Middellangetermijn ontwikkeling MKB

Vergelijkbare documenten
Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid

M Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2010 en 2011

Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2012 en 2013

Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2010 en 2011

Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose Met een doorkijk naar 2018

Regionale prognoses Culemborg

Mei Economische Barometer Weerterland en Cranendonck. Verwachting voor 2010 en 2011

Regionaal-Economische Barometer

Regionale arbeidsmarktprognose

Algemeen beeld van het MKB in 2015

Stemming onder ondernemers in het MKB

Snapshots van de regionale economie

Regionale economische prognoses 2016

Mei Economische Barometer Valkenswaard en Waalre. Verwachting voor 2010 en 2011

Starters zien door de wolken toch de zon

Arbeidsproductiviteit in MKB en grootbedrijf

Algemeen beeld van het MKB in de. marktsector in 2013 en Update juni. drs. K.L. Bangma drs. D. Snel

Juni Economische Barometer Bollenstreek. Verwachting voor 2011 en 2012

Bijna 30% van de starters stopt na het eerste jaar Met name cafetaria s en restaurants worden na één jaar weer opgeheven

Werken in startende bedrijven

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid

Oktober Regionale Recessie Barometer Rotterdam. Economische verwachting tot 2011

Regionale prognoses Meppel

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Nederland totaal

Kleinschalig Ondernemen 2013

M Werkgelegenheid bij startende bedrijven. drs. A. Bruins

Vierde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

Economische Barometer 2017 Bergen op Zoom en Roosendaal. Kernuitkomsten vergeleken, februari >

Minder starters in 2016

Overzichtsrapport SER Gelderland

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

Een uitdagende arbeidsmarkt. Erik Oosterveld 24 juni 2014

Een eigen bedrijf is leuk!

Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2014 en 2015

HALFJAARLIJKS ONDERZOEK. Conjunctuurenquête najaar 2015

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal Coenrapportomslag eerstekwartaal.indd 1

MKB in grote steden: aanhaken bij het landelijke beeld

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Gelderland

Crisismonitor Drechtsteden

Van baan naar eigen baas

M Starters en de markt. drs. A. Bruins drs. D. Snel

HALFJAARLIJKS ONDERZOEK. Conjunctuurenquête voorjaar 2015

Samenvatting Twente Index 2016

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

TNO Bouwprognoses SAMENVATTING op basis van de CPB decemberraming 2011

Monitor Economie 2018

Zakelijke dienstverlening

Conjunctuurenquête Nederland

COEN in het kort. Inhoud rapport. Toelichting. Nederland. Herstel komt in zicht. Conjunctuurenquête Nederland I rapport vierde kwartaal 2014

Dienstensector houdt vertrouwen

Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk

CBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Starten in een dal, profiteren van de top

Tweede kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

Regionale arbeidsmarktprognose

M Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB

1.1 Bevolkingsontwikkeling Bevolkingsopbouw Vergrijzing Migratie Samenvatting 12

Verschuiving van grootschalige nieuwbouw in buitengebied naar kleinschalige (her-) bouw in bestaande situatie;

Conjunctuurenquête Nederland

Meting economisch klimaat, november 2013

M Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D.

Bouwproductie 15 procent lager in komende twee jaar

M Opleidingsniveau in MKB stijgt

61e Ondernemerspanel. MKB-Nederland TNS NIPO

Highlights uit de monitor Economische Verkenningen Een Groene, Gezonde en Slimme Regio

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011

Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei

MKB in regionaal perspectief 2006

Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Crisismonitor Drechtsteden

MKB in regionaal perspectief

Huidig economisch klimaat

Arbeidsmarktprognoses Noord-Holland 2012

UIT de arbeidsmarkt

Noord-Holland heeft hoogste startersquote

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

Vierde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zuid-Holland

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal Bedrijfsleven onveranderd positief

M Innovatie in het MKB. Ontwikkelingen A. Ruis

FME Postbus AD Zoetermeer T E I HALFJAARLIJKS ONDERZOEK Conjunctuurenquête voorjaar 2016

M Innovatie in het MKB. Ontwikkelingen in de periode A. Ruis MSc.

