Cultuur en Stad. Cultuurbeleid gemeente Zwolle 2011-2014



Vergelijkbare documenten
A: Beleidsdeel. Wat willen we bereiken en wat gaan we doen

perspectief Programma culturele voorzieningen Ontwikkeling Maatschappelijke Ontwikkeling

VERGADERING GEMEENTERAAD d.d.. AGENDA NR. Vul agendanr in. VOORSTEL Kunst- en cultuurbeleid Gennep De Kunst van Samen. Aan de Gemeenteraad

De kunst van samen vernieuwen

Kadernota Evenementen. Provincie Groningen van de

De gereserveerde 15 miljoen euro voor Maastricht Culturele Hoofdstad wordt over de hele provincie ingezet voor culturele doeleinden.

Voorstel aan de raad. Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel:

STATENFRACTIE DRENTHE

Uitvoeringsbesluit subsidieverlening Cultuurnota provincie Drenthe

Bijlage Specifieke toetsingscriteria per doelstelling

De Kunst van verbinden en verankeren.

'Maak werk van Vrije tijd in Brabant'

Motie cultuurpasse-partout/ cultuurmarketing. De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050)

Cultureel Perspectief in Rijswijk

Collegevoorstel. Onderwerp. Samenvatting. Voorstel Reg. nr.: Afdeling: Maatschappelijke Ontwikkeling

UPDATE CITYMARKETING & EVENEMENTENBELEID

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

Kadernota ter voorbereiding op de nieuwe Cultuurnota

Ontwikkeling cultuurvisie 2019 Tussentijdse bevindingen. 31 januari 2019

Beleidskaders regionaal CULTUUR beleid. Beleid, trends en toekomstverwachtingen

Uitvoeringsprogramma Kunst en Cultuur Velsen

Toelichting criteria kleine projecten Brabant C versie

De Omgevingsvisie van Steenwijkerland een samenvatting

6) Cultuur en erfgoed

Besluit college van Burgemeester en Wethouders

Versterken binnenstad Het aanbieden van een bibliotheekvoorziening

FORMAT TUSSENRAPPORTAGE CULTUURARRANGEMENT DEEL A: VERANTWOORDING GEMEENTE: Dalfsen JAAR: 2014

Documentnummer: J:\Definitief\GZ_Grondzaken\Adviesnota, uitwerking raadsmotie en Strat. Visie - toerist econ. ontwikkeling, '13.

Trendbreuk in rijksuitgaven

Alleen organisaties met een culturele doelstelling en zonder winstoogmerk kunnen een aanvraag indienen.

Er van uitgaande... CULTUURPROFIEL ZUID-NEDERLAND. Deel II Ambities en prioriteiten. Ten behoeve van Cultuurnota

Organisatiemodellen voor kunst en cultuureducatie

Raadsvoorstel. bezuinigingen op subsidies

Raadsvoorstel. Onderwerp: Vrijwillige inzet in Velsen

STARTNOTITIE EVENEMENTENBELEID

CALL#2 GEZONDE WONINGMARKT

Van Forum tot Universum. Visie op kunst en cultuur in Leidschendam-Voorburg

Programma 4 Vitaal Drenthe: Welzijn, jeugdzorg, onderwijs en sport en cultuur

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw mr. M.C. van der Laan

Budget Educatie en Participatie Projecten (BEPP)

GGD Flevoland. Ontwerp Begroting Meerjarenraming 2020 t/m 2022

Binnenstad Den Haag. Beste Binnenstad van Nederland

AGENDA VOOR HET PROVINCIAAL CULTUURBELEID De provincie: belangrijk schakelpaneel in de culturele infrastructuur.

NOTA VAN UITGANGSPUNTEN. Op weg naar nieuw beleid amateurkunsteducatie. voor de periode

PEILING MET ALTERNATIEVEN

Evaluatie Kunst- en Cultuurbeleid Thema s Kunst- en Cultuurbeleid

Bijlage 1 Concept intentieverklaring WOC Campus Nieuwleusen

Prestatievoorstel & verantwoording 2014 (bijlage bij subsidiebeschikking)

Cultuureducatiebeleid. in Den Helder

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Uitvoeringsbesluit subsidieverlening Cultuurnota provincie Drenthe

Binden, bewaren, bezielen en betalen

VOORWOORD. beschouwing gelaten. Ze maken zeker deel uit van kunst en cultuur maar ook van bijvoorbeeld ruimtelijke ordening, economie en toerisme.

Bespreeknota. Vraag aan de commissie: Context / achtergrondinformatie: 1. Inleiding. Commissie Samenleving College van B&W Dilemma's dubbele subsidies

dbruist Zwolle Zwolle Bruist De Strategische agenda Binnenstad

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

Uitwerking Kadernota Jeugd

Voor het evenementenbeleid stellen wij voor ,-- beschikbaar te stellen.

Wat vinden wij er van? Wat verwacht(t)en wij?

Verkiezingsprogramma D66 Maastricht Samen Sterker

Platformtaak volgens gemeente

Raadsvoorstel. Wij stellen voor: Transformatieagenda Wmo en haar omgeving. besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen

SAMENWERKING CULTUUR OOST-NEDERLAND

Cultuureducatiebeleid. in Haarlem

Masterplan Recreatie & Toerisme. Consulterende Startnotitie

Concept Gebiedsagenda Zuid

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei Utrecht.nl/onderzoek

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5. Binnen het evenementenbeleid worden drie categorieën evenementen onderscheiden.

Raadsvoorstel en besluitnota

Besluit college van Burgemeester en Wethouders

Samenvatting Verzelfstandigingsplan Op 1 januari 2016 verzelfstandigt het Museum Jan Cunen. Zo luidt althans de planning. Verzelfstandiging van musea

Nieuwjaarstoespraak Deventer 2013

SOCIAAL PERSPECTIEF. sociale structuurvisie Zaanstad

Feijenoord. Gebiedsplan. Katendrecht-Wilhelminapier. Ambtelijke inventarisatie

Werktitel: Cultuur incubator Boxtel: CIBOX. 1. Inleiding

Initiatiefvoorstel aan gemeenteraad

Bijlage II Beoordeling evenement op de gemeentelijke doelstellingen

Rinette Reynvaan Gezond en Levendig Dordrecht Stad - Jeugd, Onderwijs & Cultuur Simone Beunke

Koers en Kern voor Kunst en Cultuur in Bergen Richtingwijzers Cultuurbeleid gemeente Bergen 2014

Collegevoorstel. Zaaknummer: bezuinigingen op subsidies

Openbare Ruimte. Heroriëntatie op de. Openbare Ruimte

Meedoen is een kunst Startnotitie Cultureel Beleid Hellevoetsluis

Startnotitie. Vrijwilligerswerk Vrijwilligers maken het verschil! Versie: 21 april

BEDRIJVEN INVESTERINGSZONE (BIZ)

Profiel Directeur Stichting De Tamboer

Ons kenmerk: 2013/280201

Concept Kader cultuur Gemeente Hoogeveen

interim-professionals voor Finance & Control

IJsselstein. Raadsvoorstel. agendapunt. Aan de raad van de gemeente IJsselstein

6) Cultuur en erfgoed

2015 BEtrokken Noord-Beveland. juli BEetrokken Noord-Beveland. Pagina: 1

Plan van Aanpak Horecavisie Emmen

HOE WERKT DE GEMEENTE? Het beïnvloeden van beleid en besluitvorming

Nieuwe koers brede school

VOORSTEL INHOUD. Portefeuille: P. Gach Wethouder. No. B Dronten, 11 september 2012

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Kosten

Kunst & cultuur, het investeren waard? Onderzoek naar economische betekenis

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 8 maart 2017 / 19/2017. Fatale termijn: besluitvorming vóór: N.v.t.

