Wat gaan we daarvoor doen? Voor de toepassing van de ruimtelijke instrumenten hebben wij uitgangspunten geformuleerd.

Vergelijkbare documenten
- het ontheffingsbeleid ex artikel 3.23 Wro (24 juni 2008) - de nota "Toepassen instrumentarium nieuwe Wet ruimtelijke ordening" (28 oktober

H. van Heugten raad juli 2010

Beleidsnota projectbesluit / partiële herziening bestemmingsplan. Gemeente Wijk bij Duurstede

Jaarverslag Wet ruimtelijke ordening 2018

Delegatie en mandaat in verband met de nieuwe Wet ruimtelijke ordening

Nr Houten, 21 december 2010

Onderwerp Ontwerp beheersverordeningen Nijmegen Vossenpels Midden-Noord en Nijmegen Bedrijventerrein Oosterhout en Rietgraaf e.o.

Notitie. Beleid ten behoeve van. Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening

GEMEENTE HOOGEVEEN. Raadsvoorstel

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo)

Onderwerp: Tussentijds voorbereidingsbesluit 2009 voor het perceel Leisteen te Hoofddorp

2010/ Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Beverwijk,

Nota van B&W. Inleiding

Raadsvoorstel tot het vaststellen van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening: gevolgen voor delegatiebesluiten en verordeningen

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo)

RAADSVOORSTEL Beheersverordening oud zandbergen e.o.

Raadsvergadering : 27 oktober Agendapunt : 9

Delegatie vaststelling Exploitatieplan art lid 3 Wet ruimtelijke ordening

Van WRO naar Wro (de gemeenteraad)

Informatie van het college van burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad

8 november Te besluiten om:

I 1 exploitatieplannen te mandateren aan het college van I

Burgemeester en Wethouders

Onderwerp Afwijken van het planologisch regime onder de Wabo (voorheen projectbesluit)

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan.

Beoogd resultaat Betere dienstverlening aan de klant door een duidelijke, efficiënte procedure en het voorkomen van regeldruk of vertragingen.

Gemeente jn Bergen op Zoom

De gemeente heeft hoger beroep ingesteld. Zo nodig kan bij de Raad van State meteen worden gezegd wat u zelf precies van de aanvraag vindt.

Samenvatting: Inleiding: Afweging: Advies:

Inhoud voorstel aan Raad

DIT VOORSTEL IS NIET AAN DE ORDE GEWEEST IN DE RAADSVERGADERING VAN 21 JANUARI 2010, VANWEGE INTREKKEN VAN DE AANVRAAG.

: Beleid artikel 19 WRO. : RWB / Ruimtelijke Inrichting Noord

Raadsvoorstel. Voorstel: Burgemeester en wethouders. Kerngegevens. Jaargang : 2014 Registratienummer : 2014/46767 Datum : 14 oktober 2014

RAADSVOORSTEL. Ronde Tafel N.v.t. Debat. Raadsvergadering 7 juli Toelichting

In reactie op uw verzoek van 10 november 2011 namens uw cliënt de heer De Beer, waarin u

Inhoudsopgave DEEL C - PROCEDURE 1

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.1. Onderwerp: delegatie bevoegdheid inzake procedure op grond van artikel 3.10 Wro en 2.12 Wabo

Beheersverordening Krommeniedijk

CONCEPT t.b.v. ter inzage legging ontwerpbestemmingsplan

Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het daarbij behorende Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in werking getreden.

Nota van B&VV. Evaluatie invoering nieuwe Wr0

Informatie over bouwplannen die afwijken van een bestemmingsplan. Voor particuliere grondeigenaren, projectontwikkelaars en woningcorporaties

Raadsbesluit

Aan de leden van de gemeenteraad. Geachte leden van de raad,

Raadsstuk. Haarlem. Onderwerp: 'Vaststellen beheersverordening 'Vijfboek BBVnr: 2016/533418

Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Beverwijk,

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 15 december 2008 Agenda nr: Onderwerp: voorstel tot delegatie in het kader van de nieuwe Wro. Aan de gemeenteraad,

Voorstel aan de Gemeenteraad

afdeling ruimtelijke en economische ontwikkeling, I. Feenstra, telefoonnummer (0521) ;

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

Vergaderdatum Gemeenteblad 2011 / Agendapunt. Aan de Raad

Tijdelijke ontheffing van het bestemmingsplan voor het plaatsen van een woonwagen aan de Nassaulaan 93 te Vlijmen

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

Na informeren betrokkenen. Openbaar op 7 juni 2018

WABO EN OVERGANGSRECHT; EEN NADERE BESCHOUWING

Toelichting Beleidsnotie voor bedrijvigheid aan huis Pekela 2013

Burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;

Beleidsregels Intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen. gemeente Bergen (L)

Gemeente Delft. Raadsvoorstel

Delegatie bevoegdheid vaststelling exploitatieplan in geval van wijzigingsplan

VOORSTEL Wij stellen u voor om te besluiten tot aanwijzing van categorieën van gevallen waarin geen verklaring van geen bedenkingen is vereist.

