Gebiedsanalyse Jeugd

Vergelijkbare documenten
6,4. Gebiedsanalyse Jeugd. De kleur van Molenwaard

3,3. Gebiedsanalyse Jeugd. De kleur van Zederik

4,1. Gebiedsanalyse Jeugd. De kleur van Hardinxveld-Giessendam

1,9. Gebiedsanalyse Jeugd. De kleur van Leerdam

1,3. Gebiedsanalyse Jeugd. De kleur van Gorinchem

1,3. Gebiedsanalyse Jeugd. De kleur van Papendrecht

2,0. Gebiedsanalyse Jeugd. De kleur van Sliedrecht

4,5. Gebiedsanalyse Jeugd. De kleur van Hendrik-Ido-Ambacht

3,9. Gebiedsanalyse Jeugd. De kleur van Alblasserdam

9,7. Gebiedsanalyse Jeugd. De kleur van Zwijndrecht

0,4. Gebiedsanalyse Jeugd. De kleur van Dordrecht

2,9. Gebiedsanalyse Jeugd. De kleur en werkwijze van Giessenlanden

Bijlage 1 Gegevens per

Zederik: gebiedsscan. Een gebiedsscan in het kader van de drie decentralisaties voor de onderwerpen bevolking algemeen, jeugd, WMO en werk en inkomen.

Drechtsteden jeugd in cijfers. Hoe staat het ervoor met de kinderen en jongeren in de Drechtsteden? partner voor beleid

0,6. Gebiedsanalyse Jeugd. De kleur van de Hoeksche Waard

Dordtse jeugd in cijfers

Factsheet gemeente Westland

De Limburgse Jeugdmonitor

Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen

Objectief verdeelmodel Jeugd

Fluchskrift Jeugdbescherming: minder als het kan, meer als het moet!

Auteurs Caroline Timmerman, epidemioloog Petra Boluijt, epidemioloog

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015

N.B. Voor Haaglanden geldt dat de taken die in dit plaatje bij de provincie liggen de verantwoordelijkheid zijn van het stadsgewest Haaglanden.

Sociale index Gebiedsteam Sneek Zuid 1 oktober 2014

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Factsheet pedagogische hulp in Haaglanden 2013: welke plaats in het nieuwe jeugdbeleid?

Sociale index: Gebiedsteam Sneek Noord 1 oktober 2014

Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties

Pedagogische civil society: Gemeenschappelijke activiteiten van burgers rondom het grootbrengen van kinderen.

Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking. Wat verandert er in de zorg in 2015

Factsheet pedagogische hulp in Holland Rijnland 2013: welke plaats in het nieuwe jeugdbeleid?

april H.A. Doelman-van Geest, L.M. Sluys Tympaan Instituut Gebiedsscan Ridderkerk - Tympaan Instituut -

Gebruik psychosociale zorg voor jeugd stijgt (Jaren 2008 tot en met 2011)

LOKAAL JEUGDRAPPORT - Houten

7 Het zorgaanbod jeugdzorg Inleiding Provinciale jeugdzorg (voormalige jeugdhulpverlening) 135

Medisch specialist ziekenhuis

Cijfers over zorg in Mook en Middelaar

Factsheet pedagogische hulp in de stadsregio Rotterdam : welke plaats in het nieuwe jeugdbeleid?

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Zuid-Limburgse Jeugd-GGZ

Samenwerking JGZ - Jeugdzorg

Factsheet jeugdigen in Midden-Holland

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Borgele en Platvoet Deventer

Ik krijg ondersteuning bij de opvoeding en zorg voor mijn kind. Wat verandert er in 2015?

Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein RAPPORTAGE Asten,

Jeugdzorg in Gelderland september 2011

Transitie Jeugdzorg. Presentatie PMA Donderdag 24 november Monique te Wierik Beleidsadviseur Gemeente Apeldoorn

Gemeenterapportage 2016 Gemeente XXXXX

Jeugdzorg in Gelderland april 2009

Factsheet jeugdigen in Haaglanden

Factsheet Veranderingen in de Zorg 2015 (AWBZ, LIZ, Zvw en Wmo):

CL IËNT. Regelt de aanspraak op zorg voor mensen die een blijvende behoefte hebben aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid.

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014

Monitor Jeugdhulp Regio Hart van Brabant

Aantal cliënten per stelsel nu en. Straks Figuur 1 - Aantal cliënten (18-) naar huidig en toekomstig stelsel

Samen met de jeugd. Definitieboek. Beleidsmonitor Koers Samen met de jeugd

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Voorstad Deventer

Jaarverslag Leerplicht. Schooljaar Delfzijl Appingedam Loppersum

Deel 1 - Overzicht Basisgegevens

Jeugdzorg naar gemeenten

Factsheet jeugdigen in de Drechtsteden

Sociale index Gebiedsteam Bolsward, Platteland Bolsward en Witmarsum-Arum 1 oktober 2014

Wat zijn de feiten rondom de jeugdzorg in Zeeland? Wat zijn de feiten rondom de jeugdzorg in Zeeland?

Wonen met Zorg in de anticipeerregio s

Factsheet Jeugd in cijfers

De 5 hoek in Amsterdam werkt samen!

concept indicatorenset Monitor Passend Onderwijs en Jeugdhulp

Betreft: Veranderingen in de jeugdhulp en het overgangsrecht - informatie voor ouders en verzorgers van kinderen in jeugdhulp

Jeugdzorg naar gemeente: agenda voor inhoudelijke vernieuwing

Wethouder Johan Coes Gemeente Hellendoorn. Wethouder Jan Binnenmars Gemeente Twenterand. Wethouder Dianne Span Gemeente Wierden

Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar

Gebruik psychosociale zorg voor jeugd stijgt (Jaren 2008 tot en met 2011)

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Decentralisatie Jeugdzorg

Informatiebijeenkomst Veranderingen in de zorg

Hervorming Langdurige Zorg. Rian van de Schoot expert wijkgericht werken Vilans

AWBZ en Wlz: een vergelijking

Jeugdhulp in Nissewaard

Masterclass Transitie Jeugdzorg

Toelichting gegevens waarstaatjegemeente.nl bij de thema s:

Jeugdhulp Benchmark 1.0 Gemeente: Dummy. Regio: Regio Dummy Provincie: Provincie Dummy

Beleidsinformatie Jeugdwet

Jeugdbescherming in Nederland

ONDERSTEUNING BESCHERMING TOEZICHT

Factsheet ontwikkelingen zorgleerlingen

Transitieavond Maandag 16 april uur uur. 1.Inleiding 2.Jeugdzorg 3.AWBZ 4.WWNV

Van AWBZ naar Jeugdwet

De jeugd in Nederland, enkele cijfers

Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg. ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam

Hoe gaat het met de gezondheid van de Utrechtse Jeugd?


