Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Raadsstuknummer : 2011/24844 Datum : 16 augustus 2011 Programma : Bestuur en Organisatie Blad : 1 van 11 Cluster : Bestuur Portefeuillehouder: dhr. drs. P.C. van den Brink Informatie bij : J.M. Mulder E-mail/tel.nr. : jm.mulder@ijsselstein.nl / 1881 Onderwerp Regionale samenwerking Lopikerwaard Samenvatting Ter uitvoering van een aanbeveling uit de kwaliteitsmeting is in de eerste helft van 2011 een verkennend onderzoek uitgevoerd naar samenwerkingsmogelijkheden in de Lopikerwaard. Op basis van de resultaten van dit onderzoek stellen wij voor om niet in te zetten op een collectief samenwerkingsverband in de Lopikerwaard, maar aan samenwerking in een deelalliantie met Montfoort (en eventuele andere partners in de Lopikerwaard) nader vorm en inhoud te geven. Inleiding In het voorjaar van 2011 heeft adviesbureau Berenschot een verkennend onderzoek uitgevoerd naar samenwerkingsmogelijkheden in de Lopikerwaard. Daarover bent u in januari 2011 door middel van een raadsbrief geïnformeerd. De resultaten van dit onderzoek zijn aan u bekend gemaakt op 16 juni jl. tijdens een informatieavond over diverse actualiteiten, met de mededeling dat na het zomerreces inhoudelijke behandeling volgt. In dit voorstel wordt u geïnformeerd over de uitkomsten van het onderzoek en worden voorstellen gedaan aan de hand van de aanbevelingen van het onderzoeksrapport. Aanleiding voor het onderzoek Het onderzoek vond plaats in opdracht van de gemeenten Lopik, Montfoort, Oudewater, Woerden en IJsselstein en werd grotendeels gefinancierd door de provincie Utrecht. De aanleiding voor het onderzoek werd gevormd door een aanbeveling uit de eerder uitgevoerde kwaliteitsmetingen. Daarnaast vormden de bezuinigingen een aanleiding tot het verkennen van samenwerkingsmogelijkheden in verband met mogelijke efficiencyvoordelen. Tot slot was het onderzoek voor ons van belang ter uitwerking van onze samenwerkingsambities richting de Lopikerwaard, zoals vastgelegd in het collegeprogramma en de Toekomstvisie 2025 IJsselstein Dichtbij. Kwaliteitsmetingen De kwaliteitsmetingen hebben in 2008 en 2009 plaatsgevonden. Uit deze door de provincie uitgevoerde metingen kwam de noodzaak naar voren tot het ontwikkelen van een visie op regionale samenwerking, als onderdeel van een brede toekomstvisie. Strategische keuzen voor (structurele) samenwerking werd daarbij genoemd als noodzakelijke stap, vooral vanwege de toenemende (complexiteit van) gemeentelijke en regionale opgaven. Inmiddels hebben de gemeenteraden van Lopik, Oudewater, Woerden en IJsselstein toekomstvisies
Raadsvoorstel Pagina 2 van 11 vastgesteld. Deze visies geven een beeld van de ontwikkelingen en ambities op de (middel- )lange termijn, ook op het gebied van intergemeentelijke samenwerking. Concrete samenwerkingsambities en een expliciete keuze voor samenwerkingspartners zijn hierin echter niet uitgewerkt. Daarvoor was een nadere verkenning noodzakelijk. Bezuinigingen Een tweede aanleiding voor het onderzoek vormde de economische crisis die gemeenten tot ingrijpende bezuinigingen noodzaakt. De Lopikerwaardgemeenten wensten daarom inzicht in mogelijke schaalvoordelen die samenwerking kan bieden voor met name operationele taken. Dit inzicht kan vervolgens gebruikt worden voor het nader uitwerken van bezuinigingsplannen en het (her)definiëren van ambities. Focus op de Lopikerwaard In onze Toekomstvisie 2025 en in het collegeprogramma 2010-2014 is het voornemen vastgelegd om samenwerking met gemeenten in de Lopikerwaard te intensiveren. Enerzijds om onze eigen landelijke, groene identiteit en kwaliteit te