Jaarverslag 2012. Jaarrekening 2012. Overige gegevens. Inhoudsopgave

Vergelijkbare documenten
Jaarverslag. Jaarverslag 2010 van Stichting Pensioenfonds OWASE

Jaarverslag Jaarrekening Overige gegevens. Inhoudsopgave

Inhoudsopgave. Jaarverslag

OWASE. Jaarverslag. Stichting Pensioenfonds OWASE MAATPENSIOEN. Sinds 1957

Jaarverslag Beknopt 2010 Beknopt Jaarverslag 2010 van Stichting Pensioenfonds OWASE

Inhoudsopgave. Jaarverslag

Inhoudsopgave. Jaarverslag

27 september Deelnemersvergadering

datum onze referentie doorkiesnummer maart

Bijlage 17 e Nieuwsbrief Stichting Pensioenfonds Croda

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

Toeslagverlening Uitgave mei 2015

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Pensioenbijeenkomst. 22 maart 2018

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Verkort jaarverslag 2013

TRANSPARANTIEDOCUMENT

Transparantiedocument

Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf

Toeslag- verlening Uitgave mei 2015

Vijftiende nieuwsbrief Stichting Pensioenfonds Croda Juli 2015

Stichting Pensioenfonds NEG Nederland Huishoudelijk Reglement

Mijn Pensioen. Pensioen is meer! Onderwerpen van vandaag 23/11/2015. Mijn Pensioen (1) Hoe ziet mijn pensioen eruit?

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer N.W. Dijkhuizen 630

Toelichting. Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst

Deelnemersvergadering. Haarlem 26 juni 2017 Boxmeer 29 juni 2017 Oss 29 juni 2017

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

Deelnemersbijeenkomst Stichting Jan Huysman Wz fonds 27 September 2016

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Wijziging uitvoerder & pensioenregeling november 2014

Toeslagverlening. Versie

Stichting Pensioenfonds Cindu International in liquidatie. Informatiebijeenkomst

Pension Fund Governance TRANSPARANTIE DOCUMENT UITLEG GEKOZEN PRINCIPES VOOR GOED PENSIOENFONDSBESTUUR

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Stichting Norit Pensioenfonds

VERKORT JAARVERSLAG 2017

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Actuariële en Bedrijfstechnische Nota. Nota, waarin het beleid van het fonds op alle relevante gebieden beschreven wordt.

Informatiebijeenkomst voor Nalco 24 januari 2019

Uw persoonlijke gegevens De heer X. Deelnemer Geboren op: 2 januari 1972 Deelnemersnummer: Uw partner Y. Partner Geboren op: 5 februari 1975

Stichting Pensioenfonds SMIT. Bestuursreglement V120620

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

Functieprofielen Algemeen Bestuur Stichting Pensioenfonds ING. Algemeen functieprofiel Bestuur Stichting Pensioenfonds ING

Brochure Toeslagverlening

datum onze referentie uw referentie doorkiesnummer

Brochure. Toeslagverlening

VERKORT JAARVERSLAG 2016

Verder in deze nieuwsbrief een samenvatting van het rapport van de visitatiecommissie.

TOELICHTING Uniform Pensioenoverzicht 2017 Actieve deelnemers

Pensioenbijeenkomst. 11 maart 2019

Brochure. Toeslagverlening

delta lloyd pensioenfonds Over het jaar 2012

Ballast Nedam Pensioenfonds. Informatiebijeenkomst Premievrijen en gepensioneerden. Theo Bruijninckx 1 november 2004

Beleidskaders en beleid 2018 Bestuur Stichting Pensioenfonds Scildon (SPS)

Informatiebijeenkomst deelnemers SPF 2016

Deelnemersbijeenkomsten. Grolsch Pensioenfonds

Bijlage 16 e Nieuwsbrief Stichting Pensioenfonds Croda

Functieprofiel bestuurs- en commissielid namens pensioengerechtigden Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

WELKOM. Algemene Vergadering voor Deelnemers en Gepensioneerden 14 september 2016

Deelnemersvergadering 17 september 2009

In werking : 1 juli 2015 Vastgesteld door het bestuur : 26 juni 2015

Financieel crisisplan

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018

2009: een actief jaar met interessante ontwikkelingen

Toeslagverlening. Versie

COMMUNICATIEBELEID Eigenaar: Document: Versie: Datum: Auteur: Versie Status Datum Omschrijving

Pensioen-Bijeenkomst. 23 maart 2017

Volgens de beleidsregel van De Nederlandsche Bank (DNB) is een financieel crisisplan als volgt te definiëren:

Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit. Oktober 2013

Strengere regels voor pensioenfondsen

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

Communicatiekalender 2017 en 2018

Terugblik 2011 in cijfers

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland

Herstelplan ultimo 2016

Veel veranderingen in druk pensioenjaar 2015

Communicatieplan. Stichting Pensioenfonds PepsiCo Nederland November Versie

PF-UPDATE Nr 2 juni 2009 nieuwsbrief Pensioenfonds

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

Nieuws. Gezond maar alert. Pensioenfonds IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag. De financiële situatie van het pensioenfonds verbeterde in 2017.

Deze brochure is onderdeel van de startbrief. Bewaar deze brochure goed. Hij kan in de toekomst namelijk nog van pas komen.

Toeslagverlening. Versie

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Bijlagen. Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland. Versie 1 januari 2013 PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009

Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2016

Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2015

Compliance Program. Voor pensioenfondsen die pensioenadministratie en/of vermogensbeheer geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed

Stichting Pensioenfonds SABIC

Reglement Verantwoordingsorgaan

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

Competentievisie verantwoordingsorgaan. Juli 2014

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende

Verkort Jaarverslag 2014

FUNCTIEPROFIEL BESTUUR VOOR LEDEN EN VOORZITTER (BELEGGINGSCOMMISSIE)

Rabobank Pensioenfonds bruto uitkeringsovereenkomst 1 januari ,00% Deeltijd pensioengevend salaris: ,00 Deeltijd franchise:

Transcriptie:

Jaarverslag 2012

Inhoudsopgave Blz. Jaarverslag 2012 1 Karakteristieken van Stichting Pensioenfonds OWASE 4 1.1 Profiel 4 1.2 Organisatie 6 1.3 Kerncijfers 10 2 Verslag van het bestuur 11 2.1 Hoofdlijnen 11 2.2 Goed pensioenfondsbestuur 11 2.3 Pensioenparagraaf 16 2.4 Beleggingenparagraaf 19 2.5 Financiële paragraaf 27 2.6 Actuariële paragraaf 35 2.7 Risicoparagraaf 36 2.8 Toekomstparagraaf 40 3 Verslag van het verantwoordingsorgaan 42 Jaarrekening 2012 Balans per 31 december 2012 45 - Staat van baten en lasten over 2012 46 - Samenvatting van de actuariële analyse 47 - Bestemming van het saldo van baten en lasten 47 Kasstroomoverzicht over 2012 48 Toelichting behorende tot de jaarrekening 2012 49 Overige gegevens Informatie over de tussen het pensioenfonds en de aangesloten ondernemingen getroffen overeenkomst betreffende de financiering en de uitvoering van de pensioenregeling Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten Gebeurtenissen na balansdatum 77 Actuariële verklaring 79 Controleverklaring 81 77 77

JAARVERSLAG 2012 Jaarverslag 2012 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 3

