Plan van aanpak: Mobiliteit in de AMR Noord-Holland Noord

Transcriptie

1 Plan van aanpak: Mobiliteit in de AMR Noord-Holland Noord Kaders van het sectorplan Doelstelling Het sectorplan beoogt een bijdrage te leveren aan de gesignaleerde knelpunten op de arbeidsmarkt Knelpunten die vragen om een intersectorale aanpak. Het netwerk van ondernemingen verenigd in het Huis van het Werk heeft als doelstelling de komende 300 deelnemers aan het project: Intersectorale Mobiliteit in Noord-Holland Noord naar werk te begeleiden. Maatregelen De gesignaleerde knelpunten in combinatie met de kansen die er liggen maakt dat dit sectorplan zich gaat focussen op de volgende maatregelen: 1. Van werk naar een ander met name om de knelpunten binnen sgroepen en sectoren te helpen oplossen. Van belang hierbij is dat mensen op een hoger niveau geschoold gaan worden omdat de vraag meestal ook op een hoger niveau ligt. Hierdoor wordt doorstroming naar andere functies in andere sectoren makkelijker. De maatregel draagt met name bij aan het verhogen van de intersectorale mobiliteit (75 deelnemers); 2. Van werk naar hetzelfde. Deze maatregel is vooral gericht op het voorkomen van werkloosheid en het beter laten aansluiten van vraag en aanbod binnen sectoren. Het geeft werknemers de mogelijkheid zich verder te ontwikkelen (75 deelnemers). 3. Van WW-uitkering naar werk. Hier zal vooral gekeken worden naar de kansrijke sectoren zoals de benoemde speerpunten in NHN en de sectoren waar vacatures zijn (100 deelnemers); 4. Van overig naar werk. Dit betreft mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. We kiezen hier voor mensen die net zijn doorgezakt van WW naar de Participatiewet (maximaal 3 maanden) en/of jongeren zonder uitkering. Ook hier zetten we in op de kansrijke sectoren met daarnaast activeringsmaatregelen zoals sollicitatietrainingen, gebruik social media, competentie verbetering (50 deelnemers). Genoemde maatregelen zijn bedoeld om met name de mobiliteit tussen sgroepen en sectoren te verhogen en de kansen op werk voor mensen in een uitkeringssituatie te vergroten. Scholing en opleidingen vormen daarvoor het mobiliteitssmeermiddel. Het sectorplan heeft daarmee een duidelijk intersectoraal karakter passend binnen de doelstellingen van tranche 3. Activiteiten Om de arbeidsmobiliteit in deze doelgroepen te verbeteren worden onder andere de volgende activiteiten ontplooid gerelateerd aan de genoemde maatregelen : 1. Het verder ontwikkeling en uitbouwen van een transfercentrum gericht op de mobilisatie en uitwisseling van werknemers van de bedrijven. Deelnemende bedrijven kunnen in deze context ook direct eventuele omscholing of bijscholing met elkaar afstemmen. Alle bedrijven uit de regio kunnen hieraan deelnemen.

2 2. Het bieden van om- en bijscholingstrajecten met baangaranties voor werknemers van deelnemende bedrijven waarbij ontslag dreigt, of personen die al WW ontvangen. Hierbij richt het Huis van het Werk zich op sectoren waar veel vraag is en omscholing vereist is. 3. Het bieden van Competentieonderzoek, loopbaanadvies. 4. Het begeleiden van personen met een bijstandsuitkering naar werk door in the zetten op het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt middels bijscholing, coaching en sollicitatietraining. Hiervoor is een uitbreiding van het digitale opleidingsportal van het Huis van het Werk benodigd. 5. Het verbeteren van de digitale infrastructuur van het Huis van het Werk. Centraal hierin staat de ontwikkeling van de portal loopbaanhuis, waar deelnemers instrumenten en opleidingen kunnen vinden die hun helpen bij het vergroten van het arbeidsmobiliteit. Doelstelling van het portal is vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen. Ook de opleidingsmogelijkheden dienen in het loopbaanhuis een plek te vinden. Bovenstaande is dan als volgt schematisch weer te geven: Knelpunten Maatregel Activiteiten Aantal deelnemers Weinig intersectorale arbeidsmobiliteit MKB Het voorkomen van werkloosheid door werknemers de mogelijkheid te geven zich verder te ontwikkelen Specifieke krapte op de arbeidsmarkt wegwerken Noodzaak om mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt ook te mobiliseren Van werk naar een ander Van werk naar hetzelfde Van WW naar een ander of hetzelfde van overig naar een ander of hetzelfde Vergroten samenwerking op het vlak van arbeidsmobilisatie MKB branche door bemiddeling via transfercentrum. Om- en bijscholing. In kaart brengen competenties. Bijscholing. Competentietesten. Begeleiding en bemiddeling middels het transfercentrum Huis van het Werk Koppelen van vraag en aanbod in het Huis van het Werk netwerk door middel van het bieden van om- en bijscholingstrajecten. In kaart brengen van competenties. op om- en bijscholing, competentieonderzoek, coaching en sollicitatietraining in aansluiting op vacatureaanbod netwerk Huis van het Werk