versterken. Anderzijds ten behoeve van het vervullen van een spilfunctie als poort van de Lopikerwaard, ter versterking van de regio en onze positie daarin. Het onderzoek naar samenwerkingsmogelijkheden in de Lopikerwaard helpt ons om richting te geven aan de concrete uitwerking van deze ambities. Het onderzoek Adviesbureau Berenschot heeft aan de hand van onderstaande onderzoeksvragen de samenwerkingsmogelijkheden verkend: - Analyseer (mede aan de hand van de kwaliteitsrapporten en de toekomstvisies) de samenwerkingsmogelijkheden voor de gemeenten Lopik, Montfoort, Oudewater, Woerden en IJsselstein, zodat de gemeenten een visie op samenwerking kunnen definiëren. - Stel aanbevelingen op voor een samenwerkingskader (strategisch platform en bestuurlijke visie), waarmee de gemeenten zowel efficiency als gemeentelijke en regionale bestuurskracht kunnen vergroten. De verkenning vond plaats door middel van dossieronderzoek, inventarisatie van alle samenwerkingsverbanden, inventarisatie van (mogelijke) toekomstige opgaven voor gemeenten, een gespreksronde met (een vertegenwoordiging van) de colleges. Ter afronding vond op 19 april jl. een bestuurlijke conferentie plaats voor de vijf gezamenlijke colleges. De provincie Utrecht heeft het onderzoek grotendeels bekostigd, voortvloeiend uit afspraken die de vijf burgemeesters daarover met de toenmalige gedeputeerde Bestuurlijke Organisatie hebben gemaakt. Desondanks was het een eigen onderzoek van de vijf gemeenten en heeft de provincie verder geen rol vervuld tijdens het onderzoek. Tijdens de slotbijeenkomst op 19 april was een ambtelijk afgevaardigde van de provincie als waarnemer aanwezig en voorts heeft de provincie verzocht om op de hoogte gehouden te worden van de resultaten.
Raadsvoorstel Pagina 3 van 11 De eindresultaten van het onderzoek Adviesbureau Berenschot heeft de volgende eindconclusies en aanbevelingen opgesteld: Conclusies: 1. Er zijn meer belemmeringen dan kansen voor samenwerking tussen de vijf Lopikerwaardgemeenten. 2. Zo doorgaan met inzetten op samenwerking in het collectief van de vijf gemeenten heeft geen zin. 3. Niets doen is geen optie, gezien de opgaven die op gemeenten afkomen. 4. Samenwerking in kleinere verbanden lijkt wel succesvol. In het bijvoegde eindrapport treft u een toelichting aan bij deze conclusies. Aanbevelingen: 1. Continueer de samenwerking in Lopikerwaard verband met het collectief van de vijf gemeenten waar sprake is van een gemeenschappelijk belang. Concreet zien we hier mogelijkheden op het terrein van: het landschap (Groene Hart); dit verbindt de vijf gemeenten vanuit geografisch perspectief en gemeenten kunnen hier gezamenlijk voordeel hebben van samenwerking op dit terrein; belangrijk is dan dat Woerden toetreedt. 2. Zet niet langer in op (uitbouwen van) de samenwerking in Lopikerwaard verband met exclusief het collectief van de vijf gemeenten en kies het collectief ook niet als het natuurlijke standpunt van samenwerkingsgesprekken. 3. Geef elkaar de ruimte voor een eigen ontwikkelspoor voor samenwerking, al dan niet met andere gemeenten uit de Lopikerwaard. 