ZWEMWATERPROFIEL SPIJKVIJVER

Vergelijkbare documenten
ZWEMWATERPROFIEL DE NOORDERPLASSEN

ZWEMWATERPROFIEL DE REIGERPLAS

ZWEMWATERPROFIEL HET WEERWATER

Zwemwaterprofiel de Kibbelkoele

Zwemwaterprofiel de Haarrijnse plas

Actualisatie zwemwaterprofiel De Grote speelweide Amsterdamse Bos 2017

Zwemwaterprofiel De Witte Berg

ZWEMWATERPROFIEL HET RUTBEEK

Zwemwaterprofiel plas Cattenbroek

Zwemwaterprofiel Plas Laagraven (Down under)

ZWEMWATERPROFIEL KOOIWALBOS

Zwemwaterprofiel Kotermeerstal

Actualisatie Venegat. Archimedesweg 1 postadres: postbus AD Leiden telefoon (071) telefax (071)

Actualisatie zwemwaterprofiel Meijepark 2017

Zwemwaterprofiel Speelvijver Voorveldsepolder

ZWEMWATERPROFIEL HET HULSBEEK

Zwemwaterprofiel Het Grasbroek

ZWEMWATERPROFIEL VRIJENBURGBOS

ZWEMWATERPROFIEL BINNENBEDIJKTE MAAS MIJNSHEERENLAND

Zwemwaterprofiel Plas Strijkviertel

Zwemwaterprofiel De Rietplas

Actualisatie Waterspeelplaats Cronesteijn

Actualisatie zwemwaterprofiel Peddelpoel 2016

ZWEMWATERPROFIEL. Brouwershaven

ZWEMWATERPROFIEL KRAAIJENBERGSE PLAS 3

ACTUALISATIE ZWEMWATERPROFIEL. Westeinderplassen Archimedesweg 1 CORSA nummer: zie postadres: versie: 0

Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland 2017

Zwemwaterprofiel Avonturenspeelplaats

ZWEMWATERPROFIEL ABBERTSTRAND

Zwemwaterprofiel Wijthmenerplas

Zwemwaterprofiel Agnietenplas

Zwemwaterprofiel. De Vrolijk. Laren

Zwemwaterprofiel vijver camping Weltevreden

ZWEMWATERPROFIEL ROCKANJE 2 E SLAG

ZWEMWATERPROFIEL Dagstrand Fun Beach

Zwemwaterprofiel Plas Wilhelminapark

Actualisatie zwemwaterprofiel Haarlemmermeerse Bos 2016

Zwemwaterprofiel Put te Werve

Zwemwaterprofiel versie

ZWEMWATERPROFIEL NEELTJE JANS BADSTRAND

ZWEMWATERPROFIEL Tweede Maasvlakte Badstrand

Zwemwaterprofiel versie

Zwemwaterprofiel Naaktrecreatie Spaarnwoude

ZWEMWATERPROFIEL. van het ZWEMWATER DUINMEERTJE HEE

ZWEMWATERPROFIEL PLAS ORANJEPOLDER

ZWEMWATERPROFIEL DOMBURG BADSTRAND

ZWEMWATERPROFIEL NOORDWIJKERHOUT

ZWEMWATERPROFIEL KRALINGSE ESCH (ZWEMBAD) Actualisatie

ZWEMWATERPROFIEL VROUWENPOLDER BREEZAND BADSTRAND

ZWEMWATERPROFIEL WEST NIEUWLAND

ZWEMWATERPROFIEL NIEUW HAAMSTEDE VUURTORENPAD BADSTRAND

Zwemwaterprofiel Peddelpoel

ZWEMWATERPROFIEL OOSTKAPELLE DUINWEG BADSTRAND

ZWEMWATERPROFIEL. van het ZWEMWATER BERKENPLAS

ZWEMWATERPROFIEL RENNESSE LUIEWEG BADSTRAND

Zwemwaterprofiel Milligerplas

ACTUALISATIE ZWEMWATERPROFIEL. Europapark Archimedesweg 1 CORSA nummer: zie

Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland (speelvijver) 2015

Actualisatie zwemwaterprofiel Spijkerboor

ZWEMWATERPROFIEL. Rhederlaag Bahrse Strand

ZWEMWATERPROFIEL. van het ZWEMWATER KANNEDEMEER

ZWEMWATERPROFIEL. van het ZWEMWATER DE DRIESPRONG

ZWEMWATERPROFIEL. van het ZWEMWATER NANNEWIID

Actualisatie zwemwaterprofiel Westbroekplas 2016

Zwemwaterprofiel Beersterplas

ZWEMWATERPROFIEL WOUDE

Vijver Oosterpark. Zwemwaterprofiel

Zwemwaterprofiel Hof Van Eeden Westerlo

Zwemwaterprofiel Het Verlaat

ZWEMWATERPROFIEL DOLFINARIUM

Actualisatie zwemwaterprofiel Oosterbad 2014

Actualisatie zwemwaterprofiel Watergeus

Zwemwaterprofiel. Henschotermeer. Dorien Roubos Waterschap Vallei & Eem November 2009 Definitief

Blauwalgen in Nederland

Zwemwaterprofiel. Landal Landgoed t Loo te Oldebroek. Waterschap Vallei en Veluwe September 2014 Definitief

Zwemwaterprofiel 't Heultje Westerlo

Zwemwaterprofiel versie

ZWEMWATERPROFIEL WALBURGEN

Actualisatie zwemwaterprofiel Noord Aa 2016

Zwemwaterprofiel. De Betteld. Zelhem

Actualisatie zwemwaterprofiel Veerplas

GROTE PLAS DELFTSE HOUT

ZWEMWATERPROFIEL DEN HAAG ZWARTE PAD

ZWEMWATERPROFIEL. van het ZWEMWATER LANGWARDER WIELEN

ZWEMWATERPROFIEL. van het ZWEMWATER DE HEIDE

Zwemwaterprofiel. Zeumeren. Dorien Roubos Waterschap Vallei & Eem November 2009 Definitief

Zwemwaterprofiel Zilverstrand Mol

ZWEMWATERPROFIEL WYLERBERGMEER

Zwemwaterprofiel. De Zanding. Dorien Roubos Waterschap Vallei & Eem Augustus 2010 Definitief

Zwemwaterprofiel Oosterbad Actualisatie 2010

Zwemwaterprofiel Plas Madestein

ZWEMWATERPROFIEL DE MOSTERDPOT. Actualisatie 2010

Blauwalgenprotocol. tweewekelijks monitoren* (celtellingen*) vanaf start badseizoen. Dagelijks beheer * afgesproken? Ja Nee.

Zwemwaterprofiel (volgens Europese richtlijn 2006/7/EC)

ZWEMWATERPROFIEL RECREATIEGEBIED MOOKERPLAS

ZWEMWATERPROFIEL ZWEMWATER NANNEWIID

Zwemwaterprofiel Molenplas 2011

Zwemwaterprofiel (volgens Europese richtlijn 2006/7/EC)

ZWEMWATERPROFIEL ZWANEWATER. Actualisatie

ZWEMWATERPROFIEL ANDIJK ZWEMSTRAND

Transcriptie:

ZWEMWATERPROFIEL SPIJKVIJVER WATERSCHAP ZUIDERZEELAND 8 januari 2014 077358352:0.7 - Definitief C01011.200074.0100

Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Zwemwaterprofiel... 4 1.3 Kwaliteitsklassen en richtwaarden... 5 1.4 Leeswijzer... 5 2 Uitgevoerde werkzaamheden... 6 2.1 Algemene werkwijze... 6 2.2 Stappenplan opstellen zwemwaterprofiel... 6 2.3 Werkwijze beoordeling proliferatie blauwalgen... 7 3 Gebiedsbeschrijving... 10 3.1 Algemeen... 10 3.2 Beheer en onderhoud... 12 3.3 Hydromorfologie... 12 3.4 Ecologie... 13 3.5 Begrenzing zwemwaterzone... 16 4 Bronnen van verontreiniging en gezondheidsrisico s... 17 4.1 Inleiding... 17 4.2 Fecale verontreiniging... 17 4.3 Overige verontreiniging... 17 4.4 Potentiële bronnen... 18 4.5 Veiligheidsonderzoek... 18 4.6 Zwemprof... 19 5 Analyse historische waterkwaliteitsdata... 20 5.1 Fysisch chemische waterkwaliteit... 20 5.2 Bacteriologische waterkwaliteit... 20 5.3 Beoordeling proliferatie blauwalgen... 23 6 Europese zwemwaterrichtlijn beoordeling... 25 6.1 Inleiding... 25 6.2 Intestinale enterococcen... 25 6.3 Escherichia coli... 26 7 Conclusie, maatregelen en aanbevelingen... 27 7.1 Conclusies... 27 7.2 Maatregelen en aanbevelingen... 28 7.3 Vervolgtraject... 28 8 Literatuur... 30 Bijlage 1 Verslag veldbezoek... 31 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 1