1 Karakteristieken van Stichting Pensioenfonds OWASE 1.1 Profiel Stichting Pensioenfonds OWASE, statutair gevestigd te Zwolle, is opgericht op 1 januari 1957. De laatste statutenwijziging vond plaats op 23 december 2010. De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Zwolle onder nummer 41022770. Stichting Pensioenfonds OWASE is een ondernemingspensioenfonds en is aangesloten bij koepelorganisatie OPF (tegenwoordig onderdeel van de Pensioenfederatie). Het pensioenfonds heeft tot doel uitvoering te geven aan het pensioenreglement, zoals dat geldt voor de aangesloten ondernemingen en de deelnemers. Hiertoe wordt ultimo 2012 voor 21 aangesloten ondernemingen en voor ruim 4.370 deelnemers, gewezen deelnemers (slapers) en pensioengerechtigden circa 626,7 miljoen aan vermogen beheerd. 1.1.1 Ondernemingspensioenfonds voor de OWASE-ondernemingen Stichting Pensioenfonds OWASE is in 1957 opgericht als ondernemingspensioenfonds voor het Wavinconcern. Bij het pensioenfonds zijn zowel de ondernemingen van het huidige Wavin-concern aangesloten, als de ondernemingen die in de loop der jaren zijn verzelfstandigd. Wavin en de voormalige Wavinondernemingen hebben samen een vereniging opgericht: Werkgevers Vereniging OWASE (WVO). Deze vereniging heeft onder meer als doel om een gemeenschappelijk personeels- en arbeidsvoorwaardenbeleid te voeren. De pensioenregelingen zijn een belangrijk onderdeel van dit beleid. De gezamenlijke werkgevers en werknemers - lees: CAO-partijen - maken met elkaar afspraken over de pensioenen en pensioenregelingen. De werknemers van de OWASE-ondernemingen nemen op grond van hun arbeidsovereenkomst deel aan deze pensioenregelingen. Stichting Pensioenfonds OWASE voert de pensioenregelingen uit. De OWASE-ondernemingen hebben voor de uitvoering van de pensioenregelingen ieder afzonderlijk een (gelijkluidende) uitvoeringsovereenkomst gesloten met Stichting Pensioenfonds OWASE. Stichting Pensioenfonds OWASE heeft voor de uitvoering van de pensioenregelingen een pensioenreglement opgesteld waarin de regelingen zijn vastgelegd. Het pensioenfonds verstrekt op basis van het pensioenreglement pensioenen en andere uitkeringen terzake van ouderdom, arbeidsongeschiktheid en overlijden aan de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en aan hun nabestaanden. Naar verwachting zal het aantal actieve deelnemers aan de pensioenregelingen van pensioenfonds OWASE in de komende jaren dalen en zullen de aantallen slapers en pensioengerechtigden toenemen. Hierdoor zal de gemiddelde leeftijd van de deelnemers toenemen. Het pensioenfonds zal rijper worden. Jaarverslag 2012 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 4

1.1.2 Opbouw van het deelnemersbestand 4.500 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 pensioengerechtigden gewezen deelnemers actieve deelnemers 1.000 500 0 1997 2002 2007 2012 1.1.3 Bij het pensioenfonds aangesloten ondernemingen In 2012 waren onderstaande ondernemingen bij pensioenfonds OWASE aangesloten: Aangesloten ondernemingen: - Combipac B.V. - Sphere Nederland B.V. - Dion B.V. - Stichting BONO - Future Pipe Industries B.V. - Wadinko N.V. - Handelsonderneming Schinkel-Schouten B.V. - Wavin Assurantie B.V. - Rollepaal B.V. - Wavin B.V. - Romit B.V. - Wavin Diensten B.V. - RPC Bebo Nederland * - Wavin Nederland B.V. - Schoeller Arca Systems B.V. - Wavin Overseas B.V. - Schoeller Arca Systems Services B.V. - Wavin Staf B.V. - Trepak Image Systems B.V. - Wavin Technology & Innovation B.V. - Sima Kunststoffen B.V. Behalve dat deze ondernemingen hun pensioenregelingen door een gezamenlijk pensioenfonds laten uitvoeren, zijn deze ondernemingen in beginsel* ook lid van WVO en volgen ze een gezamenlijke CAO: de OWASE CAO. Hoofdstuk 12 Pensioen van deze OWASE CAO bepaalt: De werkgever is aangesloten bij de Stichting Pensioenfonds OWASE en de werknemer zal, conform het pensioenreglement, deelnemen aan dit pensioenfonds. en De inhoud van de pensioenregeling en de hoogte van de werknemersbijdrage wordt vastgesteld door CAO-partijen.. * RPC Bebo Nederland is geen lid van WVO en heeft een eigen CAO. Deze onderneming was reeds geruime tijd vóór de oprichting van WVO verzelfstandigd. De pensioenregeling van Stichting Pensioenfonds OWASE is enkel van toepassing voor de vestiging van RPC Bebo Nederland in Beuningen. De vestiging van RPC Bebo Nederland in Goor is in 2011 gesloten. Voormalige medewerkers van deze vestiging die overgeplaatst zijn naar de RPC-vestiging in Deventer blijven deelnemer aan de OWASE-pensioenregeling. RPC heeft inmiddels aangekondigd in 2013 ook de vestiging in Beuningen te gaan sluiten. Jaarverslag 2012 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 5

1.2 Organisatie 1.2.1 Bestuur Het bestuur van Stichting Pensioenfonds OWASE bestond in 2012 uit zes personen: drie vertegenwoordigers van de werkgevers, twee vertegenwoordigers van de werknemers en één vertegenwoordiger van de pensioengerechtigden. De werkgeversvertegenwoordigers in het bestuur worden benoemd door de Werkgeversvereniging OWASE (WVO). De vertegenwoordigers van de werknemers in het bestuur worden benoemd door de Samenwerkende Ondernemingsraden van de OWASE-ondernemingen (SOR). De vertegenwoordiger van de pensioengerechtigden wordt gekozen door en uit de geleding van pensioengerechtigden. Het bestuur heeft bevoegdheden overeenkomstig de statuten en reglementen van het pensioenfonds, in overeenstemming met de vastlegging in de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN). Het pensioenfondsbestuur had in 2012 de volgende samenstelling: Naam Functie Geleding Lid sinds Zittingsduur tot H.J. Meijerink 1 voorzitter werkgevers 2000 2017 A.J. van den Elst plv. voorzitter werkgevers 2011 2015 H. Dries 2 lid werkgevers 2000 2016 J.W. Floor secretaris werknemers 2005 2014 R.H.A. Brookhuis 3 plv. secretaris werknemers 2004 2016 J. Stoffelsma lid pensioengerechtigden 2004 2014 1 De heer Meijerink is per 1 januari 2013 voor een nieuwe termijn herbenoemd als vertegenwoordiger van de werkgevers in het bestuur. Hij blijft ook na 1 januari 2013 de voorzitter van het pensioenfondsbestuur. 2 De heer Dries is per 1 januari 2012 voor een nieuwe termijn herbenoemd als vertegenwoordiger van de werkgevers in het bestuur. 3 De heer Brookhuis is per 1 januari 2012 voor een nieuwe termijn herbenoemd als vertegenwoordiger van de werknemers in het bestuur. 1.2.2 Verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan bestond in 2012 uit zes personen: twee vertegenwoordigers van de werkgevers, twee vertegenwoordigers van de werknemers en twee vertegenwoordigers van de pensioengerechtigden. De werkgeversvertegenwoordigers in het verantwoordingsorgaan worden benoemd door de Werkgeversvereniging OWASE (WVO). De vertegenwoordigers van de werknemers in het verantwoordingsorgaan worden benoemd door de Samenwerkende Ondernemingsraden van de OWASEondernemingen (SOR). De vertegenwoordigers van de pensioengerechtigden worden benoemd door de vereniging van gepensioneerden Wavin Old. Het verantwoordingsorgaan heeft de volgende samenstelling: Naam Functie Geleding Lid sinds Zittingsduur tot F. Schepers voorzitter pensioengerechtigden 2008 2014 L. Meijer 1 lid pensioengerechtigden 2008 2016 B.H.J. van Dijk plv. voorzitter werknemers 2008 2012 (tot 1 juni 2012) 2 D. de With lid werknemers 2012 2017 (vanaf 1 juni 2012) 3 W. van Dijk lid werknemers 2008 2015 R. de Jonge 4 secretaris werkgevers 2008 2016 L. Hessels plv. secretaris werkgevers 2008 2014 Jaarverslag 2012 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 6

