Eindtermen. Opleiding Grensbewaking

Vergelijkbare documenten
Eindtermen. Opleiding Grensbewaking (OGB)

Competentiewoordenboek niet-kaderleden

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent

Competentiemanagement bij de federale overheid

Eindtermen. Basis Politie Opleiding (BPO)

Competentie scoreformulier kandidaat VVRV Examinator

STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT

Functieprofiel Young Expert

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag

FUNCTIEBESCHRIJVING: Gemeenschapswacht

Traject Welzijn; Communicatie MZ. Inhoudsopgave (concept)

De Taxonomie van Bloom Toelichting

FUNCTIEPROFIEL VERANTWOORDELIJKE WOONOPVANG RESIDENTIE VIJVERPLEIN

Inhoud. Deel 1 Psychologie Gedrag en invloeden op gedrag Persoonlijkheid Leerprocessen Motivatie 91

Competenties op het gebied van Management en Leidinggeven

Departement Burger en Vrije Tijd Binnenschoolse Opvang. administratief

CVO PANTA RHEI - Schoonmeersstraat GENT

Begeleid(st)er buitenschoolse kinderopvang

Resultaatgericht Management (3 daags)

Stagebekwaamheidsgesprek Hoofdfase 1 Feedbackformulier

Portier/baliemedewerker

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Reglement Diploma Praktijkonderwijs, Regio Haaglanden. Inhoudsopgave reglement

Beoordelingscriteria / leerdoelen rio-opleiding

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid

PVB 3.4 Aansturen van sportkader

Reglement certificering en diplomering

Competentiemanagement bij de federale overheid

DEFINITIES COMPETENTIES

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

Toetstermen en taxonomiecodes

Competentiemanagement bij de federale overheid

LANDSEXAMEN VWO

Examenmatrijs Proeve van Bekwaamheid

INDIVIDUELE ONTWIKKELROUTEKAART

COMPETENTIEPROFIEL MEDEWERKER KEUKEN COZ SINT - JOZEF

PVB 3.4 Aansturen van sportkader

Competentiemanagement bij de federale overheid

MULTIPERSPECTIVITEIT EN ERFGOEDEDUCATIE

1. Algemene informatie over de kwalificatie. A. Functienaam Wellnessmasseur (NGS) 1

Reageert direct op een klacht en stelt je niet verdedigend op. Reageert direct op een klacht en stelt je niet verdedigend op

Kwalificatieprofiel NGS Wellnessmasseur

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

360 feedback assessment

Het mede verzorgen van de dagelijkse restauratieve voorzieningen en de uitbrengmaaltijden.

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

Mogelijke functiebenaming. Vrijwilliger buurtbemiddeling, buurtbemiddelaar. Context/werkzaamheden

Beoordelingsformulier ten aanzien van beroepshouding

jongerenbuurtbemiddelaar. gesprek eerste partij x* x gesprek tweede x* x partij bemiddelingsgesprek x* x beide partijen verslaglegging t.b.v.

Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3)

Communicatie 2 COMMUNICATIE 2 (CBE05.2/CREBO:55111)

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 5 Persoonlijke ontwikkeling Reflecteren

reflectieopdrachten en door middel van het toepassen van het analysemodel in praktijkcases.

Secretaresse Mei 2009

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

Beroepsonderwijs Competentiemodel Competenties per bekwaamheidseis

De 6 Friesland College-competenties.

Security in systemen en netwerken 2

Competentiemanagement bij de federale overheid

Gespreksformulieren LA personeel Dommelgroep

Systeem- en applicatiebeheerder

Eindtermen. Opleiding Grensbewaking

TMA Talentenanalyse. Expert competentie-rapportage en ontwikkelgids. Sara Berger 15 april 2013

Competentiemanagement bij de federale overheid

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd

De Budgetconsulent ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd.

Ondernemend gedrag (geschikt voor niveau 1 en 2)

gestructureerd activiteitenprogramma, zodat dit goed leesbaar en hanteerbaar is.

Bijzonderheden. Beroepshouding (wordt vastgesteld in overleg met de mentor) Nee/Ja. Nog niet akkoord, WPA niet verder invullen

Examenprogramma maatschappijleer

Feedback. Wat is feedback?

