Afstudeersemester HBO-ICT voltijd Studiehandleiding Studielast : 30 ec s (840 studiebelastingsuren) Datum van uitgave : januari 2017 Cursusjaar : 2016-2017 Leerroute(s) : alle leerroutes Studiejaar : jaar 4 (semester 2)
Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Leerdoelen... 2 3. Programma... 3 3.1. Inhoud/Instapeisen... 3 3.2. Werkwijze... 3 3.3. Leermiddelen... 5 3.4. Begeleiding... 5 3.5. Planning... 7 3.6. Betrokken docenten en bereikbaarheid... 8 4. Toetsing en beoordeling... 8 4.1. Producten... 8 Portfolio... 8 Afstudeerrapport... 8 Presentatie... 9 4.2. De Afstudeerzitting... 9 4.3. Beoordeling... 11 4.4. Toets resultaten, inzage en bezwaar... 11 5. Bijlagen... 12 1
1. Inleiding Het laatste semester voor het behalen van je Bachelor of Science staat in het teken van je afstuderen. In dit semester toon je aan dat je een opdracht uit je toekomstige beroep zelfstandig kunt uitvoeren. De afstudeeropdracht maakt deel uit van het afstudeersemester. In het afstudeersemester bewijst de student met de afstudeeropdracht en een assessment aan alle competenties op hbo-niveau te hebben voldaan. De afstudeeropdracht wordt afgesloten met een schriftelijk rapport en een mondelinge presentatie en verdediging. Zowel het rapport als de presentatie dienen duidelijk inzicht te geven in hoe de opdracht is uitgevoerd en wat het resultaat is van de verrichte werkzaamheden. De afstudeeropdracht vormt dus een proeve van bekwaamheid in het zelfstandig uitvoeren van een opdracht in de beroepspraktijk. Je opdracht moet aansluiten bij één of meerdere beroepstaken van je leerroute. De afstudeeropdracht zelf moet je de gelegenheid bieden om minimaal de competenties Professioneel Vakmanschap, Onderzoekend Vermogen en Communicatief Vermogen op hbo-niveau aan te tonen. Het kan bijvoorbeeld gaan om: het maken van een product of (deel van een) systeem; een probleem analyseren en daaruit onderzoeksvragen destilleren die tot het oplossen van dat probleem moeten leiden; een adviesrapport over een bepaald probleem; een rapport schrijven naar aanleiding van een uitgevoerd onderzoek; In het aansluitend portfolio-assessment worden de overige competenties aangetoond. 2. Leerdoelen Tijdens de afstudeeropdracht toon je aan in een complexe omgeving als professional op hbo-niveau te kunnen functioneren. Belangrijk is dat je in staat bent om zelfstandig op dat functioneren te reflecteren. Dit geeft inzicht in je aanwezige en nog te ontwikkelen competenties, zodat je weet wat je al kan en wat je nog moet verbeteren. De competentie leervermogen bijvoorbeeld blijkt onder andere uit het kunnen toepassen van nieuwe technologieën en/of kennis. Om zelfstandig onderzoek te kunnen verrichten (competentie onderzoekend vermogen ) moet je in staat zijn om een praktische probleemstelling te formuleren, kunnen achterhalen welke kennis nodig is voor een oplossing van een probleem, een praktijksituatie kunnen analyseren, data kunnen verzamelen en interpreteren, enz. Door voor jezelf leerdoelen op te stellen en deze SMART te formuleren, ben je beter in staat om tijdens het afstuderen inhoud en richting te geven aan de verdere ontwikkeling van je competenties. 2