1 De heer Meijer is per 1 januari 2012 voor een nieuwe termijn herbenoemd als vertegenwoordiger van de pensioengerechtigden in het verantwoordingsorgaan. 2 De heer Van Dijk is per 1 juni 2012 teruggetreden als vertegenwoordiger van de werknemers in het verantwoordingsorgaan. 3 De heer De With is per 1 juni 2012 benoemd als vertegenwoordiger van de werknemers in het verantwoordingsorgaan. Hij vulde de vacature in die door het terugtreden van de heer Van Dijk was ontstaan. Hij werd daarom in eerste instantie voor de resterende termijn van de heer Van Dijk - tot 1 januari 2013 - benoemd. De heer de With is per 1 januari 2013 herbenoemd als vertegenwoordiger van de werknemers in het verantwoordingsorgaan. 4 De heer De Jonge is per 1 januari 2012 voor een nieuwe termijn herbenoemd als vertegenwoordiger van de werkgevers in het verantwoordingsorgaan. Hij blijft ook na 1 januari 2012 secretaris van het verantwoordingsorgaan. Het pensioenfondsbestuur legt jaarlijks op basis van o.a. het jaarverslag (jaarrekening, bestuursverslag en actuarieel verslag) verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan over het gevoerde beleid, de uitvoering hiervan en de naleving van de regels met betrekking tot de Pension Fund Governance (PFG). Daarnaast informeert het bestuur het verantwoordingsorgaan over beleidskeuzes voor de toekomst. Het verantwoordingsorgaan adviseert op basis van de Pensioenwet: bij het vaststellen en wijzigen van de vergoedingsregeling voor bestuursleden (aangezien het verantwoordingsorgaan zelf de normbedragen vaststelt is deze adviestaak bij Stichting Pensioenfonds OWASE niet aan de orde; zie hieronder); bij het wijzigen van het beleid ten aanzien van het verantwoordingsorgaan; bij besluiten ten aanzien van de vorm, inrichting en samenstelling van het intern toezicht; bij het vaststellen en wijzigen van de interne klachten- en geschillenprocedure; bij het vaststellen en wijzigen van het communicatie- en voorlichtingsbeleid. Het verantwoordingsorgaan adviseert in aanvulling daarop ook: bij het nemen van maatregelen ten aanzien van aanspraken en pensioenen in verband met een verslechterde financiële situatie van het pensioenfonds; bij het vaststellen en wijzigen van het bestuursreglement; bij het toe- en uittreden van (aangesloten) ondernemingen. Het verantwoordingsorgaan heeft voorts de volgende goedkeuringsrechten: bij wijziging van de statuten van de stichting; bij gehele of gedeeltelijke overdracht van de verplichtingen van de stichting; bij liquidatie van de stichting. Het verantwoordingsorgaan stelt - op voorstel van het bestuur - normbedragen vast voor de tegemoetkoming aan de bedrijven voor het beschikbaar stellen van bestuursleden. Het verantwoordingsorgaan stelt tevens - op voorstel van het bestuur - de hoogte vast van de tegemoetkoming voor eventuele vakbestuurders en de vergoeding voor pensioengerechtigde bestuursleden. Het verantwoordingsorgaan is tot slot bevoegd om - in voorkomende gevallen - op verzoek van het bestuur of van de benoemende geleding een bestuurslid of een lid van het verantwoordingsorgaan te schorsen. 1.2.3 Intern toezicht Voor het intern toezicht wordt driejaarlijks een visitatiecommissie aangesteld om het functioneren van het pensioenfonds en van het bestuur te onderzoeken en zo nodig aanbevelingen te doen. Taken van het intern toezicht zijn: het beoordelen van de beleids- en bestuursprocedures en -processen en de checks en balances in het pensioenfonds; het beoordelen van de aansturing van het pensioenfonds; het beoordelen van het beleid van het bestuur ten aanzien van langere termijnrisico's. Het bestuur heeft in 2010 een visitatiecommissie ingesteld om een visitatie uit te voeren en heeft begin 2013 wederom een visitatiecommissie aangesteld. 1.2.4 Commissies Het pensioenfondsbestuur heeft een drietal commissies ingesteld die zich elk bezig houden met een onderdeel van de werkzaamheden van het pensioenfondsbestuur. Dit zijn: de Beleggingscommissie; de Financiële en Technische Commissie; Jaarverslag 2012 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 7

de Communicatiecommissie. De commissies houden zich bezig met hun specifieke taken en adviseren het bestuur. De commissies hebben elk ten minste twee leden vanuit het bestuur. De commissies worden ondersteund door medewerkers van het pensioenbureau en door externe adviseurs. Door het werken met de verschillende commissies kunnen de werkzaamheden van het bestuur van het pensioenfonds efficiënter worden uitgevoerd. De commissies hebben ook leden die niet tevens bestuurslid zijn (externe leden). De communicatiecommissie heeft drie externe leden. Het gaat daarbij om twee werknemers van aangesloten ondernemingen en om één pensioengerechtigde. De financiële en technische commissie heeft één extern lid (een werknemer van een aangesloten onderneming). De beleggingscommissie heeft twee externe leden (een werknemer van een aangesloten onderneming en een pensioengerechtigde). Eén van deze leden is sinds 1 januari 2009 tevens (extern) voorzitter van de beleggingscommissie en heeft uit dien hoofde ook (gewoon) stemrecht in de commissie. Communicatiecommissie Financiële commissie Beleggingscommissie Bestuursleden Bestuursleden Bestuursleden H. Dries (voorzitter) H.J. Meijerink (voorzitter) A.J. van den Elst J.U. Stoffelsma J.W. Floor R.H.A. Brookhuis Externe leden Externe leden Externe leden A. Brouwer J. Terhalle 1 A.J.M Bruijne (extern voorzitter) 2 R. Spijkers R.M. Botter J.H. Willems 1 De heer Terhalle is per 1 januari 2012 benoemd als extern lid van de financiële commissie. 2 De heer Bruijne is per 1 januari 2013 voor een nieuwe termijn herbenoemd als extern voorzitter van de beleggingscommissie. 1.2.5 Compliance officer In 2010 heeft het pensioenfondsbestuur de heer S.H.A.J. Beckers benoemd als compliance officer van het pensioenfonds. De heer Beckers is geen lid van het bestuur of van de beleggingscommissie van het pensioenfonds. De compliance officer is belast met de uitvoering van het integriteitsbeleid van het pensioenfonds en met het toezicht op de naleving van de gedragscode van het pensioenfonds. De compliance officer wordt ondersteund door het pensioenbureau en door KPMG Integrity Services. 1.2.6 Uitvoeringsorganisatie Stichting Pensioenfonds OWASE heeft zelf geen mensen in dienst. Het bestuur heeft in 2004 een uitbestedingsbeleid voor het pensioenfonds vastgesteld. Dat beleid wordt in 2013 geactualiseerd. Op basis van het uitbestedingsbeleid worden overeenkomsten gesloten met externe dienstverleners. De externe dienstverleners leggen aan het pensioenfondsbestuur verantwoording af over de wijze waarop zij hun taken uitvoeren. Uitgangspunt is dat het bestuur, overeenkomstig de eisen van de Pensioenwet, verantwoordelijk blijft voor de juiste uitvoering van de uitbestede taken. Het pensioenbureau is onderdeel van Dion B.V. Het pensioenbureau voert veel van de administratieve werkzaamheden uit, zoals het berekenen en aan de ondernemingen doorbelasten van de premies, het vaststellen van de pensioenuitkeringen en het berekenen van het hiervoor benodigde vermogen. Het pensioenbureau zorgt tevens voor de ambtelijke ondersteuning van het bestuur en de andere pensioenfondsorganen, coördineert de beleidsvoorbereiding en zorgt mede voor de operationele ondersteuning van het vermogensbeheer. Het pensioenfonds heeft de beleggingen vrijwel geheel uitbesteed aan externe vermogensbeheerders. Daarnaast werkt het pensioenfonds samen met een aantal externe adviseurs zoals een actuaris, een accountant en een beleggingsadviseur. Jaarverslag 2012 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 8