4. Bied duidelijkheid aan elkaar maar ook aan jezelf over wat gegeven de ontwikkelingen het gewenste samenwerkingsperspectief van de eigen gemeente is voor in elk geval deze bestuursperiode; 5. Zet in op een alternatieve samenwerkingsagenda langs drie separate sporen: 1. Montfoort en IJsselstein 2. Oudewater en Woerden 3. Lopik met derden Organiseer op deze drie sporen, vanuit de inhoudelijke opgaven en oriëntatie die de gemeenten gezamenlijk hebben, de samenwerking, waarbij een passende vorm en werkwijze volgt. De keuze voor een meervoudige agenda acht adviesbureau Berenschot vanuit inhoudelijk perspectief, een gelijk gerichte oriëntatie, een gedeeld urgentiegevoel en bestuurlijk draagvlak kansrijk. Intensivering van de samenwerking zullen gemeenten bovendien nodig hebben om hun toekomstige opgaven aan te kunnen. Tot slot heeft adviesbureau Berenschot onderstaand advies uitgebracht over het vervolgtraject: - Neem als vijf colleges om te beginnen een besluit over de vijf aanbevelingen en informeer elkaar over de uitkomst en vervolgstappen. Ga als gemeenten vervolgens langs de, bij aanbeveling 5 genoemde, drie sporen aan de slag om per spoor met elkaar (of met andere) een samenwerkingsagenda te vullen met inhoudelijke thema s
Raadsvoorstel Pagina 4 van 11 waarop de samenwerking in deze kleinere verbanden wordt aangepakt en hoe gezamenlijk wordt geacteerd naar en in andere samenwerkingsverbanden. Kijkend naar de taken die op gemeente afkomen, bevelen we aan om in ieder geval daarbij de taken in het sociale domein (welzijn, jeugd, sociale zaken) prioriteit te geven. Samenwerking op deze thema s zal, voor de ene gemeente meer dan voor de andere, noodzakelijk zijn om deze opgaven te kunnen realiseren. - Laat de huidige samenwerkingsverbanden voorlopig intact en bekijk in het kader van het vullen van de nieuwe samenwerkingsagenda in hoeverre deze samenwerkingsverbanden nog passen in de eigen nieuwe samenwerkingsagenda. - Informeer elkaar in september 2011 over de uitkomsten van de voorgaande twee actiepunten en kom tot afspraken over het proces dat wordt doorlopen om te komen tot wijziging of opheffing van bestaande samenwerkingsverbanden. Wat willen we bereiken? Focus op de Lopikerwaard is de samenwerkingsrichting die is vastgelegd in de Toekomstvisie en het collegeprogramma. De resultaten van het onderzoek van adviesbureau Berenschot stellen ons in staat om deze lijn verder te concretiseren en waar nodig te nuanceren en daarmee uitvoering te geven aan de samenwerking in de regio. Waarom willen we dit? 1. Argumenten 1.1 Oriëntatie op de Lopikerwaard nuanceren Het onderzoek heeft helder in beeld gebracht dat inspanning vanuit IJsselstein voor een samenwerkingscollectief in de Lopikerwaard niet zinvol is. Wij stellen u daarom ook voor om deze bestuursperiode daar niet (meer) op in te zetten en daarnaast onze samenwerkingsoriëntatie op de Lopikerwaard nader te nuanceren. Sinds het opstellen van het collegeprogramma in het voorjaar van 2010 hebben zich enkele ontwikkelingen voorgedaan die een bredere oriëntatie op samenwerking vragen dan alleen op de Lopikerwaard. Daarvoor zijn namelijk, naast de conclusie van Berenschot dat een samenwerkingscollectief Lopikerwaard geen kans van slagen heeft, nog drie redenen: de bezuinigingen, een forse taakverzwaring door decentralisaties en de ontwikkelingen op het gebied van stadsregionale samenwerking. Deze ontwikkelingen waren ten tijde van het opstellen van ons collegeprogramma nog niet bekend. Bezuinigingen De economische crisis dwingt ons tot omvangrijkere bezuinigingen dan aanvankelijk verwacht. Hieruit is onder andere het project Keuzes maken voortgekomen waarover eind 2010 besluiten zijn genomen. De beperkte financiële mogelijkheden hebben tot gevolg dat enerzijds juist samenwerking gezocht moet worden, maar dat deze samenwerking anderzijds ook daadwerkelijk een meerwaarde moet bieden in de vorm van geld en kwaliteit. Veel extra taken door decentralisaties Ruim een half jaar na de Tweede Kamerverkiezingen verscheen op 30 september 2010 het Regeerakkoord van het kabinet Rutte. In dit akkoord is vastgelegd dat een forse