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Transcriptie:

Cultuur en Stad Cultuurbeleid gemeente Zwolle 2011-2014

Inhoud Aanleiding en doel p. 3 Leeswijzer p. 4 Vertrekpunt: cultuurvisie 2020 p. 4 Cultuurbeleid in Zwolse context p. 5 Zwolle Collegeakkoord 2010-2014 Aanpalend beleid o Creatieve economie o Cultuurhistorie o Binnenstad o Evenementen o Jeugdbeleid en brede school o Wijkgericht werken Analyse en conclusies p. 9 Scenario s p.12 Financiële effecten per jaar p.20 Bijlagen: 1. Cultuur in Zwolle p.21 2. Visiedocument Directeuren Overleg Kunst en Cultuur p.31 2

Aanleiding en doel De oude cultuurnota liep tot 2009. Vervolgens is als stip aan de horizon in samenspraak met partners in de stad een cultuurvisie 2020 opgesteld, in aansluiting bij het Structuurplan 2020. Zowel de intrinsieke waarde van cultuur als haar waarde in relatie tot de sociale, ruimtelijke en economische ontwikkeling van Zwolle krijgen hierin een plaats. De cultuurvisie 2020 is begin 2010 door de gemeenteraad vastgesteld. De raad merkte daarbij op dat de cultuurvisie erg breed is. In de nieuwe cultuurnota zouden scherpere keuzes moeten worden gemaakt. Het was echter nog niet duidelijk wat deze keuzes dan zouden moeten zijn. Inmiddels is er een nieuw college en een nieuwe gemeenteraad, en ook een nieuwe regering. De gevolgen van de economische crisis doen zich de komende jaren voelen. De rijksoverheid heeft onlangs maatregelen aangekondigd die een grote impact op het culturele leven zullen hebben. De aangekondigde btw-verhoging op de kaartjes van de podiumkunsten met ingang van juli 2011 springt het meest in het oog, maar ook de onzekerheid over een aantal fondsen speelt ons parten. Bovendien is er nog geen dekking voor een aantal onderdelen van het huidige cultuurbeleid in de begroting na 2012. Wij houden er rekening mee dat in de komende jaren in elk geval de volgende budgettaire problemen (kunnen) gaan ontstaan: Stimuleringsreserve podiumkunsten Het saldo van de reserve bedraagt eind 2010 nog circa 770.000. De jaarlijkse onttrekking ten behoeve van activiteiten op het gebied van de podiumkunsten is op begrotingsbasis 250.000. Deze reserve zal in 2014 op nul komen. Vanaf dat moment is er geen dekking meer voor het subsidiëren van professionele producties podiumkunsten. Rijk en gemeente subsidiëren gezamenlijk Op een aantal beleidsterreinen binnen de cultuursector worden activiteiten van Zwolse instellingen gefinancierd met een bijdrage van het rijk, waarbij de gemeente deze bijdrage matcht. In een aantal gevallen doet zich daarbij in de komende jaren een tweeledig probleem voor: 1. Het gemeentelijk aandeel in de subsidieverlening is meerjarig incidenteel begroot t/m 2012. Vanaf 2013 is geen dekking geregeld. 2. Voortzetting van de subsidieverlening door het rijk vanaf 2013 is onzeker, nu het rijk bezuinigingsmaatregelen voor de cultuursector heeft aangekondigd. In dat geval zal door de gemeente een afweging moeten worden gemaakt om het rijksaandeel te compenseren, willen we de betreffende voorzieningen op hetzelfde niveau in stand houden Deze problematiek doet zich voor in de volgende situaties: - De subsidiëring van gezelschappen/productiehuis (Gnaffel,Kameroperahuis en -festival), waarbij de genoemde instellingen een rijkssubsidie ontvangen uit het Fonds Podiumkunsten. - Het Steunpunt Amateurkunst: het gemeentelijk subsidie wordt voor de helft gedekt uit een rijksbijdrage die de gemeente ontvangt uit het Fonds Cultuurparticipatie - De subsidiëring van de coördinatie en projecten cultuureducatie voortgezet onderwijs; ook hier wordt het gemeentelijk subsidie voor de helft gedekt uit een rijksbijdrage van het Fonds Cultuurparticipatie. Regeling zaalhuur OdeondeSpiegel Bij gebruik van zaalruimte in OdeondeSpiegel door amateurkunst instellingen kan een deel van de zaalhuur worden gecompenseerd. Hiervoor is op jaarbasis een budget beschikbaar van 25.000. Dit budget is in 2010 voor drie jaar meerjarig incidenteel in de gemeentebegroting opgenomen. De regeling zal worden geëvalueerd. Vanaf 2013 is hiervoor nog geen dekking. Huisvesting R10 In de komende jaren moet hierin worden geïnvesteerd. Op dit moment is het nog niet duidelijk of het om herhuisvesting of om renovatie zou moeten gaan. Dit zal het komende jaar duidelijk moeten worden. 3

Uitbreidingsplannen Hedon en Fundatie De financiële afweging is voorzien bij de besluitvorming over het Investeringsprogramma. Wij hebben met de culturele organisaties die subsidie ontvangen, de mogelijkheden om te bezuinigen verkend. 1 De grotere culturele instellingen hebben vervolgens gezamenlijk een visiedocument opgesteld. 2 De gemeente moet bezuinigen én vooruit kijken. De cultuurnota zet zich hiermee uiteen, om tot richtinggevende keuzes te komen voor het cultuurbeleid 2011-2014. Dit betekent concreet het volgende. We leggen aan de raad een aantal scenario s op hoofdlijnen voor. Het visiedocument van de instellingen is het vertrekpunt voor het eerste scenario. De raad kiest, al dan niet amenderend, een scenario, en bepaalt daarmee de kaders van het cultuurbeleid. De consequenties hiervan werken we vervolgens uit met onze partners in de stad. Leeswijzer Het vertrekpunt voor deze cultuurnota is de cultuurvisie 2020. De analyse die hieraan ten grondslag ligt, doen we hier niet over. We starten met een kernachtige samenvatting van de cultuurvisie. Dan kijken we naar de context van het cultuurbeleid in Zwolle. Die bestaat uit drie onderdelen: de staat van de stad, het nieuwe collegeakkoord en aanpalend beleid. Hieruit trekken we conclusies voor de gewenste richting van het cultuurbeleid voor de komende vier jaar. We sluiten af met een aantal scenario s die kaderstellend zijn voor het cultuurbeleid. Zodra de raad de kaders heeft bepaald, worden deze verwerkt in een beslisnota die voor definitieve besluitvorming aan de raad wordt voorgelegd. De bijlagen zorgen voor verdieping en achtergrondinformatie. Cultuur in Zwolle (bijlage 1) geeft een goed beeld van het terrein waarmee het cultuurbeleid zich uiteen zet. Het visiedocument van het Directeuren Overleg Kunst en Cultuur (bijlage 2) is de onderlegger voor het eerste scenario. De cultuurvisie en het bijbehorende analysedocument liggen ter inzage bij de griffie. Vertrekpunt: cultuurvisie 2020 De cultuurvisie 2020 is in 2009 ontwikkeld in samenspraak met het culturele veld en andere partners. De visie is niet opgehangen aan een dominant thema of een overheersende kwaliteit. In overeenstemming met de identiteit van Zwolle mikt de cultuurvisie op groei over de volle breedte. Er worden drie ontwikkelingslijnen voorgesteld, en een vierde als ondersteuning. De ontwikkelingslijn creatief vermogen richt zich op de creatieve economie, op versterking van de creatieve professionals. Enerzijds door het (al dan niet tijdelijk) herbestemmen van gebouwen en locaties voor creatieve bedrijvigheid. Anderzijds door versterking van het makersklimaat door het trekken van jong talent naar Artez en het binden van afgestudeerden. Programmering van jonge makers op de stedelijke podia en subsidiëring van producties worden in dit verband genoemd. De ontwikkelingslijn cultuur van iedereen richt zich op cultureel burgerschap van de eigen Zwolse bevolking. Kennis van kunst en cultuur en de deelname daaraan is geen vrijblijvende vorm van vrijetijdsbesteding maar een maatschappelijke noodzaak voor het goed functioneren van de samenleving. Talentontwikkeling, (leren) genieten van kunstuitingen en culturele vaardigheden zijn nodig om volwaardig deel te kunnen nemen aan de samenleving, onder andere door middel van 1 Zie de gespreksverslagen over bezuinigen. 2 Zie bijlage 2. 4

