Beoogd resultaat Betere dienstverlening aan de klant door een duidelijke, efficiënte procedure en het voorkomen van regeldruk of vertragingen.

Transcriptie

1 Onderwerp Verklaring van geen bedenkingen en delegatie bevoegdheid tot het vaststellen van een exploitatieplan in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (voortaan Wabo). Voorgesteld besluit: 1. Conform bijgevoegd raadsvoorstel instemmen met de in het voorstel genoemde categorieën van gevallen waarin de verklaring van geen bedenkingen door de gemeenteraad als bedoeld in artikel 2.27 Wabo in samenhang met artikel 6.5 lid 3 Bor niet is vereist; 2. Conform bijgevoegd raadsvoorstel instemmen om de bevoegdheid tot het nemen van een besluit over een exploitatieplan, voor zover deze betrekking heeft op de omgevingsvergunning, op grond van artikel 6.12 lid 3 Wro te delegeren aan uw college. Beoogd resultaat Betere dienstverlening aan de klant door een duidelijke, efficiënte procedure en het voorkomen van regeldruk of vertragingen. Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wabo in werking getreden. Met de komst van de Wabo is een omgevingsvergunning geïntroduceerd waardoor een reeks van andere vergunningen, ontheffingen of toestemmingen is komen te vervallen. In de Wabo staat centraal dat het voor burgers en bedrijven mogelijk moet zijn via een overzichtelijke procedure en bij één bevoegd gezag toestemming te kunnen vragen voor activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving. De nieuwe wet maakt het dus mogelijk om één integrale vergunningsprocedure te doorlopen. Dat wil zeggen één vergunning via één procedure, met één set indieningvereisten, gevolgd door één rechtsbeschermingsprocedure en handhaving door één instantie. Voor de ruimtelijke ordening zijn de volgende instrumenten uit de Wet ruimtelijke ordening (voortaan Wro) gehaald en maken deze onderdeel uit van de Wabo: - Binnenplanse ontheffing; - Buitenplanse ontheffing (kruimellijst); - Tijdelijke ontheffing; en - Projectbesluit. Op basis van de Wabo worden de voormalige ontheffingen en het projectbesluit benoemd als afwijking van het bestemmingsplan door middel van een omgevingsvergunning. Bevoegd gezag In verreweg de meeste gevallen is, net zoals onder de oude wetgeving het geval was, uw college bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning. In een beperkt aantal situaties kan het bevoegd gezag geen omgevingsvergunning verlenen voordat een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen (voortaan vvgb) heeft uitgebracht over bepaalde aspecten van de vergunning. Pagina 1 van 6

2 Een vvgb is onder andere voorgeschreven als er sprake is van een afwijking van het bestemmingsplan. Het moet dan gaan om een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12 lid 1, onderdeel a, onder 3 Wabo wordt afgeweken van het bestemmingsplan. Deze omgevingsvergunning wordt ook wel Waboprojectbesluit genoemd. Dit besluit tot afwijking van het bestemmingsplan lijkt erg op het inmiddels vervallen projectbesluit onder de Wro en op de in 2008 afgeschafte vrijstelling op basis van artikel 19 lid 1 en 2 WRO (oud). Bij het Waboprojectbesluit is op basis van artikel 2.27 Wabo in samenhang met artikel 6.5 Besluit omgevingsrecht (voortaan Bor) een vvgb van de gemeenteraad vereist. In de Wabo is geregeld dat de gemeenteraad de afweging of voor het project wordt afgeweken van het bestemmingsplan ook kan overlaten aan uw college. De wet voorziet niet in de mogelijkheid tot delegatie, maar op basis van artikel 6.5 lid 3 Bor kan de gemeenteraad categorieën van gevallen aanwijzen waarin geen vvgb is vereist. In die gevallen beslist niet de gemeenteraad maar uw college over de mogelijkheid tot het afwijken van het bestemmingsplan. Hiermee wordt voorkomen dat in die gevallen en de gemeenteraad (bij de vvgb) en uw college (bij de verlening van de vergunning) afwegen of wordt meegewerkt aan het verzoek. De voorgestelde situatie is een efficiënte werkwijze en levert tijdswinst op in het besluitvormingstraject. Dat is mede van belang omdat binnen 26 weken moet worden beslist op een aanvraag om een Waboprojectbesluit. Het laten verstrijken van de 26 weken levert geen vergunning van rechtswege op, maar kan nadelige financiële consequenties hebben in verband met de Wet dwangsom en een eventueel beroep bij niet tijdig beslissen. Projectbesluit (Wro) en Waboprojectbesluit De gemeenteraad heeft de bevoegdheid tot het nemen van een projectbesluit destijds gedelegeerd aan uw college. Tijdens de raadsvergadering is toegezegd dat de raad in kennis zou worden gesteld als een aanvraag om een projectbesluit zou worden ingediend. In de afgelopen anderhalf jaar is geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een project door middel van een projectbesluit te realiseren. Dit werd mede veroorzaakt omdat het projectbesluit geen meerwaarde had ten opzichte van een bestemmingsplan vanwege inhoudelijke en procedurele eisen. Met de komst van de Wabo is hier verandering in aangebracht. De Wabo stelt minder inhoudelijke en procedurele eisen. De verwachting is dat de komende jaren veelvuldig gebruik zal worden gemaakt van het Waboprojectbesluit. Voordat de Wro in juli 2008 van kracht werd, werden namelijk ook veel projecten gerealiseerd op basis van de vrijstellingsmogelijkheid via artikel 19 lid 2 WRO (oud). Daarnaast is de verwachting dat grote ruimtelijke projecten nog steeds via een bestemmingsplan mogelijk gemaakt gaan worden. Dat komt doordat een bestemmingsplan flexibiliteitbepalingen kan bevatten terwijl een Waboprojectbesluit op basis van een Pagina 2 van 6