3. Programma 3.1. Inhoud/Instapeisen Je mag aan je afstudeeropdracht beginnen als je in het bezit bent van je propedeusecertificaat èn: Alle studiepunten uit het tweede jaar hebt behaald; Je stage in zijn geheel hebt afgerond of het stageassessment hebt gedaan; Totaal tenminste 200 studiepunten hebt behaald. Je loopbaanadviseur akkoord is; De opdracht door de afstudeercommissie is goedgekeurd; Het schriftelijke rapport van de afstudeeropdracht kan zowel in het Nederlands als Engels geschreven zijn. Als het rapport in het Engels wordt geschreven, meld dat dan bij je afstudeerbegeleider. Moet het rapport in nog een andere taal geschreven worden, overleg dan vooraf met je afstudeerbegeleider. 3.2. Werkwijze De afstudeerder wordt geacht zelf een afstudeerbedrijf te vinden. Dit kan op dezelfde manier gaan als bij het vinden van een stage namelijk via de stagebank die te vinden is op A-Z. Je kunt bedrijven aanschrijven of mailen die in de stagebank genoemd zijn, of je kunt zelf, via eigen netwerk (stage, familie, vrienden) contact opnemen met een bedrijf waarvan je denkt dat er een geschikte afstudeeropdracht is te krijgen. De afstudeeropdracht duurt vijf maanden. Negen maanden na de startdatum van je afstudeeropdracht moet je afstudeeropdracht volledig afgerond zijn. Zijn er speciale omstandigheden waardoor de deadline niet gehaald wordt dan moet je bij de afstudeercommissie een onderbouwd verzoek indienen voor een verlenging. Heb je een bedrijf gevonden en kom je hiermee tot overeenstemming, dan stel je samen met iemand van het bedrijf een korte omschrijving op van de afstudeeropdracht. De opdracht wordt vastgelegd op het formulier Aanvraag Afstudeeropdracht, te downloaden van A-Z Studenten / Afstuderen HBO-ICT. Dit formulier stuur je ter goedkeuring digitaal (afstudeercommissie.hbo-ict@hva.nl) aan de afstudeercommissie. Op dit formulier wordt, naast de bedrijfsgegevens en opdrachtomschrijving, een verantwoording geformuleerd waarop de commissie haar oordeel kan vellen om tot goedkeuring van de opdracht te komen. De inhoud en aard van je afstudeeropdracht is afhankelijk van je leerroute. Daarnaast verschilt je afstudeeropdracht van je stage. Bij een stage is het mogelijk een aantal verschillende werkzaamheden te verrichten, terwijl het bij de afstudeeropdracht gaat om één duidelijk afgebakend project. De afstudeeropdracht kan onderdeel zijn van een groter project, maar het deel van de student moet altijd een duidelijk afgebakend geheel zijn. Als de student meewerkt in een groot project van bijvoorbeeld het AMC bij het bouwen van een bloeddrukmeetsysteem, dan is het prima als de bijdrage uit het ontwikkelen van het data-acquisitiegedeelte bestaat. Dit vormt immers een duidelijk afgebakend deelproject. In dit voorbeeld zou het dus niet juist zijn als de opdracht geformuleerd zou worden als: het meewerken aan het realiseren van een 3
bloeddrukmeetsysteem. De formulering moet duidelijk maken dat zelfstandig is gewerkt aan het afgeronde geheel van het data-acquisitiesysteem. Een goede formulering zou zijn: het ontwikkelen van een data-acquisitiesysteem dat onderdeel vormt van een bloeddrukmeetsysteem. Voor studenten van de leerroutes Game Development, Software Engineering, System and Network Engineering en Technische Informatica bestaat de afstudeeropdracht veelal uit het ontwikkelen van een (deel-) systeem, waarbij onder andere analyse van de context, onderzoek naar en toepassen van de meest geschikte methoden en technieken, testen en onderhoudbaarheid van het systeem belangrijke onderdelen zijn. Voor studenten van de Business IT & management-leerroute (BIM-leerroute) is het resultaat van de opdracht in de meeste gevallen een beroepsproduct op tactisch/ strategisch niveau; het bevat altijd een (beleids-) advies inclusief de consequenties voor implementatie (b.v. organisatorische inbedding en financiële onderbouwing). De opdracht vraagt om het toepassen van relevante