Het Profielwerkstuk HANDLEIDING I. Organisatie, tijdpad en andere belangrijke informatie. Een handleiding voor Havo en Vwo Mei 2011.

Transcriptie

1 Het Profielwerkstuk HANDLEIDING I Organisatie, tijdpad en andere belangrijke informatie Een handleiding voor Havo en Vwo Mei 2011 Naam leerling: klas:.

2 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Organisatie 4 2. De fases 6 3. Tijdpad 7 4. Begeleiding en beoordeling 8 5. Onregelmatigheden 10 2

3 Inleiding In deze handleiding I staat wat het profielwerkstuk is, uit welke fases het bestaat, hoe je wordt begeleid en hoe je wordt beoordeeld. Het profielwerkstuk is een presentatie van een onderzoek dat je doet over een bepaald onderwerp. Kies daarbij een onderwerp waar je meer over wilt weten. Dan zal je zien dat het je meer motiveert om aan het profielwerkstuk te werken. Het uitgangspunt van je profielwerkstuk is je hoofdvraag. Je levert uiteindelijk een schriftelijk verslag in met daarin een uitgebreid antwoord op je hoofdvraag. Naast dat je voor je onderzoek een literatuurstudie kan doen, kan je bijvoorbeeld ook een ontwerp maken of een experiment uitvoeren. Het profielwerkstuk is een verplicht onderdeel binnen de tweede fase. Samen met maatschappijleer vormt het een combinatiecijfer op je eindlijst. Het is dus belangrijk dat je een goed cijfer haalt voor je profielwerkstuk. Veel succes met het profielwerkstuk! 3

4 1. Organisatie Groepsgrootte Voor het maken van een profielwerkstuk werk je in principe in tweetallen. Mocht je het werkstuk alleen willen maken, dan mag dat als je daar goede redenen voor hebt. Onderschat het kiezen van een partner niet! De keuze van een partner is van belang omdat je een lange periode moet samenwerken. Het is belangrijk dat partners dezelfde belangstelling voor het onderwerp hebben en dat jullie goed kunnen samenwerken. Kiezen van een vak Je kan elk vak kiezen dat je volgt en een groot vak is, met een omvang van minimaal 320 uur op het havo en van minimaal 440 uur op het vwo. De begeleiding van de profielwerkstukken wordt zo goed mogelijk over de beschikbare docenten verdeeld. Dit kan inhouden dat je jouw tweede keus moet volgen als een bepaald vak vol zit. Bekijk voor je keuze het schema hieronder: Groot vak dat je volgt (minstens één uitkiezen) Ne, En (alleen havo), Fa, Du, Sp, ak, gs, ec, m&o, te, mu, wi-a, wi-b, wi-c, na, sk, bi. Mogelijk in combinatie met: alle andere vakken, indien die gevolgd worden denk daarbij ook aan vakken als: lett, ma, go, anw, ckv1, en lo Het onderwerp en de begeleider Je krijgt per vak een aantal onderwerpen waaruit je kunt kiezen. Je mag ook een eigen onderwerp kiezen. Maar dat mag alleen als je dat goed kan motiveren en als de begeleider daarmee akkoord gaat. In principe krijg je een begeleider toegewezen die les geeft in het vak waarvoor je hebt gekozen. Een schriftelijk verslag Elke groep levert een schriftelijk verslag in. Dit verslag kan de vorm hebben van een uitgebreide literatuurstudie, maar het kan ook bestaan uit een ontwerp, een model of een praktische opdracht. In die laatste gevallen is het schriftelijk verslag minder uitgebreid. 4