Bijlage 2 Functie-, watersysteem- en peilkaart omgeving Spijkvijver... 33 Bijlage 3 Uitslag Zwemprof... 34 Colofon... 35 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 2

1 Inleiding 1.1 AANLEIDING De zwemwaterrichtlijn 2006 7 EG van het Europese parlement van 15 februari 2006 schrijft voor dat alle zwemwateren in 2015 minimaal een aanvaardbare zwemwaterkwaliteit moeten hebben. Een beschrijving van het betreffende zwemwater, de zwemwaterkwaliteit en de maatregelen die behoren bij het behalen van deze kwaliteit dienen gerapporteerd te worden in een zwemwaterprofiel. De nieuwe zwemwaterrichtlijn is in de nationale wetgeving geïmplementeerd in het Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (geldend 05-01-2010). In de nieuwe richtlijn wordt een lager risico op gastro-enteritis (maag- en darmontstekingen) nagestreefd dan in de oude richtlijn. Er worden bepalingen neergelegd met betrekking tot de monitoring en de indeling van de zwemwaterkwaliteit in kwaliteitsklassen. Een andere belangrijke verbetering ten opzichte van de oude richtlijn is dat in de richtlijn bepalingen zijn opgenomen met betrekking tot de verstrekking van informatie over de zwemwaterkwaliteit aan het publiek en de Europese commissie. Verder zal op basis van deze richtlijn een proactief beheer van de zwemwaterkwaliteit gevoerd moeten worden. Dit betekent o.a. dat alle bevindingen dienen te worden gerapporteerd in een zwemwaterprofiel. Waterschap Zuiderzeeland is samen met provincie Flevoland verantwoordelijk voor de waterkwaliteit van de zwemplassen in haar beheergebied. Voor u ligt het geactualiseerde zwemwaterprofiel voor de Spijkvijver (Figuur 1) dat ARCADIS in opdracht van Waterschap Zuiderzeeland heeft opgesteld. Figuur 1. Locatie zwemplas de Spijkvijver (Bron luchtfoto: Bingmaps 2013) 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 3

1.2 ZWEMWATERPROFIEL Van iedere zwemwaterlocatie dient een zwemwaterprofiel te worden opgesteld, waarin de risico s voor zwemmers worden bepaald. Het zwemwaterprofiel beschrijft welke waterkwaliteitsproblemen de zwemwaterlocatie al dan niet kent en welke oorzaken hieraan mogelijk ten grondslag liggen. Voornamelijk wordt inzicht verkregen in de fecale verontreinigingsbronnen en routes. Daarom richt de beoordeling zich vooral op E. coli en intestinale enterococcen. In dit profiel worden ook andere zaken die een verhoogd gezondheidsrisico met zich meebrengen zoals cyanobacteriën (blauwalgen), zwemmersjeuk en botulisme beschreven. In het geval van waterkwaliteitsproblemen zullen mogelijke maatregelen aangeduid worden. In het zwemwaterprofiel is tevens de zwemzone vastgesteld: het gebied waarin het merendeel van de zwemmers zich bevindt en waarvoor de doelstellingen van de richtlijn gelden. Het profiel dient gebaseerd te zijn op en te voldoen aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in bijlage III van de Europese Zwemwaterrichtlijn. Het zwemwaterprofiel dient volgens de Europese zwemwaterrichtlijn te bestaan uit: 1. Een beschrijving van de fysische, geografische en hydrologische kenmerken van het zwemwater en van andere oppervlaktewateren in het beïnvloedingsgebied van het betrokken zwemwater die een bron van verontreiniging zouden kunnen zijn, welke relevant zijn voor de doelen van de richtlijn en als bedoeld in richtlijn 2006/7/EG; 2. Een beschrijving en beoordeling van oorzaken van verontreiniging die het zwemwater kunnen aantasten en schade toebrengen aan de gezondheid van zwemmers; 3. Een beoordeling van de mogelijke proliferatie van cyanobacteriën; 4. Een beoordeling van de mogelijke proliferatie van macroalgen en/of fytoplankton; 5. De volgende gegevens indien de onder punt 2 bedoelde beoordeling aantoont dat er een risico van een kortstondige verontreiniging bestaat: - De vermoedelijke aard, frequentie en duur van verwachte kortstondige verontreiniging; - Nadere gegevens over alle resterende oorzaken van verontreiniging, waaronder de genomen beheermaatregelen en het tijdschema voor het wegnemen van de verontreiniging; - De, tijdens kortstondige verontreinigingsincidenten, genomen beheermaatregelen en de identiteit en contactgegevens van de instanties die met het nemen van de maatregelen belast zijn. 6. De locatie van het controlepunt. Alle bevindingen voor zwemvijver de Spijkvijver zijn opgenomen in dit zwemwaterprofiel. Op basis van dit profiel dient de beheerder maatregelen te nemen om, indien nodig, het risico op besmetting van de zwemmer te reduceren. 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 4

1.3 KWALITEITSKLASSEN EN RICHTWAARDEN In de Europese zwemwaterrichtlijn is onderscheid gemaakt tussen verschillende zwemwaterkwaliteitsklassen. Deze klassen zijn weergegeven in Tabel 1. Parameter Uitstekend Goed Aanvaardbaar Referentiemethode Intestinale enterococcen (kve/100ml) 200 * 400 * 330 ** ISO 7899-1 of ISO 7899-2 E. coli (kve/100ml) 500 * 1000 * 900 ** ISO 9308-3 of ISO 9308-1 * Gebaseerd op het 95-percentiel (Bijlage II van de zwemwaterrichtlijn) ** Gebaseerd op het 90-percentiel (Bijlage II van de zwemwaterrichtlijn) Tabel 1. Normen kwaliteitsklassen zoet binnenwater (Bijlage I van de zwemwaterrichtlijn) Bij interpretatie van de meetgegevens en beoordeling volgens bovenstaande normen moet altijd de hydromorfologie van het zwemwater in ogenschouw worden genomen. Retentiesnelheid, stroomsnelheid en windwerking zorgen voor verdunning van fecale verontreinigingen. Deze parameters moeten goed in beeld zijn gebracht voor de meetgegevens geïnterpreteerd worden. Hierin wordt voorzien in hoofdstuk 3 (de gebiedsbeschrijving). 1.4 LEESWIJZER In hoofdstuk 2 zijn de uitgevoerde werkzaamheden gerapporteerd en uitgelegd. Hoofdstuk 3 omvat de gebiedsbeschrijving van de zwemlocatie en in hoofdstuk 4 zijn de bronnen van fecale en andere verontreinigingen in kaart gebracht en geanalyseerd met behulp van o.a. het model Zwemprof. In hoofdstuk 5 is de historische waterkwaliteitsdata geanalyseerd. Op basis van deze analyse is de zwemwaterkwaliteit in hoofdstuk 6 ingedeeld in een kwaliteitsklasse volgens de Europese Zwemwaterrichtlijn. In hoofdstuk 7 zijn de conclusies en aanbevelingen voor het nemen van eventuele maatregelen weergegeven. 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 5

2 Uitgevoerde werkzaamheden 2.1 ALGEMENE WERKWIJZE Voor het opstellen van een zwemwaterprofiel zijn een aantal handreikingen en rapportages opgesteld waarin richtlijnen zijn opgenomen (RIZA/Grontmij 2005; RIZA/ V&W/ DHV, 2005; RIZA/ DHV, 2007). Waar mogelijk gaat voorliggend zwemwaterprofiel uit van deze richtlijnen. In de handreiking bij het opstellen van een zwemwaterprofiel, (RIZA/Grontmij 2005) wordt onderstaande routekaart getoond die gebruikt is bij het opstellen van voorliggend zwemwaterprofiel (Figuur 2). Figuur 2 Algemene routekaart voor het opstellen van een zwemwaterprofiel (naar RIZA/Grontmij, 2005) 2.2 STAPPENPLAN OPSTELLEN ZWEMWATERPROFIEL Bij het opstellen van voorliggend zwemwaterprofiel zijn de volgende stappen van de routekaart conform de handreiking bij het opstellen van een zwemwaterprofiel, (RIZA/Grontmij 2005) doorlopen: Gebiedsbeschrijving en hydromorfologie: - Algemene beschrijving is opgesteld door gebruik te maken van relevante kaarten en/of luchtfoto s; - Algemene beschrijving van het strand/ de oevers is gemaakt door het interviewen van de locatiebeheerder en door gebruik te maken van bevindingen van het veldbezoek; - Hydrologische beschrijving is gemaakt aan de hand van beschikbare kaarten en kennis bij het Waterschap; - Relevante informatie van de provincie is gebruikt (Veiligheidskundig onderzoeksverslag van de Provincie); 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 6

