Het Eigen Vermogen Van Havo 4

Vergelijkbare documenten
Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Grafieken, samenwerkend leren, hardop denken, stappenplan

Contextgericht leren: leren met behulp van je eigen onderneming

Sleuteltermen Stappenplan, belevingswereld, motivatie, boxenstelsel, economie Bibliografische referentie

Sleuteltermen Stappenplan, belevingswereld, motivatie, boxenstelsel, economie Bibliografische referentie

Paper 3: Uitvoeringsfase. Management & Organisatie

Differentiëren naar leerlingniveau met behulp van ICT als oefenomgeving. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Ontwerponderzoek Paper 3: Onderzoeksplan

Ontwerp Onderzoek: Paper 3: Onderzoeksinstrumenten. Leraren Opleiding. Management & Organisatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Paper 3 Onderzoeksinstrumenten. Ontwerprapport Naam auteur(s) Karin Groen

Ontwerponderzoek Janneke Metselaar Vak: Aardrijkskunde ILO - Universiteit van Amsterdam 4 april 2013

ONTWERPRAPPORT PAPER 3

Paper 4: Uitvoeringsfase. Management & Organisatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Motivatie verhogen door activerende leertaken en het vergroten van de leerlingbetrokkenheid

Ontwerponderzoek Paper 4 Uitvoering

Probleembeschrijving

Contextgericht leren: leren met behulp van je eigen onderneming

Titel In drie fasen de inkomstenbelastingen berekenen: P2. Loon- en inkomstenbelasting. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Paper 1: Ontwerprapport. Management & Organisatie

ONTWERP ONDERZOEK PAPER 3

Contextgericht leren: leren met behulp van je eigen onderneming

J. Bruin, MSc. in Marketing ( ) Management & Organisatie Havo 4, Lyceum aan Zee te Den Helder

Evaluatieonderzoek workshop Nieuws van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid

Ontwerp onderzoek. Probleem beschrijving. Probleemanalyse. Karen Werter, Lesonderwerp: Sparen en lenen

Omschrijven, formules, natuurkunde, stappenplan, begripspracticum

Paper 5: Evaluatiefase. Management & Organisatie

Inleiding Motivatie & Leerstijlen. Hoogste scores. Motivatie overzicht. Uw resultaten in een overzicht. Naam:

ONTWERPRAPPORT PAPER 5

V-Memo. Een simulatie van Rechtsvormen. Aanleiding

Rekenvaardigheden toetsen in een mbo koksopleiding

UITVOERING ONTWERP PAPER 4

1 Onderzoeksinstrument A en B 2 A. Resultaten diagnostiche toets 3 B. Gesloten vragenlijst - uitkomsten 4 Leerling 5 Ik weet wat inkomstenbelasting

Tevredenheidsonderzoek

Lesontwerp 9. Examenvoorbereiding maatschappijwetenschappen

Laan, van der E.J.C. (2012), Nominaal en reëel? Dat is al snel teveel., Amsterdam: Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Rapportage. Vertrouwelijk. De volgende tests zijn afgenomen: Motivatie en Leerstijlenvragenlijst (MLV-H) D Demo. Naam. 5 januari 2014

Paradoxen in de Relativiteitstheorie

PROFIELPRODUCT - VERANTWOORDING

Mobiel woordjes verwerven en leren in en buiten de les. Verantwoording Profielproduct ontwikkelaar

Toets 3 HAVO 5 g Diagnostische toets 2012

Ontwerponderzoek: Paper 3

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam. Schrijven, herschrijven, schrijfonderwijs, feedback geven, feedback ontvangen

Modelleren en visualiseren

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam. natuurkundeonderwijs, motivatie, differentiatie, flipping the classroom

Opstellen van economische oorzaakgevolg relaties. Verbeteren van vaardigheden met betrekking tot het oplossen van oorzaakgevolg vragen

Een experiment met een didactiek die betere toetsresultaten moet opleveren. Metacognitieve vaardigheden Wilbert van der Heul

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Ontwerprapport: Paper 5: Evaluatie

Inge Test

Praktijkgericht onderwijs.