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten

Ondernemerschapsmonitor. herfst 2002

CBS: Koopkracht van werknemers in de zorg gestegen

Nieuwsbrief Zeeuwse arbeidsmarktmonitor Nummer 5: december 2015

EBU College Snapshots van de economie in regio Utrecht. Monique Roso, 12 maart 2014!

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken

Stemming onder ondernemers in het MKB

Persconferentie: De Nederlandse conjunctuur in 2008, d.d. 13 februari 2009.

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen

Crisismonitor Drechtsteden

Zzp er: werknemer nieuwe stijl

Monitor Bouwketen. Najaar Marien Vrolijk

Conjunctuurenquête Nederland. Vierde kwartaal 2015

Monitor Bouwketen. Najaar Jerzy Straatmeijer

Allochtonen op de arbeidsmarkt

fluchskrift

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Gorinchem

Transcriptie:

M201108 Middellangetermijn ontwikkeling MKB Het MKB in de marktsector in de periode 2011-2015 drs. K. Bangma drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, april 2011

Middellangetermijn ontwikkeling MKB In de periode 2011-2015 neemt de bruto toegevoegde waarde van het MKB jaarlijks gemiddeld met 1,75% toe. Met % blijft de groei van de werkgelegenheid in het MKB daarbij achter, maar hiermee komt wel een einde aan de daling van de werkgelegenheid in het MKB, die zich de afgelopen jaren heeft voltrokken. De omslag van afname naar groei van de toegevoegde waarde zette al in 2010 in. De groei bleef toen bij het MKB achter bij de groei van het grootbedrijf. In de periode 2011-2015 komt de groei van het MKB in een hogere versnelling en komt dan op hetzelfde niveau als de groei van het grootbedrijf. De werkgelegenheid in het MKB neemt in het bijzonder toe in de zakelijke diensten, gevolgd door de groothandel. Daarentegen neemt in het MKB de werkgelegenheid nog af in de communicatiesector, de financiële diensten en de industrie. In de meeste overige sectoren groeit de werkgelegenheid licht. De ontwikkeling van het aantal zelfstandigen is nog gunstiger: dat aantal neemt in de periode 2011-2015 jaarlijks gemiddeld met 0,75% toe. Het aantal zelfstandigen neemt vooral toe in de zakelijke diensten, de communicatiesector, de overige diensten en de bouwsector. In de financiële diensten, de autosector en de detailhandel neemt het aantal zelfstandigen af. 1 Inleiding EIM publiceert periodiek over de ontwikkeling van het MKB en de sectoren in het MKB in het lopende en komende jaar 1. Deze informatie is gebaseerd op de kortetermijnprognose van het MKB in de marktsector. EIM heeft nu ook een middellangetermijnprognose van het MKB in de marktsector gemaakt. Die prognose geeft een beeld van de verwachte ontwikkeling van het MKB en van de sectoren in het MKB in de periode 2011-2015. In deze publicatie worden de uitkomsten van de middellangetermijnprognose gepresenteerd. Het MKB wordt gevormd door bedrijven tot 100 werkzame personen. Voorafgaand aan de beschrijving van de ontwikkeling van het MKB in hoofdstuk 3, wordt in hoofdstuk 2 de ontwikkeling van de marktsector geschetst. De marktsector bestaat uit het bedrijfsleven zonder de overheid, de delfstoffenwinning, de verhuur en exploitatie van onroerend goed en de zorgsector. De ontwikkeling in de periode 2011-2015 wordt gepresenteerd tegen de achtergrond van de ontwikkeling in de voorafgaande jaren, in het bijzonder in 2009 en 2010. De ontwikkeling van het MKB wordt vergeleken met de ontwikkeling van het grootbedrijf (bedrijven met 100 of meer werkzame personen). 1 De kortetermijnontwikkeling van het MKB wordt beschreven in de publicatie 'Algemeen beeld van het MKB in de marktsector'. 2

