Handleiding Producttest



Vergelijkbare documenten
Berekeningsmodel milieuverantwoord productgebruik op Sofie Poelmans Team Lokale besturen OVAM

Handleiding enquetemaken.be

Gebruikershandleiding. e-kracht is ontwikkeld door:

Aanmelden in het webloket deskundigen opvragen digitale informatie

Handleiding Webapplicatie Robin

Handleiding puntenboek-module

Gebruikershandleiding Afvalstoffenfiche Toepassing

HANDLEIDING POSTSTUKREGISTRATIE

Snel starten met Testweb PSL-b als Leerkracht

Gebruikers handleiding Brugge Printshop webshop

De controlekaart volledige werkloosheid

1. Richtlijnen Webapplicatie voor het EPC voor publieke gebouwen... 1

Handleiding Webapplicatie Robin

Inleiding MyUnifiedPost: verschillende inboxen De standaard MyUnifiedPost-inbox van het reisagentschap...4

Technische handleiding database ontslagmanagement

Voordat u gebruik kunt maken van ZorgMail in Intramed, zijn een aantal instellingen nodig:

Handleiding SNS online docent (dus niet de beheerstool!) Let op: er is een verschil tussen: Openen

HANDLEIDING LEVERANCIERS PORTAAL

Tip EPC RESIDENTIEEL WEBAPPLICATIE 1 STARTEN MET EPC RESIDENTIEEL 2 AANMAKEN NIEUWE WOONEENHEID 3 BEWERKEN WOONEENHEID. Snelle startkaarten

Bibliotheek Queteletfonds Vooruitgangstraat Brussel Tel: Fax:

DKO Beheerders. 5 maart WISA helpdesk

/ handleiding. /versie /05/2019

HANDLEIDING IBAMAFLEX

RIE Vragenlijst Editor

Handleiding enquetemaken.be

CYBERLAB - HANDLEIDING

Handleiding LVS Jaarplan toevoegen: stappenplan

Handleiding competitie.nevobo.nl

Handleiding voor vormingsverstrekkers

1. Inloggen op

Resultaten tellen Aanmelden

Handleiding inschrijvingsmodule raamovereenkomsten. Deel 1 : Inloggen als instelling

Inhoud van de website invoeren met de ContentPublisher

Handleiding DigiRecord.nl

Handleiding validatie studiemateriaal.

INLOGGEN Vul gebruikersnaam en wachtwoord in, en klik op log in.

Elektronisch werkbriefje

Kempische steenweg 293, bus Hasselt Belgium. Euro-Twice N.V. Handleiding: Registratie. van defecte toestellen Versie 1.

Handleiding i-school. Ik zoek info over: Mij registreren in i-school. Inloggen op i-school. Mijn kind inschrijven. Aanvragen Gekkoo Fonds

Handleiding digitaal dossier

Handleiding

Online facturen van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen

Elektronisch werkbriefje

Handleiding Dutch Green Building Guide

Schoolwebsite.nu. Snel aan de slag met uw website. Versie 4.0

Gebruikershandleiding. Ouder Login TSO De Kring

Energieprestatiedatabank - Meerdere registratiemogelijkheden voor verslaggevers

Handleiding WasteTool voor bedrijven. Registratie verpakkingsafval

IMPULSFONDS VOOR HET MIGRANTENBELEID

Gebruiksaanwijzing Mijn easyfairs. Handleiding voor exposanten

Handleiding Webapplicatie Beheer omkadering

Web applicatie Tolk- en vertaalaanvragen: Handleiding voor aanvragers SVBBO

Handleiding Dutch Green Building Guide

HANDLEIDING RAPPORTEN

Milieuverantwoorde overheidsaankopen Schoonmaakmiddelen. Praktijkvoorbeeld Meeuwen-Gruitrode

Handleiding Iter dig-italicum

Na het inloggen met de gegevens die je hebt gekregen, verschijnt het overzichtsscherm zoals hieronder:

Handleiding. CROW Kennisbank. Contentmanagement

stappenplannen Meerjarenbegroting

Online aanvragen - Gebruikershandleiding. Online aanvragen Gebruikershandleiding

Fiches claimen en beheren als fichebeheerder

HANDLEIDING FLEETCALCULATOR

Handleiding Manager-Software Versie 1.1

Handleiding. CROW Kennisbank. Contentmangement

Beheerdershandleiding ADC archiefservice

HANDLEIDING VOOR PLOEGLEIDERS

HANDLEIDING URENPORTAAL Relatie

Handleiding Mezzedo.nl

1. De website

Handleiding Online Webwinkel/Service Center.

Jobbank Zuiddag Handleiding voor werkgevers

HANDLEIDING DMS. Handleiding DMS. Dit document is de handleiding voor het DMS (Document Management Systeem) op drie verschillende niveau s:

HANDLEIDING WEBSITE VLAAMSE WETENSCHAPSWEEK 2016

DYNAPLUG 1. Praktische handleiding. DYNAPLUG: eenvoudig online bestellen bij Van Hoecke 2. Hoe gaat u te werk? 2

Handleiding ADC archiefservice

Gebruikers handleiding KBOF online voor clubsecretarissen en ringverantwoordelijken.

Handleiding GBO Helpdesk voor aanmelders

Handleiding SNS online voor de student Openen

Children s Rights and Business Principles

Handleiding voor organisaties

CERTUS, Handleiding (v 2.1) 21/01/2013

GEBRUIKSHANDLEIDING VOOR DE

Gebruikershandleiding Afvalstoffenfiche Toepassing voor handhavers

Handleiding online inschrijven Kinderopvang. Met i-school

HANDLEIDING O F F E R T E S

Handboek voor de LEVERANCIER

HANDLEIDING IBAMAFLEX

Gebruiksaanwijzing webwinkel januari 2013

E-services: Ingave prestaties

Starten met Veeportaal voor rundveehouders

OFFICE 365. Start Handleiding Leerlingen

Tool Calculeren voor Bouwkosten.nl en BeheerEnOnderhoudkosten.nl Handleiding

Deze handleiding maakt u wegwijs in de Bios2-webapplicatie om uw adres-, bibliotheeken jaargegevens in te voeren.

Schadegeval met bodemverontreiniging bij bedrijven klasse 1

Handleiding Mezzedo.nl

Handleiding ADAS bij kwaliteitsvisitatie

Handleiding Webapplicatie Robin

Het gebruik van deze tool is relatief eenvoudig en vergt weinig tijd bij zowel de projectuitvoerders als de leden van de gebruikersgroep.

HANDLEIDING DIGITAAL COLLECTE SYSTEEM (DCS)

Transcriptie:

Handleiding Producttest

Handleiding Producttest

Documentbeschrijving 1. Titel publicatie Handleiding Producttest 2. Verantwoordelijke Uitgever Danny Wille, OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen 3. Wettelijk Depot nummer D/2009/5024/109 4. Aantal bladzijden 75 5. Aantal tabellen en figuren 2 6. Prijs* 7. Datum Publicatie Mei 2011 8. Trefwoorden Producttest, berekeningsmodel, kantoorartikelen, schoonmaakmiddelen, elektrische en elektronische apparaten, verven en vernissen, milieucriteria, milieuverantwoord productgebruik 9. Samenvatting Deze handleiding omschrijft de werking en mogelijkheden van de Producttest. Dit is een berekeningsmodel waarmee organisaties kunnen berekenen hoe milieuverantwoord producten zijn. De Producttest geeft hen zo de mogelijkheid om hun aankoopgedrag te evaluaren en bij te sturen waar nodig. 10. Begeleidingsgroep en/of auteur OVAM, AMB 11. Contactperso(o)n(en) Sofie Poelmans 12. Andere titels over dit onderwerp Gegevens uit dit document mag u overnemen mits duidelijke bronvermelding. De meeste OVAM-publicaties kunt u raadplegen en/of downloaden op de OVAM-website: http://www.ovam.be

Inhoudstafel 1 Inleiding 7 1.1 Achtergrond 7 1.2 Doelstellingen 7 1.3 Gebruikers 7 1.4 Producttest on line 8 2 Productgroepen binnen de Producttest 9 2.1 Kantoormateriaal 9 2.2 Schoonmaakmiddelen 9 2.3 Elektrische en elektronische apparaten 10 2.4 Verven en vernissen 10 3 Praktische handleiding 13 3.1 Aanmelden 13 3.1.1 Aanmelden bij eerste gebruik: registratie 13 3.1.2 Aanmelden vanaf de tweede keer 14 3.2 Gebruik van het model 14 3.2.1 Beknopte gebruikstips 14 3.2.2 Producten beoordelen 17 3.2.3 Vragen en antwoorden 17 3.2.4 Grafische weergave 22 3.2.5 Producten vergelijken en rapporteren 23 3.2.6 Eigen interpretatie van de gebruiker 23 3.3 Theoretische achtergrond van de berekening van de milieuscores 23 3.3.1 De theorie 23 3.3.2 Mogelijkheden met de scores 24 3.3.3 De opbouw van de scores voor de huidige productgroepen 24 4 Gebruik van de Producttest bij bestekken en offertes 31 4.1 Het gebruik van de Producttest bij het opmaken van bestekken en het beoordelen van offertes 31 4.2 Meer informatie over hoe ecologische criteria integreren in de verschillende fasen van het aankoopproces 32 4.2.1 Inleiding 32 4.2.2 Voorwerp van de opdracht 34 4.2.3 Toegang en kwalitatieve selectie 35 4.2.4 Gunningscriteria 36 4.2.5 Technische bepalingen 37 4.2.6 Uitvoeringsvoorwaarden 39 4.2.7 Conclusie 40 5 Chemische wetgeving 41 5.1 Classificatie, etikettering en verpakking van gevaarlijke stoffen 41 5.1.1 GHS, CLP en REACH 41 5.1.2 Gevaarlijke Stoffen Richtlijn 67/548/EEG 41 5.1.3 Gevaarlijke Preparaten Richtlijn 1999/45/EG 42 5.1.4 CLP Verordening 1272/2008 43 5.1.5 H-, P- en EUH-zinnen 45 5.2 Veiligheidsinformatieblad 45 6 Specifieke informatie productgroep verven en vernissen 47 6.1 Beschikbaarheid labels op de Belgische markt en maximale milieuscore huidige producten 47 6.1.1 Beschikbaarheid labels op de Belgische markt 47 6.1.2 Maximale milieuscore huidige producten op de Belgische markt 47 6.1.3 Overzichtstabel 51 Handleiding Producttest 5/75

6.2 Aanbevelingen voor een aanbesteding voor verven en vernissen 54 6.3 Algemene aanbevelingen en gebruikstips voor verven en vernissen 56 6.3.1 Aankoop 56 6.3.2 Voor het verven 56 6.3.3 Tijdens het verven 57 6.3.4 Na het verven 58 6.3.5 Onderhoud en levensduur 58 Bijlagen 59 Bijlage 1: Bronnen Kantoormaterialen 61 Bijlage 2: Bronnen schoonmaakmiddelen 65 Bijlage 3: Bronnen elektrische en elektronische apparaten 67 Bijlage 4: Bronnen Verven en vernissen 73 Bijlage 5: Veiligheidsinformatieblad 75 6/75 Handleiding Producttest