Presentatie decentralisatie AWBZ > Wmo Gemeente Eindhoven

STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG

Jongeren op de arbeidsmarkt

Hendrik-Ido-Ambacht. jeugdhulp 9,9% 11,7% 10,3% 10,8% 10,2% 12,3% 10,0% jeugdbescherming 0,9% 1,6% 0,7% 1,1% 1,1% 1,3% 1,2%

Factsheet. Jeugdhulpbudget voogdij en 18+

Transcriptie:

Gebiedsanalyse Jeugd De kleur van Molenwaard De gemeente Molenwaard is een jonge gemeente met ruim 29.000 inwoners. Bij de herindeling in 2013 zijn de drie gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland tot één gemeente samengevoegd. De gemeente Molenwaard dankt haar naam aan de vele fraaie molens die de gemeente rijk is en haar ligging in een waard, namelijk de Alblasserwaard. Vernieuwing is het sleutelwoord van deze vooruitstrevende gemeente. Er komt geen nieuw gemeentehuis. Evenmin wordt één van de drie oude gemeentehuizen als zodanig ingezet. Gekozen is voor digitale dienstverlening. Daarmee is een virtueel gemeentehuis geboren. Molenwaard kiest voor het concept de gemeente komt naar de burger toe. Digitaal kan men bijna alles aanvragen, er worden producten thuis bezorgd en als het nodig is komt de gemeente in de buurt langs voor overige zaken. Voor vragen rondom maatschappelijke ondersteuning komt de gemeente standaard op huisbezoek. Van al deze digitale innovatie is in de dorpskernen niets te merken. Want wie door het prachtige landschap van de Alblasserwaard en de vele monumentale boerderijen rijdt, proeft vooral de vriendelijke sfeer en het landelijke karakter van de gemeente. Transitie jeugdhulp Op 1 januari 2015 moet de transitie van jeugdhulp een feit zijn. Alle zorg, van de - normale - opvoeding tot gespecialiseerde zorg, voor jeugdigen en hun opvoeders valt dan geheel onder verantwoordelijkheid van gemeenten. Met als doel meer preventie, uitgaan van de eigen kracht van het kind en hun ouder/opvoeder(s) en betere samenwerking rond gezinnen. De transitie maakt het mogelijk een meer samenhangend jeugdhulpbeleid te voeren. Regionale samenwerking Transitie vergt transformatie. De 17 gemeenten in Zuid-Holland Zuid hebben inmiddels de handen ineen geslagen. Zij hebben nieuwe beleidskaders gesteld ten aanzien van een nieuw regionaal jeugdhulpstelsel. Dit stelsel omvat vier focuspunten: jeugdteams, het diagnostiek advies netwerk, de zorgmarkt en een Serviceorganisatie Jeugd. De jeugdteams vormen het voorportaal naar de basisvoorzieningen. Hulpvragen die in eerste instantie niet door de basisvoorzieningen opgevangen kunnen worden, worden dat wel door de jeugdteams. Zij staan dichter bij huis en kunnen sneller signalen opvangen. De jeugdteams vormen een integraal onderdeel van jeugdhulp. Gebiedsanalyse Deze gebiedsanalyse geeft informatie over jeugd(hulp) in de gemeente Molenwaard. Wat is de kracht in het gebied? Wat speelt er? Kortom, specifieke kenmerken van de gemeente die relevant zijn voor de vorming van het Sociaal Team in Molenwaard. De gebiedsanalyse bestaat naast de aanwezige kwantitatieve gegevens op het gebied van jeugd(hulp), ook uit kwalitatieve duiding uit de literatuur en uit sessies met lokale ambtenaren. Alles tezamen geeft de kleuring van Molenwaard weer. De Serviceorganisatie Jeugd ZHZ ziet dit document als een belangrijke bouwsteen voor gemeente en betrokken organisaties om met elkaar in gesprek te gaan over de definitieve inrichting van het onderdeel jeugd van het Sociaal Team. Sociaal Team In de regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden is gekozen voor een Sociaal Team gericht op alle burgers, jong en oud, die op meerdere leefgebieden een ondersteuningsvraag hebben. Het Sociaal Team bestaat uit professionals die het sociaal domein (de drie D s) goed kennen. Het jeugdteam, zoals voorgesteld vanuit de regio Zuid-Holland Zuid, wordt ingebed in het Sociaal Team. Het Sociaal Team hanteert het principe één huishouden, één plan, één regisseur. Het team werkt vanuit het kantelingsprincipe waarbij vraagverhelderingsgesprekken, Eigen Kracht en Sociale Netwerk Versterking/Strategie centraal staan. Samen met de burger wordt er een ondersteuningsplan opgesteld. Het team heeft een mandaat voor de afhandeling van ondersteuningsvragen op de diverse leefdomeinen van de zelfredzaamheidmatrix (ZRM). Het Sociaal Team start in 2015 als ontwikkelmodel van minimaal twee jaar. 1

Hoeveel jeugdigen wonen er in Molenwaard? Hoe groot zijn de risicofactoren op ernstige opvoedproblemen? Wat is, op hoofdlijnen, het gebruik van jeugdhulp? En wat betekent dit voor het onderdeel jeugd in het Sociaal Team? Op deze vragen en meer, wordt antwoord gegeven in deze gebiedsanalyse. Deze gebiedsanalyse staat niet op zichzelf. De kwartiermaker van de Stichting Jeugdteams, op dit moment nog in oprichting, heeft een stuk geschreven over de formatie (omvang) van de jeugdteams in Zuid-Holland Zuid. Zij heeft de gegevensuitvraag die ten grondslag ligt aan het Beleidsrijk Regionaal Transitie Arrangement Jeugdhulp Zuid-Holland Zuid gebruikt alsmede een nieuwe uitvraag gedaan bij jeugdhulporganisaties over urenbesteding per soort jeugdhulp. Deze gebiedsanalyse en het document van Stichting Jeugdteams vormen samen het vertrekpunt van het gesprek tussen de Serviceorganisatie Jeugd ZHZ en de gemeente. 1 De jeugd: nu en in de toekomst Huidige cijfers Op 1 januari 2014 telt de gemeente Molenwaard 7.672 jeugdigen (0-17 jaar). Dat betekent dat 26,4% van het totaal aantal inwoners onder de 18 jaar is. Men spreekt dan ook wel van groene druk; het percentage jeugd tot 18 jaar ten opzichte van de totale bevolking. De groene druk in Molenwaard is hoger ten opzichte van de gemeenten in Zuid-Holland Zuid (21,7%) en Nederland (20,5%). Het aantal jong volwassenen in de leeftijd 18 tot 23 jaar, bedraagt 2.031. Tabel 1 Aantal inwoners van 0 t/m 22 jaar op 1 januari 2014 (%) NL 0-17 7.672 30.443 104.920 3.442.802 18-22 2.031 8.099 28.152 1.037.344 groene druk 26,4 23,3 21,7 20,5 Bron: CBS Figuur 1 Aandeel jeugdigen naar leeftijd op 1 januari 2014 Molenwaard 5,0% 11,7% 9,7% 7,0% AV 4,6% 10,3% 8,4% 6,2% ZHZ 4,5% 9,6% 7,6% 5,8% NL 4,2% 9,1% 7,2% 6,2% 0% 10% 20% 30% 0-3 jaar 4-11 jaar 12-17 jaar 18-22 jaar Bron: CBS De toekomst Het Tympaan Instituut, het kennisinstituut op het gebied van sociale en culturele vraagstukken, stelt op basis van berekeningen dat het aantal jeugdigen in Molenwaard de komende 15 jaar zal dalen met 8,3%. De daling in de gemeente is hiermee nog kleiner dan regionaal, maar sterker dan landelijk. Tabel 2 Bevolkingsprognose jeugd 0 t/m 17 jaar 2015 2020 2025 2030 verschil 2015-2030 Molenwaard 7.680 7.210 6.980 7.050-8,3% Alblasserwaard/Vijfheerenlanden 29.760 27.750 26.480 26.370-11,4% Zuid-Holland Zuid 102.690 98.230 93.310 97.450-5,1% Nederland 3.448.240 3.360.450 3.340.090 3.382.920-1,9% Toelichting: cijfers zijn alleen beschikbaar voor 5-jaars categorieën. Cijfers zijn afgerond op tientallen. 2