actuele (wetenschappelijke, internationale) inzichten, concepten en theorieën. Deze opdracht is complex van aard, d.w.z.: - het probleem dient nog nader te worden geanalyseerd en gedefinieerd; - er zijn meerdere oplossingen mogelijk, er is geen standaardoplossing, de uitkomst is onvoorspelbaar; - het probleem is vanuit meerdere invalshoeken te benaderen; - het probleem heeft een multidisciplinair karakter; - er zijn meerdere belanghebbenden. Sinds een aantal jaren speelt praktijkgericht onderzoek een steeds belangrijker rol in het hbo-onderwijs. Er wordt nu van alle hbo-afgestudeerden verwacht dat zij in staat zijn op systematische wijze praktijkgericht onderzoek uit te voeren. Dit moet ook blijken uit de afstudeeropdracht. Dit betekent dat er ruimte moet zijn om tijdens de afstudeeropdracht onderzoek te doen en er verslag van te doen in het afstudeerrapport. Meestal kan dit in het kader van de oorspronkelijke opdracht en verrijkt het de uitkomst. Afstuderen in een eigen bedrijf Er zijn een aantal voorwaarden waar je aan moet voldoen: - Deelgenomen hebben aan één van onderstaande studieonderdelen: themasemester Creative Startups, minor Ondernemerschap of Entrepeneurschap - De student moet beschikken over een goedgekeurd ondernemingsplan voor aanvang van de afstudeeropdracht. Dit moet worden voorgelegd aan de afstudeercommissie. Deze bepaalt of aan het gevraagde niveau wordt voldaan. - Er wordt een docent aangewezen door de opleiding die de student begeleidt in de rol van bedrijfsbegeleider. - Het mag geen opdracht zijn in samenwerking met een andere student. Wanneer twee studenten aan een gezamenlijk groter project werken dan moet elke student een duidelijk onderscheidbaar deel voor zijn rekening nemen. Er moeten twee verschillende afstudeeropdrachten geformuleerd zijn en dit moet dan ook helder verwoord zijn in de twee afzonderlijke afstudeerrapporten. Zie ook A-Z, Afstuderen in eigen bedrijf. 4
3.3. Leermiddelen Braas, C., R. van Couwelaar en J. Kat, Rapporteren, Noordhoff Uitgevers, 2012Grit, R., Projectmanagement, Noordhoff Uitgevers, 2014. Janssen, P., Prince2 compact, Pearson, 2007. Kempen, P.M. en J.A. Keizer, Competent afstuderen en stagelopen, Noordhoff Uitgevers, 2011 (inclusief de bijbehorende website www.competentafstuderenenstagelopen.wolters.nl). Oost, H. en A. Markenhof, Een onderzoek voorbereiden, ThiemeMeulenhoff, 2010. Verschuren, P & H. Doorewaard (2015). Het ontwerpen van een onderzoek. Boom Lemma, Amsterdam (5e druk of later). of, in het Engels: Verschuren, P & H. Doorewaard (2013). Designing a research project. Boom (English 3.4. Begeleiding Ondersteuning tijdens je afstudeeropdracht krijg je van de bedrijfsbegeleider, de afstudeerbegeleider en de begeleider van de intervisiebijeenkomsten. Hun taken en rollen worden hier toegelicht. Maak tijdig afspraken met je bedrijfsbegeleider en afstudeerbegeleider. Voor de intervisies word je uitgenodigd door het stagebureau. De bedrijfsbegeleider begeleidt je vanuit de opdracht gevende organisatie. Vaak is de bedrijfsbegeleider ook de opdrachtgever voor de afstudeeropdracht, maar dit hoeft niet. Om te borgen dat de bedrijfsbegeleider je op niveau kan begeleiden, wordt van hem of haar minimaal hbo-niveau (d.w.z. een relevant hbo-diploma of gelijkwaardige praktijkervaring) verwacht. Belangrijk is dat de bedrijfsbegeleider zorgt dat je je opdracht goed kunt uitvoeren: dat je over voldoende informatie beschikt en toegang hebt tot medewerkers die van belang zijn voor je onderzoek. Maak met je bedrijfsbegeleider van tevoren