Hoofdstuk 6 Concurrentieanalyse en strategieën



Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk 10 Concurrentievoordeel creëren

Saxionstudent.nl Blok1

Het Analyseproces. Zoeken naar eigenheid en differentiatie met de concurrentie

Internationale Marketing H4. Week 1 1. Executive summary 2. Inhoudsopgave 3. Inleiding en achtergrond 4. Externe analyse

Raymond Reinhardt 3R Business Development

het Ashridge-missiemodel: Doel strategie - waarden en gedragsnormen mag ook

M&O VWO 2011/

NIMA Business Marketing B1 - Examennummer juli Case: Transport Exceptionel (100 punten)

2 Goederenretail in Nederland: indelingscriteria 47

NIMA B EXAMEN BUSINESS MARKETING ONDERDEEL B JUNI VRAGEN EN ANTWOORDINDICATIES NIMA B BUSINESS MARKETING, ONDERDEEL 1 (case) 23 JUNI 2015

Werkstuk Economie marketing

WELKOM BIJ NIMA-B MARKETING

Het Vijfkrachtenmodel van Porter

Concurrentiestrategieën

HET SPEELVELD VAN DE FAIR TRADE AUTHORITY CURAÇAO

FAIR TRADE AUTHORITY CURACAO - WAAR ONDERNEMINGEN OP MOETEN LETTEN IN DE STRIJD VOOR EERLIJKE CONCURRENTIE

Een marketingplan in twaalf stappen

WELKOM! Het vernieuwingsprogramma van MGL en AenC Media. Sittard - 20 oktober 2016

Agrifirm Feed als schakel in succes. Wim Maaskant, algemeen directeur

NIMA B EXAMEN BUSINESS MARKETING ONDERDEEL B JANUARI 2016 VRAGEN EN ANTWOORDINDICATIES NIMA B BUSINESS MARKETING ONDERDEEL 1 (CASE)

De Landsverordening inzake Concurrentie. De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie uitgelegd

Amsterdamse haven en innovatie

Beleidsplan

6,9. Samenvatting door een scholier 1802 woorden 9 september keer beoordeeld

Business Plan Grensoverschrijdende Marketing. Marie-Janine Saris 24 april 2007

Antwoordmodel. Meerkeuzevragen (40 punten) Aan dit antwoordmodel kunnen geen rechten worden ontleend.

HOOFDSTUK 14: MERKEN BEHEREN OVER GEOGRAFISCHE GRENZEN EN MARKTSEGMENTEN

Marketing is een onderdeel van het organisatiebeleid. Veel verkopen (afzet) voor een goede prijs (omzet)

Workshop Marketingmix

Hoofdstuk 4 Consumentengedrag

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING 04

Literatuur: Rustenburg, G. (2007). Strategische en operationele marketingplanning. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff. ISBN

Dit bestand niet correct? Meld misbruik op Saxionstudent.nl Blok1

MINISTERIE VAN HANDEL EN INDUSTRIE

Gemeente Drimmelen Informatie over nieuwe strategische visie die wordt ontwikkeld

Examen: Marketing juni 2017

Hoofdstuk 19 Distributiebeleid

5.1 Marketingbeleid. 5.2 Productbeleid

Het Kartelverbod. De regels uit de Landsverordening inzake concurrentie over het kartelverbod uitgelegd

Sociale media en Sociale innovatie

Betrouwbaar, wendbaar en goed tegelijkertijd het kan!

Gids voor werknemers. Rexel, Building the future together

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5, Marketingbeleid

Hoofdstuk 16 Marketing

Hoofdstuk 9 Marktsegmentatie en positionering

Introductie. Beschrijving van je onderneming

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie

Samenvatting Economie Consument & Producent

Misbruik van een economische machtspositie

BU$trN{s5 S$f{Àr# $? [íts sílt Rtnfil Fr', xtêz*h. tdc f l'! Iltï[Rr Ít í'05iïi0ïrnf x DO Ê[.e f oepxtuzs. }}r n ${ 5ï1p Ê0 t} u cï.

BRAND REPORT CARD (Pag 162)

STRATEGISCH BELEID EFFICIËNT EN ZICHTBAAR NAAR EEN CENTRUM VOOR REVALIDATIE

Marketing: Het maken en uitvoeren van plannen voor het vergroten of het behouden van de afzet.