1 Inleiding 1.1 Achtergrond In 2002 ontwikkelde de OVAM in het kader van de Samenwerkingsovereenkomst Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling" productinformatiefiches over kantoorartikelen, catering, schoonmaken, verven en vernissen. De informatiefiches waren toe aan een inhoudelijke actualisatie en gebruikers hadden de nood uitgedrukt aan een grotere gebruiksvriendelijkheid en meer ondersteuning. Daarom werd in 2006 beslist om de productinformatiefiches te actualiseren. In de eerste fase werd een berekeningsmodel ontwikkeld waarin per productgroep indicatoren werden opgenomen m.b.t. hun milieuprestaties. Met het model kunnen overheidsorganisaties aan de slag om hun prestaties op het vlak van milieuverantwoorde consumptie en productgebruik in beeld te brengen. In een tweede fase werd het excel-model omgevormd tot een on line berekeningsmodel, terug te vinden op www.ovam.be/producttest. 1.2 Doelstellingen De Producttest is een instrument dat test hoe goed een organisatie presteert op het vlak van milieuverantwoord productgebruik. Het model laat toe dat organisaties hun aankoopgedrag evalueren met behulp van indicatoren die betrekking hebben op de meer of minder milieuverantwoorde eigenschappen van een product. Concreet gebeurt de beoordeling van een product als volgt: het model stelt een aantal vragen over het product. Wanneer deze zijn beantwoord, toont het een grafiek, die de relatieve milieuscore van het beoordeelde product weergeeft. Deze score maakt een vergelijking tussen verschillende producten of producttypes mogelijk. Meteen biedt het een gebruiksvriendelijke houvast bij nieuwe bestellingen. Onder de grafiek kan de gebruiker de ingevulde vragenlijsten raadplegen. Deze geven de gebruiker een idee van waar verbeteringen mogelijk zijn. Met de Producttest kan een organisatie dus zijn huidige én toekomstige aankoopprestaties evalueren. Of vergelijken met aankopen uit het verleden. Bovendien integreert de gebruiker de milieucriteria uit de Producttest eenvoudig in bestekken. Ook bij de beoordeling van offertes kan de Producttest als toetssteen worden gebruikt. Tot slot wordt een aankoper, door het toepassen van de Producttest, zelf beter bewust van wat milieuverantwoord productgebruik inhoudt. 1.3 Gebruikers Iedereen die werkt aan milieuzorg of milieuverantwoord wil handelen in zijn aankoopgedrag en productgebruik, doet zijn voordeel met deze software. We denken in het bijzonder aan: Aankoopdiensten van Departementen en Agentschappen; Aankoopdiensten van gemeenten, provincies en OCMW s; Milieu- en duurzaamheidsambtenaren; Administratieve verantwoordelijke (of MOS-verantwoordelijken) in onderwijsinstellingen; Verenigingen en bedrijven. Handleiding Producttest 7/75

Binnen een organisatie is de aankoopdienst aangewezen als gebruiker van het model, eventueel onder begeleiding van een werknemer die vertrouwd is met milieubeleidsaspecten. De Producttest richt zich niet tot particulieren of studenten. De test is enkel bedoeld voor personen die gelinkt zijn aan een organisatie of een vereniging. Het is namelijk de bedoeling dat de Producttest in het kader van een organisatie of vereniging wordt gebruikt en niet door privépersonen. 1.4 Producttest on line De Producttest staat on line via de rechtstreekse link www.ovam.be/producttest. Iedere bezoeker van de website kan de algemene aanbevelingen bij aankoop en de gebruikstips per productgroep raadplegen. Wil u berekenen hoe milieuverantwoord een product is, dan kan dat door zich te registreren. Wie reeds geregistreerd is, kan gewoon aanmelden. Mocht u uw paswoord zijn vergeten, kan dit opgevraagd worden via het scherm aanmelden. Meer informatie over de Producttest vindt u in deze handleiding of als geregistreerde gebruiker in de Gebruikstips en FAQ. Met vragen kan u terecht bij de OVAM op tel. 015/284 303 of producttest@ovam.be. 8/75 Handleiding Producttest

2 Productgroepen binnen de Producttest In eerste instantie werd de Producttest opgesteld voor twee productcategorieën: kantoormaterialen en schoonmaakmiddelen. In 2009 is de productgroep elektrische en elektronische apparaten toegevoegd. Sinds 2011 staat ook verven en vernissen in de Producttest. Binnen elke productcategorie zijn een aantal belangrijke productgroepen geïdentificeerd, die afzonderlijk kunnen worden geëvalueerd. 2.1 Kantoormateriaal Archiefdozen Beamers Correctiemiddelen Deskcomputers Enveloppen Etiketten Fineliners/Rollers/Stiften/Markers Gommen Inbindsystemen Inktpatronen/Cartridges Kopieer- en multifunctionele apparaten Lijmen Mappen Meetlatten Notitievelletjes Papier voor kantoorgebruik en kopieerapparaten Pennen/Balpennen Plakband/Verpakkingstape Portable computers Potloden Printers/Fax/Scanners Rekenmachines Schrijf-/Cursus-/Kladblokken Slijpers Tabbladen 2.2 Schoonmaakmiddelen Allesreinigers Ruitenreiniger Sanitair- en WC-reinigers Schuurmiddel Tapijtreinigers Textielwasmiddelen Vaat- en handwasmiddel Vloerreinigers Handleiding Producttest 9/75

Wasverzachters 2.3 Elektrische en elektronische apparaten Beamers Bureaulampen Deskcomputers Draagbare en vaste telefoons Drinkwaterfonteinen en -dispensers Droogkasten Fototoestellen GSM's Handendroogsystemen Koelkasten en koelvitrines Koffiezetapparaten Kookplaten Kopieer- en multifunctionele apparaten Microgolfovens Papierversnipperaars Portable computers Printers/Fax/Scanners Rookmelders Televisietoestellen Vaatwassers Ventilatoren Warmedrankautomaten Wasmachines Waterkokers Voor een aantal producten binnen de productgroep elektrische en elektronische apparaten zijn er te weinig milieucriteria beschikbaar waarmee de gebruiker kan rekening houden bij de aankoop en het gebruik van het product. Er is verder onderzoek nodig naar de volledige milieuimpact van deze producten om de consument correct te kunnen informeren over de keuze voor milieuvriendelijke producten, die hij kan maken. Daarom werd beslist om voor een aantal elektrische en elektronische apparaten geen vragenlijst toe te voegen. U krijgt wel tips voor gebruik en aankoop van dit product op basis van de reeds beschikbare info. Zodra er nieuwe milieucriteria beschikbaar zijn, worden deze aan de productgroep toegevoegd. 2.4 Verven en vernissen Primers: Specifieke hout primer Specifieke metaal primer ferro Specifieke metaal primer non-ferro Universele primers (hout en metaalprimer) Hecht primer voor gevels buiten Primer voor binnenmuren en plafonds 10/75 Handleiding Producttest

Verven voor muren en plafonds: Standaard verven (niet-afwasbaar) voor binnen Afwasbare verven voor binnen Verven voor buitengevels met minerale ondergrond Verven van houtwerk: Hout- en metaallak voor binnen Hout- en metaallak voor buiten Houtbeits voor binnen en buiten Houtvernis slijtvast Houtvernis niet-slijtvast Metaalverven: Eénpotsysteem metaal ferro Eénpotsysteem metaal non-ferro Wegmarkeringsverven Handleiding Producttest 11/75

3 Praktische handleiding 3.1 Aanmelden 3.1.1 Aanmelden bij eerste gebruik: registratie Wanneer u voor het eerst wil gebruik maken van de Producttest, moet u zich als nieuwe gebruiker registreren. Hiervoor klikt u in het scherm aanmelden op de knop Nog niet geregistreerd?. U komt dan terecht bij de gebruiksvoorwaarden en krijgt meer uitleg over de manier waarop uw gegevens zullen worden verwerkt. Lees deze aandachtig. U moet hiermee ook expliciet akkoord gaan voor u zich effectief kan registreren. Vervolgens komt u in het registratiescherm waar u de gevraagde gegevens invult. Bij naam en voornaam vult u uw eigen gegevens in. Alle andere gegevens hebben betrekking op de organisatie waarvoor u werkt. Alle velden zijn verplicht in te vullen, met uitzondering van bus, GSM en opmerkingen. In het veld opmerkingen kan u voor ons relevante informatie invullen met betrekking tot uw organisatie, welke functie u vervult binnen uw organisatie of voor welke afdeling u werkt. Wanneer u bijvoorbeeld enkel instaat voor de aankopen van een bepaalde dienst van uw organisatie of voor de aankoop van bepaalde specifieke producten en een andere persoon binnen uw organisatie zal ook de Producttest gebruiken voor een andere dienst of een andere productgroep, dan kan u dit hier vermelden. U vinkt in het registratiescherm ook aan of u de hoofdgebruiker van de Producttest bent, of u het berekeningsmodel slechts in beperkte mate gaat gebruiken (beperkt gebruik) of dat u enkel de gegevens wenst te bekijken die door de andere gebruikers zijn ingevoerd (enkel lezen). In de Producttest kunnen 3 soorten gebruiksprofielen worden aangemaakt: personen met de volledige rechten; personen met beperkte rechten: deze personen kunnen alle handelingen uitvoeren, maar kunnen vragenlijsten niet als volledig en als aangekocht verklaren. Voor deze twee functies moeten ze een beroep doen op de persoon met de volledige rechten; personen met enkel-lezen rechten: deze personen kunnen de Producttest volledig doorlopen en de ingevoerde gegevens van de organisatie raadplegen, maar kunnen geen vragenlijsten opslaan of wijzigingen in bestaande vragenlijsten aanbrengen. De gegevens van één organisatie zijn te bekijken en eventueel te wijzigen door alle geregistreerde gebruikers met rechten van de organisatie. Om fouten te voorkomen bij het invoeren van producten, is daarom door de OVAM geopteerd om slechts één persoon per organisatie volledige rechten te geven. De andere gebruikers krijgen beperkte rechten of op vraag van de organisatie enkel-lezen rechten. Vaak krijgt de persoon die eerste registreert de volledige rechten; de anderen gebruikers krijgen beperkte rechten. Binnen de organisatie kan echter beslist worden om een andere persoon alle rechten te geven. Op uitdrukkelijk verzoek van een organisatie kunnen ook meerdere personen de volledige rechten worden toegekend. Indien een organisatie niet wenst dat de verschillende diensten of afdelingen elkaars gegevens kunnen bekijken, kan binnen de organisatie steeds een opsplitsing worden gemaakt per dienst. Handleiding Producttest 13/75

Op deze manier kan er binnen elke dienst een persoon de volledige rechten ontvangen. U meldt ons eenvoudig via producttest@ovam.be of tel. 015/284.303 welke opdeling u wenst. De Producttest gebruikt uw emailadres als gebruikersnaam, een paswoord kiest u zelf. Wanneer u alle gegevens heeft ingevuld, klikt u op registreren. Op dat ogenblik krijgt de beheerder van de Producttest de melding dat een nieuwe gebruiker een aanvraag doet om gebruik te maken van de test. De beheerder keurt deze aanvraag goed of af en controleert of er al een gebruiker voor de organisatie staat geregistreerd. Op het ogenblik van de goedkeuring krijgt u in uw mailbox het bericht dat uw registratie werd goedgekeurd en dat u vanaf dan het model kan gebruiken. Omdat de communicatie over de registratie en over uw paswoord per mail gebeurt, is het belangrijk dat u een correct e-mailadres opgeeft, waar u zelf toegang tot heeft. 3.1.2 Aanmelden vanaf de tweede keer Alle volgende keren dat u het model wil gebruiken, vult u uw emailadres als gebruikersnaam en uw paswoord in en meldt u zich aan. U krijgt dan onmiddellijk toegang tot de Producttest en komt op de startpagina terecht. Indien u uw paswoord bent vergeten, bestaat op het scherm aanmelden de mogelijkheid om dit op te vragen via de knop Wachtwoord vergeten?. U vult er gewoon uw e-mailadres in en uw paswoord wordt u per mail bezorgd. 3.2 Gebruik van het model 3.2.1 Beknopte gebruikstips Wanneer u bij het doorlopen van de Producttest nog vragen heeft, kan u de nodige informatie opzoeken in deze handleiding. U kan ook terecht in de Producttest zelf, met name bij de Gebruikstips & FAQ of bij de verschillende vraagteken-symbooltjes die u vindt in de Producttest. Klikt u op een vraagtekentje, dan krijgt u meer informatie over dat bepaalde item of over die bepaalde functie. Hieronder vindt u de belangrijkste vuistregels bij het werken met de Producttest. Dit is de basisinformatie die u nodig heeft om de Producttest op een correcte manier te gebruiken en alle mogelijkheden te benutten. 3.2.1.1 Aanbevelingen bij aankoop en gebruikstips Lees bij iedere productgroep eerst aandachtig de "aanbevelingen bij aankoop en gebruikstips". Deze verduidelijken om welke productgroep het precies gaat en geven u een aantal praktische tips mee. 3.2.1.2 Overloop de gestelde vragen chronologisch Sommige vragenreeksen starten met 1 of meerdere functionele vragen. Deze vragen informeren naar het gewenste gebruik van het product of naar het specifieke type product. Deze functionele vragen zijn niet genummerd. Aangezien de functionele vragen een product meer specificeren, zijn het de eerste vragen binnen de vragenreeks. Na de functionele vragen volgen de vragen over de milieuprestaties van het product. Elk van 14/75 Handleiding Producttest