Scan nummer 2 van 2 - Scanpagina 1 van 5

Beslispunt Vaststelling van de lijst categorieën verklaring van geen bedenkingen Stadskanaal 2016.

Voorbereidingsbesluit Lochemseweg 3 in Borculo. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein

Beheersverordening Koudekerk aan den Rijn 2018

De nieuwe Wro. Wet ruimtelijke ordening: een fundamentele herziening

Beheersverordening Gemengd gebied, Natte Natuurparel en Eerste Zeine

VOORBLAD RAADSVOORSTEL. bestemming bedrijf naar wonen aan de Krullelaan 36 te Zeist

Onderwerp: Reg.nummer: 1. Inleiding 2. Voorstel aan de raad

Raadsvoorstel. Agendapunt nr.:

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.

RAADSVOORSTEL. ONTWERPVERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN Gramserweg 37 te Austerlitz

Aan de raad van de gemeente Sliedrecht

Voorstel aan de Gemeenteraad

Hoor- en adviescommissie

Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo)

2 - Datum vergadering: ŭ Nota openbaar: Ja

V A L K E N S WA A R. D

Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp verwerving perceel Slachthuis Nijmegen

EERSTE HERZIENING BESTEMMINGSPLAN STEDELIJKE BEDRIJVENTERREINEN VLISSINGEN

Raadsvoorstel

Voorstel aan de gemeenteraad

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

CVDR. Nr. CVDR367404_1. Coördinatieverordening gemeente Maastricht. 14 maart Officiële uitgave van Maastricht.

Gewijzigd voorstel aan Door tussenkomst van Nummer Onderwerp Bijlage(n) Samenvatting

Datum raadsvergadering 20 juli 2017

werkzaamheden en/of het daarbij veranderende gebruik van panden en/of percelen,

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 28 augustus 2007 Nummer voorstel: 2007/89

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2008/7

Gewaamierkte documenten

Oplegvel Collegebesluit

Gemeente Olst-Wijhe. bestemmingsplan Noorder Koeslag partiële herziening regels

Van Spoorbrug tot Sluis Toelichting

Raadsvoorstel 2016./ ontwerp t.b.v. terinzagelegging

Toelichting Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding voor de beheersverordening 1.2 Doel van de beheersverordening 1.3 Begrenzing van het plangebied

Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening. Gemeente Rucphen Vastgesteld

: Beleid postzegelbestemmingsplannen (projectbesluiten)

1 Verzoek portefeuillehouder

't, RAADsvooRSTEL EN ontwerpbeslutr

Parafen met datum. Aard voorstel: Strategisch > Politiek gevoelig Regelgeving Risico's:

Transcriptie:

Nota van B&W Onderwerp Toepassen instrumentarium nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) Portefeuillehouder drs. M.J. Bezuijen Collegevergadering Z 8 0L-kib-C -8 Inlichtingen H.J.H. Nijman (023 567 68 89) Registratienummer l. Samenvatting Wat willen we bereiken? De wijziging van de Wet op de ruimtelijke ordening brengt met zich mee dat instrumenten vervallen en nieuwe instrumenten voor de gemeentelijke praktijk worden ingevoerd. Vooral het afschaffen van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO oud) is van belang voor alle indieners van (bouw)plannen. Wat wij met deze nota willen bereiken is: e het initiëren van goed ruimtelijk beleid door een afgewogen toepassing van het wettelijk instrumentarium; e het scheppen van duidelijkheid aan bewoners en ontwikkelaars op welke wijze en tijdstip initiatieven die passen in het gemeentelijk beleid kunnen worden gerealiseerd; e ruimte bieden voor initiatieven door het inzetten van de instrumenten uit de nieuwe Wro. Met het vervallen van artikel 19 WRO is er feitelijk geen directe realisatie mogelijkheid meer voor individuele bouwaanvragen die niet passen in het geldende bestemmingsplan. In het kader van Focus klant en onze ambitie op dienstverlening is het nodig aan te geven dat het soms onvermijdelijk is dat gewacht wordt op herziening van het bestemmingsplan. In de Wro is de eis van het actueel zijn van bestemmingsplannen per 1 juli 2013 opgenomen met als sanctie het niet kunnen heffen van bouwleges. Dit heeft ons er toe gebracht primair te kiezen voor gebiedsgerichte bestemmingsplannen. Indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, zal voor een specifieke locatie of specifiek doel een locatiebestemmingsplan worden opgesteld. Wat gaan we daarvoor doen? Voor de toepassing van de ruimtelijke instrumenten hebben wij uitgangspunten geformuleerd. Wat mag het kosten? Aan de uitvoering van deze nota zijn verder geen kosten verbonden. In het plan van aanpak voor de invoering van de nieuwe Wro zijn de kosten voor de implementatie van de wetswijziging in beeld gebracht. Wie is daarvoor verantwoordelijk? De toepassing van de in deze nota genoemde instrumenten behoort tot de bevoegdheid van de gemeenteraad als het gaat vaststelling van een bestemmingsplan en het nemen van een