3 3.2 Plan van aanpak Maatregel 1: van werk naar een ander (75 deelnemers in een periode van twee jaar) Doelstelling: intersectorale mobiliteit bevorderen door uitwisseling van werknemers van bedrijven in de AMR Noord Holland Noord door middel van het transfercentrum. Deelnemende bedrijven kunnen direct eventuele omscholing of bijscholing met elkaar afstemmen. Accent en samenwerking is gericht op de vraag van het MKB, de kansrijke economische clusters, in de techniek en gespecialiseerde zorg en het aanbod vanuit de logistiek en financieel, administratieve en dienstverlenende branches. De kracht van het Huis van het Werk komt in grote mate voort uit de diversiteit aan deelnemende bedrijven en instanties waarin alle sectoren vertegenwoordigd zijn zoals (o.a) supermarktketens, zorginstellingen, banken, bouw en transportbedrijven en werkgevers uit de overheid zoals gemeenten en politiekorpsen. Waar sommige sectoren te kampen hebben met krimp staan andere sectoren te springen om personeel. Om in een regionale context tot oplossingen te komen is het daarom van belang dat werkgevers een centraal aanspreekpunt hebben. Zeker als er sprake is van omscholing/bijscholing in verband met intersectorale arbeidsmobilisatie is het voordelig en efficiënt wanneer werkgevers de transitie van een werknemer gezamenlijk afstemmen. Het transfercentrum is een digitale portal welke de samenwerking binnen het Huis van het Werk faciliteert. Dit centrum fungeert als een loket voor mobiliteitsvragen die een werkgever zelf en werkgevers onderling niet hebben kunnen oplossen. Werkgevers melden hun mobiliteitsvragen aan bij het Transfercentrum, waarin de bemiddelaar transfercentrum adviseert over een passende aanpak. Het Transfercentrum van het Huis van het Werk speelt een rol in intersectorale mobiliteit door te onderzoeken wat nodig is en uitvoering te geven aan de eventueel benodigde begeleiding en kennis- en vaardigheidsontwikkeling alsmede het scherp stellen van de baangarantie. De bedrijven komen uit alle sectoren binnen de regionale economie en dragen daarom bij aan de gesignaleerde knelpunten die volgen uit de arbeidsmarktanalyse. In het kader van de samenwerking binnen het RPA-NHN is afgesproken dat binnen het transfer centrum er extra aandacht zal zijn voor en verbinding worden gelegd met: De aan de publieke sector gelieerde vraag zoals uit de zorg (medische en paramedische en) en het onderwijs (docenten); Greenport NHN welke een van de meest veelzijdige agriregio s is van Nederland. Binnen Greenport NHN zijn verschillende sterke sectoren aanwezig die ook aansluiten bij de keuze voor kansrijk economisch cluster: akkerbouw, visserij, bollenteelt, dierhouderij, fruitteelt, glastuinbouw, vollegrondsgroententeelt en zaadveredeling (SeedValley); ZWplus is de werkgeversvereniging arbeidsmarkt, zorg en welzijn in Noord-Holland Noord. Op ZWBanen.nl bieden de 12 zorgorganisaties die verenigd zijn in ZWplus samen een scala van informatie over de opleidings- en carrièremogelijkheden die de zorg biedt; Technisch Talent Werkt Hét informatiepunt voor werkgevers, werknemers en werkzoekenden met vragen over leren en werken in de regio. Op deze wijze wordt de deelname van het regionale bedrijfsleven vergroot waardoor participatie aan het sectorplan voor een ieder openstaat. Het advies van de bemiddelaar wordt vastgelegd in een plan van aanpak, waarin geadviseerd wordt over mobiliteitsmaatregelen die het doel van de kandidaat dienen. Hierbij wordt veelal