deze vragen stelt een milieucriterium voor en informeert naar de meer of minder milieuverantwoorde eigenschappen van het product. 3.2.1.3 Antwoorden staan chronologisch De antwoorden zijn steeds geordend zodat het meest milieuverantwoorde antwoord bovenaan staat en het minst milieuverantwoorde onderaan. Uw keuze van antwoord bepaalt dus mee de milieuscore van het product. 3.2.1.4 Steeds een antwoord aanduiden U moet steeds een antwoord aanduiden voordat u kan verder gaan naar de volgende vraag. Bij sommige vragen is er slechts één antwoord gegeven. Dit is zo wanneer er geen andere optie bestaat. Deze vragen en antwoorden worden niet overgeslagen, maar zijn in het systeem behouden, zodat u als gebruiker het overzicht kan bewaren van de milieucriteria waaraan het product moet voldoen. Indien u voor een bepaalde vraag geen informatie vindt, duid dan het slechtste (laatste) antwoord aan. 3.2.1.5 Voorlopig antwoord Wanneer u twijfelt aan een bepaald antwoord en hierover verder informatie wenst op te zoeken, dan vinkt u voorlopig antwoord aan. Ook wanneer u het antwoord schuldig moet blijven, dan kiest u voor de slechtste of m.a.w. de laatste antwoordoptie en vinkt u eventueel Voorlopig antwoord aan. De voorlopige antwoorden worden in het overzicht boven de vragen in een lichte kleur weergegeven. Zo kan u bij het opnieuw openen van een vragenreeks onmiddellijk naar de desbetreffende vragen doorklikken. In het veld opmerkingen bij de vraag kan u aangeven wat u nog moet nagaan of waarom u twijfelt over het antwoord. 3.2.1.6 Pdf "Volledig overzicht van de milieucriteria" Deze pdf bevat het overzicht van alle vragen en antwoorden uit een vragenlijst. U kan deze pdf gebruiken om de vragenlijst op te slaan of af te printen. Dit overzicht kan een hulpmiddel zijn bij het opzoeken van informatie, ter voorbereiding van het invullen van de vragenlijst. Daarnaast kan u deze vragenlijst voorleggen aan uw leverancier om informatie over het product te bekomen, wanneer u zelf het antwoord niet vindt. U kan de vragenlijst ook gebruiken bij de aankoop van producten en de beoordeling van uw offertes. Haal criteria uit de vragenlijst en integreer ze in uw bestek. Vraag ook in het bestek aan de leveranciers om de vragenlijsten in te vullen, zodat u bij de beoordeling van de offertes gemakkelijk de afweging kan maken van welk product het meest milieuverantwoord is. 3.2.1.7 Extra info naast de vragen Bijkomende informatie over de vragen en antwoorden zijn rechts van de vraag toegevoegd. Klik op de titel en u leest meer over het onderwerp. 3.2.1.8 Vragenlijst opslaan Wanneer u de vragen heeft doorlopen, komt u in een scherm waar u de vragenlijst kan opslaan. Hier wordt meer specifieke informatie gevraagd. Bij productomschrijving beschrijft u duidelijk het concrete product door bijvoorbeeld de exacte merknaam te vermelden. Onder deze omschrijving wordt het product ook opgeslagen en weergegeven in een grafiek. Handleiding Producttest 15/75

3.2.1.9 Grafiek 3.2.1.10 Score In ditzelfde venster klikt u aan of de vragenlijst volledig en definitief is ingevuld. U kan een vragenlijst niet volledig verklaren wanneer de vragenlijst voorlopige antwoorden bevat. Wanneer u aanvinkt dat de vragenlijst volledig is, kan u achteraf geen wijzigingen meer aanbrengen. Indien uw organisatie het product in gebruik heeft en dus heeft aangekocht, vinkt u aan dat het product werd aangekocht. Na het invullen van de specifieke informatie, klikt u op opslaan. De Producttest berekent na het opslaan van de vragenlijst de relatieve milieuscore van het product. U komt na het opslaan van producten automatisch in het venster beoordeelde producten terecht. Het venster toont de resultaten van de reeds beoordeelde producten aan de hand van een grafiek en een opsomming van de producten. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen volledig beoordeelde producten (die definitief zijn ingevuld) en gedeeltelijk beoordeelde producten (die nog kunnen worden gewijzigd). De score die het product behaalt, wordt bepaald aan de hand van de antwoorden op de vragenlijsten. Indien u het product nog niet als volledig en definitief heeft opgeslagen, is dit een voorlopige score. Hoe hoger de score, hoe meer milieuverantwoord het product is. Het gaat om een relatieve score, die steeds moet worden gebruikt om producten met elkaar te vergelijken. Dit betekent dat een product niet noodzakelijk 100% moet scoren om het meest milieuverantwoorde product in zijn type te zijn. 3.2.1.11 Overzicht Uw beoordeelde producten Door gebruik te maken van de filters boven de grafiek in het venster beoordeelde producten kan u bepalen welke categorieën, productgroepen en producten u grafisch wil weergeven. U kan via het pdf-icoontje deze selectie opslaan en eventueel afdrukken. Door in dit venster op een gedeeltelijk beoordeeld product te klikken, komt u in de betreffende enquête terecht en kan u de gegeven antwoorden bekijken en wijzigen. U kan ook vertrekken van een reeds ingevoerde vragenlijst, enkele wijzigingen aanbrengen en deze onder een andere naam opslaan. U overschrijft in dat geval wel de vorige vragenlijst. U kan via dit venster ook de vragenlijsten van de volledig beoordeeld producten bekijken door achteraan de vragenlijst het overzicht in html of in pdf aan te klikken. Ook bij de volledig beoordeelde producten kan u vertrekken van een reeds ingevulde vragenlijst, door de vragenlijst te kopiëren via de knop met het papier en potlood als afbeelding. 3.2.1.12 Rapportagefunctie De mogelijkheid bestaat om de vragen met alle antwoorden en de vragen met de door u ingevulde antwoorden op te slaan en af te printen. U kan ook de grafiek of een selectie ervan opslaan of afprinten. U opent hiervoor de pdf-versies die achter het product staan. 3.2.1.13 Verbetermogelijkheden De vragen en antwoorden per productgroep leren u heel wat over waar precies verbetermogelijkheden zijn. Criteria waar niet het eerste antwoord staat aangeduid, zijn voor 16/75 Handleiding Producttest

verbetering vatbaar. Onderneem indien gewenst de nodige stappen ter verbetering van uw aankoopgedrag. 3.2.2 Producten beoordelen 3.2.2.1 Kiezen van het te beoordelen product Eerst maakt u een keuze tussen de productcategorieën waartoe het product behoort. Vervolgens kiest u binnen welke productgroep uw product valt. U heeft de keuze tussen de productcategorieën kantoormateriaal, schoonmaakmiddelen, elektrische en elektronische apparaten en verven en vernissen. Er bestaat de mogelijkheid om alle vragen en antwoordmogelijkheden van een specifieke productgroep af te printen. U klikt hiervoor op de knop Volledig overzicht van de milieucriteria die u boven elke vraag van een bepaalde productgroep vindt. Deze lijst kan een hulpmiddel zijn bij het opzoeken van informatie ter voorbereiding van het invullen van de vragen. Tevens kan u deze vragen voorleggen aan uw leverancier of toevoegen bij uw bestekken. 3.2.2.2 Producten binnen een productgroep vergelijken Het is niet de bedoeling om met de Producttest binnen één productgroep (bv. correctiemiddelen) verschillende varianten (bv. correctielinten en correctiepennen) te vergelijken of samen te beoordelen. Wanneer u binnen uw organisatie zowel correctielinten als correctiepennen gebruikt, kan u voor beide types geen gezamenlijke milieuscore berekenen. In dit geval moet u de verschillende varianten apart beoordelen en dus de vragenlijsten per producttype doorlopen. Gezien de varianten vaak te verschillend zijn en meestal op een andere manier of in een andere context worden gebruikt, raden wij af om de verschillende varianten onderling te vergelijken. De Producttest is voornamelijk bedoeld om producten van hetzelfde type met elkaar te vergelijken. 3.2.2.3 Algemene aanbevelingen bij productgroepen Bij iedere productgroep komt u eerst terecht bij de Aanbevelingen bij aankoop en gebruikstips. Dit zijn tips op het vlak van aankoop, gebruik en onderhoud van het product, die bijdragen tot een milieuverantwoorde aankoop en consumptie. Deze aanbevelingen kunnen betrekking hebben op verschillende milieu-aspecten: vermijden van verpakkingen, energieverbruik, geluidshinder, afval, emissies, Voor een aantal producten binnen de productgroep elektrische en elektronische apparaten zijn er enkel tips voor aankoop en gebruik opgenomen. Voor deze productgroepen zijn er te weinig milieucriteria beschikbaar waarmee de gebruiker kan rekening houden bij de aankoop en het gebruik van het product. Er is verder onderzoek nodig naar de volledige milieu-impact van deze producten om de consumenten correct te kunnen informeren over de keuze voor milieuverantwoorde producten die hij kan maken. Daarom werd beslist om voor deze producten geen vragenlijst toe te voegen, maar wel duidelijk te formuleren waarop moet worden gelet bij de aankoop van dergelijke producten. Zodra er nieuwe criteria beschikbaar zijn, worden deze aan de productgroep toegevoegd. Handleiding Producttest 17/75

3.2.3 Vragen en antwoorden 3.2.3.1 Functionele en milieuprestatie-vragen Binnen een vragenreeks kan u twee types vragen onderscheiden: Vragen m.b.t. de functionaliteit van het product: deze vragen informeren naar het gewenste gebruik van het product (bv. Waarvoor wordt de lijm gebruikt? ) of naar het specifieke type product (bv. Om welk type computer gaat het? ). Vragen m.b.t. de milieuprestaties van het product, bv. aangaande recipiënt, materialen waaruit het product is opgebouwd, samenstelling van bepaalde bestanddelen of verpakking. Het gros van de vragen heeft betrekking op de milieuprestaties van het product. De functionele vragen dienen om het product meer te specificeren zodat de antwoordopties aansluiten bij de functie van het product. Bijvoorbeeld wanneer een pen moet worden gebruikt voor veldwerk, dan is de optie vulpen onmogelijk, eenvoudig weg omdat een vulpen niet geschikt is voor veldwerk, ook al zou dit meer milieuverantwoord zijn. Aangezien de functionele vragen een product meer specificeren, zijn het de eerste vragen binnen de vragenreeks. De functionele vragen houden meestal geen verband met de mate van milieuprestaties. Het antwoord op de functionele vraag krijgt dus geen milieuscore. De functionele vragen zijn niet genummerd. Niet bij iedere productgroep worden functionele vragen gesteld. Toch kan het zijn dat een vraag naar milieuprestatie bij u overkomt als zijnde een functionele vraag. Dit kan, maar dit betekent dat de keuze voor een bepaald type van product op zich reeds een milieuimpact heeft en dat deze keuze niet bepaald wordt door het vereiste gebruik. Bijvoorbeeld: bij correctiemiddelen is de eerste vraag Hoe vaak wordt het correctiemiddel gebruikt? een functionele vraag. De tweede vraag Welk type correctiemiddel gebruikt u? is echter een vraag m.b.t. de milieuprestatie. De keuze van uw antwoord op deze laatste vraag heeft een invloed op de milieuscore. Correctievloeistoffen zijn minder milieuverantwoord dan correctierollers en deze zijn op hun beurt dan weer minder milieuverantwoord dan correctielinten. Wanneer u bij de eerste vraag koos voor minder frequent gebruik dan wordt de optie correctievloeistoffen echter niet gegeven. Correctievloeistoffen lenen zich immers niet voor een minder frequent gebruik. Bij het doorlopen van de vragen kan u steeds teruggaan naar vorige vragen door bovenaan in de balk op het nummer van de vraag te klikken. Naar de functionele vragen kan u echter niet terugkeren. Wanneer u het antwoord op één van de functionele vragen wil wijzigen, moet u opnieuw vanuit het venster categorieën vertrekken en alle volgende vensters doorlopen. 3.2.3.2 Het beantwoorden van de vragen Op iedere vraag moet u één antwoord geven. Doordat het verdere vragenpad afhangt van het antwoord op een voorafgaande vraag, is het onmogelijk een vraag over te slaan. De antwoorden zijn zo gerangschikt dat de milieuscore slechter wordt naarmate het antwoord meer onderaan staat. Bij sommige vragen is er slechts één antwoord gegeven. Dit is zo wanneer er geen andere optie bestaat. Bijvoorbeeld: correctievloeistof zit steeds in een wegwerprecipiënt. Bij de vraag over welk type recipiënt er wordt gebruikt, kan u dus enkel kiezen voor wegwerp. 18/75 Handleiding Producttest