- Er is nagegaan of er problemen opgetreden zijn. De provincie en de GGD zijn hiervoor geraadpleegd; - Er is nagegaan welke potentiële verontreinigingsbronnen en routes er zijn, door gebruik te maken van de lijst met bronnen uit de handreiking en door gebruik te maken van kennis die binnen het waterschap aanwezig is. Veldbezoek: - De actuele situatie is vergeleken met de vergaarde gegevens; - Een medewerker van ARCADIS met een ecologische achtergrond heeft de ecologische parameters beoordeeld; - Bezoekers van het strand, indien aanwezig, zijn geïnterviewd; - De beheerder van de plas is geïnterviewd. Historische waterkwaliteit: - Nagegaan is welke klachten er de laatste jaren geregistreerd zijn en of er zwemverboden geweest zijn, door het raadplegen van de provincie; - Er is een analyse gemaakt van de bacteriologische data en het voorkomen van blauwalgen ten opzichte van de klimatologische data, door gebruik te maken van beschikbare data van het waterschap en KNMI; - Er is nagegaan of er een relatie is tussen bacteriologische data en andere relevante parameters of activiteiten, door gebruik te maken van aanwezige informatie bij het waterschap, provincie of locatiebeheerder; - Nagegaan is of er nog andere aspecten geweest zijn die van belang waren op de locatie, er is navraag gedaan bij het waterschap. Lijst bronnen en routes: - Op basis van het veldbezoek en bovenstaande analyse en beschrijvingen is een lijst opgesteld van alle potentiële bronnen van verontreiniging en routes. Meetprogramma/richtgetallen: - Met behulp van de boven verzamelde richtgetallen (door middel van het spreadsheetmodel ZWEMPROF behorende bij de handreiking) is geschat in hoeverre een bepaalde bron of bronnen een bijdrage leveren aan fecale verontreiniging van het betreffende water. Veiligheidsonderzoek 2012 provincie Flevoland. Analyseren/evalueren: - Alle gegevens van voorgaande stappen zijn geanalyseerd. Zwemwaterprofiel: - Het zwemwaterprofiel is opgesteld. 2.3 WERKWIJZE BEOORDELING PROLIFERATIE BLAUWALGEN Cyanobacteriën (blauwalg) Cyanobacteriën worden ook wel blauwalgen genoemd. Ze zweven als groene sliertjes of slijmerige proppen in het water. Bij warm, zonnig weer vormen ze een opvallend laagje op het water dat vaak verschillende tinten groen heeft: helder groen, donkergroen, blauwgroen, en soms zelfs helder blauw. De drijflaag heeft een onaangename geur. De wind blaast de wieren vaak naar een kant van het water en soms in schuimige plakken of in een korst op de oever. Het bederf veroorzaakt stank. Er zijn diverse soorten Cyanobacteriën die gifstoffen produceren. Van die gifstoffen zijn de volgende effecten bekend: huiduitslag, irritatie van ogen, neus, keel en oren, misselijkheid, maagkrampen, braken, diarree, koorts, hoofdpijn, duizeligheid, trillerigheid, tranenvloed en speekselvloed. Daarnaast kunnen levercellen beschadigd raken en kunnen andere kwalen bevorderd worden. Ook huisdieren kunnen ernstig ziek worden door drinken van water met Cyanobacteriën of door erin te zwemmen en daarna de vacht schoon te likken. Deze giftige stoffen worden in het water tamelijk snel afgebroken. Het rapport Blauwalgen in het zwemwaterprofiel (RWS waterdienst, 2008) is een handreiking om het risico op proliferatie van toxische blauwalgen te beoordelen. De risico s schuilen voornamelijk in de 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 7

toxines die door blauwalgen van de geslachten Microcystus, Anabaena, Aphanizomenon en Planktothrix worden geproduceerd. Methode De beoordeling is opgebouwd uit verschillende stappen die in onderstaande Figuur 3 zijn weergegeven (RIZA/ DHV, 2007). In deze paragraaf worden de stappen binnen het kader in afbeelding 2.3 doorlopen. De stap Gebiedsbeschrijving Hydromorfologie wordt in de paragrafen 3.1 tot en met 3.3 beschreven. Figuur 3 Stappenplan om te komen tot de blauwalgen beoordeling in het zwemwaterprofiel (uit Riza/ DHV, 2007). De stappen uit deze figuur zijn doorlopen op de manier die hieronder staat beschreven. 1. Aanwezigheidscheck gegevens blauwalgen: De uiteindelijke inschatting van de kans op blauwalgenoverlast is voornamelijk gebaseerd op de aanwezigheid van toxische blauwalgen in het verleden. Deze gegevens zijn verzameld door het waterschap en/of de beheerder. Bovendien speelt informatie over de aanwezigheid van drijflagen, concentraties microcystine en informatie over gezondheidsklachten een rol. 2. Analyse toestandsvariabelen: Voor een goede beoordeling is het water minimaal 10 maal per zwemseizoen gecontroleerd. Gedurende het gehele seizoen zijn de volgende eisen van belang in deze stap: Doorzicht > 1 meter Chlorofyl < 50 μg/l ph < 9 Wanneer voldaan wordt aan deze eisen is de kans op een blauwalgenplaag klein en is een verdere uitwerking niet nodig. Wanneer niet wordt voldaan aan één van deze eisen en het kan niet anders worden verklaard dan dat het veroorzaakt wordt door algen, is er risico op een blauwalgenplaag en wordt verder gegaan met stap 3. 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 8

3. Blauwalgen analyse: Wanneer in het veld bleek dat de toestandsvariabelen alarmerend waren, zoals beschreven in stap 2, of wanneer de plas is opgenomen in de plaagalgenmonitoring naar aanleiding van het voorgaande zwemseizoen, is een cyanobacterieanalyse uitgevoerd. De dichtheden van potentieel toxische cyanobacteriën wordt bepaald en richt zich op de 4 belangrijkste geslachten in Nederland: Microcystis, Planktothrix, Anabaena, en Aphanizomenon. 4. Inschatting kans op blauwalgen: In stap 4 wordt met de aanwezige informatie uit voorgaande stappen een inschatting gemaakt op de kans op blauwalgenproliferatie. Als één van de volgende zaken waar was op enig moment in de afgelopen vijf jaar: Er was een drijflaag met detecteerbaar microcystine; Microcystine concentratie in de waterfase was groter dan 20 μg/l; Sterke aanwijzingen dat cyanobacteriën ten grondslag liggen aan: - Ziekte of sterfte van dieren; - Gezondheidsklachten bij recreanten. Dichtheden van de geslachten Microcystis, Planktothrix, Anabaena, en Aphanizomenon waren groter dan 100.000 cellen/ml of groter dan 100.000 draden/ml. Dan is er een aanzienlijke kans dat er in de komende vijf jaar een toxische bloei optreedt. 5. Nadere beschrijving Indien bij stap 4 is geconcludeerd dat er een aanzienlijke kans op proliferatie van blauwalgen aanwezig is, is een nadere beschrijving van het systeem noodzakelijk. Tevens dient een passende controle of monitoring te worden uitgevoerd in de komende seizoenen. 6. Geen verdere actie Wanneer geen van de bij stap 4 genoemde situaties zich heeft voorgedaan, is verdere actie niet essentieel. De conclusies van de bovenstaande stappen dienen te worden verwoord in het zwemwaterprofiel (zie paragraaf 5.3). 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 9

3 Gebiedsbeschrijving 3.1 ALGEMEEN De gebiedsbeschrijving is gebaseerd op het vorige zwemwaterprofiel (2008), overige informatie is te vinden op de site www.zwemwater.nl, aangeleverde gegevens door het waterschap en op het veldbezoek (9 september 2013). Ongeveer 5 kilometer ten oosten van Biddinghuizen ligt de Spijkvijver, midden in het Spijkbos in Flevoland. De vijver is ondiep (circa 1,5 meter) en bestaat uit twee plassen, die via een versmalling met elkaar verbonden zijn (Figuur 4). De plassen hebben samen een oppervlakte van ruim 3 hectare. Het officiële zwemstrand ligt in de westelijke plas, aan de noordoostkant (Figuur 5). Aan de oostelijke plas is ook een strandje met een ligweide aanwezig, maar de oever is hier grotendeels begroeid met een brede rietkraag zodat slechts een smalle opening (5-10 m) naar het water over blijft. Figuur 4 Bovenaanzicht Spijkvijver (Bron luchtfoto: Bingmaps) De plas is met de auto bereikbaar, er is een parkeerplaats ten oosten van de plas. Gasten van de Spijkvijver zijn vooral afkomstig van nabijgelegen campings. Het gebied rond de spijkvijver wordt veel gebruikt als wandelgebied en is losloopgebied voor honden. Honden komen veel op het strand en zwemmen in de plas. Ook lopen rond de plas veel ruiterpaden en komen paarden op het strand en in het water. 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 10