Manager pensioenfonds H. Lubbers (Dion B.V.) Administratie en informatie J.F. Lodewijk (Dion B.V.) G. Bouck (Dion B.V.) M.E.H. Zwiers (Dion B.V.) M. van den Dijk (Dion B.V.) Beleidsvoorbereiding M.E.R. Spit (Dion B.V.) R. Buikema (Dion B.V.) Beleggingsondersteuning A.G. Doppenberg (Dion B.V.) F. Helmich (Towers Watson te Amstelveen) Beleggingsadviseur J. Boot (Insinger de Beaufort te Amsterdam) Bewaarder KasBank te Amsterdam Actuaris P.M. Halkes (Towers Watson te Apeldoorn) - adviseur R. Westhoff (Towers Watson te Amstelveen) - certificeerder Accountant C. Messina (KPMG Accountants N.V. te Zwolle) Jaarverslag 2012 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 9

1.3 Kerncijfers (aantallen nominaal, bedragen x 1000) 2012 2011 2010 2009 2008 Aantal werkgevers 21 21 1 23 23 20 Aantal verzekerden Actieve deelnemers 1.568 1.611 1.679 1.775 1.889 Premievrije rechten ( slapers ) 1.474 1.479 1.416 1.363 1.286 Pensioentrekkenden (excl. IP) 1.334 1.289 1.252 1.221 1.180 totaal 4.376 4.379 4.347 4.359 4.355 Reglementvariabelen Indexatie actieven (in %) 0 0,65 1,0 0 4,85 - cumulatieve achterstand ultimo jaar 2,67 - - - - Indexatie inactieven (in %) 0 1,94 1,19 0,75 1,86 - cumulatieve achterstand ultimo jaar 2,10-0,08 - - Franchise ultimo jaar (in Euro) 14.808 14.423 14.330 14.188 14.188 Premiepercentage OP (over grondslag) 30 30 30 30 30 Pensioenuitvoering Ontvangen premie 15.796 15.690 15.864 16.212 16.360 Kostendekkende premie (ongedempt) 18.045 15.053 13.110 14.104 10.234 Pensioenuitvoeringskosten 2 1.059 984 1.144 1.005 961 - kosten per deelnemer (in Euro) 365 340 367 Uitkeringen 17.449 17.435 17.109 16.233 15.173 Saldo waardeoverdrachten -92 450 16 97 2.523 Vermogenssituatie o.b.v. FTKmethodiek (rentetermijnstructuur) 3 FTK-rekenrente ultimo jaar (in %) 2,43 2,74 3,45 3,86 3,50 Totaal pensioenvermogen 626.904 552.699 533.296 483.190 421.512 Pensioenverplichtingen 580.411 531.257 456.678 405.298 398.033 Aanwezige dekkingsgraad (in %) 108,0 104,0 116,8 119,2 105,9 Vereiste dekkingsgraad (in %) 4 117,2 117,3 117,4 114,6 111,0 Beleggingsportefeuille Aandelen 227.676 193.444 194.300 171.985 126.943 Commodities 20.238 14.666 32.912 23.771 19.804 Vastrentende waarden 335.427 313.853 277.788 285.592 267.165 Derivaten 2.312-2.604-1.127-2.046 5.193 Vastgoed 21.815 18.548 16.369 - - Overige beleggingen 13.913 12.065 11.834 - - totaal 621.381 549.972 532.076 479.302 419.105 Beleggingsperformance Beleggingsrendement (in %, incl. valuta afdekking) 13,37 2,99 10,4 14,6-8,6 ALM-Benchmark (in %) 15,01-1,76 12,5 21,4-20,3 Kosten vermogensbeheer (in % gem. belegd vermogen) 0,395% 0,436% n.v.t. n.v.t. n.v.t 1 De afname van het aantal aangesloten ondernemingen in 2011 hield verband met een wijziging in de concernverhoudingen van een van de aangesloten ondernemingen (aansluiting met lege B.V. beëindigd) en met het premievrij maken van een andere onderneming met één personeelslid, tevens DGA van die onderneming. 2 De pensioenuitvoeringskosten werden vóór 2011 op een andere wijze gepresenteerd, zie hiervoor paragraaf 2.5.7 van het bestuursverslag. 3 Rentetermijnstructuur ultimo 2011 met DNB-correctie o.b.v. 3 maandsgemiddelde en ultimo 2012 met DNB correctie o.b.v. UFR en 3 maandsgemiddelde. 4 Het pensioenfonds had ultimo 2012 een reservetekort van - 9,2% (geen dekkingstekort), ultimo 2011 een dekkingstekort van - 1,0% en een reservetekort van - 13,3%, ultimo 2010 een reservetekort van - 0,6% (geen dekkingstekort) en ultimo 2008 een reservetekort van - 5,1% (geen dekkingstekort). In 2009 was er geen sprake van een tekort. Jaarverslag 2012 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 10

2 Verslag van het bestuur 2.1 Hoofdlijnen 2.1.1 Algemeen Met dit jaarverslag wil het bestuur van Stichting Pensioenfonds OWASE verantwoording afleggen over en toelichting geven op het gevoerde beleid in het afgelopen jaar. Het jaarverslag geeft inzicht in vraagstukken die voor het pensioenfonds belangrijk zijn. Afhankelijk van het onderwerp zal in dit verslag naast een verantwoording over het in het verleden gevoerde beleid ook het in de toekomst te voeren beleid aan de orde komen. 2.1.2 Statutaire doelstelling Artikel 3 Doel van de Statuten van Stichting Pensioenfonds OWASE bepaalt: Het pensioenfonds heeft als doel de verstrekking van pensioenen en andere uitkeringen ter zake van ouderdom, arbeidsongeschiktheid en overlijden aan deelnemers en gewezen deelnemers, alsmede aan hun nabestaanden, overeenkomstig de bepalingen van het pensioenreglement en van deze statuten. 2.1.3 Actuariële en Bedrijfstechnische Nota Om de doelstelling van het pensioenfonds te realiseren werkt het bestuur van Stichting Pensioenfonds OWASE volgens een Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN). De bedoeling van de ABTN is om integraal inzicht te geven in het functioneren van het pensioenfonds en om een beschrijving te geven van het ten behoeve van het pensioenfonds te voeren beleid, waarbij de financiële opzet en de grondslagen waarop deze berust, gemotiveerd omschreven zijn. De ABTN is in 2012 geactualiseerd. De geactualiseerde ABTN is per 1 juli 2012 van kracht geworden. Het integrale risicomanagement en de planning en controlcyclus voor het vermogensbeheer zijn nader uitgewerkt, het financieel crisisplan is opgenomen en de methodiek voor het exact berekenen van het minimaal vereist eigen vermogen is aangepast. 2.2 Goed pensioenfondsbestuur Het pensioenfonds dient maatregelen te treffen die goed pensioenfondsbestuur waarborgen. In de Pensioenwet zijn de principes van Pension Fund Governance (PFG) verankerd. Deze principes omvatten zorgvuldig bestuur; transparantie, openheid en communicatie; deskundigheid; verantwoording en intern toezicht. Jaarverslag 2012 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 11