Deze vragen en antwoorden worden niet overgeslagen, maar zijn in het systeem behouden, zodat u als gebruiker het overzicht kan bewaren van de milieucriteria waaraan het product moet voldoen. Indien u het antwoord moet schuldig blijven, duidt u het slechtste antwoord aan. Bij het doorlopen van de vragen kan u steeds teruggaan naar vorige vragen door bovenaan in de balk op het nummer van de vraag te klikken. 3.2.3.3 Extra info bij de vragen en antwoordmogelijkheden Sommige vragen zijn moeilijker te beantwoorden dan anderen (bv. specifieke termen, detail van gevraagde informatie). Het model voorziet een aantal hulpmiddelen bij het beantwoorden van dergelijke vragen: Bij de vragen is getracht om zoveel mogelijk bijkomende informatie te voorzien. Deze is terug te vinden rechts van de vragen. De informatie hierin kan betrekking hebben op definities, afkortingen, technische informatie, linken met ecolabels, waar info te vinden,... In deze handleiding worden een aantal bronnen opgesomd die u kunnen helpen bij het invullen van het model. U vindt als bijlage een overzicht van alle bronnen die zijn gebruikt bij de ontwikkeling van het berekeningsmodel. U vindt boven elke vraag het Volledig overzicht van de milieucriteria. U kan deze gebruiken om informatie op te vragen bij de producent of leverancier van het product of hen vragen om voor u de vragenlijst in te vullen en de juiste antwoorden aan te duiden. 3.2.3.4 Moeilijk te beantwoorden vragen Wanneer u het antwoord schuldig moet blijven, dan kiest u voor de slechtste of m.a.w. de laatste antwoordoptie. U kan bij deze vraag de optie voorlopig antwoord aanvinken. Op die manier weet u later nog bij welke vraag u op zoek moet gaan naar bijkomende informatie. In het vakje opmerking bij de vraag kan u voor uzelf vermelden waarom deze vraag slechts voorlopig ingevuld werd en waar u zelf informatie denkt te kunnen halen. Het nummer van de vragen die als voorlopig beantwoord worden aangeduid, worden bij het verder doorlopen of bij het raadplegen van een vragenreeks bovenaan in de balk in een lichtere kleur weergegeven. Op deze manier kan u bij het opnieuw openen van een vragenreeks onmiddellijk naar de desbetreffende vragen doorklikken door bovenaan op de nummer van de vraag zelf te klikken. Wanneer u ook na een uitgebreide zoektocht naar informatie of na contact met uw leverancier of de producent het antwoord op de vraag schuldig moet blijven, dan houdt u het bij de slechtste antwoordoptie. Een uitzondering op deze regel geldt voor producten met een ecolabel. Soms is het label niet duidelijk over de mate waarin aan een bepaalde milieu-eigenschap wordt voldaan. Toch mogen we er vanuit gaan dat producten met een ecolabel nooit binnen de slechtste antwoordoptie vallen. Ofwel zoekt u informatie over wat het precieze antwoord moet zijn, ofwel duidt u de voorlaatste optie aan. 3.2.3.5 Vragenlijst opslaan Wanneer u alle vragen heeft doorlopen, komt u in een scherm terecht, waar u gevraagd wordt om een aantal gegevens in te vullen die betrekking hebben op uw product. Omschrijving of de merknaam van het product: beschrijf hier uw product zodat u later nog weet om wel product het gaat. Best vermeldt u hierbij de specifieke merknaam van het product. Handleiding Producttest 19/75

Wat u hier invult als omschrijving, wordt ook weergegeven in het venster beoordeelde producten, zodat u de beoordeelde producten herkent. Opmerkingen: dit veld is bedoeld voor uzelf zodat u later direct weet welk product er werd beoordeeld. Mogelijke zaken die u hier kan vermelden zijn jaartal van aankoop, plaats(en) van gebruik, Het product werd aangekocht?: In de databank zien de beheerders op deze manier hoe milieuverantwoord de effectief aangekochte producten zijn. Via dit veld wordt het onderscheid gemaakt tussen vragenreeksen ingevuld als test of ter vergelijking en vragenlijsten die betrekking hebben op effectief aangekochte producten. De vragenlijst is volledig en definitief?: U moet hier aangeven wanneer de ingevulde vragenlijst volledig beantwoord is en niet meer hoeft te worden gewijzigd. U kan een vragenlijst niet volledig verklaren wanneer deze vragenlijst voorlopige antwoorden bevat. Wanneer u een vraag aanduidt als volledig, kan u deze niet meer wijzigen. Door op opslaan te klikken, wordt -onafhankelijk van of uw de vragenreeks als volledig heeft aangevinkt of niet- uw vragenreeks met antwoorden opgeslagen. U komt na het opslaan onmiddellijk in het scherm met Uw beoordeelde producten waar u het product kan terugvinden in de grafiek en in de tabellen en het met de andere producten kan vergelijken. 3.2.3.6 Meldingen bij het opslaan van vragenlijsten Bij bepaalde producten kan u bij het opslaan van de vragenlijst volgende melding krijgen: Binnen deze vragenlijst wordt te vaak voor de slechtste antwoordoptie gekozen opdat het product nog als relatief milieuverantwoord kan worden beoordeeld. Wanneer u deze vragenlijst als volledig aanduidt, zal aan dit product de slechtste milieuscore (nl. 0%) toegekend worden. Dit duidt erop dat u in de vragenlijst x maal (afhankelijk van de productgroep) het slechtste antwoord aanduidde. Wanneer de vragenlijst nog niet als volledig wordt aangeduid, wordt de milieuscore wel berekend. Het kan immers zijn dat u een aantal keer het slechtste antwoord koos, omdat u nog niet over de juiste informatie beschikte en u deze nog verder moet opzoeken. Wanneer de vragenlijst wel als volledig wordt opgeslagen, dan kent de Producttest automatisch de slechtste score toe. Er moet immers vermeden worden dat wanneer de gebruiker x maal de slechtste antwoordoptie aanduidt, de milieuscore van het product toch nog relatief hoog is. Wanneer u een vragenlijst met voorlopige antwoorden als volledig ingevulde vragenlijst wenst op te slaan, dan krijgt u eveneens een foutmelding. U kan deze vragenlijst met voorlopige antwoorden wel opslaan als u het vakje de vragenlijst is volledig terug uitvinkt. Na het opslaan van de vragenlijst komt u in het venster beoordeelde producten terecht. 3.2.3.7 Mogelijke bronnen bij het oplossen van de vragen Het correct beantwoorden van de vragen binnen de Producttest is een noodzakelijke vereiste voor een juiste evaluatie. De vragen zijn analoog opgebouwd voor de verschillende productgroepen binnen één productcategorie. Deze gelijkaardige opbouw moet de gebruiker in staat stellen om onmiddellijk een overzicht te krijgen van de verschillende criteria waarvoor informatie moet worden verzameld. 20/75 Handleiding Producttest

Wanneer u de Producttest gebruikt ter ondersteuning bij een nieuwe aankoop, kunnen de criteria i.v.m. de milieuprestaties eenvoudig worden overgenomen in bestekken. Wanneer u het model gebruikt om de bestaande prestaties van uw organisatie te evalueren, kunnen de volgende bronnen u helpen bij het invullen van het model: Etiketten op het product; Technische fiches of handleidingen van het product; Literatuurbronnen (bv. informatie opgenomen in bestekken); Ecolabels; Websites van producent/leverancier; (Telefonisch) contact met producent/leverancier (suggestie: informatie over de verschillende indicatoren zou systematisch door de gebruiker van het model moeten worden opgevraagd bij de leverancier/producent via het bestek of via het Volledig overzicht van de milieucriteria, dat u kan downloaden boven elke vraag in de Producttest.); Als bijlage vindt u een overzicht van alle bronnen die zijn gebruikt bij de ontwikkeling van de Producttest voor respectievelijk kantoormaterialen, schoonmaakmiddelen, elektrische en elektronische apparaten en verven en vernissen. 3.2.3.8 Voorstelling van de resultaten Na het doorlopen van de vragenreeksen per productgroep, wordt in het venster Uw beoordeelde producten automatisch de finale milieuscore van het product weergegeven in de overzichtstabel. Naast een cijfermatige score worden de resultaten ook visueel weergegeven in een grafiek. In dit venster worden alle door uw organisatie beoordeelde producten weergegeven, ook deze die door een andere gebruiker van uw organisatie werden ingegeven. U kan echter geen gegevens bekijken van andere organisaties. Tabel milieuscore In de tabel wordt onderscheid gemaakt tussen de producten die volledig werden beoordeeld en deze waar nog onzekerheid bestaat over het antwoord op één of meerdere vragen ( gedeeltelijk beoordeelde producten ). Naam In de eerste kolom naam van de tabel wordt weergegeven wat u in het veld Omschrijving of de merknaam van het product invulde. Op die manier kan u wanneer u bv. twee types van gommen met elkaar vergelijkt, toch zien welke van de twee met welke milieuscore overeenstemt. Door hierop te klikken, gaat u terug naar de door u ingevulde vragenlijst. Wanneer u de vragenlijst volledig heeft verklaard, kan u echter niet doorklikken naar de vragenlijst, omdat volledige vragenlijsten niet meer kunnen worden aangepast. U kan de ingevulde vragenlijst wel openen via een pdf of html-versie. U kan wel een kopie maken van de volledige vragenlijsten door op het laatste icoontje (blad met potlood) in de rij te klikken. Zo kan u toch vertrekken van een bestaande vragenlijst. Indien u een vragenlijst volledig heeft verklaard, maar toch nog wijzigen wenst aan te brengen, dan kan u aan de beheerders van de Producttest vragen om uw vragenlijst opnieuw op onvolledig te zetten (via tel. 015/284.303 of producttest@ovam.be). Handleiding Producttest 21/75

Productype De tweede kolom met als titel Productype geeft de productgroep weer waarvoor u de vragenlijst heeft doorlopen. Score (%) In de volgende kolom ziet u de milieuscore. Omdat de milieuscores voor de verschillende productgroepen een andere schaal kunnen hebben, worden ze herrekend naar een relatieve score. Deze verrekening laat toe dat alle productgroepen op eenzelfde schaal (percentage) vergeleken kunnen worden. Op die manier kan de gebruiker inschatten binnen welke productgroep er nog veel mogelijkheid tot verbetering is en bijgevolg prioritair moet worden aangepakt. Hoe hoger de score, hoe meer milieuverantwoord het product is. Hoe lager de score, hoe groter de milieu-impact van het product. Let wel: het gaat om een relatieve score, die toelaat om producten met elkaar te vergelijken. Dit betekent dat een product niet noodzakelijk 100% moet scoren om het meest milieuverantwoorde product in zijn type te zijn. De Producttest beweert niet dat er producten op de markt zijn met een score van 100%. Voor sommige producttypes is het namelijk onmogelijk om op elk criterium de beste score te behalen. Anderzijds betekent dit ook niet dat een product dat 50% scoort, nog gemiddeld goed is. Het blijft een relatieve score die enkel toelaat producten met elkaar te vergelijken. Gemiddelde score (%) Dit is de gemiddelde score van alle producten (zowel de volledige als onvolledige vragenlijsten) ingegeven door alle gebruikers van de Producttest. Deze score heeft enkel betrekking op de producten ingegeven onder dit specifieke producttype. Het cijfer tussen haakjes geeft het aantal producten weer waarop de gemiddelde score is gebaseerd en slaat dus op het aantal producten dat reeds is ingegeven door alle gebruikers. Laatste wijziging De datum geeft weer wanneer het product voor het laatst werd gewijzigd of wanneer het product definitief werd opgeslagen. Iconen De icoontjes en op het einde van de rij, duiden op de mogelijkheid om van ieder beoordeeld product een overzicht te krijgen van de vragen met antwoorden, waarbij het door u gekozen antwoord is aangeduid. Dat kan in html-formaat, maar ook in pdf-formaat wat opslaan en eventueel afprinten mogelijk maakt. Het blauwe icoontje met i geeft aan dat er in het vak opmerkingen iets werd ingevuld. Wanneer u over dit icoontje scrolt, ziet u de ingevulde tekst. Klikt u op het icoontje, dan gaat u terug naar het opmerkingenveld. Het icoontje met het blad en potloodje geeft de mogelijkheid om een vragenlijst te kopiëren. Als u vanuit een ingevulde vragenlijst wil vertrekken, maakt u een kopie van deze vragenlijst. Dit kan interessant zijn wanneer bv. het volgende product dat u wil beoordelen slechts op een beperkt aantal punten verschilt of wanneer u de Producttest als rapportage-instrument gebruikt en jaarlijks wenst te rapporteren. Indien er een product al een aantal jaren ongewijzigd is gebleven, kan hiervan gewoon een kopie worden genomen en moet enkel de datum worden aangepast. Nadat u op dit icoontje heeft geklikt, past u de desbetreffende antwoorden aan en bij 22/75 Handleiding Producttest