Figuur 5. Schematische weergave van de Spijkvijver, met zwemzone (gearceerd) en meetpunt (rode stip) De plas is vrij toegankelijk en op een drukke dag zijn ongeveer 50 bezoekers aanwezig. De verboden en voorwaarden voor een bezoek aan de zwemplas en de staat van de waterkwaliteit zijn weergegeven op een officieel informatiebord bij de zwemplas (Figuur 6). Op het terrein zijn geen voorzieningen aanwezig in de vorm van douche, toilet of prullenbakken. Bezoekers zijn zelf verantwoordelijk voor het opruimen van afval. Figuur 6. Informatiebord zwemplas Spijkvijver De locatie wordt elke twee weken bemonsterd op de waterkwaliteit. Dit wordt gedaan op een meetpunt in de zwemzone, met meetpuntcode 27AN-023-01. Het landgebruik rondom de spijkvijver is naaldbos, loofbos en overig open begroeid natuurgebied (zie Bijlage 2 functiekaart). Ten tijde van het veldbezoek maakt de zwemlocatie over het algemeen een goede indruk; de ligweides zijn gemaaid, schoon en onderhouden en het water is erg helder. Het zwemstrandje bij de officiële zwemzone is echter minder schoon; op het strand en in de zwemzone liggen veel pakketten drijfalgen (flab). Door het uitzakken van het waterpeil is een deel van deze algen op het strand blijven liggen, wat geleid heeft tot afbraak en stank. 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 11

Verder zijn op het strand veel sporen en uitwerpselen aangetroffen van honden, paarden en vogels (Figuur 7). Figuur 7. Een vervuilde indruk van het zwemstrand; flab op het strand (a) en sporen en uitwerpselen van hond (b), watervogels (c) en paard (d). 3.2 BEHEER EN ONDERHOUD De Spijkvijver ligt in het gebied van Staatsbosbeheer, welke tevens de beheerder is van de zwemlocatie. De Spijkvijver wordt gezien als natuurvijver en onderdeel van het natuurgebied en wordt daarom zo veel mogelijk extensief beheerd. De ligweides worden gemaaid en het strand wordt een aantal keer per jaar schoongemaakt. Er zijn geen voorzieningen aanwezig, zoals douche, toilet, vuilnisbakken of drijflijn. De zwemlocatie wordt regelmatig op zicht gecontroleerd en indien nodig wordt vuil en rotzooi met de hand verwijderd. Het tweede meer zuidelijk gelegen deel van de plas wordt vrijwel niet beheerd zodat de natuur haar gang kan gaan en groeit langzaam dicht. Er is in het verleden wel eens een klacht geweest over de aanwezigheid van waterplanten in de zwemzone, maar volgens de beheerder maakt dit deel uit van een natuurvijver en worden deze niet gemaaid. 3.3 HYDROMORFOLOGIE De Spijkvijver is geen KRW waterlichaam. Het is een geïsoleerde plas die enkel in verbinding staat met een klein slootje aan de noordwest zijde van de Spijkvijver voor de afvoer van overtollig water (Figuur 8). Ten tijde van het veldbezoek stond dit slootje vrijwel droog. Er was geen sprake van aanvoer van gebiedsvreemd water. De Spijkvijver is een stagnant water, welke wordt gevoed door regen en kwel. 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 12

Figuur 8. Belangrijkste aan- en afvoerroutes van water in de Spijkvijver (bron: Zwemwaterprofiel 2008). 3.4 ECOLOGIE Tijdens het veldbezoek heeft een inventarisatie plaatsgevonden van aanwezige flora en fauna, om een beeld te krijgen van de ecologische staat van de plas. Alle waarnemingen zijn op het oog, vanaf de kant gedaan. De algemene indruk is dat het water zich goed ontwikkelt heeft door de aanwezigheid van brede rietkragen, veel emergente (deels boven het water uitstekende) vegetatie in de gehele plas en zeer helder water. De watervegetatie is gevarieerd, dit duidt op een goede waterkwaliteit (Figuur 9). De plas wordt gevoed door regen en kwel, waardoor de input van nutriëntrijk water gering is. Op het strand en rondom de plas zijn veel uitwerpselen aangetroffen van honden, paarden en vogels. De brede rietkraag en begroeide oevers functioneren als een buffer, zodat nutriënten instroom als gevolg van oppervlakkige afstroming beperkt is. Echter, uitwerpselen op het strand en nabij de vloedlijn en dieren in het water kunnen wel een bron van nutriënten zijn. 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 13

Figuur 9. Relatie vegetatie type, waterkwaliteit en ecologische kwaliteit (Bron: projectvoorstel PLONS Wageningen Universiteit, 2008). Bij aankomst bij de Spijkvijver waren enkele zwanen met jongen, wilde eenden en meerkoeten aanwezig in de plas en op het strand (Figuur 10). Volgens de beheerder zijn watervogels veel aanwezig in de plas, vooral in de ruiperiode. Naast sporen van honden en paarden zijn ook afdrukken van reeën aangetroffen op het strand. Op de ligweides zijn veel konijnenkeutels te vinden. Volgens de beheerder bevat de vijver veel karpers en paling, deze zijn echter tijdens het bezoek niet waargenomen. Figuur 10. Enkele zwanen achter in de plas Een opsomming van de aanwezige flora & fauna in- en rond de spijkvijver is weergegeven in Tabel 2. 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 14

Aanwezige flora & fauna Oever- en emergente vegetatie 1 Riet (Phragmites communis) 2 Water ranonkel (Ranunculus sp.) 3 Grof hoornblad (Ceratophyllum demersum) Vogels 4 Knobbelzwaan (Cygnus olor) 5 Ganzen (Anser anser / Anser albifrons / Branta canadensis) 6 Wilde eend (Anas platyrhynchos) 7 Meerkoet (Fulica atra) Vissen 8 Karper (Cyprinus carpio) (o.b.v. informatie beheerder) 9 Paling (Anguilla anguilla) (o.b.v. informatie beheerder) Zoogdieren 10 Ree (Capreolus capreolus) (Sporen) 11 Konijn (Oryctolagus cuniculus) (Sporen) Tabel 2. Aanwezige flora & fauna in- en rond de Spijkvijver tijdens het veldbezoek. Zwemmersjeuk In het verleden is een enkele keer een klacht geweest over huidirritatie. Volgens de beheerder is onduidelijk of de betreffende persoon dit in de Spijkvijver of op een andere locatie heeft opgelopen. Er is verder geen onderzoek geweest naar de oorzaak aangezien het een eenmalig incident betrof. Het zou kunnen gaan om zwemmersjeuk of schistosoma dercarialis dermatitis. Dit ontstaat in het larvale stadium van een platworm (Trichobilharzia ocellata), die een huidirritatie veroorzaakt. De larfjes zijn met het blote oog bijna niet te zien. Poelslakken die op de submerse vegetatie leven zijn tussengastheer voor de platwormen. Volwassen wormen leven als parasieten in watervogels waarnaar ze op zoek gaan als ze de slakken verlaten. Daarbij kunnen ze per ongeluk bij een zwemmer terechtkomen (Figuur 11). Een larfje dat doordringt in de huid van een mens, sterft daar en veroorzaakt irritatie. In het begin is het nauwelijks voelbaar, behalve als het om grote aantallen tegelijk gaat; dit kan een tintelend gevoel veroorzaken. Als de huiduitslag zichtbaar wordt, treedt ook de jeuk op. De huiduitslag verdwijnt na een paar dagen vanzelf. De aandoening is hinderlijk maar niet gevaarlijk. Door het uitzetten van witvis als blankvoorn en zeelt kan men zwemmersjeuk tegengaan. Het resultaat laat echter wel enkele jaren op zich wachten vanwege het feit dat de vissen vooral de kleinere slakken eten en de platwormen vooral in de grotere slakken zitten. Zwemmersjeuk treedt meestal op in wateren waarvan het ecosysteem nog in ontwikkeling is en de witvisstand zeer laag is (van Donk & Collé, 1988). Naast deze melding uit het verleden zijn geen klachten betreffende zwemmersjeuk meer voorgekomen. 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 15

