Discrete Structuren. Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie

Vergelijkbare documenten
Discrete Structuren. Piter Dykstra Sietse Achterop Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie

Combinatoriek groep 1

Discrete Structuren. Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie

Discrete Structuren. Piter Dykstra Sietse Achterop Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie

Discrete Structuren. Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie 22 maart 2009 ONEINDIGHEID

Combinatoriek groep 1 & 2: Recursie

Tweede college complexiteit. 12 februari Wiskundige achtergrond

Derde college complexiteit. 7 februari Zoeken

Combinatoriek groep 2

Volledige inductie. Hoofdstuk 7. Van een deelverzameling V van de verzameling N van alle natuurlijke getallen veronderstellen.

Talen & Automaten. Wim Hesselink Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie 9 mei 2008

Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. µkw uitwerkingen. 12 juni 2015

Vierde college algoritmiek. 23/24 februari Complexiteit en Brute Force

Getallensystemen, verzamelingen en relaties

Recursie en inductie i

Eerste Toets Datastructuren 22 mei 2019, , Educ-β en Megaron.

2 Recurrente betrekkingen

Discrete Structuren. Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie 9 februari 2009 BEWIJZEN

Opmerking. TI1300 Redeneren en Logica. Met voorbeelden kun je niks bewijzen. Directe en indirecte bewijzen

Eigenschap (Principe van welordening) Elke niet-lege deelverzameling V N bevat een kleinste element.

Bewijs door inductie

Mededelingen. TI1300: Redeneren en Logica. Waarheidstafels. Waarheidsfunctionele Connectieven

Discrete Structuren. Piter Dykstra Sietse Achterop Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie

Getaltheorie I. c = c 1 = 1 c (1)

Getaltheorie II. ax + by = c, a, b, c Z (1)

Achtste college algoritmiek. 8 april Dynamisch Programmeren

Programmeermethoden. Recursie. week 11: november kosterswa/pm/

Wiskundige beweringen en hun bewijzen

1 Limiet van een rij Het begrip rij Bepaling van een rij Expliciet voorschrift Recursief voorschrift 3

Formeel Denken 2013 Uitwerkingen Tentamen

(Isomorfie en) RELATIES

Gerichte Grafen Boolese Algebra s &. Logische Netwerken

Kennisrepresentatie & Redeneren. Piter Dykstra Instituut voor Informatica en Cognitie

Divide & Conquer: Verdeel en Heers vervolg. Algoritmiek

III.2 De ordening op R en ongelijkheden

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde. vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30. Auditorium L.00.07

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A Met beknopte uitwerking

5 Afronden en afkappen

V.4 Eigenschappen van continue functies

Programmeermethoden. Recursie. Walter Kosters. week 11: november kosterswa/pm/

Discrete Structuren. Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie 9 februari 2009 INLEIDING

We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen.

Hoofdstuk 3. Equivalentierelaties. 3.1 Modulo Rekenen

NATUURLIJKE, GEHELE EN RATIONALE GETALLEN

Discrete Wiskunde 2WC15, Lente Jan Draisma

(On)Doenlijke problemen

I.3 Functies. I.3.2 Voorbeeld. De afbeeldingen f: R R, x x 2 en g: R R, x x 2 zijn dus gelijk, ook al zijn ze gegeven door verschillende formules.

1 Delers 1. 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12

7.1 Het aantal inverteerbare restklassen

Aanvulling aansluitingscursus wiskunde. A.C.M. Ran

Vierde college complexiteit. 14 februari Beslissingsbomen

1 Recurrente betrekkingen

Zomercursus Wiskunde. Module 1 Algebraïsch rekenen (versie 22 augustus 2011)

Uitwerking tentamen Analyse van Algoritmen, 29 januari

Combinatoriek groep 1

De partitieformule van Euler

Getaltheorie groep 3: Primitieve wortels

Uitgebreide uitwerking Tentamen Complexiteit, mei 2007

Tweede Toets Datastructuren 29 juni 2016, , Educ-Γ.

2.0 Voorkennis. Rekenregels machten: 5) a 0 = 1. p p q p q a p q q. p q pq p p p. Willem-Jan van der Zanden

Definitie 1.1. Een groep is een verzameling G, uitgerust met een bewerking waarvoor geldt dat:

Tegenvoorbeeld. TI1300: Redeneren en Logica. De truc van Gauss. Carl Friedrich Gauss, 7 jaar oud (omstreeks 1785)

Uitgebreide uitwerking Tentamen Complexiteit, juni 2017

Examen G0U13 - Bewijzen en Redeneren,

Opgaven Sommaties Datastructuren, 8 mei 2019, Werkgroep.

