rapporteurs: ir. A. T. de Borst mr. ing. G. J. Krèmers TAUW Infraconsult BV
Bodemverontreiniging en bouwen 108 2, herziene druk Rotterdam, 1987 r5flr Stichting Bouwresearch
De stichting stelt zich ten doel: a. in de bouwnijverheid produktiviteit en kwaliteit te verhogen, en de continuïteit in de werkgelegenheid te bevorderen; b. de kennis op het terrein van de bouwnijverheid te vergroten en te verspreiden naar en binnen alle organisaties waarmede de stichting een relatie onderhoudt; c. voorts al hetgeen dat met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords. De stichting en degenen die aan deze publikatie hebben medegewerkt, hebben een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij het verwerken - volgens de huidige stand van wetenschap en techniek - van de in deze publikatie vervatte gegevens. Nochtans moet de mogelijkheid dat zich toch onjuistheden in deze publikatie zouden bevinden niet worden uitgesloten. Degene die van deze publikatie gebruik maakt, aanvaardt daarvoor het risico. De stichting sluit, mede ten behoeve van degenen die aan deze publikatie hebben meegewerkt, iedere aansprakelijkheid uit voor schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van informatie in deze publikatie. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd enjof openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Stichting Bouwresearch. No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permis sion from the Stichting Bouwresearch.
-3- INHOUD WOORD VOORAF (eerste druk) WOORD VOORAF (tweede druk) SAMENVATTING SUMMARY 8 10 12 13 INLEIDING 14 2 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 15 2.1 Bodemverontreiniging 2.2 Interimwet bodemsanering 15 17 3 HET BOUWPROCES EN BODEMVE RONTRE INIGING 19 3.1 Het bouwproces en de ontdekking van bodemverontreiniging tijdens dat proces 3.1.1 Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan 3.1.2 Bij milieutechnisch onderzoek voor grondverwerving 3.1.3 Bij grondmechanisch of milieutechnisch onderzoek na grondverwerving 3.1.4 Bij het bouwrijpmaken 3.1.5 Bij de bouw van het onroerend goed 3.1.6 Bij het woonrijpmaken 3.1. 7 Na oplevering van het onroerend goed 3.2 Aanpak van bodemverontreiniging volgens de Ibs 3.3 Sanering in eigen beheer 27 3.3.1 Inleiding 27 3.3.2 Aanpak van sanering in eigen beheer 27 3.3.3 Overleg met overheden 30 3.4 Financiële consequenties van bodemverontreiniging voor een bouwproject 3.5 Vooronderzoek bij bouwprojecten 19 21 21 22 22 22 22 22 23 31 35
-4-4 BE LANGHE BBE NDE N 37 4.1. Inleiding 4.2. Aansprakelijkheid voor bodemverontreiniging in algemene zin 4.2.1 Koopovereenkomsten 4.2.2 Erfpachtovereenkomsten 4.2.3 Aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad 4.3. Clausules met betrekking tot bodemverontreiniging 4.4. Aansprakelijkheid bij bestaande overeenkomsten 4.5. Belangenposities 4.5.1 Eigenaar 4.5.2 Verkoper 4.5.3 Koper 4.5.4 Erfverpachter en erfpachter 4.5.5 Bewoner 37 37 37 38 40 40 41 42 42 43 45 45 46 5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 48 APPENDIX A WETGEVING INZAKE BODEMBESCHERMING 51 INLEIDING 51 2 DE INTERIMWET BODEMSANERING 52 2.1 Algemeen 2.2 Het saneringsprogramma 2.2.1 Algemeen 2.2.2 De voorbereiding van het saneringsprogramma 2.2.3 De invloed van de burgers op het saneringsprogramma 52 53 53 54 56
----------- ------ -------------------------------------------------------------------------------------- -5-2.2.4 De vaststelling van het saneringsprogramma De kostenverdeling Tussentijdse opneming 56 57 58 2.2.7 De uitvoering van het saneringsprogramma 59 2.3 Bevoegdheden in het kader van de Ibs 61 2.3.1 Bevoegdheden op provinciaal niveau 61 2.3.2 Ministeriële bevoegdheden 62 2.4 Schadevergoeding 64 2.5 Handhaving van de Ibs 64 2.5.1 De strafrechtelijke weg 64 2.5.2 De bestuursrechtelijke weg 65 2.6 Rechtsbescherming in het kader van de Ibs 66 2.7 Overige wettelijke regelingen 67 3 DE WET BODEMBESCHERMING 71 3.1 Algemeen 3.2 Brongerichte eisen 3.3 Financiële zekerheid 3.4 Risico-aansprakelijkheid 3.5 Vrijstelling en ontheffing 3.6 Zorgplicht 3.7 Bodemkwaliteitseisen 3.8 Taken op provinciaal niveau 3.9 Financiële bepalingen 3.10 Handhaving 3.11 Rechtsbescherming 3.12 Verhouding van de Wet bodembescherming tot andere wetten 3.12.1 Algemeen 3.12.2 Relatie met Ibs 71 71 73 73 73 74 74 75 75 76 76 76 76 77
