Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017

Vergelijkbare documenten
Memo. Gemeente Mook en Middelaar

Ervaringen Wmo en Jeugdhulp Cliëntervaringsonderzoek Mook en Middelaar 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Ervaringen Wmo en Jeugdhulp Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2016

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Ervaringen Wmo en Jeugdhulp Cliëntervaringsonderzoek Nijmegen 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet

Cliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016

Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch. Vervolgmeting 2018

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017

CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

Cliëntervaringsonderzoek Wmo BMWE gemeenten 2016 Gemeente Bedum AHA! marktonderzoek en marketingadvies

Moerdük. ge meente. o 80% ervaart de geboden ondersteuning als nuttig RAADSINFORMAT EBRIEF

box-tial Stuk ter kennisname Onderwerp Voorstel Samenvatting Vervolg Bijlagen meewerkend

Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015

Moerd U k RAADSINFORMATIEBRIEF

CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017

Cliëntervaringsonderzoek WMO Beemster Verantwoordingsjaar 2017

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Jeugd. Gemeente Bloemendaal. 5 oktober 2016 V1.0

Cliëntervaringsonderzoek. Purmerend verantwoordingsjaar 2017

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK JEUGD

Cliëntervaringsonderzoek 2016 Wmo begeleiding, huishoudelijke ondersteuning en scootmobiel

Burgerpeiling Hoeksche Waard 2015

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK JEUGD

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch. Nulmeting 2017

Datum vergadering: Nota openbaar: Ja, de nota is openbaar

Gemeente Ommen. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 28 juli 2017

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo. Gemeente Bloemendaal. 5 oktober 2016 V1.0

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK JEUGD

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-VERVOER GEMEENTE RIDDERKERK

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

Ons kenmerk MO10/ Datum uw brief

Cliëntervaring ouders en jongeren Jeugdhulp gemeente Delft Onderzoek naar kansen en verbeterpunten voor de jeugdhulp van de gemeente Delft

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Oost Gelre. Rapport Augustus 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017

Evaluatie re-integratievoorziening Aan de Slag

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK SOCIAAL TEAM

CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2018

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO

Cliëntervaringsonderzoek Wmo gemeente Simpelveld

CLIËNTERVARINGEN JEUGD OVER 2017

CLIËNTERVARINGEN JEUGD OVER 2017

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS. Onderwerp: Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009

Toelichting uitkomsten Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

Figuur 11 Bekendheid van het energielabel (n=494) Let u bij het kopen van een woning op het energieverbruik van de woning?

Informatienota raad. Cliëntervaringsonderzoeken Wmo, Jeugd, Participatiewet en

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Tevredenheid Abw-cliënten. Benchmark rapportage gemeente Maassluis. December 2003

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Winterswijk. Rapport September 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Vlieland. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Oude IJsselstreek. Rapport September 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO

Cliëntervaringsonderzoek 2015 Jeugd

Cliëntervaringsonderzoek Jeugdhulp

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Brederode Wonen

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Klanttevredenheidsonderzoek website

Tevredenheid over MEE. Brancherapport Een onderzoek in opdracht van MEE Nederland. Marieke Hollander Betty Noordhuizen BA3913

Cliëntervaringen jeugdhulp Regiorapport Noordoost-Brabant. Meting September 2017 Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente s-hertogenbosch

Experimenteren met bijstand: peiling onder bijstandsgerechtigden

Leren van de monitor Participatiewet

Betrokkenheid van buurtbewoners. Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest Vergelijking gemeenten 2015

Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

Rol mantelzorger en eigen bijdrage aandachtspunten bij uitvoering Wmo

CliëntErvaringsMonitor Zorg voor Jeugd 2015

5 Starters op de markt voor koopwoningen

Onderwerp: Advies inzake Evaluatie mantelzorgbeleid 2017 Bijlage: Een kritische kijk op het rapport Situatie en behoeften mantelzorgers in Schagen

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM

CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017

Uw kenmerk Uw brief Zaaknummer Documentnummer U Raadsbrief 2017, nr juli 2017

Cliëntenonderzoek. Gemeente Zutphen

Gemeente Bergen op Zoom

Cliënttevredenheid 2016

CLIËNTERVARINGEN JEUGD OVER 2017

Cliëntervaringsonderzoek Jongeren en ouders met Jeugdhulp Zwolle

Transcriptie:

Ervaringen Wmo Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Inhoud 1. Achtergrond van het onderzoek... 2 2. Het regelen van ondersteuning... 4 3. Kwaliteit van de ondersteuning... 6 4. Vergelijking regio... 8 5. Conclusie...10 Onderzoek en Statistiek Nijmegen 1