taalontwikkeling, mediawijsheid en cultuureducatie. Deze ontwikkelingslijn beoogt cultuur in de wijk te brengen en extra aandacht aan jongeren te schenken. De ontwikkelingslijn cultuurtoerisme richt zich op het aantrekken van meer bezoekers naar Zwolle; naar de culturele instellingen en naar de stad. De kwaliteiten van de binnenstad moeten worden gestapeld; de binnenstad moet één grote uitnodiging vormen voor cultuur, winkelen en uitgaan in een historische setting. Grote manifestaties en gerichte marketing moeten Zwolle profileren als cultuurstad. De ontwikkelingslijn cultureel netwerk richt zich op versterking van de culturele sector, en ondersteunt als zodanig de andere drie ontwikkelingslijnen. Cultuurbeleid in context Zwolle Cultuur is belangrijk voor de integrale ontwikkeling van onze gemeente. Zwolle staat er over het algemeen goed voor. Vergeleken met andere 100.000+ gemeenten scoort Zwolle goed. Dat geldt voor de economische vitaliteit, voor de ruimtelijke kwaliteit en ook in sociaal opzicht. Zwolle is een centrum van onderwijs, gezondheidszorg en bestuur met een rijke geschiedenis, een prachtige binnenstad en natuurgebieden binnen handbereik. Het aantal voorstellingen podiumkunsten is hier het hoogst van de hele provincie. 3 In de stad zijn veel creatieve opleidingen. Zwolle heeft een stevige sociale structuur met over het algemeen tevreden burgers. De bevolking is relatief jong en groeit nog steeds tot 134.000 inwoners in 2025. Het aantal jongeren van 0 tot 25 jaar neemt toe van 37.000 naar 42.000 in 2025. Zwolle groeit dus, en de komst van de Hanzelijn op 12 december 2012 kan deze groei versterken. De Hanzelijn sluit Zwolle nog beter aan op de rest van het land. Mensen uit de Randstad komen hiermee sneller en vaker naar Zwolle. Goed voor de stedelijke economie, goed voor de binnenstad, goed voor Zwolle, althans: als er genoeg te beleven valt in Zwolle. Al gaat het relatief goed in Zwolle, de economische crisis zal zich ook hier de komende jaren doen voelen. Ook de gemeentelijke organisatie moet bezuinigen. Hier komt de veranderende rol van de lokale overheid nog bij. De toenemende complexiteit van maatschappelijke vraagstukken vraagt steeds meer om samenwerking van diverse actoren. Verbinding is niet voor niets het uitgangspunt voor het nieuwe college. Collegeakkoord 2010-2014 Het nieuwe collegeakkoord 2010-2014 zet in op een stad waarin iedere Zwollenaar meetelt en meedoet. De verbinding tussen mensen en het versterken van verbindingen tussen mensen, organisaties en gemeente is daarbij het uitgangspunt. Iedereen moet de kans krijgen zijn of haar kwaliteiten te ontwikkelen en te gebruiken. De gemeente wil ruimte geven aan initiatieven. Dat vraagt om vertrouwen, om minder regels en om een geïntegreerde aanpak; om maatwerk bij de inzet in wijken. Bovendien wil ze duurzame ontwikkeling bevorderen. In het collegeakkoord is participatie een centraal begrip. Het gaat hierbij niet alleen om participatie van mensen die een uitkering ontvangen, of om participatie zoals bedoeld in de WMO. Het gaat ook om maatschappelijke participatie in wijken en buurten en om voortzetting van de beweging die is ingezet onder de paraplu van Samen maken we de Stad. Door het college is inmiddels de volgende visie op participatie geformuleerd: 4 3 Ook de waarde van podiumkunsten is het hoogst: voor de stad 430.000.000 en voor de regio 100.000.000. Vergelijk Deventer: 140.000.000 resp. 54.000.000; Enschede: 491.000.000 resp. 61.000.000. Gerard Marlet en Clemens van Woerkens, Atlas voor gemeenten 2010. 4 Deze visie is op 17 januari 2011 besproken met de gemeenteraad. 5

Aan het eind van deze bestuursperiode is zichtbaar dat er een andere relatie tussen gemeente en samenleving is gegroeid met een stijl van besturen waarbij de nadruk ligt op het aanspreken van de kracht van mensen en partijen in de stad om maatschappelijk gewenste effecten te bereiken. Het accent is verschoven naar meer eigen verantwoordelijkheid van mensen, een grotere betekenis van eigen initiatief en het bereiken van meerwaarde door op synergie gerichte samenwerking. Daarbij nemen we onze verantwoordelijkheid voor mensen die door omstandigheden hulp of ondersteuning van de overheid nodig hebben. Verder nemen we onze verantwoordelijkheid voor de locale regiefunctie, het leggen van verbindingen tussen mensen en partijen die zich mede verantwoordelijk tonen voor de publieke zaak en het motiveren en activeren van mensen die daar een bijdrage aan kunnen leveren. 5 Verbinding is niet zomaar een uitgangspunt van het collegeakkoord. Het gaat niet alleen over sociale cohesie, maar ook over een andere relatie tussen gemeente en samenleving. Een andere relatie die vraagt om een andere houding en rolneming van alle betrokkenen. 6 De nadruk op eigen verantwoordelijkheid van mensen betekent dat we meer uitgaan van de eigen kracht van mensen en organisaties. Een grotere betekenis van eigen initiatief vraagt om ruimte voor medeverantwoordelijkheid van partijen in de stad. Dat betekent dus ook iets voor onze eigen rolinvulling. We gaan niet op de stoel van de uitvoerders zitten, maar maken gebruik maken van de civil society en stimuleren samenwerking op uitvoerend niveau. Aanpalend beleid Creatieve economie Zwolle is in de veertiende eeuw als handelsstad mede groot geworden door haar geografische ligging. Mensen kwamen naar Zwolle omdat daar werk was. De locatiebeslissing ligt tegenwoordig echter steeds meer bij huishoudens, werken volgt wonen. Bovendien blijkt de bevolkingssamenstelling er voor het economisch succes van steden meer toe te doen dan de bevolkingsomvang. In steden waar hoogopgeleide creatieve mensen wonen, neemt de werkgelegenheid toe. Sinds Richard Florida hierover heeft gepubliceerd, 7 nemen veel steden maatregelen om de stad aantrekkelijker te maken voor creatieve professionals. In Zwolle is in dit verband de stichting Kreatieve Industrie Zwolle (KIZ) opgericht. Hierin participeren momenteel de gemeente Zwolle, onderwijsinstellingen (ArtEZ, Windesheim, Deltioncollege, Cibap en Landstede), MKB-Midden Nederland, VNO-NCW en de Kamer van Koophandel. KIZ heeft vier doelstellingen: versterken van de creatieve branche, versterken van de band tussen creatieve professionals en het overige bedrijfsleven, verbinden van partijen en bijdragen aan een positief creatief imago voor Zwolle. Van de beroepsbevolking in Zwolle hoort 38 procent tot de creatieve klasse. Het aandeel van de creatieve industrie 8 in Zwolle in de totale werkgelegenheid is 2 procent, i.c. 1614 personen; het aandeel van de creatieve bedrijven in het totaal aantal bedrijven is 11% procent, i.c. 652 bedrijven. De werkgelegenheid in de creatieve industrie is tussen 1996 en 2008 gegroeid met 138 procent, tegen een groei van de totale werkgelegenheid van 40 procent. 9 Net als veel andere steden stimuleert Zwolle de creatieve economie onder andere door haar ruimtelijk te faciliteren. Bijvoorbeeld door oude panden goedkoop te verhuren aan kunstenaars, maar ook 5 Gemeente Zwolle, Plan van aanpak participatie (januari 2011). 6 Gerbrich Kuperus, Marian Dobbe-Kluijtmans, Sebastiaan van den Bogaard en Jaring Hiemstra, Nieuwe rol en werkwijze diensten maatschappelijke ontwikkeling, Sociaal bestek 6/2010. 7 Richard Florida, The rise of the creative class (2002). 8 De door de gemeente (en ook meest gebruikte) definitie van creatieve industrie is: kunsten, media en entertainment, en de creatieve zakelijke dienstverlening. 9 Ruimte voor creatieve industrie, waarom en hoe. Aanbevelingen voor college van B&W, Gemeente Zwolle en bestuur KIZ (z.j.), Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland NV Arnhem; gegevens van de afdeling Onderzoek en Statistiek van de gemeente Zwolle. 6

andere creatieve milieus wil ze faciliteren. 10 Overigens bestaat er geen significant verband tussen de aanwezigheid van kunstenaars en de groei van de werkgelegenheid. Daar staan de robuuste resultaten met het culturele aanbod in een stad tegenover. Dat aanbod biedt wel een belangrijke verklaring voor de aantrekkingskracht van steden op kansrijke bevolkingsgroepen. 11 Cultuurhistorie De kracht van Zwolle is mede gebaseerd op de prachtige historische binnenstad en de rijkdom van historische gebouwen en structuren in de omliggende wijken en in het buitengebied. Historische waardevolle objecten leveren een belangrijke bijdrage aan (de kwaliteit van) de leefomgeving en aan het historisch besef. Het archeologisch erfgoed draagt bij aan het inzicht over het ontstaan van onze stad en omgeving en over de bewoners en hun gebruiken. Het is in vele gevallen de enige bron van onze geschiedschrijving. Het Zwolse erfgoedbeleid is daarom gericht op de duurzame instandhouding van historisch waardevolle objecten, stedenbouwkundige en landschappelijke structuren en op het beschermen, behouden en onderzoeken van archeologische waarden. Modernisering Monumentenzorg (MoMo) is het nieuwe (rijks)monumentenbeleid dat ook belangrijke gevolgen heeft voor de gemeente Zwolle. Het nieuwe stelsel betekent een verbreding van objectgerichte monumentenzorg naar een geïntegreerde cultuurhistorische benadering bij ruimtelijke ontwikkelingen. De drie rijkspijlers bestaan uit: verankering van cultuurhistorische belangen in de ruimtelijke ordening (bestemmingsplan), eenvoudiger regelgeving en het bevorderen van herbestemming (waarde en duurzaamheid). Momenteel wordt gewerkt aan een geactualiseerd Zwols erfgoedbeleid. Binnenstad De bestedingen in de binnenstad lopen terug, er zijn minder bezoekers en panden staan langer leeg. De kadernota binnenstad stelt een aantal scenario s voor om in te spelen op de toekomst. Het scenario Zwolle bij de top van de Nederlandse binnensteden is onlangs breed omarmd door alle betrokkenen en wordt nu verder uitgewerkt. Dit scenario mikt op een transformatie van de binnenstad naar een place to be als historische binnenstad met een onderscheidende mix van winkels, horeca en cultuur. Een stad waar regelmatig evenementen worden georganiseerd met een landelijke uitstraling, erop gericht om mensen naar Zwolle te halen, hen daar langer te laten verblijven en er meer geld uit te laten geven. Hiermee wordt optimaal ingespeeld op de goede bereikbaarheid van Zwolle en de aansluiting met de Randstad door de ligging aan de A28 en (binnenkort) de Hanzelijn. 12 Een manier om de historie van de binnenstad meer te beleven, is aandacht besteden aan de geschiedenis van de stad en de verhalen achter de monumenten. Verhalen kunnen op vele manieren worden verteld. Kunstenaars en evenementen kunnen een rol spelen bij het vertellen van deze verhalen. Neem de beeldende kunstroute Reaction & Reflection. Kunstenaars reageren en reflecteren met hun werk op de stad met zijn rijke geschiedenis, goed voor een spannende kunstroute waardoor je de stad met andere ogen beziet. 13 Evenementen De kadernota binnenstad benadrukt het belang van evenementen voor het trekken van bezoekers naar Zwolle. Overigens heeft niet elk evenement als voornaamste prioriteit het trekken van veel bezoekers. Zwolle wil zich ook met kwaliteit profileren. 10 Ruimte voor creatieve industrie, waarom en hoe. Aanbevelingen voor college van B&W, Gemeente Zwolle en bestuur KIZ (z.j.), Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland NV Arnhem. 11 Gerard Marlet, De aantrekkelijke stad, 335-336. 12 Rapport kadernota economisch beleid binnenstad Zwolle. Dynamiek in de binnenstad (2010), Ecorys Nederland BV. 13 Een project van het BKV-fonds, van 15 januari t/m 27 maart 2011. 7