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.

Marketing concept = het lokken van de consument om jou product te verkopen.

Inhoudsopgave Boekhuis Aalsmeer Online strategie Canvas model Invloed externe factoren E- marketingmix Conclusie Advies

Hoofdstuk 14 Prijsbeleid

Meer waarde halen uit uw ICT en EPD ICT sturing richten op realiseren van baten

Waardecreatie in industriële markten

Hoofdstuk 7 Interne organisatie

Zorgmarketing in drie stappen Karel Jan Alsem. Zorgmarketingplatform 21 juni 2017

Impact Cloud computing

Heating Solutions International BV

Directie. Vormgeving, Concept development. Administratie. Logistiek Sales Marketing

HOOFDSTUK 11: MERKSTRATEGIEËN OPSTELLEN EN UITVOEREN

Hoe de strijd tussen Marketing en Verkoop oplossen?

Thema 5. Strategisch management

Hoofdstuk 19 Distributiebeleid

Quick-scan flexibiliteit

STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING 02

Impact Cloud computing

Dossier: Marketing, communicatie en evenementen Examen: KE2 Marketingplanning

Programma van vandaag: NIMA B. Na de les komt alles online! Tentamen NIMA B. Kernstof Marketing NIMA B

Prijszetting door ondernemingen met een machtspositie

Oefenmateriaal NIMA B1 Sales

SWOT ANALYSE. In 7 stappen

Hoofdstuk 1. Doelstellingen INLEIDING. Externe analyse HOOFDSTUK 2

Leveranciers en afnemers mogen samenwerken, maar er zijn grenzen

De juiste klanten via search engine marketing. Ronald van Klooster, DM Vakdag 7 oktober 2010

Utrecht Business School

Kennisportfolio Hoofdfase blok 1. Vakken gedurende dit blok: - Management - Marketingcommunicatie - Marketing - Bedrijfseconomie - Engels - Recht

Samenwerken voor een rendabele keten. Verhoudingen importeurs en dealers drastisch gewijzigd. HISWA Vereniging Hilversum, 17 februari 2011.

Hoofdstuk 12 Productontwikkeling en levenscyclusstrategieën

Wat is maatschappelijk verantwoord ondernemen?

DEEL 1: DE CONTEXT VAN PUBLIC RELATIONS Hoofdstuk 2. Management en organisatie van public relations

Promotie Veenendaal een jaar later mei 2011

Zo maak je een exportplan - Antwoorden extra opdrachten 1. Antwoorden Extra Opdrachten. Inleiding

Hoofdstuk 1: Introducing strategy

Nog meer meerwaarde? Dan moet inkoop strategisch worden. Noord Nederlands Inkoop Congres 26 april 2007

Programmabegroting

Marketingplan 2010 Triad

DE RUIT VAN KLANTGERICHTHEID IN DE ZORG

Meer waarde halen uit uw ICT en EPD ICT sturing richten op realiseren van baten

Relevantie/Te gebruiken voor de winst verdeling bij aandelen in een organisatie.

Laboratorium Medisan is er voor u.

6,9. Samenvatting door een scholier 2059 woorden 14 januari keer beoordeeld. 2. Wat is Marketing:

MARKETING / 05B. HBO Marketing / Marketing management. Raymond Reinhardt 3R Business Development. raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R

les 1 inleiding marketing HMC 1. Wat is marketing?

NIMA B EXAMEN BUSINESS MARKETING ONDERDEEL B JUNI NIMA B EXAMEN BUSINESS MARKETING (o.b.v. exameneisen 2015)

Samenwerken! Noodzaak of Kans?

Transcriptie:

Hoofdstuk 6 Concurrentieanalyse en strategieën Case 6.1 Bloemenveilingen Aalsmeer (BA) Als differentiatiestrategie. De te onderscheiden doelgroepen met een andere marketingmix bewerken, teneinde een groot deel van de markt te bereiken. Case 6.2 Melk- en kipproducten 1 Om er zeker van te zijn dat die grote hoeveelheden melk en kip worden afgezet, is een overall costleadership gewenst. Het produceren van huismerken past ook bij deze strategie. Als de hoeveelheid geen probleem meer is, ligt de weg open voor differentiatie, bijvoorbeeld via bepaalde dochters van Cebeco. In één organisatie zijn moeilijk twee strategieën te combineren. 2 Campina heeft succesvol de transitie van de concurrentiestrategie cost leadership naar differentiatie gemaakt. Alle activiteiten die geen of weinig waarden toevoegen, moeten volgens het principe van cost leader worden uitgevoerd. De dominante klantwaardenstrategie is nu productleadership; veel nieuwe producten en merken. Operational excellence is ook belangrijk voor Campina. Case 6.3 Bloemisterijsector 1 Productiefactoren. De basisproductiefactoren, zoals grondstoffen (energie, grond, arbeid) zijn duur. Het klimaat is ongunstig, waardoor hoge investeringen nodig zijn. De hoogwaardige productiefactoren leveren een meerwaarde op. Denk aan knowhow, infrastructuur (Nederland is distributieland). Binnenlandse vraag. Verreweg het grootste deel van de productie is voor binnenlands gebruik. Dit is hoog en veeleisend, hetgeen een vrij stabiele afzet betekent van hoogwaardige producten. Netwerk van sectoren. De samenwerking tussen telers en handel is door middel van de veiling en bemiddelingsbureaus intensief en efficiënt. Overheid. De overheid speelt nog steeds een ondersteunende rol in R&D en onderwijs. De hoogwaardige voorlichtingsdienst is inmiddels geprivatiseerd. De strenge milieuwetgeving werkt kostprijsverhogend. Economische orde. Door de exportgerichtheid, coöperatie-ingesteldheid, een ondernemingsgeest gekenmerkt door efficiency en innovatie, kan de economische orde als gunstig worden beoordeeld. Concluderend kan gesteld worden dat de concurrentiekracht zeer sterk is, met name als de sector zich door differentiatie (kwaliteit, assortiment, distributie en dergelijke) kan onderscheiden van andere landen. Monocultuur moet vanwege de relatief hoge kostprijs worden vermeden. Een te snel terugtrekkende overheid en het op korte termijn invoeren van kostprijsverhogende milieueisen kan deze positie verzwakken. 2 Nederland bekleedt de positie van marktleider. De daarbij behorende marktleiderstrategie is gericht op het behouden van de dominerende positie in de wereldmarktexport door het vergroten van de primaire vraag of door het verdedigen of vergroten van het marktaandeel. Dit kan door accenten te leggen op: Distributiestrategie. Een nog beter afgestemde dienstverlening kan onnodige tijd en kosten in de bedrijfskolom besparen en het product (ook verpakking) aantrekkelijk maken (vers) voor detailhandel en consumenten. Gedifferentieerde marketingstrategie. De sector moet zich met verschillende marketingprogramma s op diverse segmenten richten. Investeren in segmentatieonderzoek en trends is daarbij nodig om met een gedifferentieerd productassortiment zo goed mogelijk in de wensen van afnemers te voorzien. Strategische en operationele marketing, Uitwerkingen hoofdstuk 6 1

