Gemeenteblad Onderwerp: Uitbreiding agrarische bedrijven Hoorn Jaar/nummer: 2014 / 8 In behandeling bij: Beleid / Gea van Essen Voorstel De verzoeken van zowel Mier als Vis gelijk te behandelen. Een keuze maken uit 2 opties voor beide aanvragen: Optie 1. niet meewerken: en dan: a. raadsbesluit 2010/9 intrekken; b. aanvraag art.19 lid 1 WRO weigeren (Mier); c. aanvraag art. 3.10 Wro weigeren (Vis). Optie 2. wel meewerken: en dan: het college opdracht geven voor beide plannen één gezamenlijk ontwerpbestemmingsplan te laten voorbereiden. Samenvatting Er liggen al jaren twee aanvragen voor de realisatie van een ligboxenstal aan de zuidzijde van Hoorn, bezuiden de bestaande bebouwing de polder in. Over de aanvraag van Mier heeft de raad al twee keer positief besloten, de aanvraag van Vis is vooruitgeschoven. Het zijn vergelijkbare aanvragen. Het is niet te motiveren beide aanvragen niet gelijk te behandelen en beoordelen. Er is goede motivatie om niet mee te werken en er is goede motivatie om wel mee te werken. Er wordt geadviseerd voor beide één besluit te nemen Toelichting De aanvragen van Mier en Vis betreffen beide de realisatie van een ligboxenstal aan de zuidzijde van Hoorn, bezuiden de bestaande bebouwing, de polder in. De bedrijven zijn ca. 150 meter van elkaar verwijderd. Het bouwplan van Mier is voorzien van een advies van het Provinciaal Ruimtelijk Kwaliteitsteam waarmee tot een gedragen plan is gekomen dat de raad niet wil weigeren. Het bouwplan van Vis heeft geen relevante ruimtelijke verschillen ten opzichte van het plan van Mier. Beide plannen zijn op dezelfde gronden in strijd met de regels van het bestemmingsplan Buitengebied Polder. De plannen betreffen dezelfde materie, dezelfde afweging, dezelfde toetsing en dezelfde keuze. Het is derhalve bestuurlijk niet opportuun deze aanvragen ongelijk te behandelen. Iedere motivatie om mee te werken aan het ene plan geldt tevens voor het andere plan. Dit geldt eveneens voor iedere motivatie om een van de plannen te weigeren. De afweging om te weigeren dan wel mee te werken geldt daarom voor beide plannen.
2 Optie 1: niet meewerken Verschuiving van de agrarische bouwpercelen om de zuid past niet in het bestemmingsplan Buitengebied Polder 2013 omdat hierin geen ontwikkelingsruimte is opgenomen in afwachting van de vaststelling van de Integrale gebiedsontwikkeling (IGO). De raad heeft in september 2012 het ontwikkelplan Terschellinger Polder vastgesteld. In dit plan wordt de landschapsstructuur als leidend principe aangemerkt. Vanuit deze leidende principes is in de workshop Nije Pleats de ontwikkelruimte voor agrarische bedrijven bepaald. Een van de voorlopige conclusies van deze exercitie is dat het gebied waar de ontwikkeldruk het hoogst (Hoorn) deze ruimte nihil tot afwezig is. Redenerend vanuit deze leidende principes; ontwikkel- en bewoningsgeschiedenis van Terschelling en vanuit de geldende milieuzoneringen is de ontwikkelruimte op. Redenerend vanuit de landschappelijke, natuurlijke kwaliteiten en maat en de kleinschaligheid van de bebouwing is het de vraag of Terschelling geschikt is en ruimtelijk kan voldoen aan de trend minder en groter. In deze beoordeling dient ook het provinciale beleid te worden betrokken. In het Streekplan heeft de provincie haar belangen op het ruimtelijke vlak aangegeven. De belangen op het vlak van natuur, landschap en cultuurhistorie zijn in de nota Grutsk op e romte uitgewerkt. Dit plan is vervolgens vervat in een Ontwerp-structuurvisie en nu ook opgenomen in de ter visie gelegde Wijziging Verordening Romte van de provincie. Door deze adviezen te verankeren in de Verordening verschuiven de richtinggevende adviezen naar meer bindende voorschriften die niet zo maar ter zijde geschoven kunnen worden. De provincie wil dat de openheid van de polders versterkt en behouden wordt. Terschelling kenmerkt zich in Grutsk door een openheid die wordt gekenmerkt met eendenkooien