TELEFONISCHE INTAKE PROCEDURE

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Contextgerichte aanpak bij het onderwerp rechtsvormen. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

WELKOM! Wil je op je A4 opschrijven wat je nu weet over Lesson Study? Evelien van Geffen 12 mei 2016

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

Toetscyclus. 5.1 Praktijk Reflectie De toetscyclus Portfolio 39

Vitamine B12 deficiëntie

Een probleem oplossen is ook een vaardigheid

Titel Stap voor stap de inkomstenbelasting berekenen. P1. Loon- en inkomstenbelasting. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Vocabulaireverwerving Frans: motivatie en leerstrategieën Onderwerp Vocabulaireverwerving in Havo 3

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Een praktijkreviewstudie naar het motiveren van leerlingen met verschillende prestatieniveaus en sociale en etnische achtergrond

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Samenvatting M&O hoofdstuk

WHITEPAPER Nectar 5 e editie onderbouw

Tevredenheidsonderzoek Onderwijsbegeleiding Oost Nederland

HET BELANG VAN DE RELATIE

Het verbeteren van zelfwerkzaamheid van 2 havo/vwo leerlingen.

Ontwerponderzoek Paper 1: definitiefase

Verwondering over de overeenkomsten tussen het gedrag van mensen en andere zoogdieren. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Viens mon pote, on se casse! Le français oral en classe ONTWERPONDERZOEK

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?

Hypertekst schrijven en observerend leren als aanvullende didactiek 1

Startbijeenkomst ptaak jaar 2. Ontwerpen en innoveren

Opbrengsten van CNV thema onderwijsdag 20 april 2016 Masterclass leerstrategieën door Karin Nijman & Inge Verstraete

360 feedback competentieanalyse

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

Huiswerk, het huis uit!

Hoe werkt u met Pincode Onderbouw vmbo

Analyse NSE 2016 opleiding ergotherapie. Inhoud. 1 Inleiding

Literatuurgeschiedenis, middeleeuwen, belevingswereld, expertmethode, thematische benadering, integrale benadering

Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie

Zelfgestuurd werken bevorderen door teamteachen

Valorisatieverslag. Master thesis Onderwijswetenschappen

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht

Check Je Kamer Rapportage 2014

Nederlandse samenvatting

360 feedback competentieanalyse

Contextgerichte aanpak bij het onderwerp rechtsvormen. Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Tekstbegrip bij 4 havo. Interfacultaire Lerarenopleiding, Universiteit van Amsterdam

Transcriptie:

Milou Spierings, 0415685 Interfacultaire Lerarenopleiding F13 Vakgroep Management en Organisatie Vakdidacticus Wim van Kleef Het Eigen Vermogen Van Havo 4 Ontwerponderzoek van context naar concept Abstract Het Eigen vermogen is een taai onderwerp voor de 4e klas M&O wat talig en theoretisch in de lesstof wordt behandeld. Dit ontwerp onderzoekt de hypothese Als de taaiheid van het onderwerp Eigen Vermogen met de context concept benadering wordt aangepakt, zullen leerlingen beter gemotiveerd raken en betere resultaten behalen. Volgens vakliteratuur laat de context-concept benadering de lesstof beter aansluiten bij de belevingswereld van leerlingen, wat tot beter begrip en meer motivatie leidt. De context gerichte lessen krijgen een praktische invulling waarbij veel afwisseling en samenwerking plaatsvindt. Casestudies en discussies bieden context om de stof voor leerlingen te laten leven. Door leerlingen elkaar en het leerproces te laten evalueren, komen hogere denkniveaus aan bod en wordt verwacht dat ze dieper begrip verwerven. Met behulp van een vakmotivatie vragenlijst, learner report en toets resultaten zal worden onderzocht of leerlingen door dit lesontwerp beter gemotiveerd zijn en betere resultaten behalen. Databewerking Voor dit onderzoek zijn drie verschillende soorten testen uitgevoerd. Als kwantitatieve methodes zijn de vakmotivatie test en het analyseren van toetsresultaten gekozen. Deze geven een objectief beeld van het effect van de lessenserie. Als subjectieve aanvullende test is ervoor gekozen om een verkorte 1

