Belangrijk om te lezen! Uitzendwerk is vast en zeker vakmanschap

Vergelijkbare documenten
Uitzendwerk is vast en zeker vakmanschap. Belangrijk om te lezen!

De Flexkracht aan zet

Uitzendwerk is vast en zeker vakmanschap. Belangrijk om te lezen!

Sterk voor werk DE FEITEN OP EEN RIJ

Antwoorden op vragen bij het congres De Flexkracht aan zet!

Titel van de presentatie :00. TNO-NSvP Leernetwerk Job engineering. Duurzame flexbanen. Weer een toename inkoop aantal uitzenduren

Nieuwe kansen voor intermediairs

We zijn op ontdekkingsreis, in een gebied waar de huidige systemen leidend zijn maar onvoldoende werken. Bij een ontdekkingsreis hoort ruimte.

De betekenis van uitzendwerk voor de Nederlandse arbeidsmarkt. December 2016

Uitzendwerk werkt! De economische en maatschappelijke rol van het uitzendwerk in Nederland

Plan van aanpak: Mobiliteit in de AMR Noord-Holland Noord

Weer aan het werk als uitzendkracht: vaker wisseling van baan en sector na werkloosheid Jeroen van den Berg en Hester Houwing (UWV)

West-Brabant werkt aan morgen. Uitvoeringsprogramma

Ontwikkelingen arbeidsmarkt: Uitzendbureau? Kans op werk!

Menukaart cofinanciering maatregelen in sectorplannen

STOOF Sectorplan UITZENDBRANCHE Regionale bijeenkomsten UWV-Leerwerkloketten en Uitzendwerkgevers

compensatie voor flexwerkers: wat willen werkgevers?

ONDERZOEK JONGEREN EN FLEX FNV JONG

Leven Lang Ontwikkelen. Erwin Pierik/ Rini Romme april 2017

Inventarisatie afspraken sectorplannen, augustus 2014 FNV, Paul van den Boom, Fredy Peltzer

Uitzendkracht zonder startkwalificatie heeft een relatief zwakke arbeidsmarktpositie

Menukaart cofinanciering maatregelen in sectorplannen, versie 1.1

Cao Metalektro: die deal doen we samen

Kansen & knelpunten op de arbeidsmarkt. Marieke Schramm & Michel van Smoorenburg Arbeidsmarktinformatie en -advies UWV Zwolle, 13 november 2017

Terugkoppeling motie 'Van bijstand naar baan' De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Notitie. Pagina 1 van 5. Bestuurlijk overleg arbeidsmarktregio Zuid-Kennemerland en IJmond, 6 december 2018

Initiatiefvoorstel PvdA-GroenLinks

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Intersectorale mobiliteit. Kees Hagens Rijnland Advies

Vraaggestuurde re-integratie: methode of mythe? Arjan Heyma (SEO Economisch Onderzoek) 27 mei 2011

29544 Arbeidsmarktbeleid. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Van sociale werkvoorziening naar werkbemiddelingsbedrijf

Uitzendkrachten in crisistijd

Jongeren aan de slag! Peter van Nunen.

Meer kansen, meer banen. SW-bedrijven als banenmakelaar

De aanpak van Inclusief Groep werkt! Werken leer je door te werken. We brengen mensen in bedrijf

Samenvatting Regio in Beeld

LCR- congres 2013 Samenhang en Samenspel

Sterk voor werk DE ABU WERKT VOOR U!

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Amersfoort

Personeel op peil. Onderzoek naar de positie van mkb-werknemers

Mobiliteitscentra. Rob Schwillens projectleider Mobiliteitscentra. Januari 2009: nieuwsflits Arbeidsmarkt. Instroom, uitstroom en stand nww. mei.