2 Risicofactoren Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) heeft in 2013 een onderzoek uitgebracht dat ingaat op risicofactoren voor ernstige opvoedproblemen: Terecht in de jeugdzorg. Voorspellers van kind- en opvoedproblematiek en jeugdzorggebruik. Hieruit blijkt dat verschillende kenmerken van het kind en/of zijn of haar ouders van invloed zijn op het ontstaan van ernstige opvoedproblemen, de zogenaamde risicofactoren. Kenmerken van het kind zelf hebben de grootste invloed, maar kenmerken van de ouders spelen zeker ook een rol. Om inzicht te krijgen in de omvang van de risicogroepen in Molenwaard, is in kaart gebracht hoe de jeugdigen in deze gemeente scoren op de door het SCP onderzochte risicofactoren. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen risicofactoren gerelateerd aan het kind en risicofactoren gerelateerd aan het gezin/opvoeder(s). De scores zijn indicatief voor het gebruik van jeugdhulp. Een direct causaal verband kan niet worden ontleend aan deze scores. Het geeft wel een beeld van de risico s op problemen in Molenwaard en kan een signaal zijn voor waar verbindingen gelegd moeten worden met het preventieve veld. 2a Risicofactoren bij het kind Risicofactoren gerelateerd aan het kind zijn: laag geboortegewicht, verstandelijke beperkingen, langdurige lichamelijke ziekten en aandoeningen en lage onderwijsvorm. Voortijdig schoolverlaten en jeugdwerkloosheid worden meegenomen ter verdieping. Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) geeft aan dat jeugdigen tussen de 12-23 jaar, jeugdigen met een laag geboortegewicht en jeugdigen die een lage onderwijsvorm volgen, vaker problemen hebben. Jongens ondervinden vaker problemen dan meisjes. En jeugdigen met een verstandelijke beperking en langdurige lichamelijke aandoening hebben een sterk verhoogde kans op ontwikkelings- en opvoedproblemen. Laag geboortegewicht Er wordt gesproken van een laag gewicht wanneer het kind bij de geboorte minder weegt dan 2.500 gram. Er zijn geen cijfers beschikbaar op gemeentelijk en landelijk niveau. Het is daarom lastig om deze risicofactor als signaal mee te kunnen nemen. Er is geen verschil in het aandeel jeugdigen met een laag geboortegewicht in Alblasserwaard/Vijfheerenlanden en gemiddeld in Zuid-Holland Zuid. Tabel 3 Aandeel kinderen met een laag geboortegewicht (%), 2006-2009 gram AV ZHZ < 500 0,2 0,2 500-1.499 1,3 1,3 1.500-2.500 4,8 4,7 totaal < 2.500 6,4 6,3 Toelichting: er is geen recentere bron beschikbaar. Bron: Stichting Perinatale Registratie (verkregen via Dienst Gezondheid en Jeugd ZHZ) Beperkingen Kinderen met een verstandelijke beperking ondervinden niet alleen problemen op het gebied van sociale redzaamheid, maar ook op leer- en gedragsgebied. Het werkelijk aantal jeugdigen met een verstandelijke beperking is niet bekend. Ook zijn er verschillende definities in gebruik. Het aantal jeugdigen met een indicatie vanwege een verstandelijke beperking en gerelateerde problematiek is wel bekend. Dit aantal is een stuk kleiner. Molenwaard telde op 1 januari 2014 ongeveer 60 jeugdigen met een indicatie verstandelijke beperking (VG). Dat is 0,8% van het totaal aantal 0 17 jarigen. Een aandeel dat iets hoger is dan het landelijke percentage. Het aantal jeugdigen met een indicatie langdurige lichamelijke beperking (LG) bedraagt vijf. Het aantal jeugdigen met een indicatie langdurige zintuiglijke beperking (ZG) in Molenwaard is nihil. 3

Tabel 4 Jeugdigen met een indicatie, per 1 januari 2014 verstandelijke beperking NL aantal indicaties VG 60 245 780 27.195 aandeel (%) 0,8 0,8 0,7 0,8 lichamelijke beperking aantal indicaties LG 5 15 60 1.835 aantal indicaties ZG x x 15 560 aandeel (%) - - 0,1 0,1 Toelichting: kinderen (0-17 jarigen) met een geldige indicatie voor extramurale AWBZ-zorg op 1 januari 2014 met als dominante grondslag VG, LG en/of ZG. Uit privacyoverweging toont het CIZ alleen aantallen vanaf de waarde vijf en zijn de aantallen afgerond op vijftallen. Hierdoor zit er een nog grotere onzekerheidsmarge rond de cijfers op gebiedsniveau. x = waarden 0 t/m 4. - = aandeel is niet te berekenen vanwege privacymaatregelen. Bron: CIZ, Op weg naar andere zorg (2014) MEE Nederland, een stichting die mensen met een beperking ondersteunt, heeft op basis van verschillende onderzoeken een schatting gemaakt van het aantal jeugdigen met een beperking. Hierin is ook het aantal jeugdigen met een licht verstandelijke beperking meegenomen. Uit onderzoek van het SCP blijkt dat de problematiek bij licht verstandelijk gehandicapten niet verschilt met de problematiek bij zwaarder verstandelijk gehandicapten. Tabel 5 geeft deze gegevens weer. Ter verdieping is ook het aantal geschatte jeugdigen met een lichamelijke beperking opgenomen. Deze categorie beperkt zich tot 12-20 jarigen, waar het bij verstandelijke beperkingen 0 tot 20 jarigen betreft. Tabel 5 Geschatte aantal jeugdigen (tot 20 jaar) met een beperking NL (licht) verstandelijke beperking zwakbegaafd (IQ 70-85) 1.186 4.644 15.952 526.425 VG licht (IQ 50-70) 36 14 481 15.870 VG matig + ernstig (IQ < 50) 33 130 446 14.709 lichamelijke beperking LG minstens één beperking 134 514 1.734 57.675 LG beperkingen in bewegen 41 158 533 17.643 LG beperkingen in verstaanbaarheid 8 30 100 3.227 ZG in horen 26 101 339 11.227 ZG in zien 83 319 1.076 35.990 Toelichting: MEE Nederland baseert zich op een onderzoek van het SCP uit 2007 (Meedoen met beperkingen ) en twee onderzoeken van het SCP uit 2012 ( IQ met beperkingen. De mate van verstandelijke handicap van zorgvragers in kaart gebracht en Factsheet mensen met lichamelijke of verstandelijke beperkingen ). Landelijke cijfers zijn op basis van het aantal inwoners vertaald naar gemeenten. De cijfers van gemeenten zijn dus schattingen en kunnen onderling niet vergeleken worden omdat het aantal jeugdigen met een beperking ook samenhangt met de samenstelling van de bevolking. Daarnaast kunnen jeugdigen meerdere beperkingen hebben. De cijfers van verschillende beperkingen kunnen daarom niet bij elkaar worden opgeteld. Bron: MEE Nederland, 2013 Lage onderwijsvorm Laag onderwijs verwijst naar het Leerwegondersteunend Onderwijs (vo Lwoo), Praktijkonderwijs (vo Praktijkonderwijs), Voorbereidend Speciaal Onderwijs (vso) en Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs (vmbo). (V)so cluster III betreft leerlingen met lichamelijke of verstandelijke beperkingen, langdurig zieke kinderen of leerlingen met epilepsie. In 2012 2013 volgden 945 jeugdigen (12,0%) in de leeftijd van 5 tot 23 jaar laag onderwijs. Daarmee scoort Molenwaard lager ten opzichte van het aantal jeugdigen in Alblasserwaard/Vijfheerenlanden (13,6%) en de regio Zuid-Holland Zuid (12,5%). 4