5 Een onderzoek is verplicht Je doet een onderzoek bij je profielwerkstuk. Dat kan een literatuuronderzoek zijn, maar bijvoorbeeld ook een experiment, een ontwerp, een enquête, of een interview. De studielast De studielast voor het profielwerkstuk is 80 uur per leerling. Daarvan gebruik je 20 uur aan het bijwonen van de profielwerkstukavond, de voorbereiding in de mentorlessen, de gesprekken met je begeleider en de presentatie op de profielwerkstukavond. Je houdt dus 60 uur over voor het profielwerkstuk zelf. Een deel van de studielast valt in het voorexamenjaar, het grootste deel in de eerste helft van het examenjaar. Als je blijft zitten Als je aan het einde van het jaar blijft zitten, dan wordt er voor jouw groep bekeken of het verstandig is om samen door te gaan met het profielwerkstuk. De begeleiding en de beoordeling Wanneer je een onderwerp gekozen hebt, krijg je een docent als begeleider toegewezen. Daarmee voer je een aantal gesprekken. Er zijn twee soorten gesprekken: begeleidings- en beoordelingsgesprekken. ( zie hoofdstuk 4) Het logboek Het is verplicht om een logboek bij te houden. Dit logboek neem je mee naar de beoordelingsgesprekken en het telt ook mee voor het cijfer van het profielwerkstuk. Hoe je een logboek moet maken staat in handleiding II. Cijfer is belangrijk voor je diploma Het profielwerkstuk telt mee voor het combinatiecijfer en telt dus mee als een cijfer voor je diploma. Haal je een goed cijfer voor je profielwerkstuk dan is de kans groter dat je het havo-diploma haalt. Wanneer je voor je profielwerkstuk lager dan afgerond een 4 haalt, of je levert het niet in, dan kan je niet meer slagen. 5

6 2. Fases De uitvoering van het profielwerkstuk is in vier fases opgedeeld. Elke fase bestaat uit een aantal stappen die door de begeleider tijdens een beoordelingsgesprek wordt beoordeeld. Hieronder is dat in een schema weergegeven: fasering oriëntatie- en keuzefase beoordelingsmoment I stappen 1 Onderwerp/vak/partner(s) kiezen. Je oriënteert je op interessante onderwerpen/vakken en op geschikte partner(s): overleg met vakdocenten, gesprekken met deskundigen, partner(s), grasduinen in bibliotheek, op Internet, en dergelijke. 2 (Voorlopige) Onderzoeksvraag formuleren en verdere oriëntatie en afbakening van het onderwerp: deelvragen formuleren; (her)formuleren en bijstellen van de onderzoeksvraag en deelvragen; welke werkwijze/methode ga ik voor mijn onderzoek toepassen? welke informatiebronnen of hulpmiddelen heb ik nodig? welke presentatievorm kies ik? voorlopig plan van aanpak opstellen. uitvoeringsfase: informatie verwerven (waaronder het uitvoeren van natuurwetenschappelijke proeven) en verwerken de fase van voorbereiding van de presentatie i.c. de schrijffase/de ontwerpfase Beoordelingsmoment II Presentatiefase Beoordelingsmoment III 3 (Definitief) Plan van aanpak opstellen: onderzoeksplan en tijdplan. 4 Informatiebronnen raadplegen: informatie verzamelen, beoordelen, selecteren, bewerken: literatuurstudie, bezoek aan bedrijven, musea, instellingen, vragenlijst samenstellen, proefopstelling maken, veldwerk voorbereiden en dergelijke. Het onderzoek uitvoeren. Het ontwerp maken. 5 Informatie ordenen en verwerken, voorlopige conclusie formuleren en een eerste opzet van het eindproduct maken. 6 Definitieve versie van het eindproduct. Beoordelingsmoment IV 7 Profielwerkstuk presenteren op de profielwerkstukavond 6