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE

Oplossingen Oefeningen Bewijzen en Redeneren

Zevende college algoritmiek. 23/24 maart Verdeel en Heers

Geldwisselprobleem van Frobenius

G Biochemie & Biotechnologie, Chemie, Geografie. K Geologie, Informatica, Schakelprogramma s

Polynomen. + 5x + 5 \ 3 x 1 = S(x) 2x x. 3x x 3x 2 + 2

Zevende college Algoritmiek. 6 april Verdeel en Heers

Achtste college algoritmiek. 12 april Verdeel en Heers. Dynamisch Programmeren

Formeel Denken 2014 Uitwerkingen Tentamen

Oneindige spelen. Dion Coumans. Begeleider: dr. W. Veldman

Oefenopgaven Grondslagen van de Wiskunde A

Tentamen Discrete Wiskunde

Tentamen IN1305-I Fundamentele Informatica 1, deel I: Logica

Wanneer zijn veelvouden van proniks proniks?

Een eenvoudig algoritme om permutaties te genereren

Opgaven Bewijzen en Inductie 1 mei 2019, Datastructuren, Werkcollege.

b) Niet geldig. Zij π(n)(p) = 1 als n is even, anders π(n)(p) = 0. Schrijf

Derde college algoritmiek. 23 februari Complexiteit Toestand-actie-ruimte

Kennisrepresentatie & Redeneren. Piter Dykstra Instituut voor Informatica en Cognitie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Faculteit Wiskunde en Informatica

Automaten. Informatica, UvA. Yde Venema

Aanvulling basiscursus wiskunde. A.C.M. Ran

Vierde college complexiteit. 16 februari Beslissingsbomen en selectie

Opgaven Recursie: Analyse en Master Theorem Datastructuren, 6 juni 2018, Werkgroep.

Opgaven Eigenschappen van Getallen Security, 2018, Werkgroep.

Bijzondere kettingbreuken

2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s.

Inleiding logica Inleveropgave 3

Zevende college algoritmiek. 24 maart Verdeel en Heers

rh276a 0 We breiden nu bovenstaand programmafragment uit door assignments toe te voegen aan een nieuwe variabele m, aldus:

RAF belangrijk te onthouden

168 HOOFDSTUK 5. REEKSONTWIKKELINGEN

Getallenleer Inleiding op codeertheorie. Cursus voor de vrije ruimte

Achtste college complexiteit. 2 april Polynoomevaluatie Matrixvermenigvuldiging Euler- en Hamiltonkringen

Transcriptie:

Discrete Structuren Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie www.math.rug.nl/~piter piter@math.rug.nl 22 februari 2009 INDUCTIE & RECURSIE Paragrafen 4.3-4.6 Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie

Onderwerpen Loopinvarianten Mathematische inductie Ordes van grootte Recursieve definities Recurrente betrekkingen Volledige inductie Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 1

Lusinvariant Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 2

Lusinvariant Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 3

Inductie Is 37 500 37 100 een veelvoud van 10? Is de volgende stelling waar? Theorem 1. n 5 n is deelbaar door 5 voor alle n N. Gedachtenexperiment: we testen de bewering n 5 n is deelbaar door 5 voor 1 n,37 100 met een computerprogramma. begin n:=1 ; while n <37 100 do if n 5 n is een veelvoud van 5 then n:=n+1 end Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 4

Stel n = n +1 Als I = n 5 n is deelbaar door 5 een invariant is, moet na iedere iteratie gelden waar I bij aanvang waar is, ook I aan het eind waar zijn, dus n 5 n is deelbaar door 5 (n +1) 5 (n +1) is deelbaar door 5 (n +1) 5 (n +1) = n 5 +5n 4 +10n 3 +10n 2 +5n +1 n 1 = (n 5 n) +5(n 4 +2n 3 +2n 2 +n) Als n 5 n is deelbaar door 5 dan ook (n +1) 5 (n +1), want 5(n 4 +2n 3 +2n 2 +n) is ook deelbaar door 5. Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 5

Voor willekeurig grote getallen kan het volgende programma uitkomst bieden: n:=1 ; while 1 n do if n 5 n is een veelvoud van 5 then n:=n+1 In het algemeen zouden we willekeurige beweringen p(k),m k < n kunnen bewijzen met het programma: begin k:=m ; {p(k) is waar} while m k <n do if p(k) is waar then n:=n+1 end Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 6

Voor de invariant p(k) volstaat het om te bewijzen dat: (B) p(m) is waar en (I) p(k +1) is waar indien p(k) waar is en m k < n. Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 7

