Aan de gemeenteraad Portefeuillehouder Cluster Nummer Datum Onderwerp P.J. IJnsen regelgeving 7 14 augustus 2017 Verklaring van geen bedenkingen aanvraag omgevingsvergunning realisatie bedrijfswoning bij zoogkoeienstal Smitteweg 5b te Ballum Geachte leden van de raad, Hierbij bieden wij u het raadsvoorstel Verklaring van geen bedenkingen aanvraag omgevingsvergunning realisatie bedrijfswoning bij zoogkoeienstal Smitteweg 5b te Ballum aan. Wij stellen u voor: 1. Een positief standpunt innemen over de aanvraag omgevingsvergunning voor realisatie bedrijfswoning bij zoogkoeienstal Smitteweg 5b te Ballum onder voorwaarde dat er een privaatrechtelijke overeenkomst met aanvrager wordt afgesloten voor planschade. 2. Te verklaren geen bedenkingen te hebben tegen het project realisatie bedrijfswoning bij zoogkoeienstal Smitteweg 5b te Ballum en daartoe een ontwerpverklaring van geen bedenkingen af te geven. 3. De ontwerpverklaring van geen bedenkingen tevens aan te merken als een definitieve verklaring van geen bedenkingen, indien tijdens de ter inzage termijn geen zienswijzen tegen de ontwerpverklaring van geen bedenkingen ingediend worden. 4. Geen exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12, lid 1 en 2 van de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen. Met vriendelijke groet, Het college van burgemeester en wethouders Albert de Hoop burgemeester Marloes van Rijswijk secretaris-directeur
Voorstel Cluster : regelgeving Nummer : 7 Portefeuillehouder : P.J. IJnsen Datum vergadering : 14 augustus 2017 Onderwerp : Realisatie bedrijfswoning bij zoogkoeienstal Smitteweg 5b te Ballum Inleiding Wij hebben op 2 maart 2017 (aangevuld op 11 en 18 april 2017) een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van de heer G.J. Borsch. De aanvraag betreft het bouwen van een bedrijfswoning bij een zoogkoeienstal op het adres Smitteweg 5a te Ballum, kadastraal bekend gemeente Ballum, sectie H, nummer 7050. Voor de zoogkoeienstal is in 2013 al een omgevingsvergunning verleend met een buitenplanse afwijking van het bestemmingsplan. De bedrijfswoning is in die procedure destijds niet meegenomen. De initiatiefnemer wil nu bij de stal gaan wonen. Het perceel ligt oostelijk van Ballum. Zie afbeelding 1 voor de beoogde locatie van de bedrijfswoning en de bestaande zoogkoeienstal. Afbeelding 1 Luchtfoto en foto vooraanzicht Smitteweg 5a Ballum Beoogde locatie bedrijfswoning Gemeentelijk beleid Landbouwwbeleidsplan Ameland (2010) In dit plan wordt gestreefd naar een sociaaleconomisch vitale landbouw op het eiland. De professionele sector moet de ruimte hebben om zich te kunnen ontwikkelen. In het plan wordt de verwachting uitgesproken dat de schaalvergroting zal doorzetten, waardoor er minder landbouwbedrijven zullen zijn. Mede om die reden moet de professionele landbouw de kans krijgen om zich op Ameland te handhaven en te ontwikkelen. Woningbouwprogramma gemeente Ameland De kwaliteit en kwantiteit van het huidige woningbouwprogramma is gebaseerd op de notitie woningbouw gemeente Ameland 2011-2016. Deze notitie vormt de basis voor het geldend woningbouwprogramma Ameland 2014-2016, dat is goedgekeurd door de Gedeputeerde Staten van Fryslân en geldt tot 2020. In dit programma is ruimte voor het toevoegen van 93 woningen. Onderhavig plan is niet opgenomen in dit programma. Onlangs heeft het college ingestemd met een voorstel om een geactualiseerd woningbouwprogramma Ameland 2014-2016 aan Gedeputeerde Staten van Fryslân aan te bieden, waarbij het aantal woningen gelijkt blijft op 93. Door enkele kwantitatieve mutaties, waaronder het vervallen van woningbouwlocaties, werd het mogelijk om onderhavig plan op te nemen in het geactualiseerde woningbouwprogramma.