Duurzame Flexbanen. TNO-NSvP Leernetwerk Job Engineering. Luc Dorenbosch Jos Sanders Ellen van Wijk Sonia Sjollema

KLeintje begroting 2010

5.2 Wie is er werkloos?

Personeelsvoorziening van de toekomst

Hoofdlijnen voor het plan van aanpak voor de bestrijding van jeugdwerkloosheid

Integrale arbeidsmarktbenadering

REGIONALE PLATFORM BIJEENKOMST SECTORPLANNEN. Actieteam crisisbestrijding Stichting van de Arbeid

Een uitdagende arbeidsmarkt. Erik Oosterveld 24 juni 2014

Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en

Servicepunt Techniek. Hedy Segond Von Banchet KENTEQ, Manager Business Development Employability Kasteel Daelenbroeck, Herkenbosch 13 Mei 2009

Door Leren en Werken elkaar versterken

Persbericht. Praktijkgerichte jongeren dreigen massaal buiten de arbeidsmarkt te vallen

Uitzendovereenkomsten maken met het fasensysteem

Samenvatting Sectorplan Uitzendbranche Aangeboden. door samenwerkende partijen

Netwerk 45+ werk.nl uwv.nl. Samen naar een nieuwe baan. Werk boven uitkering

Armoede en Arbeidsmarkt

cc. Voorzitter en de leden van de Vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van de Tweede Kamer der Staten Generaal

Sectorplan Levensmiddelenindustrie

Sectorplan Uitzendbranche Aangeboden. door de sociale partners van STOOF. aan het Agentschap SZW. in het kader van de toekenning van

Onderzoeksrapport: zorgelijke terugloop leerwerkplekken mbo

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Gorinchem

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Midden-Gelderland

Voordracht voor de raadsvergadering van <datum raadsvergadering>

Plan van aanpak social return. Gemeente Gouda

Onder uitzendkrachten is scholing onbekend, niet onbemind. Het perspectief van de uitzendkracht zelf

FLEXWERK EN DE PARTICIPATIEWET. 25 september Locus Kenniscafé/Programmaraad implementatie dag IW4 Veenendaal

Gevolgen veranderingen wet- en regelgeving

Afschrijven of juist investeren? Welke rol hebben O&O fondsen bij langer doorwerken?

MET ELKAAR KOM JE VERDER

Bijlage 2. Human Capital Agenda s

Werk en inkomen middelbaar beroepsonderwijs. Tijdelijk werk in het middelbaar beroepsonderwijs

PARTICIPATIE: ÓÓK IN OOST-GRONINGEN!

Sectorplan VVT, GHZ en GGZ

Samenvatting Regio in Beeld

Nieuwe kans op extra instroom

Eenvoudiger van bijstand naar baan

Sectorplan Bouw en Infra

Uitzenden Detacheren Werving+Selectie Payrolling

Betreft: Reactie Landelijke Cliëntenraad op Wetsvoorstel Wet werk en Zekerheid Referentie: LCR/TK/ /GM/BH

STICHTING VAN DE ARBEID

Aangezien de tijd dringt voor het organiseren van een regionale bijeenkomst met de uitzendpartijen, heb ik de volgende praktische vragen/verzoeken:

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De arbeidsmarkt in Zuidoost-Brabant. UWV Gerald Ahn 9 september 2014

Via de wijk aan het werk


MBO ACADEMIE NEDERLAND MAAKT WERK VAN MOBILITEIT!

TOELICHTING BIJ EIND- EN TOETSTERMEN VOOR HET SEU EXAMEN PAYROLL

Datum 17 december Ons kenmerk Pagina('s) 2 van 7

Bernard ter Haar Vrijdag 1 juli 2016

U Datum Uw brief. A. V.M.J, van de Werfhorst-Verbraak Onderwerp: Sociale Zaken, Management Ondersteuning

Online applicatie voor participatie en re-integratie

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Achterhoek

Notitie. 6 april Isabel Coenen Onze ref /IC/DT. Achtergrond: Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt

De arbeidsmarkt in Oost-Brabant en Limburg

Samenvatting Regio in Beeld

MET ELKAAR KOM JE VERDER NETWERK VOOR WERK, DAT WERKT!