Figuur 11. Schematische weergave zwemmersjeuk- cyclus. Botulisme Botulisme is een vorm van voedselvergiftiging waaraan vooral watervogels en vissen sterven. De bacterie (Clostridium botulinum) die botulisme veroorzaakt kan zich alleen onder bepaalde omstandigheden vermenigvuldigen. De bacterie produceert een gif. Gunstige omstandigheden voor botulisme zijn een eiwitrijk, zuurstofarm milieu en water dat 20 O C of warmer is. De optimale groei van de bacterie en van de toxineproductie vindt plaats bij een ph tussen de 6 en 7. De afgelopen vier jaar zijn er geen meldingen en/of klachten geweest. 3.5 BEGRENZING ZWEMWATERZONE In de Spijkvijver is geen fysieke afbakening van de zwemzone aanwezig, deze staat wel aangegeven op het informatiebord (zie figuur 5). In het water staan nog palen waar ooit de drijflijn gelegen heeft. De beheerder is voornemens deze palen te verwijderen en is van mening dat een drijflijn niet passend is voor een natuurvijver. 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 16

4 Bronnen van verontreiniging en gezondheidsrisico s 4.1 INLEIDING In dit hoofdstuk worden alle bronnen genoemd die tijdens de bureaustudie, het veldbezoek of uit gegevens van waterschap Zuiderzeeland naar voren zijn gekomen. Vervolgens is een inschatting gemaakt van potentiële bronnen van vervuiling. Ten slotte is een analyse uitgevoerd van de invloed van de bronnen op de waterkwaliteit met behulp van model ZWEMPROF. 4.2 FECALE VERONTREINIGING Fecale verontreiniging ter plaatse Fecale verontreiniging ter plaatse kan veroorzaakt worden door mensen of dieren. Er is geen sanitair aanwezig op de zwemlocatie of in de nabije omgeving. De kans op menselijke fecale verontreiniging is daarom redelijk groot. Het gebied wordt veel gebruikt als hondenlosloopgebied en als ruitergebied. Op het strand waren tijdens het veldbezoek veel sporen van honden, paarden, watervogels en enkele reeën aanwezig. Tevens lagen er veel uitwerpselen van honden, paarden, zwanen en eenden op het zwemstrand. Volgens de beheerder wordt de plas ook veel door ganzen bezocht, in de rui-periode. Al deze dieren vormen een bron van verontreiniging, dit kan in potentie leiden tot waterkwaliteitsproblemen in de vorm van eutrofiëring of bacteriële verontreiniging. Fecale verontreiniging vanuit de omgeving Een ander risico voor de zwemwaterkwaliteit is fecale verontreiniging uit de omgeving. In geval van de Spijkvijver is deze bron zeer klein. De directe omgeving bestaat uit loof- en naaldbossen en open natuur terreinen (zie ook Bijlage 1). De Spijkvijver is geïsoleerd en wordt gevoed met regen en kwel. Er wordt geen water op de vijver geloosd. 4.3 OVERIGE VERONTREINIGING Een andere bron van vervuiling kan zwerfafval van bezoekers zijn. Op het terrein zijn geen vuilnisbakken aanwezig, zwerfvuil wordt ongeveer eens in de twee weken handmatig door de beheerder verwijderd. Naast wat plastic afval op het strand is de zwemlocatie over het algemeen schoon, tijdens het veldbezoek is haast geen zwerfvuil waargenomen. Oppervlaktewater Microverontreinigingen kunnen ook waterkwaliteitsproblemen opleveren. Op het terrein wordt alleen gemaaid, er worden geen bestrijdingsmiddelen ingezet. In de Spijkvijver wordt niet op 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 17

microverontreiniging gemeten, naar verwachting vormt dit ook geen waterkwaliteitsprobleem. Het waterschap heeft de oppervlaktewaterkwaliteitsgegevens beschikbaar gesteld van meetpunt 00702 (zwemstrand Spijkvijver). Deze gegevens laten zien dat er ook geen andere waterkwaliteitsproblemen aan de orde zijn (zie ook hoofdstuk 5). 4.4 POTENTIËLE BRONNEN Naast bestaande bronnen zijn er bronnen die nu nog niet aan de orde zijn maar dat in de toekomst misschien wel worden. Zwemmers kunnen, wanneer in grote aantallen aanwezig, zelf ook invloed uitoefenen op de zwemwaterkwaliteit. Naast fecale verontreiniging kan ook het opwoelen van de bodem voor problemen zorgen. Omwoeling van sediment kan een grote flux van fosfaat en nitraat naar de waterkolom veroorzaken en algengroei bevorderen. De beheerder heeft echter aangegeven dat het zwemstrand geen grote aantallen bezoekers kent. Op een drukke dag zijn volgens de beheerder ongeveer 50 mensen aanwezig. Op een normale dag zijn slechts enkele bezoekers aanwezig. Veel en frequente omwoeling van sediment door zwemmers wordt normaal gesproken niet verwacht, op een drukke dag zou dit van gering belang kunnen zijn. Daarnaast is vanaf het strand een vrij kale, zandige bodem zichtbaar, zonder een dikke sliblaag. Een andere bron van vervuiling kunnen kadavers van dieren zijn. Door dode dieren kan o.a. botulisme voorkomen. Aangezien zwerfvuil regelmatig netjes wordt opgeruimd, wordt dit risico klein geacht. Af en toe worden buiten het zwemseizoen grote groepen watervogels gesignaleerd op het zwemstrand. Zo kan het voorkomen dat bijvoorbeeld een groep ganzen in het trekseizoen de plas aandoet. Dit kan een verhoogd risico op fecale verontreiniging betekenen. 4.5 VEILIGHEIDSONDERZOEK In 2012 is een veiligheidsonderzoek uitgevoerd van de Spijkvijver door de Provincie. Hierbij zijn o.a. de volgende onderwerpen onderzocht: Beheer & onderhoud Informatievoorziening Hygiëne en gezondheid Veiligheid Beoordeling veiligheidsonderzoek De beoordeling van deze locatie is matig. In de zwemlocatie ontbreken de nodige voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, prullenbakken en drijflijnen. Het strand wordt niet regelmatig geëgaliseerd en gefreesd. Hierdoor komt de reductielaag (organische laag) steeds dichter aan de oppervlakte. Dit kan van invloed zijn op de waterkwaliteit van een kleine plas als de Spijkvijver. Beoordeling locatie : Conclusie zwemwaterkwaliteit : Aanbevelingen: matig goed, doorzicht 100 cm regelmatig frezen en egaliseren; sanitaire voorzieningen en afvalbakken plaatsen; drijflijnen aanbrengen; vijver uitbaggeren i.v.m. dikte sliblaag. 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 18

Huidige situatie De huidige situatie is vrijwel gelijk aan de situatie ten tijde van het veiligheidsonderzoek. Wel waren de stranden ten tijde van het veldbezoek geëgaliseerd en gefreesd; volgens de beheerder werd dit ongeveer tweewekelijks uitgevoerd. Andere aanbevelingen zijn niet uitgevoerd. De beheerder is niet voornemens dergelijke maatregelen uit te voeren, aangezien deze niet overeenkomen met de functie van deze natuurplas zoals de beheerder deze voor ogen heeft. De beheerder verwacht dat het plaatsen van vuilnisbakken juist leidt tot meer rotzooi, dus als alternatief ruimt hij regelmatig zwerfvuil op. 4.6 ZWEMPROF Bij de handreiking Zwemwaterprofielen is het spreadsheetmodel Zwemprof opgenomen. Hierin kunnen een aantal parameters zoals dimensies van het zwemwater, aantallen bezoekers, aantallen aanwezige dieren ingevoerd worden. Uitkomst van het model is dan een uitslag waarin een inschatting wordt gemaakt van de invloed van een aantal factoren op de zwemwaterkwaliteit. Deze uitslag is te zien in Bijlage 3. Op vrijwel alle punten scoort de Spijkvijver geen invloed op het zwemwater. Alleen als het aantal bezoekers zich op een kluitje begeven zou dit van grote invloed kunnen zijn, zowel op een drukke als gemiddelde dag. Toch heeft zich in de afgelopen jaren zelden een incident voorgedaan. Enkel in 2010 is er een piek waargenomen in E. coli bacteriën en intestinale Enterococcen. Deze pieken werd gemeten op 30 augustus. In de dagen voorafgaand aan 30 augustus zijn een aantal forse neerslagpieken waargenomen (18-32mm), waardoor mogelijk oppervlakkige afstroming heeft plaatsgevonden (zie ook paragraaf 5.2). Daarmee kunnen uitwerpselen van dieren in het water terecht zijn gekomen, die waarschijnlijk geleid hebben tot een tijdelijke piek in E. coli en intestinale Enterococcen. Naast dit incident zijn geen andere pieken waargenomen. Op basis van deze gegevens worden geen waterkwaliteitsproblemen met betrekking tot bacteriologische verontreiniging verwacht. 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 19