versie van een learner report af te nemen om inzicht te krijgen in niet- meetbare effecten van de lessenserie (Jansen & Rijlaarsdam, 1992). Toetsresultaten Met de toets waarin het hoofdstuk eigen vermogen werd getest, werden ook 3 andere hoofdstukken getoetst. Voor dit onderzoek zijn alleen de vragen die het eigen vermogen betroffen geselecteerd en geanalyseerd. Deze 8 toetsvragen zijn te vinden in bijlage 1. In totaal waren er 16 punten te behalen met deze 8 vragen. Hieronder is in tabel 1 een overzicht van het aantal punten dat in de zowel de onderzoeksgroep als de controle groep voor elke vraag is gescoord: Tabel 1: Toetsresultaten Vraag nr. Max. aantal punten Gemiddelde aantal punten onderzoeksgroep Gemiddelde aantal punten controlegroep 1 (reken) 2 1.318 1.364 2 (inzicht) 1 0.818 0,783 3 (theorie) 2 1.545 1.,435 4 (inzicht) 2 1.136 0.864 5 (reken) 2 1.238 1.302 6 (inzicht) 2 1.091 0.708 7 (reken) 2 0.955 0.961 8 (inzicht) 3 1.227 0.913 Totaal 16 9,328 8,303 Om de significantie van verschillen tussen groepen aan te kunnen tonen is gebruik gemaakt van een independent- samples T- test. Zo worden de twee verschillende groepen met elkaar vergeleken op dezelfde items (Pallant, 2010, p. 239). Omdat beide richtingen voor het verschil in acht moeten worden genomen, is er een two- tailed significantie test gedaan. Hiervoor geldt dat als er een significantie waarde van 0,05 of lager uit de test komt, er een significant verschil is tussen de twee groepen (Pallant, 2010, p. 242). Met deze 2

toetsresultaten is een significantieniveau van 0,0836 gevonden. Hiermee is de significantie tussen de twee groepen dus niet bewezen, aangezien de significantie groter is dan 0,05. Dit betekent dat er geen significant verschil is tussen de controle groep en de onderzoeksgroep. De lessenserie heeft dus geen significant effect op de toetsresultaten van de onderzoeksgroep gehad. Toch is er wel te zien dat er wel een verschil is op te merken aangezien 0.0836 erg dicht bij 0,05 ligt. Analyse van de toetsresultaten Ook aan de toetsresultaten is te zien dat er voor sommige vragen gemiddeld hoger wordt gescoord in de onderzoeksgroep. De onderzoeksgroep scoort bijna een heel punt meer dan de controlegroep. Gebaseerd op alleen deze punten, met de berekening x/16 x 9+1, zouden de onderzoeks leerlingen gemiddeld een 6,3 scoren en zouden de controle leerlingen gemiddeld een 5,7 scoren. Hoewel de verschillen dus niet significant zijn, is te zien dat de onderzoeksgroep beter heeft gescoord op dit onderwerp op de toets. In tabel 1 zijn de acht vragen achter hun nummer ingedeeld naar drie soorten vragen: rekenvragen, theorievragen en inzichtvragen. De tabel laat zien dat de controlegroep op de rekenvragen en theorievragen vrijwel hetzelfde aantal punten scoort als de onderzoeksgroep. Echter voor de inzichtvragen scoort de onderzoeksgroep telkens hoger. Om dit verschil eens nader te bekijken, is er een T- test met alleen de inzichtvragen gedaan. Deze T- toets vergelijkt dus de scores op alleen de inzichtvragen van de onderzoeksgroep en de controlegroep. Hieruit volgt een significantieniveau van 0,044. Het verschil tussen de scores op inzichtvragen is dus wel significant bevonden. Hieruit kunnen we afleiden dat in dit onderzoek de lessenserie waarschijnlijk voor een significant verschil tussen de scores voor inzichtvragen over het onderwerp heeft gezorgd. De Vakmotivatietest 3