Algemene Sociologie PA B1

GEZINSONDERSTEUNEND WERK ONDERZOEK NAAR COMPETENTIES BIJ VRIJWILLIGERS EN PROFESSIONALS

Competentiemanagement bij de federale overheid

Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie

Sales Skills Monitor. Rapportage. woensdag 8 januari 2014

Checklist Coachingscompetenties t.b.v. Sociaal Emotionele Accreditatie

Instituut voor Gezondheidszorg

1. Algemene informatie over kwalificatie

Rondvraag. Persoonlijke rapportage van M. Gulden

Naast basiscompetenties als opleiding en ervaring kunnen in hoofdlijnen bijvoorbeeld de volgende hoofd- en subcompetenties worden onderscheiden.

Sociaal pedagogisch werker 2

Leren, loopbaan en burgerschap

COMPETENTIEPROFIEL ZORGKUNDIGE COZ SINT - JOZEF

Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten

competenties en voorbeeldvragen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

0 feedback competentieanalyse

Kwalificatieprofiel NGS Sportmasseur

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x

Eindtermen. Basis Politieopleiding (BPO)

LEERDOELEN HUMAN PERFORMANCE AND LIMITATIONS voor het zweefvliegen

COMPETENTIEPROFIEL VERPLEEGKUNDIGE COZ SINT - JOZEF

Vacature. Directeur. Basisschool Bernadette

Competentiemanagement bij de federale overheid

Kwaliteiten en Vaardigheden

Transcriptie:

Eindtermen Opleiding Grensbewaking () Deelkwalificatie 4 Persoonlijk Maatschappelijke Vorming (PMV)

Onderwijseenheden deelkwalificatie 4 24. Sociologie 02 25. Beroepsethiek 04 Beroepshouding (KPC competenties)... 05 26. Sociale Psychologie 07 27. Reflectie (SLB) 09

24 Sociologie Algemene doelstelling Aan het einde van dit onderdeel heeft de deelnemer zich een beeld gevormd van het functioneren van mensen in verschillende sociale verbanden in de samenleving. Vakeindtermen en concrete leerdoelen Nr. 01 De deelnemer kan beschrijven wat de Sociologie bestudeert. 02 03 04 De deelnemer kan, met een voorbeeld, een aantal belangrijke sociologische begrippen toelichten: 02.1 cultuur; 02.2 sociale interactie; 02.3 socialisatieproces 02.4 subcultuur; 02.5 sociale stratificatie; 02.6 referentiekader; 02.7 normen; 02.8 waarden; 02.9 positie; 02.10 status; 02.11 rol; 02.12 aanzien; 02.13 taken; 02.14 functies. De deelnemer kan in eigen woorden uitleggen wat de relatie is tussen een aantal belangrijke begrippen: 03.1 interactie, cultuur en interdependentie; 03.2 positie, status, aanzien en rol; 03.3 positie en sociale status; 03.4 rolattributen en statussymbolen.. De deelnemer kan in eigen woorden uitleggen wat het verschil is tussen een aantal belangrijke begrippen. Het betreft verschil tussen: 04.1 status en aanzien; 04.2 sociale positie en sociale rol; 04.3 het gebruik van taken en functies in de sociologie en in het dagelijkse taalgebruik. 05 De deelnemer kan uitleggen hoe het proces van socialisatie plaatsvindt. Daarbij kan hij: 05.1 uitleggen wat sociale controle is; 05.2 wat het verschil in socialisatie is tussen mannen en vrouwen; 05.3 uitleggen wat wordt verstaan onder agenten van socialisatie. Eindtermen Deelkwalificatie 4 2

Nr. 06 07 08 09 10 De deelnemer kan een omschrijving geven van deviant gedrag. Daarbij kan hij: 06.1 deviant gedrag categoriseren naar niet crimineel norm afwijkend gedrag en crimineel norm afwijkend gedrag; 06.2 drie verschillende gevolgen noemen van deviant gedrag; 06.3 factoren beschrijven die deviant gedrag kunnen verklaren. De deelnemer kan een beschrijving geven van de eigen samenleving. Daarbij kan hij: 07.1 aangeven hoe de sociale stratificatie van de eigen maatschappij eruit ziet; 07.2 een beschrijving geven van de soorten groeperingen in onze samenleving; 07.3 drie oorzaken van sociale ongelijkheid onderscheiden. De deelnemer kan een beschrijving geven van de verschillende vormen van groeperingen. Daarbij kan hij: 08.1 uitleggen wat de betekenis of functie is van groeperingen voor de leden daarvan; 08.2 de kenmerken van een groepering omschrijven; 08.3 groeperingsvormen indelen op basis van de twee begrippen interactie en gemeenschappelijke waarden; 08.4 de betekenis van het begrip sociale structuur omschrijven zoals dat voorkomt binnen groeperingen. De deelnemer kan onderscheid maken tussen positieve peer pressure en negatieve peerpressure. De deelnemer kan een inschatting geven van de invoed van peer pressure op anderen en op zichzelf. Eindtermen Deelkwalificatie 4 3