Tabel 6 Jeugdigen die een lage onderwijsvorm volgen, schooljaar 2012-2013 vo lwoo 163 716 2.464 vo praktijkonderwijs 38 243 812 (v)so cluster III 39 177 659 vo vmbo 705 3.080 9.267 totaal 945 4.216 13.202 aandeel (%) 12,0 13,6 12,5 Toelichting: betreft de gemeente waar de persoon woonachtig is. Er zijn geen gegevens op landelijk niveau beschikbaar. Bron: Leerlingen Basis Administratie (leeftijd 5-23 jaar) en CBS (verkregen via Dienst Gezondheid en Jeugd ZHZ) Voortijdige schoolverlaters Voortijdig schoolverlaters zijn jeugdigen van 12 tot 23 jaar die het onderwijs verlaten zonder een startkwalificatie behaald te hebben. Een startkwalificatie is een diploma op minimaal havo- of vwo-niveau of een diploma op mbo-2 niveau of hoger. In het schooljaar 2012-2013 verlieten 46 leerlingen in Molenwaard voortijdig hun opleiding aan het voortgezet onderwijs of MBO. Dat is 1,5% van het totaal aantal leerlingen in de gemeente Molenwaard. Landelijk en in de regio is het aandeel hoger. Uitval vindt vooral plaats onder leerlingen op het MBO. Tabel 7 Voortijdig schoolverlaters, schooljaar 2012-2013 NL aantal aandeel (%) aandeel (%) aandeel (%) aandeel (%) vo 13 0,6 0,6 0,6 0,6 mbo 33 3,3 5,6 6,4 5,7 totaal 46 1,5 2,1 2,3 2,1 Toelichting: aandeel is gepercenteerd op het totaal aantal leerlingen op het vo en mbo. Met ingang van schooljaar 2012-2013 is de meetmethode waarmee het aantal voortijdig schoolverlaters bepaald wordt, aangepast. Hierdoor is een trendbreuk ontstaan en is het niet mogelijk een ontwikkeling weer te geven. Bron: DUO Jeugdwerkloosheid Op 1 januari 2014 stonden 86 jeugdigen jonger dan 27 jaar als niet-werkende werkzoekenden ingeschreven in Molenwaard. Dit is beduidend minder dan in de regio. Niet-werkende werkzoekenden zij mensen die als werkzoekende bij het UWV WERKbedrijf staan ingeschreven. Afgezien van een kleine daling in 2011, neemt het aantal jonge niet-werkende werkzoekenden toe, zowel in de regio als in Molenwaard. Tabel 8 Niet-werkende werkzoekenden (15-26 jaar), 1.1.2014 aantal 86 534 1.837 aandeel (%) 1,7 2,7 2,7 Bron: UWV WERKbedrijf, CBS (verkregen via Tympaan Instituut) Zo n 90 jeugdigen jonger dan 25 jaar ontvingen in 2013 een Wajong-uitkering. Het aantal jeugdigen met een Wajong-uitkering neemt toe, net als in de regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden en Zuid-Holland Zuid. Tabel 9 Aantal Wajong-uitkeringen voor jeugdigen (jonger dan 25 jaar), 2013 aantal 90 450 1.860 Toelichting: cijfers zijn afgerond op tientallen Bron: CBS (verkregen via Tympaan Instituut) 5

2b Risicofactoren bij de ouder/verzorger(s) Kenmerken van het gezin/opvoeder(s) zijn inherent verbonden aan de ontwikkeling van de jeugdige en het ontstaan van eventuele opvoed- en ontwikkelingsproblemen. 1 Risicofactoren zijn: gezinnen waar verslaving voorkomt, ouders die lichamelijke of psychische problemen hebben en wanneer er sprake is van een tienermoeder of een eenoudergezin. Het aantal echtscheidingen nemen we ter verdieping mee. Buurtkenmerken doen er nauwelijks toe bij de voorspelling van ernstige problemen. Alleen bij gezinnen die wonen in een buurt waar het inkomen gemiddeld laag is, is de kans op problemen iets groter. We nemen daarom ook armoede mee. Kinderen en jongeren die opgroeien met een (chronisch) ziek of verslaafd gezinslid hebben vaak taken en zorgen die niet passen bij de leeftijd. Eigen ontplooiing en ontspanning komen in het gedrang. Ook schoolprestaties kunnen er onder lijden. Veel jonge mantelzorgers kampen met psychosociale problemen. Een deel van hen loopt blijvende schade op. Bron: factsheet Jonge mantelzorgers, Movisie 2010 Verslavingen Het hebben van een verslaafde ouder/opvoeder(s) is een risicofactor voor ernstige ontwikkelings- en opvoedproblemen bij een jeugdige. Verslaving is echter lastig in beeld te brengen. Het speelt zich vaak af achter de voordeur. Wel kunnen bij instanties als De Hoop en Het Leger des Heils tellingen worden gedaan. De Dienst Gezondheid en Jeugd Zuid-Holland Zuid (DG&J) heeft zo goed mogelijk de aantallen ouders/opvoeders met een verslaving in beeld gebracht via de Gezondheidsmonitor. De DG&J heeft niet direct gevraagd naar verslaving. Er is een combinatie gemaakt van de volgende indicatoren: zware rokers, alcoholgebruik dat door de omgeving als probleem wordt ervaren, harddruggebruik in de afgelopen vier weken en/of bezoek in afgelopen jaar aan CAD/verslavingszorg. Zwaar roken is meegenomen omdat dit duidt op verslavingsgevoeligheid van ouders en omdat roken tijdens de zwangerschap gevolgen kan hebben. In 2012 telde Molenwaard, volgens deze definitie, 347 ouders/opvoeders met een verslaving. Het aandeel ouders/opvoeders met een verslaving ligt in Molenwaard lager dan in de regio Zuid-Holland Zuid. Dit percentage in Molenwaard is 3,7% tegenover 4,6% in Alblasserwaard/Vijfheerenlanden en 4,4% in Zuid-Holland Zuid. Tabel 10 Inwoners met een verslaving en thuiswonende kinderen, 2012 aantal 347 1.694 6.084 aandeel (%) 3,7 4,6 4,4 Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2012, Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ Lichamelijke en/of psychische problemen Het aantal ouders/opvoeders met lichamelijke problemen was in 2012 457. Het gaat om inwoners met thuiswonende kinderen. Dit is een percentage van 5,8% in Molenwaard: minder ten opzichte van de regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden (7,5%) en Zuid-Holland Zuid (8,9%). Het aantal ouders/opvoeders met psychische problemen ligt ook lager in de gemeente dan in de regio: 4,9% van de inwoners met thuiswonende kinderen heeft psychische problemen in Molenwaard. Terwijl in Alblasserwaard/Vijfheerenlanden dit percentage ligt op 5,3% en in Zuid-Holland Zuid nog iets hoger, namelijk 6,3%. 1 Bot e.a. (2013). Terecht in de Jeugdzorg. Voorspellers van kind- en opvoedproblematiek en jeugdzorggebruik. Den Haag: SCP 6