1. Achtergrond van het onderzoek Waarom een cliëntervaringsonderzoek? Met het overdragen van de Wmo (en jeugdhulp) van het Rijk naar de gemeenten in 2015, zijn gemeenten verplicht om jaarlijks een cliëntervaringsonderzoek (CEO) te doen. Dit onderzoek dient om de cliënttevredenheid te monitoren, signalen (positief dan wel negatief) op te vangen en de dienstverlening bij te sturen waar nodig. Uitvoering van het onderzoek Het onderzoek wordt via een landelijk vastgestelde aanpak uitgevoerd. Onderdeel daarvan is een set van 10 verplichte vragen, over het regelen van de ondersteuning en de kwaliteit/effectiviteit van de ondersteuning. Deze vragen zijn aangevuld met vragen over de toeleiding tot de ondersteuning; met wie is contact geweest en hoe is dat ervaren? Dezelfde vragenlijst is toegepast door de andere gemeenten in het Rijk van Nijmegen (m.u.v. Beuningen). Ook is de enquêtering uitgevoerd door I&O Research gezamenlijk gedaan en is op dezelfde wijze gerapporteerd (door bureau Onderzoek en Statistiek van gemeente Nijmegen). Cliënten hebben zowel schriftelijk (79%) als online (21%) gereageerd. Enquêtering vond plaats in mei/juni. Beschrijving cliëntgroep Voor het onderzoek zijn alle cliënten aangeschreven met (ten minste) één (wmo-)indicatie in 2016. Cliënten kunnen in 2016 meer dan één indicatie hebben, waaronder indicaties die al vóór 2016 zijn gestart. Cliënten zijn met registratiegegevens, op basis van alle indicaties die zij in 2016 hadden, ingedeeld in een groep. Het aantal cliënten per groep is te zien in onderstaande tabel. Van de 1000 aangeschreven cliënten hebben 348 de enquête ingevuld; het responspercentage ligt daarmee op 35%; vergelijkbaar met de 38% in 2016. cliëntgroepen naar soort hulp aantal cliënten vervoer/wonen (zonder andere soorten 491 (28%) hulp) huishoudelijke hulp (evt. in combinatie met 860 (50%) hulp vervoer/wonen) begeleiding/kort verblijf (evt. in combinatie 378 (22%) met huishoudelijke hulp en/of hulp vervoer/wonen) totaal 1729 Tabel 1 Cliëntgroepen naar soort hulp 2

In Tabel 2 zijn de achtergrondkenmerken te zien van cliënten die aan het onderzoek hebben meegedaan. In de tabel zijn ook de cliëntgroepen op basis van enquêtegegevens weergegeven. Wanneer geslacht en leeftijd worden vergeleken met deze kenmerken bij alle cliënten die zijn aangeschreven valt een aantal zaken op; 65-plussers doen vaker mee dan cliënten onder de 65. Mannen en vrouwen doen ongeveer even vaak mee. Geslacht Leeftijd Opleiding Inkomen Cliëntgroep vrouw 63% t/m 34 5% geen, basis, mavo 69% prima 37% vervoer/wonen 12% man 33% 35 t/m 49 6% havo, vwo, mbo 13% redelijk 51% huishoudelijke hulp 56% onbekend 3% 50 t/m 64 13% hbo, wo 6% moeilijk 8% begeleiding/kort verblijf 22% 65 t/m 74 17% onbekend 13% onbekend 5% onbekend 10% 75+ 55% onbekend 4% Tabel 2 Achtergrondkenmerken van cliënten die aan het onderzoek hebben meegedaan Leeswijzer Het vervolg van de rapportage is opgebouwd uit 3 hoofdstukken; over het regelen van ondersteuning (hoofdstuk 2), de ondersteuning zelf (hoofdstuk 3) en een regiovergelijking (hoofdstuk 4). Steeds zijn op de eerste pagina de resultaten visueel weergegeven, daarna volgt tekstuele toelichting. Daarbij zijn ook de bevindingen uit de gesprekken weergegeven. Hoofdstuk 5 bevat de conclusie. Naast deze rapportage worden de resultaten op de verplichte vragen gepubliceerd op www.waarstaatjegemeente.nl 1. 1 De cijfers op waarstaatjegemeente.nl zijn volgens vaste instructies verwerkt zodat vergelijking tussen gemeenten goed mogelijk is. Dat is op iets andere wijze gebeurd dan in deze rapportage. Daarom kunnen er kleine verschillen zijn tussen de cijfers in de rapportage en online. Dit leidt echter niet tot andere duiding van de resultaten. 3