als puntverdichtingen. Aangegeven wordt voorts dat de fijnmazige dorpsstructuur benut moet worden als onderlegger bij nieuwe ontwikkelingen. Maat en schaal van de bestaande bebouwing, bebossing, duinen en infrastructuur dienen gerespecteerd te worden door de nieuwbouw hier op aan te passen. Ruimten tussen de dorpen en de zichtlijnen vanuit de binnenduinrand moeten eveneens open blijven. Ook het stelsel van archaïsche slenk- en prielpatronen dienen gehandhaafd blijven. Conclusie 1: Verschuiving van de agrarische bouwpercelen om de zuid past niet in het bestemmingsplan Buitengebied Polder 2013. De provincie geeft aan dat daarmee de ontwikkelingen vooral op de strand- en kwelderwallen plaats moet vinden indachtig de bewoningsgeschiedenis op Terschelling. Deze ontwikkelruimte rond Hoorn is nihil tot afwezig. Op grond hiervan wordt voorgesteld niet aan deze ontwikkeling mee te werken. Het zou een trendbreuk betekenen als de leidende landschappelijke principes ter zijde worden geschoven. Dit kan tot precedentwerking leiden. Consequenties 1: Indien niet wordt meegewerkt aan deze plannen dient uw raad het raadsbesluit 2010/9 in te trekken waarin u heeft besloten het college opdracht te geven een ontwerpbestemmingsplan op te stellen ter realisering van de verplaatsing van het agrarisch bedrijf aan de Tordelenweg te Hoorn. Bovendien dient u de aanvraag artikel 19 lid 1 WRO (Mier) en de aanvraag artikel 3.10 Wro (Vis) te weigeren.
3 Optie 2: wel meewerken De gemeenteraad heeft twee keer toegezegd mee te willen werken aan het plan van Mier: in 2010 heeft u het college opdracht gegeven een ontwerpbestemmingsplan op te stellen en recent heeft u de voorgestelde weigering verworpen. De verschuiving van de agrarische bouwpercelen past precies in de gewenste ontwikkelingsrichting zoals die is neergelegd in het Structuurplan Terschelling voorbij 2000 dat nog steeds geldt als de gemeentelijke structuurvisie. In het Landschapsontwikkelingsplan (LOP, 2004) wordt een aantal aanbevelingen gedaan om de verschillende waarden en functies in de polder met elkaar in balans te brengen. Een daarvan stelt: Uitbreidingen van de bebouwing van agrarische bedrijven worden toegelaten wanneer deze worden uitgevoerd in een passende architectuur (vorm/kleur/materiaalgebruik), door de bebouwingen in te passen in het landschap en door erfbeplanting of strategisch geplaatste beplanting. Voor deze inpassing kan gebruik worden gemaakt van de Handreiking erfinrichting agrarische bedrijven die als bijlage 3 is opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied Polder 2013. Het Provinciaal Ruimtelijk Kwaliteitsteam heeft een positief advies uitgebracht op het plan van Mier. Verruiming van de afstand van ligboxenstallen tot de bebouwde woonomgeving is gunstig voor het woonleefklimaat. Gezien de trend van minder, maar grotere agrarische bedrijven is uitbreiding op afstand van de bebouwde woonomgeving toekomstbestendig. Conclusie 2: Gezien de toezeggingen, de ruimte binnen het bestaande beleid en in het belang van de toekomst van de agrarische sector op Terschelling is het zinvol onder voorwaarden mee te werken aan verschuiving van agrarische bedrijven richting de polder. Gezien de het feit dat met meewerken gebroken wordt met de bewoningsen ontstaansgeschiedenis van Terschelling is het van groot belang de voorwaarden waaronder en bij de uitwerking daarvan inpassingscriteria helder geformuleerd worden. Zeker met het oog op andere toekomstige aanvragen. Het vraagt om een zorgvuldige aanpak. Voorgesteld wordt deze locaties daarvoor te gebruiken. Dit zou binnen de context van het integrale gebiedsproces Terschellinger Polder kunnen plaatsvinden. Consequenties 2: Indien uw raad beide aanvragen wil honoreren zal u het college opdracht moeten geven voor beide plannen één gezamenlijk ontwerpbestemmingsplan te laten voorbereiden, omdat op die wijze integrale inpassing het best gegarandeerd kan worden.