afspraken over de begeleiding. De afstudeercommissie wijst je een docent toe als afstudeerbegeleider. De afstudeerbegeleider: geeft advies m.b.t. de uitvoering van de opdracht (inhoudelijk en procesmatig); geeft feedback op deelresultaten en conceptteksten; beslist samen met de assessor over toelating tot het afstudeergesprek/afstudeerzitting; beoordeelt samen met de assessor, de bedrijfsbegeleider en een eventuele externe de verdediging en afstudeerscriptie. Het initiatief voor begeleiding ligt gedurende de gehele afstudeerperiode bij de student. Maak direct na de toewijzing van een afstudeerbegeleider een eerste afspraak met hem of haar om de opdracht te bespreken en met elkaar af te stemmen wat je van de begeleiding verwacht. De afstudeerbegeleider brengt in de oriëntatieperiode een bezoek aan het afstudeerbedrijf. Daarnaast komt de afstudeerbegeleider alleen op bezoek als hier aanleiding toe is. Je wordt immers geacht om als zelfstandig beroepsbeoefenaar te functioneren. Bij problemen bij het uitvoeren van de afstudeeropdracht, of wanneer dit om een andere reden gewenst is, kun je je afstudeerbegeleider verzoeken om een bezoek aan je afstudeerbedrijf te brengen. 5
De assessor speelt voornamelijk een rol bij de beoordeling van je afstudeeropdracht. Samen met de afstudeerbegeleider beslist hij of zij over toelating tot het afstudeergesprek/afstudeerzitting en de uiteindelijke beoordeling. De assessor is voorzitter tijdens de afstudeerzitting Tijdens je afstudeeropdracht word je door het stagebureau twee keer opgeroepen voor intervisie, gericht op het schrijven van je afstudeerrapport. Afspraak met je afstudeerbedrijf is dat het bedrijf je de mogelijkheid geeft deze intervisies bij te wonen. 1. Rond week 2/3. Deze intervisiebijeenkomst is gericht op de onderzoeksvraag. Uiterlijk 1 werkdag voor de bijeenkomst upload je de eerste opzet van je afstudeerrapport met het onderdeel onderzoeksvraag naar VLO. 2. Rond week 7/8. In de tweede intervisiebijeenkomst wordt gekeken of je op de goede weg bent en feedback gegeven op het rapport. Een week voor de intervisiebijeenkomst lever je via VLO de conceptversie in. Na iedere intervisie bespreek je de output met je afstudeerbegeleider. Rond week 15 beslist je afstudeerbegeleider of er een go of een no go wordt afgegeven voor je afstudeerzitting. Ook voor tussentijds advies wend je je tot je afstudeerbegeleider. Uiterlijk drie dagen voor je afstudeerzitting beslist je afstudeerbegeleider in samenspraak met je assessor en de extern deskundige of je afstudeerrapport van voldoende niveau is om de afstudeerzitting definitief door te laten gaan. 6
3.5. Planning Standaardschema: (onderstaande planning is een richtlijn) Week Activiteit Acties student 2 maanden voor start Gesprek tussen LA en student over afronding studie COP actualiseren 2 maanden voor start Zoeken afstudeeropdracht en bepalen welke competenties in afstuderen en welke in portfolio worden bewezen Aanvraagformulier afstudeeropdracht ter goedkeuring voorleggen aan de afstudeercommissie 1 Start afstudeersemester - Gesprek tussen afstudeerbegeleider en student - Goedgekeurd en ondertekend aanvraagformulier uploaden in OnStage 2 3 Intervisiebijeenkomst 1 Onderzoeksvraag formuleren 4 Afronding oriëntatiefase 5 Bezoek afstudeerbegeleider aan bedrijf 6 7 8 Intervisiebijeenkomst 2 Conceptversie rapport 9 10 11 12 13 14 Portfolio compleet 15 GO / NO GO gesprek met afstudeerbegeleider - 70 % van afstudeerrapport af - Definitief portfolio uploaden in OnStage Bij GO formulier aanvraag afstudeerzitting downloaden van A-Z 16 17 18 Definitief afstudeerrapport inleveren via OnStage 19 Definitief GO/NO GO afstudeerzitting 20 Afstudeerzitting en assessment resterende competenties Presentatie inleveren via OnStage 7