De vakmotivatietest werd bij zowel de controlegroep als de onderzoeksgroep afgenomen. Voor beide groepen is dit zowel voor als na de lessen over het eigen vermogen gedaan. Beide klassen hebben in dezelfde periode les gehad van dezelfde docent over hetzelfde hoofdonderwerp. Het enige verschil is dat de controlegroep het reguliere programma met het boek heeft gevolgd en de onderzoeksgroep los van het boek vanuit contexten heeft gewerkt volgens dit ontwerponderzoek. Eventuele verschillen zijn hierdoor toe te wijzen aan de verschillende lesinhoud. De vakmotivatietest is dus in totaal vier keer afgenomen, in elke groep voor en na de lessen over het eigen vermogen. Hieruit volgden dus vier datasets die onderling vergeleken werden. De datasets zijn terug te vinden in het excell sheet dat op de repository bij dit document is terug te vinden. Voor beide groepen is er vervolgens gekeken of er een significant verschil is tussen de motivatie voor en na de lessen. Zo kan bekeken worden of de lessenserie een effect heeft gehad op de motivatie van leerlingen. Hiervoor zijn T- testen uitgevoerd voor alle 25 vragen van de motivatietest. De T- testen voor de controlegroep wezen bij geen enkele vraag een significant verschil aan. Dit betekend dat de motivatie van deze groep leerlingen niet significant is veranderd door de lessen over het eigen vermogen. 5 van de 25 T- testen van de onderzoeksgroep die de lessenserie heeft gekregen, wees echter wel een significant verschil aan met een two- tailed significantieniveau van kleiner dan 0,05. Om de richting van de verschillen te onderzoeken, zijn er voor deze vragen correlatietesten uitgevoerd. Deze gaven aan dat de richting van de verschillen positief is voor alle vragen (Pallant, 2010). Dit geeft aan dat de waarde na de lessenserie gemiddeld hoger was dan voorafgaand aan de lessenserie. Vraag Significantie niveau 4 Ik kan M&O maar niet onder de knie krijgen 0,021 4

17 Meestal begrijp ik wat er in de les M&O wordt verteld 0,020 19 Onze lessen M&O zijn vaak boeiend en interessant 0,038 20 Ik voel me zelfverzekerd als ik een vraag moet 0,031 beantwoorden bij M&O 23 Ik denk dat ik een goed cijfer kan halen voor de aankomende toets 0,041 Analyse van de vakmotivatietest De meeste van de vragen waarvoor een significant verschil is gevonden (vraag 4-17- 20-23) weerspiegelen het vertrouwen in eigen kunnen van leerlingen. Dit zou betekenen dat in dit onderzoek de leerlingen na de lessenserie meer vertrouwen hebben in hun eigen kunnen voor het vak M&O dan voorafgaand aan de lessenserie. Hieruit kan voorzichtig af worden geleid dat werken vanuit een context een positieve invloed heeft op het interne vertrouwen van leerlingen in zichzelf. Ook wordt het vak na de lessenserie significant boeiender gevonden dan voor de lessenserie volgens deze gegevens. Dit geeft aan dat de lessenserie heeft geholpen om de motivatie van leerlingen voor het vak positief te beïnvloeden. Learnerreport In de ontwerpopzet was het learnerreport vrij lang met veel vragen. Toen ik echter merkte dat leerlingen na de tweede vakmotivatie vragenlijst en vragenlijst over mij als docent (voor het praktijkgedeelte van de opleiding) nogal vragenlijst moe werden, heb ik besloten deze flink in te korten naar 4 vragen: Vraag 1: Van de case studies heb ik geleerd dat Vraag 2: Ik begrijp door deze lessen nu beter dat Vraag 3: Ik heb over aandelen geleerd dat ik Vraag 4: Ik heb van de Twitteropdracht geleerd dat ik De reden voor dit besluit was dat ik vreesde voor half ingevulde onbruikbare antwoorden, als ik ze de grote lijst zou geven. Ik besloot dus te kiezen voor een kortere vragenlijst met grotere kans op ingevulde en bruikbare antwoorden. 5