Internationale strategie. De zeer efficiënte, bijna mondiale distributie brengt Nederland in de positie van internationaal handelscentrum, met de daarbij behorende voordelen van leercurven in macht, kennis en kosten. Productstrategie. Om klantgericht te telen, zullen de producenten zich moeten specialiseren op producten en kwaliteiten, afhankelijk van de eisen van de gekozen marktsegmenten. Case 6.4 Dure cd s 1 In Nederland: Wet Economische Mededinging. Wet die de mededinging voor Nederlandse bedrijven in Nederland regelt, met als uitgangspunt een streng toezicht op het ontstaan van economische machtsconcentraties, zoals kartels. In beginsel zijn concurrentiebeperkende afspraken toegestaan, maar de overheid hanteert het misbruiksysteem en kan ingrijpen als het algemeen belang wordt geschaad. Overtreding van deze wet is een economisch misdrijf. De wet omvat onder andere de aanmeldingsverplichting van ondernemingen met de daarbij behorende vrijstellingen en ontheffingsregelingen, algemeen verbindendverklaring (ook van toepassing voor hen die niet aan de wetgeving hebben meegewerkt) van een mededingingsregeling, algemeen onverbindendverklaring (buiten werking stellen) van mededingingsregelingen, maatregelen om economische machtsposities te voorkomen en beroepsmogelijkheden. De EU-wetgeving kent in beginsel de mogelijkheid van concurrentiebeperkende bepalingen niet. Wel is er een directe relatie tussen het EUmededingingsrecht en de NL-wetgeving. Nederland past zich aan aan de EU-wetgeving. De EU-wetgeving heeft een werking die uitgaat boven de nationale wetgeving. Het EU-kartelbeleid. Regelgeving, vastgelegd in de artikelen 85 en 86 van het EU-verdrag, om vrije mededinging te bevorderen en de beperking daarvan, bijvoorbeeld door bindende afspraken te maken over prijzen, productie of afzet te verbieden; berust dus op een verbodsysteem. Artikel 86 behandelt met name het misbruik dat voort kan vloeien uit een economische machtspositie, zich uitend in onbillijk hoge verkoopprijzen, opleggen van ongelijke leveringscondities en dergelijke. 2 Parallelimport: het door niet-officiële distributeurs (brokers, groothandelaren) importeren van producten die door de producent zijn geëxporteerd naar buitenlandse markten. Op deze wijze ondermijnen deze niet-officiële distributeurs de afspraken tussen de producent en bestaande distributeurs. Parallelimporten kunnen worden voorkomen als de prijsverschillen tussen de verschillende landen klein blijven. Dus kleiner dan de transportkosten en de minimummarge van de niet-officiële distributeurs. De hogere prijs kan ook door extra dienstverlening of sales promotions worden gecompenseerd. Door invoering van de Euro zal de parallelimport op korte termijn toenemen (door grotere markttransparantie) en op langere termijn afnemen (door Euro-pricing van de fabrikanten). Case 6.5 Literaire bladen 1 De core competence van de literaire bladen is: zich adequaat in de breedte en diepte met literatuur bezighouden, zoals voorpublicaties van boeken, recensies, essays, gedichten, korte verhalen, polemieken. Ook met schrijvers, lezers en dergelijke. Ontwikkelingen vroegtijdig onderkennen, aangeven en daarop anticiperen in de te onderscheiden literaire gebieden, ook buiten de grenzen. Kwaliteit, vroegtijdigheid, breedte en diepte moeten voorop staan. Dit ter onderscheiding van andere (massa)media. 2 Dimensies: a Probleem, wens of functie: P1. kennis; P2. genieten, ontspanning; P3. beoordelen, bestuderen; P4. selecteren. 2 Strategische en operationele marketing, Uitwerkingen hoofdstuk 6

b Marktgroepen: c Technologie: M1. boekhandels; M2. bibliotheken; M3. educatieve instellingen (docent & student); M4. recensenten; M5. particuliere lezers M6. schrijvers T1. geschreven blad; T2. beeldmedia, film, internet; T3. geluidsmedia. N.B. Business scope is hetzelfde als business domain (domein). Beide zijn dus onderdeel van de business definition. 3 a Per kracht wordt een evaluatie gegeven: Huidige concurrentie. Vele literaire bladen voor het Nederlands taalgebied, voor een vrij specialistische markt, waarvan de marktomvang gering is; maakt de spoeling dun, dus de concurrentie zwaar. Daarbij komen nog de dag- en weekbladen, TV en radio. Nieuwe toetreders. Gevaar is niet groot, investering niet groot (lage barrier of entry ). Substitutie. Nieuwe vormen van media, door nieuwe vormen van informatietechnologie. Afnemersmacht. Elk te klein om eisen te stellen; hun macht is niet kopen. Leveranciersmacht. In het algemeen klein, tenzij onder leverancier verstaan wordt de leverancier van het vermogen, bijvoorbeeld de bank, het moederconcern. b In het algemeen een sterk krachtenveld, met name de huidige concurrentie en mogelijkheden tot substitutie in de (nabije) toekomst. De druk zal voor veel van deze bladen te groot worden. Voor andere niet kansloos, als men innovatief blijft, het aantal afnemers weet uit te breiden, de mogelijkheden van andere media bestudeert of daar al mee experimenteert. Het grote gevaar schuilt vooral in het te weinig onderscheidend vermogen van de bladen, kortom monocultuur. 4 De volgende punten kunnen worden genoemd: a De factor overheid wordt niet expliciet meegenomen, terwijl deze van grote invloed kan zijn. b c d e f Het model wordt veelal op de totale markt toegepast, bijvoorbeeld de luchtvaartmarkt, in plaats van per segment en per planningsdomein, bijvoorbeeld per land. De ratingsmethode van ++, +, -, -- is wel erg kwalitatief. De ene kracht weegt zwaarder dan de andere. De huidige concurrentie en de onderhandelingskracht van afnemers hebben relatief veel invloed. Vaak wordt deze methode als een momentopname gehanteerd. De toekomst en dynamiek in de tijd is ook belangrijk. Sommige bedrijven hebben zowel een handelsfunctie als een productiefunctie. Het krachtenveld kan per functie verschillen. Strategische en operationele marketing, Uitwerkingen hoofdstuk 6 3