7 3. Tijdpad Hieronder staan een aantal belangrijke momenten voor het profielwerkstuk in dit schooljaar en het volgende schooljaar: Schooljaar maart Bezoek profielwerkstukpresentaties havo 5. mei Mentorles 1: Start profielwerkstuk. Brainstorm onderwerpen. Onderzoek mogelijke duo s. Start : leren omgaan met de probleemstelling, hoofd- en deelvragen formuleren, onderwerp bepalen etc. Deze les worden gegeven aan de hand van de uitgebreide handleiding bij het maken van een profielwerkstuk. mei Mentorles 2: Tijdens de mentorles geef je door aan je mentor: - vak(ken) en het onderwerp - met wie je samenwerkt Start met het formuleren van hoofdvraag en deelvragen. mei Mentorles 3: Toewijzing begeleider. Oriëntatie op onderzoeksmogelijkheden en formuleren hoofdvraag en deelvragen. 21 juni Werkmiddag met de begeleider: in een werkmiddag stel je met de begeleider een voorlopige hoofdvraag en deelvragen op en maak je een aanzet voor het plan van aanpak. Schooljaar September December Februari Maart Maart Beoordelingmoment I Het afronden van de oriëntatiefase, onderzoeksvraag, deelvragen en plan van aanpak. Na het akkoord van de docent (go) begint de eigenlijke onderzoeksfase. Beoordelingsmoment II Tussenverslag, met voorlopige conclusie, resultaten van het onderzoek en opzet van de schrijf/ontwerpfase. Beoordelingsmoment III Inleveren van het profielwerkstuk. Beoordelingsmoment IV Je presenteert je profielwerkstuk op school aan havo 4 leerlingen en andere belangstellenden. Beoordeling profielwerkstuk Je krijgt een eindcijfer voor je profielwerkstuk 7

8 4. Begeleiding en beoordeling Wanneer je een onderwerp hebt gekozen, krijg je een docent als begeleider toegewezen. Met die docent voer je een aantal gesprekken. Er zijn twee soorten gesprekken: begeleidings- en beoordelingsgesprekken. De verantwoordelijkheid voor het maken van afspraken voor begeleidingsgesprekken ligt bij jou. De begeleider beoordeelt jouw profielwerkstuk. Begeleidingsgesprekken Bij een begeleidingsgesprek kan jouw begeleider nagaan of je op de goede weg zit en kan hij je hulp geven. In iedere periode voor een beoordelingsgesprek voer je een begeleidingsgesprek met je begeleider. Je kunt in de periode tussen de beoordelingsgesprekken overigens op alle momenten van je onderzoek je resultaten aan je begeleider voorleggen en hem/haar om advies vragen. Om de begeleiding te stroomlijnen zijn er begeleidingsbladen gemaakt. Deze begeleidingsbladen maken je duidelijk wat je allemaal moet doen om een goed onderzoek te kunnen uitwerken. De begeleidingsbladen staan op de homepage van de CSB ( Het is verstandig ze daar als bestand vanaf te downloaden en dit op een usb-stick te bewaren. Voor elk beoordelingsgesprek moet je de begeleidingsbladen namelijk getypt inleveren. Beoordelingsgesprekken In een beoordelingsgesprek, beoordeelt jouw begeleider de fase die je hebt afgerond. Voor elke fase krijg je een aantal punten en het totaal aantal punten is je cijfer. Er zijn 4 beoordelingsgesprekken: 1. aan het einde van de oriëntatie- en keuzefase, 2. aan het einde van de uitvoeringsfase 3. na het inleveren van het onderzoeksverslag (= profielwerkstuk) 4. na de presentatie van het profielwerkstuk. In de eerste twee gesprekken vormt de begeleider zich een oordeel over je werkwijze en de aanpak van je onderzoek. De derde en de vierde beoordeling betreffen de presentatie van het profielwerkstuk in de vorm van je (onderzoeks)verslag en de presentatie op de profielwerkstukavond. Met elke beoordeling geeft de docent aan in hoeverre de stand van zaken voldoende is om het profielwerkstuk succesvol te kunnen voltooien of hij geeft aan wat er nog moet gebeuren binnen een van tevoren bepaald tijdsbestek. Deze beslissing wordt genomen aan de hand van de ervaring van de docent en een beoordelingsformulier. Op dit formulier geeft de docent ook de beoordeling in punten aan. 8