Transcriptie:

Belangrijk om te lezen! Uitzendwerk is vast en zeker vakmanschap 204271 WT_Statement-Brochure_v5.indd 1 28-02-13 14:16

25 adviezen voor opleiding en ontwikkeling flexkrachten Groot belang bij meer samenwerking Om de positie van flexkrachten op de arbeidsmarkt te versterken, moet stevig worden ingezet op de ontwikkeling van werknemers en werkzoekenden aan de onderkant van de arbeidsmarkt, met extra aandacht voor beroepsgerichte scholing (vakmanschap) en intersectorale samenwerking. De uitzendbranche kan een belangrijke rol spelen, maar ook flexkrachten, overheden, inleners en opleiders zijn aan zet. Zij hebben bovendien een groot gezamenlijk belang! Over STOOF Stichting Opleiding en Ontwikkeling Flexbranche (STOOF) is het opleidingsen ontwikkelingsfonds voor de uitzendbranche. Het is een samenwerkingsverband van werkgevers en werknemers in de flexbranche dat adviseert, stimuleert en meefinanciert aan de opleiding en ontwikkeling van flexkrachten en vaste medewerkers binnen de flexbranche. STOOF wil bijdragen aan een flexibele arbeidsmarkt met perspectief voor flexkrachten, inleners en uitzendwerkgevers. Dat blijkt uit de adviezen van een experttafel die heeft gekeken hoe opleiding en ontwikkeling van flexkrachten de komende jaren een stevige impuls kan krijgen. De adviezen zijn uitgewerkt in vier investeringsrichtingen met 25 concrete aanbevelingen voor alle betrokken partijen. De belangen De belangen zijn groot. Voor uitzendkrachten betekent een extra impuls voor opleiding en ontwikkeling meer inkomenszekerheid, participatie en perspectief. De opdrachtgevers van uitzendorganisaties krijgen hierdoor goed opgeleide werknemers en de vakmensen waar zoveel behoefte aan is. Uitzendorganisaties krijgen zo voor werkgevers een extra duurzame rol van betekenis. En de overheid maakt minder kosten (uitkeringen) en krijgt meer social return. En er is meer. Want slimmer werken en grotere arbeidsmobiliteit is goed voor de gehele economie. Het verhoogt de arbeidsproductiviteit, zorgt voor een sterke concurrentiepositie en meer economische groei. Dat maakt de taart uiteindelijk voor iedereen groter. Leren loont, zowel voor uitzendkracht, opdrachtgever, uitzendwerkgever als de overheid. De vier hoofdrichtingen: 1. Zet stevig in op ontwikkeling van de onderkant van de arbeidsmarkt; 2. Zet de uitzendbranche in voor beroepsgerichte scholing en het realiseren van vakmanschap van en voor flexkrachten; 3. Benut het intersectorale karakter van de uitzendbranche ten volle; 4. Investeer als uitzendbranche en (lokale) overheid in publiekprivate samenwerking. Nieuwe stappen In de bijbehorende aanbevelingen wordt onder andere geadviseerd nieuwe formules te ontwikkelen voor ontwikkelbanen en leer- en werkcontracten. Uitzendorganisaties kunnen onderling meer samenwerken om op de al ingeslagen weg meer massa te maken. Wetgeving en financiële voorzieningen moeten flexvriendelijker worden. Die zijn nog onvoldoende afgestemd op de moderne (flexibeler) arbeidsmarkt. Ook publiekprivate samenwerking biedt meer mogelijkheden. Niet alleen voor de bemiddeling van werkzoekenden, maar ook voor het ontwikkelen. Dat is zeker van groot belang voor flexkrachten met een slecht arbeidsmarktperspectief. De experts zijn geraadpleegd op initiatief van de Stichting Opleiding en Ontwikkeling Flexbranche (STOOF). Aan de experttafel zijn onder andere deskundigen aangeschoven vanuit de vakbeweging en een kenniscentrum, namens werkgevers en opleiders, en vanuit het onderwijs en de wetenschap. 3 204271 WT_Statement-Brochure_v5.indd 2-3 28-02-13 14:16