Raadsvoorstel Pagina 5 van 11 decentralisatieoperatie zal plaatsvinden, met name op het sociale vlak. Dit betekent een zeer aanzienlijke taakverzwaring voor de gemeenten. Samenwerking is hiervoor noodzakelijk. Gezien de omvang en complexiteit van de nieuwe taken is een adequate uitvoering veelal alleen mogelijk in grootschalige professionele samenwerkingsverbanden. Om deze reden bundelen de Lekstroomgemeenten (Nieuwegein, Vianen, Houten en IJsselstein)+Lopik (gezamenlijk aantal inwoners 176.572, per 01-01-2010, CBS) hun krachten om te komen tot een regionale sociale dienst. De onverwacht omvangrijke decentralisaties konden wij bij het opstellen van het collegeprogramma niet voorzien. Het voorbeeld van sociale zaken illustreert dat we per vraagstuk moeten bekijken wat de beste schaal is en wie daarin onze samenwerkingspartners kunnen zijn. Ontwikkelingen Stadsregio Nog een reden waarom wij onze regionale samenwerkingsoriëntatie nuanceren is de ontwikkeling rondom het BRU (Bestuur Regio Utrecht). In het Regeerakkoord is afschaffing van de wettelijk verplichte regionale samenwerking in de acht stadsregio s aangekondigd. Concrete plannen hiervoor zouden in het voorjaar 2011 worden voorgelegd, maar zijn inmiddels uitgesteld naar het najaar van 2011. Te verwachten is dat de wettelijk verplichte samenwerking in de stadsregio Utrecht daadwerkelijk wordt afgeschaft, waarmee de weg vrij komt voor nieuwe samenwerkingsmogelijkheden met partners in het stedelijk gebied die zonder wettelijk verplichtend karakter meer naar eigen inzicht en behoefte kunnen worden ingericht. Mogelijke samenwerking met stedelijke partners past binnen de lijn van ons collegeprogramma waarin is vastgelegd dat we ons naast de Lopikerwaard ook richten op andere regionale samenwerkingsverbanden. En als spil tussen stad en Groene Hart is het van belang om met beide gebieden aansluiting te behouden. Ook in onze toekomstvisie wordt de combinatie van een natuurlijke oriëntatie op het Groene Hart en de functionele participatie in het BRU belicht. Daarbij is het voornemen opgenomen om steeds te bezien in hoeverre dit stadsregionale samenwerkingsverband een bijdrage kan leveren aan onze gemeentelijke doelen op het gebied van wonen, economie en infrastructuur. Daarvoor ontstaan straks meer mogelijkheden als de wettelijk verplichte samenwerking wordt afgeschaft en er meer ruimte en vrijheid komt voor samenwerking in het stedelijk gebied. Dit kan met een aantal of alle gemeenten zijn uit het huidige BRU-gebied maar ook breder, afhankelijk van het onderwerp. Gezien de onduidelijkheid over de voorstellen op dit moment, wordt in dit raadsvoorstel niet verder ingegaan op deze voor onze regionale samenwerkingsambities belangrijke ontwikkeling. Zodra de voorstellen van het kabinet zijn gepresenteerd ontvangt u z.s.m. nadere informatie en een voorstel voor het vervolgtraject. 1.2.1 Samenwerking in deelalliantie met Montfoort De aanbeveling om in deelallianties een samenwerkingsagenda op te zetten willen wij volgen. Dit houdt in dat wij voorstellen om in eerste instantie tot een samenwerkingsagenda met Montfoort te komen, daarbij de andere Lopikerwaardgemeenten uitnodigend om eventueel aan te sluiten. Deze samenwerkingsagenda moet vanuit inhoudelijke opgaven gevuld worden. Daarbij moet vooraf helder zijn dat samenwerking meerwaarde biedt. In lijn met de door ons vastgestelde richtingaanwijzers bij het voeren van het dagelijks bestuur van onze stad willen wij namelijk alleen samenwerken als dit voordelen oplevert in kwaliteit of geld. Een samenwerkingsagenda met Montfoort en eventuele andere gemeenten in de Lopikerwaard willen wij in eerste instantie voornamelijk vullen met onderwerpen op het gebied van bedrijfsvoering. Dit taakgebied laat de gemeentelijke autonomie zoveel mogelijk