Volgvei 2 projectbesluit en tot de bevoegdheid van ons college als het gaat om het verlenen van een (tijdelijke) ontheffing. Voor het projectbesluit zullen wij een algemeen delegatie besluit aan de gemeenteraad voorleggen. De raad is verantwoordelijk voor het nemen van het delegatiebesluit, waarmee hij het college verantwoordelijk maakt voor het nemen van projectbesluiten. Binnen het college is de portefeuillehouder R0 aanspreekpunt. Wanneer en hoe zal de raad over de voortgang worden geïnformeerd? Over de toepassing van het ruimtelijk instrumentarium op basis van deze nota zullen wij over 1 jaar een evaluatie houden en hiervan verslag doen aan de gemeenteraad. 2. Voorstel Op grond van het voorgaande besluit het college: 1. Gebiedsgerichte bestemmingsplannen te maken voor het actualiseren van beheersgebieden en ontwikkelgebieden; 2. Gebiedsgerichte bestemmingsplannen te maken voor de uitwerking van structuurvisies; 3. Locatiebestemmingsplannen te maken voor: a. een concreet bouwplan op een klein gebied (1 of enkele percelen), mits: zelfstandig te beoordelen in relatie met omliggende bebouwing en deze ontwikkeling niet kan worden meegenomen in een groter gebiedsgericht bestemmingsplan; b. evident noodzakelijke wijziging van functies en deze ontwikkeling niet kan worden meegenomen in een groter gebiedsgericht bestemmingsplan; c. maatschappelijk noodzakelijke enlof bestuurlijk wenselijke ontwikkeling en deze ontwikkeling niet kan worden meegenomen in een groter gebiedsgericht bestemmingsplan. 4. In voorkomende gevallen gebruik te blijven maken van de mogelijkheid de geldende bestemmingsplannen door middel van een parapluregeling te wijzigen. 5. De toepassing van het instrument beheersverordening te bezien op het moment dat de actualiteit van bestemmingsplannen gebiedsdekkend is; 6. Het instrument actualiseringbesluit in te zetten bij het actueel maken van bestemmingsplannen; 7. Het gebruik van het instrument projectbesluit alleen in uitzonderingsgevallen toe te passen. De uitzonderingssituaties zijn: a. uitvoeren van een urgent onderdeel van het bestemmingsplan; b. uitvoeren van plannen in strijd met het Luchthavenindelingsbesluit; 8. Voor de honorering van individuele bouwaanvragen die in strijd zijn met het geldende bestemmingsplan: a. gebruik te maken van de reeds vastgestelde beleidsregels voor de toepassing van artikel 3:23 Wro; b. bij in ontwikkeling zijnde bestemmingsplannen de beoordeling van de aanvaardbaarheid van een bouwaanvraag meenemen; c. bij aanvragen in een gebied waarvoor recent een bestemmingsplan is vastgesteld de aanvragen te weigeren, tenzij sprake is van een situatie als hiervoor onder 3. d. bij aanvragen in een gebied waar een oud bestemmingsplan geldt en het bestemmingsplan nodeloos beperkend is ten opzichte van wat in recente bestemmingsplannen wordt geregeld in de volgende gevallen een locatiebestemmingsplan te maken:

Volgvel 3 het geldende bestemmingsplan geeft niet de feitelijke situatie weer en het overgangsrecht biedt niet voldoende mogelijkheid mee te werken aan de aanvraag; er zijn medische of maatschappelijke redenen gelegen in de persoon van de aanvrager waardoor niet gewacht kan worden op een algemene aanpassing van het bestemmingsplan; in het geval andere ruimtelijke ontwikkelingen gediend zijn met het zo snel mogelijk kunnen realiseren van bouwopties. 9. De wijze waarop door toepassing wordt gegeven aan het wettelijk instrumentarium over een jaar te evalueren. 10. Voor de gebruikmaking van het projectbesluit of het op verzoek vervaardigen van een locatiebestemmingsplan langs reguliere weg de legesverordening aan te passen. l l. de raad voor te stellen deze nota te agenderen ter bespreking. 3. Uitwerking Inleiding Per 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (hierna Wro) in werking getreden. Met het vervallen van de artikel 19 WRO (oud) vrijstelling is het bestemmingsplan het primaire instrument in de Wro. Daarnaast geeft de Wro andere planologische mogelijkheden aan die kunnen worden toegepast als een (bouw)plan niet voldoet aan de vigerende bestemming. In deze nota beschrijven wij de verschillende mogelijkheden en geven wij aan welke planologische oplossing per situatie kan en zal worden toegepast. Welke planolonische oplossinqen biedt de nieuwe Wro Hieronder hebben wij beschreven welke instrumenten de Wet ruimtelijke ordening kent. 1. Bestemmingsplannen in verschillende vormen, zoals: a. Lqrote) Gebiedsgerichte bestemmingsplannen: dit zijn zowel beheersgebieden waarvoor een actualiseringplan wordt gemaakt als projectplannen voor de ontwikkeling van nieuwe functies in gebieden. b. Locatiebestemmingsolannen: dit zijn gewone bestemmingsplannen. Deze onderscheiden zich van de plannen onder a. in die zin dat het voor een klein gebied gemaakt wordt (één of enkele percelen) dan wel ziet op een enkele functiewijziging. C. Paraplu bestemmingsplannen: dit zijn ook gewone bestemmingsplannen. Deze planvorm is vooral gericht op het in meerdere of alle geldende bestemmingsplannen doorvoeren van een specifieke beleidswijziging. Het gebruik van deze vorm is in verband met het digitaal maken van bestemmingsplannen nog maar te gebruiken tot 1 juli 2009. 2. Beheersverordeninq: in gebieden waar geen ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien kan gebruik worden gemaakt van een beheersverordening. De beheersverordening legt de bestaande toestand vast. Bij een beheersverordening wordt het geldende bestemmingsplan ingetrokken. 3. Actualiserinasbesluit: in gebieden waar geen ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien kan de werkingsduur van het bestemmingsplan worden verlengd. Bij een actualiseringsbesluit blijft het bestemmingsplan van kracht.

Volgvei 4 4. Proiectbesluit: de wet maakt het mogelijk projectbesluiten vast te stellen. Het projectbesluit is het voorportaal van het bestemmingsplan. Het uiteindelijke bestemmingsplan moet ook verplicht volgen op het projectbesluit. Het is dan ook niet te zien als opvolger van de vroegere artikel 19 WRO (oud) procedure. 5. Ontheffingen: van het geldende bestemmingsplan kan ontheffing worden verleend in gevallen die zijn geregeld in het Besluit ruimtelijke ordening. Het gaat hierbij vooral om zogenaamde kruimelgevallen of ondergeschikte afwijkingen van een bestemmingsplan. 6. Tiideliike afwiikincien van de geldende bestemming: Voor tijdelijke behoeftes kan een tijdelijke ontheffing van het geldende bestemmingsplan worden verleend. Deze regeling is een voortzetting van het vroegere artikel 17 WRO (oud). Toepassing planolonische moaeliikheden Hierna werken wij uit in welke situaties wij de verschillende planologische instrumenten zouden kunnen of willen toepassen. 1. Bestemmingsplannen a. Gebiedsciericht bestemminns~lan: o voor gebiedsgerichte ontwikkelingen, zowel in geval van actualisatie van een beheersplan als voor het realiseren van nieuwe ontwikkelingen, waarbij de functies in samenhang moeten worden bezien; o voor uitwerking van structuurvisies. b. Locatiebestemmincisplan voor een concreet bouwplan op een klein gebied (1 of enkele percelen), mits: zelfstandig te beoordelen in relatie met omliggende bebouwing en deze ontwikkeling niet kan worden meegenomen in een groter gebiedsgericht bestemmingsplan dat in voorbereiding is; o bij evident noodzakelijke wijziging van functies (bijv. school wordt omgezet in appartementen) en deze ontwikkeling niet kan worden meegenomen in een groter gebiedsgericht bestemmingsplan dat in voorbereiding is; voor een maatschappelijk noodzakelijke enlof bestuurlijk wenselijke ontwikkeling en deze ontwikkeling niet kan worden meegenomen in een groter gebiedsgericht bestemmingsplan dat in voorbereiding is. C. Para~lubestemminasplan In geval er sprake is van aanpassing van meerdere (of alle) bestemmingsplannen op basis van gewijzigd beleid. Dit instrument is nog maar beperkt bruikbaar doordat per 1 juli 2009 de verplichting tot het digitaal maken van bestemmingsplannen ingaat. 2. Beheersverordening Als eerste opgave bij de uitvoering van de Wro zien wij het voldoen aan de wettelijke eis van actualiteit van bestemmingsplannen. Bij het daarop volgende toekomstig beheer van bestemmingsplangebieden kan worden beoordeeld of er gebieden zijn waarvoor het instrument beheersverordening toepasbaar is. Hiervoor kan gekozen worden als zich in het gebied, waarvoor een beheersverordening wordt vastgesteld, geen nieuwe ontwikkelingen meer zullen voordoen.