FLEXKRACHT Aanleiding, analyse en vragen OPLEIDERS OVERHEID (Faciliteren) De economie vraagt om flexibiliteit. Organisaties dan vooral beschouwd als kostenpost en heeft moeten flexibel kunnen inspelen op ontwikkelingen daardoor met name aan de onderkant van de op de (wereld)markt. Daardoor is flexibiliteit arbeidsmarkt een slecht imago. De ervaring leert een noodzakelijke voorwaarde om continuïteit dat dit in sommige branches vaker voorkomt. van ondernemingen te kunnen waarborgen. Het lijkt of deze branches en flexwerkgevers De uitzendbranche heeft bewezen een antwoord elkaar gevangen houden in een negatieve spiraal. te kunnen geven op deze vraag naar flexibiliteit. De inlener is gebaat bij goed gekwalificeerde flexkrachten die snel inzetbaar zijn. De flexwerkgever biedt hiermee toegevoegde waarde en voor Voor een deel wordt flex (breder dan uitzendwerk alleen) echter ook gezien als risico verleggen naar de flexkracht betekent dit dat hij of zij langdurig een kleine groep werknemers. Flexibiliteit wordt aan het werk kan en meer zekerheid op werk krijgt. Uitzendbranche De positie van de verschillende uitzendkrachten op de arbeidsmarkt loopt sterk uiteen. Zij zijn actief in de verschillende fasen van de uitzendsector: INLENER Uitzendkracht, inlener en uitzendwerkgever zijn wederzijds afhankelijkheid van elkaar en zijn allen gebaat bij het opleiden en ontwikkelen van uitzendkrachten. Zij hebben ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid. In de ideale wereld is een uitzendkracht primair verantwoordelijk UITZENDWERKER voor zijn of haar eigen loopbaan. Om die verantwoordelijkheid te kunnen nemen, blijkt in de praktijk vaak ondersteuning nodig van inlener, uitzendwerkgever of overheid. Dat geldt zeker voor flexkrachten met een meer kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. 1. Mensen die nauwelijks perspectief hebben op de arbeidmarkt worden door de overheid in toenemende mate verwezen naar uitzendwerkgevers. De uitzendbranche kan een belangrijke rol spelen in hun re-integratie (begeleiden naar werk), maar zal om perspectief te kunnen bieden, naast samenwerking met de overheid ook faciliteiten van de overheid moeten krijgen. 2. Een groep uitzendkrachten verblijft langdurig in fase A of fase 1/2. Volgens onderzoek van ABU en FNV gaat dit om ongeveer 70.000 mensen en daarnaast nog eens 28.000 mensen die meerdere malen een uitzendbaan afwisselen met een uitkering. Dit zijn flexkrachten die lange tijd voor een of meer flexwerkgevers werken, maar niet doorstromen naar een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd. Flexwerkgevers en inleners vinden het te risicovol om hen een vastere overeenkomst te bieden. 3. Tegelijkertijd bewijzen uitzendkrachten dagelijks hun waarde op de arbeidsmarkt. Met opleiden en verzilveren van ervaring wordt het ook mogelijk dat zij meer perspectief krijgen op de arbeidsmarkt. 4. Er is een grote groep uitzendkrachten die met vakmanschap en multi-inzetbaarheid dagelijks van grote waarde is op de flexibele arbeidsmarkt. Uitzendwerkgevers en inleners hebben hen de komende jaren hard nodig. Aan de slag De adviezen van de experts zijn uitgewerkt in concrete stappen. De belangrijkste stakeholders - flexkrachten (vakbonden), uitzendwerkgevers (uitzendbranche) en inleners (werkgevers) kunnen hiermee aan de slag. Ze bieden een win-win-win-situatie voor alle drie de partijen. De experttafel Als kenniscentrum van de sociale partners voor het opleiden en ontwikkelen van flexkrachten heeft STOOF aan adviesorganisatie Linxx gevraagd expertmeetings te organiseren. Met deskundigen die hun sporen meer dan verdiend hebben op het gebied van arbeidsmarktbeleid. Aangeschoven zijn onder andere deskundigen vanuit de vakbeweging en een kenniscentrum, namens werkgevers en opleiders en vanuit het onderwijs en de wetenschap. In verschillende bijeenkomsten is de experts gevraagd om advies en eventuele oplossingen te delen ten aanzien van een aantal kernvragen. Doel: komen tot concrete aanbevelingen voor STOOF, maar ook voor de andere stakeholders: uitzendkrachten (vakbonden), uitzendwerkgevers (uitzendbranche) en inlener (werkgevers). Doordat de oplossingen vanuit verschillende invalshoeken komen, is geen sprake van één antwoord van allen, wel van verschillende oplossingsrichtingen en een gedeelde ambitie. STOOF begeleidt de introductie van de adviezen door stakeholders te enthousiasmeren en initiatieven te toetsen op de gezamenlijke win-win-win-mogelijkheden. Zo wordt samengewerkt aan duurzame flex, door te investeren in mensen en steeds het initiatief te blijven nemen. Dit doet STOOF onder het motto: Uitzendwerk is vast en zeker vakmanschap, maar je moet er wel iets voor doen! 4 5 204271 WT_Statement-Brochure_v5.indd 4-5 28-02-13 14:16