Beheersverordening Buitengebied Het project ligt in het gebied van de beheersverordening Buitengebied die op 24 juni 2013 door de raad is vastgesteld. De beheersverordening stelt dat ten aanzien van bouwen, de bepalingen van het bestemmingsplan Buitengebied 1997 van toepassing zijn. De aanvraag is in strijd met de bepalingen van het bestemmingsplan buitengebied omdat er voor deze locatie geen agrarisch bouwperceel is aangegeven. In artikel 4.B.1.b van het bestemmingsplan is bepaald dat bedrijfswoningen binnen een agrarisch bouwperceel gebouwd moeten worden. Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan De planologische strijdigheid kan worden weggenomen door het verlenen van een omgevingsvergunning met de activiteit gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met regels ruimtelijke ordening met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna genoemd Wabo). Daarbij moet de activiteit niet in strijd zijn met een goede ruimtelijke ordening en moet de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevatten. De aanvraag is voorzien van een (concept) ruimtelijke onderbouwing, die is opgenomen als bijlage bij dit voorstel. Het verlenen van een omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan is een bevoegdheid van het college, maar de omgevingsvergunning mag pas verleend worden als de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) heeft afgegeven. Advies 1. Een positief standpunt innemen over de aanvraag omgevingsvergunning voor realisatie bedrijfswoning bij zoogkoeienstal Smitteweg 5b te Ballum onder voorwaarde dat er een privaatrechtelijke overeenkomst met aanvrager wordt afgesloten voor planschade. 2. Te verklaren geen bedenkingen te hebben tegen het project realisatie bedrijfswoning bij zoogkoeienstal Smitteweg 5b te Ballum en daartoe een ontwerpverklaring van geen bedenkingen af te geven. 3. De ontwerpverklaring van geen bedenkingen tevens aan te merken als een definitieve verklaring van geen bedenkingen, indien tijdens de ter inzage termijn geen zienswijzen tegen de ontwerpverklaring van geen bedenkingen ingediend worden. 4. Geen exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12, lid 1 en 2 van de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen. Argumenten 1.1 Het plan past binnen het gemeentelijke beleid Het plan past binnen het gemeentelijk landbouw- en woonbeleid. De gemeente streeft naar een vitale landbouwsector die de mogelijkheid heeft om zich te kunnen ontwikkelen en heeft mede daarom ook eerder medewerking verleend aan de realisatie van de zoogkoeienstal. Daarnaast is het plan opgenomen in het geactualiseerde woningbouwprogramma, wat het college onlangs heeft vastgesteld. 1.2 Het project is niet strijdig met het uitgangspunt van een goede ruimtelijke ordening. Een verklaring van geen bedenkingen kan en mag alleen geweigerd worden in het belang van een goede ruimtelijke ordening. Er zijn geen omgevingsaspecten (water, milieu, bebouwingsbeeld, flora- en fauna, etc.) die de planologische aanvaardbaarheid van het plan in de weg staan. Ook Wetterskip Fryslân en de welstandscommissie zijn akkoord. Het project is voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing. Zie hiervoor de bijlage bij de ontwerpomgevingsvergunning. 1.3 Het bedrijf heeft voldoende omvang. De aanvrager is gelet op het aantal NGE s (Nederlandse Grootte Eenheden; middel om de bedrijfsomvang te berekenen), aan te merken als een voltijdboer. Realisatie van een bedrijfswoning is vanuit dat oogpunt gerechtvaardigd. 1.4 Bedrijfswoning noodzakelijk voor toezicht en controle Momenteel is de aanvrager niet woonachtig bij de stal en bewoont een woning in het dorp Ballum. Ten aanzien van toezicht op de veestapel en controle op het bedrijf is dit een ongewenste situatie. Voor een veestapel met zoogkoeien is het belangrijk dat er in verband met afkalven en de opfok
van jonge kalveren regelmatig toezicht is bij de dieren, zowel overdag als in de avond- en nachturen. 1.5 In het kader van mogelijke planschade wordt een planschadevergoedingsovereenkomst met aanvrager afgesloten In de overeenkomst wordt vastgelegd dat een eventuele planschadeclaim van derden als gevolg van de bouwplannen op de aanvrager, zal worden verhaald 2.1 De gemeenteraad is volgens de wet bevoegd een verklaring van geen bedenkingen af te geven. 2.2 Het verhaal van kosten van de grondexploitatie is anderszins verzekerd. Er is geen sprake van extra voorzieningen, er kan worden aangesloten op de bestaande voorzieningen. Kosten en dekking Totale kosten: Jaar Bedrag Eenmalige kosten Structurele kosten Dekking aanwezig: Bedrag Activiteit Grootboekrekening Ten laste van exploitatie Dekking niet aanwezig: Bedrag Activiteit Grootboekrekening Kredietaanvraag Raad Eerste begrotingswijziging Tweede begrotingswijziging Blijkt bij jaarrekening Toelichting Kanttekeningen Woningbouwafspraken met provincie Fryslan Het toevoegen van een (bedrijfs-) woning op basis van de provinciale verordening Romte kan alleen in overeenstemming met een woonplan dat schriftelijke instemming van Gedeputeerde Staten (GS) heeft. In het woonplan cq. het huidige woningbouwprogramma Ameland is onderhavige woning niet opgenomen. Daarnaast is er op dit geen ruimte in het huidige woningbouwprogramma voor het toevoegen van een (bedrijfs-) woning. Dit betekent dat met de provincie over het toevoegen van een woning overlegd zal worden tijdens het verplichte vooroverleg. GS van de provincie zal moeten instemmen met deze extra woning. Wel is het plan opgenomen in het voorstel voor de actualisatie van de huidige woningbouwafspraken, wat uw college onlangs heeft vastgesteld en zal worden aangeboden aan GS ter goedkeuring.