3 concreet plan wordt vergund. Categorieën van gevallen Zoals eerder in dit voorstel is aangegeven heeft de gemeenteraad de bevoegdheid tot het nemen van een projectbesluit op basis van de Wro destijds gedelegeerd aan uw college. Dit betekent dat uw college kon meewerken aan ruimtelijke initiatieven die afweken van het geldende bestemmingsplan zonder dat de raad hoefde te worden geraadpleegd. Voorgesteld wordt om deze werkwijze voort te zetten door alle projecten aan te merken als categorieën van gevallen waarin geen verklaring van geen bedenking is vereist. Voor de volledigheid is in het onderstaande de categorieën van gevallen beschreven met verwijzing naar de relevante wetsartikelen: Op grond van artikel 6.5 lid 3 Bor alle projecten die bestaan uit een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub c Wabo waarbij toepassing wordt gegeven aan artikel 2.12, lid 1, sub a, onderdeel 3 Wabo aanwijzen als categorieën van gevallen waarin geen verklaring van geen bedenkingen is vereist. Om een beeld te geven om wat voor projecten het gaat zijn een aantal initiatieven benoemd waaraan gedacht kan worden: - Splitsing van een woning; - Realiseren van starterswoningen op een bestaand bouwperceel voor wonen; - Realiseren woningen op een voormalige schoollocatie; - Uitbreiding van een camping; - Verbouwing voormalige bibliotheek naar woning; en - Bebouwing in stukjes groen. Bovenstaande ontwikkelingen passen binnen de uitgangspunten van de structuurvisie Delegatie exploitatieplan bij omgevingsvergunning Aan een Waboprojectbesluit kan een exploitatieplan worden gekoppeld. In de Wro is opgenomen in welke gevallen het vaststellen van een exploitatieplan verplicht wordt gesteld. Globaal gaat het om projecten die het volgende mogelijk maken: - De bouw van één of meer woningen; - De bouw van één of meer andere hoofdgebouwen; - De uitbreiding van een gebouw met tenminste m2 of met één of meer woningen; - De verbouwing van één of meer aaneengesloten gebouwen die voor andere doeleinden in gebruik waren voor woondoeleinden, mits tenminste 10 woningen worden gerealiseerd; - De verbouwing van één of meer aaneengesloten gebouwen die voor andere doeleinden in gebruik of ingericht waren voor detailhandel, dienstverlening, kantoor of horecadoeleinden, mits de oppervlakte van de nieuwe functies tenminste m2 bedraagt. Daarnaast kan worden besloten om geen exploitatieplan vast te stellen als een zogenaamde anterieure overeenkomst wordt gesloten met de initiatiefnemer. Op basis van de Wro is de raad het bevoegde orgaan om een besluit te nemen over het al dan niet vaststellen van een exploitatieplan. Deze bevoegdheid kan op basis van artikel Pagina 3 van 6