AANBEVELINGEN Zet stevig in op ontwikkeling van de onderkant van de arbeidsmarkt De uitzendbranche vervult een belangrijke functie als opstap naar werk. Zeker voor mensen die lager opgeleid zijn. Bijna 35% van de flexkrachten heeft geen startkwalificatie (STOOF OpleidingsMonitor 2012). Soms blijkt uitzendwerk geen opstap naar een baan elders, maar blijven uitzendkrachten langdurig - al dan niet met onderbrekingen - aangewezen op uitzendwerk. In beide gevallen is opleiden keihard nodig, zeker in de huidige economisch onzekere tijden. Op de arbeidsmarkt bieden goed onderhouden kennis en competenties namelijk de beste garantie op duurzame participatie. En dat is juist belangrijk voor werknemers met een flexibel dienstverband. Aandacht van de branche voor de onderkant van de arbeidsmarkt is op zijn plaats. Maar ook een noodzaak omdat in de toekomst sprake is van tekorten op (delen van) de arbeidsmarkt. Aanbevelingen voor vier investeringsrichtingen De adviezen van de experttafel vormen geen panklare oplossingen. Ze bieden wel een duidelijke richting en perspectief. De vier aanbevelingen laten zich lezen als ambities en investeringsrichtingen voor de toekomst. Daarbij is steeds de driehoek van uitzendwerkgever, flexkracht en opdrachtgever van betekenis. Daarnaast zijn ook de overheid en opleiders belangrijke spelers. De kunst is om wederzijdse meerwaarde te zoeken en de samenwerking te organiseren. O&O-fondsen kunnen daarin een belangrijke rol spelen. De experttafel doet de volgende concrete aanbevelingen: Investeer als uitzendbranche met opdrachtgevers in het realiseren van tenminste startkwalificaties en basisvaardigheden voor deze groep flexkrachten door middel van leer-uitzendwerkbanen om hun arbeidsmarktpositie structureel te versterken; Experimenteer met nieuwe leer- en werkcontracten die leren lonend maken, uitzendkrachten inkomensperspectief bieden en tegelijkertijd uitzendwerkgevers in de gelegenheid stellen als werkgever voor deze groep werknemers op te treden; Werk aan bewustwording en empowerment van deze groep flexkrachten, zodat zijzelf vragende partij worden en organiseer ter ondersteuning goede begeleiding en loopbaancoaching; Leg bij het opleidingsbeleid voor deze flexkrachten een duidelijk niet-vrijblijvend initiatief bij henzelf, bijvoorbeeld met individuele opleidingsvouchers; Breng beter in beeld wat flexkrachten aan competenties hebben opgebouwd; Zorg voor deze groep flexkrachten voor gerichte en stapsgewijze ontwikkeling van competenties, samen met opdrachtgevers op basis van zogeheten ontwikkelbanen (praktijkgericht opleiden/trainen); Zorg voor eenvoudige methoden om de werkervaring van deze groep flexkrachten beter in beeld te brengen én te kunnen verzilveren. Hierdoor kunnen transities op de arbeidsmarkt sneller verlopen; Realiseer samenwerking tussen sectoren (onder andere O&O-fondsen en uitzendorganisaties onderling) waar relatief veel uitzendkrachten langdurig uitzendwerk verrichten om met bovenstaande aanpak aan de slag te gaan. Denken daarbij aan sectoren als: agro, transport, logistiek en industrie. 7 204271 WT_Statement-Brochure_v5.indd 6-7 28-02-13 14:16