Raadsvoorstel Pagina 6 van 11 in stand, in tegenstelling tot beleidsmatige taakvelden. Daarmee kunnen we aan de hand van neutrale onderwerpen de samenwerking met deze samenwerkingspartner(s) verder verkennen en werkenderwijs uitbouwen. De gemeente Lopik kiest volgens de uitkomsten van het onderzoek geen vaste samenwerkingspartner en wordt daarom in de voorgestelde deelallianties ook niet aan IJsselstein gekoppeld. Omdat wij belang hechten aan een goede relatie met en een sterke positie van onze aangrenzende buurgemeente Lopik, stellen wij voor om bij samenwerkingsinitiatieven met Montfoort deze ook aan Lopik voor te leggen ten behoeve van mogelijke aansluiting. Een samenwerkingsverband met Montfoort beschouwen wij niet als een exclusieve keuze voor deze deelalliantie. De samenwerking moet niet alleen open staan voor aansluiting van Lopik (en eventuele andere partners in de Lopikerwaard), maar het is bijvoorbeeld ook mogelijk om gezamenlijk te participeren in grotere samenwerkingsverbanden. Deze visie past binnen de aanbeveling van adviesbureau Berenschot om elkaar de ruimte te geven voor een eigen ontwikkelspoor voor samenwerking, al dan niet met andere gemeenten uit de Lopikerwaard. 1.2.2 Verwachte meerwaarde van samenwerking met Montfoort (en eventueel Lopik) Wij verwachten door samenwerking met Montfoort en eventuele andere partners in de Lopikerwaard bedrijfseconomische schaalvoordelen te behalen, de organisatie te versterken door vermindering van de kwetsbaarheid en daarmee de continuïteit van de uitvoering te waarborgen. Daarnaast is een eventuele hogere kwaliteit van dienstverlening/uitvoering van belang. Een concreet voorbeeld van een voordeel door het bundelen van krachten is vermindering van externe inhuur. Naast meerwaarde op voornamelijk bedrijfseconomisch vlak dient een bundeling van krachten met één of meerdere gemeenten in de Lopikerwaard ook een strategisch belang, namelijk de bescherming van het Groene Hart. Uit onderzoek voorafgaand aan het opstellen van onze toekomstvisie bleek dat de inwoners van IJsselstein zich meer verbonden voelen met de Lopikerwaard en het Groene Hart dan met de stad. Deze groene identiteit verbindt IJsselstein met partners in de Lopikerwaard. Adviesbureau Berenschot benoemt de bescherming van het landschap expliciet als een gemeenschappelijk belang in de Lopikerwaard. Wij stellen daarom ook voor om de samenwerking op dit gebied (voornamelijk binnen de Gebiedscommissie De Utrechtse Waarden) te continueren en waar mogelijk te intensiveren. Naast deze vorm van functionele samenwerking dient echter ook samenwerking op andere taakvelden het strategisch belang. Bescherming van het Groene Hart vereist naast bundeling van krachten sterke buurgemeenten. De vijf gemeenten in de Lopikerwaard zijn niet gelijkwaardig in omvang. Daardoor kan het noodzakelijk zijn om eerst te brengen (het bieden van ondersteuning van de Lopikerwaardgemeenten in hun zelfstandigheid) en kan pas daarna gehaald worden (gezamenlijk profiteren van een goed beschermd Groene Hart). Tevens geven wij daarmee uitvoering aan onze ambitie om een spilfunctie te vervullen als poort van de Lopikerwaard. 1.2.3 Vorm en inhoud aan samenwerking met Montfoort Op ambtelijk niveau vindt inmiddels nadere verkenning plaats van samenwerkingsmogelijkheden en op enkele onderdelen, zoals bijvoorbeeld de salarisadministratie, vindt reeds samenwerking plaats. Alvorens de samenwerkingsagenda definitief wordt gevuld, is het wenselijk dat bestuurlijke afspraken worden gemaakt en de