Case 6.6 Beslissingsboom Beslissingsboom Reactie Winst Kans Verwachte winst ( 1.000) ( 1.000) 1 20.000 0,2 4.000 2 10.000 0,5 5.000 P = 20 3 15.000 0,1 1.500 4 5.000 0,1 500 5 24.000 0,1 2.400 8.600 1 22.000 0,1 2.200 2 11.000 0,6 6.600 P = 25 3 16.000 0,1 1.600 4 2.000 0,1 200 5 24.000 0,1 2.400 8.200 Men zal kiezen voor een prijs van 20, omdat daarbij de winstkansen het grootst zijn ( 8.600.000 versus 8.200.000). Case 6.7 City marketing, Rotterdam 1 In de case: aantal miljoenen bezoekers; bestedingsbedragen van bezoekers; aantal te bezoeken winkels per bezoek. Verder (spontane) bekendheid van het merk Rotterdam; spontaan te noemen kenmerken van Rotterdam; mate van veiligheid en verder in deelaspecten van veiligheid; mate van tevredenheid; % doorstroming; aandeel nieuw te vestigen bedrijven, organisaties, instellingen; enzovoort. 2 a Doelgroepen: bedrijfsleven, onder te verdelen in: MKB, groot, internationaal; veelheid van (non-profit)instellingen; werknemers; eventueel onder te verdelen in welstandsklassen, forenzen; toeristen; nationaal, internationaal; bewoners; leeftijdsklassen; van jong naar oud, studenten; overheden; provinciaal, nationaal, internationaal; andere steden; enzovoort. b Positionering: Rotterdam Marketing spreekt van een overall positionering : Jonge dynamische stad met een (wereld)haven. Voor de verschillende doelgroepen moet een aangepaste meer van toepassing zijnde positionering worden gekozen, bijvoorbeeld: Werknemers: Voor jong en oud een baan in deze dynamische stad. Of: De bereikbare dynamische stad. Bewoners: Voor jong en oud veilig in deze dynamische stad. Of: In deze dynamische stad voelt iedereen zich thuis. 4 Strategische en operationele marketing, Uitwerkingen hoofdstuk 6