2. Het regelen van ondersteuning Hoeveel cliënten hadden voor hun hulpvraag contact met de volgende partijen: Sociaal Team keukentafelgesprek zorgaanbieder huisarts 44% 70% 50% 61% Gemiddeld rapportcijfer voor het regelen van de hulp 7,3 Toelichtingen van cliënten met enige ontevredenheid rond het regelen van ondersteuning: Ontevreden over de wachttijd (10 keer) Negatieve opmerkingen over communicatie (6 keer) Ontevredenheid met de hoeveelheid hulp die is toegekend (5 keer) 4

Toelichting figuren: contacten voor het regelen van ondersteuning Het sociaal team wordt door 44% van de cliënten genoemd als contact rond de hulpvraag; veel vaker door cliënten die begeleiding krijgen (56%). De huisarts als contact rond de hulpvraag wordt genoemd door 61% van de cliënten; cliënten vervoer/wonen (47%) hebben veel minder vaak contact met de huisarts. 50% had contact met een zorgaanbieder voor de hulpvraag. Cliënten begeleiding hebben dat wat vaker (58%) dan cliënten wonen/vervoer (42%). 70% van de cliënten had een keukentafelgesprek over de hulpvraag. Cliënten met huishoudelijke hulp hebben dat hebben dat veel vaker (81%) dan cliënten wonen/vervoer (45%). Driekwart van de cliënten had iemand bij het keukentafelgesprek ter ondersteuning, meestal een naaste. Bij de helft is gesproken over de hoogte van de eigen bijdrage. 43% van de cliënten weet dat zij gebruik kunnen maken van een onafhankelijk cliëntondersteuner. In 2016 was ruim een kwart hiermee bekend. Toelichting figuren: tevredenheid met contacten voor het regelen van ondersteuning 80% tot 85% van de cliënten is (zeer) tevreden over de contacten die zij hadden rond hun hulpvraag. Zo n 5% is (zeer) ontevreden. Cliënten zijn tevredener over de contacten rond hun hulpvraag dan in 2016. Over de verschillende aspecten van het regelen van de hulp is steeds zo n 70 tot 80% van de cliënten (zeer) tevreden. 5% à 15% is (zeer) ontevreden. Ten opzichte van 2016 oordeelt men vergelijkbaar tot iets positiever. Cliënten beoordelen het regelen van de hulp met een rapportcijfer van 7,3. De tevredenheid lijkt wat achter te blijven naarmate cliënten jonger zijn en bij cliënten begeleiding, maar hierbij moet worden bedacht dat het aantal enquêtes per groep vaak beperkt is. Cliënten die ontevreden waren over enig aspect of partij rond het regelen van ondersteuning, is gevraagd om dit toe te lichten. De meest genoemde redenen zijn te zien op pagina 4. 5

3. Kwaliteit van de ondersteuning Gemiddeld rapport- cijfer voor de ondersteuning 7,7 2016 7,9 Algemene opmerkingen: Men is tevreden over de hulp (29 keer) Ontevredenheid over het wisselen van hulpverleners of niet vervangen van hulpverleners bij afwezigheid (13 keer) 6

Toelichting figuren Over de verschillende aspecten van de ondersteuning is steeds drie kwart tot 85% van de cliënten (zeer) tevreden. Het aandeel (zeer) ontevredenen ligt tussen de 5% en 10%. Ten opzichte van 2016 is het beeld vergelijkbaar tot iets positiever. Cliënten beoordelen de hulp die zij krijgen ruim voldoende, met een 7,7. In 2016 was dat een 7,9. Cliënten met begeleiding lijken wat tevredener over de ondersteuning, maar het aantal enquêtes per groep is te klein om dit betrouwbaar te stellen. Cliënten zijn iets positiever over de kwaliteit van de ondersteuning (7,7) dan over het regelen ervan (7,3). Het aandeel tevreden antwoorden op de stellingen over het regelen van hulp enerzijds en de kwaliteit van de hulp anderzijds, ontloopt elkaar nauwelijks. Aan alle cliënten is gevraagd of zij nog iets wilden opmerken. Veel cliënten maken van de mogelijkheid gebruik om te zeggen dat zij tevreden zijn over hun ondersteuning. Een punt van ontevredenheid dat wordt genoemd is het wisselen van hulpverleners of het niet vervangen van hulpverleners bij afwezigheid. Tevens komen eenzelfde thema terug dat is benoemd door cliënten die minder tevreden waren over enig aspect rond het regelen van ondersteuning, namelijk ontevredenheid met de hoeveelheid ondersteuning. 7