Volgvei 5 3. Actualiseringbesluit Het instrument actualiseringbesluit kan een bijdrage leveren aan het voldoen aan de wettelijke eis van actualiteit van bestemmingsplannen. Het kan alleen worden toegepast op bestemmingsplannen die op grond van de Wro als actueel zijn aangemerkt. Dit geldt voor bestemmingsplannen die op 1 juli 2003 niet ouder dan 5 jaar waren. 4. Projectbesluit Het Projectbesluit is het voorportaal van het bestemmingsplan. Het is daarom niet te beschouwen als de opvolger van de vroegere artikel 19 WRO (oud) procedure. Een projectbesluit is altijd gekoppeld aan een bestemmingsplan dat daarop verplicht moet volgen. Wij zijn van oordeel dat het in voorkomende gevallen beter is te kiezen voor een locatiebestemmingsplan en alleen in de hier na te noemen uitzonderingsgevallen te kiezen voor het nemen van een projectbesluit. De basis voor het uitvoeren van projecten moet worden gelegd in een bestemmingsplan. Het bestemmingsplan moet wel voldoende ruimte bieden voor de realisatie van het voor het project vastgestelde programma. Uitgangspunt is dat het projectbesluit zeker niet wordt toegepast voor geringe aanpassingen of afwijkingen van een voor een project al vastgesteld bestemmingsplan. De uitzonderingssituaties waar hiervoor op geduid is, zijn de volgende: a. Uraent onderdeel bestemminasplan Het is denkbaar dat bij een grotere gebiedsgerichte ontwikkeling een urgent onderdeel op het geheel vooruit zou moeten lopen. Dat kan dan alleen maar als de urgentie is gebaseerd op een belangrijk maatschappelijk belang (dus b.v. niet het enkele belang van de projectontwikkelaar) en tevens verzekerd is dat het bestemmingsplan dat moet volgen op het projectbesluit tijdig wordt vastgesteld. b. Striid met LIB Afwijken van het Luchthaven Indelingsbesluit (LIB) is mogelijk met een voorafgaande verklaring van geen bezwaar van de Inspectie VROM. Ingevolge artikel 8.9, 3e lid van de Wet luchtvaart kon dit onder de oude wet alleen bij toepassing van artikel 19 WRO (oud), niet in het kader van de vaststelling van een bestemmingsplan. Onder de nieuwe Wro komt hier in wezen geen verandering in. De Wet luchtvaart is zodanig aangepast, dat alleen bij de toepassing van artikel 3.10, (zijnde het Projectbesluit) een verklaring van geen bezwaar kan worden aangevraagd bij afwijking van het LIB. Tot nu toe is er binnen de gemeente nog geen beleid vastgesteld in welke gevallen de gemeente medewerking verleent aan afwijking van het LIB. Wij vinden het wenselijk dat dit beleid er volgend jaar komt. Enerzijds om rechtsgelijkheid te waarborgen, en anderzijds om te voorkomen dat iedere