2.2.1 Integere bedrijfsvoering Het beleid van het pensioenfonds is onder meer gericht op een integere bedrijfsvoering. Beheerste en integere bedrijfsvoering bestaat uit: beheersen van de pensioenfondsprocessen en risico s waarbij sprake is van: - adequate administratieve organisatie en interne controle; - adequate controlemechanismen; - beleid voor beheersing van risico s. waarborgen voor de integriteit: - systematische analyse van integriteitrisico s; - beleid voor beheersing van deze risico s; - uitvoering van dat beleid. procedures en maatregelen ter voorkoming van belangenverstrengeling. beleid voor het beheersen van (financiële) risico s die de soliditeit van het pensioenfonds kunnen aantasten. Het bestuur heeft in 2011 een beleidscyclus voor integraal risicomanagement ingericht en in 2012 verder geïmplementeerd om de risico s en de beheersmaatregelen permanent te monitoren en om permanent op deze risico s en beheersmaatregelen te kunnen sturen. 2.2.2 Deskundigheidsbevordering Het bestuur heeft een deskundigheidsplan opgesteld. In dit deskundigheidsplan is een beleidskader geformuleerd voor maatregelen en activiteiten die gericht zijn op het verkrijgen en behouden van een adequaat bestuur met voldoende deskundigheid op alle noodzakelijke deelterreinen. De koepelorganisaties hebben ten behoeve van de deskundigheidsbevordering zgn. eindtermen geformuleerd waaraan bestuursleden binnen een bepaalde termijn moeten voldoen. Deze eindtermen zijn opgenomen in het deskundigheidsplan. Er worden hoge eisen gesteld aan de deskundigheid van bestuursleden (t.a.v. kennis, inzicht, oordeelsvorming). In 2011 is een profiel voor bestuurslid bij het pensioenfonds opgesteld, waarin ook de vereiste competenties worden beschreven (t.a.v. denken, voelen, kracht). Het bestuur voert jaarlijks een zelfevaluatie uit. De voorzitter van het pensioenfondsbestuur houdt jaarlijks evaluatiegesprekken met de individuele bestuursleden. Op basis van de uitkomsten van de zelfevaluatie en de evaluatiegesprekken is voor elk bestuurslid afzonderlijk een trainingsprogramma vastgesteld. De afspraken in het kader van deze programma s zijn begin 2012 en begin 2013 geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. Het bestuur heeft in oktober 2012 zijn jaarlijkse studiedag gehouden, waarvoor diverse externe sprekers werden uitgenodigd. In april 2012 heeft het bestuur een strategiedag gehouden. Doelstelling van deze dag was om te kijken naar: waar staat het pensioenfonds nu, waar wil het bestuur naar toe en waar moet het bestuur rekening mee houden. Voor het verantwoordingsorgaan werd in maart 2012 een studiemiddag georganiseerd. De beleggingscommissie heeft in december 2012 haar jaarlijkse beleidsdag gehouden waarvoor eveneens diverse sprekers werden uitgenodigd. Tevens werden in 2012 weer diverse congressen, seminars en contactdagen bezocht en werd literatuur over de ontwikkelingen op pensioengebied bijgehouden. 2.2.3 Naleving wet- en regelgeving Het bestuur is niet bekend met overtredingen van wet- en regelgeving. 2.2.4 Klachten- en geschillenprocedure Het pensioenfonds heeft een klachten- en geschillenprocedure. In het kader van deze procedure kunnen belanghebbenden worden verwezen naar de Ombudsman Pensioenen. In 2012 zijn er geen klachten ingediend. Jaarverslag 2012 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 12

2.2.5 Gedragscode De bestuursleden en de bij het pensioenfonds betrokken medewerkers van het pensioenbureau van Dion B.V. hebben een gedragscode getekend volgens het model van de Stichting Ondernemingspensioenfondsen (OPF; thans onderdeel van de Pensioenfederatie). Stichting Pensioenfonds OWASE valt onder het zgn. effectentypisch gedragstoezicht (ETGT). De gedragscode van het pensioenfonds moet daarom zowel aan de eisen van de Pensioenwet als aan de eisen van de Wet op het financieel toezicht voldoen. Ook nieuwe bestuursleden en nieuwe medewerkers van het pensioenbureau dienen de gedragscode te tekenen. Het bestuur heeft tevens een breder compliancebeleid vastgesteld en dit beleid vastgelegd in een Handboek Compliance. In dit handboek zijn ook de processen en procedures vastgelegd op basis waarvan het pensioenfonds vaststelt of de aan het pensioenfonds verbonden personen zich hebben gehouden aan de gedragscode en of het fonds in compliance is geweest. In het kader van het compliancebeleid hebben alle bij het pensioenfonds betrokken medewerkers van het pensioenbureau een door de gemeente van hun woonplaats afgegeven verklaring omtrent het gedrag ingeleverd. Ook nieuwe medewerkers dienen een dergelijke verklaring te overleggen. In opdracht van de compliance officer van het pensioenfonds wordt door KPMG Integrity Services jaarlijks een onderzoek uitgevoerd naar de naleving van de gedragscode en naar nevenactiviteiten en halfjaarlijks een onderzoek naar privé-beleggingstransacties. De compliance officer heeft begin 2011 nieuwe afspraken met KPMG gemaakt over de uitvoering van het onderzoek naar de naleving van de gedragscode. Het pensioenfondsbestuur zal het compliancebeleid in 2013 opnieuw onder de aandacht brengen van alle betrokken personen. Op basis van het onderzoek van KPMG over 2012 werd o.a. vastgesteld dat de gedragscode van het pensioenfonds is nageleefd, dat er door de bestuursleden geen conflicterende nevenactiviteiten zijn verricht en dat er in 2012 door de insiders bij de pensioenfondsbeleggingen geen privébeleggingstransacties zijn verricht in die beleggingsfondsen waarin het pensioenfonds in de toetsingsperiode een aandeel in het belegde vermogen heeft of heeft gehad. De heer Dries is behalve bestuurslid bij het pensioenfonds tevens directeur van Dion B.V. Dion is zowel uitvoeringsorganisatie voor het pensioenfonds als aangesloten onderneming. Transacties tussen het pensioenfonds en Dion worden op zakelijke grondslagen overeengekomen. Wanneer in het bestuur gesproken wordt over de relatie tussen het pensioenfonds en Dion is de heer Dries daarbij in beginsel niet aanwezig. Ook andere medewerkers van Dion zijn daarbij niet aanwezig. Wanneer in het bestuur gestemd wordt over transacties met Dion onthoudt de heer Dries zich van stemmen. 2.2.6 Toezichthouder Het pensioenfondsbestuur heeft voor het kalenderjaar 2012 een zgn. adempauze bij de toezichthouder, De Nederlandsche Bank (DNB), aangevraagd. Aangezien het pensioenfonds het jaar 2012 startte met een dekkingstekort, diende het fonds aan de zgn. premiedekkingsgraadeis (PDG-eis) te voldoen: de eis dat de premie dient bij te dragen aan het herstel van de financiële situatie van het pensioenfonds. De feitelijke premie van 30% was voor 2012 nipt kostendekkend, maar voldeed niet aan deze PDG-eis. Het bestuur heeft daarom voor het jaar 2012 bij DNB een vrijstelling van deze PDG-eis - een adempauze - aangevraagd en DNB heeft dit verzoek - voor de duur van één jaar - gehonoreerd. Als voorwaarde voor het verlenen van de vrijstelling diende de financiële opzet van het pensioenfonds uiterlijk 31 december 2012 sluitend te zijn. Aan het eind van 2012 bleek dat het noodzakelijk was om het opbouwpercentage voor het kalenderjaar 2013 te verlagen om de financiële opzet voor het jaar 2013 sluitend te maken. Weliswaar hoefde het pensioenfonds voor 2013 niet te voldoen aan de PDG-eis, maar de premie van 30% bleek voor 2013 niet kostendekkend te zijn. Het bestuur heeft DNB geïnformeerd over de verlaging van het opbouwpercentage. DNB heeft het bestuur naar aanleiding van de evaluatie van het herstelplan in 2012 gevraagd of hij het risicoprofiel van het pensioenfonds heeft gewijzigd, sinds het (eerste) van toepassing worden van het herstelplan. Het bestuur heeft DNB toegelicht dat het vereist eigen vermogen bij het opstellen van het herstelplan in 2009 werd vastgesteld op basis van de feitelijke beleggingsmix en niet op basis van de strategische beleggingsmix. Door marktontwikkelingen week de feitelijke mix destijds namelijk sterk af van de strategische mix. De feitelijke mix lag in 2009 buiten de bandbreedte van het strategische beleidskader. Bij de evaluatie in 2012 werd bij vaststelling van het vereist eigen vermogen echter - zoals Jaarverslag 2012 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 13