4 6.12 lid 3 Wro worden gedelegeerd aan het college. Voorgesteld wordt om deze bevoegdheid aan uw college te delegeren zodat de besluitvorming over de omgevingsvergunning en het bijbehorende besluit over het exploitatieplan bij één bestuursorgaan is ondergebracht. Ook hier geldt dat er in dat geval sprake is van een efficiënte werkwijze en tijdswinst. Pagina 4 van 6

5 Argumenten 1. Het voorstel doet recht aan de bedoelingen van de Wabo en een betere dienstverlening aan de klant Zoals bij de inleiding is aangegeven staat in de Wabo centraal dat het voor burgers en bedrijven mogelijk moet zijn via een overzichtelijke procedure en bij één bevoegd gezag toestemming te kunnen vragen voor activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving. Daarnaast heeft u in uw collegeakkoord samen naar een nieuw evenwicht opgenomen dat de vraag van de klant leidend is en de houding oplossingsgericht. De gemeente wil onze inwoners en ondernemers zo weinig mogelijk belasten met nutteloze en overbodige regels en procedures. Bovendien worden vragen benaderd vanuit de gedachte wat kan er in plaats van wat kan er niet. Het voorstel voorziet hierin door voor zowel het Waboprojectbesluit als de bevoegdheid tot het nemen van een bijbehorend besluit over het al dan niet vaststellen van een exploitatieplan bij één bestuursorgaan onder te brengen. Hierdoor is er sprake van een efficiënte werkwijze en zal sprake zijn van tijdswinst. Met deze werkwijze staat de dienstverlening aan de klant voorop. 2. Daarnaast wordt de werkwijze op basis van de eerder geldende regelgeving voortgezet Zoals bij de inleiding is aangegeven vervangt het Waboprojectbesluit het projectbesluit die in de Wro was opgenomen. De voorloper van het projectbesluit Wro was de vrijstelling op basis van artikel 19 lid 1 en 2 WRO (oud). Op basis van artikel 19 lid 2 WRO (oud) was uw college bevoegd om vrijstelling te verlenen van het bestemmingsplan. Gedeputeerde Staten van Drenthe hadden een lijst samengesteld in welke gevallen geen verklaring van geen bezwaar van de provincie vereist was. In die gevallen kon uw college zonder nadere verklaring van de provincie of de gemeenteraad vrijstelling verlenen van het bestemmingsplan. De gemeenteraad heeft op 27 april 2000 de bevoegdheid tot het nemen van een vrijstelling als bedoeld in artikel 19 lid 1 WRO (oud) gedelegeerd aan uw college. Vervolgens heeft de gemeenteraad bij besluit van 27 januari 2010 de bevoegdheid tot het nemen van een projectbesluit als bedoeld in artikel 3.10 Wro (vervallen) en het al dan niet vaststellen van een bijbehorend exploitatieplan gedelegeerd aan uw college. Met dit voorstel wordt de ingezette werkwijze voortgezet. Pagina 5 van 6

6 Aanpak Het besluit tot het vaststellen van de categorieën van gevallen waarvoor geen vvgb hoeft te worden afgegeven en het delegatiebesluit worden gepubliceerd in het Torentje. Kosten, baten en dekking (kostensoort en kostenplaats) n.v.t. Monitoring en evaluatie Via de planning & control cyclus wordt gerapporteerd over het Waboprojectbesluit. Daarnaast worden de aanvragen en de ontwerpwaboprojectbesluiten (inclusief het ontwerpbesluit over het exploitatieplan) in de leeskamer van de gemeenteraad gelegd. Hierdoor wordt continu inzichtelijk gemaakt welke projecten aan de orde zijn en kan de gemeenteraad zijn controlerende rol uitoefenen. Communicatie Het college wil graag de dienstverlening aan de burger verbeteren. Daarom stelt het college aan de gemeenteraad voor om bij Waboprojectbesluiten de besluitvorming aan het college te laten. De Wabo biedt namelijk de mogelijkheid om categorieën van gevallen aan te wijzen waarvoor de raad geen verklaring van geen bedenking hoeft af te geven. Met deze werkwijze ontstaat een duidelijke, efficiënte procedure waardoor regeldruk of vertragingen zal afnemen. Bijlagen Raadsvoorstel Delegatiebesluit 2010 Delegatiebesluit 2000 Pagina 6 van 6