3.6. Betrokken docenten en bereikbaarheid Bij het voorleggen van je afstudeeropdracht aan de afstudeercommissie mag je een voorkeur aangeven voor een afstudeerbegeleider. Je kunt de docent zelf al van tevoren benaderen met de vraag of hij/zij de begeleiding op zich wil nemen. Geef dit aan op je aanvraagformulier. Uiteindelijk beslist de afstudeercommissie wie je begeleider wordt maar bij toezegging van een docent zal indien mogelijk je voorkeur aangehouden worden. 4. Toetsing en beoordeling 4.1. Producten Je zet al je producten in je dossier in Onstage (onstage.hva.nl). Dit dossier wordt aangemaakt door het stagebureau na goedkeuring van je opdracht door de afstudeercommissie. Portfolio De bewijsstukken voor de competenties die je niet aantoont in je afstudeerrapport verzamel je in je portfolio. Dit portfolio moet in week 14 ge-upload zijn in OnStage zodat je afstudeerbegeleider feed back kan geven. Bij het go no go gesprek rond week 15 moet de definitieve versie van je portfolio in OnStage staan. In je portfolio neem je de bewijsstukken voor de competenties Maatschappelijke oriëntatie en beroepsethiek en Samenwerken en Leervermogen op. Kies voor de beste en meest complexe voorbeelden uit de achterliggende perioden, dus bijvoorbeeld uit je minor en/of specifiek themasemester. De bewijstukken mogen dus ook komen uit ervaringen buiten je afstudeersemester. Gebruik weer de competentieformulieren en de STARR s hiervoor, zie A- Z Studenten / Afstuderen voltijd voor de formulieren. Voor de competenties: Maatschappelijke oriëntatie en beroepsethiek voeg je minimaal 1 STARRformulier toe, Samenwerken voeg je minimaal 2 STARR-formulieren toe en dien je minstens twee feedbackformulieren in te laten vullen, waarvan er maximaal 1 door een medestudent mag zijn ingevuld, Leervermogen schrijf je een reflectieverslag over je afstudeerrapport. Afstudeerrapport Je levert het afstudeerrapport en eventuele verdere documentatie uiterlijk 2 weken voor de datum van je afstudeerzitting in via je dossier in OnStage. Aanwijzingen voor het schrijven van het afstudeerrapport vind je op A-Z waar ook een aparte handleiding Richtlijnen Afstudeerrapport te vinden is. 8
Andere producten ter onderbouwing van het afstudeerrapport Zo'n rapport, dat in eerste instantie voor de opleiding geschreven wordt, leent zich niet altijd voor een uitgebreide (technische) verantwoording van het product dat over het algemeen tijdens de afstudeeropdracht gemaakt wordt. Die verantwoording in de vorm van bijvoorbeeld technische documentatie, handleidingen of een onderzoeksverslag worden opgeleverd aan het bedrijf. Om ook een goed oordeel te kunnen vellen over het technisch kunnen, verwachten wij dat de student deze documenten samen met het afstudeerrapport voor de afstudeerzitting inlevert. Alleen als de afstudeerbegeleider ermee akkoord gaat dat (een deel van) deze documenten ontbreken, kan volstaan worden met het afstudeerrapport. Je afstudeerbegeleider en afstudeerassessor ontvangen de producten via OnStage. Het stagebureau zorgt voor de distributie naar de externe deskundige. Zelf zorg je ervoor dat je bedrijfsbegeleider tijdig een exemplaar ontvangt. Presentatie Uiterlijk op de dag van je afstudeerzitting lever je ook je presentatie in via OnStage. Zaken die tijdens de afstudeerpresentatie aan de orde komen zijn: De