25 Beroepsethiek Algemene doelstelling De deelnemer is zich bewust van het specifieke gedrag dat hij moet tonen wil hij op professionele wijze zijn werkzaamheden uitvoeren. Vakeindtermen en concrete leerdoelen Nr. 01 02 03 04 05 06 07 De deelnemer kan uitleggen wat de betekenis is van het begrip integriteit. De deelnemer kan uitleggen wat wordt verstaan onder integer handelen. De deelnemer kan uitleggen wat morele ontwikkeling is en hoe het verloopt. De deelnemer kan de motivatietheorie beschrijven. De deelnemer kan op basis van de motivatietheorie aangeven hoe conflicten en niet effectieve communicatie ontstaan. De deelnemer kan de belangrijkste items uit de integriteitscode van het ministerie van Justitie benoemen. De deelnemer kan aangeven hoe hij zelf kan bijdragen aan een positief feedback klimaat. ----- Eindtermen Deelkwalificatie 4 4

Beroepshouding (KPC competenties) Algemene doelstelling De deelnemer beschikt over de nodige informatie om een juiste beroepshouding te ontwikkelen ten opzicht van collega s, leidinggevenden en klanten, tijdens zijn praktijkperiode. Vakeindtermen en concrete leerdoelen Nr. 01 02 03 04 05 het heeft over klantgerichtheid. 03.1 hij toont een klantgerichte houding; 03.2 hij staat klanten vriendelijk te woord; 03.3 ook bij aanhoudende negatieve reacties van klanten is hij positief; 03.4 hij denkt vanuit het perspectief van de klant. het heeft over nauwkeurigheid. 05.1 hij verricht werkzaamheden binnen de gestelde nauwkeurigheidseisen; 05.2 hij houdt rekening met de hoge eisen die gesteld worden aan de nauwkeurigheid. het heeft over oordeelsvorming. 03.1 hij beoordeelt en beslist op basis van feitelijke informatie, situaties en gebeurtenissen; 03.2 hij benoemt de voor- en nadelen van de verschillende mogelijkheden; 03.3 hij kan op basis van duidelijk omlijnde keuzefactoren duidelijke en gegronde uitvoeringsbeslissingen nemen c.q. adviezen geven. het heeft over stressbestendigheid. 04.1 hij toont zich evenwichtig en alert en kan de psychische belasting aan bij het nemen van beslissingen ondergrote tijdsdruk; 04.2 hij toont zich evenwichtig en alert en kan de psychische belasting aan bij het werken in situaties waarop anderen een medebepalende invloed hebben; 04.3 hij toont zich evenwichtig en alert en kan de psychische belasting aan bij hardnekkige tegenslag of tegenwerkingen. het heeft over teamgeest. 05.1 hij draagt door gedrag en inzet positief bij aan de teamresultaten van en de werksfeer binnen het team; 05.2 hij zoekt binnen het team naar samenwerking om de eigen bijdragen en die van collega's te verbeteren. Eindtermen Deelkwalificatie 4 5

Nr. 06 het heeft over Uitstraling. 06.1 stelt zich representatief op, conform de vereiste etiquette; 06.2 door deze uitstraling draagt hij ertoe bij dat anderen blijvend het gewenste beeld krijgen van de KPC-organisatie; 06.3 door deze uitstraling draagt hij ertoe bij dat anderen blijvend het gewenste beeld krijgen van de functionaris van de KPC-organisatie. 07 het heeft over Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid. 07.1 hij verwoordt bedoelingen en beweegredenen opcorrecte, heldere, logische en inzichtelijke wijze; 07.2 begrijpt mondelinge informatie van inhoudelijke aard van de gesprekspartners; 07.3 vraagt zo nodig om verduidelijking; 07.4 hij toetst bij gesprekspartners of de informatie juist is begrepen. 08 De deelnemer kan uitleggen wat van hem wordt verwacht als medewerker Grensbewaking wanneer men het heeft over Integriteit. 08.1 hij is integer m.b.t uit de functie voortvloeiende machtsinvloeden; 08.2 hij is integer m.b.t. machtsrelaties met personen;. 08.3 hij is integer met betrekking tot vertrouwelijke bedrijfsgegevens; 08.4 hij is discreet met voorkennis van nog in behandeling zijnde plannen, procedures, reorganisatievoorstellen etc.; 08.5 hij is consequent en betrouwbaar bij het bieden van weerstand aan beinvloeding door derden. ----- Eindtermen Deelkwalificatie 4 6