te doen gebruikelijk - uitgegaan van de strategische mix. De feitelijke mix lag op dat moment ruim binnen de bandbreedte van het beleidskader. Het risicoprofiel van het fonds lag in 2009 niet volledig en in 2012 wel volledig in lijn met het beoogde risicoprofiel. Het bestuur heeft het risicoprofiel gedurende de looptijd van het herstelplan niet in relevante mate verhoogd. Het bestuur heeft DNB op haar verzoek in de zomer van 2012 tevens het crisisplan van het pensioenfonds toegezonden en de geactualiseerde ABTN. 2.2.7 Uitbesteding Het bestuur is bevoegd één of meerdere onderdelen van de bedrijfsprocessen van het pensioenfonds te laten uitvoeren door derden. In het uitbestedingsbeleid heeft het bestuur vastgelegd aan welke voorwaarden deze uitbesteding zal moeten voldoen. Bij deze beleidsregels is rekening gehouden met de voorwaarden zoals die door De Nederlandsche Bank als toezichthouder zijn voorgeschreven. Nieuwe uitbestedingsovereenkomsten en aanpassingen van bestaande uitbestedingsovereenkomsten worden steeds getoetst aan het uitbestedingsbeleid. Het uitbestedingsbeleid wordt in 2013 geëvalueerd en waar nodig geactualiseerd. Pensioenfonds OWASE heeft voor de beleidsvoorbereiding en de uitvoering van de administratie door het pensioenbureau een uitbestedingsovereenkomst (Service Level Agreement) gesloten met Dion B.V. De dienstverlening geschiedt overeenkomstig de met het pensioenfondsbestuur gemaakte afspraken. De kwaliteitsaspecten en de monitoring daarvan door middel van kwartaal-sla-rapportages zijn vastgelegd in de SLA. De heer H. Lubbers van Dion is als manager pensioenfonds voor het bestuur het centrale aanspreekpunt bij het pensioenbureau. Vanwege de toegenomen complexiteit van de pensioenregelgeving en de aanscherping van de eisen die de toezichthouders stellen is de dienstverlening in 2012 uitgebreid, met name op het gebied van de ondersteuning van het vermogensbeheer. 2.2.8 Communicatie In 2012 is veel aandacht besteed aan communicatie. De communicatiecommissie zet zich in om de complexe pensioenmaterie op een duidelijke en begrijpelijke manier aan de deelnemers en pensioengerechtigden uit te leggen. De commissie heeft het communicatieplan geactualiseerd. Het bestuur heeft het nieuwe communicatieplan in het najaar van 2012 - na een positief advies van het verantwoordingsorgaan - vastgesteld. In het communicatieplan is ook een aantal acties opgenomen naar aanleiding van de uitkomsten van een onderzoek onder de deelnemers naar hun pensioenkennis. Dit onderzoek zal in 2013 worden herhaald. Het bestuur heeft Dion B.V. gevraagd om alle actieve deelnemers bij het bereiken van 30-45- en 55- jarige leeftijd uit te nodigen voor een kort pensioengesprek. Zo n gesprek is met name bedoeld om de deelnemer inzicht te verschaffen in de eigen pensioensituatie en de deelnemer te wijzen op zijn eigen verantwoordelijkheid voor het treffen van een adequate pensioenvoorziening voor hem zelf en voor zijn eventuele nabestaanden. Aan de deelnemers die uitgenodigd zijn wordt na elk gesprek gevraagd om een evaluatieformulier in te vullen. Jaarlijks worden de antwoorden op de formulieren geïnventariseerd. De deelnemers geven vrijwel allemaal aan dat ze door het gesprek een goed beeld hebben gekregen van hun persoonlijke pensioensituatie en van de gevolgen van bepaalde gebeurtenissen - zoals trouwen, scheiden of het wisselen van baan - op hun pensioen. Al met al een goede reden om door te gaan met de pensioengesprekken. Pensioenfonds OWASE heeft een website: www.owase.nl. Op de website zijn naast algemene informatie over organisatie en structuur van het pensioenfonds ook de reglementen, brochures, nieuwsbrieven, samenvattingen van de notulen van vergaderingen van bestuur, veelgestelde vragen (en antwoorden) en andere wetenswaardigheden geplaatst. Ook de kwartaalrapportages worden op de website gezet. Ook wordt via de website een rekenmodule (pensioenpeiler) ter beschikking gesteld waarmee de deelnemers hun persoonlijke pensioensituatie kunnen bepalen en verschillende pensioenmogelijkheden kunnen doorrekenen. Dezelfde pensioenpeiler wordt gebruikt bij de pensioengesprekken, maar is dus ook voor iedereen toegankelijk op de website van het pensioenfonds. De pensioenpeiler zal in 2013 worden aangepast aan de wijzigingen in het (landelijke) pensioenstelsel en de OWASE pensioenregeling. Een nieuwe deelnemer krijgt binnen drie maanden een startbrief van het pensioenfonds. Bij deze Jaarverslag 2012 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 14

startbrief is een pensioenbrochure bijgevoegd waarin de pensioenregelingen en de uitvoering van deze regelingen op een voor iedereen te begrijpen wijze worden uitgelegd. De brochure is ook bedoeld als beknopt pensioenreglement. In overeenstemming met de door de koepelorganisaties geïntroduceerde doelstelling om eenvormige, eenduidige en duidelijke pensioenoverzichten te verstrekken, is in 2012 aan alle actieve deelnemers een uniform pensioenoverzicht (UPO) uitgereikt. In 2012 is tevens aan de gewezen deelnemers en aan de pensioengerechtigden een UPO uitgereikt. In 2013 zullen de actieve en gewezen deelnemers en pensioengerechtigden wederom een UPO uitgereikt krijgen. De commissie oriënteert zich nog op de mogelijkheid om ook aan de ex-partners een UPO uit te reiken. Er is voor deze doelgroep echter geen landelijk format beschikbaar en de doelgroep is - alleen al binnen de pensioenfondspopulatie van pensioenfonds OWASE - heel divers samengesteld. Gewezen deelnemers, gewezen partners en pensioengerechtigden worden op het moment dat zij voornoemde status krijgen over bepaalde elementen - die voor hen op dat moment van belang zijn - in hun pensioenregeling geïnformeerd. Daarna worden de gewezen deelnemer, de gewezen partner en de pensioengerechtigde jaarlijks op de hoogte gehouden over belangrijke ontwikkelingen in hun pensioenregeling. De deelnemers en pensioengerechtigden ontvangen in beginsel in de eerste helft van elk jaar een beknopt jaarverslag en in de tweede helft van het jaar een pensioenkrant. Iets later dan gebruikelijk - in februari 2013 - is aan alle deelnemers en pensioengerechtigden weer een pensioenkrant gestuurd waarmee de mensen onder andere werden geïnformeerd over de actuele financiële situatie van het pensioenfonds en over de eigen verantwoordelijkheid om te zorgen voor een adequate pensioenvoorziening voor zichzelf en voor hun eventuele nabestaanden. Tevens werd aangegeven welke wijzigingen op stapel staan, zowel voor wat betreft de wijzing van het landelijke pensioenstelsel als voor wat betreft de aanpassing van de OWASE-pensioenregeling. 2.2.9 Bestuursvergaderingen Het bestuur van het pensioenfonds heeft het afgelopen jaar verscheidene keren vergaderd. De belangrijkste onderwerpen waren naast de reguliere beleidscyclus: de financiële situatie van het pensioenfonds; de ontwikkeling van de kostendekkende premie; het al dan niet toekennen van voorwaardelijke indexaties; het actualiseren van de ABTN en het pensioenreglement; de invoering van integraal risicomanagement de aanpassing van de pensioenregeling in verband met het nieuwe Nederlandse pensioenstelsel. De agenda van de bestuursvergaderingen wordt gesplitst in een deel strategisch zaken van ca. 1,5 uur en een deel actuele zaken van ca. 1,5 uur. In het strategische deel van de vergadering worden per vergadering bepaalde specifieke beleidspunten besproken. De beleidsvoorbereiding vindt zoveel mogelijk in de commissies plaats. 2.2.11 Strategiedag bestuur Het pensioenfondsbestuur heeft op 17 april 2012 een strategiedag gehouden. Alle belangrijke strategische onderwerpen zijn gezamenlijk doorgesproken: - de ontwikkelingen in pensioenland; - de pension fund governance (PFG); - de huidige organisatiestructuur van het pensioenfonds; - de financiële opzet van het pensioenfonds; - het crisisplan van het pensioenfonds. Het bestuur heeft in 2011 een zgn. SWOT-analyse uitgevoerd, waarbij gekeken werd wat de sterke punten zijn van het pensioenfonds en wat de zwakke punten, welke kansen er zijn voor het pensioenfonds en welke bedreigen. Het bestuur heeft deze analyse in 2012 geactualiseerd en de uitkomsten vergeleken met die van 2011. Vervolgens is gediscussieerd over hoe van zwakke punten sterke punten gemaakt kunnen worden, van bedreigingen kansen en hoe sterke punten gebruikt kunnen worden om kansen te benutten. Jaarverslag 2012 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 15