Volgvei 6 keer dat een bouwplan afwijkt van het LIB zondermeer een projectbesluit genomen moet worden. Wij zullen bovendien terughoudend zijn bij de toepassing van het projectbesluit op grond van de volgende overwegingen: het gebruik van dit instrument vergt het opzetten van een administratie voor het innen van de leges. Bij niet tijdig vaststellen van het op het projectbesluit volgende bestemmingsplan ontstaat het risico van het uiteindelijk niet kunnen innen van de bouwleges; op een te nemen projectbesluit moet verplicht een bestemmingsplan volgen. Dit komt feitelijk neer op het verrichten van dubbel werk. 5. Ontheffing De wettelijke regeling voor ontheffingen van bestemmingsplannen in artikel 3:23 Wro is een voortzetting van de vroegere kruimelgevallen en de regeling van artikel 19, lid 3 WRO (oud). Voor de toepassing van de nieuwe wettelijke regeling hebben wij op 24 juni 2008 beleidsregels vastgesteld. 6. Tijdelijke ontheffingen Deze regeling is een voortzetting van de voormalige artikel 17 WRO (oud) procedure. Wij zullen deze mogelijkheid gebruiken voor alle gevallen die in een tijdelijke behoefte tot afwijken van het bestemmingsplan voorzien. Wel moet in alle gevallen de tijdelijkheid van de behoefte aangetoond worden. De maximale termijn voor een tijdelijke ontheffing bedraagt vijf jaar. Overige afwijkingen geldend bestemmingsplan Artikel 19 WRO (oud) werd in het verleden veelvuldig toegepast voor geringe afwijkingen in en om de woning. Deze aanvragen zullen met het verdwijnen van de artikel 19-procedure niet stoppen. Deze aanvragen zullen wij als volgt afhandelen: 1. Voor zover gebruik kan worden gemaakt van de beleidsregels voor ontheffing kan aan aanvragen worden meegewerkt; 2. Voor zover aanvragen liggen in een in voorbereiding zijnd bestemmingsplan is beoordeling van de aanvaardbaarheid onderdeel van het bestemmingsplan. De bouwvergunning kan worden verleend of geweigerd na inwerkingtreden van het bestemmingsplan. 3. Ligt de aanvraag in een gebied met een actueel bestemmingsplan dan wordt de aanvraag geweigerd, tenzij er aanleiding is voor het opstellen van een locatiebestemmingsplan in situaties als hieronder aangegeven. De bouwaanvraag kan dan worden verleend na inwerkingtreden van het locatiebestemmingsplan; 4. Ligt de aanvraag in een gebied waarvoor een niet actueel bestemmingsplan geldt en de in dat bestemmingsplan opgenomen bebouwingsmogelijkheden zijn nodeloos beperkend ten opzichte van wat in recente bestemmingsplannen in vergelijkbare gevallen aan bebouwingsmogelijkheden is geboden, dan kan pas vergunning voor een dergelijke aanvraag worden verleend als het betreffende bestemmingsplan is

Volgvei 7 geactualiseerd. In uitzonderingsgevallen kan met een locatiebestemmingsplan medewerking worden verleend aan de vraag. Dit kan in de volgende situaties: - het geldende bestemmingsplan geeft niet de feitelijke situatie weer en het overgangsrecht biedt niet voldoende mogelijkheid mee te werken aan de aanvraag; - er zijn zwaarwegende medische of maatschappelijke redenen gelegen in de persoon van de aanvrager waardoor niet gewacht kan worden op een algemene aanpassing van het bestemmingsplan; - in het geval andere ruimtelijke ontwikkelingen gediend zijn met het zo snel mogelijk kunnen realiseren van bouwopties. Als aan de hiervoor geformuleerde uitgangspunten niet kan worden voldaan, zal de aangevraagde bouwvergunning worden geweigerd. Effecten en risico's Het bestemmingsplan is het centrale instrument in de ruimtelijke ordening. Dit betekent dat vooral bij projectmatige ontwikkelingen het bestemmingsplan basis is voor de uitvoering van het project. Anders dan onder de oude wet zal het bestemmingsplan eerder in het proces van de planontwikkeling een plaats moeten krijgen. Dit vraagt enerzijds om een duidelijke visie op de invulling van een gebied, vooral het te realiseren programma en anderzijds om een flexibele regeling in het bestemmingsplan. De raad moet bij de vaststelling van een bestemmingsplan ook expliciet een besluit nemen over de financiële uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. Dit betekent dat in voorkomende gevallen de raad gelijktijdig met het bestemmingsplan een exploitatieplan moet vaststellen voor het verhalen van kosten. Nu de plicht tot verhaal van kosten zo nadrukkelijk aan het bestemmingsplan is gekoppeld moet dit aspect bij planontwikkeling eerder in het proces een plek krijgen en moet het kostenverhaal ook altijd expliciet worden gemaakt in de besluitvorming. Voor wat betreft de woonomgeving zien wij voor de toekomst dat uitbreidingen in de huistuin en keuken sfeer vooral mogelijk zijn op basis van de regeling voor ontheffingen en de mogelijkheid van vergunningsvrije bouwwerken. Bij toepassing van projectbesluiten wordt de inning van de bouwleges opgeschort tot is voldaan aan het tijdig vaststellen van het opvolgende bestemmingsplan. Dit betekent het bijhouden van administratie voor het innen van de leges. Het niet tijdig laten volgen van het bestemmingsplan heeft tot gevolg dat de bouwleges niet (meer) kan worden geïnd. Dit is dan ook een duidelijk financieel risico. Juridische aspecten De voorbereiding van bestemmingsplannen ligt bij ons college maar de vaststelling van het bestemmingsplan ligt bij de raad. Derhalve zullen wij onze uitgangspunten voor het maken van bestemmingsplannen met de gemeenteraad bespreken. Een bijzonder punt van aandacht is de mogelijkheid die de wet biedt om het nemen van projectbesluiten aan ons college te delegeren. In het algemeen zijn wij van mening dat een zo kort mogelijke procedure zou moeten worden gevolgd en dat derhalve een algemeen delegatiebesluit nodig zou zijn. Wij hebben hiervoor aangegeven dat de nadruk moet liggen op het maken van een bestemmingsplan en het gebruik van een projectbesluit beperkt moet blijven tot uitzonderingsgevallen. Wij stellen de raad voor de bevoegdheid tot het nemen van een projectbesluit aan ons college te delegeren. Dit in het belang van het snel kunnen