AANBEVELINGEN 2 Gebruik de uitzendbranche voor beroepsgerichte scholing en het realiseren van vakmanschap bij flexkrachten De toekomstige arbeidsmarkt vraagt om een goed opgeleide beroepsbevolking. Werk wordt kennisintensiever, kennis veroudert sneller dan ooit en functies veranderen voortdurend. Arbeidsbemiddeling en opleiden zullen steeds vaker hand in hand gaan, want vacatures en werkzoekenden matchen niet meer als vanzelfsprekend. Opdrachtgevers stellen steeds hogere eisen aan de kwaliteit van hun uitzendorganisatie. Uitzendwerkgevers moeten investeren in kennis en vakmanschap van hun uitzendkrachten om een rol van betekenis te kunnen blijven spelen op de arbeidsmarkt. Dat gebeurt ook steeds vaker. In 2011 waren 12.000 uitzendkrachten werkzaam in een zogeheten leerwerkbaan en zes op de tien uitzendwerkgevers is op dat terrein actief. Het levert meer jongeren extra kansen op en helpt opdrachtgevers aan vakmensen. De experttafel doet de volgende concrete aanbevelingen: Ga als STOOF en uitzendbranche door op de ingeslagen weg van de afgelopen jaren en maak meer massa. De groei van enkele honderden leerwerkbanen voor uitzendkrachten in 2007 naar meer dan 10.000 leerwerkbanen in 2012 bewijst dat het kan en onderstreept de betekenis van de uitzendbranche; Zorg op dit terrein voor meer samenwerking in de branche tussen uitzendwerkgevers. Samen klassen vullen realiseert schaalvoordelen, maakt meer leerwerkbanen (BBL en BOL-trajecten) mogelijk en realiseert een wenkend perspectief voor sectoren, opleiders en overheid. Dit biedt ook kansen voor kleine uitzendwerkgevers; Spreek onderwijsinstellingen (privaat en publiek) aan om meer vraaggestuurd op te leiden. De arbeidsmarkt vraagt erom. Vraag om meer flexibiliteit en modulair maatwerk van het opleidingsaanbod en ook om flexibele leerwegen om de investering in tijd en kosten voor alle betrokkenen binnen de perken te houden; Wetgeving en ondersteunende financiële maatregelen (waaronder WVA) houden onvoldoende rekening met het feit dat leren en (flex)werken steeds vaker via de uitzendbranche gebeurt. Regelgeving moet hier beter op worden toegerust; Ondersteun deze investeringsrichting door de uitzendkracht - en zijn kennen en kunnen - centraal te stellen middels een meer op zijn of haar loopbaan afgestemd opleidingsbeleid. 8 204271 WT_Statement-Brochure_v5.indd 8-9 28-02-13 14:16