2 Ontwikkeling van de marktsector 2.1 Algemeen beeld van de ontwikkeling van de marktsector De marktsector zal in de periode 2011-2015 een matige groei te zien geven (zie figuur 1). Daarmee wordt de positieve ommekeer voortgezet, die in 2010 is ingezet, en komt de groei weer meer overeen met de ontwikkeling over langere tijd in het verleden. Een toename van de bruto toegevoegde waarde met gemiddeld 1,75% per jaar ligt namelijk iets boven de toename die in de afgelopen tien jaar is gerealiseerd. Het einde van die periode werd gekenmerkt door grote teruggang als gevolg van de financiële crisis, waarvan de gevolgen voor de Nederlandse economie overigens minder groot zijn gebleken dan in diverse andere landen. Met name de werkgelegenheid bleef redelijk op peil en de werkloosheid nam slechts beperkt toe. Wel was er sprake van een - in sommige sectoren forse - afname van de productie. Diverse sectoren waren in 2010 alweer op de weg omhoog. Verschillende factoren maken dat de marksector, en dus het MKB, in de periode 2011-2015 slechts beperkt zal groeien. Zo leidt een daling van de bevolkingsgroei tezamen met de vergrijzing van de bevolking ertoe dat de omvang van de beroepsbevolking slechts beperkt zal toenemen. In samenhang hiermee neemt de particuliere consumptie ook slechts beperkt toe. De groei moet vooral komen uit toename van arbeidsproductiviteit, maar in de komende jaren is geen grote toename te verwachten, omdat de arbeidsproductiviteit in Nederland zich al op een hoog niveau bevindt. De trend dat de Nederlandse economie steeds sterker een handels- en dienstenkarakter krijgt, zal zich ook in de komende jaren voortzetten. Ontwikkeling van de sectoren Steeds meer producten worden elders geproduceerd en de industrie die wel in Nederland blijft, richt zich steeds meer op nabije markten. De industrie ontwikkelt zich meer en meer in de richting van specialisatie op kennisintensieve activiteiten, waardoor de sector minder gevoelig is voor de internationale prijsontwikkelingen. Het zijn in het bijzonder de metaalindustrie en de chemische industrie die zorgen voor de toename van de toegevoegde waarde in de periode 2011-2015 van % voor de sector industrie als geheel. Door de grotere afhankelijkheid van in het buitenland geproduceerde goederen kan de sector groothandel groeien. In de periode 2011-2015 stijgt de toename van de toegevoegde waarde van de groothandel met 3,50% ver uit boven die van de andere sectoren, waar deze sector de koppositie in 2009 nog moest laten aan de industrie. 3

Figuur 1 Ontwikkeling van de bruto toegevoegde waarde (volumemutatie) naar sector in 2009, 2010 en gemiddeld per jaar in 2011-2015 marktsector -6,00 1,25 1,75 landbouw 2,50 1,25 industrie -8,25 5,50 bouw -1-4,25 1,25 autosector -11,00 1,00 4,25 groothandel -8,50 3,50 5,25 detailhandel -4,00-0,75 horeca -7,75-2,25 transport -7,50 1,50 3,50 communicatie -3,00 financiële diensten 1,00 2,25 zakelijke diensten -7,25-1,25 1,75 overige diensten - -0,75-15,00-1 -5,00 5,00 1 15,00 2009 2010 2011-2015 Terwijl de teruggang in de bouwsector in 2009 vergeleken met vele andere sectoren nog meeviel, werd in 2010, toen verschillende sectoren al weer de weg omhoog waren ingeslagen, de bouwsector getroffen door een zeer forse afname van de toegevoegde waarde. De impulsen van de overheid om de bouwproductie te stimuleren, hebben de negatieve gevolgen van de stagnerende woningbouw, de eveneens stagnerende markt voor nieuwe kantoorgebouwen als gevolg van de reeds aanwezige omvangrijke leegstand, en de verminderde vraag naar nieuw- en verbouw van ander bedrijfspanden als gevolg van de teruggelopen productie en omzet, niet kunnen compenseren. Met het aantrekken van de productie en de omzet in de andere sectoren zal de opdrachtenstroom richting bouwbedrijven weer langzaam op gang komen, resulterend in een toename van de toegevoegde waarde van 1,25% in de periode 2011-2015. Een sector die wel van de stimuleringsmaatregelen van overheid heeft geprofiteerd is de autosector. Na een forse aderlating in 2009 kon deze sector in 2010 weer een groei realiseren. Mede dank zij het voortduren van de stimuleringsmaatregelen voor personenauto's, zal de autosector ook de periode 2011-2015 kunnen groeien. Daarnaast zal de vraag naar bedrijfsauto's als gevolg van de groei in andere sectoren ook weer aantrekken. Maar met een toename van de toegevoegde met 1,00% zal de groei van de autosector relatief bescheiden zijn. Een sector die ook kan profiteren van de groei in andere sectoren is de sector transport. Deze sector is in belangrijke mate afhankelijk van de in- en uitvoer en van de ontwikkelingen in de bouw en (volumineuze) industrie. De toename van de toegevoegde waarde van de transportsector ligt in de periode 2011-2015 dan ook in de dezelfde orde als de ontwikkelingen in die sectoren. 4