afstudeeropdracht en een nadere analyse daarvan; De scope van de afstudeeropdracht; Randvoorwaarden en uitgangspunten; Verloop van de uitvoering van de opdracht; De gemaakte ontwerpen en de verantwoording daarvan; Methoden en technieken en een mogelijke reflectie op hoe deze zich verhouden tot de in de opleiding aangereikte richtlijnen; Het ontwikkelproces of de gevolgde aanpak; Beschrijving van de (tussen-)producten; Gemaakte keuzes en eventueel andere opties; Conclusie/eindresultaat. N.B. Het komt soms voor dat een opdrachtgever bezwaar maakt tegen het beschikbaar stellen van materiaal dat binnen de opdracht opgeleverd wordt. De opleiding behoudt zich dan het recht voor om de afstudeerzitting te annuleren. Als opleiding behoren wij immers, dat wat de student geproduceerd heeft, goed te kunnen behoordelen. Uiteraard zullen we in dit soort gevallen in alle redelijkheid opereren. Het tekenen van een geheimhoudingsverklaring (zie standaardovereenkomst op A-Z lijst student) behoort tot de mogelijkheden. 4.2. De Afstudeerzitting De afstudeerzitting vindt plaats 19 of 20 weken na de start van de afstudeeropdracht maar altijd aan het eind van een blok. De weken waarin de afstudeerzittingen geroosterd kunnen worden vind je op A-Z. Aanwezigen Bij deze verdediging van de afstudeeropdracht zijn de volgende personen aanwezig: - de afstudeerbegeleider, deze docent heeft de student begeleid tijdens de afstudeerperiode 9
- afstudeerassessor, deze docent beoordeelt het werk op grond van het afstudeerrapport en de mondelinge toelichting daarop en is voorzitter van de afstudeerzitting. - de bedrijfsbegeleider, deze heeft de student vanuit het bedrijf begeleid en weet als beste hoe gefunctioneerd is en of aan de doelstelling van de afstudeeropdracht voldaan is. - een extern deskundige, iemand uit het bedrijfsleven die een aantal afstudeerzittingen van studenten bijwoont. Deze heeft het rapport gelezen en kan het werk, het rapport en de presentatie vanuit een meer objectief standpunt beoordelen en helpt ons zodoende de kwaliteit van de opleiding te bewaken. - de afstudeerder zelf, zorg ervoor dat je goed voorbereid bent en vooral dat je op tijd aanwezig bent bij de verdediging van jouw afstudeeropdracht Deze eerste vier personen beoordelen je afstudeeropdracht. De assessor en afstudeerbegeleider beoordelen de overige competenties. In overleg met het stagebureau kun je andere personen uitnodigen, bijvoorbeeld je loopbaanadviseur of familie. De Afstudeerzitting in vogelvlucht Het eerste deel van je afstudeerzitting bestaat uit het assessment van de competenties Professioneel vakmanschap, Onderzoekend vermogen en Communicatief vermogen. Je geeft een presentatie van 20 tot 30 minuten over je afstudeeropdracht. Daarna zal er door het panel gedurende 20 minuten vragen worden gesteld naar aanleiding van de presentatie en het afstudeerrapport. Het tweede deel omvat het assessment van de competenties Maatschappelijke oriëntatie en beroepsethiek, Samenwerken en Leervermogen. Als basis hiervoor worden de bewijsstukken gebruikt die je in je portfolio hebt opgenomen. Dit onderdeel neemt maximaal 20 minuten in beslag. Het assessment heeft twee doelen: 1. Het assessment is toetsend. Dit is het belangrijkste doel. Tijdens het assessment wordt op basis van vooraf vastgestelde criteria bepaald of je de competenties op hbo-niveau beheerst. 