5 Analyse historische waterkwaliteitsdata 5.1 FYSISCH CHEMISCHE WATERKWALITEIT Waterschap Zuiderzeeland monitort de waterkwaliteit van de Spijkvijver vanaf het jaar 2002. Naast bacteriologische data (paragraaf 5.2) zijn ook fysisch-chemische waterkwaliteitsparameters gemeten. Hieronder zijn de gegevens gepresenteerd van 2010 2013, bemonsterd in de maanden april tot en met september. Jaar O2 (mg/l) O2 (%) ph EGV (ms/m) Temp. ( C) Doorzicht (cm) 2013 9,0 87,6 8,1 98,6 14,2 78 2012 11,3 111,6 9,1 85,4 18,4 74 2011 11,0 115,5 9,0 99,2 17,6 73 2010 10,0 104,7 8,5 101,8 17,8 62 Tabel 3. Gemiddelde waarden per zwemseizoen voor de periode 2010 en 2013. De bovenstaande tabel (3) geeft een overzicht van de zomerhalfjaargemiddelde van een aantal gemeten parameters. Hieruit blijkt dat de getoonde parameters behoorlijk stabiel zijn. Het doorzicht is over het algemeen goed (meestal bodemzicht omdat de plas ter plekke van het meetpunt ondiep is) en de gemiddelde temperatuur fluctueert enkele graden, verder zijn geen opvallende metingen waargenomen. De fysische parameters zijn normaal voor een kleine plas in Nederland, deze gegevens geven geen aanleiding tot het verwachten van waterkwaliteitsproblemen. 5.2 BACTERIOLOGISCHE WATERKWALITEIT Waterschap Zuiderzeeland meet naast de fysisch-chemische parameters ook bacteriologische indicatoren. Sinds 2005 zijn E. coli en intestinale enterococcen gemeten. In de onderstaande grafieken is enkel het jaar 2010 weergegeven, omdat in dit jaar een duidelijke bacteriologische verontreiniging heeft plaatsgevonden. In Figuur 12 en Figuur 14 zijn deze gegevens uitgezet samen met de gemeten watertemperaturen. De watertemperatuur gaat nauw samen met de intensiteit van waterrecreatie en is ook gerelateerd aan de celdeling van fecale bacteriën. In Figuur 13 en Figuur 15 zijn meetgegevens van E. coli en intestinale enterococcen van 2010 uitgezet samen met neerslag gegevens (meetstation Lelystad). Neerslag kan op deze locatie invloed hebben op oppervlakkige afspoeling van uitwerpselen Voor beide parameters (E. coli & IE) geldt dat voor de gemeten aantallen KVE/100ml een rapportagegrens van 15 of 10 KVE/100ml is opgegeven. Voor de grafieken en berekeningen wordt gewerkt met de helft van rapportage grens. Figuur 12 en Figuur 13 toont de concentratie E. coli bacteriën in 2010 uitgezet tegen watertemperatuur en neerslag. Op 30 augustus is de hoogste waarde aangetroffen met meer dan 19.000 KVE/100ml. Deze 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 20

waarde ligt ver boven de gewenste waarden voor een goede kwaliteit, conform de Europese zwemwaterrichtlijn. In de overige jaren zijn de maximale waarden voor E. coli laag. Figuur 14 en Figuur 15 tonen eenzelfde beeld voor intestinale enterococcen. Er is slechts een enkele hoge waarde op 30 augustus met meer dan 980 KVE/100ml. Alle overige waarden zijn laag. De hoge waarde van intestinale enterococcen valt samen met een aantal dagen forse regen (18-32 mm/etmaal), maar een dergelijke regenpiek komt ook op andere momenten van het jaar en andere jaren voor. Het is niet zeker dat intensieve regen direct gerelateerd is aan verhoogde E. coli en intestinale enterococcen. Naar verwachting heeft een samenhang van regenval, temperatuur en de aanwezigheid van fecale verontreiniging geleidt tot dit incident. Tijdens het veldbezoek zijn veel uitwerpselen waargenomen op de oever en het strand. Ook kan het voorkomen van watervogels een verklaring zijn. Volgens de beheerder wordt de plas veel door vogels gebruikt en tijdens het veldbezoek zijn zwanen, wilde eenden en meerkoeten aangetroffen. Figuur 12. E. coli (KVE/100 ml) en watertemperatuur ( C). De gele lijn betreft de 95-percentiel norm voor een uitstekende beoordeling. 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 21

Figuur 13. E. Coli (KVE/100 ml) en neerslag. De gele lijn betreft de 95-percentiel norm voor een uitstekende beoordeling. Figuur 14. Intestinale enterococcen (KVE/100 ml) en watertemperatuur ( C). De gele lijn betreft de 95-percentiel norm voor een uitstekende beoordeling. 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 22

Figuur 15. Intestinale enterococcen (KVE/100 ml) en neerslag. De gele lijn betreft de 95-percentiel norm voor een uitstekende beoordeling. 5.3 BEOORDELING PROLIFERATIE BLAUWALGEN Het rapport Blauwalgen in het zwemwaterprofiel (RWS waterdienst, 2008) is een handreiking om het risico op proliferatie van toxische blauwalgen te beoordelen. In deze paragraaf zijn de stappen die deze beoordelingsmethode voorschrijft uitgewerkt voor de Spijkvijver. Voor een beschrijving van de methode zie paragraaf 2.3. Toetsing op basis van handreiking blauwalgen in het zwemwaterprofiel Stap 1. Aanwezigheidscheck gegevens blauwalgen Voor de Spijkvijver zijn enkele meetgegevens beschikbaar van 2010 en 2013 en visuele screenings van 2008 2013. De celtellingen uit 2010 en 2013 zijn niet op soort niveau gedetermineerd, maar onder de verzamelterm toxische blauwalgen gerapporteerd. Stap 2. Analyse toestandsvariabelen Het doorzicht is de laatste vier zwemseizoenen goed; gemiddeld wel minder dan 1 m, maar dit ligt aan de diepte van het meetpunt (bodemzicht). De zuurgraad is in een aantal perioden relatief hoog, met uitschieters tot net onder ph 10. Het verloop van de zuurgraad kan fluctueren gedurende een etmaal bij grote dichtheden waterplanten of algen. Planten en algen nemen overdag tijdens de fotosynthese CO2 op. Als gevolg hiervan wordt er weinig H + gevormd, wat een stijging in ph tot gevolg heeft. Tijdens het veldbezoek zijn hoge dichtheden waterplanten waargenomen, waarschijnlijk veroorzaken deze de relatief hoge ph. Het Chlorofyl gehalte is alleen in 2003 gemeten, alle metingen waren lager dan 10 ug/l. Aangezien het doorzicht gemiddeld minder is dan 1 meter en de ph niet altijd lager dan 9 wordt verder gegaan met stap 3. 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 23

Stap 3. Blauwalgen analyse In de jaren 2010 en 2013 zijn enkele metingen gedaan van blauwalgen, naar aanleiding van visuele waarnemingen. Enkele dagen later gaven de visuele waarnemingen geen aanleiding meer om nog meer celtellingen uit te voeren. In andere jaren zijn geen blauwalgwaarnemingen verricht. In Tabel 4 zijn de blauwalgenmetingen van de Spijkvijver opgenomen. Datum Parameter cellen/ml 20-9-2010 Toxische blauwalgen 0 27-9-2010 Toxische blauwalgen 4.333 29-7-2013 Toxische blauwalgen 226.940 5-8-2013 Toxische blauwalgen 0 Tabel 4 Blauwalgenmetingen Spijkvijver Stap 4. Inschatting kans op blauwalgen In de handreiking Blauwalgen in het zwemwaterprofiel zijn de volgende kenmerken opgenomen die aanleiding geven tot een verhoogde kans op blauwalgenbloei in de toekomst: Er was een drijflaag met detecteerbaar microcystine; Microcystine concentratie in de waterfase was groter dan 20 μg/l; Sterke aanwijzingen dat cyanobacteriën ten grondslag liggen aan: - Ziekte of sterfte van dieren; - Gezondheidsklachten bij recreanten. Dichtheden van de geslachten Microcystis, Planktothrix, Anabaena, en Aphanizomenon waren groter dan 100.000 cellen/ml of groter dan 100.000 draden/ml. De eerste drie aspecten zijn voor de Spijkvijver niet gemeten. Wel zijn dichtheden gemeten in 2010 en 2013. Eenmalig is de dichtheid groter dan 100.000 cellen/ml. Ook is determinatie op soort niveau uitgevoerd, de waarneming op 29-7-2013 betrof het geslacht Microcystis. Het betreft echter een eenmalige hoge meting in de laatste 5 zwemseizoenen. Daarnaast was het doorzicht gedurende de blauwalgenmetingen nog steeds relatief goed, mogelijk werd de hoge dichtheid zeer lokaal veroorzaakt door bijvoorbeeld opwaaiing. De hoge ph gedurende het zwemseizoen wordt zoals eerder beschreven naar verwachting voornamelijk veroorzaakt door hoge dichtheden waterplanten. De kans op blauwalgenbloei in de komende zwemseizoenen wordt klein geacht en verdere actie is niet nodig. Wel wordt geadviseerd de visuele inspecties voort te zetten en aanvullend blauwalgenanalyses uit te voeren indien de visuele inspectie hier aanleiding toe geeft. 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 24