Met het aantrekken van de economie, trekken ook de zakelijke bestedingen in de horeca weer aan. Het is met name het zakelijke segment dat deze sector een klein groeiperspectief biedt, want de consumentenmarkt ziet er voorlopig nog steeds minder gunstig uit. De horeca zal nog lange tijd te maken hebben met de gevolgen van de afname van de koopkracht van de Nederlandse huishoudens en de terughoudendheid van de consumenten wat betreft horecabestedingen. De aanhoudende onzekerheid van huishoudens over de eigen financiële positie doet de consumentenbestedingen in het algemeen geen goed. Ook de detailhandel merkt daarvan de gevolgen, waarbovenop de geringere bestedingen als gevolg van de stagnerende huizenmarkt voor deze sector negatieve gevolgen hebben. Op langere termijn heeft de detailhandel evenwel zicht op een bescheiden groei, resulterend in een toename van de toegevoegde waarde in de periode 2011-2015 van 0,75%, een kwartprocent meer dan de horeca. Met deze groeicijfers zijn de horeca en de detailhandel samen met de sector overige diensten - eveneens voor een belangrijk deel afhankelijk van consumentenbestedingen - wel de achterblijvers binnen de marktsector. Binnen de sector communicatie maken deelsectoren tegengestelde ontwikkelingen door. Terwijl de telecomsector groeit, blijft de postsector te maken hebben met krimp als gevolg van vermindering van het aantal te bezorgen brieven, hetgeen niet gecompenseerd wordt door de groei van de bezorging van pakketten. Per saldo kan de sector communicatie in de periode 2011-2015 evenwel een toename van de toegevoegde waarde realiseren die iets uitstijgt boven die van de marktsector als geheel. Zowel de financiële als de zakelijke diensten zijn voor een belangrijk deel afhankelijk van de ontwikkeling van de andere sectoren. Omdat de ontwikkelingen daar gunstig zijn, kunnen deze sectoren ook groei realiseren. Die groei wordt echter getemperd door enkele andere ontwikkelingen. In de financiële diensten is sprake van minder innovatieve producten dan enige tijd geleden en banken hebben moeite om aan geld te komen. Overigens is de behoefte om geld te lenen in andere sectoren voorlopig ook nog beperkt, omdat investeringen uitblijven, het niveau van de voorraden hoog is en op de consumentenmarkt blijft de hypotheekmarkt stagneren. Op die laatste markt vormen individuele pensioenregelingen een mogelijke groeitak. De sector zakelijke diensten kan, behalve van de groei in de andere sectoren, profiteren van de aanhoudende groei van de vraag naar ict-diensten. Het perspectief voor de ontwikkeling van de toegevoegde waarde is voor de sector zakelijke diensten dan ook beter dan voor de sector financiële diensten. De sector overige diensten is voor een belangrijk deel afhankelijk van consumentenbestedingen. De deelsectoren cultuur en sport staan onder druk en de persoonlijke diensten vertonen weinig omzetgroei. De sector overige diensten omvat evenwel ook een diversiteit aan andere soorten dienstverlening, zoals de milieudiensten waar wel sprake is van een groeimarkt. Per saldo kan de sector in de periode 2011-2015 dan ook een kleine toename van de toegevoegde waarde realiseren. 5