Tot nu toe worden culturele evenementen vooral beoordeeld op hun bijdrage aan het Zwolse productieklimaat en hun artistieke meerwaarde ten opzichte van het reguliere aanbod dat door instellingen wordt getoond. Vanuit de cultuurbegroting wordt jaarlijks een bedrag van ongeveer 175.000 in het overkoepelende evenementenbudget gestort. Momenteel wordt het evenementenbeleid herijkt. De afdeling Economische Zaken heeft hierbij het voortouw. Vanuit cultuurbeleid zijn er twee aandachtspunten. Enerzijds het versterken van de culturele evenementen door meer onderlinge samenwerking, zowel inhoudelijk als ook op het gebied van marketing. Naar verwachting wordt de herkenbaarheid hierdoor vergroot, waardoor er op termijn meer bezoekers op af zullen komen. Anderzijds zal een beoordeling op inhoud, op culturele meerwaarde moeten blijven bestaan. Evenementen zonder of met beperkte culturele meerwaarde kunnen van groot belang zijn voor het trekken van toeristen, maar behoren niet op de cultuurbegroting te drukken. Zwolle Marketing, gestart eind 2008, biedt expertise voor het organiseren van evenementen en kan ook een rol spelen bij het herkennen en bundelen van kansrijke ideeën. Het Zwols UITburo, gestart eind 2009, is een initiatief van alle belangrijke evenementenorganisaties en culturele instellingen. Het richt zich in hoofdzaak op de communicatie van het culturele en vrijetijdsaanbod via diverse mediakanalen. De eerste interactieve schermen in de stad staan er. De opening van het culturele seizoen wordt dit jaar gezamenlijk en grootser aangepakt bij het Thorbeckegracht festival. Jeugdbeleid en brede school De ontwikkeling van het integrale jeugdbeleid is in volle gang. Er is een kanskaart gemaakt waarop de belangrijkste doelen zijn benoemd. Het kind, de jongere staat centraal en moet zich optimaal kunnen ontwikkelen, sociaal-emotioneel, cognitief en fysiek. Talentontwikkeling is van groot belang. Op deze manier leert het kind zich veelzijdig te uiten. Culturele voorstellingen en andere culturele uitingen prikkelen het kind en stimuleren verdere ontwikkeling. Via expertmeetings en vervolgbijeenkomsten worden de beleidsinstrumenten voor het jeugdbeleid de komende maanden verder doordacht. Brede scholen zijn volgens de gemeente een belangrijk middel om bij te dragen aan condities voor een optimale ontwikkeling van de Zwolse jeugd en de wijk. Op brede scholen wordt onderwijs gecombineerd met bijvoorbeeld opvang, zorg, welzijn, sport en cultuur. Kinderen krijgen hierdoor kansen die ze niet allemaal vanuit huis meekrijgen. De gemeente is in 2008 gestart met de impuls brede scholen, sport en cultuur, een door het rijk geïnitieerde regeling. Sportservice, Muzerie en Bibliotheek Zwolle vullen dit met een wijkgerichte aanpak in. De brede school is het vertrekpunt, maar door gebruik te maken van voorzieningen en initiatieven in de wijk kan het aanbod van Sportservice, Muzerie en Bibliotheek vanuit de brede school een uitstraling hebben naar de wijk waarin de school zich bevindt. De brede school impuls wordt in Zwolle nu vooral ingezet op scholen in sociaal economisch zwakkere wijken. Wijkgericht werken De ambities van het collegeakkoord zijn richtinggevend voor de wijze waarop wijkgericht werken de komende jaren invulling krijgt. De inhoudelijke koers is nog steeds om samen met bewoners en partners te blijven werken aan leefbare, duurzame en veilige wijken en aan het beheer en onderhoud van de stad. De manier waarop we dat gaan doen is alleen anders dan voorheen. De opgave die er in de wijken ligt, stellen we centraal. Dat vraagt om inzicht in de opgave, om goede informatie over leefbaarheid, kwaliteit van onderhoud en veiligheid in wijken. Een goed monitoringsysteem (buurt voor buurt en early warning) is hierbij behulpzaam. Het levert feitelijke informatie op en informatie over de beleving van bewoners over de leefbaarheid, veiligheid en het onderhoud van de openbare ruimte in hun wijk. Sociaal-artistieke projecten zoals in de wijken Diezepoort en Kamperpoort worden uitgevoerd door Muzerie, Travers en de bewoners van de wijken, worden als instrument ingezet om op wijkniveau met cultuur sociale doelstellingen te realiseren. Het Buurtmuseum Kamperpoort is ook een mooi voorbeeld. 8

Analyse en conclusies Het collegeakkoord vraagt om een focus op participatie. Bezien vanuit maatschappelijk effect gaat het om persoonlijke groei, om sociale cohesie, om burgerschap en een goed leefklimaat. Bezien vanuit de opgaven voor de culturele organisaties gaat het om educatie, vergroting van het publieksbereik onder Zwollenaren en inspelen op wijken. Uit de staat van de stad blijkt dat het aantal Zwollenaren de komende jaren toeneemt, evenals het aantal jongeren. Dat betekent dat de doelgroepen groter worden. Door culturele educatie via het onderwijs aan te bieden, wordt alle jeugd in Zwolle bereikt. In lijn met de ambities uit de cultuurvisie is het goed om de inzet van Muzerie, in nauwe afstemming met het onderwijs, op scholen te verhogen. Dit zal ten koste gaan van het gesubsidieerde vrijetijdsaanbod. Hoe meer eigen keuze, hoe minder subsidie. Muzerie zal daardoor minder eigen accommodaties nodig hebben. Hier kan een besparing worden gerealiseerd. 14 De insteek via de brede scholen waarbij naschools aanbod wijkgericht wordt aangeboden, komt de leefbaarheid van de wijk ten goede. Ook community-art is een goede manier om de leefbaarheid van de wijk te versterken. In lijn met het opgavengericht werken wordt een wijkgerichte aanpak selectief ingezet. De hertaling van wijkgericht werken in opgavengericht werken betekent dat we gericht willen inzetten op wijken die slecht scoren op een aantal relevante indicatoren als leefklimaat, participatie en sociale cohesie. 15 Ook culturele instellingen als OdeondeSpiegel, Hedon, Fundatie, Stedelijk Museum en het Historisch Centrum Overijssel, instellingen met een regionale betekenis, hebben de opdracht hun publieksbereik onder inwoners van Zwolle te verbreden. Dit vraagt om een specifieke gerichtheid op mensen die nu nog niet vanzelf bij deze instellingen over de drempel komen. De brede omarming van de kadernota binnenstad vraagt om een focus op de binnenstad. Zwolle als ambitieuze stad, die de cultuurhistorie en de culturele infrastructuur benut voor een levendig cultureel klimaat met een bruisende binnenstad. De binnenstad is het podium voor evenementen met regionale of landelijke uistraling. Toeristen komen hier graag op af, en het komt ook ten goede aan het woon-en vestigingsklimaat van Zwolle. Bezien vanuit economisch effect gaat het om het toenemen van bestedingen in de binnenstad, vergroten van de werkgelegenheid en meer toeristische overnachtingen. Bezien vanuit de opgaven voor de culturele organisaties gaat het om vergroten van het publieksbereik in de regio, inspelen op de binnenstad, gezamenlijke programmering, realiseren van bijzondere manifestaties en meer inzet op pr en marketing. Dit vraagt nadrukkelijk om cultureel ondernemerschap. De meeste Zwolse culturele instellingen zijn van regionale betekenis. Alleen Bibliotheek Zwolle en Muzerie richten zich specifiek op de eigen inwoners van de gemeente. (Het werkgebied van Muzerie is overigens wel groter: dat bestrijkt naast Zwolle de gemeenten Dalfsen, Hardenberg, Hattem en Ommen.) Vergroting van de regionale betekenis betekent dus nog meer mensen uit de regio trekken. Bijzondere manifestaties betekent in dit verband vooral grote publiekstrekkers. Thematische samenwerking van de culturele instellingen onderling, maar ook met horeca en middenstand, kan hierbij voor synergie zorgen. Denk aan het vlot trekken van de flaneeravonden ten behoeve van een bruisende binnenstad. Met de komst van het Zwols UITburo eind vorig jaar is de samenwerking op het gebied van pr en marketing goed opgestart. 14 De locatie in het Cultuurhuis in Stadshagen zal als eerste worden verlaten. De bezettingsgraad is te gering om deze locatie te blijven huren. 15 Dat sluit aan op de bevinding dat geaccumuleerde non-participatie aan cultuur, sport en recreatie vooral wordt aangetroffen onder mensen met een laag inkomen, laagopgeleiden, allochtonen, ouderen en mensen met een beperking. Sociaal Cultureel Planbureau, De sociale staat van Nederland 2009. 9