2. Het assessment is ontwikkelingsgericht. Je krijgt feedback van de assessoren op je functioneren. Deze feedback kun je gebruiken om richting te geven aan je ontwikkeling: na de opleiding en in je verdere loopbaan. Als laatste vindt de beoordeling plaats, waarvoor zo n 15 minuten wordt uitgetrokken. De student en de gasten verlaten dan de ruimte. De assessor bepaalt de uiteindelijke beoordeling in overleg met de andere aanwezigen. De beoordeling van de bovengenoemde onderdelen vult hij in op een formulier waarop ook een (geheel) eindcijfer komt te staan. Alle onderdelen moeten met een voldoende zijn beoordeeld. De beoordelingsformulieren vind je in bijlage 2 en op A-Z. Na de beoordeling worden de student en andere aanwezigen uitgenodigd voor de terugkoppeling en wordt de beoordeling, met onderbouwing van het eindcijfer, verteld. 10
Als voorbeeld zijn drie afstudeerzittingen als webcollege te bekijken. Ga daarvoor naar https://az.hva.nl/studenten/dmci/hbo-ict/item/webcolleges.html en login rechts bovenaan de pagina, ga naar Faculteit Digitale Media en Creatieve Industrie en zoek op afstudeerzitting. De afstudeerzitting zal op video worden opgenomen ten behoeve van archief- en accreditatiedoeleinden. 4.3. Beoordeling De beoordeling vindt plaats aan de hand van de beoordelingsformulieren. De Beoordelingsformulier Afstudeeropdracht deel 1 en deel 2 zijn te vinden in bijlage 2. De beoordeling van de afstudeeropdracht resulteert in een cijfer. De zes competenties worden met voldoende of onvoldoende beoordeeld. De beoordeling en onderbouwing daarvan worden aan het eind van de afstudeerzitting medegedeeld aan de student. Indien het afstudeerrapport door de afstudeerbegeleider en assessor als onvoldoende wordt beoordeeld, dan zijn er twee mogelijkheden: 1 Het afstudeerrapport of ander bewijsmateriaal kan worden gerepareerd of aangevuld. In dit geval verbetert de student het rapport of zorgt voor aanvullende bewijzen. Student en afstudeerbegeleider maken afspraken over de termijn waarbinnen dit dient te gebeuren, met een maximale verlenging van vier maanden 1. Zijn het afstudeerrapport en de bewijzen na reparatie voldoende, dan wordt alsnog een afstudeerzitting gepland. Bij reparatie moet het uitvoeren van de afstudeeropdracht, de rapportage en het afstudeergesprek binnen negen maanden na het toewijzen van de begeleidende docent zijn voltooid. 2 Het afstudeerrapport kan niet worden gerepareerd of er zijn onvoldoende bewijzen. Dit is bijvoorbeeld het geval als de situatie dusdanig gewijzigd is dat de opdracht niet meer bij het afstudeerbedrijf kan worden afgerond of niet meer relevant is. In dit geval moet de student een nieuwe afstudeeropdracht verwerven en uitvoeren. 4.4. Toets resultaten, inzage en bezwaar De student wordt na de beoordeling ter plaatste op de hoogte gebracht van de beoordeling en de onderbouwing. De cijfers worden binnen 15 dagen in SIS ingevoerd. Je kunt bezwaar aantekenen tegen het cijfer door contact op te nemen met de docent. Dit moet binnen een termijn 25 werkdagen na de bekendmaking van het cijfer. Na deze termijn vervalt deze mogelijkheid om het cijfer te wijzigen en dien je opnieuw aan het tentamen deel te nemen (zie OER, artikel 5.13 lid 3). 1 Verlenging na 4 maanden is alleen mogelijk in uitzonderlijke gevallen met expliciete toestemming van de afstudeercommissie. 11
5. Bijlagen Bijlage 1: Richtlijnen afstudeerrapport te vinden op A-Z bij de documenten op Afstuderen. Bijlage 2: Beoordelingsformulieren te vinden op Afstuderen bij documenten onder VANAF / NA SEPT '13 Deel 1: Professioneel vakmanschap, Onderzoekend vermogen, Communicatief vermogen, Deel 2: Ethiek en maatschappelijk bewustzijn, Samenwerken, Leervermogen Bijlage 3: Randvoorwaarden portfolio 12