4 Historie Mier: 22-05-2008 aanvraag reguliere bouwvergunning voor de verplaatsing van het agrarisch bedrijf aan de Tordelenweg te Hoorn; 16-12-2008 college besluit concept voorontwerp Bestemmingsplan Tordelenweg (Mier) Hoorn voor overleg voor te leggen aan de provincie (NOB- 1071); 21-04-2009 college stemt in met het aangepaste voorontwerp bestemmingsplan en legt dit voor aan de raadscommissie (OA-345); 22-09-2009 college stelt voor gebruik te maken van het Provinciaal Ruimtelijk Kwaliteitsteam om tot een gedragen plan te komen (OB-759); 19-01-2010 college besluit het nieuwe voorstel naar aanleiding van het advies van het Provinciaal Ruimtelijk Kwaliteitsteam door te schuiven naar de nieuwe gemeenteraad (NOA-41); 23-02-2010 de nog zittende raad besluit met inachtneming van het voorstel in het gemeenteblad van 9 februari 2010 het college opdracht te geven een ontwerp bestemmingsplan op te stellen ter realisering van de verplaatsing van het agrarisch bedrijf aan de Tordelenweg te Hoorn (2010-9); 28-10-2010 Coalitieprogramma 2010-2014: de coalitie wil ruimte voor de agrarische sector en gaat In goed overleg met de ondernemers werken aan een nieuw beleid dat hen voldoende ruimte en kansen biedt. (Coalitieprogramma 2010-2014, p.9); 13-10-2010 Wethouder Spanjer bespreekt met Mier dat er geen meerderheid in de nieuwe raad is voor de bedrijfsverplaatsing en dat het ontwerpbestemmingsplan niet ter inzage gelegd zal worden. Hij adviseert de tijd te benutten om alternatieven te onderzoeken (Verslag B&W 19-10-2010); 24-09-2013 de raad stelt het bestemmingsplan Buitengebied Polder vast zonder wijziging van de situatie van het agrarisch bedrijf aan de Tordelenweg; 15-10-2013 college verzoekt de raad om in te stemmen met het weigeren van de aanvraag reguliere bouwvergunning voor de verplaatsing van het agrarisch bedrijf aan de Tordelenweg te Hoorn dd.22-05-2008 (690- OA); 17-12-2013 raad verwerpt het voorstel van het college om de aanvraag bouwvergunning te weigeren. Vis: 21-05-2010 aanvraag reguliere bouwvergunning voor een ligboxenstal 28-10-2010 Coalitieprogramma 2010-2014: de coalitie wil ruimte voor de agrarische sector en gaat In goed overleg met de ondernemers werken aan een nieuw beleid dat hen voldoende ruimte en kansen biedt. (Coalitieprogramma 2010-2014, p.9); 22-02-2012 in overleg met wethouder Spanjer is afgesproken deelaanvragen omgevingsvergunning in te dienen en dat de aanvraag ligboxenstal buiten behandeling blijft in afwachting van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) (2012/JH/337); 16-07-2013 college besluit de aanvraag reguliere bouwvergunning voor het realiseren van een ligboxenstal Kooiweg 3 te Hoorn te weigeren. 24-09-2013 de raad stelt het bestemmingsplan Buitengebied Polder vast zonder wijziging van de situatie van het agrarisch bedrijf aan de Kooiweg 3;
5 15-10-2013 college verzoekt de raad om in te stemmen met het weigeren van de aanvraag reguliere bouwvergunning voor het realiseren van een ligboxenstal Kooiweg 3 te Hoorn (689-OA); 17-12-2013 raad weigert het voorstel van het college om de aanvraag bouwvergunning te weigeren op de agenda te zetten. Juridische gevolgen/fatale termijnen/handhaving Er liggen twee aanvragen waarop de gemeenteraad een besluit moet nemen. Het is bestuurlijk onbehoorlijk om besluitvorming verder uit te stellen. Het gelijkheidsbeginsel verplicht om beide aanvragen gelijk te behandelen en beoordelen omdat beide plannen vergelijkbare planologische verzoeken betreft. Dat er op de ene al bestuurlijke besluiten zijn genomen, doet daaraan niets af. Financiële/personele/organisatorische gevolgen Het opstellen van een ontwerp-bestemmingsplan op aanvraag komt op kosten van de aanvrager. Communicatie/interactiviteit De aanvragers zullen worden geïnformeerd over de behandeling in de raadsvergadering en de uitkomst daarvan. Advies van de raadscommissie pm Ter inzage liggende stukken Raadsbesluit 2010/9 Boerderijverplaatsing Tordelenweg Datum behandeling in B&W + ondertekening Terschelling, 11 februari 2014 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terschelling, H.M. de Jong, secretaris/directeur J.H. Bats, burgemeester
6