Tabel 11 Inwoners met problemen en thuiswonende kinderen, 2012 lichamelijke problemen aantal 457 2.377 10.430 aandeel (%) 5,8 7,5 8,9 psychische problemen aantal 447 1.908 8.407 aandeel (%) 4,9 5,3 6,3 Toelichting: Lichamelijk probleem = minimaal één chronische aandoening en sterk belemmerd door hun beperking. Psychisch probleem = in het afgelopen jaar voor zichzelf hulp gezocht bij RIAGG, GGZ, een vrijgevestigde psycholoog of een vrijgevestigde psychiater. Bron: Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2012, Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ Tienermoeders Het aantal tienermoeders (moeders jonger dan 20 jaar) in Molenwaard is dermate laag zodat het schetsen van een ontwikkeling niet mogelijk is. Voor de regio en Nederland kan dat wel en dan blijkt een dalende trend sinds 2010. Tabel 12 Aantal tienermoeders (jonger dan 20 jaar), 2013 NL aantal 6 16 74 2.688 Bron: CBS Eenoudergezinnen Het aantal eenoudergezinnen is de laatste jaren gestegen. Was het aantal in 2011 in Molenwaard 323. In 2013 bedroeg het 354. Dat is een groei van 10%. Op 1 januari 2013 groeiden 640 (6%) jeugdigen op in een eenoudergezin in Molenwaard. In de regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden is dit aandeel 9% en in Zuid- Holland Zuid 12%. Meer dan de helft van de eenoudergezinnen (181) heeft één kind. Tabel 13 Eenoudergezinnen met kinderen van 0-25 jaar, per 1 januari 2013 NL 1 kind 181 1.199 6.230 244.419 2 kinderen 121 736 3.651 137.347 3 of meer kinderen 52 258 1.132 43.014 a totaal 354 2.193 11.013 424.780 aandeel (%) a 6 9 12 14 Betreft het aandeel kinderen van 0-25 jaar dat in een eenoudergezin woont Bron: CBS Figuur 2 Ontwikkeling aantal eenoudergezinnen met kinderen van 0-25 jaar (index, 2011=100) 150 125 100 75 50 25 0 2011 2012 2013 Bron: CBS index Molenwaard index Alblasserwaard/Vijfheerenlanden index Zuid-Holland Zuid (V)echtscheidingen Een ouderlijke echtscheiding brengt voor jeugdigen veel veranderingen met zich mee. Dit kan een gevoel van verlies en rouw- en schuldgevoelens oproepen. 2 Wanneer de 2 Spruijt, E (2010). Handboek scheiden en kinderen. Via www.nji.nl 7

ouders ernstige conflicten hebben en het kind wordt ingezet in de onderlinge strijd jegens elkaar, spreekt men van een vechtscheiding. Deze conflicten leiden bij jeugdigen vooral tot gedragsproblemen en een lager opleidingsniveau. 3 Er zijn alleen gegevens bekend over het aantal echtscheidingen. Niet over het verloop van deze scheidingen. Het aantal echtscheidingen waar minderjarigen bij betrokken zijn laat een fluctuerend beeld zien. Sinds 2010 is het aantal in Molenwaard gestegen. In 2012 vonden 28 echtscheidingen in de gemeente plaats. Hierbij waren 56 kinderen van 0-18 jaar betrokken (0,7%). In de regio en landelijk ligt dit aandeel iets hoger. Tabel 14 Echtscheidingen met kinderen van 0-18 jaar, 2012 NL aantal 28 132 558 18.814 aantal betrokken kinderen 56 251 1.022 33.834 aandeel (%) 0,7 0,8 1,0 1,0 Bron: CBS Kans op armoede Er wordt gesproken over kans op armoede wanneer het inkomen in een meerpersoonshuishouden tot 120 procent van het sociaal minimum is. Het Centraal Bureau voor de Statistiek schat het aantal jeugdigen in 2011 met kans op armoede in Molenwaard op circa 300. Na een stijging in 2007 tot 2009, daalde het aantal jeugdigen die grote kans hebben op armoede in 2010 weer. In 2011 is het aantal gelijk gebleven. Zowel in Nederland als in de andere gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid, zien we een licht stijgende lijn. Het percentage jeugdigen met kans op armoede is hier hoger dan in Molenwaard. Tabel 15 Kinderen van 0-17 jaar met kans op armoede, 2011 NL aantal 300 2.000 9.400 407.500 aandeel (%) 3,9 6,6 9,0 11,8 Toelichting: aantallen zijn afgerond op veelvouden van 100. Het aandeel is hierdoor indicatief en er zit een nog grotere onzekerheidsmarge rond de cijfers op gebiedsniveau. Bron: CBS 3 Gebruik Jeugdhulp Gezinnen met ernstige problemen kunnen aanspraak maken op gespecialiseerde jeugdhulp. Er is echter sprake van een gat tussen gerapporteerde problemen en het werkelijk gebruik van jeugdhulp. Sommige gezinnen doen vaker een beroep op jeugdhulp dan anderen, terwijl de problematiek even zwaar of soms zelfs minder zwaar is. Verschillende factoren kunnen hieraan ten grondslag liggen. Zo is het mogelijk dat de ouder/opvoeder(s) het probleem onderschatten en er vanuit gaan dat het vanzelf oplost. Professionele hulp wordt dan ook niet gezocht. Met name migrantengezinnen, waar sprake is van ernstige kind- en opvoedproblematiek, maken minder gebruik van jeugdhulp. 4 Om het gebruik van jeugdhulp in Molenwaard inzichtelijk te maken, kijken we naar drie financieringsvormen met betrekking tot jeugdhulp: 1. begrotingsgefinancierde jeugdhulp (provinciaal en Rijk); 2. hulp via de Zorgverzekeringswet (eerste lijns en tweede lijns); 3. AWBZ gefinancierde jeugdhulp. Het aantal unieke jeugdigen dat gebruik maakt van jeugdhulp is per financieringsvorm, op hoofdlijnen, bekend. Er is echter overlap tussen de drie vormen. Een jeugdige kan tegelijkertijd bijvoorbeeld een vorm van AWBZ-jeugdhulp èn een vorm van begrotingsgefinancierde jeugdhulp ontvangen. Deze overlap kan op basis van de huidige cijfers niet in beeld gebracht worden. 3 Fischer et al. (2001). Ouderlijke echtscheiding en de levensloop van kinderen; negatieve gevolgen of schijnverbanden. Via www.nji.nl 4 Bot e.a. (2013). Terecht in de Jeugdzorg. Voorspellers van kind- en opvoedproblematiek en jeugdzorggebruik. Den Haag: SCP 8