Beperkte & volledige inductie (B) - basisstap (I) - inductiestap (H) - inductiehypothese Theorem 2. [Het principe van eindige (beperkte) inductie]. Als p(m),p(m + 1),...,p(n) een eindige rij proposities is met (B) p(m) is waar en (I) Uit de waarheid van p(k) (H) en m k < n volgt p(k +1) is waar, dan zijn alle proposities waar. Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 8

Theorem 3. [Het principe van volledige inductie]. Als p(m), p(m + 1),... een oneindige rij proposities is met (B) p(m) is waar en (I) Uit de waarheid van p(k) en m k volgt p(k +1) is waar, dan zijn alle proposities waar. Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 9

Voorbeeld 1 Theorem 4. Voor elk positief geheel getal n 4 geldt: n! > 2 n Het bewijs verloopt met inductie naar de grootte van n. (B) n = 4. Te bewijzen 4! > 2 4 check! (I) n > 4. Gegeven: (H) = k! > 2 k en 4 k Te bewijzen (k +1)! > 2 ( k +1) c (k +1)! = k! (k +1) > 2 k (k +1) [ inductie hypothese: k! > 2 k ] 2 k 2 [ omdat k +1 5 > 2] = 2 k+1 Dus p(k +1) is waar. Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 10

Voorbeeld Ordes Theorem 5. 2 n < n! < n n voor alle n 4 Bewijs: 1. Te bewijzen: 2 n < n! 1 Voor n = 4 krijgen we 16 < 24 < 256. Voor n > 4 geldt: n! = (4!) 5 6...(n 1) n De eerste factor 4! is groter dan 2 4 en de overige n 4 factoren zijn groter dan 2. Dus: n! > 2 4 2 n 4 = 2 n 2. Te bewijzen: n! < n n Alle factoren van n n, op één na, zijn groter dan die van n!. 1 2 n < n! is met theorema 5 bewezen (met volledige inductie). Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 11

Orde 2 Theorem 6. Voor alle natuurlijke getallen n geldt: 4 n 3 n n n n 2 n 3 n 4... Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 12

Theorem 7. Er is een ordening van rijen, zodat voor elke element van een rij geldt dat het kleiner of gelijk is dan het overeenkomstige element in alle rijen aan haar rechterzijde: 1, log 2 n, 4 n, 3 n, n,n,nlog 2 n,n n,n 2,n 3,n 4,...,2 n,n!,n n Om aan te geven dat een rij op de lange duur niet sneller groeit dan een andere rij gebruiken we de grote O-notatie Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 13

Definition 1. [Grote O]. Als s een rij is van reële getallen en a een rij van positieve reële getallen, dan schrijven we: 2 s(n) = O(a(n)) = def C,k n > k ( s(n) C a(n)) 2x = O(x 2 ) 2 En we spreken uit: s(n) is in grote O van a(n) Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 14

Polynomiale groei 6n 4 +20n 2 +2000 = O(n 4 ) Want er zijn een C en k te vinden zodat 6n 4 +20n 2 +2000 C n 4 voor alle n k Voor C = 7 en n = 8 geldt: k 8 = 6n 4 +20n 2 +2000 7 n 4 Alleen de exponent van de dominante term bepaalt dus de orde. Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 15

Alleen de exponent van de dominante term bepaalt dus de orde. Theorem 8. [Polynomiale groei]. Beschouw het polynoom s(n) = a m n m +a m 1 n m 1 +... +a 0 in n en met de graad m (met a m = 0) Dan hebben we: En dus geldt: s(n) a m n m + a m 1 n m 1 +... + a 0 ( a m + a m 1 +... + a 0 ) n m s(n) = O(n m ) Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 16

Grote theta We willen uitdrukken dat s(n) en a(n) groeien met dezelfde orde. Definition 2. s(n) = Θ(a(n)) = def s(n) = O(a(n)) en a(n) = O(s(n)) Voorbeelden: 1. 3n 2 +15n = O(n 2 ), maar n 2 3n 2 3n 2 +15n Dus: n 2 = O(3n 2 +15n) En daarom ook: 3n 2 +15n = Θ(n 2 ) 2. Als s(n) = a m n m +a m 1 n m 1 +... +a 0 met a m = 0, dan s(n) = O(n m ) Maar ook n m = (1/a m ) a m n m (1/a m ) s(n). Dus: n m = O(s(n)) en daarom ook: s(n) = Θ(n m ) Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 17