6 Europese zwemwaterrichtlijn beoordeling 6.1 INLEIDING De Europese zwemwaterrichtlijn geeft kwaliteitsklassen voor de beoordeling van zwemwater op gebied van fecale verontreiniging. Deze richtwaarden zijn weergegeven in tabel 5. Volgens de richtlijn kan een zwemwater gekwalificeerd worden als uitstekend, goed, aanvaardbaar, of slecht. Parameter Uitstekend Goed Aanvaardbaar Referentiemethode Intestinale enterococcen 200* 400* 330** ISO 7899-1 of ISO 7899-2 (kve/100ml) Escherichia coli (kve/100ml) 500* 1000* 900** ISO 9308-3 of ISO 9308-1 * Gebaseerd op het 95-percentiel ** Gebaseerd op het 90-percentiel Tabel 5. Normen kwaliteitsklassen zoet binnenwater (Europese zwemwater richtlijn) In de volgende paragrafen worden de bacteriologische data van zwemplas de Spijkvijver getoetst aan bovenstaande normen. 6.2 INTESTINALE ENTEROCOCCEN Figuur 14 laat zien dat, op één incident na, alle gemeten waarden van intestinale enterococcen lager zijn dan 200 KVE/100ml. Op 30 augustus 2010 wordt een piek gemeten van 980 KVE/100ml, ca. 3 keer hoger dan de aanvaardbare norm (330 KVE/100ml). Gezien de overige metingen lijkt dit om een enkel incident te gaan. Figuur 15 laat enkele neerslagpieken zien vlak voor de piekconcentratie van intestinale enterococcen, dit indiceert een relatie. Toch zijn in andere jaren gelijke neerslagpieken waargenomen, welke niet geleidt hebben tot een bacteriologische verontreiniging. Naar verwachting heeft een combinatie van watertemperatuur, neerslag en een bron van fecale verontreiniging (zwemmers en/of watervogels) geleidt tot een bacteriologische verontreiniging. Onderstaande tabel laat de beoordeling zien op basis van de 95-percentielwaarden over de laatste vier zwemseizoenen (2010-2013). Hieruit volgt dat de waterkwaliteit uitstekend is. Intestinale enterococcen (KVE/100ml) Algemene beoordeling Gebaseerd op het 95-percentiel 19,8 Uitstekend Tabel 6. beoordeling van de bacteriologische waterkwaliteit voor intestinale enterococcen voor de periode 2010-2013 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 25

6.3 ESCHERICHIA COLI Figuur 12 laat zien dat, op één incident na, alle gemeten waarden van E. coli lager zijn dan 500 KVE/100ml liggen. Op 30 augustus 2010 wordt een piek gemeten van 19.000 KVE/100ml, ongeveer 20 keer hoger dan de aanvaardbare norm. Gezien de overige metingen lijkt dit om een enkel incident te gaan. Net als bij de intestinale enterococcen heeft naar verwachting een combinatie van watertemperatuur, neerslag en een bron van fecale verontreiniging (zwemmers en/of watervogels) geleidt tot een bacteriologische verontreiniging. Onderstaande tabel laat de beoordeling zien op basis van de 90- en 95-percentielwaarden over de laatste vier zwemseizoenen (2010-2013). Hieruit volgt dat de waterkwaliteit uitstekend is. E. coli (KVE/100ml) Algemene beoordeling Gebaseerd op het 95-percentiel 100,4 Uitstekend Tabel 7 Beoordeling van de bacteriologische waterkwaliteit voor E. coli voor de periode 2010-2013 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 26

7 Conclusie, maatregelen en aanbevelingen 7.1 CONCLUSIES Bacteriologische waterkwaliteit Op basis van de Europese zwemwaterrichtlijn wordt zwemplas de Spijkvijver volgens de richtlijn als uitstekend beoordeeld. Eenmaal is er een piek waargenomen van zowel E. coli als intestinale enterococcen, maar dit lijkt om een incident te gaan. Alle overige gemeten waarden zijn laag. Verontreinigingsbronnen De mogelijke bronnen voor fecale verontreiniging zijn de zwemmers, honden, paarden, watervogels en andere eventueel aanwezige dieren in- en rond de Spijkvijver. Door de afwezigheid van (mobiele) toiletten is de kans op fecale verontreiniging door mensen relatief groot. Toch laat het model Zwemprof zien dat enkel wanneer de zwemmers zich op een kluitje bevinden, dit van grote invloed kan zijn op de waterkwaliteit. Er is geen invloed van de watervogels volgens model Zwemprof, ondanks het feit dat er veel watervogels aanwezig (kunnen) zijn in een relatief kleine plas. Honden en andere (huis)dieren zijn niet toegestaan in de zwemzone, toch zijn er veelvuldig sporen en uitwerpselen aangetroffen op het strand. Vooralsnog leiden deze (mogelijke) bronnen niet tot onaanvaardbare gehalten bacteriologische verontreiniging, maar in combinatie met specifieke weersomstandigheden waarbij afspoeling ontstaat, kunnen wederom hoge concentraties voorkomen. In het verleden heeft zich eenmalig een bacteriologische verontreiniging voorgedaan. Mogelijk is de aanwezigheid van veel uitwerpselen en/of veel watervogels in combinatie met ongunstige weersomstandigheden (hoge temperatuur en veel neerslag) hiervan de oorzaak geweest. Verder is zwerfvuil een potentiële bron van verontreiniging, gezien de afwezigheid van vuilnisbakken. Maar door het geregeld opruimen van afval door de beheerder, leidt dit niet tot waterkwaliteitsproblemen. Cyanobacteriën (blauwalg) In 2010 heeft blauwalgontwikkeling geleid tot een negatief zwemadvies. Ook in 2013 zijn toxische blauwalgen gemeten; één celtelling was aanzienlijk hoger dan in 2010. Deze waarnemingen lijken, net als de bacteriologische verontreiniging, te gaan om incidenten, aangezien de blauwalgen bij een volgende inspectie weer verdwenen waren. Strikt genomen geven de blauwalgenmetingen volgens de beoordeling blauwalgen in het zwemwaterprofiel wel reden tot alertheid aangezien één meting de grens van 100.000 cellen/ml heeft overschreden, de waarneming op 29-7-2013 betrof het geslacht Mycrocystis. 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 27