26 Sociale Psychologie Algemene doelstelling De aspirant beschikt over voldoende kennis en inzicht om zich op een adequate wijze een beeld te vormen van de menselijke interactie en de invloed van de sociale omgeving op het denken en handelen van burgers en politieambtenaren. Specifieke thema s die aan bod komen zijn: gedragsstijlen, groepsdynamica, trauma, traumaverwerking, motivatie en imagovorming. Vakeindtermen en concrete leerdoelen Nr. 01 De aspirant kan beschrijven hoe motivatie gedragskeuzes beïnvloed. Daarbij kan hij: 01.1 motivatie definiëren. 01.2 intrinsieke en extrinsieke motivatie vergelijken. 01.3 de drie aspecten van intrinsieke motivatie herkennen. 01.4 met behulp van drie motivatietheorieën beschrijven hoe gedrag te motiveren is. 02 De aspirant kan de invloed van gedragsstijlen uitleggen met behulp van het model van Leary. Daarbij kan hij: 02.1 de acht gedragsvarianten herkennen; 02.2 de uitgangspunten voor gedragsbeïnvloeding beschrijven. 02.3 de vier dimensies van gedragsstijlen onderscheiden. 02.4 voorkeur voor een gedragsstijl kunnen bespreken. 02.5 aanbevelen hoe het gedrag van anderen te sturen. 03 De aspirant kan de aspecten van groepsdynamica beschrijven. Daarbij kan hij: 03.1 groepsdynamica definiëren met behulp van voorbeelden. 03.2 de vijf redenen voor behoefte aan groepsvorming opnoemen. 03.3 de vijf ontwikkelingsfasen bij groepsvorming volgens Tuckman beschrijven. 03.4 uitleggen hoe de 4 principes voor samenwerking bijdragen aan de acht teamrollen van Belbin. 03.5 de negen criteria van effectieve teams opnoemen. 03.6 de motieven voor teambuilding uitleggen. 03.7 discussiëren over de effecten van de verschillende stijlen voor conflicthantering. Eindtermen Deelkwalificatie 4 7

Nr. 04 De aspirant kan de impact van traumatische gebeurtenissen op zowel burgers als politie ambtenaren verklaren. Daarbij kan hij: 04.1 definiëren van trauma. 04.2 onderscheiden van normale reacties zowel de lichamelijke als de psychische klachten. 04.3 inschatten wanneer bedrijfsopvang en professionele hulp ingezet moet worden. 04.4 discussiëren over secundaire victimisatie. 04.5 discussiëren over slachtofferzorg en de bijdrage van de stichting slachtofferhulp Curaçao. ----- Eindtermen Deelkwalificatie 4 8

27 Reflectie (SLB) Algemene doelstelling De deelnemer krijgt zicht op zijn eigen ontwikkeling en studiegedrag door feedback die hij daarover ontvangt en door daarover te reflecteren. Hij leert steeds effectiever te studeren en zijn vaardigheden en houding op de juiste manier te ontwikkelen. Vakeindtermen Nr. 01 De deelnemer kan continue zijn zelfkennis aanscherpen aan de hand van reflectie en feedback. 01.1 zijn eigen sterke punten kan hij steeds beter verduidelijken. Beter uitleggen waar hij goed in is; 01.2 zijn eigen zwakke punten kan hij goed analyseren. 02 De deelnemer formuleeert leerdoelen voor zijn eigen ontwikkeling. 03 De deelnemer kan effectief studeren. 03.1 hij heeft een duidelijk beeld van de opleiding; 03.2 hij heeft zicht op zijn eigen studiegedrag; 03.3 hij plant zijn leerproces en voert het uit; 03.4 hij evalueert regelmatig zijn eigen manier van leren 04 De deelnemer kan een reëel beeld schetsen van het beroep. 05 Hij kan met argumenten onderbouwen wat het meest geschikte (professionele) gedrag is tijdens het uitoefenen van het beroep. 06 De deelnemer reflecteert op eigen kwaliteiten i.v.m. de werkzaamheden van het beroep. 07 De deelnemer kan het belang van het respectvol omgaan met anderen verdedigen. 08 De deelnemer kan toelichten wat het belang is om deel te nemen aan diverse sociale verbanden/ activiteiten. ----- Eindtermen Deelkwalificatie 4 9