4 doorverwezen naar een aangesloten bedrijf of dienstverlener. Na accorderen van het plan van aanpak wordt er door het transfercentrum uitvoering aan gegeven. Wat betreft scholing zal het middellange tot langdurige trajecten betreffen. We hanteren daarbij als norm: gemiddeld 160 uur scholing gedurende een periode van maximaal een 0,5-1 jaar 1. We gaan daarbij uit van zoveel mogelijk leer-werk trajecten. Volledige omscholing middels bijvoorbeeld een BBL traject van maximaal behoort ook tot de mogelijkheden maar daar zal terughoudend mee worden omgegaan. Het streven is mensen zo snel mogelijk in hun nieuw te laten werken. Zowel de externe scholingskosten als de verletkosten van de werknemer, indien bij de oude werkgever waarbij het dienstverband wordt beëindigd de scholing wordt gevolgd, zijn subsidiabel. Te denken valt dan aan de inzet van transitievergoedingen of sociaal plan gelden. Werknemers van de bedrijven krijgen een laagdrempelige toegang tot het transfercentrum, wat hen in staat stelt om zelf verantwoordelijkheid en initiatief te nemen ten aanzien van hun inzetbaarheid en loopbaan. Werkgevers moeten hen informeren over deze mogelijkheid en werknemers stimuleren tot deelname. Werknemers van de aangesloten werkgevers kunnen ook na hun eventuele ontslag en vanuit hun Transitievergoeding ervoor kiezen om gebruik te maken van het aanbod uit het portal, op weg van werk naar werk. Grafische weergave transfercentrum Huis van het werk De meerwaarde van het transfercentrum en de aanpak van het Huis van het Werk ten opzichte van de reguliere dienstverlening van bijvoorbeeld UWV en gemeenten is dat de input komt van de bedrijven zelf waardoor er een platform van vraag en aanbod ontstaat die de dienstverlening van UWV en gemeenten goed aanvult. De verbinding met andere, soortgelijke, platforms van andere sectoren versterkt dit effect nog eens. 1 Norm is ontleend aan de gemiddelde belastbaarheid voor omscholing in het volwassenenonderwijs en de ervaringen met omscholingstrajecten in het sonderwijs voor volwassenen.

5 Doelgroep van werk naar werk (ander ) Aantal deelnemers Minimaal 75 Met name MKB, de zorg (medische en paramedische en), het onderwijs (docenten), Greenport Werkt, ZWplus en Technisch Talent Werkt (zie ook arbeidsmarktanalyse) 1. Een transfercentrum gericht op intersectorale arbeidsmobiliteit in de regio 2. Het bieden van een intakegesprek/assessment voor de deelnemers 3. het opstellen van een mobiliteitsadvies per deelnemer in de vorm van een plan van aanpak 4. Indien noodzakelijk voor mobilisatie, het bieden van omscholing (gemiddeld 160 uur voor de duur van minimaal 6 maanden en maximaal een jaar) Begroting ,- Maatregel 2: Van werk naar hetzelfde (75 deelnemers voor een periode van ) Doelstelling: Mensen weerbaarder maken in hun om werkloosheid te voorkomen door middel van het bieden van de mogelijkheid tot bijscholing. Het Huis van het Werk inventariseert welke mensen binnen de bedrijven bijscholing behoeven. Eventueel wordt middels een competentieonderzoek bekeken waar aanvulling op de beschikbare kennis nodig is. Het is de bedoeling korte tot middellange scholingstrajecten in te zetten van gemiddeld 64 uur voor een periode van maximaal 6 maanden 2. Zowel de externe scholingskosten als de verletkosten van de werknemer, die bij de oude werkgever waarbij het dienstverband wordt beëindigd scholing volgt, zijn subsidiabel. Ook voor de uitvoering van deze maatregel wordt gebruik gemaakt van het transfercentrum. Doelgroep van werk naar werk (hetzelfde ) Aantal deelnemers Minimaal 75 MKB, de zorg (medische en paramedische en), het onderwijs (docenten), Greenport Werkt, ZWplus en Technisch Talent Werkt (zie ook arbeidsmarktanalyse) 1. Een transfercentrum gericht op intersectorale arbeidsmobiliteit in de regio 2. Het bieden van een intakegesprek/assessment voor iedere deelnemer 3. Het bieden van een competentieonderzoek om vast te stellen of extra kennis nodig is 4. Indien noodzakelijk, het bieden van bijscholing (gemiddeld 64 uur) Begroting ,- Maatregel 3: van WW naar werk (100 deelnemers in een periode van twee jaar) Het bieden van om- of bijscholingstrajecten met baangarantie voor werknemers van deelnemende bedrijven waarbij ontslag dreigt, of personen die al WW ontvangen. Hierbij richt het Huis van het Werk zich op sectoren waar vraag is en omscholing vereist. In overleg met het UWV worden mensen met een WW-uitkering of mensen waarbij ontslag dreigt en waarvoor om- her- of bijscholing nodig is in traject genomen. Plaatsing bij bedrijven van Huis van het Werk voor leer-werk banen of stages behoren hierbij tot de mogelijkheden. Met name zal hier gekeken worden naar de mogelijkheden in de techniek, bepaalde en in de zorg en onderwijs, de speersectoren zoals recreatie en toerisme en bepaalde dienstverlenende en. 2 Norm is ontleend aan de gemiddelde belastbaarheid voor bijscholing in het volwassenenonderwijs en de ervaringen met bijscholingstrajecten in het sonderwijs voor volwassenen.