Tijdens het veldbezoek was de Spijkvijver zeer helder en begroeid met een diverse emergente watervegetatie, wat duidt op een goede ecologische waterkwaliteit. Ook de waterkwaliteitsmetingen tonen een goede waterkwaliteit. De Mycrocystis piek betrof een eenmalige hoge meting in de laatste 5 zwemseizoenen. Daarnaast was het doorzicht gedurende de blauwalgenmetingen nog steeds relatief goed, mogelijk werd de hoge dichtheid zeer lokaal veroorzaakt door bijvoorbeeld opwaaiing. De kans op blauwalgenbloei in de komende zwemseizoenen wordt klein geacht en verdere actie is niet nodig. Wel wordt geadviseerd de visuele inspecties voort te zetten en aanvullend blauwalgenanalyses uit te voeren indien de visuele inspectie hier aanleiding toe geeft. 7.2 MAATREGELEN EN AANBEVELINGEN In deze paragraaf wordt een opsomming gegeven van maatregelen en aanbevelingen die in dit rapport gedaan zijn en aanvullingen daarop. In Tabel 8 zijn maatregelen weergegeven die in het zwemwaterprofiel van 2008 zijn beschreven. Maatregel/ aandachtspunten uitgevoerd Belangrijke toestandsvariabelen voor blauwalg blijven monitoren + Toename van aantal vogels op het strand kan leiden tot gezondheidsrisico s n.v.t. Opnieuw plaatsen van informatiepanelen + Creëren hondenstrand aan de zuidelijke vijver - Tabel 8 Maatregelen en aandachtspunten zwemwaterprofiel 2008. De in 2008 voorgestelde maatregelen zijn voor een deel uitgevoerd. Sinds 2008 heeft zich slechts een enkele keer een bacteriologisch waterkwaliteitsprobleem voorgedaan (dit lijkt een incident te zijn), de kwaliteit is beoordeeld als Uitstekend. Om waterkwaliteitsproblemen in de toekomst te voorkomen doen wij aan de hand van het veldbezoek de volgende aanbevelingen: De aanwezigheid van honden en paarden op het zwemstrand dient te worden tegengegaan, o.a. door: - Het plaatsen van borden bij het strand; - Het strandje in de zuidelijke vijver actief in te zetten als honden en paarden uitlaatstrand en de aanleg van een honden uitlaatroute; - Actief handhaven van het verbod voor (huis)dieren op het strand. Regelmatig schonen van de stranden, o.a. door het verwijderen van de uitwerpselen van honden, paarden en watervogels. Ten aanzien van blauwalgen wordt geadviseerd de visuele inspecties voort te zetten en aanvullend blauwalgenanalyses uit te voeren indien de visuele inspectie hier aanleiding toe geeft. 7.3 VERVOLGTRAJECT Met deze rapportage is de update van het zwemwaterprofiel voor zwemplas Spijkvijver gereed. De zwemwaterkwaliteit wordt in dit rapport volgens de Europese zwemwaterrichtlijn ingedeeld in de klasse uitstekend. Eindoordeel zwemwaterprofiel: Uitstekend Dit betekent dat het zwemwaterprofiel geactualiseerd dient te worden indien de indeling verandert in goed, aanvaardbaar of slecht, of als er inrichtingsmaatregelen worden uitgevoerd die de waterkwaliteit veranderen (Tabel 9). 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 28

Zwemwaterindeling Uitstekend Goed Aanvaardbaar Slecht Actualisatie zwemwaterprofiel vindt plaats Als de indeling verandert in goed, aanvaardbaar of slecht, of als er inrichtingsmaatregelen zijn uitgevoerd die de waterkwaliteit veranderen Binnen vier jaar Binnen drie jaar Binnen twee jaar Tabel 9. Actualisatie van het zwemwaterprofiel gekoppeld aan de huidige beoordeling. Volgens de richtlijn betekent een beoordeling Uitstekend dat er geen extra maatregelen nodig zijn. Het voldoet om het huidige beheer en onderhoud voort te zetten. Ten aanzien van het risico op (incidentele) bacteriologische verontreiniging en blauwalgenbloei kunnen bovenstaande maatregelen overwogen worden. Het monitoren van blauwalgen en het toetsen van bacteriologische gegevens kan apart plaatsvinden van het opstellen van een nieuw profiel. 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 29

8 Literatuur CIW 2000. Normen voor waterbeheer, Achtergronddocument voor NW4. Donk, E. van, Collé, C. (1988) Cecariën-dermatitis, een mogelijke complicatie bij actief biologisch beheer in zwemwateren. H2O (21) nr. 24. Blauwalgen protocol 2012 Richtlijn 2006 7 EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. 15 februari 2006 Betreffende het beheer van de zwemwaterkwaliteit en tot intrekking van de richtlijn 76 160 EEG. RIZA/ Grontmij 2005. Handreiking bij het opstellen van een zwemwaterprofiel. 21 juni 2005 RIZA- Grontmij. RIZA/ V&W/ DHV, 2005. KRW en oppervlakte water, bescherming van zwemwater en oppervlaktewater voor drinkwaterbescherming onder de Europese Kaderrichtlijn Water. Veiligheidsonderzoek 2012 Openbare zwemgelegenheden in oppervlaktewateren in de Provincie Flevoland. Provincie Flevoland Zwemprof Spreadsheetmodel behorende bij Handreiking bij het opstellen van een zwemwaterprofiel RIZA-Grontmij versie 2.3 Zwemwaterprofiel Spijkvijver 2008, Waterschap Zuiderzeeland 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 30

Bijlage 1 Verslag veldbezoek Datum : 9 september 2013 Tijd : 10:30 Weertype : bewolkt en regenachtig Beheerder : Staatsbosbeheer, Egbert van Weije (boswachter & monitoring) Algemeen - Het strand en de omliggende grasvelden maken een redelijk schone indruk. Op het strand zijn echter wel zeer veel sporen van vogels, honden en paarden aanwezig. Ook is feces van vogels, honden en paarden op het strand aangetroffen. - Het waterpeil staat laag, waardoor een deel van het strand droog staat. In de zwemzone heeft zich flab ontwikkelt, welke door het deels droogvallen van het strand zich ook op het strand bevind. Dit veroorzaakt een lichte stank van rottende algen. - Het water is erg helder en begroeid met een divers bestand aan ondergedoken waterplanten. Om de plas heen staat een brede rietkraag. - De plas bestaat uit twee verbonden vijvers, waarvan de noordelijke vijver het officiële zwemstrand en zwemzone bevat. Inde zuidelijke vijver is ook een strandje/ingang naar het water. Dit strand maakt een betere indruk dan het officiële strand; het is schoon, er ligt geen drijflaag en er liggen minder uitwerpselen. - De Spijkvijver is een kleine zwemplas en op een drukke dag zijn ongeveer 50 bezoekers aanwezig. Op een normale dag zijn dit ongeveer 5-10 bezoekers. - In en rond de Spijkvijver worden veel honden uitgelaten. Vlak langs de vijver loopt een ruiterpad, aan de sporen te zien komen paarden regelmatig op het strand. Ten tijden van het veldbezoek waren enkele zwanen, meerkoeten en wilde eenden in de plas aanwezig. Volgens de beheerder zijn vooral in de ruiperiode (april-mei) veel eenden/ganzen aanwezig in de plas. Beheer en onderhoud - Het zwemstrand heeft geen sanitaire voorzieningen. Ook zijn er geen afvalbakken geplaatst rond de Spijkvijver. Met enige regelmaat wordt zwerfafval verwijderd door de beheerder. - De ligweides zijn gemaaid en het strand wordt regelmatig geëgaliseerd en gefreesd. Verder wordt weinig onderhoud uitgevoerd, omdat de beheerder het als een natuurvijver beschouwd en de zwemfunctie als nevenfunctie. - Bij de parkeerplaats staat een officieel informatiebord, waarop de verboden en voorwaarden voor een bezoek aan de zwemplas staan. - De vegetatie in de plas wordt niet gemaaid. De zuidelijke plas wordt los gelaten in ontwikkeling en wordt verwacht meer dicht te gaan groeien. - Er is geen drijflijn geplaatst. De palen waar ooit een drijflijn tussen heeft gelegen worden binnenkort verwijderd. Hydromorfologie - De Spijkvijver is een geïsoleerde plas, welke wordt gevoed door kwel en regenwater. Bij een hoge waterstand loost de plas via een overstort in een nabijgelegen sloot, ten noorden van de Spijkvijver. - De twee vijvers staan in open verbinding met elkaar. - De Spijkvijver is omringd door bos, en kent geen vormen van lozing op het water. 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 31

Ecologie - De plas is begroeid met onderwater vegetatie. Enkele soorten die zijn aangetroffen zijn water ranonkel en grof hoornblad. - De oevers zijn voor een groot deel begroeid met riet. - In de plas zwemmen knobbelzwanen, ganzen, wilde eend en meerkoet. Als vissen zijn karper en paling bij de beheerder bekend. - Op het strand zijn sporen aanwezig van reeën en op de ligweides liggen keutels van konijnen. Overige bijzonderheden - Er zijn de afgelopen jaren enkele klachten geweest; één klacht betreft de hoeveelheid waterplanten. De andere klacht ging om zwemmersjeuk, maar het is onduidelijk of de bezoeker dit in de Spijkvijver heeft opgelopen. - De beheerder ziet de Spijkvijver als een natuurvijver en niet als een zwemvijver. Daarom kiest hij bewust voor een minimale vorm van beheer, waarbij de stranden en de ligweides worden schoongehouden, maar er geen voorzieningen worden geplaatst of de vijver wordt aangepast (maaien van watervegetatie etc.). 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 32

Bijlage 2 Functie-, watersysteem- en peilkaart omgeving Spijkvijver 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 33

Bijlage 3 Uitslag Zwemprof Uitslag Invulblad 077358352:0.7 - Definitief ARCADIS 34