Alsnog had een leerling de lijst niet serieus ingevuld, wat resulteerde in 22 bruikbare lijsten. De volledige zinnen van leerlingen zijn opgenomen in bijlage 2. Deze antwoorden zijn geanalyseerd en ingedeeld in de volgende categorieën: Tabel 2: Categorieën van antwoorden learnerreport Categorie Aantal antwoorden Inzicht in koerswerking 28 Toepassen van kennis 9 Uitleggen van kennis 5 Inzicht voor de toekomst 10 Inzicht voor eigen bedrijf 5 Risico van beleggen 20 Geloof in eigen kunnen 11 Totaal 88 Resultaten Learnerreport 12% Inzicht in koerswerking 23% 32% Toepassen van kennis Uitleggen van kennis Inzicht voor de toekomst Inzicht voor eigen bedrijf 6% 11% 6% 10% Risico van beleggen Geloof in eigen kunnen Analyse Learnerreport 6

De resultaten van het learnerreport laten zien dat leerlingen vooral het gevoel hebben dat ze begrijpen hoe aandelen en koersen werken en hoe ze ermee om moeten gaan. Aangezien dit een van de belangrijkste leerdoelen van dit hoofdstuk is, is dat een belangrijke uitkomst. De lessenserie heeft leerlingen het gevoel gegeven dat ze aandelen begrijpen, terwijl het een erg lastig onderwerp is. Een ander veel voorkomende leeropbrengst is het risico van beleggen. Leerlingen geven aan dat er geen pijl is te trekken op wat koersen doen en dat ze hier al dan niet mee om durven te gaan. Een erg mooie uitkomst vind ik vooral dat 12% van de antwoorden aangeeft dat leerlingen denken dat ze nu succesvol met aandelen om zouden kunnen gaan en in aandelen willen gaan handelen. Door veel informatie over de cases op te doen en zelf inhoud te creeeren over de beursgang van Twitter, denken leerlingen voldoende kennis te hebben om dit zelf ook te kunnen. Deze interne drijfveer geeft aan dat het onderwerp leerlingen heeft geboeid en ze het in verband met zichzelf brengen, wat volgens Jonassen et al., (1991, p. 27) een goede voorspeller voor beklijving is. Ook inzicht voor een eigen bedrijf en de toekomst, geeft aan dat het onderwerp waarschijnlijk leerlingen heeft weten te boeien om er verder over na te denken dan alleen voor de toets. De lesinhoud lijkt betekenis te hebben gekregen in het hoofd van deze leerlingen (Ebbens en Ettekoven, 2013 p. 18). Tenslotte geven leerlingen aan dat ze de opgedane kennis kunnen toepassen en uit kunnen leggen aan een ander. Dit signaleert dat leerlingen waarschijnlijk hogere denkvaardigheden hebben verworven en actief met de leerstof om kunnen gaan (Amagir et al., 2011). Het zou kunnen dat leerlingen door de verschillende soorten opdrachten metacognitief hebben geleerd en daardoor het gevoel hebben dat ze er echt mee aan de slag kunnen (Valcke, 2010 p. 322), maar voor dit soort uitspraken is eerst grondiger onderzoek nodig. Beperking van de analyses Alvorens er conclusies worden getrokken uit deze resultaten, moet in acht worden genomen dat bij het vergelijken met de controlegroep, dat deze groep in de periode van de lessen een les minder heeft gehad. Dit kan van invloed zijn op de toetscijfers die er door deze groep zijn behaald. Met deze invloed moet aldus rekening worden gehouden. 7