Raadsvoorstel Pagina 7 van 11 samenwerking gestructureerd wordt. Wij stellen u daarom voor om een helder kader en een gemeenschappelijk beeld en verwachtingen van samenwerking vast te leggen in een samenwerkingsdocument. De afspraken daarin kunnen vervolgens worden uitgewerkt in een passende vorm van samenwerking, zoals bijvoorbeeld een (lichte) gemeenschappelijke regeling, afspraken over shared service of dienstverleningsovereenkomsten. Op blz. 4 van het eindrapport brengt adviesbureau Berenschot het belang van een concrete opdracht van de gemeenteraad ten aanzien van samenwerking onder de aandacht. Mede daarom stellen wij u voor om het samenwerkingsdocument te zijner tijd aan u voor te leggen om daarmee een helder kader voor regionale samenwerking aan ons mee te geven. Komend najaar willen wij in overleg met Montfoort de vorm en inhoud van samenwerking nader uitwerken, waarna wij een voorstel aan u zullen voorleggen. 1.3 Behandeling rapport in overige Lopikerwaardgemeenten Het rapport van adviesbureau Berenschot is/wordt ook behandeld in de gemeenten Lopik, Montfoort, Oudewater en Woerden. Ten tijde van het opstellen van dit voorstel (medio augustus) was hierover het volgende bekend: In Woerden is het rapport nog voor het zomerreces ter kennisgeving naar de raad verzonden met de mededeling van het college dat men op basis van het rapport in gesprek blijft over samenwerkingskansen. Het rapport is niet inhoudelijk behandeld. In Montfoort en Oudewater wordt het rapport behandeld in de commissie-, en raadscyclus van augustus-september. Aan de raden wordt voorgesteld de conclusies van het rapport te onderschrijven, beleidsmatige en operationele samenwerking in de deelallianties IJsselstein- Montfoort en Woerden-Oudewater te intensiveren en de strategische samenwerking op de schaal van de Lopikerwaard op het gebied van landschap te intensiveren. In Lopik heeft het college de raad van 30 augustus voorgesteld het rapport van Berenschot voor kennisgeving aan te nemen. 2. Alternatieven Het alternatief, niet samenwerken met partners in de Lopikerwaard, is gezien onze voornemens in het collegeprogramma om een spilfunctie te verullen als poort van de Lopikerwaard geen optie. Bovendien zou het geen recht doen aan onze verbondenheid met de Lopikerwaard die helder in onze toekomstvisie is beschreven. Onze groene identiteit verbindt ons binnen de Lopikerwaard. In die lijn past ook de aanbeveling van Berenschot om op het gebied van landschap wel het samenwerkingscollectief van de Lopikerwaard te zoeken en uit te bouwen. Een alternatief, toch inzetten op een collectief samenwerkingsverband in de Lopikerwaard is gezien de uitkomsten van het onderzoek van adviesbureau Berenschot geen optie. Dit alternatief wordt sterk ontraden. Adviesbureau Berenschot concludeert zelfs dat het blijven inzetten op dit samenwerkingscollectief remmend werkt op het eigen ontwikkelingsperspectief van de verschillende gemeenten. Tot slot, zoals in conclusiepunt 3 van het rapport is verwoord; Niets doen is geen optie, gezien de opgaven die op gemeenten afkomen. De argumenten die in dit voorstel bij 1.1 worden genoemd waarom we onze oriëntatie op de Lopikerwaard nuanceren verwoorden tevens de urgentie om samenwerking te zoeken. Tijdens de informele bijeenkomst op 17 juni jl. zijn de diverse externe ontwikkelingen die de urgentie voor samenwerking vergroten aan de hand van een presentatie aan u toegelicht. 3. Kanttekeningen
Raadsvoorstel Pagina 8 van 11 Onder argumenten is in de alinea oriëntatie op de Lopikerwaard nuanceren een aantal kanttekeningen in beeld gebracht.