Theorem 9. Als a(n) en b(n) rijen positieve getallen zijn en als: 1. s(n) = O(a(n)) en c is een constante dan c s(n) = O(a(n)) 2. s(n) = O(a(n)) en t(n) = O(a(n)) dan s(n) +t(n) = O(a(n)) 3. s(n) = O(a(n)) en t(n) = O(b(n)) dan s(n) +t(n) = O(max(a(n),b(n))) 4. s(n) = O(a(n)) en t(n) = O(b(n)) dan s(n) t(n) = O(a(n) b(n)) Idem voor Θ (bewijs in beide richtingen). Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 18

Recursieve Definities Definition 3. [Recursieve Rij]. Een rij is recursief gedefinieerd als er: (B) Er een eindige verzameling (begin-)waarden is aangegeven. (R) De overige waarden van de rij worden gedefinieerd in termen van eraan voorafgaande. Zo n formule heet een recurrente betrekking. Voorbeeld: We definiëren de rij faculteit recursief. (B) FACT(0) = 1 (R) FACT(n +1) = (n +1) FACT(n) voor n > 0 Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 19

Theorem 10. FACT(n) = n! voor n N Bewijs: (B) FACT(0) = 1 = 0! (H) FACT(m) = m! (hyp) (I) Te bewijzen: FACT(m +1) = (m +1)! FACT(m +1) = (m +1) FACT(m) [Stap (R) : m +1 1] = (m +1) m! [ind. hyp (H)] = (m +1)! Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 20

Voorbeeld Beschouw de rij SUM(n) = n 1 i! i=0 Een computerprogramma voor het berekenen van de rij kan gebaseerd zijn op de recursieve definitie: (B) SUM(0) = 1 (R) SUM(n +1) = 1 (n+1)! + SUM(n) voor n > 0 Maar dan wordt voor iedere n FACT(n) berekend. Het volgende programma combineert beide berekeningen. {Input:een integer n 0} {Output:SUM,de som k+1 i=0 1 i! } begin Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 21

i:=0 ; SUM:=0 ; FACT:=1 ; {FACT = i!} while i n do SUM:=SUM +1/FACT ; FACT:= (i +1). FACT ; i:=i+1 return SUM end Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 22

Voorbeelden De rij Fibonacci is als volgt gedefinieerd. (B) FIB(1) = FIB(2) = 1 (R) FIB(n) = FIB(n 1) + FIB(n 2) voor n 3 De rij kan zo worden gedefinieerd: 1,1,2,2,3,3,... (B) SEQ(0) = SEQ(1) = 0 (R) SEQ(n) = 1+ SEQ(n 2) voor n 2 Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 23

Recurrentie relaties We willen proberen voor recurrente betrekkingen proberen formules te vinden die niet afhankelijk zijn van de oplossingen in een voorgaande stap. We kijken naar relaties van de vorm: s n = as n 1 +bs n 2 waarin a en b constanten zijn. De gevallen a = 0 en b = 0 zijn makkelijk. Als b = 0 dan s n = a s n 1 voor n 1 s 1 = as 0, s 2 = as 1 = a 2 s 0, dus s n = a n s 0 voor alle n N Als a = 0 dan s 2 = bs 0, s 4 = bs 1 = b 2 s 0, dus s 2n = b n s 0 voor alle n N Evenzo: s 3 = bs 1, s 5 = bs 3 = b 2 s 1, dus s 2n+1 = b n s 1 voor alle n N Maar als a = 0 en b = 0 dan zouden we kunnen hopen op iets van de vorm s n = c r n. Dat geeft: r n = ar n 1 +br n 2 Delen door r n 2 geeft: r 2 = ar +b Ofwel de karakteristieke vergelijking: r 2 ar b = 0 Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 24

Recurrentie relaties 2 Theorem 11. Beschouw: s n = as n 1 +bs n 2 met karakteristieke vergelijking x 2 ax b = 0 met a = 0 en b = 0 Als de karakteristieke functie twee wortels, r 1 en r 2 heeft, dan zijn er constanten c 1 en c 2 zodat: s n = c 1 r1 n +c 2 r2 n voor n N Als s 0 en s 1 gegeven zijn, kunnen daarmee c 1 en c 2 worden opgelost. Als de karakteristieke functie één wortel, r heeft, dan zijn er constanten c 1 en c 2 zodat: s n = c 1 r n +c 2 n r n voor n N Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 25

Voorbeeld Fibonacci Stel s 0 = 0 en s n = FIB(n) voor n 1 Dan: s n = s n 1 +s n 2 voor n 1 Dus: a = b = 1 en we lossen x 2 x 1 = 0 op r 1 = 1 + 5 2 en r 2 = 1 5 2 Deel a van de stelling is van toepassing: s n = c 1 r n 1 +c 2 r n 2 = c 1 ( 1 + 5 2 c 1 en c 2 zijn op te lossen door n = 0 en n = 1 te kiezen: ) n ( ) n 1 5 +c 2 voor n N 2 0 = c 1 +c 2 en 1 = c 1 r 1 +c 2 r 2 Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 26