2.2 Ontwikkeling van de werkgelegenheid De daling van de bruto toegevoegde waarde van de marktsector in 2009 ging gepaard met eveneens een daling van de werkgelegenheid. Die daalde ook in 2010 bij een toen positieve ontwikkeling van de toegevoegde waarde. Met een verdere toename van de toegevoegde waarde in de periode 2011-20015 komt aan de daling van de werkgelegenheid een einde, en is er zelfs sprake van een lichte toename van de werkgelegenheid (zie figuur 2). Daarmee is de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de marktsector vergelijkbaar met de ontwikkeling in de afgelopen tien jaar. Figuur 2 Ontwikkeling van de werkgelegenheid (aantal werkenden) naar sector in 2009, 2010 en gemiddeld per jaar in 2011-2015 marktsector - landbouw -4,25 - -1,25 industrie -2,50-3,00 bouw -4,00 autosector -2,25-0,75 groothandel 0,75 1,00 detailhandel -1,00 horeca -1,00 transport -3,25-2,75 communicatie -2,50-2,25-1,25 financiële diensten -3,50 - zakelijke diensten -5,00-1,50 overige diensten 2,50-8,00-6,00-4,00-4,00 6,00 8,00 2009 2010 2011-2015 In de periode 2011-2015 neemt in de meeste sectoren de werkgelegenheid toe, zij het met bescheiden groeicijfers (zie figuur 2). Een opvallende omslag maken de bouwsector en de zakelijke diensten. Daartegenover staat dat in de industrie, de communicatiesector en de financiële diensten de werkgelegenheid nog verder afneemt. In de industrie en de financiële diensten is de afname van de werkgelegenheid wel minder fors dan in 2009 en 2010. 3 Ontwikkeling van het MKB 3.1 Algemeen beeld van de ontwikkeling van het MKB De afname van de bruto toegevoegde waarde was in 2009 bij het MKB groter dan bij het grootbedrijf (zie figuur 3). Waar het grootbedrijf in 2010 weer een aanzienlijke toename realiseerde, realiseerde het MKB slechts een bescheiden toename. In de periode 2011-2015 trekt de groei bij het MKB 6

verder aan tot hetzelfde niveau als de toename bij het grootbedrijf: gemiddeld 1,75% per jaar. Figuur 3 Ontwikkeling van de bruto toegevoegde waarde (volumemutatie) naar grootteklasse in 2009, 2010 en gemiddeld per jaar in 2011-2015 8,00 6,00 4,00 2,25 1,75 1,75 - -4,00-6,00-6,25-5,75-8,00 MKB grootbedrijf 2009 2010 2011-2015 Wat betreft de toename van de toegevoegde waarde in de periode 2011-2015 steekt in het MKB de groothandel met kop en schouders boven de andere sectoren uit (zie figuur 4). Sterk achterblijvende sectoren in het MKB zijn met name de financiële diensen en de horeca en ook bij de detailhandel en de overige diensten blijft de toename van de toegevoegde waarde aanzienlijk achter bij die van het MKB. In alle sectoren neemt de toegevoegde waarde evenwel toe. 7

Figuur 4 Ontwikkeling van de bruto toegevoegde waarde van de sectoren in het MKB, gemiddeld per jaar in 2011-2015 MKB 1,75 landbouw 1,25 industrie 1,75 bouw autosector 1,25 1,25 groothandel 3,50 detailhandel horeca 0,75 transport communicatie 1,50 1,50 financiële diensten zakelijke diensten 1,75 overige diensten 0,75-6,00-4,00-4,00 6,00 Vergeleken met de ontwikkelingen van de sectoren in de marktsector blijft de toename van de toegevoegde waarde van het MKB in de financiële diensten en de communicatiesector aanzienlijk achter (% verschil). De ontwikkeling van het MKB in de andere sectoren verschilt niet of niet meer dan % met de ontwikkeling in de sectoren in de marktsector. Binnenlandse en buitenlandse afzet Op de ontwikkeling van zowel het MKB als het grootbedrijf is de buitenlandse markt van grote invloed. In 2009 nam de buitenlandse afzet bij beide grootteklassen forser af dan de binnenlandse afzet (zie figuur 5). Die afname was bij het MKB iets geringer dan bij het grootbedrijf. Terwijl in 2010 de binnenlandse afzet nog afnam, nam in beide grootteklassen de buitenlandse afzet aanzienlijk toe. Die positieve ontwikkeling was bij het MKB wel lager dan bij het grootbedrijf, terwijl de binnenlandse afzet bij het MKB juist meer afnam dan bij het grootbedrijf. In de periode 2011-2015 nemen bij beide grootteklassen de binnenlandse en de buitenlandse afzet toe. De toename is aanzienlijk gematigder dan in 2010, maar groter dan in de afgelopen tien jaar. De buitenlandse afzet neemt, net als in de afgelopen tien jaar, meer toe dan de binnenlandse afzet. Wat betreft de ontwikkeling van de buitenlandse afzet neemt het MKB in de periode 2011-2015 een kleine voorsprong op het grootbedrijf. 8