Bovendien moet rekening worden gehouden met het feit dat figuur 3 de cijfers weergeeft van slechts een jaar, terwijl het gebruik van jeugdhulp per jaar sterk kan fluctueren: een gemeente kan in het ene jaar geen jeugdigen in een JeugdzorgPlusinstelling hebben terwijl in het jaar daarop zes. Figuur 3 Aantal jeugdigen in jeugdzorg in Molenwaard, per financieringsvorm 500 400 475 300 200 100 0 195 165 0 80 Provincie Rijk ZvW, 1e lijns ZvW, 2e lijns AWBZ Begrotingsgefinancierde jeugdhulp Begrotingsgefinancierde jeugdhulp omvat provinciaalgefinancierde jeugdhulp en rijksgefinancierde jeugdhulp. In 2012 zijn in Molenwaard geen jeugdigen in een JeugdzorgPlus-instelling, ofwel rijksgefinancierde zorg, geplaatst. JeugzorgPlus is een zeer intensieve vorm van gespecialiseerde jeugdhulp waarbij de vrijheden van de jeugdige kunnen worden ingeperkt zodat de jeugdige de hulp krijgt die hij/zij nodig heeft. JeugdzorgPlusinstellingen in deze regio zijn bijvoorbeeld: Schakenbosch, Horizon en De Hoenderloo Groep. In datzelfde jaar vallen ongeveer 165 jeugdigen onder provinciaal gefinancierde jeugdhulp. Dat is 2,2% van het totaal aantal jeugdigen in de gemeente. Het aandeel is daarmee gelijk aan de regio en lager dan in het land. Het gaat hierbij om het totaal aantal unieke jeugdigen in de provinciale jeugdhulp: één jeugdige kan gebruik maken van meerdere vormen van provinciale jeugdhulp tegelijk. Onder het provinciaalgefinancierd aanbod jeugdhulp valt: 1. Ambulante jeugdhulp: hulp gericht op gezinnen. De hulpverlening bijvoorbeeld bij spijbelen, ruzie met ouders of een lichte depressie vindt plaats in de thuissituatie en is vooral kindgericht. Het kind (tot 18 jaar) woont thuis, kan naar school of werk en heeft afspraken met een jeugdhulpinstelling. Bij Intensieve Ambulante Jeugdhulp worden niet alleen het aangemelde kind maar ook de overige gezinsleden bij de behandeling betrokken. 2. Daghulp: het kind woont in deze hulpvorm thuis en ontvangt de zorg overdag in een instelling in de vorm van daghulp. Een voorbeeld hiervan is het medisch kinderdagverblijf, ook wel verblijf deeltijd genoemd. 3. Pleegzorg: een kind gaat tijdelijk in een ander gezin wonen. Wanneer er problemen zijn in een gezin, wordt altijd eerst gekeken of deze thuis opgelost kunnen worden. Kan dat niet, dan wordt gekeken naar pleegzorg als mogelijke oplossing. In het geval van pleegzorg nemen de pleegouders (tijdelijk) de opvoeding en verzorging van het kind op zich. Het is een vorm van opvang die het dichtst bij de natuurlijke gezinssituatie blijft. 4. Residentiële jeugdhulp: hulpverlening waarbij kinderen en jeugdigen, op vrijwillige of gedwongen basis, (tijdelijk) dag en nacht buiten hun eigen omgeving verblijven. 5. Jeugdbescherming: om de ontwikkeling van een jeugdige veilig te stellen, kan de rechter de jeugdbeschermingsmaatregelen opleggen: ondertoezichtstelling (ontheffing en ontzetting uit het ouderlijk gezag zijn zwaardere maatregelen) of een maatregel waarbij het gezag van ouder/verzorger(s) over de kind(eren) wordt beperkt om de ontwikkeling van een jeugdige veilig te stellen (voogdij). 6. Jeugdreclassering: een combinatie van intensieve begeleiding en controle voor jeugdigen die veroordeeld zijn of verdacht worden van een strafbaar feit. 9

Voorbeelden van instellingen zijn, naast Bureau Jeugdzorg, Trivium en Horizon. Tabel 16 Jeugdhulpcliënten, gebruik in begrotingsgefinancierde jeugdhulp in 2012 provincie NL ambulante jeugdhulp 130 475 1.780 57.810 daghulp 15 70 265 7.590 pleegzorg 50 150 555 20.540 residentiële jeugdhulp 20 95 400 11.875 totaal Jeugd en Opvoedhulp 150 530 1.980 71.345 ondertoezichtstelling (OTS) 30 205 985 39.355 voogdij 35 100 300 8.520 jeugdreclassering 10 60 245 15.970 totaal Bureau Jeugdzorg 70 325 1.395 59.620 totaal 165 660 2.650 103.450 aandeel (%) 2,2 2,2 2,5 3,0 a rijk JeugdzorgPlus a 0 10 35 1.555 aandeel (%) 0,00 0,03 0,03 0,05 JeugdzorgPlus betreft alleen instroom. Kinderen die al in 2011 deze zorgvorm ontvingen en dit ook in (een deel van) 2012 ontvingen zijn hierbij niet meegeteld. Toelichting: zorg zoals bedoeld en beschreven is in de Wet op de Jeugdzorg (2005). De cijfers zijn naar boven afgerond. De weergegeven waarde 5 heeft daarmee de betekenis zeven of minder, maar niet nul. Hierdoor zit er een nog grotere onzekerheidsmarge rond de cijfers op gebiedsniveau. Het aandeel (op de totale groep 0-17 jarigen) is berekend op basis van een afgerond aantal en daarom indicatief. Bron: CBS, 7 maart 2014 (laatste levering tot nu toe voor provinciale jeugdhulp) Ter verdieping van de begrotingsgefinancierde jeugdhulp, wordt ook gekeken naar kindermishandeling, Bureau Halt en jeugdoverlast. Kindermishandeling Een veilige omgeving is essentieel voor een kind om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Het ontbreken daarvan, zoals in het geval van kindermishandeling, kent ernstige gevolgen. Kindermishandeling is, net als verslaving, moeilijk in kaart te brengen. Het speelt zich vaak af achter gesloten deuren. Om toch een goed beeld te krijgen van de situatie, is gekeken naar het aantal onderzoeken dat is uitgevoerd na een melding in het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Door een goede aanpak van kindermishandeling kan uiteindelijk het aantal onder-toezicht-stellingen (OTS-en) en het aantal voogdijmaatregelen afnemen. Meldingen bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) kunnen door kinderen zelf worden gedaan, of kunnen over mishandelde kinderen gaan. De politie is de belangrijkste melder van kindermishandeling. In 2013 hebben in de gemeente Molenwaard 62 onderzoeken plaatsgevonden na een melding bij het AMK, waarbij 102 kinderen betrokken waren. In Molenwaard is het aandeel jeugdigen dat betrokken is bij een onderzoek naar aanleiding van een melding bij het AMK lager dan in Alblasserwaard/Vijfheerenlanden en Zuid-Holland Zuid. Tabel 17 Onderzoeken en daarbij betrokken jeugdigen, 2013 aantal onderzoeken 62 380 1.720 aantal kinderen 102 660 2.973 aandeel (%) 1,3 2,2 2,8 Toelichting: het betreft het aantal onderzoeken dat in 2013 heeft plaatsgevonden na een melding bij het AMK (Advies- en Meldpunt Kindermishandeling). Het aandeel is gepercenteerd op de totale groep 0-17 jarigen. Bron: Bureau Jeugdzorg, Factsheet AMK Regio Zuid-Holland Zuid 2013 Bureau Halt Halt staat letterlijk voor Het ALTernatief. Bureau Halt zorgt, op het snijvlak van repressie en preventie van jeugdcriminaliteit, voor bewustwording en gedragsbeïnvloeding van jeugdigen en hun ouders/opvoeders. Als rechtspersoon met een wettelijke taak levert Halt kortlopende, laagdrempelige interventies ter voorkoming, bestrijding en bestraffing van jeugdcriminaliteit. Jeugdigen van 12 tot 18 10