Volgvei 8 voeren van een procedure. Zoals hiervoor al aangegeven gaan wij terughoudend om met de toepassing van het projectbesluit. Wij zijn voorstander van (grote) gebiedsgerichte bestemmingsplannen en vinden dat deze plannen ook bij de vaststelling een volwaardige behandeling door de gemeenteraad verdienen. Daarvoor voldoet de bestaande werkwijze van behandeling in een sessie (al dan niet met insprekers). Op deze manier blijft er voor de grote gebieden ruimte voor inbreng van uit de raad en het politieke debat. De komende jaren zullen wij om gebiedsdekkend actueel te zijn meer bestemmingsplannen dan in de afgelopen jaren ter vaststelling aan de gemeenteraad voorleggen. Dit vraagt ook om een werkwijze waarbij binnen de wettelijke termijnen het bestemmingsplan door de gemeenteraad wordt vastgesteld. Overigens zijn wij in deze nota niet ingegaan op onderwerpen die voortvloeien uit de wettelijke plicht tot kostenverhaal. Naast kostenverhaal zullen wij via de reguliere aanpassing van de legesverordening een bedrag voorstellen voor het nemen van een projectbesluit enlof een locatiebesluit. Locatiebestemmingsplannen kunnen naar ons oordeel direct ter stemming aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Het betreft hier in de meeste gevallen een specifieke invulling van een locatie. Wij stellen ons hier een werkwijze voor als bij de vroegere artikel 19, lid1 procedures voor, waarbij wij verantwoordelijk zijn voor een zorgvuldige belangenafweging en de raad ons ook dat vertrouwen geeft. Het verschil met de vroegere artikel 19, lid 1 procedure is wel dat de raad uiteindelijk het locatiebestemmingsplan moet vaststellen. Evaluatie Wij stellen ons voor het in deze nota geformuleerde beleid na 1 jaar te evalueren. In- en externe communicatie Naar aanleiding van de vaststelling van deze nota wordt een persbericht uitgebracht waarmee het signaal wordt afgegeven dat de gemeente bezig is met de nieuwe wet. Daarnaast wordt een communicatieplan uitgewerkt waarvoor onderstaande punten de basis vormen. Externe communicatie De Wro heeft grote consequenties voor projectontwikkelaars, ondernemers en bewoners die plannen hebben om te bouwen en verbouwen. Procedures wijzigen waarvan de verschillende doelgroepen op de hoogte moeten worden gesteld. Het informeren over waarom, wie doet wat, uitleg bestemmingsplannen en andere nieuwe begrippen, wanneer is een bouwvergunning nodig, leges en doorlooptijden en op welke wijze kan de doelgroep haar mening geven (inspraak procedures). Daarbij is het van belang de communicatie ook te richten op houding en gedrag. Door aanvragers ervan te doordringen dat het zinvol is om in een zo vroeg mogelijk stadium contact te hebben met de gemeente. Als een aanvrager het bestemmingsplan kent, is de kans groter dat zijn aanvraag binnen dit plan past en een vrijstelling niet nodig is: Interne communicatie De interne organisatie moet op een eenduidige wijze geïnformeerd worden over het toepassen van het nieuwe instrumentarium met daarbij een toelichting op de consequenties