het opslaan verandert u de inhoud van het veld omschrijving of de merknaam van het product en slaat de vragenlijst op. Het vuilnisbakje vindt u alleen terug bij de gedeeltelijk beoordeelde producten. Enkel de gedeeltelijk beoordeelde producten kan u opnieuw verwijderen uit de Producttest. Indien u een volledig beoordeeld product toch wenst te verwijderen, dan kan u aan de beheerders van de Producttest vragen om uw vragenlijst opnieuw op onvolledig te zetten (via tel. 015/284.303 of producttest@ovam.be), zodat u de vragenlijst zelf kan verwijderen uit de Producttest. 3.2.4 Grafische weergave Naast een cijfermatige score wordt door het model een staafdiagram aangemaakt dat de resultaten visueel weergeeft: Elke balk stelt een beoordeeld product voor. De lengte van elk uiteinde is een maat voor de graad van milieuverantwoordheid. Hoe hoger de balk, hoe sterker de gebruiker rekening houdt met milieucriteria bij de aankoop van kantoormaterialen of schoonmaakmiddelen. De grafiek maakt een onderscheid tussen de volledig en gedeeltelijk beoordeelde producten: de volledig beoordeelde producten worden in een donkere kleur weergegeven; de gedeeltelijk beoordeelde producten in een lichtere kleur. 3.2.5 Producten vergelijken en rapporteren Bovenaan het scherm (boven de grafiek) kan u via vier keuzeopties aanduiden welke producten u wil vergelijken. U kan categorieën, producten binnen een productgroep of subproducten met elkaar vergelijken. Bovendien kan u in de selectie aangeven of u enkel de volledige, of gedeeltelijk beoordeelde producten wil weergeven of allebei. Tenslotte kan u via de knop Sla het overzicht met grafiek op of druk af, die u onderaan de grafiek vindt, een pdf maken van uw selectie. Deze kan u vervolgens opslaan of afdrukken als rapportje in pdf-vorm. Dit rapportje bevat zowel de door u samengestelde grafiek als het overzicht van de ingevoerde producten in tabelvorm. 3.2.6 Eigen interpretatie van de gebruiker Het model bevat meer informatie over de mogelijkheden die u heeft om uw aankoopprestaties te verbeteren, dan is opgenomen in het staafdiagram. Wanneer u vertrekt van het staafdiagram, ziet u onmiddellijk voor welke productgroepen u relatief gezien minder goed scoort. U kan dan best teruggaan naar de individuele vragenlijsten van deze subproductgroepen. Zoals reeds vermeld, wordt per productgroep een totale milieuscore berekend, die het resultaat is van de onderliggende subtotalen per antwoordoptie. De plaats van de antwoorden is hierbij recht evenredig met de milieuscore. Het eerste antwoord scoort het beste; het laatste antwoord het slechtste. De hoogte van de score per optie kan evenwel verschillen in functie van de productgroep of van de vraag. U leert per vraag hoe milieuverantwoord uw antwoord is, in functie van de plaats waar het antwoord zich bevindt. Let wel: het is niet bij alle producttypes mogelijk om 100% te scoren en dus op alle vragen het beste antwoord te behalen. Soms heeft het beste antwoord op een bepaalde vraag tot gevolg dat u op een andere vraag niet de beste antwoordoptie kan aanduiden. Handleiding Producttest 23/75

U leert in welke klasse van milieuprestaties uw antwoorden zich voornamelijk bevinden op basis van het aantal keren dat een antwoord in die klasse voorkomt. 3.3 Theoretische achtergrond van de berekening van de milieuscores 3.3.1 De theorie Per productgroep wordt een totale, relatieve milieuscore berekend, die het resultaat is van de onderliggende subtotalen per antwoordoptie. Zoals reeds aangegeven, is de plaats van de antwoordopties recht evenredig met de milieuscore. De vragenlijsten zijn zo opgebouwd dat het eerste antwoord steeds de meest milieuverantwoorde optie is en dus het beste scoort. Het laatste antwoord is de minst milieuverantwoorde optie en scoort het slechtste. De hoogte van de score per optie kan evenwel verschillen in functie van de productgroep of van de vraag. Sommige vragen behandelen een criterium dat meer of minder zwaar door weegt op de milieu-impact dan andere criteria. Ook sommige antwoordopties hebben binnen een bepaald criterium een grotere milieu-impact dan anderen. Daarom wordt niet aan elk antwoord eenzelfde score toegekend. Dit alles maakt het mogelijk om zeer gerichte wegingen door te voeren. Het berekeningsmodel geeft de beheerder (de OVAM) de mogelijkheid om zelf een gewicht toe te kennen aan een bepaalde vraag (en het daaraan gekoppelde milieucriterium) t.o.v. de totale milieuscore van het product. Deze weging wordt bepaald door de range tussen de antwoorden. Hoe groter het puntenverschil tussen het beste en het slechtste antwoord. Hoe groter de marge, hoe zwaarder de vraag en dus het milieucriterium door weegt. Daarnaast kan de OVAM aan de antwoorden binnen een vraag een bepaalde weging toekennen. Het eerste antwoord kan bijvoorbeeld de maximale score van 100% behalen, het tweede antwoord nog maximaal 75% en het slechtste antwoord 0%. Soms krijgt het slechtste antwoord nog een score van 50%. In dat geval willen we het antwoord binnen deze vraag niet te hard afstraffen. Geeft men dan het slechtste antwoord, dan wordt deze vraag een stuk geneutraliseerd. De totale milieuscore wordt verkregen door de subtotalen te sommeren die het product zijn van de score, het gewicht en het aantal (= (score * gewicht * aantal)). De scores worden opgemaakt op basis informatie die beschikbaar is en worden steeds afgetoetst bij een werk- en klankbordgroep met vertegenwoordigers van de producenten of leveranciers van producten, experten, NGO's, gebruikers (gemeenten, provincies, gewestelijke of federale overheden) en andere relevante betrokkenen. Indien er geen informatie beschikbaar is, geldt als algemene regel dat elke vraag even zwaar door weegt, wat betekent dat ook elk milieucriterium dat aan bod komt in de vragenlijst, even zwaar weegt op de totale milieu-impact van het product. De scores zijn niet zichtbaar voor de gebruikers van het Producttest. Hieronder vindt u een algemeen overzicht van de scores per productgroep. Wil u de achterliggende score in detail kennen, dan kan u contact opnemen met de beheerders van de Producttest (via tel. 015/284.303 of producttest@ovam.be). 24/75 Handleiding Producttest

3.3.2 Mogelijkheden met de scores Soms weegt een criterium zo sterk door dat u na het kiezen van een bepaald antwoord onmiddellijk de beste of de slechtste score krijgt. U hoeft de vragenlijst dan niet verder in te vullen. Bijvoorbeeld wanneer u binnen de productcategorie schoonmaakmiddelen bij de sanitairreinigers voor het verwijderen van kalkvlekken bij de eerste vraag (over het type) het antwoord Schoonmaakazijn aanduidt, dan kent de Producttest automatisch de beste score toe. Binnen andere productgroepen gebeurt het dat, wanneer u x maal (afhankelijk van de productgroep) de slechtste antwoordoptie aanduidt, het berekeningsmodel automatisch de slechtste score toekent. Er moet immers vermeden worden dat wanneer de gebruiker x maal de slechtste antwoordoptie aanduidt, de milieuscore van het product toch nog relatief hoog is. 3.3.3 De opbouw van de scores voor de huidige productgroepen 3.3.3.1 Kantoorartikelen en schoonmaakmiddelen Voor de productgroepen schoonmaakmiddelen en kantoorartikelen is geopteerd om aan elke vraag hetzelfde gewicht toe te kennen. De belangrijkste reden hiervoor is dat er geen informatie beschikbaar is over welk milieucriterium er binnen deze productgroepen zwaarder door weegt dan de andere criteria. Alle milieucriteria binnen deze twee productgroepen worden dus als gelijkwaardig beschouwd. Er is echter één uitzondering binnen de productcategorie Schoonmaakmiddelen : het gewicht van de drie vragen rond verpakking is zo verdeeld dat het totale gewicht van het milieucriterium Verpakkingen (m.a.w. de som van de drie vragen) maar even zwaar door weegt als elk ander milieucriterium. 3.3.3.2 Elektrische en elektronische apparaten Ook voor elektrische en elektronische apparaten is er weinig informatie beschikbaar over de milieu-impact van de verschillende criteria. Wel is reeds aangetoond dat voor een aantal toestellen het energieverbruik in de gebruiksfase voor de meeste milieu-impact zorgt. Op basis van de informatie die wel beschikbaar was en op basis van de ervaringen van de leden van de werk- en klankbordgroep, is bij deze productgroep voor bepaalde producten wel een gewicht toegekend aan de verschillende milieucriteria. Voor andere producten is de verdeling ontstaan door het aantal vragen over het onderwerp: indien er geen gegevens beschikbaar zijn, weegt elke vraag even zwaar door. Zijn er 2 vragen over energie bijvoorbeeld, zal energie dubbel zo zwaar doorwegen. Voor geluid en verpakkingen is afgesproken dat de milieu-impact niet meer dan 5% mag doorwegen, gezien ze meestal een beperkt aandeel hebben in de milieu-impact van elektrische en elektronische apparaten. We geven hieronder een overzicht van de verdeling van de milieu-impact voor die elektrisch en elektronische apparaten waarvoor een vragenlijst werd opgenomen in de Producttest. Er staat telkens vermeld of er correcties zijn doorgevoerd en waarom. Voor meer informatie kan u terecht bij de beheerders van de Producttest via producttest@ovam.be of tel. 015/284.303. Beamers Handleiding Producttest 25/75

Bij deze productgroep werd een kleine correctie doorgevoerd waarbij de percentages voor geluid en verpakkingen werden verkleind ten voordele van het energieaspect (zonder correctie telde energie voor 40% mee). Gevaarlijke stoffen: 30% Levensduur van de lamp: 10% Energieaspect: 50% Geluid: 5% Verpakking: 5% Drinkwaterfonteinen Tijdens de vergaderingen werd afgesproken dat een systeem aangesloten op de waterleiding steeds beter moet scoren dan een systeem met een (herbruikbare) fles. Daarom wordt er eerst een vraag gesteld over het type systeem. Hierbij krijgt het systeem aangesloten op de waterleiding een zeer groot gewicht. Dit gewicht zorgt ervoor dat het beste (meest milieuverantwoorde) systeem van drinkwaterdispenser met een fles een lagere relatieve milieuscore heeft dan het slechtste systeem aangesloten op de waterleiding. Voor beide systemen geldt de volgende indeling: Ontwerp van het toestel: 80% (waarvan 57% betrekking heeft op het type) Koelmiddel 15% Verpakking 5% Handendrogers Luchtdrogers Bij deze productgroep werd een kleine correctie doorgevoerd bij energie. Zonder correctie zou het energieaspect voor 50% i.p.v. 60% doorwegen in de totale milieu-impact. Gevaarlijke stoffen (ontwerp): 40% Energie: 60% Systeem met papieren doekjes of rol Bij deze productgroep zijn geen correcties doorgevoerd. De verpakking is niet beperkt tot 5% van de totale milieu-impact omdat het hier gaat om de verpakking van de doekjes en niet om de eenmalige verpakking van het toestel. Gevaarlijke stoffen (ontwerp): 33% Papier: 44% Energie: 11% Verpakking: 11% Systeem met katoenen handdoekrol Bij deze productgroep zijn geen correcties doorgevoerd. De verpakking is niet beperkt tot 5% van de totale milieu-impact omdat het hier gaat om de verpakking van de katoenen rollen en niet om de eenmalige verpakking van het toestel. Gevaarlijke stoffen (ontwerp): 30% Textiel: 50% 26/75 Handleiding Producttest