Figuur 5 Ontwikkeling van de binnenlandse en buitenlandse afzet naar grootteklasse in 2009, 2010 en gemiddeld per jaar in 2011-2015 15,00 1 8,00 9,50 5,00 3,50 3,25 1,25 1,25 - -5,00-5,25-3,75-1 -8,00-9,00-15,00 MKB binnenlands grootbedrijf binnenlands MKB buitenlands grootbedrijf buitenlands 2009 2010 2011-2015 Binnen het MKB steekt de toename van de buitenlandse afzet in de periode 2011-2015 bij de groothandel ver boven de andere sectoren uit. De toename van de buitenlandse afzet van de industrie komt iets onder het gemiddelde uit. Hetzelfde geldt voor de zakelijke diensten, financiële diensten, de autosector en de transportsector. De echte achterblijvers in het MKB zijn de overige diensten, de horeca en de detailhandel, alle drie sectoren die het vooral moeten hebben van de binnenlandse markt. De bouwsector scoort eveneens laag op de ontwikkeling van de buitenlandse afzet. 3.2 Ontwikkeling van de werkgelegenheid Na twee jaren van teruggang van de werkgelegenheid in de marktsector, komt in de periode 2011-2015 daaraan een einde. De groei van de werkgelegenheid zal echter nog zeer beperkt zijn (zie figuur 6). De teruggang was zowel in 2009 als in 2010 bij het MKB minder groot dan in het grootbedrijf. In de periode 2011-2015 is de toename van de werkgelegenheid in het MKB met gemiddeld % per jaar, groter dan die in het grootbedrijf. 9

Figuur 6 Ontwikkeling van de werkgelegenheid (aantal werkenden) naar grootteklasse in 2009, 2010 en gemiddeld per jaar 2011-2015 4,00 3,00 1,00-1,00 - - -1,5-3,00-2,50-4,00 MKB grootbedrijf 2009 2010 2011-2015 Binnen het MKB daalt in de periode 2011-2015 de werkgelegenheid in de communicatiesector, de financiële diensten en de industrie nog fors (zie figuur 7). De meeste andere sectoren in het MKB realiseren een - veelal beperkte - groei van de werkgelegenheid, met als uitschieter de zakelijke diensten. Figuur 7 Ontwikkeling van de werkgelegenheid (aantal werkenden) in de sectoren in het MKB, gemiddeld per jaar in 2011-2015 MKB landbouw -1,25 industrie - bouw 0,75 autosector groothandel 1,00 detailhandel horeca transport communicatie -3,00 financiële diensten -2,50 zakelijke diensten overige diensten -6,00-4,00-4,00 6,00 10

