisis wordt gebruikt als middel om maar zo veel mogelijk te bezuinigen over de ruggen van de mensen. Het is meestal lichamelijk wel wat zwaar en de ontwikkelingen op gebied van cateringformules en kassa/administratie zijn bijna niet bij te houden. Alles wordt tegelijk veranderd. Nieuwe manier van werken, nieuwe kleding, nieuwe kassa, nieuwe administratieve modules. De meeste dames zijn al van middelbare leeftijd of ouder en kunnen dit niet bijbenen. Vernieuwing is nodig, maar niet allemaal tegelijk. Er moet meer aandacht gaan naar de ouderen onder ons, want werken in de catering is zwaar vooral lichamelijk, en geestelijk wordt het ook wat minder dus we hebben wat meer support nodig tot aan ons pensioen, of met een goede regeling eerder stoppen. 6
Toekomst Extra stress en extra werkdruk worden het vaakst genoemd als effecten van contractwisseling, zowel door als. De belangrijkste reden om van baan te wisselen is zowel volgens als het salaris. Werkgevers noemen ook de lichamelijke belasting en reistijd als belangrijke reden. Werknemers noemen vaak ook het gebrek aan carrière-/doorgroeimogelijkheden, de werksfeer en inhoud van het werk. De belangrijkste redenen om van baan te wisselen salaris 43% 100% weinig carrière/doorgroeimogelijkheden 26% 29% werksfeer 26% 0% inhoud van het werk (taken) 21% 0% lichamelijke belasting 21% 43% reistijd 21% 43% werkdruk 18% 0% werktijden 14% 29% leeftijd 10% 29% weinig opleidingsmogelijkheden 10% 14% privé-werk balans moeilijk 9% 0% soort werk 8% 0% psychische belasting 5% 0% weinig regelmogelijkheden (zelf bepalen tempo, volgorde taken) 3% 0% anders 14% 14% Sectoren om personeel mee uit te wisselen, die voor de hand liggen en door zowel als vaak worden genoemd, zijn de horeca, handel en recreatie. Werkgevers noemen vaker schoonmaakbranche als sector dan de. 7