3 AANBEVELINGEN Benut het intersectorale karakter van de uitzendbranche ten volle De SER (Sociaal-Economische Raad) pleitte in 2011 al voor meer baan-baan-mobiliteit. Mobiliteit op de arbeidsmarkt heeft ook steeds vaker een intersectoraal karakter. UWV onderzocht de sectorale mobiliteit van werkzoekenden die in 2009 bij het UWV stonden ingeschreven. In dat crisisjaar was 42% van alle baan-werkloosheid-baan bewegingen gerelateerd aan de uitzendbranche. 40.500 werkzoekenden uit andere sectoren gingen aan de slag in de uitzendbranche. Deze sprekende cijfers zijn niet zo vreemd omdat de uitzendbranche zo n beetje alle sectoren bedient en per definitie intersectoraal is. Daardoor liggen er belangrijke kansen voor samenwerking om uitzendkrachten intersectoraal op te leiden tot vakkrachten. Dit zal Van-Werk-Naar-Werk mede bevorderen. De experttafel doet de volgende aanbevelingen: Bevorder op basis van maatwerkafspraken de samenwerking tussen het O&O-fonds in de uitzendbranche (STOOF) en andere sectorale O&O-fondsen; Verspreid de best practices en ervaringen van intersectorale samenwerking zoals die opgedaan zijn in de techniek (STOOF, A&O, OOM) en zoek hiervoor steun bij de sociale partners; Breng vanuit STOOF en andere sectorale O&O-fondsen middelen bij elkaar om de samenwerking te ondersteunen. Verken mogelijkheden van intersectorale samenwerking op basis van gezamenlijk onderzoek; Kansrijk is de samenwerking tussen scholingsfondsen die gericht zijn op instroom ten behoeve van sectoren die te maken krijgen met tekorten op de arbeidsmarkt, zoals de techniek, zorg en logistiek; Richt de samenwerking echter ook nadrukkelijk op Van-Werk-Naar-Werk voor sectoren die te maken krijgen met economische krimp en gedwongen uitstroom; Breng als uitzendbranche horizontale loopbanen en intersectorale mobiliteitspaden voor flexkrachten in beeld; STOOF moet als representant van de uitzendbranche de voortrekkersrol nemen ten aanzien van intersectorale samenwerking tussen scholingsfondsen. 11 204271 WT_Statement-Brochure_v5.indd 10-11 28-02-13 14:16

AANBEVELINGEN 4 Investeer als uitzendbranche en (lokale) overheid in publiekprivate samenwerking De uitzendbranche biedt jaarlijks werk aan 750.000 uitzendkrachten. Veel van hen hebben enige tot grote afstand tot de arbeidsmarkt. Dat blijkt ook uit de cijfers: meer dan een derde van alle mensen die een baan vonden vanuit de bijstand of WW, lukte dat via een uitzendbureau. De overheid zoekt ook steeds meer de samenwerking met de uitzendbranche om werkzoekenden naar een baan te bemiddelen. Waar gemeenten en UWV vanwege bezuinigingen een stap terug moeten doen, kan de uitzendbranche met zijn expertise inspringen. De publiekprivate samenwerking zal alleen maar hechter worden de komende jaren. Omdat de groep (langdurige) flexkrachten regelmatig een beroep moet doen op de WW of WWB is het logisch dat medefinanciering ook vanuit de overheden komt. De experttafel doet de volgende aanbevelingen: Maak gebruik van en ondersteun als (lokale) overheid de allocatieve rol die de uitzendbranche op de arbeidsmarkt vervult voor deze groep flexkrachten; Opereer daarbij vanuit een duidelijke rolverdeling tussen (lokale) overheid en uitzendwerkgevers. De uitzendwerkgever treedt op als werkgever en biedt werk en de (lokale) overheid faciliteert deze rol. De (financiële) rol van de overheid is groter naarmate de afstand tot de arbeidsmarkt van de kandidaat groter is; Om die reden zou de overheid (individuele) leerrechten moeten garanderen én ook moeten bijdragen in de bekostiging voor de flexkracht die niet beschikt over een startkwalificatie (en wel in staat is deze te behalen). Die verantwoordelijkheid kan niet alleen bij de uitzendwerkgever of flexkracht worden gelegd; Zorg als (lokale) overheid voor een uitkeringsregime (bijstand, WW) dat uitstroom naar uitzendwerk voor flexkrachten vergemakkelijkt en lonend maakt. Het biedt inkomensperspectief, ook als het uitzendwerk onverhoopt weer wegvalt; Investeer vanuit de uitzendbranche in de publiekprivate samenwerking met de (lokale) overheid en bied hen redenen om te participeren in initiatieven gericht op de groep (langdurige) flexkrachten met een kwetsbare arbeidsmarktpositie. 12 204271 WT_Statement-Brochure_v5.indd 12-13 28-02-13 14:16