Een andere tekortkoming aan dit onderzoek is dat de onderzoeksgroep erg klein is, waardoor de significantie niet zo hard gemaakt kan worden. Voor dit onderzoek was het niet mogelijk om meer leerlingen aan de lessenserie te onderwerpen, maar in de toekomst zou dit beter zijn voor de betrouwbaarheid van de uitkomsten. Conclusies De ontwerphypothese luidde als volgt: Als de taaiheid van het onderwerp Eigen Vermogen met de context concept benadering wordt aangepakt, zullen leerlingen beter gemotiveerd raken en betere resultaten behalen. Uit dit beperkte dataonderzoek zijn de volgende resultaten naar voren gekomen: Door vanuit een context en een praktische toepassing ervan naar de concepten toe te werken, scoren leerlingen significant beter op toets vragen die inzicht vereisen. Het gebruik van een context tijdens de lessen resulteert in significant meer zelfvertrouwen bij leerlingen in de vakmotivatietest. Leerlingen vinden M&O door het gebruik van een context significant boeiender en interessanter in dit onderzoek. Leerlingen geven na de lessenserie aan aandelen en de risico s ervan goed te begrijpen, zelf willen gaan beleggen, het op zichzelf en hun toekomst hebben betrokken en er anderen over te kunnen vertellen. Terugkijkend naar de ontwerphypothese hierboven, is deze best aardig beantwoord voor zover de resultaten uit dit kleinschalige onderzoek betrouwbaar en valide zijn. De taaiheid van het onderwerp lijkt met de context te zijn verbeterd, omdat leerlingen die de lessenserie hebben gevolgd aangeven dat ze het vak na de lessenserie boeiender en interessanter vinden dan ervoor. Bij de controlegroep was er geen verschil op dit item gemeten. Hieruit valt af te leiden dat de 8

lessenserie en zijn context dit verschil waarschijnlijk veroorzaakt hebben en dus de lessen boeiender hebben gemaakt voor deze leerlingen. De taaiheid lijkt dus goed te zijn aangepakt met het bieden van een context. Volgens Jonassen (1991, p.9) zorgt een boeiende les ervoor dat de informatie beter bij leerlingen beklijft, wat natuurlijk weer positieve invloed op de toekomstige prestatie zou kunnen hebben. Dit zou natuurlijk eerst onderzocht moeten worden. Uit de toets resultaten kwam naar voren dat beide groepen ongeveer hetzelfde scoorden op de rekenvragen en theorievraag, maar er was wel een significant verschil tussen de scores op de inzichtvragen. Dit wijst erop dat de reguliere lessenserie meer aanstuurt op reproductievragen met een lagere denk orde, terwijl context gestuurd onderwijs beter voorbereidt op vragen die een hogere denkvaardigheid vereisen. Hieruit vloeit de gedachte voort dat leerlingen in een context meer hogere denkvaardigheden gebruiken en dus dieper leren volgens de taxonomie van Bloom (Agamir et al., 2010). Dit onderzoek geeft dus een bijdrage aan de theorie van een positieve invloed van contexten op het leren met hogere denkvaardigheden. De gemeten motivatieverandering met vakmotivatie test had vooral betrekking op interne motivatie voor het vak en eigen kunnen van de leerling. Dit is het onderdeel van motivatie dat Valcke de motivationele opvattingen oftewel beliefs noemt (2010, p. 594). Deze interne beliefs hebben volgens Valcke een erg grote invloed op het uiteindelijke gedrag en de motivatie voor volgend gedrag. Dit geeft aan dat de lessenserie dus indirect invloed heeft op het gedrag van leerlingen. Volgens deze theorie zouden leerlingen dus gemotiveerder en positiever gedrag gaan vertonen doordat ze meer vertrouwen in hun eigen kunnen krijgen door in een context te leren. De theorie van Jonassen (1991, p. 11) zou nog richting aan dit idee kunnen geven omdat hij stelt dat een context een waarde geeft aan kennis. Het zou dus zo kunnen zijn dat door deze context, de leerling de waarde van kennis beter in kan schatten en er daardoor ook meer belang aan hecht. Volgens Ebbens en Ettekoven is het belang van kennis inzien dan ook een belangrijke voorwaarde voor beklijving (2013 p. 18). Het is aan aanleiding van deze voorafgaande onderzoeken en de resultaten van dit 9