Communicatie Na het collegebesluit van 4 juli 2017 zijn de volgende stappen gezet: - de aanvrager is schriftelijk over de procedure geïnformeerd; - de privaatrechtelijke overeenkomst voor planschade is aan de aanvrager ter ondertekening toegestuurd; - de verklaring van geen bedenkingen (vvgb) wordt aan de gemeenteraad gemeente Ameland gevraagd; - Er is advies gevraagd aan de overlegpartners. Wanneer de raad de ontwerpverklaring van geen bedenkingen heeft afgegeven, zal tegelijk met het ontwerpbesluit de omgevingsvergunning gedurende zes weken ter inzage worden gelegd. De ter inzage legging wordt bekendgemaakt in de Staatscourant, de Gemeente Info, via de gemeentelijke website en via de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl. Planning en uitvoering Gedurende de ter inzage termijn is een ieder in de gelegenheid om een zienswijze in te dienen. Na afloop van de ter inzage termijn neemt het college, met inachtname van eventuele zienswijzen, een besluit over de aanvraag omgevingsvergunning. Indien er één of meerdere zienswijzen tegen de ontwerpverklaring van geen bedenkingen ingediend worden, zal de gemeenteraad om een definitieve verklaring van geen bedenkingen gevraagd worden. Worden er geen zienswijzen ingediend, dan zal de ontwerpverklaring van geen bedenkingen tevens aangemerkt worden als een definitieve verklaring van geen bedenkingen. Bijlagen - Ontwerpvergunning met bijbehorende bijlagen waaronder het concept van de ruimtelijke onderbouwing; - Planschadeovereenkomst; - Ontwerp verklaring van geen bedenkingen (vvgb);
Besluit Cluster : regelgeving Nummer : 7 Portefeuillehouder : P.J. IJnsen Datum vergadering : 14 augustus 2017 Onderwerp : Realisatie bedrijfswoning bij zoogkoeienstal Smitteweg 5b te Ballum De raad van de gemeente Ameland, Overwegende - dat een aanvraag voor een omgevingsvergunning is ingediend voor de realisatie bedrijfswoning bij zoogkoeienstal Smitteweg 5b te Ballum ; - dat het project in strijd is met het de beheersverordening Buitengebied en het van toepassing zijnde bestemmingsplan Buitengebied, omdat op onderhavige gronden geen gebouwen mogen worden opgericht; - dat de aanvraag is voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing waaruit blijkt dat het project niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en dat deze conclusie wordt overgenomen; - dat de gemeenteraad het gemotiveerde collegevoorstel uitdrukkelijk tot de zijne maakt; - gelet op de behandeling van het voorstel in de commissievergadering; vast te stellen 1. Te verklaren geen bedenkingen te hebben tegen het realisatie bedrijfswoning bij zoogkoeienstal Smitteweg 5b te Ballum en daartoe een ontwerpverklaring van geen bedenkingen af te geven; 2. De ontwerpverklaring van geen bedenkingen tevens aan te merken als een definitieve verklaring van bedenkingen, indien tijdens de ter inzage termijn geen zienswijzen tegen de ontwerpverklaring van geen bedenkingen ingediend worden; 3. Geen exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12, lid 1 en 2 van de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen. Ballum, Albert de Hoop voorzitter Jacqueline Metz griffier