Feiten en cijfers in de uitzendbranche Omzet uitzendbranche 2011 (Bron: cbs) 11,4 miljard Plaatsingen door uitzendbureaus 2011 (Bron: ecorys) 1,4 miljoen Aantal uitzendkrachten 2011 (Bron: its) 752.533 Uitzendkrachten per dag 2011 (Bron: cbs) 172.000 Opleidingsniveau (Bron: its) Experts: Jeroen de Glas Marjolein ten Hoonte Ria van t Klooster Irene Lem Aukje Nauta Rob Slagmolen Jaap Jongejan (Voorzitter) Meegelezen: Paul de Beer Henk Grotenhuis Opdrachtgevers STOOF: Jurriën Koops Mariëtte Patijn Adriana Stel Laag 35 % (geen startkwalificatie) Middelbaar 46 % Hoog 19 % Colofon Opleiding (Bron: STOOF) 15, 8% van de uitzendkrachten, 16,4% van alle mensen met een vast dienstverband, 10% van alle mensen met een tijdelijk dienstverband, direct in dienst, volgt een opleiding Intersectorale mobiliteit (Bron: UWV) Deze publicatie is een uitgave van STOOF. Postadres: Postbus 144 1170 AC Badhoevedorp Telefoon: 020 655 82 16 Internet: www.stoof-online.nl E-mail: info@stoof-online.nl Tekst- en eindredactie: Tekstwerkplaats.nl Vormgeving: ZIGT Studio Druk: Integrafica Oplage: 3000 stuks Van alle overstapbewegingen van een baan vanuit de ene sector naar een andere sector - via een (korte) periode van werkloosheid - is in 42% de uitzendsector betrokken 2013. Alle rechten voorbehouden. Ondanks de zorgvuldigheid die aan deze uitgave is besteed, kan de uitgever geen aansprakelijkheid aanvaarden bij eventuele onjuistheden. Aan de inhoud van deze publicatie kunnen dus geen rechten worden ontleend. 14 204271 WT_Statement-Brochure_v5.indd 14-15 28-02-13 14:17

Adviezen voor STOOF en de uitzendbranche van de Expertafel Zet stevig in op ontwikkeling van de onderkant van de arbeidsmarkt. Gebruik de uitzendbranche voor beroepsgerichte scholing en het realiseren van vakmanschap bij flexkrachten. Benut het intersectorale karakter van de uitzendbranche ten volle. Investeer als uitzendbranche en (lokale) overheid in publiekprivate samenwerking. In het statement leest u nog 25 concrete aanbevelingen. Singaporestraat 74 1175 RA Lijnden T +31 20 655 82 16 E info@stoof-online.nl www.stoof-online.nl 204271 WT_Statement-Brochure_v5.indd 16 28-02-13 14:17