Profiel cultuurbeleid: Cultuur en Stad Het cultuurbeleid richt zich de komende vier jaar op twee uitdagingen die hand in hand gaan. Door hierin succesvol te zijn, versterkt Zwolle haar woon- en leefklimaat en de stedelijke economie. Het levendige culturele leven trekt inwoners en bezoekers naar de historische binnenstad. De culturele dynamiek draagt bij aan de sociale samenhang in de stad en de stedelijke economie. Inwoners participeren volop en profiteren van het uitgebreide culturele aanbod dat mede dankzij bezoekers van elders in stand kan worden gehouden. Dit doet een groot beroep op het cultureel ondernemerschap van de culturele organisaties. Een professionele bedrijfsvoering en investeren in maatschappelijk draagvlak zal resulteren in verbreding en vergroting van het publieksbereik en verhoging van de inkomsten. Deze beweging is al eerder ingezet. 1. Participatie De eerste uitdaging is participatie. De nadruk ligt hier op verbreding van het publieksbereik onder de inwoners van Zwolle. Dit geldt niet alleen voor de organisaties die zich in hoofdzaak op de eigen inwoners richten, Bibliotheek Zwolle, Muzerie en het Filmtheater. Ook instellingen als de musea en de theaters hebben de opdracht om ervoor te zorgen dat hun publiek verbreedt, zodat zij meer inwoners over de drempel krijgen. Amateurkunst levert een belangrijke bijdrage aan de participatie doelstelling. Een groot deel van de amateurkunstbeoefenaren behoort tot de frequente bezoekers van professionele kunstuitingen en zij bereiken met hun eigen verrichtingen ook een groot publiek. Daarbij vergroot amateurkunst de sociale cohesie van een wijk, een groep of een stad. Beoogde maatschappelijke effecten zijn persoonlijke groei, sociale cohesie, burgerschap en een goed leefklimaat. Van de organisaties wordt cultureel ondernemerschap gevraagd, gerichte samenwerking met elkaar en andere partners, en speciale aandacht voor bepaalde wijken. De vergroting van het publieksbereik van Bibliotheek Zwolle, en vooral onder jongeren, is een inspirerend resultaat van de samenwerking van onderwijs en bibliotheek. Evenementen en projecten die in dit verband worden georganiseerd, in de stad of in wijken, zijn met name gericht op verbreding van het publieksbereik onder inwoners van Zwolle. Dit vraagt van de culturele organisaties een specifieke gerichtheid op mensen die nu nog niet vanzelf bij deze instellingen binnen komen. Dit gaat verder dan sociaalartistieke projecten, waarbij cultuur wordt ingezet om sociale doelstellingen te realiseren. Een parel als de Fundatie kan op dit gebied veel betekenen. Denk bijvoorbeeld aan een avondprogramma voor inwoners van bepaalde wijken, met gratis toegang en rondleidingen, combinaties met het Stedelijk Museum, R10, Hedon, OdeondeSpiegel of het Historisch Centrum Overijssel. Andere partners zijn bijvoorbeeld het welzijnswerk, maar ook de creatieve opleidingen in de stad zijn belangrijke bondgenoten. Participatie van studenten in projecten en via stages versterkt niet alleen de binding met de stad; meer levendigheid en creativiteit dragen ook direct bij aan de stad. Op dit terrein valt naar verwachting nog veel winst te boeken. De samenwerking van Hedon en Popfront is ook in dit licht te bezien. Popfront kan veel meer bieden dan alleen faciliteiten. In de combinatie kan het een broedplaats worden voor de Zwolse popmuziek, met een groter bereik en meer effect. We houden de percentageregeling beeldende kunst in stand. Participatie van bewoners in kunstprojecten en de verbinding tussen beeldende kunst en de stad blijven van groot belang. De mogelijkheden van de percentageregeling worden verruimd ten behoeve van onderbedeelde plekken in de stad en ook voor het onderhoud van kunstwerken. Dit raakt ook direct aan de tweede ambitie, een sterke stad. 10

Sterke stad De nadruk ligt hier op versterking van het culturele klimaat in de binnenstad. Afstemming van programmering, gezamenlijke marketing en samenwerking met andere ondernemers versterken de economie van de binnenstad en zorgen voor een stijging in de bezoekersaantallen van cultuurtoeristen. Met de komst van de Hanzelijn wordt Zwolle het cultuurtoeristisch brandpunt van Oost-Nederland en het anker van de Noordelijke Randstad. Programmatische samenwerking met Kampen kan dit nog versterken. Beoogde maatschappelijk effecten zijn toename van bestedingen in de binnenstad, vergroten van de werkgelegenheid, meer toeristische overnachtingen en een goed woon- en vestigingsklimaat. Van de organisaties wordt cultureel ondernemerschap gevraagd, gerichte samenwerking met elkaar en andere partners in de stad en gezamenlijke marketing en profilering. Evenementen die in dit verband worden georganiseerd zijn vaak gericht op het trekken van een groot publiek uit de regio en de rest van het land. Maar een klein, bijzonder evenement kan ook bijdragen aan het imago van Zwolle, waarmee het indirect ook een publiekstrekker wordt. Dit moet dan wel publicitair worden benut. Kan het gitaarfestival, dat internationale bekendheid geniet maar onbekend is bij het grote publiek, hierin ook niet meer betekenen? Niet elk evenement hoeft uit te groeien tot de maat van het bevrijdingsfestival, maar kwaliteit wil worden gehoord en gezien, kansen zijn er om te worden benut. Het bedrijfsleven is een belangrijke partner. Niet alleen de ondernemers uit de binnenstad, maar ook andere bedrijven hebben belang bij een goed woonklimaat in Zwolle, omdat dit aantrekkelijk is voor werknemers. Een sterke stad betekent ook dat er voldoende en goed opgeleid arbeidspotentieel aanwezig is. Cultuur en stad zijn een economische twee-eenheid. Bezuinigingen 16 Bezuinigen op cultuur staat op gespannen voet met de constatering dat de doelgroepen voor het cultuurbeleid in omvang toenemen. Het inwoneraantal van Zwolle blijft groeien en ook de bezoekers en toeristen komen met de komst van de Hanzelijn eerder in Zwolle. Bezuinigen doet per definitie pijn. Zwolle kent weliswaar een redelijk brede culturele infrastructuur, maar er is geen overlap. Bij de besluitvorming over de perspectiefnota van 2008 is een taakstelling van 100.000 opgelegd met ingang van 2011, die vooruitliep op de te boeken efficiëntiewinst die de fusie van het Stedelijk Museum en het Historisch Centrum Overijssel zou moeten opleveren. Deze fusie is zoals bekend niet doorgegaan, maar de taakstelling is overeind gebleven. Begrotingstechnisch is deze taakstelling verwerkt met ingang van 2011, maar feitelijk nog niet geëffectueerd. We stellen voor deze taakstelling onder te brengen in de brede bezuinigingsopgave voor cultuur. Waar kunnen we bezuinigingen realiseren? Het ligt voor de hand om in eerste instantie subsidies die weinig verbinding hebben met de ontwikkelingslijnen uit de cultuurvisie en de focus op Cultuur en Stad, kritisch te bekijken. De positie van het Ecodrome staat al langer ter discussie. Voor toerisme heeft het een zeker belang, maar vanuit cultuur is het een vreemde eend in de bijt. Ook het Machinemuseum past niet goed binnen de ontwikkelingslijnen van de cultuurvisie. Voor beide zullen aparte beslisnotities worden opgesteld, die samen met de cultuurnota aan de gemeenteraad worden aangeboden. Bij de opstelling van de scenario s zijn bezuinigingen op beide instellingen als vaste ingrediënten opgevoerd. De vraag om scherpere keuzes voor het cultuurbeleid, de steun vanuit het collegeakkoord en aanpalende beleidsterreinen voor het profiel Cultuur en Stad in combinatie met de noodzaak bezuinigingen te realiseren, betekenen dat vooral het makersklimaat van Zwolle onder druk komt te staan. Dit is een accent van het huidige cultuurbeleid en onderdeel van de ontwikkelingslijn creatief vermogen uit de cultuurvisie. In dit verband subsidieert de gemeente R10, het Langhuis, het Nederlands Fluitorkest, het Kameroperahuis en festival, Theater Gnaffel, de stadsdichter en ook Festival ZwArt. Ook de subsidie 16 De financiële afwegingen over de investeringsopgaven vanuit de Fundatie en Hedon zullen bij de behandeling van het investeringsprogramma worden gemaakt. 11