Energie: 10% Verpakking: 10% Koffiezetapparaten Klassieke koffiezetapparaat Bij deze productgroep werd een kleine correctie doorgevoerd waarbij het percentage voor de milieu-impact van de verpakking werden verkleind ten voordele van het type filter en het energieaspect. Zonder correcties waren deze percentages respectievelijk 12,5% voor de filter en 37,5% voor energie. Gevaarlijke stoffen (ontwerp): 30% Filter: 20% Energie: 45% Verpakking: 5% Koffiezetapparaat met pads of espressomachine Bij deze productgroep werd een kleine correctie doorgevoerd waarbij het percentage voor de milieu-impact van de verpakking werden verkleind ten voordele van het energieaspect. Gevaarlijke stoffen (ontwerp): 45% Energie: 50% Verpakking: 5% TV s Bij deze productgroep werd een kleine correctie doorgevoerd waarbij het percentage voor de milieu-impact van de verpakking werden verkleind ten voordele van het energieaspect. Dit laatste percentage is nog een stukje opgetrokken van 50% naar 65%. Gevaarlijke stoffen en ontwerp: 30% Energie: 65% Verpakking: 5% Warmedrankautomaten Bij deze productgroep werden geen correcties doorgevoerd. Ontwerp (algemeen): 20% Gevaarlijke stoffen (ontwerp): 30% Energie: 50% Droogkasten Uit informatie aangeleverd door de beroepsfederatie blijkt dat de milieu-impact van een droogkast grotendeels bepaald wordt door het energieaspect in de gebruiksfase, met name voor meer dan 70%. Daarom werd beslist om voor deze productgroep een correctie door te voeren, waardoor de milieu-impact als volgt verdeeld wordt: Gevaarlijke stoffen: 20% Energie: 75% Verpakking en geluid: 5% Handleiding Producttest 27/75

Omdat de energie-impact voornamelijk bepaald wordt door de energieklasse van het toestel, weegt deze vraag zwaar door binnen de groep van de energiecriteria. Ventilatoren Omwille van het belang van het energieapect van dit toestel, werd beslist om voor deze productgroep een correctie door te voeren, waardoor de milieu-impact van het energieverbruik werd opgetrokken van 28% naar 50%. Gevaarlijke stoffen: 40% Energie: 50% Verpakking: 5% Geluid: 5% Koelkasten en koelvitrines Uit informatie aangeleverd door de beroepsfederatie blijkt dat de milieu-impact van een koelkasten en koelvitrines grotendeels bepaald wordt door het energieaspect in de gebruiksfase, met name voor meer dan 70%. Daarom werd beslist om voor deze productgroep een correctie door te voeren, waardoor de milieu-impact als volgt verdeeld wordt: Gevaarlijke stoffen (inclusief koelmiddel): 20% Energie: 75% Geluid: 5% Deze verdeling geldt voor beide systemen. Vaatwassers Omwille van het belang van het energieapect van het toestel, werd beslist om voor deze productgroep een correctie door te voeren, waardoor de milieu-impact van het energieverbruik is opgetrokken. Voor huishoudelijke toestellen is dit verhoogd van 50% naar 65%; voor professionele toestellen van 36% naar 65%. Bij de huishoudelijke toestellen weegt de vraag over de energieklasse van het toestel het zwaarste door binnen de energiecriteria. De milieu-impact van het waterverbruik is beperkt gehouden omdat deze milieu-impact grotendeels vervat zit in het energieverbruik. Hoe meer water er nodig is, hem meer water er moet worden opgewarmd, wat een invloed heeft op het energieverbruik. Deze correcties geven zowel voor huishoudelijke als professionele toestellen de volgende verdeling: Gevaarlijke stoffen en ontwerp: 20% Energie: 65% Geluid: 5% Water: 10% Wasmachines Huishoudelijke toestellen Uit informatie aangeleverd door de beroepsfederatie blijkt dat de milieu-impact van een wasmachine grotendeels bepaald wordt door het energieaspect in de gebruiksfase, met name 28/75 Handleiding Producttest

voor 60%. Daarom werd beslist om voor deze productgroep een correctie door te voeren, waardoor de milieu-impact als volgt verdeeld wordt: Gevaarlijke stoffen: 15% Ontwerp toestel: 10% Energie: 60% Geluid: 5% Water: 10% Ook bij deze toestellen weegt de vraag over de energieklasse van het toestel het zwaarste door in de milieu-impact van het energieverbruik. De milieu-impact van het waterverbruik is binnen deze productgroep eveneens beperkt gehouden omdat deze milieu-impact grotendeels vervat zit in het energieverbruik. Professionele toestellen Uit informatie aangeleverd door de beroepsfederatie blijkt dat de milieu-impact van een wasmachine grotendeels bepaald wordt door het energieaspect in de gebruiksfase, met name voor 60%. Binnen deze productgroep waren er echter te weinig relevante criteria over het energieverbruik om deze vragen voor 60% te laten doorwegen. Omdat het waterverbruik ook een impact heeft op het energieverbruik, en hiervoor wel een relevant criterium was, werd beslist om het waterverbruik op te trekken, zodat de milieu-impact van het energieverbruik gecompenseerd wordt door het gewicht van de milieu-impact van het waterverbruik. Dit geeft volgende verdeling: Gevaarlijke stoffen: 15% Ontwerp toestel: 10% Energie: 30% Geluid: 5% Water: 40% 3.3.3.3 Verven en vernissen Voor de productgroepen verven en vernissen werd beslist om het VOS-gehalte (vluchtige organische stoffen) het zwaarst te laten doorwegen, omwille van de relatief hoge milieu-impact en de gezondheidsrisico s. In tweede instantie is ook aan de aanwezigheid van gevaarsymbolen op de verpakking en de aanwezigheid van ingrediënten die carcinogeen, giftig of milieugevaarlijk zijn, een hoger gewicht toegekend. Dit zijn criteria die u heel snel en gemakkelijk kan terugvinden. Dit resulteerde in volgende verdeling van de milieu-impact: 30% VOS-gehalte 15% aanwezigheid gevarensymbolen 15% gevaarlijke ingrediënten (7,5% mutagene en carcinogene stoffen; 7,5% milieugevaarlijke stoffen) 40% gelijk verdeeld over de overige criteria Deze verdeling werd voorgelegd en besproken op een stakeholderoverleg waar alle betrokken actoren aanwezig waren (bedrijven, NGO's, sector verven en vernissen, overheden, gebruikers en overige experts). Hierop werden geen opmerkingen geformuleerd door de stakeholders. Handleiding Producttest 29/75

4 Gebruik van de Producttest bij bestekken en offertes 4.1 Het gebruik van de Producttest bij het opmaken van bestekken en het beoordelen van offertes Naast een instrument ter evaluatie van uw aankoopbeleid en naast een sensibiliserende rol kan de Producttest ook gebruikt worden als ondersteuning bij een nieuwe aankoop. De criteria over milieuprestaties die in het model zijn opgenomen, kunnen, mits het in acht name van de bepalingen van de wet op de overheidsopdrachten, in bestekken geïntegreerd worden. Of u kan de Overzichten vragen en antwoorden toevoegen aan het bestek en de indieners vragen deze in te vullen. Op deze manier kan u de offerte beoordelen op basis van hoe milieuverantwoord het product is dat ze aanbieden. Milieucriteria integreren in overheidsaankopen, op een juridische correcte manier, vergt enige oplettendheid. De wetgeving overheidsopdrachten heeft immers niet tot doel milieuverantwoorde overheidsaankopen mogelijk te maken, maar moet enerzijds de aanbestedende overheid toelaten de economisch voordeligste keuze te maken en anderzijds de gelijke toegang tot de markt, vrije mededinging, transparantheid en niet-discriminerende procedures garanderen. Er zijn echter voldoende mogelijkheden om milieucriteria in overheidsopdrachten te integreren, maar ze zijn niet onbeperkt. De wetgeving op overheidsopdrachten is Europese wetgeving. Vanuit de Europese unie is er een referentietekst Groen kopen! opgemaakt die aan openbare besturen een aantal richtlijnen aanbiedt om milieucriteria te integreren in overheidsopdrachten. U vindt deze op http://ec.europa.eu/environment/gpp/pdf/buying_green_handbook_nl.pdf Een eerste mogelijkheid om milieucriteria te integreren, dient zich al aan nog voor de wetgeving overheidsopdrachten van toepassing is: wanneer u bepaalt wat u gaat kopen. De aankoper heeft immers de vrijheid om te kiezen voor de aankoop van een milieuverantwoord product. U kan bij het definiëren van het product dat u wenst te kopen reeds bepaalde eigenschappen aan een product stellen. U kan zich hiervoor baseren op de criteria uit de Producttest (bijvoorbeeld hervulbare markers). U moet hierbij wel opletten dat de definiëring van het product er niet toe leidt dat slechts één onderneming dit product kan leveren. Ook in de technische specificaties van een bestek zijn er mogelijkheden om milieucriteria te integreren. Voor de eisen die u aan het product stelt, kan u zich weer baseren op de criteria uit de Producttest. Hierbij moet u er wel op letten dat u niet dermate veel eisen stelt dat slechts één of zelfs geen enkele leverancier hieraan voldoet. In dat geval handelt u discriminerend of vermindert u de toegang tot de opdracht. Milieucriteria integreren bij de gunning van een opdracht is minder evident. Vooreerst variëren de mogelijkheden naargelang de aard van de procedure. Wanneer het om een aanbesteding gaat, wordt de opdracht gegund aan de regelmatige offerte met de laagste prijs. Milieucriteria kunnen tijdens de gunning niet aan bod komen. Een offertevraag daarentegen wordt gegund aan de "economisch voordeligste offerte" (de bestekwaliteit/prijs-verhouding). Hier bestaat wel de mogelijkheid om milieuaspecten op te nemen als gunningscriterium wanneer deze een economisch voordeel opleveren aan de aanbestedende overheid. Maar ook hier de opmerking dat deze criteria objectief moeten zijn, niet mogen discrimineren en een direct verband moeten hebben met het voorwerp van de opdracht. De criteria moeten meetbaar zijn en moeten in het bestek worden vermeld. Handleiding Producttest 31/75

Inzake gunningscriteria is er door artikel 101 van de Programmawet van 8 april 2003 een zeer belangrijke wijziging aangebracht aan artikel 16 van de Wet van 24 december 1993 nl.: Art 16.: Bij algemene of beperkte offerteaanvraag moet de opdracht toegewezen worden aan de inschrijver die de voordeligste regelmatige offerte indient, rekening houdend met de gunningscriteria die vermeld moeten zijn in het bestek, of eventueel in de aankondiging van de opdracht. De gunningscriteria moeten betrekking hebben op het onderwerp van de opdracht, bijvoorbeeld de kwaliteit van de producten of prestaties, de prijs, de technische waarde, het esthetisch en functioneel karakter, de milieukenmerken, sociale en ethische overwegingen, de kosten van het gebruik, de rentabiliteit, de dienst na-verkoop en de technische bijstand, de leveringsdatum en de termijn van levering of uitvoering. Dit betekent dat de aanbesteder bij het gunnen ook rekening mag houden met criteria met betrekking tot milieubescherming voor zover deze criteria verband houden met het voorwerp van de opdracht, deze criteria de aanbestedende dienst geen onvoorwaardelijke keuzevrijheid geven, uitdrukkelijk vermeld zijn in het bestek of in de aankondiging van de opdracht en alle fundamentele beginselen van gemeenschapsrecht, en met name het discriminatieverbod, eerbiedigen. Het beoordelen van milieukenmerken kan u bijvoorbeeld doen door bij uw bestek de vragenlijsten uit de Producttest toe te voegen en deze ingevuld terug te vragen bij de offerte. Via de ingevulde vragenlijsten kan u, voor wat de milieukenmerken betreft, aan de hand van het model de verschillende offertes gemakkelijk met elkaar vergelijken. Om dezelfde reden als hierboven vermeld, mag u ook geen welbepaald milieukeurmerk eisen. Wel mag u eisen dat een product voldoet aan de criteria van een bepaald milieukeurmerk. Het zou immers kunnen dat sommige inschrijvers wel voldoen aan de criteria van het milieukeurmerk, maar het milieukeurmerk zelf niet (of nog niet) bezitten. Een bepaald milieukeurmerk eisen, zou weerom betekenen dat u discriminerend werkt of de toegang tot de opdracht vermindert. U kan wel vermelden in het bestek dat bepaalde labels in aanmerking komen als bewijsmateriaal dat aan de gestelde milieucriteria voldaan wordt. 4.2 Meer informatie over hoe ecologische criteria integreren in de verschillende fasen van het aankoopproces Dit hoofdstukje komt uit het rapport Duurzaamheidscriteria in overheidsopdrachten van de Dienst Interne Milieuzorg van het departement LNE. Meer info over duurzame overheidsopdrachten vindt u op hun website www.vlaanderen.be/milieuzorg (bij werken aan duurzame overheidsopdrachten ). 4.2.1 Inleiding Een overheidsopdracht is een overeenkomst onder bezwarende titel die wordt afgesloten tussen een aanbestedende overheid en een onderneming met het oog op de uitvoering van werken, leveringen of diensten. De procedures voor overheidsopdrachten zijn bij wet geregeld. Er worden drie soorten van overheidsopdrachten onderscheiden, namelijk werken, leveringen en diensten. De procedure voor het geheel van een overheidsopdracht bestaat uit drie 3 stadia: 32/75 Handleiding Producttest