-6- B GRONDTRANSACTIES 78 INLEIDING 78 2 AANSPRAKELIJKHEID BINNEN CONTRACTUELE RECHTS- VERHOUDINGEN 79 2.1 Algemeen 79 2.2 Wanprestatie 80 2.2.1 Gevolgen van wanprestatie 82 2.2.2 Wanprestatie in het Nieuw Burgerlijk Wetboek 83 2.3 Dwaling 84 2.3.1 Gevolgen van dwaling 84 2.3.2 Dwaling in het Nieuw Burgerlijk Wetboek 85 2.4 Regeling inzake vrijwaring wegens verborgen gebreken 85 2.4.1 Gevolgen van verborgen gebreken 86 2.4.2 Verborgen gebreken in het Nieuw Burgerlijk Wetboek 87 2.5 Erfpachtovereenkomst zonder bepalingen inzake bodemverontreiniging 87 2.6 Overige 89 3 AANSPRAKELIJKHEID OP GROND VAN ONRECHT- MATIGE DAAD 90 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 Algemeen Schuld Schade' Causaal verband Relativiteit Gevolgen van onrechtmatige daad 90 92 93 93 94 94
-7-4 CLAUSULES MET BETREKKING Tor BODEMVERONTREINIGING 96 4.1 Beoordeling van clausules door de rechtspraak 4.2 Criteria door de rechter gehanteerd bij beoordeling van clausules 4.3 Derdenwerking van clausules ter beperking of uitsluiting van aansprakelijkheid 4.4 Overeenkomsten en clausules in relatie tot bodemverontreiniging 4.4.1 Algemeen 4.4.2 Enkele praktijkvoorbeelden nader uitgewerkt 4.5 Enkele voorbeelden van clausules met betrekking tot bodemverontreiniging 97 98 100 102 102 104 107 5 KOSTENVERHAAL BIJ SANERING IN EIGEN BEHEER 113 5.1 5.2 Sanering door de veroorzaker Sanering door anderen dan de veroorzaker 113 113 6 VERZEKERINGSMOGELIJKHEDEN BIJ MILmUVERONTREI- NIGING 114 6. 1 \Algemeen 6.2 bij grondtransacties 6.3 Verzekering bij bodemsanering 114 115 116 NorEN 118 REGISTER 121 BIJLAGE 1 BEGRIPPENLIJST 127 BIJLAGE 2 TOETSINGSKADER 129 BIJLAGE 3 SCHEMA SANERINGSPROGRAMMA 130
8 WOORD VOORAF Er gaat bijna geen week voorbi.j of er wordt wel melding gemaakt van bodemverontreiniging. Lekkerkerk, Krimpen aan den IJssel, Gouderak, Utrecht, Dordrecht liggen nog vers in het geheugen. De lijst zal nog wel langer worden. Een somber perspectief dus. Gebundelde kennis is er praktisch niet over dit onderwerp. De stichting Bouwresearch heeft alert de signalen uit de samenleving opgevangen en de studiecommissie B-S2 ge i.nstalleerd. De vraag aan de commissie was om op korte termijn te komen tot de publikatie van een voorli.chtingsbrochure over bouwactiviteiten in relatie tot bodemverontreiniging. Een ambitieus plan mede gelet op de ingewikkeldheid van de materie. Het i.s niet zonder trots dat ik constateer dat na de eerste vergadering op 23 december 1983 reeds nu de publ i.kat i e is verschenen. De snelheid, waarmee de brochure tot stand 1.s gekomen heeft zeker niet de kwaliteit van het onderzoek aangetast. De brochure heeft geen wetenschappelijke pretenties. Ui.tgangspunt was de praktijk van alles wat met bodemverontrein1.ging te maken heeft en - liever nog - hoe dit voorkomen kan worden. Daarnaast hoop ik dat de onderwerpen, die verder zijn verdiept ook de ge i.nteresseerde lezer kunnen boeien en prikkelen tot verdere studie. Een speci.aal woord van dank i.s toch wel op zijn plaats voor onze rapporteurs, die hebben aangetoond dat bij hen de gave om krit1.sche praktijkvragen vanuit hun respectievelijke disciplines in duidelijke taal te beantwoorden meer dan aanwezig was. Ik wens deze brochure veel rendement toe. De comm1.ssie B-S2 heeft daarvoor het instrumentarium aangedragen. Mr. G.A. van Rijk voorzitter van de studiecommissie