aan de Stichting Ateliers Zwolle is in dit licht te beschouwen, evenals het budget dat jaarlijks beschikbaar is uit de stimuleringsreserve podiumkunsten. De besteding van de rijksmiddelen voor beeldende kunst (BKV-fonds) hoort hier ook bij. R10 en ook het Langhuis zijn belangrijke schakels voor de verbinding met de creatieve opleidingen in de stad. Het Langhuis biedt een podium voor jonge kunstenaars. Bij R10 leren kunstenaars het ondernemerschap. Het is niet logisch om op deze instellingen te willen bezuinigen. Als er moet worden bezuinigd, staan de andere hierboven genoemde subsidies in principe allemaal 17 ter discussie en elke keuze doet pijn. Het aantal voorstellingen podiumkunsten is in Zwolle het hoogst van de hele provincie. Dat betekent enerzijds dat het wel wat minder kan. Anderzijds is de waarde ervan voor stad en regio groot. De subsidie voor de Stichting Ateliers zorgt ervoor dat de huren van ateliers, voor een groot deel gemeentelijk eigendom, betaalbaar blijven. Minder subsidie betekent stijging van de huren. De huidige inzet van de rijksmiddelen voor beeldende kunst is relatief luxe omdat R10 en het Stedelijk Museum Zwolle ook activiteiten ontplooien waarvoor deze rijksbijdrage is bedoeld. Vervolgens kijken we naar de incidentele budgetten binnen de andere ontwikkelingslijnen uit de cultuurvisie. Uiteindelijk vragen we van elke structureel gesubsidieerde instelling een bezuinigingsbijdrage, te realiseren via efficiëntiemaatregelen en/of scherpere keuzes binnen de programmering. De bedrijfsvoering van culturele instellingen is over het algemeen aan de magere kant, zodat hierop alleen winst lijkt te boeken indien zaken fundamenteel anders kunnen worden georganiseerd, bijvoorbeeld samen met andere instellingen. 18 Bij Muzerie is op korte termijn al efficiëntiewinst te boeken. De belangstelling voor vrijetijdsaanbod in Stadshagen is minder dan verwacht, waardoor Muzerie nu relatief dure ruimte huurt in het Cultuurhuis Stadshagen. Hier kan een flinke besparing worden gerealiseerd, die ook past bij het voornemen van Muzerie om meer op en in de scholen te gaan werken. 19 Scenario s Op basis van het voorgaande zijn drie scenario s opgesteld: Expansie, Focus en Krimp. Alle scenario s hebben het profiel Cultuur en Stad, maar het ambitieniveau neemt af naarmate er meer wordt bezuinigd. Qua bezuinigingen overlappen de scenario s elkaar, zodat elk scenario de bezuinigingen van het voorgaande scenario in zich heeft. Het scenario Expansie mikt op een jaarlijkse stijging van tien procent in de bezoekersaantallen tot een verdubbeling van het aantal cultuurtoeristen in Zwolle en een verbreding van het publieksbereik onder Zwollenaren. 20 Het productieklimaat blijft in dit scenario op peil. De makers vormen de humuslaag voor het levendige succesvolle culturele klimaat. Bij ruwweg gelijkblijvende budgetten tekenen de grote culturele organisaties voor deze ambitie. 21 In dit scenario wordt bezuinigd op de vaste ingrediënten van alle scenario s: o stopzetting van subsidie aan het Ecodrome 22 o stoppen met het Machinemuseum 23 o schrappen van het festivalbudget 24 17 Het budget voor Festival ZwArt is al opgeheven per 2011 conform het raadsbesluit van 22 november 2010. 18 Hiermee wordt in een nadere uitwerking ook uitvoering gegeven aan de raadsmotie om te bezuinigen op de bedrijfsvoering van gesubsidieerde instellingen. 19 Dit kan nadelige gevolgen hebben voor de gemeentelijke inkomsten uit Vastgoed. 20 Dit willen we gaan meten. 21 Zie bijlage 2 Visiedocument. 22 Zie beslisnota Ecodrome. De bezuiniging wordt ingeboekt per 2013; het restant subsidie 2012 kan worden gebruikt voor frictiekosten. Met de afhandeling/stopzetting van Ecodrome zijn frictiekosten gemoeid, waaronder tijdelijke huurderving Vastgoed. 23 Zie beslisnota Machinemuseum. De bezuiniging wordt ingeboekt per 2013; het restant subsidie 2012 kan worden gebruikt voor frictiekosten. 12

o stopzetting van subsidie aan Muzerie ten behoeve van huur accommodatie Stadshagen 25 Naast de bezuinigingen worden in dit scenario alle meerjarige incidentele budgetten structureel gemaakt, en wordt ook de Stimuleringsreserve podiumkunsten aangevuld. 26 Vernieuwing wordt binnen de huidige budgetten gerealiseerd, door meer inkomsten, nauwe samenwerking en andere keuzes in programmering. In dit scenario wordt op begrotingsbasis 1,5% bezuinigd op structurele subsidies met uitzondering van amateurkunst. Scenario Focus mikt op verbreding van het publieksbereik onder Zwollenaren en een versterking van het culturele klimaat in de binnenstad. Het ambitieniveau is niet zo hoog als in het voorgaande scenario, maar hoger dan in het scenario Krimp. Het steunpunt amateurkunst, de coördinatie van cultuureducatie in het voortgezet onderwijs en de bijdrage in de zaalhuur van OdeondeSpiegel voor verenigingen ondersteunen de participatie doelstelling. De meerjarige incidentele budgetten hiervoor worden daarom in dit scenario structureel gemaakt. 27 De incidentele budgetten voor projecten cultuureducatie van HCO en Hedon worden niet structureel gemaakt. Deze HCO projecten zijn sowieso tijdelijk van aard, het Hedon project kan worden ingebed in het aanbod voor het voortgezet onderwijs. In dit scenario wordt vooral bezuinigd op het productieklimaat. Het behoeft geen betoog dat dit voor de makers in de stad ongunstig is; voor hen die rechtstreeks getroffen worden door beëindiging van de subsidie, maar ook in bredere zin. De stedelijke podia hebben minder te programmeren, en het is geen goed signaal als we de creatieve opleidingen en afgestudeerden aan de stad willen binden. De waarde voor stad en regio hiervan is groot en bezuinigingen doen hieraan afbreuk. Aan de andere kant: het aantal voorstellingen podiumkunsten is in Zwolle relatief groot, en als cultuur ook een offer moet brengen, ligt het voor de hand om dan hierin te snijden. We stoppen daarom na 2012 met de subsidies voor het Nederlands Fluitorkest, het Kameroperahuis en festival en we benoemen geen nieuwe stadsdichter. We halen per direct 400.000 uit de stimuleringsreserve producties podiumkunsten. Het restant kan nog worden ingezet voor de regeling tot ongeveer medio 2012; afhankelijk van de toegekende aanvragen zal het restant budget naar verwachting tegen die tijd zijn opgedroogd. We blijven wel investeren in Theater Gnaffel. Wij beschouwen Gnaffel als een parel: hoge kwaliteit gericht op jeugd, uniek voor Nederland, landelijke uitstraling en goed voor de naam van Zwolle. De rijksmiddelen beeldende kunst (BKV-fonds) zijn in principe tot en met 2013 voor een belangrijk deel aan Kunst & Zo toegewezen. Bij voortzetting van deze rijksregeling stellen we voor om de ervaringen die hiermee worden opgedaan te incorporeren binnen het Stedelijk Museum Zwolle. Vanuit de cultuurbegroting wordt 25.000 minder gestort in het overkoepelende budget evenementen. In plaats van 175.000 hevelen we in dit scenario 150.000 over van de cultuurbegroting naar het evenementenbudget. De begroting is niet dichtgespijkerd: er is een budget van 150.000 voor nieuwe initiatieven. Hiermee kunnen ontwikkelingen gericht op participatie en de stad worden ondersteund, synergie worden gerealiseerd en koppeling met andere budgetten (binnenstad, evenementen, wijk, welzijn, jeugd). Het gaat om aanjaagbudget, dat niet structureel wordt gemaakt. 24 Conform het raadsbesluit van 22 november 2010 over Festival ZwArt. 25 Muzerie gaat meer inzet op het primair en voortgezet onderwijs plegen; dit gaat ten koste van het gesubsidieerde vrijetijdsaanbod. Muzerie heeft daarom minder behoefte aan eigen accommodaties. De accommodatie in Stadshagen zal als eerste worden verlaten gezien de huidige bezettingsgraad en de verhouding kosten-baten. Dit kan consequenties hebben voor de gemeentelijke inkomsten uit Vastgoed. 26 In dit scenario is geen apart budget opgenomen voor nieuwe initiatieven. Een deel van de jaarlijkse vrijval van deze reserve zou hiervoor kunnen worden gebruikt. De regeling moet dan wel worden aangepast. 27 Het steunpunt amateurkunst en de regeling zaalhuur OdeondeSpiegel moeten nog worden geëvalueerd in 2012. In dit scenario wordt uitgegaan van de wenselijkheid van voortzetting van beide, omdat hiermee rekening moet worden gehouden bij de begroting. Het spreekt voor zich dat uit de evaluaties eerst zal moeten blijken dat het steunpunt amateurkunst, en ook de regeling zaalhuur OdeondeSpiegel, voldoen aan de beoogde doelstellingen. Anders zullen deze initiatieven niet worden voortgezet. 13