Raadsvoorstel Pagina 9 van 11 Wat gaat het kosten? Met het voorgestelde besluit als zodanig over de regionale samenwerking in de Lopikerwaard zijn geen kosten gemoeid. Wat gaan we daarvoor doen? -Samenwerking in gebiedscommissie De Utrechtse Waarden continueren. -In overleg met gemeente Montfoort nadere samenwerkingsafspraken uitwerken en voorleggen aan uw raad. -Samenwerkingsinitiatieven met Montfoort tevens aan Lopik voorleggen ten behoeve van mogelijke aansluiting. Communicatie voortraject Gelijktijdig met de verzending van dit raadsvoorstel is bijgevoegd persbericht verzonden. Communicatie met de provincie: Gedurende de uitvoering van het onderzoek is ambtelijk contact onderhouden met de provincie Utrecht over de voortgang en uitkomsten van het onderzoek. Zodra de besluitvorming over het eindrapport van adviesbureau Berenschot in de vijf gemeenten is afgerond vindt een gesprek plaats met de gedeputeerde bestuurlijke organisatie. Communicatie besluit Uw besluit zal worden medegedeeld aan de gemeenten Lopik, Montfoort, Oudewater en Woerden alsmede aan de provincie Utrecht. Voorstel 1. Geen inspanningen verrichten om te komen tot een collectief samenwerkingsverband in de Lopikerwaard. 2. De samenwerking in de Lopikerwaard op het terrein van landschap (Gebiedscommissie De Utrechtse Waarden) continueren en waar mogelijk intensiveren. 3. Samenwerking in een deelalliantie met Montfoort nader verkennen en vormgeven. 4. Daartoe komend najaar samenwerkingsafspraken met Montfoort uitwerken en aan uw raad voorleggen. 5. Samenwerkingsinitiatieven met Montfoort tevens aan buurgemeente Lopik voorleggen ten behoeve van mogelijke aansluiting 6. De provincie Utrecht en de gemeenten Lopik, Montfoort, Oudewater en Woerden informeren over uw besluit.
Raadsvoorstel Pagina 10 van 11 Hoogachtend, BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN IJSSELSTEIN, De secretaris, de burgemeester, J. van Delden drs. P.C. van den Brink Overzicht bijlagen: -Eindrapport adviesbureau Berenschot onderzoek verkenning samenwerkingsmogelijkheden Lopikerwaard (bijgevoegd bij raadsvoorstel). -Persbericht
Raadsbesluit blad 11 van 11 De raad van de gemeente IJsselstein; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 augustus 2011, nummer 2011/24844. BESLUIT: 1. Geen inspanningen te verrichten om te komen tot een collectief samenwerkingsverband in de Lopikerwaard. 2. De samenwerking in de Lopikerwaard op het terrein van landschap (Gebiedscommissie De Utrechtse Waarden) te continueren en waar mogelijk te intensiveren. 3. Samenwerking in een deelalliantie met Montfoort nader te verkennen en vorm te geven. 4. Daartoe het college op te dragen om komend najaar samenwerkingsafspraken met Montfoort uit te werken en aan de raad voor te leggen. 5. Samenwerkingsinitiatieven met Montfoort tevens aan buurgemeente Lopik voor te leggen ten behoeve van mogelijke aansluiting 6. De provincie Utrecht en de gemeenten Lopik, Montfoort, Oudewater en Woerden te informeren over dit besluit. Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente IJsselstein, gehouden op donderdag 15 september 2011 de griffier, de voorzitter, J.A.M. Kleene drs. P.C. van den Brink