0 = c 1 +c 2 en 1 = c 1 r 1 +c 2 r 2 We vervangen c 2 door c 1 in de rechter vergelijking en we krijgen: 1 = c 1 r 1 c 1 r 2 = c 1 (r 1 r 2 ) En dus: c 1 = 1 r 1 r 2 Omdat r 1 r 2 = 5, concluderen we dat c 1 = 1/ 5 en c 2 = 1/ 5 s(n) = c 1 r 1 c 1 r 2 = 1 5 r n 1 1 5 r n 2 = 1 5 (r n 1 r n 2) voor n 1 [ (1 FIB(n) = 1 ) n + 5 5 2 ( ) n ] 1 5 2 voor n 1 Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 27

Bewijs theorema 7 (a) Er zijn twee wortels r 1 en r 2. (B) Uit: s 0 = c 1 +c 2 en s 1 = c 1 r 1 +c 2 r 2 kunnen c 1 en c 2 worden opgelost. Voor r 1 geldt: als x = r 1 dan x 2 = ax +b, Dus hebben we: r1 n = arn 1 1 +br n 2 1 Evenzo r2 n (I) as n 1 +bs n 2 = a(c 1 r n 1 1 +c 2 r n 1 2 ) +b(c 1 r n 2 1 +c 2 r n 2 2 ) = c 1 (ar n 1 1 +br n 2 2 ) +c 2 (ar n 1 1 +br n 2 2 ) = c 1 r n 1 +c 2 r n 2 = s n Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 28

(b) Er is één wortel r met karakteristieke functie (x r) 2 = 0 Dus de vergelijkingen x 2 2rx +r 2 en x 2 ax b zijn dezelfde. We krijgen a = 2r en b = r 2. De recurrentierelatie wordt dan: s n = 2rs n 1 r 2 s n 2 (B) Invullen van n = 0 en n = 1 in: s n = c 1 r n +c 2 n r n geeft: s 0 = c 1 en s 1 = c 1 r +c 2 r Dus voor c 1 = s 0 en c 2 = s 0 +s 1 /r voldoet de stelling. Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 29

(I) Nog te bewijzen: s n = c 1 r n +c 2 n r n voor n > 1 s n = 2rs n 1 r 2 s n 2 = 2r(c 1 r n 1 +c 2 (n 1)r n 1 ) r 2 (c 1 r n 2 +c 2 (n 2)r n 2 ) = 2c 1 r n +2c 2 (n 1)r n c 1 r n c 2 (n 2)r n = c 1 r n +c 2 n r n = s n Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 30

Inductie revisited Definition 4. [Eerste principe van volledige inductie]. Stel m is een geheel getal en p(n) een rij proposities gedefinieerd op {n Z : n m}. Als: (B) p(m) is waar en (I) p(k) volgt uit de waarheid van p(k 1) voor k m, dan zijn alle proposities p(n) waar voor n m. Definition 5. [Tweede principe van volledige inductie]. Stel m is een geheel getal en p(n) een rij proposities gedefinieerd op {n Z : n m}. Als: (B) p(m) is waar en (I) p(k) volgt uit p(m),...,p(k 1) voor k m, dan zijn alle proposities p(n) waar voor n m. Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 31

driemaal is scheepsrecht Definition 6. [Tweede principe van volledige inductie]. Stel m is een geheel getal en p(n) een rij proposities gedefinieerd op {n Z : n m} en l is een niet negatief geheel getal. Als:, (B) p(m),...,p(m +l) zijn waar en (I) p(k) > m+l volgt uit de waarheid van p(m),...,p(k 1) voor k m dan zijn alle proposities p(n) waar voor n m. Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 32

Bewijs tweede principe van volledige inductie Stel: (B) p(m),...p(m +l) zijn allemaal waar (I) voor k > m +l als p(k) waar is als p(m),...p(k 1) maar p(n) is onwaar voor een n m Dan is de verzameling S = {n Z : n m en p(n) is onwaar} niet leeg. Volgens het welordeningsprincipe heeft S een kleinste element n 0. Vanwege (B) moet n 0 > m +l Omdat p(n) geldt voor m n n 0 moet volgens (I) ook p(n 0 ) waar zijn. Dat houdt in dat n 0 / S Tegenspraak. Dus als (B) en (I) waar zijn, is elke p(n) waar. Discrete Structuren Week 3: Inductie & Recursie 33