2.2.12 Bestuursvergadering 23 mei 2013 Op 23 mei 2013 heeft de bestuursvergadering over de jaarstukken plaatsgevonden. In deze vergadering heeft het pensioenfondsbestuur de jaarstukken over het boekjaar 2012 behandeld en formeel vastgesteld. 2.3 Pensioenparagraaf De pensioenregeling die Stichting Pensioenfonds OWASE uitvoert is een voorwaardelijk geïndexeerde middelloon-pensioenregeling op basis van een uitkeringsovereenkomst met gemaximeerde werkgeverspremie en met opbouw nabestaandenpensioen. Bovendien voorziet de pensioenregeling in een arbeidsongeschiktheidspensioen op risicobasis, een tijdelijk nabestaandenpensioen op risicobasis en een wezenpensioen op risicobasis. De belangrijkste kenmerken van de pensioenregeling: - het opbouwpercentage voor het levenslang ouderdomspensioen is 2,15% (NB. voor het kalenderjaar 2013 geldt een verlaagd opbouwpercentage van 1,65%); - de franchise in de ouderdomspensioenregeling is per 1 januari 2012 vastgesteld op 14.661 (per 1 januari 2013 14.808); - de ploegentoeslag is voor de deelnemers, die onder de OWASE CAO vallen, voor 50% in het pensioengevend salaris opgenomen; voor de deelnemers die onder de RPC CAO vallen is het oude percentage van 20% blijven gelden; - de pensioenpremie komt voor 75% voor rekening van de werkgever en voor 25% voor rekening van de werknemer. De totale pensioenpremie is momenteel vastgesteld op 30% van de pensioengrondslag; - er geldt een flexibele ingangsdatum van het ouderdomspensioen (eerder dan de pensioenleeftijd van 65 jaar) - het tijdelijk nabestaandenpensioen is vastgesteld op 7.000 per jaar; - het arbeidsongeschiktheidspensioen heeft een excedent-onderdeel voor inkomens boven het maximale WAO of WIA-dagloon; - tijdens volledige arbeidsongeschiktheid (WAO of WIA) vindt de opbouw van ouderdomspensioen voor 70% plaats. Voor gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid is een opbouwstaffel vastgesteld. De belangrijkste wijzigingen van het pensioenreglement in 2012 zijn: - het per 1 januari 2012 bijstellen van de dekkingstekortgrens van 105% naar 104,25% in bijlage 4 van het reglement; - de per 1 juli 2012 vanwege de sterke daling van de rekenrente opnieuw vastgestelde flexibiliseringsfactoren in bijlage 5 van het reglement. 2.3.1 Toeslagbeleid Het indexatiebeleid van Stichting Pensioenfonds OWASE heeft een strikt voorwaardelijk karakter. Als sprake zou zijn geweest van een onvoorwaardelijk indexatiebeleid, dan had het pensioenfonds voor indexaties een reserve moeten aanhouden, maar voor het opbouwen en aanhouden van een dergelijke reserve ontbreken de financiële middelen. Het pensioenfonds heeft wel de ambitie om de indexaties zoveel als mogelijk is te realiseren. De indexaties moeten echter gefinancierd worden uit de vrije reserve van het pensioenfonds (lees: uit de beleggingsopbrengsten). Indexatieambitie De indexatieambitie van het pensioenfonds luidt als volgt: - Het bestuur streeft er naar om de pensioenaanspraken van actieve deelnemers per de data van de collectieve OWASE CAO-verhogingen te indexeren overeenkomstig de OWASE CAO-loonindex. Zij kunnen voor de toekomst geen rechten ontlenen aan een verleende indexatie en aan de verwachting voor de komende jaren. - Het bestuur streeft er naar om halfjaarlijks de pensioenuitkeringen van de gepensioneerden en de Jaarverslag 2012 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 16