onderzoek af te leiden, dat de context dus een aandachtsrichter voor meerdere processen is die een positieve invloed hebben op zowel de motivatie als het leergedrag als de beklijving van de leerstof. Hiermee sluit dit onderzoek dus goed aan bij het huidige paradigma. Dat dit onderzoek zo veel op het vergroten van het zelfvertrouwen wijst, zou een nieuwe aanvulling op de theorie van leren in een context kunnen zijn, maar hier is eerst meer onderzoek voor nodig. Het lijkt mij erg interessant als er verder wordt gekeken naar de invloed van leren in een context op het zelfvertrouwen van leerlingen omdat dit erg sterk uit dit onderzoek naar voren kwam in zowel de vak motivatie test als in het learner report. Discussie De onderzoeksgroep van dit onderzoek is met 22 leerlingen in de onderzoeksgroep en 23 leerlingen in de controlegroep vrij klein te noemen. Dit heeft dan ook gevolgen voor de testen die zijn uitgevoerd en voor de betrouwbaarheid van de resultaten. De toets over dit onderwerp werd helaas pas na de kerstvakantie in de toetsweek afgenomen. Hierdoor heeft dit onderzoek flink wat vertraging opgelopen. Ik raad vervolgonderzoek dan ook aan om bij het maken van de planning ook de toetsplanning in de gaten te houden. Voor volgend onderzoek zou ik verder aanraden om in plaats van een learner report, een aantal leerlingen te interviewen. De antwoorden die leerlingen op papier geven lijken toch enigszins gericht op wat ze denken dat de docent wil horen. Naar mijn idee krijg je een beter beeld van wat ze echt geleerd denken te hebben als je erover door kunt vragen. Literatuurlijst Amagir, A., Kneppers, L., & Westenberg, H. (2010). Denkvaardigheden. 10

Ebbens, S. O., & Ettekoven, S. (2013). Effectief leren: basisboek. Wolters-Noordhoff Janssen, T., & Rijlaarsdam, G. (1992). Het learner report in the praktijk van de bovenbouw.[learning Reports in Teaching Practices in Higher Secondary Education]. Literaire competentie: het doel van literatuuronderwijs, 209-222. Jonassen, D. H. (1991). Objectivism versus constructivism: Do we need a new philosophical paradigm?. Educational technology research and development, 39(3), 5-14. Pallant, J. (2010). SPSS survival manual: A step by step guide to data analysis using SPSS. McGraw- Hill International. Valcke, M., 2010. Onderwijskunde als Ontwerpwetenschap. Academia Press 11

Bijlage 1: De geanalyseerde toetsvragen OPGAVE C Futura nv heeft voor de uitbreiding van haar machinepark nieuw vermogen nodig ter grootte van 2.500.000,-. Futura nv heeft een bedrijfsruimte gehuurd in een bedrijfsverzamelgebouw waar de huren lager zijn dan in vergelijkbare commerciële gebouwen. Jij moet voor de onderneming onderzoek doen naar de mogelijkheden om nieuw vermogen aan te trekken op de onderhandse markt en op de openbare kapitaalmarkt. Een van de mogelijkheden om vermogen aan te trekken voor deze onderneming is het plaatsen van nieuwe aandelen met een nominale waarde van 50,- tegen een emissiekoers van 62,50. 1. Bereken hoeveel aandelen Futura zal moeten plaatsen. (laat je berekening zien) (2p) 2. Leg uit of de nieuwe aandelen a pari, boven pari of beneden pari zijn geplaatst. (1p) 3. Motiveer of het bij het plaatsen van aandelen gaat om de onderhandse markt of om de openbare markt. (2p) 4. Motiveer of de beurskoers op het moment van emissie van deze aandelen hoger of lager zal zijn geweest dan 62,50. (2p) Door het plaatsen van deze aandelen, zou Futura nv 60% van zijn aandelen in portefeuille houden. 5. Bereken hoe groot het maatschappelijk aandelenvermogen van Futura nv is. (laat je berekening zien) (2p) Andere mogelijkheden om vermogen aan te trekken zouden kunnen zijn het afsluiten van een hypothecaire lening of een obligatielening. 12