jaar krijgen de mogelijkheid om recht te zetten wat zij fout deden, zonder dat zij meteen een strafblad krijgen. Hiertoe voeren zij een leer- en/of werkstraf uit, bieden excuses aan en vergoeden de schade aan de benadeelde. Het doel is het terugdringen van jeugdcriminaliteit en zo een bijdrage leveren aan een veilige en leefbare samenleving (Bron: www.halt.nl). Bureau Halt werkt veel samen met ouders/opvoeders, docenten, politie en andere professionals die een grote invloed hebben op de ontwikkeling van het normbesef en gedragsbewustzijn bij jeugdigen. Bij een vermoeden van achterliggende problemen verwijst Halt door naar de jeugdhulpverlening. In 2013 zijn in Molenwaard 33 jeugdigen door de politie verwezen naar Bureau Halt. In de regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden waren dit in totaal 179 jeugdigen en in Zuid- Holland Zuid bedroeg het aantal 845. Daarmee is het aandeel in Molenwaard lager dan dat in de regio Zuid-Holland Zuid. Tabel 18 Verwijzingen naar Bureau Halt, 2013 aantal 33 179 845 aandeel (%) 0,4 0,6 0,8 Toelichting: het aandeel is gepercenteerd op de totale groep 0-17 jarigen Bron: Bureau Halt (verkregen via Tympaan Instituut) Jeugdoverlast Jeugdcriminaliteit zorgt vaak voor overlast en onveiligheidsgevoelens bij mensen. Bij jeugdoverlast gaat het om de beleving van mensen. Een subjectief gevoel, dat niet per se hoeft overeen te stemmen met het objectieve aantal strafbare feiten. Veiligheidsbeleving is een bonte verzameling van gedachten, percepties, emoties en gevoelens. En bovendien is die verzameling voor elke persoon en ook voor elke situatie verschillend. Het gevoel veilig te zijn, is een basale menselijke behoefte. Daar tegenover staat dat een gevoel van onveiligheid juist zand in de maatschappelijke machinerie kan gooien en het welbevinden van mensen kan aantasten. In 2013 zijn in Molenwaard 191 meldingen van jeugdoverlast gedaan bij de politie. Het aantal meldingen van jeugdoverlast in Molenwaard ligt iets lager dan in de regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden en Zuid-Holland Zuid. Tabel 19 Meldingen van jeugdoverlast, 2012 aantal 191 1.123 4.950 aandeel (%) 0,7 0,9 1,0 Toelichting: het aandeel is gepercenteerd op de totale bevolking Bron: Korps Landelijke Politiediensten (verkregen via Tympaan Instituut) Jeugdhulp via Zorgverzekeringswet De meeste jeugdigen in de gemeente Molenwaard, die een beroep doen op jeugdhulp, krijgen hulp via de Zorgverzekeringswet. Het gaat hierbij om geestelijke gezondheidszorg (jeugd-ggz) waarbij de psychische aandoening van jeugdigen zo ernstig kan zijn, dat zij hierdoor in hun ontwikkeling worden bedreigd. De psychische aandoeningen die behandeld worden in de jeugd-ggz, zijn zeer divers en kunnen sterk variëren in duur. Duurt een behandeling met verblijf langer dan een jaar, dan valt deze zorg onder de AWBZ. 5 In Molenwaard is het beroep op jeugdhulp via de Zorgverzekeringswet hoger dan in de regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden en Zuid- Holland Zuid. Tabel 20 Jeugdhulpcliënten, gebruik van zorg via Zorgverzekeringswet in 2011 NL eerste lijn 80 515 2.115 60.540 aandeel eerste lijn (%) 1,0 1,7 2,0 1,8 tweede lijn zonder verblijf 465 1.550 6.035 209.485 tweede lijn met verblijf 15 50 155 5.280 totaal tweede lijn 475 1.575 6.145 212.395 aandeel tweede lijn (%) 6,2 5,2 5,9 6,2 5 www.voordejeugd.nl 11

Toelichting: de cijfers zijn naar boven afgerond. De weergegeven waarde 5 heeft daarmee de betekenis zeven of minder, maar niet nul. Hierdoor zit er een nog grotere onzekerheidsmarge rond de cijfers op gebiedsniveau. Het aandeel (op de totale groep 0-17 jarigen) is berekend op basis van een afgerond aantal en daarom indicatief. Bron: voor eerste lijn: CBS 15 januari 2014, voor tweede lijn: CBS 5 juni 2013 (laatste levering jeugdhulp via ZVW) AWBZ gefinancierde jeugdhulp Wanneer een jeugdige zorg nodig heeft vanwege een beperking, kan die zorg verkregen worden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Nu de AWBZ verdwijnt, komt een deel van deze zeer diverse groep per 1 januari 2015 onder de Jeugdwet te vallen. 6 De groep jeugdigen met een beperking is zeer divers, zowel in omvang als wat betreft de soort aandoening. Het gaat om kinderen en jongeren met een (licht) verstandelijke beperking, zintuiglijke beperking, lichamelijke beperking (ook niet-aangeboren hersenletsel), een chronische ziekte en een psychiatrische aandoening. Jeugdigen met een beperking maken gebruik van verschillende soorten AWBZ-hulp en - ondersteuning, zoals begeleiding, persoonlijke verzorging, kortdurend verblijf (logeren) en behandeling. Circa 195 jeugdigen in Molenwaard maken gebruik van zorg via AWBZ in 2011. Dat is een percentage van 2,5%. Dat betekent dat in de gemeente Molenwaard meer gebruik wordt gemaakt van AWBZ gefinancierde jeugdhulp als gemiddeld in Albasserwaard/Vijfheerenlanden of Zuid-Holland Zuid, waar het percentage 2,0% is. Tabel 21 Jeugdhulpcliënten, gebruik van zorg via AWBZ in 2011 NL zonder verblijf 180 560 1.930 75.040 met verblijf 15 50 175 7.360 totaal 195 620 2.110 82.400 aandeel (%) 2,5 2,0 2,0 2,4 Toelichting: de cijfers zijn naar boven afgerond. De weergegeven waarde 5 heeft daarmee de betekenis zeven of minder, maar niet nul. Hierdoor zit er een nog grotere onzekerheidsmarge rond de cijfers op gebiedsniveau. Het aandeel (op de totale groep 0-17 jarigen) is berekend op basis van een afgerond aantal en daarom indicatief. Bron: CBS, 15 januari 2014 (laatste uitgebreide levering met uitsplitsing naar met en zonder verblijf) Preventieve jeugdhulp Een kind of jongere staat niet op zichzelf. Het maakt deel uit van een breed sociaal netwerk, waaronder het gezin/opvoeder(s), school, vrienden en de buurt. Het Sociaal Team moet aansluiten bij deze lokale situatie en bij de aanwezige preventieve activiteiten. Preventie is één van de kernpunten van de transformatie: effectieve inzet op preventie voorkomt dat zwaardere jeugdhulp ingezet hoeft te worden. In de opmars naar 2015 en ook daarna zullen de accenten van preventie opnieuw vorm moeten krijgen. Om een beeld te krijgen bij preventie en het gebruik daarvan, worden vier huidige vormen nader toegelicht: 1. algemeen maatschappelijk werk; 2. schoolmaatschappelijk werk; 3. begeleiding van gezinnen; 4. Jeugd Preventie Team. Algemeen maatschappelijk werk Volgens het Nederlands Jeugd Instituut (NJI) is een goede ouder-kind relatie een belangrijke beschermende factor voor de positieve ontwikkeling van jeugdigen. In 2012 waren 25 dossiers bekend bij Algemeen maatschappelijk werk in Molenwaard, waarbij problemen met ouder-kind relatie centraal stonden. Na 2011 is het aantal dossiers met ouder-kind problematiek gedaald, zo blijkt uit figuur 4. 6 Het andere deel zal vallen onder de Wet langdurige zorg. Alleen de meest kwetsbare kinderen en jongeren met (zeer) ernstige verstandelijke of ernstige meervoudige beperkingen krijgen straks zorg uit de nieuwe Wet langdurige zorg (Wlz, voorheen aangeduid met kern-awbz ). Zij hebben levensbreed en levenslang zorg en ondersteuning nodig. 12