9 Let op! Een beoordelingsgesprek dien je te beschouwen als een toets. Je bent verplicht te verschijnen, de benodigde stukken te overhandigen en vragen te beantwoorden. De docent is verplicht uiterlijk na een week de beoordeling aan je bekend te maken. Verschijn je niet op een beoordelingsmoment of zijn de stukken niet in orde dan moet er een tweede afspraak worden gemaakt. In dat geval zullen er punten worden afgetrokken. Zie daarvoor de beoordelingsformulieren. Wat moet je bij elk beoordelingsgesprek bij je hebben? Op het eerste beoordelinggesprek moet je de volgende stukken overhandigen 1. het dossierblad Onderzoeksvraag/deelvragen /hypothese 2. het dossierblad Plan van aanpak 3. het dossierblad Logboek 4. het dossierblad Beoogde informatiebronnen Op het tweede beoordelingsgesprek moet je de volgende stukken aan je begeleider geven: 1. het dossierblad Logboek 2. het dossierblad Geraadpleegde bronnen 3. het dossierblad Informatieverwerking 4. het dossierblad Voorlopige conclusie Tijdens het derde beoordelingsgesprek worden de uitkomsten van het onderzoek besproken. Deze uitkomsten liggen vast in een schriftelijk verslag. Dit verslag wordt besproken evenals de presentatie, de mate van zelfstandig werken, de samenwerking en de reflectie op het onderzoek. Tijdens het vierde beoordelingsgesprek wordt de presentatie nabesproken en krijg je het definitieve cijfer voor je profielwerkstuk. Beoordeling Om tot een beoordeling te komen, staat op de beoordelingsformulieren aangegeven hoeveel punten je kan halen tijdens een beoordelingsmoment. Je kunt op elk beoordelingsformulier zien op welke onderdelen gelet wordt tijdens de beoordeling. Je kunt de formulieren dus zien als een beknopte samenvatting van alles wat belangrijk is en waar je op moet letten. De begeleidende docent geeft op elk beoordelingsformulier aan hoeveel punten je bij elk onderdeel krijgt. Het totaal aantal punten is je eindcijfer: Hieronder zie je hoe je eindcijfer tot stand komt: Subtotaal Beoordelingsmoment I: 70 punten Subtotaal Beoordelingsmoment II: 70 punten Subtotaal Beoordelingsmoment III: 110 punten Subtotaal Beoordelingsmoment IV: 60 punten Totaal: 310 punten 9

10 De presentatie In maart 2012 presenteren alle groepen hun profielwerkstuk. Dit gebeurt op school voor leerlingen van 4 havo, 5 vwo, docenten, ouders en andere belangstellenden. 5. Onregelmatigheden Lager dan een 4 Als je eindbeoordeling afgerond lager dan een 4 is, krijg je de gelegenheid het profielwerkstuk te verbeteren en in te leveren op de tweede inleverdatum. Dat gaat dan wel ten koste van een herkansing. De begeleider zal je aanwijzingen geven met betrekking tot de zaken die je kunt of moet verbeteren. Het kan bijvoorbeeld gaan om het verbeteren van je verslag. Niet inleveren Als je het onderzoeksverslag niet op de eerste inleverdatum hebt ingeleverd, krijg je een 1 voor dat beoordelingsmoment. Je kan het dan ten koste van een herkansing inleveren op de tweede inleverdatum. Is het profielwerkstuk niet ingeleverd en becijferd een week voor de uitslag van het eerste tijdvak van het eindexamen, dan krijg je geen diploma. Profielwerkstuk van een ander inleveren Het beoordelingsproces is zo opgezet dat je er niet veel hebt als je een kant-enklaar werkstuk van een ander gebruikt. Je zou immers zoveel tijd en energie kwijt zijn aan het maken van geloofwaardige tussenproducten en het beantwoorden van vragen daarover, dat je beter met een eigen profielwerkstuk aan de gang kan gaan. Lever je toch een profielwerkstuk van een ander in, dan krijg je een 1 en moet je een nieuw profielwerkstuk maken ten koste van een herkansing. 10