Bovendien wordt in dit scenario op begrotingsbasis 3% bezuinigd op structurele subsidies met uitzondering van amateurkunst. Dit zal waarschijnlijk niet alleen te realiseren zijn door verhoging van de efficiëntie en vragen om scherpere keuzes in programmering. Scenario Krimp mikt op een zo groot mogelijke bezuiniging. Bovenop de reeds genoemde bezuinigingen wordt na 2012 gestopt met het steunpunt amateurkunst, de inzet op cultuureducatie in het voortgezet onderwijs, en de bijdrage in de zaalhuur van OdeondeSpiegel. De subsidie aan de Stichting Ateliers Zwolle wordt afgebouwd. Veel kunstenaars zullen hun atelierruimte dan niet meer kunnen betalen. Mogelijk bieden leegstaande kantoren een alternatief voor de kunstenaars, of worden andere creatieve oplossingen gevonden. Aan de andere kant zullen nieuwe huurders moeten worden gezocht voor de ateliers, die veelal gemeentelijk eigendom zijn. Dit kan consequenties hebben voor de gemeentelijke inkomsten uit Vastgoed. We stoppen met subsidie voor Theater Gnaffel. Vanuit de cultuurbegroting wordt 50.000 minder gestort in het overkoepelende budget evenementen. Daarnaast wordt op begrotingsbasis 5% bezuinigd op alle structurele subsidies met uitzondering van amateurkunst. Er is geen budget voor nieuwe initiatieven. Het aanbod podiumkunsten verschraalt en van een productieklimaat kan nauwelijks meer worden gesproken. De ambities ten aanzien van participatie en versterking van de binnenstad staan in dit scenario flink onder druk. De culturele instellingen zullen pijnlijke keuzes moeten maken. 28 Voor een heldere koersbepaling zijn deze scenario s duidelijk van elkaar onderscheiden, maar natuurlijk zijn variaties mogelijk: kiezen voor het scenario Krimp maar wel doorgaan met het subsidiëren van Theater Gnaffel, of kiezen voor het scenario Expansie maar wel minder investeren in gezelschappen. Vaste ingrediënten scenario s Stopzetting subsidie Ecodrome 1.022.000 Stoppen met Machinemuseum 29.000 Schrappen Festivalbudget 130.000 Vertrek Muzerie uit Cultuurhuis Stadshagen 100.000 29 + Structurele minderuitgaven: 1.281.000 30 ============== Scenario 1. Expansie De culturele instellingen tekenen voor de ambities van dit scenario. In het vertrouwen dat de investeringen in cultuur van de afgelopen jaren de komende tijd gaan renderen, staan zij voor een stevig ambitieniveau. Dit scenario sluit aan op Zwolle als vitale, succesvolle stad. Een stad waarvan het inwonersaantal de komende jaren toeneemt, met de ambitie om het cultuurtoeristisch brandpunt 28 Zie de gespreksverslagen over bezuinigingen. 29 Deze inschatting is aan de voorzichtige kant, waarbij rekening is gehouden met de huur van vervangende ruimte. 30 Zoals gezegd: de netto besparing zal lager uitvallen, o.a. door tijdelijke huurderving Vastgoed (Ecodrome en Cultuurhuis Stadshagen). 14

van Oost-Nederland te worden en anker van de Noordelijke Randstad. De komst van de Hanzelijn op 12-12-2012 is een uitgelezen kans om meer cultuurtoeristen naar Zwolle te trekken. De stad heeft ook een goed makersklimaat. Dit is goed voor de stedelijke podia en het cultuurtoerisme en voor de verbinding van de creatieve opleidingen en afgestudeerden met de stad. In Zwolle doet iedereen mee. De ambities zijn om binnen de huidige budgetten een jaarlijkse stijging van 10% in de bezoekersaantallen te realiseren tot een verdubbeling. Bovendien wordt ingezet op verbreding van het publieksbereik. Dit gebeurt door een hoge mate van samenwerking van de culturele instellingen op het gebied van programmering, marketing en het realiseren van samenwerkingsverbanden met andere ondernemers in de stad. In dit scenario is geen apart budget voor nieuwe initiatieven. Nieuw voor oud zullen de organisaties binnen de huidige budgetten realiseren. De structurele subsidies zullen op begrotingsbasis worden gekort met 1,5% met uitzondering van amateurkunst. We bezuinigen niet op amateurkunst omdat wij dit van wezenlijk belang vinden voor de participatiedoelstelling. Samenvattend: - bezuinigingen door de vaste ingrediënten van de scenario s - budgetten van de culturele instellingen blijven ruwweg gelijk; korting van 1,5%. - makersklimaat blijft op peil. De reserve voor de stimulering producties podiumkunsten wordt aangevuld in 2014, en hieruit valt jaarlijks 150.000 vrij. 31 - in stand houden steunpunt amateurkunst (indien positieve evaluatie) en coördinatie cultuureducatie - in stand houden gemeentelijke bijdrage projecten cultuureducatie - in stand houden regeling zaalhuur OdeondeSpiegel (indien positieve evaluatie) Financiële gevolgen: Vaste ingrediënten scenario s 1.281.000 Structureel minder 1.281.000 ============== Korting subsidies met 1,5% m.u.v. amateurkunst 210.000 Structureel minder 210.000 ============== Aanvulling reserve stimulering producties podiumkunsten 150.000 Voortzetting subsidie gezelschappen/productiehuis 245.000 Gemeentelijke bijdrage steunpunt amateurkunst 31.000 Gemeentelijke bijdrage coördinatie cultuureducatie VO 41.000 Gemeentelijke bijdrage projecten cultuureducatie 23.000 Voorzetting regeling zaalhuur OdeondeSpiegel 25.000 + Structureel meer 515.000 =============== Indien alle subsidies van het rijk na 2012 zouden komen te vervallen, compenseren we niet de rijksmiddelen voor gezelschappen/productiehuis, 32 evenmin als de subsidie voor de projecten cultuureducatie. We compenseren wel de rijksbijdrage aan het steunpunt amateurkunst en aan de coördinatie cultuureducatie op het voortgezet onderwijs. Dit betekent structurele extra uitgaven: 31 Een deel van de jaarlijkse vrijval komt ook beschikbaar voor nieuwe initiatieven anders dan producties podiumkunsten. 32 Mogelijk is voortzetting van de gemeentelijke subsidie dan ook niet meer zinvol; dat zal dan moeten worden bezien. 15