Tabel 22 Dossiers bij Algemeen Maatschappelijk Werk met eerste problematiek relatie ouderkind of opvoeding, 2012 aantal 25 147 379 aandeel (%) 0,5 0,7 0,5 Toelichting: het aandeel is gepercenteerd op het aantal gezinnen met jeugdigen Figuur 4 Ontwikkeling aantal dossiers bij Algemeen Maatschappelijk Werk met eerste problematiek relatie ouder-kind of opvoeding (index, 2009=100) 150 125 100 75 50 25 0 2009 2010 2011 2012 index Molenwaard index Alblasserwaard/Vijfheerenlanden index Zuid-Holland Zuid Schoolmaatschappelijk werk en gezinsbegeleiding In 2012 waren tweeëntwintig leerlingen op de basisschool en vier in het voortgezet onderwijs aangemeld voor een traject van het Schoolmaatschappelijk werk (SMW) en werden 34 gezinnen begeleid (bijvoorbeeld door ReSet). Gezinsbegeleiding richt zich op de begeleiding van autochtone en allochtone ouders/opvoeders in risicogezinnen met kinderen in de leeftijd van 0 tot 19 jaar. In deze gezinnen is (nog) geen sprake van ernstige opgroei- of opvoedproblematiek. Het aantal door Schoolmaatschappelijk werk begeleide basisschoolleerlingen daalt sinds 2009 in Molenwaard, terwijl het aantal begeleide leerlingen in het voortgezet onderwijs gestegen is en het laatste jaar pas weer daalt. Het aantal kinderen begeleidt door Schoolmaatschappelijk werk in de regio Zuid-Holland Zuid, laat een continue stijging zien. Het aantal gezinnen dat begeleiding krijgt, stijgt flink. Deze stijging is mogelijk te verklaren door de subsidie die destijds via de provincie beschikbaar kwam: Aanbod creëert vraag. Tabel 23 Door Schoolmaatschappelijk Werk begeleide leerlingen, 2012 basisonderwijs aantal 22 131 1.167 aandeel (%) 0,3 0,4 1,1 voortgezet onderwijs aantal 4 48 1.056 aandeel (%) 0,1 0,2 1,0 Toelichting: betreft schoollocatie. Het aandeel is gepercenteerd op de totale groep 0-17 jarigen. Figuur 5 Ontwikkeling aantal door Schoolmaatschappelijk Werk begeleide leerlingen (index, 2008=100) 13

600 500 400 300 200 100 0 2008 2009 2010 2011 2012 index bo Molenwaard index vo Molenwaard index bo Alblasserwaard/Vijfheerenlanden index vo Alblasserwaard/Vijfheerenlanden index bo Zuid-Holland Zuid Tabel 24 Risicogezinnen in begeleiding, 2012 aantal 34 128 415 aandeel (%) 0,7 0,6 0,5 Toelichting: het aandeel is gepercenteerd op het aantal gezinnen met jeugdigen Figuur 6 Ontwikkeling aantal risicogezinnen in begeleiding (index, 2008=100) 1200 900 600 300 0 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Index Molenwaard index Alblasserwaard/Vijfheerenlanden index Zuid-Holland Zuid drs. M.C.A. Bakx, drs. S.A.W. van Oostrom-van der Meijden & drs. D.M. Verkade augustus 2014 Postbus 619 3300 AP Dordrecht (078) 770 39 05 ocd@drechtsteden.nl www.onderzoekcentrumdrechtsteden.nl Jeugd Preventie Team Het Jeugd Preventie Team (JPT) is een samenwerkingsverband tussen de politie Zuid- Holland-Zuid en Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland. Het JPT begeleidt jeugdigen die in aanraking zijn gekomen met de politie en dreigen af te glijden richting de criminaliteit. Het JPT werkt dus preventief. De begeleiding is outreachend, praktisch, concreet en richt zich op drie leefgebieden: thuis, school of werk en vrijetijdsbesteding. Medewerkers van de politie Zuid-Holland-Zuid kunnen rechtstreeks jongeren aanmelden bij het JPT. Ook via de sociale netwerken waar de politie deel van uitmaakt kunnen jongeren voor het JPT worden aangemeld. Waar nodig werkt het JPT samen met Bureau Halt, de Raad voor de Kinderbescherming, het Openbaar Ministerie, Leerplicht en andere partners. In Molenwaard gaat het om een klein aantal jeugdigen dat bij het JPT in begeleiding is. In 2012 ging het om 14 jeugdigen. Dit is lager dan in de regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden en Zuid-Holland Zuid. Tabel 25 Jeugdigen in JPT, 2012 aantal 14 65 405 aandeel (%) 0,18 0,21 0,39 Toelichting: het aandeel is gepercenteerd op de totale groep 0-17 jarigen Figuur 7 Ontwikkeling aantal jeugdigen in JPT (index, 2008=100) 14

250 200 150 100 50 0 2008 2009 2010 2011 2012 index Molenwaard index Alblasserwaard/Vijfheerenlanden index Zuid-Holland Zuid De groene druk in Molenwaard is relatief hoog. Voor de toekomst wordt een daling van het aantal jeugdigen verwacht. Vrijwel alle risicofactoren voor ernstige opvoedproblemen, zowel kind-gerelateerd als ouder-gerelateerd, zijn in Molenwaard lager dan in Alblasserwaard/Vijfheerenlanden en de regio Zuid-Holland Zuid. Alleen het aantal jeugdigen dat gebruik maakt van AWBZ-hulp en tweede lijnszorg via de Zorgverzekeringswet is verhoudingsgewijs hoger dan in de regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden. In Molenwaard zal het jeugdteam integreren in het Sociaal Team zodat vraagstukken breed opgepakt kunnen worden. Het is belangrijk om bij de samenstelling van het team rekening te houden met het eigen karakter van de gemeente. De praktijk zal vanaf 1 januari 2015 moeten uitwijzen wat goed gaat en op welke punten extra inzet (en expertise in het team) nodig is. Daarbij is het van groot belang de doelgroep, de jeugdigen en hun gezinnen, goed in het oog te houden en te luisteren naar hun specifieke wensen en behoeften. Binnenkort zal de Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland Zuid met iedere gemeente afzonderlijk in gesprek gaan voor specifieke wensen ten aanzien van de teams, om zo tot een zorgvuldige lokale inbedding te komen. Aansluitend start Stichting Jeugdteams met de werving en selectie van de professionals voor alle jeugdteams in Zuid-Holland Zuid. 15

16