De werkgelegenheid in de sectoren in het MKB ontwikkelt zich in de periode 2011-2015 doorgaans in dezelfde richting als in de sectoren in het grootbedrijf. Wel is in de sectoren waar sprake is van afnemende werkgelegenheid, de afname in het MKB groter dan in het grootbedrijf. De werkgelegenheid in de overige diensten en de transportsector in het MKB neemt echter toe, terwijl deze in het grootbedrijf stabiel blijft. De werkgelegenheid in het MKB in de autosector blijft stabiel, terwijl deze in het grootbedrijf nog afneemt. De bouwsector valt op doordat in deze sector de ontwikkeling van de werkgelegenheid in het MKB gunstiger is dan in het grootbedrijf. 3.3 Ontwikkeling van het aantal zelfstandigen De ontwikkeling van het aantal zelfstandigen in de marktsector vertoont een positiever beeld dan de ontwikkeling van de werkgelegenheid in het MKB. Weliswaar daalde het aantal zelfstandigen in 2009 sterker dan de werkgelegenheid in het MKB, maar in 2010 was er weer sprake van een toename van het aantal zelfstandigen met 0,75%, terwijl de werkgelegenheid in het MKB toen nog afnam. In de periode 2011-2015 neemt het aantal zelfstandigen eveneens met gemiddeld 0,75% per jaar toe, terwijl de werkgelegenheid in het MKB dan met % toeneemt. Het verschil in ontwikkeling weerspiegelt de trend dat meer mensen kiezen voor het ondernemerschap, waarbij steeds meer mensen ervoor kiezen om aan de slag te gaan als zzp'er. De opkomst en ontwikkeling van het zzp-schap hangen samen met verschillende ontwikkelingen. In de eerste plaats is daar de verschuiving van werk naar de dienstverlening. Ict-toepassingen, waardoor kleinschalig werken makkelijker wordt, hebben ook een stimulerende invloed, evenals veranderingen in bedrijven, zoals flexibilisering van productieprocessen en concentratie op kernactiviteiten. Het zzp-schap past ook in de maatschappelijke trend van individualisering en de wens om flexibel te kunnen omgaan met arbeid. Andere factoren die een rol spelen, zijn een stimulerend overheidsbeleid en het feit dat door de afname van de sociale zekerheid het verschil tussen werknemer en zzp'er kleiner is geworden. Al deze ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat in de periode 2000-2009 het aandeel van de zzp'ers in de beroepsbevolking is toegenomen van 2,6% naar 4,6% 1. De ontwikkeling van het aantal zelfstandigen varieert tussen de sectoren en verschilt soms van de ontwikkeling van de werkgelegenheid in een sector (zie figuur 8). Voor de ontwikkeling van het aantal zelfstandigen is de mate waarin zzp'ers in de sector voorkomen van grote betekenis. Net als de werkgelegenheid in de financiële diensten en de industrie daalt het aantal zelfstandigen in deze sectoren in de periode 2011-2015. Daarnaast daalt het aantal zelfstandigen in de detailhandel, de autosector en de horeca. 1 Paul Vroonhof, Anne Bruins, Nardo de Vries, Aantal zzp'ers in de periode 2000-2009, EIM, oktober 2010, p. 7. 11

Figuur 8 Ontwikkeling van het aantal zelfstandigen naar sector, gemiddeld per jaar in 2011-2015 marktsector 0,75 landbouw -3,00 industrie - bouw 1,75 autosector -1,00 groothandel 1,00 detailhandel -1,00 horeca - transport communicatie financiële diensten -1,25 zakelijke diensten 3,00 overige diensten -6,00-4,00-4,00 6,00 In tegenstelling tot de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de communicatiesector, neemt het aantal zelfstandigen in deze sector toe. In de communicatiesector werken veel zzp'ers in de ict maar ook in de mediawereld. In de bouwsector, de groothandel, de zakelijke diensten en de overige diensten neemt zowel het aantal zelfstandigen als de werkgelegenheid toe. In de bouwsector, de zakelijke diensten en de overige diensten neemt het aantal zelfstandigen meer toe dan de werkgelegenheid. Ook dit zijn sectoren waar, mede vanwege het feit dat deze sectoren lage toetredingsdrempels kennen, veel zzp'ers worden aangetroffen. Nog voordat het begrip zzp'er algemeen ingang vond, was de sector overige diensten al een sector met veel zelfstandig werkende ondernemers, zoals schoonheidsverzorgers, pedicures en kappers. De bouwsector wordt wel gezien als de sector waar het begrip zzp'er is uitgevonden. Zzp'ers met klussenbedrijven zijn hier actief op de particuliere markt en zzp'ers met timmer- of afwerkbedrijven (stukadoors, schilders) worden voor nieuwbouw- en onderhoudsprojecten ingeschakeld door grotere bouwbedrijven of zakelijke opdrachtgevers. De zzp'er in de zakelijke diensten is in veel gevallen een zelfstandige adviseur of een interim-manager, die zich echter liever geen zzp'er noemt maar freelancer. 12