4. Vergelijking regio 8

Toelichting figuur Om de cliënttevredenheid in het Rijk van Nijmegen (m.u.v. Beuningen) te vergelijken, is gekeken naar de score op de landelijke, verplichte stellingen. Gekeken naar de stellingen die gaan over het regelen van de hulp (de eerste vier stellingen in de figuur), valt op dat Nijmegen consequent het laagst scoort. Verder is er geen gemeente die het structureel beter of slechter doet. Nijmegen vervult een centrumfunctie voor cliënten beschermd wonen. Dat wil zeggen dat Nijmegen zorgt draagt voor niet-nijmegenaren met beschermd wonen uit de regio. Daarmee is Nijmegen in de regio de enige gemeente met een cliëntgroep beschermd wonen, wat de vergelijking bemoeilijkt. Aanvullend is daarom vergeleken zonder cliënten beschermd wonen mee te nemen. De verschillen ten opzichte van de regiogemeenten worden dan kleiner, maar blijven wel bestaan. Uit landelijk onderzoek is dan ook bekend dat cliënten in kleinere gemeenten (tot 50.000 inwoners) beter weten waar ze terecht kunnen met hun hulpvraag en tevredener zijn over de snelheid dan cliënten in grotere gemeenten 2. Bij de stellingen over de kwaliteit en effectiviteit van de ondersteuning (de laatste vijf stellingen in de figuur) zijn de verschillen tussen de gemeenten kleiner. Wel blijft ook bij deze stellingen de tevredenheid van Nijmeegse cliënten achter. De andere gemeenten verschillen wederom niet structureel van elkaar. De (toch al beperkte) verschillen tussen Nijmegen en de andere gemeenten verdwijnen wanneer de cliënten beschermd wonen buiten beschouwing worden gelaten. Tot slot zijn er verschillen in responspercentages. In Nijmegen (35%) en Berg en Dal lag dit wat lager (35%) dan in Mook (43%), Heumen (43%), Wijchen (43%) en Druten (47%). 2 Cliëntervaringen Wmo en jeugd; een benchmark voor gemeenten (2016), I&O Research. 9

5. Conclusie Uit de enquêtegegevens ontstaat een vrij positief beeld van de ervaringen die cliënten hebben met ondersteuning uit de Wmo. Het regelen van ondersteuning wordt gewaardeerd met een 7,3 als rapportcijfer. Daarbij lijken cliënten die begeleiding krijgen en jongere cliënten het minst tevreden, maar hierbij moet worden bedacht dat het aantal enquêtes bescheiden is. Het meest genoemde verbeterpunt voor het regelen van hulp is de snelheid waarmee dit gebeurt. In de enquête is dit het aspect met het kleinste aandeel tevredenen, hoewel het nog altijd om bijna 70% gaat. In vergelijking met 2016 oordelen de cliënten vergelijkbaar tot positiever. Ten opzichte van andere gemeentes in de regio scoort Berg en Dal niet opvallend. De tevredenheid voor de kwaliteit van de hulp wordt beoordeeld met een 7,7. Cliënten zijn daarmee tevredener over de hulp zelf dan over het regelen daarvan. Ditmaal lijken cliënten met begeleiding wat positiever gestemd, maar wederom moet worden bedacht dat het om bescheiden aantallen enquêtes gaat. Veel cliënten benadrukken hun tevredenheid ook in hun opmerkingen. Een aandachtspunt dat uit de opmerkingen naar voren komt, is het wisselen van hulpverleners of het niet vervangen van hulpverleners bij afwezigheid. Ten opzichte van 2016 zijn cliënten even tevreden tot iets tevredener. Als het gaat om de kwaliteit van de hulp scoort Berg en Dal niet opvallend in vergelijking met de andere gemeentes in de regio. Bij de enquêteresultaten zijn, gekeken naar de respons, enkele kanttekeningen op hun plek. De totale respons van 35% is acceptabel, maar in sommige groepen bleef de deelname achter. Dit doet af aan de representativiteit van het onderzoek en vertekent mogelijk de resultaten. Zo deden 65-plussers vaker mee dan cliënten onder de 65. Ook varieert het responspercentage vermoedelijk tussen cliënten met verschillende soorten ondersteuning. Dit is echter niet met zekerheid te zeggen; uitspraken over de hulp die de respondenten kregen, kunnen alleen worden gedaan op basis van enquêtegegevens. Dit kan afwijken van de hulp die een cliënt volgens registratiegegevens krijgt. Tot slot was de deelname vermoedelijk lager onder cliënten met samenhangende kenmerken als psychische problematiek, lagere opleiding en meer gecompliceerde zorg. Om meer zicht te krijgen op dergelijke groepen, kan een kwalitatief onderzoek worden overwogen. 10