6 De bemiddelaar voor deze maatregel neemt zo snel mogelijk contact op met het UWV en onderwijsinstellingen om mensen vanuit de WW te kunnen plaatsen op de diverse trajecten. De inschatting is dat 50% van deze doelgroep getest gaat worden op EVC s. Met name de doelgroep die naar een ander wordt omgeschoold. Het betreft middellange tot langdurige scholingstrajecten waarvoor inzake de scholingsuren Brug WW wordt ingezet inclusief baangarantie voor minimaal 1 jaar. Doelgroep Van WW naar werk Aantal deelnemers 100 Techniek, zorg en onderwijs, de speersectoren zoals recreatie en toerisme en bepaalde dienstverlenende en 1. Het bieden van een intakegesprek/assessment voor iedere deelnemer 2. Het bieden van leer-werk banen en stages in het netwerk van het Huis van het Werk 3. Het bieden van bij- of omscholing (omscholing max. gemiddeld 160 uur voor minimaal 6 maanden en maximaal 1 jaar. Bijscholing max. gemiddeld 64 uur) 4. Waar mogelijk gebruik maken van de brug-ww regeling Begroting ,- Maatregel 4: van overig naar werk (50 deelnemers in een periode van twee jaar) Doelstelling: Het begeleiden van personen met een bijstandsuitkering en/of jongeren zonder uitkering naar regulier werk door in te zetten op het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt middels bijscholing, coaching en sollicitatietraining. Hiervoor is een uitbreiding van het digitale opleidingsportal van het Huis van het Werk benodigd. In overleg met de gemeenten worden 50 mensen uit de bijstand en/of jongeren zonder uitkering gemeld bij Huis van het Werk. Op basis van de vraag van het bedrijfsleven wordt gekeken naar bijscholings- en andere opleidingsmogelijkheden. Ook zal aandacht worden besteed aan coaching, loopbaanadvies, assessments, EVC en sollicitatietraining. Voor de regionale bedrijven zal een speciale markt worden georganiseerd om betrokkenen uit de bijstand te matchen met bedrijven. Verder wordt de digitale opleidingsportal van het Huis van het Werk aangepast om de toegang vanuit deze doelgroep mogelijk te maken. De begeleidings-coachings- en opleidingstrajecten in maatregel 4 moeten gericht zijn op het vinden van regulier werk. Daar waar nodig kan het traject financieel ondersteund worden met plaatsings- cq loonkostensubsidies om plaatsing naar regulier werk makkelijker te maken. Uitgangspunt is dat er concrete banen ten grondslag liggen aan de trajecten. De stuurgroep krijgt inzicht in de inhoud en het vervolg van de trajecten die in de praktijk doorlopen worden.

7 Doelgroep Van overig (bijstand) naar werk Aantal deelnemers 50 Techniek, zorg en onderwijs, de speersectoren zoals recreatie en toerisme en bepaalde dienstverlenende en (zie ook arbeidsmarktanalyse) 1. Het bieden van een intakegesprek/assessment voor iedere deelnemer 2. Specifieke aandacht voor het bieden van training gericht op coaching, loopbaanadvies en sollicitatietraining om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen. 3. De organisatie van een regionale job fair gericht op deze doelgroep met als doelstellingen het matchen van werkzoekenden aan bedrijven in het netwerk van het Huis van het Werk en de andere netwerken. 4. Aanpassen digitale opleidingsportal. Begroting