de voorbereiding van de opdracht (keuze gunningswijze, opstellen bestek); de mededinging en de gunning van de opdracht (publicatie bestek, gunningsprocedure); de uitvoering van de gegunde opdracht. De gunningswijzen zijn bij wet vastgelegd. Er bestaan de volgende mogelijkheden om een overheidsopdracht te gunnen: a. Aanbesteding: Een aanbesteding kan openbaar gebeuren waarbij iedereen de mogelijkheid heeft om mee te dingen. Een aanbesteding kan ook beperkt zijn, waarbij het systeem van kandidatuurstelling wordt gehanteerd. Bij aanbestedingen is het enkel de prijs van de ingediende regelmatige offertes die bepaalt aan wie de overheidsopdracht wordt toegekend. b. Offerte: Een offerteaanvraag kan algemeen (toegankelijk voor iedereen) of beperkt zijn (met kandidatuurstelling waarbij ook iedereen een kandidatuurstelling kan indienen). Het grote verschil met een aanbesteding is dat deze gunningswijze toelaat om naast de prijs ook andere gunningscriteria te laten meespelen. c. Onderhandelingsprocedure: Een onderhandelingsprocedure is in principe een uitzonderingsvoorziening die enkel mogelijk is door de in de Wet voorziene gevallen. De onderhandelingsprocedure wordt echter veel toegepast mede door de relatieve flexibiliteit die deze procedure aanbiedt. Een onderhandelingsprocedure kan met of zonder bekendmaking plaatsvinden. Aangenomen facturen (onder de drempelwaarde van 5500 euro) vallen eveneens onder een onderhandelingsprocedure. Een bestek is in de meeste gevallen het basisdocument van een overheidsopdracht en bevat de contractuele clausules die van toepassing zijn op een bepaalde opdracht en de door de aanbestedende overheid opgelegde specificaties. De mogelijkheden om duurzame criteria op te nemen in de bestekken van overheidsopdrachten zijn niet onbeperkt, maar worden vastgelegd door het wettelijk kader. Om de beschrijving van de mogelijkheden voor integratie van duurzame criteria in overheidsopdrachten te structureren wordt hieronder het wettelijk kader gegeven voor de volgende 4 focusdomeinen binnen overheidsopdrachten: toegang en kwalitatieve selectie, de gunningscriteria, de uitvoeringsvoorwaarden en de technische bepalingen. Naast deze vier focusdomeinen wordt kort ingegaan op de mogelijkheden bij het formuleren van het voorwerp van de opdracht. Deze vier focusdomeinen komen dan ook terug in de bestekken van overheidsopdrachten. Globaal gezien bestaat een bestek uit twee delen: de administratieve bepalingen en de technische bepalingen. In de administratieve bepalingen worden de toegang en kwalitatieve selectie, de gunningscriteria en de uitvoeringsvoorwaarden nader bepaald en in het technisch deel worden logischerwijs de technische bepalingen beschreven. In onderstaand schema wordt de procedure van overheidsopdrachten kort samengevat. Handleiding Producttest 33/75

De wetgeving met betrekking tot overheidsopdrachten zit momenteel in een transitiefase. De onderstaande analyse is hoofdzakelijk gebaseerd op de oude wetgeving aangezien de nieuwe wet rond overheidsopdrachten nog niet in voege is getreden, aangezien enkel de wettekst bestaat zonder uitvoeringsbesluiten. Deze uitvoeringsbesluiten zullen nog een grote invloed hebben op het juridische raamwerk in de toekomst. De analyse van de nieuwe wetgeving en de daaruit voortvloeiende Handleiding conclusies kunnen dan ook niet als exhaustief en volledig gezien worden. Indien deze nieuwe wetgeving wordt besproken, wordt dit dan ook duidelijk aangegeven in de tekst. 4.2.2 Voorwerp van de opdracht Een overheidsopdracht vertrekt in principe altijd vanuit een vastgestelde behoefte of nood van een overheid of openbare instelling. Vooraleer een procedure op te starten, zal de aanbestedende overheid haar werkelijke behoeften bepalen. Op die wijze zal zij het voorwerp van de opdracht definiëren. In dit stadium beschikt zij over de vrijheid om een product te kiezen dat beantwoordt aan de behoeften van de dienst, maar waarbij zij ook rekening kan houden met andere elementen zoals elementen die betrekking hebben op duurzame ontwikkeling. Er moet echter steeds rekening worden gehouden dat de beschrijving van het voorwerp van de opdracht in geen geval mag leiden tot een beperkte toegang tot de markt voor nationale en particuliere bedrijven. Het voorwerp van de opdracht wordt later in het bestek natuurlijk nog geduid en verder uitgewerkt met behulp van de technische bepalingen. In de beschrijving van het voorwerp van de opdracht kan dus al aandacht besteed worden aan de duurzaamheid van de levering, dienst of werken, indien deze coherent is met de vastgestelde behoefte. Voorbeelden waarbij duurzame aspecten in het voorwerp van de opdracht geïntegreerd zijn: koffie met een Max Havelaar keurmerk of gerecycleerd fotokopiepapier. Bij het voorwerp van de opdracht wordt normaliter ook aangegeven of een opdracht opgesplitst is in meerdere percelen of niet. 34/75 Handleiding Producttest

Het opsplitsen in percelen kan eveneens een mogelijkheid bieden om tot duurzamere aankopen te komen. Als bij de marktverkenning bijvoorbeeld blijkt dat er enkel voor een deel van de opdracht milieuvriendelijke producten voor handen zijn, dan kan de aanbestedende overheid ervoor kiezen om de opdracht in percelen aan te bieden. Dit kan toelaten om voor een bepaald perceel milieu (of sociale) criteria een groot gewicht mee te geven terwijl dit voor de nietopgesplitste opdracht moeilijker zou zijn. 4.2.3 Toegang en kwalitatieve selectie De toegang en kwalitatieve selectie hebben betrekking op de persoon of bedrijf waarmee de overheid in de overheidsopdracht wil mee samenwerken. Toegang heeft betrekking op de uitsluitingsgronden voor de overheidsopdracht (uitsluitingscriteria) terwijl kwalitatieve selectie de bekwaamheid van de opdrachtnemer bevraagt (geschiktheidscriteria). Zowel toegang als kwalitatieve selectie behoren tot de kwalitatieve selectiefase. Bij beperkte procedures worden de kandidaten eerst geselecteerd aan de hand van deze kwalitatieve selectiefase. Bij kwalitatieve selectie gaat het om de voorwaarden - die in beperkte mate opgesomd worden door het K.B. van 8 januari 1996 - waaraan de kandidaat of de inschrijver moet voldoen en waarvan de regelmatigheid geanalyseerd wordt voor dat de offerte inhoudelijk onderzocht wordt. Tijdens de kwalitatieve selectiefase gaat de aanbestedende overheid na of elke kandidaat of inschrijver aan de voorwaarden voldoet op het gebied van: Uitsluitingscriteria: zijn persoonlijke toestand waaruit kan worden afgeleid dat de onderneming zich niet in een toestand van uitsluiting bevindt (geen faillissement, betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid, ernstige misdrijven...) Geschiktheidscriteria: zijn financiële, economische en technische draagkracht. Geschiktheidscriteria: zijn nodige technische bekwaamheid om het project uit te voeren (hiervoor worden onder andere de bedrijfsreferenties en CV s van het personeel gehanteerd). De mogelijkheden om duurzame criteria bij de kwalitatieve selectie op te nemen zijn beperkt. Niettegenstaande zijn er wel aspecten binnen de uitsluitingscriteria die betrekking kunnen hebben op sociale en milieuaspecten. De criteria tot uitsluiting mogen louter betrekking hebben op de omstandigheden waarin een bedrijf zich bevindt, zodat de overheid er normaal zaken mee kan doen. Naast de economische situatie van een bedrijf vallen ook ernstige gevallen van criminaliteit en beroepsmoraliteit, bijvoorbeeld inzake milieuschadelijk gedrag en zware inbreuken op de sociale wetgeving, onder deze criteria. Over het algemeen gezien en dus niet enkel in de kwalitatieve selectiefase, kan in het geval van het afleggen van een valse verklaring, de inschrijver worden uitgesloten van deelname aan bepaalde of alle overheidsopdrachten gelanceerd door Belgische aanbestedende overheden. Deze uitsluiting, alsook de draagwijdte en de duur ervan zal uitgesproken worden door de Minister of het bestuur bevoegd voor de betrokken opdracht en zal het voorwerp uitmaken van een gemotiveerde beslissing nadat de aangeklaagde persoon is gehoord. Bij de toegang bestaat er ook nog een speciale regeling, de voorbehouden opdrachten. Dit zijn opdrachten die voorbehouden worden voor een sociaal achtergestelde groep. Deze voorbehouden opdrachten worden geregeld door het Art 18 bis 2 van de wet van 24 december 1993 waarin vermeld wordt dat een aanbestedende overheid de deelname aan een gunningsprocedure van een overheidsopdracht kan voorbehouden aan beschutte werkplaatsen of sociale inschakelingondernemingen. Deze voorbehouden opdrachten zijn dus een positief discriminerende uitsluitingsgrond. Het concept van voorbehouden opdrachten is eveneens opgenomen in de nieuwe wetgeving, evenals in de Europese richtlijn ter zake (2004/18/EG). Deze zal toelaten om de deelname aan procedures van overheidsopdrachten voor te behouden of toe te vertrouwen aan beschermde werkplaatsen of te gunnen in het raam van beschermde tewerkstellingsprogramma s die Handleiding Producttest 35/75

voorbehouden zijn aan mensen met een handicap die geen beroepsactiviteit in normale omstandigheden kunnen uitoefenen. 4.2.4 Gunningscriteria Gunningscriteria zijn, naast de prijs, andere criteria die in overweging worden genomen om de economisch meest voordelige offerte te bepalen. Gunningscriteria komen niet voor in aanbestedingen en kunnen enkel gehanteerd worden bij offerteaanvragen en eventueel bij onderhandelingsprocedures. Dit is in feite de laatste fase van de procedure 1, waarin de kwaliteit van de aanbiedingen naast de prijs 2 gelegd wordt. Deze criteria kunnen duurzaamheidskarakteristieken opsommen voor zover deze een direct verband hebben met het product. Als basis voor de gunning van de opdracht moet er vanuit duurzaamheidsstandpunt op gelet worden dat de puur economische criteria niet systematisch de bovenhand halen op de milieucriteria. Als voorbeelden van criteria om te bepalen wat de economisch meest voordelige inschrijving is, vermelden de richtlijnen onder andere de kwaliteit, de prijs, de technische waarde, de esthetische en functionele kenmerken, de milieukenmerken, de gebruikskosten, de rentabiliteit, de klantenservice en de technische bijstand, de datum van levering en de termijn voor levering of uitvoering. Gunningscriteria kunnen aan de technische specificaties (het vereiste prestatieniveau waaraan moet worden voldaan) gekoppeld worden. Een aanbestedende dienst kan aan producten die beter presteren dan het minimumniveau extra punten toekennen in de gunningsfase. Deze specifieke (aan de technische bepalingen gekoppelde) criteria moeten eveneens transparant en verifieerbaar zijn. Bij het gebruik van duurzaamheidscriteria in de verschillende stadia van overheidsopdrachten moeten een aantal voorwaarden in acht worden genomen. Vooral wanneer duurzaamheidscriteria als gunningscriteria worden gehanteerd, moet erover worden gewaakt dat deze door iedereen op dezelfde wijze zijn gekend (transparantie) en dat deze verband houden met het voorwerp van de opdracht opdat ze een objectieve vergelijking mogelijk maken. Verder mogen de gebruikte criteria de aankoopdiensten geen onbeperkte keuze laten en moeten ze voldoen aan de grondbeginselen van het EG-Verdrag inzake het vrij verkeer van goederen en diensten en de vrijheid van vestiging, alsmede de daarvan afgeleide beginselen zoals het principe van de gelijke behandeling, het discriminatieverbod, wederzijdse erkenning, evenredigheid en transparantie (ICDO, 2006). In de nieuwe wetgeving rond overheidsopdrachten, die nog niet in voege is, is er eveneens aandacht besteed aan sociale en ethische criteria bij de gunningscriteria. Artikel 25 van de Belgische wet van 15 juni 2006 maakt het mogelijk sociale en ethische overwegingen te gebruiken als gunningscriterium. Wanneer men sociale en ethische overwegingen wil gebruiken als gunningscriterium, moet wel worden voldaan aan bepaalde voorwaarden, omschreven in de Wet van 15 juni 2006: het gunningscriterium moet steeds verband houden met het voorwerp van de opdracht; het gunningscriterium moet betrekking hebben op de intrinsieke kwaliteiten van het te leveren product; het gunningscriterium moet een economisch voordeel opleveren voor de aanbestedende overheid. 1 In een bestek kunnen na het opgeven van de gunningscriteria nog andere zaken zoals de technische bepalingen en uitvoeringsvoorwaarden worden opgegeven. Bij de beoordeling van offertes is het afwegen van de verschillende voorstellen volgens de vooraf bepaalde gunningscriteria de laatste stap om tot het weerhouden van een voorstel te komen. 2 Voor de prijsbepaling dient idealiter een kostenberekening over de gehele levenscyclus te worden uitgevoerd (alle verschillende stadia dienen in beschouwing te worden genomen). 36/75 Handleiding Producttest