Compensatie rijksmiddelen steunpunt Amateurkunst m.i.v. 2013 31.000 Compensatie rijksmiddelen cultuureducatie VO 41.000 + Structureel meer 72.000 ============== Samenvattend is het financiële resultaat van het scenario Expansie voor de gemeentebegroting op cultuur: Structurele besparing: maximaal 1.281.000 + 210.000-515.000 = 976.000 minimaal 1.281.000 + 210.000-515.000-72.000 = 904.000 Scenario 2. Focus Dit scenario sluit aan op Zwolle als succesvolle, vitale stad. Enerzijds sluit het nadrukkelijk aan op het collegeakkoord, anderzijds op de ambitie om als Zwolle het cultuurtoeristisch brandpunt van Oost- Nederland te worden, het anker van de Noordelijke Randstad. In dit scenario blijft de cultuurvisie staan als stip op de horizon. Dat betekent dat we onze ambities op langere termijn niet opgeven. Door in te zetten op versterking van het cultuurtoerisme worden meer inkomsten voor de stad gegenereerd. Dit vergroot het draagvlak voor investeringen in cultuur. Als het economisch tij weer gunstiger is, kan er vanaf 2015 weer meer in het makersklimaat worden geïnvesteerd. We blijven investeren in het steunpunt amateurkunst en de coördinatie van cultuureducatie op het voortgezet onderwijs. Deze dragen bij aan het realiseren van de participatiedoelstelling en worden nu met incidentele meerjarige budgetten uitgevoerd. We maken geen nieuw geld vrij voor de lopende projecten cultuureducatie van HCO en Hedon. De HCO projecten zijn sowieso tijdelijk van aard, Hedon project kan worden ingebed in het aanbod voor het voortgezet onderwijs. Het grootste verschil met het eerste scenario is dat we hier bezuinigen op het makersklimaat. We halen 400.000 uit de reserve voor de stimulering producties podiumkunsten, en we stoppen met de subsidies voor het Nederlands Fluitorkest, het Kameroperahuis en festival en de stadsdichter. We maken een uitzondering voor Theater Gnaffel, dat we wel blijven subsidiëren. In dit scenario is een budget van 150.000 voor nieuwe initiatieven opgenomen. Zo kunnen we inspelen op ontwikkelingen gericht op participatie en een sterke stad. Er kan een koppeling met andere budgetten worden gemaakt (bijvoorbeeld vanuit welzijn, wijk en jeugd, maar ook vanuit binnenstad en evenementen). Het gaat om aanjaagbudget dat niet structureel wordt gemaakt. Structurele subsidies worden op begrotingsbasis met drie procent gekort, met uitzondering van amateurkunst. We storten 25.000 minder vanuit de cultuurbegroting in het overkoepelende evenementenbudget. 33 De rijksmiddelen beeldende kunst (BKV-fonds) worden bij voortzetting van de regeling vanaf 2014 ten minste voor een deel anders ingezet, waardoor een besparing wordt gerealiseerd. Samenvattend: - vaste ingrediënten scenario s - in stand houden steunpunt amateurkunst en coördinatie cultuureducatie - geen nieuw geld voor lopende projecten cultuureducatie HCO en Hedon - structurele subsidies worden op begrotingsbasis met 3% gekort, m.u.v. amateurkunst: in 2012, 2013 en 2014 worden de subsidies met 1% minder geïndexeerd. - incidentele besparing van 400.000 op de reserve stimulering producties podiumkunsten en geen aanvulling reserve - geen nieuw geld voor de subsidiëring van gezelschappen/productiehuis en stadsdichter; Gnaffel is de uitzondering die de regel bevestigt - structureel budget voor nieuwe initiatieven, gericht op participatie en sterke stad, van 150.000-25.000 minder in evenementenbudget 33 In dit scenario wordt wel degelijk ook flink geïnvesteerd in cultuurtoerisme; de korting van het evenementenbudget wordt ruimschoots gecompenseerd door het budget voor nieuwe initiatieven. 16

- andere inzet deel rijksmiddelen beeldende kunst (BKV-fonds) vanaf 2014 bij voortzetting regeling. Financiële gevolgen: Vaste ingrediënten scenario s 1.281.000 Structureel minder 1.281.000 ============== Korting subsidies met 3% m.u.v. amateurkunst 420.000 Korting bijdrage cultuur aan evenementen 25.000 Stoppen met subsidiëren van stadsdichter 5.000 Andere inzet van een deel van de rijksmiddelen van het BKV fonds 80.000 + Structureel minder 530.000 ============== Gemeentelijke bijdrage steunpunt amateurkunst 31.000 Gemeentelijke bijdrage coördinatie cultuureducatie VO 41.000 Gemeentelijke bijdrage Theater Gnaffel 100.000 Voortzetting regeling zaalhuur OdeondeSpiegel 25.000 Budget voor nieuwe initiatieven 150.000 + Structureel meer 347.000 =============== Incidentele besparing reserve producties podiumkunsten 400.000 Incidenteel minder 400.000 =============== Indien de subsidies van het rijk na 2012 zouden komen te vervallen, houden we het steunpunt amateurkunst en de coördinatie cultuureducatie op het voortgezet onderwijs op peil. Dit betekent structureel: Compensatie vervallen rijksbijdrage steunpunt amateurkunst 31.000 Compensatie vervallen rijksbijdrage cultuureducatie VO 41.000 + Structureel meer: 72.000 ===============. Samenvattend is het financiële resultaat van het scenario Focus voor de gemeentebegroting op cultuur: Structurele besparing: maximaal 1.281.000 + 530.000 347.000 = 1.464.000 minimaal 1.281.000 + 530.000 347.000 72.000 = 1.392.000 Incidentele besparing: 400.000 17

Scenario 3. Krimp Dit scenario gaat uit van krimp over de volle breedte. Het is gemotiveerd door de wens om een zeer forse besparing op de cultuurbegroting te realiseren. Om de structurele bezuiniging zoveel mogelijk te beperken, wordt in elk geval geen nieuw geld vrijgemaakt voor activiteiten die nu met tijdelijk geld worden uitgevoerd. Dat raakt het steunpunt amateurkunst, coördinatie en projecten cultuureducatie op het voortgezet onderwijs, de regeling zaalhuur OdeondeSpiegel, Theater Gnaffel, het Kameroperahuis en - festival en het Nederlands Fluitorkest. We benoemen geen nieuwe stadsdichter en er is geen budget voor nieuwe initiatieven. We storten vanuit de cultuurbegroting 50.000 minder in het overkoepelende budget voor evenementen. De rijksmiddelen beeldende kunst (BKV-fonds) worden bij voortzetting van de regeling vanaf 2014 voor een deel anders ingezet waardoor een besparing wordt gerealiseerd. De subsidie aan de Stichting Ateliers Zwolle wordt afgebouwd. Dit kan consequenties hebben voor de gemeentelijke inkomsten uit Vastgoed. Structurele subsidies worden op begrotingsbasis met vijf procent gekort, met uitzondering van amateurkunst. Keuze voor dit scenario betekent dat de ambities uit het cultuurbeleid op alle fronten onder druk staan. Er wordt bezuinigd op het makersklimaat, op participatie en er is geen budget voor (nieuwe) initiatieven op het gebied van cultuurtoerisme. De generieke bezuiniging van 5% op structurele subsidies (met uitzondering van amateurkunst) doet bij alle instellingen pijn. Samenvattend: - vaste ingrediënten scenario s - structurele subsidies op begrotingsbasis korten met 5% m.u.v. amateurkunst - geen nieuw geld voor het fonds stimulering producties podiumkunsten, voor de subsidiëring van gezelschappen/productiehuis, voor het steunpunt amateurkunst, voor de voorzetting van de coördinatie cultuureducatie VO en voor de regeling zaalhuur OdeondeSpiegel - geen nieuwe stadsdichter - 50.000 minder in evenementenbudget - incidentele besparing reserve stimulering producties podiumkunsten en geen aanvulling reserve - rijksmiddelen beeldende kunst (BKV-fonds) worden bij voortzetting regeling vanaf 2014 deels anders ingezet - afbouw subsidie Stichting Ateliers Zwolle Financiële gevolgen: Vaste ingrediënten scenario s 1.282.000 Alle subsidies korten met 5% m.u.v. amateurkunst 700.000 Andere inzet deel rijksmiddelen BKV-fonds 80.000 Afbouw subsidie Stichting Ateliers Zwolle 119.000 Stoppen met stadsdichter 5.000 Korting bijdrage cultuur aan evenementen 50.000 + Structureel minder 2.235.000 ============== Incidentele besparing reserve producties podiumkunsten 400.000 Incidenteel minder 400.000 ============== 18

Samenvattend is het financiële resultaat van het scenario Krimp voor de gemeentebegroting op cultuur: Structurele besparing: 2.235.000 Incidentele besparing: 400.000 19

Financiële effecten cultuurnota per jaar Scenario Expansie Scenario Focus Scenario Krimp 2011 2012 2013 2014 Totaal 2011 2012 2013 2014 Totaal 2011 2012 2013 2014 Totaal Basispakket bezuinigingen: Beëindiging subsidie Ecodrome 1.022 1.022 1.022 idem Machinemuseum 29 29 29 idem festival ZwArt 130 130 130 idem Muzerie, huursubsidie Cultuurhuis 100 100 100 Andere bezuinigingen: Stadsdichter 5 5 omlabelen BKV 80 80 Beëindiging subsidies Ateliers Zwolle 119 korting bijdrage cultuur aan evenementen 25 50 algemene korting resp. 1½, 3 en 5% op subsidies * 70 70 70 140 140 140 233 233 233 Totaal bezuinigingen 300 1121 70 1491 5 395 1191 220 1811 5 513 1403 313 2234 Nieuwe bestedingen: Jaarlijkse toevoeging aan Reserve Podiumkunsten -150 Voortzetting subsidie gezelschappen/productiehuis -245-100 gemeentelijk aandeel Steunpunt Amateurkunst -31-31 gemeentelijk aandeel coórdinatie cultuureducatie -41-41 gemeentelijk aandeel projecten cultuureducatie -23 Voortzetting regeling zaalhuur OdS -25-25 Budget voor nieuwe initiatieven -150 Resultaat bezuiniging minus bestedingen 300 756-80 976 5 245 994 220 1464 5 513 1403 313 2234 Variant bij beeindiging rijkssubsidies: Compensatie rijksaandeel Steunpunt AK -31-31 Compensatie rijksaandeel cultuureducatie -41-41 Resultaat bezuiniging minus bestedingen met variant 300 684-80 904 5 245 922 220 1392 5 513 1403 313 2234 Incidenteel: vrijval Reserve Podiumkunsten 400 400 * Betreft een korting op subsidiebudgetten cultuur, zoals opgenomen in de gemeentebegroting