pensioenaanspraken van gewezen deelnemers te indexeren op basis van de CBS-consumentenprijsindex (alle huishoudens, afgeleid). Zij kunnen voor de toekomst geen rechten ontlenen aan een verleende indexatie en aan de verwachting voor de komende jaren. Indexatiekader De voorziening pensioenverplichtingen wordt onder het Financiële Toetsingskader (FTK) vastgesteld op basis van de rentetermijnstructuur. Ook bij het vaststellen van de dekkingsgraad van het pensioenfonds wordt uitgegaan van deze rentetermijnstructuur. Er wordt een nominale dekkingsgraad bepaald. Op basis van deze nominale dekkingsgraad beoordeelt het bestuur of er op dat moment voldoende financiële middelen zijn om indexaties toe te kennen. Zoals reeds aangegeven wordt voor indexaties door het pensioenfonds geen geld gereserveerd. Als de financiële situatie van het pensioenfonds dat toelaat kan het bestuur besluiten om de pensioenuitkeringen en de pensioenaanspraken aan te passen aan de loon- en prijsstijgingen. Voor de eventuele indexatie van de pensioenaanspraken van de actieve deelnemers in de pensioenregeling bekijkt het bestuur eerst óf sprake is van looninflatie en zo ja, hoe hoog deze is. Het bestuur gaat daarbij uit van de collectieve OWASE CAO-verhogingen, de zgn. loonindex. Voor de eventuele indexatie van de pensioenuitkeringen van pensioengerechtigden en voor de pensioenaanspraken van gewezen deelnemers in de pensioenregeling bekijkt het bestuur eerst óf sprake is van prijsinflatie en zo ja, hoe hoog deze is. Het bestuur gaat daarbij uit van de prijsindexcijfers die door het Centraal Bureau voor de Statistiek worden vastgesteld (CPI alle huishoudens, afgeleid), de zgn. prijsindex. Het bestuur bekijkt vervolgens hoe de financiële situatie van het pensioenfonds is. Het pensioenfonds moet op elk moment voldoende financiële middelen hebben om aan al zijn financiële verplichtingen te voldoen (bijvoorbeeld het uitbetalen van de pensioenuitkeringen) en moet tevens nog een reserve hebben. In totaal dient het pensioenfonds ten minste een zgn. dekkingsgraad van 104,25% te hebben (100% voor de verplichtingen plus 4,25% voor de reserve). Als de dekkingsgraad onder 104,25% zakt heeft het pensioenfonds een zgn. dekkingstekort. Als het pensioenfonds een dekkingsgraad van 104,25% heeft, heeft het geen financiële middelen om de pensioenuitkeringen en pensioenaanspraken te indexeren. Door te indexeren worden de verplichtingen van het pensioenfonds namelijk groter en aan grotere verplichtingen kan het pensioenfonds op dat moment niet voldoen. Naast de hiervoor genoemde reserve van 4,25% moet het pensioenfonds nog een aantal financiële reserves aanhouden. Deze reserves dienen om eventuele risico s te kunnen opvangen (zoals een hele lage rentestand of het inzakken van de aandelenkoersen). Als het pensioenfonds onvoldoende financiële middelen heeft om alle reserves aan te houden heeft het pensioenfonds een zgn. reservetekort. Als geen sprake is van een reservetekort heeft het pensioenfonds op dat moment in beginsel voldoende middelen om de pensioenuitkeringen en de pensioenaanspraken volledig te indexeren en kan het bestuur bij de vaststelling van het indexatiepercentage zelfs rekening houden met indexaties die in het verleden niet konden plaatsvinden (maar dan mag door deze zgn. inhaalindexatie niet alsnog een reservetekort ontstaan). De grens voor volledig indexeren ligt op 100% van de reservetekortgrens. Als geen sprake is van een dekkingstekort maar wel van een reservetekort kan het bestuur besluiten de pensioenaanspraken gedeeltelijk te indexeren. Het bestuur hanteert daarvoor de zgn. lineaire indexatie-methode. De voor het bepalen van de financiële situatie relevante ijkdatum is de situatie één maand vóór de beoogde indexatieverlening. - Voor de eventuele indexatie van de pensioenaanspraken van de actieve deelnemers gaat het bestuur uit van de datum van de collectieve OWASE CAO-verhoging. Het bestuur beoordeelt de financiële situatie van het pensioenfonds op de datum die één maand vóór de beoogde indexatiedatum ligt. - Voor de eventuele indexatie van de pensioenuitkeringen van pensioengerechtigden en voor de pensioenaanspraken van gewezen deelnemers beoordeelt het bestuur twee keer per jaar - per 1 januari en per 1 juli - of de pensioenuitkeringen en de pensioenaanspraken geïndexeerd kunnen worden. Het bestuur beoordeelt de financiële situatie van het pensioenfonds op de datum die één maand vóór de beoogde indexatiedatum ligt. Voor de beoordeling of sprake is geweest van prijsinflatie kijkt het bestuur of de prijsindex is gestegen in de referteperiode van april tot oktober, resp. van oktober tot april (referteperiode van een halfjaar). Zoals reeds vermeld is het indexatiebeleid strikt voorwaardelijk. Het pensioenfondsbestuur beslist op basis van de actuele financiële situatie of en in hoeverre de pensioenaanspraken per een bepaalde datum Jaarverslag 2012 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 17

kunnen worden aangepast. Als dat nodig is kan het bestuur eventueel ook andere factoren bij zijn beslissing laten meewegen. Geen indexatie per 1 januari 2012 Op 31 december 2011 was er geen sprake van een indexatieachterstand. Het pensioenfondsbestuur heeft in zijn vergadering van 10 januari 2012 beoordeeld of de pensioenen per 1 januari 2012 geïndexeerd kunnen worden. Er was niet alleen sprake van een reservetekort, maar ook van een dekkingstekort. Het bestuur heeft daarom besloten om overeenkomstig het indexatiebeleid van het pensioenfonds per 1 januari 2012 geen indexatie toe te kennen, noch aan de actieve deelnemers, noch aan de pensioengerechtigden en de gewezen deelnemers. Door het niet toekennen van deze indexatie ontstond een indexatieachterstand: voor de actieve deelnemers was sprake van een niet gecompenseerde loonstijging van 1,65% per 1 januari 2012 en voor de pensioengerechtigden en de gewezen deelnemerswas sprake van een niet gecompenseerde prijsstijging van 0,89% per 1 januari 2012. Geen indexatie per 1 juli 2012 Het pensioenfondsbestuur heeft in zijn vergadering van 10 juli 2012 beoordeeld of aan de pensioengerechtigden en de gewezen deelnemers per 1 juli 2012 overeenkomstig de prijsinflatie een indexatie toegekend kon worden en in zijn vergadering van 25 september 2012 beoordeeld of - met terugwerkende kracht - eveneens per 1 juli 2012 overeenkomstig de collectieve salarisverhoging aan de actieve deelnemers een indexatie toegekend kon worden over de opgebouwde pensioenaanspraken. De nominale dekkingsgraad van het pensioenfonds was 105,7% op de zgn. ijkdatum van 1 juni 2012 maar 100,7% op de beoogde indexatiedatum van 1 juli 2012 (en 102,9% op 1 september 2012). Het pensioenfonds kan volgens het eigen indexatiebeleid en het door DNB goedgekeurde herstelplan niet indexeren als sprake is van een dekkingstekort. Van een dekkingstekort is sprake wanneer de dekkingsgraad van het pensioenfonds lager is dan 104,25%. Dat was op dat moment het geval. Het pensioenfonds had niet voldoende financiële middelen om de pensioenen per 1 juli 2012 te kunnen verhogen, ook niet gedeeltelijk. Het pensioenfondsbestuur heeft daarom besloten om per 1 juli 2012 geen indexatie toe te kennen. Na het niet toekennen van de indexatie per 1 januari 2012 was voor de actieve deelnemers sprake van een niet gecompenseerde loonstijging van 1,65%. Door het niet toekennen van de indexatie per 1 juli 2012 kwam daar een niet-gecompenseerde loonstijging bij van 1,00%. Als rekening wordt gehouden met inflatie op inflatie was voor de actieve deelnemers per 1 juli 2012 (en op de balansdatum van 31 december 2012) sprake van een cumulatieve indexatieachterstand van totaal 2,67%. Na het niet toekennen van de indexatie per 1 januari 2012 was voor de pensioengerechtigden en de gewezen deelnemers sprake van een niet gecompenseerde prijsstijging van 0,89%. Door het niet toekennen van de indexatie per 1 juli 2012 kwam daar een niet-gecompenseerde prijsstijging bij van 1,20%. Als rekening wordt gehouden met inflatie op inflatie was voor de pensioengerechtigden en de gewezen deelnemers per 1 juli 2012 (en op de balansdatum van 31 december 2012) sprake van een cumulatieve indexatieachterstand van totaal 2,10%. Geen indexatie per 1 januari 2013 Het pensioenfondsbestuur heeft in de bestuursvergadering van 15 januari 2013 tevens beoordeeld of de pensioenen per 1 januari 2013 (na de balansdatum) geïndexeerd kunnen worden. Volgens het CBS zijn de prijzen over de referteperiode van april 2012 tot oktober 2012 gestegen met 0,92% (CPI alle huishoudens, afgeleid). De dekkingsgraad van het pensioenfonds was 107,2% op de zgn. ijkdatum van 1 december 2012. En 108,0% op de beoogde indexatiedatum van 1 januari 2013. Het pensioenfonds kan gedeeltelijk indexeren als er sprake is van een reservetekort, maar niet van een dekkingstekort. Van een dekkingstekort is sprake wanneer de dekkingsgraad van het pensioenfonds lager is dan 104,25%. Dat was op dat moment niet het geval. Maar er was wel sprake van een reservetekort. Als uitsluitend gekeken zou worden naar de grenzen die het pensioenfonds voor zijn indexatiebeleid hanteert, dan had een gedeeltelijke indexatie van 0,22% toegekend kunnen worden. Het pensioenfonds had echter op dat moment als beleid dat eerst een verlaging van het opbouwpercentage ongedaan gemaakt diende te worden, alvorens er weer indexaties toegekend konden worden. De verlaging van het opbouwpercentage van 2,15% naar 1,65% voor 2013 geldt voor het hele Jaarverslag 2012 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 18