Volgvei 9 voor de interne (ook lopende) procedures. Daarbij ook aandacht voor de consequenties voor de externe doelgroepen. Verder moet iedereen moet ervan overtuigd worden dat een eenduidige wijze van communiceren en werken de invoering van de nieuwe wet ten goede komt. Hiervoor is een begin gemaakt op intranet 'Helpdesk Wro' en het digitale NWro-Bulletin. Behalve de gemeenteambtenaren aan het loket (burgerzaken) zijn ook ambtenaren werkzaam bij onder meer Projecten,Juridische zaken, Vergunningen, Vastgoed en Planvorming een doelgroep. Communicatiemiddelen Extern Opzetten van een kleine campagne, met als belangrijkste onderdeel een advertentie die projectontwikkelaars, bewoners en ondernemers wijst op het belang van vroeg starten met overleggen met de gemeente. Hierbij hoort een brochure of een Wro-krant die over de gemeente wordt verspreid. Daarnaast een reeks artikelen in de Informeer die op een aantal voorbeelden ingaan en op internet (o.a. een Q&A, één aanspreekpunt binnen de gemeente voor vragen). Intern Uitbreiding van bestaande Helpdesk Wro en het blijven brengen van informatie door het uitgeven van het digitale NWro-bulletin. Het aanbieden van verschillende hulpmiddelen via intranet kan de overgang gemakkelijk maken. Kosten Aan de uitvoering van deze nota zijn verder geen kosten verbonden. Besluit Op grond van het voorgaande besluit het college: 1. Gebiedsgerichte bestemmingsplannen te maken voor het actualiseren van beheersgebieden en ontwikkelgebieden; 2. Gebiedsgerichte bestemmingsplannen te maken voor de uitwerking van structuurvisies; 3. Locatiebestemmingsplannen te maken voor: d. een concreet bouwplan op een klein gebied (1 of enkele percelen), mits: zelfstandig te beoordelen in relatie met omliggende bebouwing en deze ontwikkeling niet kan worden meegenomen in een groter gebiedsgericht bestemmingsplan; e. evident noodzakelijke wijziging van functies en deze ontwikkeling niet kan worden meegenomen in een groter gebiedsgericht bestemmingsplan; f. maatschappelijke noodzakelijke enlof bestuurlijk wenselijke ontwikkeling en deze ontwikkeling niet kan worden meegenomen in een groter gebiedsgericht bestemmingsplan. 4. In voorkomende gevallen gebruik te blijven maken van de mogelijkheid de geldende bestemmingsplannen door middel van een parapluregeling te wijzigen. 5. De toepassing van het instrument beheersverordening te bezien op het moment dat de actualiteit van bestemmingsplannen gebiedsdekkend is; 6. Het instrument actualiseringbesluit in te zetten bij het actueel maken van bestemmingsplannen; 7. Het gebruik van het instrument projectbesluit alleen in uitzonderingsgevallen toe te passen. De uitzonderingssituaties zijn:

Ondeiwerp Voigvei 1 O a. uitvoeren van een urgent onderdeel van het bestemmingsplan; b. uitvoeren van plannen in strijd met het Luchthavenindelingsbesluit; 8. Voor de honorering van individuele bouwaanvragen die in strijd zijn met het geldende bestemmingsplan: a. gebruik te maken van de reeds vastgestelde beleidsregels voor de toepassing van artikel 3:23 Wro; b. bij in ontwikkeling zijnde bestemmingsplannen de beoordeling van de aanvaardbaarheid van een bouwaanvraag meenemen; c. bij aanvragen in een gebied waarvoor recent een bestemmingsplan is vastgesteld de aanvragen te weigeren, tenzij sprake is van een situatie als hiervoor onder 3. d. bij aanvragen in een gebied waar een oud bestemmingsplan geldt en het bestemmingsplan nodeloos beperkend is ten opzichte van wat in recente bestemmingsplannen wordt geregeld in de volgende gevallen een locatiebestemmingsplan te maken: het geldende bestemmingsplan geeft niet de feitelijke situatie weer en het overgangsrecht biedt niet voldoende mogelijkheid mee te werken aan de aanvraag; er zijn medische of maatschappelijke redenen gelegen in de persoon van de aanvrager waardoor niet gewacht kan worden op een algemene aanpassing van het bestemmingsplan; in het geval andere ruimtelijke ontwikkelingen gediend zijn met het zo snel mogelijk kunnen realiseren van bouwopties. 9. De wijze waarop door toepassing wordt gegeven aan het wettelijk instrumentarium over een jaar te evalueren. 10. Voor de gebruikmaking van het projectbesluit of het op verzoek vervaardigen van een locatiebestemmingsplan langs reguliere weg de legesverordening aan te passen. l l. de raad voor te stellen deze nota te agenderen ter bespreking. 4. Ondertekening Burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer, namens deze,