6. Motiveer of deze 2 mogelijkheden ook voor Futura nv haalbaar zijn. (elke vorm apart motiveren) (2p) Peter heeft een interneteffectenrekening bij Binck- bank en wil 175 aandelen Futura nv kopen tegen de emissiekoers van 62,50. 7. Hoeveel Agio ontvangt Futura nv van Peter? (2p) 8. Geef drie redenen waarom jij Futura nv zou adviseren om reserves te vormen en licht deze argumenten toe (3p) In totaal 16 punten te behalen Bijlage 2: Uitgebreide Learner Report Vraag 1: Van de case studies heb ik geleerd dat 13

- De koersen snel veranderen: 111 - De koerswaarde veel invloed heeft op dat je je aandelen wil kopen of verkopen - Het een kwestie van gokken is wat een aandeel gaat doen. - Het belangrijk is om me in te leven in het bedrijf en de omstandigheden - Koersen van veel verschillende dingen afhankelijk zijn 11 - Geld verdienen met aandelen best moeilijk is 11 - Wat er nu eigenlijk op de beurs gebeurd.11 - Hoe je met aandelen om moet gaan: 11111 - Aandelen kopen eigenlijk best makkelijk is 11 Vraag 2: Ik begrijp door deze lessen nu beter dat - Je met veel dingen rekening moet houden als je aandelen koopt - Aandelen een heel dynamisch bezit zijn1111 - Als ik een bedrijf zou beginnen ik ook aandelen uit zou kunnen brengen om aan geld te komen1 - Hoe aandelen werken111 - Bedrijven stukjes van hun eigendom verkopen op de beurs - Het lastig is om geld te verdienen met aandelen als je kapitaal niet heel groot is. - Je niet al je geld er in kan stoppen want je hebt kans dat je alles kwijt raakt 11 - Beleggen vergelijkbaar is met een gok- automaat 111 Vraag 3: Ik heb over aandelen geleerd dat ik - Veel geld kan gaan verdienen door te beleggen: 111 - Je de koersen continu moet volgen om ervoor te zorgen dat je aandelen niet opeens niks meer waard zijn111 - Winst en verlies heel dicht bij elkaar liggen: 111 - Nu al goed met aandelen om kan gaan - Hoe ik het beste aandelen kan kopen 14

- Goed onderzoek moet doen voordat iets iets koopt 11 - Niet al mijn geld in een soort moet stoppen want dan kun je alles kwijtraken - Goed moet kijken over een periode van een bedrijf om te kunnen bepalen of je er winst uit kunt halen - Later een risico kan nemen of me er niet mee moet bemoeien Vraag 4: Ik heb van de Twitteropdracht geleerd dat ik - Nu veel weet over hoe aandelen werken - Aan mensen uit kan leggen wat aandelen zijn 1111 - Zelf zou kunnen gaan beleggen - Hoe aandelen werken11 - Je totaal afhankelijk bent van koersveranderingen - Je beter een te lage emissiekoers dan een te hoge kunt hebben - Het heel moeilijk is om een goede waarde voor een bedrijf te bepalen:111 - Het moeilijk is om van te voren in te schatten wat er gaat gebeuren als je aandelen uitbrengt 11 - Als ik later een bedrijf begin aan geld kan komen door aandelen uit te brengen - Met nieuwe aandelen moet uitkijken omdat ze heel onvoorspelbaar zijn - De waarde van een bedrijf heel wisselvallig is 11 Learnerreport ingedeeld in categorieen: Categorie Aantal leerlingen Inzicht in koerswerking 28 Toepassen van kennis 9 Uitleggen van kennis 5 Inzicht voor de toekomst 10 Inzicht voor eigen bedrijf 5 Risico van beleggen 20 15

Geloof in eigen kunnen 11 Totaal 88 16