3 Algemeen geformuleerde behoeften zijn onder andere: bereikbaarheid; veiligheid en bescherming; leefbaarheid; sociaal en dergelijke; bewoonbaarheid; betaalbaarheid; vermaak, relaxmogelijkheden; ontwikkeling; lichaam en geest; faciliteiten: winkels, bibliotheek, zwembaden, parken, informatie enzovoort; enzovoort. 4 Technologieën: infrastructuur: weg, rail, water, lucht, fiets- en wandelpaden; onderwijs; vele niveaus; (hulp)diensten; brandweer, politie, eerste hulp; gezondheidszorg; faciliteiten: industriegebieden, registraties, vergunningen; informatiediensten in meerdere talen en verkrijgbaar via relevante media. 5 Het is een non-profitorganisatie. Rotterdam moet zorgvuldig met de belastingcenten van de burgers omgaan. De stad kan niet elke burger nalopen, geen maatwerk, zoveel mogelijk standaardiseren voor grotere groepen. Dus: Strategie volgens Porter: overall costleadership: efficiency in de organisatie. Strategie volgens Treacy & Wiersema: operational excellence; snel, transparantieen zo goedkoop mogelijk voor de afnemers (het gaat vaak om vervulling van informationele motivatie. Dit vraagt een goedlopende efficiënte organisatie. N.B. Er is geen sprake van differentiatie, omdat gemeenten binnen één markt geen verschillende (gedifferentieerde) producten of diensten aan verschillende afnemersgroepen levert, zoals in de wasmiddelenmarkt: premium, discount, duur, goedkoop e.d.! Gemeente mag niet discrimineren. 6 Merkimago van Rotterdam. Verschilt sterk van de identiteit (jonge en dynamische stad). Imago: oubollige Euromast, grootste wereldhaven en verder niks over de stad. Het beeld van toeristen is nog vager. De website is vooral op de Nederlandstaligen gericht(!). Merkverschillen tussen de steden. Het imago van veel steden is vaag; men poetst het wel op: Eindhoven lichtstad. De verschillen zijn dus niet duidelijk. Alleen Amsterdam is duidelijk nummer één. Dus meer onderscheid creëren, rond één of een paar thema s. Betrokkenheid van doelgroepen. In het algemeen is die laag; het gaat vaak niet om belangrijke zaken, vaak noodzakelijk kwaad, zoals een bewijs uit het bevolkingsregister, paspoort, rijbewijs en dergelijke. Voor bepaalde zaken is de betrokkenheid wel groot, zoals vergunning voor een verbouwing, hinderwetvergunning, subsidie en dergelijke. Dus in de communicatie de aandacht richten op verhoging van de betrokkenheid. N.B. Volgens Assaël zijn het koopgedrag van de producten/diensten nu nog routinematig en/of hebben een hoog gehalte cognitieve dissonantie. Informationele (negatieve) motivatie. Zie eerder genoemd punt met betrekking tot noodzakelijke zaken: paspoort, vergunningen, uittreksels van registers, belastingen en dergelijke. Hier met objectieve duidelijke informatie komen (cognitief). ook snel en goedkoop. Transformationele (positieve) motivatie. Zoals bij huwelijksvoltrekking en andere leuke zaken. Hier mag de informatie affectief van karakter zijn; meer sexappeal en energie. Jong en dynamisch moet echt beter worden ingevuld. Case 6.8 Voorbeelden van costleadership en/of operational excellence 1 Beiden hebben sowieso de concurrentiestrategie cost leader. Het aanbod van de concurrentie was hun uitgangspositie. Natuurlijk is het gevaar van imitatie door concurrenten groot. Nu zou een inside out -strategie uitkomst moeten bieden. Of verder uitgebouwd moeten worden! Strategische en operationele marketing, Uitwerkingen hoofdstuk 6 5

Dell heeft of zit heel dicht bij een operational excellence strategie; communiceert sterk met verschillende klantengroepen. De voordelen (gemak, gunstige gepercipieerde prijs/kwaliteit, transparantie, snelle levering of boeking, e.d.) voor de klant zijn heel duidelijk. 2 De KSF s zijn: Hygiënische KSF s, o.a.: kostenbeheersing; schaalgrootte; capaciteitsbenutting; mogelijkheden cross selling, invullen van RFM-factoren (recency, frequency, monetary value); standaardisatie (machinebureucratie); faciliteiten: systemen, vliegvelden; vergunningen; zekere kwaliteit: afstand luchthavens. Visionaire KSF s, o.a.: de managementbekwaamheid; vasthouden aan strategie, plannen, structuur, merk, bovengemiddelde prestaties etc. De vraag is: Hoe het zit met: flexibele aanpassingsvermogen, motivatie, kennis en creativiteit van de human resource in de loop van de tijd. 3 Ja Dell heeft een CC, omdat aan alle volgende factoren wordt voldaan: perfecte scherp geprijsde producten voor de klant; behoorlijk uniek distributiemodel, dit in vergelijking met de concurrentie; kennis en investeringen worden in andere PMC s geëxploiteerd (tv-markt etc.); is houdbaar in de meso- en macro-omgeving gebleken; is in eigendom van Dell. Wel deze compentence vernieuwen en uitbouwen, anders komt er de klad in. 4 Dit zijn bijvoorbeeld: keuze van één of meer verschillende typen vliegtuigen; wel of geen catering; bezetting, vliegtuiggrootte, ratio vliegen versus parkeren; hoogte van landingskosten per luchthaven; directe of indirecte distributie; ratio boekingen per telefoon of online (veel goedkoper); mate van standaardiseren; gekozen strategie. 6 Strategische en operationele marketing, Uitwerkingen hoofdstuk 6