Toch moet deze wetgeving met enige omzichtigheid worden gelezen. De Europese Richtlijn 2004/18/EG inzake overheidsopdrachten maakt in artikel 53, 1, dat betrekking heeft op de gunnings criteria, geen gewag van sociale en ethische overwegingen. De Europese Commissie is van oordeel dat de concrete invulling van sociale en ethische overwegingen kan plaatsvinden bij de uitvoering van de opdracht. Volgens de Commissie mogen dergelijke overwegingen evenwel niet worden aangewend om een offerte als dusdanig te valoriseren in het stadium van de gunning van de opdracht. Het gebruik van sociale eisen als gunningscriterium wordt wel specifiek vermeld in de consideransen voorafgaand aan de richtlijn. Alhoewel sociale en ethische criteria specifiek vermeld staan in de nieuwe Belgische wetgeving moet dit zeer beperkt geïnterpreteerd worden en zal dit, behoudens wat er in de uitvoeringsbesluiten staat, geen wezenlijk verschil opleveren met de huidige van toepassing zijnde wetgeving waar de vermelding van sociale en ethische overwegingen als gunningscriterium eveneens staat vermeld. Rekening houdend met bovenstaande kunnen labels zoals het Belgisch sociaal label, waarbij de certificering gebeurt op productniveau, gehanteerd worden bij het opstellen van gunningscriteria. Er dient evenwel te worden opgemerkt dat een label op zich niet als gunningscriterium aangewend kan worden. Een label moet als het ware uitgekleed worden om de concurrentie te kunnen laten spelen. Producten die voldoen aan, binnen de wet rond overheidsopdrachten, afdwingbare eisen van een label maar het label niet hebben, moeten kunnen meedingen voor de overheidsopdracht. De eisen die aan een product gesteld worden om een label te verkrijgen kunnen dus wel gebruikt worden als concrete invulling van een bepaald gunningscriterium. De label eisen kunnen dan in de technische bepalingenverder omschreven wordt indien ze natuurlijk direct verband houden met het voorwerp van de opdracht. Dit geldt zowel voor milieulabels als sociale labels. 4.2.5 Technische bepalingen Technische specificaties hebben twee functies: enerzijds beschrijven ze de opdracht voor de markt (zodat bedrijven kunnen uitmaken of ze geïnteresseerd zijn), en anderzijds verstrekken ze meetbare eisen aan de hand waarvan inschrijvers kunnen worden beoordeeld 3 (ze vormen minimale voldoeningscriteria) (EC, 2005). De technische bepalingen laten desgevallend toe om duurzaamheidscriteria in bestekken te integreren. Globaal gezien is het wettelijk kader voor de technische bepalingen niet zo afdoende als de andere focusdomeinen. Binnen de technische bepalingen hebben overheden een aanzienlijke ruimte om criteria en dus ook duurzaamheidscriteria, te integreren. De technische bepalingen van een overheidsopdracht onderscheiden zich van de gunningscriteria, omdat ze naast een oplijsting van kenmerken die beoordeeld worden bij de evaluatie van de offerte en de quotering van de gunningscriteria, bijkomend ook betrekking hebben op de regelmatigheid van de offertes en het vereiste prestatieniveau waaraan moet worden voldaan. Hiermee wordt bedoeld dat de aangeboden producten aan een reeks technische specificaties moeten voldoen opdat de offerte als regelmatig beoordeeld zou worden. Er mogen voor deze technische bepalingen ook geen verbodseisen gesteld worden. In de technische bepalingen kan een ecolabel type 1 gevraagd worden, indien de vermelding ' of gelijkwaardig' wordt toegevoegd. Een inschrijver kan het voldoen aan deze bepaling dan bewijzen door of het bewijs voor het ecolabel bij te voegen of te bewijzen dat het product voldoet aan alle onderliggende criteria die gebruikt worden om het ecolabel toe te kennen. Raadzaam is om deze onderliggende criteria in het bestek over te nemen en deze lijst eventueel te beperken 3 In offerteaanvragen vormen ze ook de basis voor de beoordeling van de gunningscriteria. Handleiding Producttest 37/75

tot de meest essentiële. Het label wordt dan als het ware uitgekleed om aan de voorschriften te voldoen. Hetzelfde geldt in principe voor eerlijke labels. Zelfs al worden deze technische bepalingen onderscheiden van de gunningscriteria, toch bestaat er vaak een verband aangezien deze een gunningscriterium kunnen specificeren. De Europese richtlijnen bieden de mogelijkheid om te kiezen tussen op technische normen gebaseerde specificaties en op prestaties gebaseerde eisen. Een op prestaties gebaseerde benadering biedt gewoonlijk meer ruimte voor creativiteit en daagt de markt uit om innoverende technische oplossingen te ontwikkelen. Indien voor deze benadering wordt gekozen, hoeven de technische specificaties niet al te gedetailleerd geformuleerd te worden. Milieugerichte technische normen zijn nuttig bij het opstellen van specificaties voor overheidsopdrachten, vermits normen duidelijk en niet-discriminerend zijn en ontwikkeld zijn op basis van consensus. Het is mogelijk dat, zelfs na uitvoering van een marktanalyse, niet zeker is geweten of er milieuvriendelijke alternatieven bestaan voor de producten, diensten of werken die aangekocht dienen te worden, of dat er twijfels blijven over hun kwaliteit of prijs. In dat geval kan het interessant zijn om aan potentiële inschrijvers te vragen dat ze milieuvriendelijke varianten indienen. In principe mogen er steeds vrije varianten ingediend worden. Logischerwijs is het indienen van varianten niet mogelijk wanneer dit specifiek verboden wordt. Dat houdt in dat een minimum aantal technische specificaties vastgesteld wordt voor het aan te kopen product, waaraan zowel de neutrale aanbieding als de milieuvriendelijke variant moeten voldoen. Informatie van de milieukeurmerken kan op verschillende manieren gebruikt worden: als hulpmiddel bij het opstellen van de technische specificaties, om de kenmerken van de leveringen of diensten die aangekocht worden te preciseren; bij controle of de leveringen aan deze eisen voldoen, kan het keurmerk worden aanvaard als bewijs dat ze voldoen aan de technische specificaties; als bepaling waarin gevraagd wordt of de inschrijver geregistreerd is overeenkomstig een bepaald milieukeursysteem. De introductie van sociale criteria in de technische bepalingen ligt een stuk moeilijker dan de voorheen beschreven mogelijkheden voor milieucriteria. De mogelijkheden situeren zich vooral op het gebied van labels waarin sociale overwegingen zijn opgenomen. De opgelegde eisen in de technische beschrijving moeten steeds betrekking hebben op het voorwerp van de opdracht. Bijgevolg komen enkel labels op productniveau hiervoor in aanmerking. Bijkomend moet de notie of gelijkwaardig steeds worden opgenomen in de technische beschrijving. Dit impliceert dat producten die voldoen aan de voorwaarden om het vermelde label te bekomen, maar dit niet hebben, ook moeten worden aanvaard. Aangezien het voor de aanbestedende overheid echter onmogelijk is om dit na te gaan, zal dit in de praktijk moeten gebeuren door een verklaring op eer door de inschrijver. Ook de correctheid van dergelijke verklaringen is moeilijk door de aanbestedende overheid na te gaan, dit kan leiden tot foutieve gunningsbeslissingen. Concluderend kan gesteld worden dat integratie van sociale of ethische overwegingen in de technische bepalingen mogelijk is indien deze duidelijk verband houden met het voorwerp van de opdracht. Praktisch gezien blijft het wel steeds moeilijk om sociale of ethische overwegingen op te nemen behalve voor specifieke productgroepen zoals eerlijke koffie of nog eerlijk hout aangezien labels hier eventueel een duidelijke houvast kunnen bieden. 38/75 Handleiding Producttest

4.2.6 Uitvoeringsvoorwaarden Tijdens de uitvoering moet de aanbestedende overheid in feite niet meer tussenkomen aangezien het contract afgesloten is vanaf de kennisgeving van de gunning van de opdracht aan de leverancier. Maar er kan op deze fase geanticipeerd worden in het bestek door een clausule in te voegen die bijvoorbeeld voorziet dat de leverancier zich ertoe verbindt om alle verpakkingen terug te nemen en dat hij deze recycleert overeenkomstig de gangbare wetgeving, of dat hij sowieso alle lege inktcartouches van de printers terugneemt,... Het betreft dus alle verplichtingen die pas bij de uitvoering van het contract zullen voorkomen, maar waarvoor de leverancier zich verbindt van zodra hij de offerte indient. Het is wel belangrijk voor de uitvoeringsvoorwaarden te bepalen dat het geen verhulde selectiecriteria zijn. Aangezien de uitvoering van een leveringscontract onder andere deels kan bestaan uit het leveren van goederen 4, kunnen milieugerichte uitvoeringsbepalingen vooral worden gebruikt om te preciseren hoe de goederen moeten worden geleverd (bijvoorbeeld. het product laten leveren in de gepaste hoeveelheid, eisen dat de goederen worden geleverd buiten de piekuren, eisen dat de leverancier alle met het product meegeleverde verpakkingen terugneemt (en recycleert of opnieuw gebruikt)). Criteria betreffende de technische capaciteit op milieugebied kunnen eveneens betrekking hebben op het zo weinig mogelijk afval produceren, het niet-lozen van verontreinigende producten, het verminderen van de brandstofkosten, De integratie van sociale uitvoeringsvoorwaarden wordt behandeld in Art 18 bis 1 van de wet van 24 december 1993: Een aanbestedende overheid kan, overeenkomstig de beginselen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, uitvoeringsvoorwaarden inzake overheidsopdrachten opleggen die het mogelijk maken rekening te houden met sociale en ethische doelstellingen, alsook uitvoeringsvoorwaarden inzake de verplichting tot het verstrekken van opleidingen aan werklozen en jongeren of rekening te houden met de verplichting tot het naleven, in hoofdzaak, van de bepalingen van de basisconventies van de Internationale Arbeidsorganisatie, in de veronderstelling dat die niet reeds worden toegepast in het land van oorsprong van de kandidaat of inschrijver. Om deze beschouwingen in de overheidsopdrachten te kunnen opnemen, heeft de dienst Aankoopadvies van de FOD Personeel en Organisatie een uitsluitingsclausule opgesteld (die dus op het niveau van de selectiecriteria tussenkomt en hierboven al besproken is) en die betrekking heeft op het respecteren van de basisconventies van de IAO. De nieuwe wetgeving zal op het vlak van uitvoeringsvoorwaarden en duurzame criteria een wettelijk kader aanbieden. De integratie van duurzame criteria in het kader van uitvoeringsvoorwaarden wordt juridisch mogelijk gemaakt door Art. 40 van de wet van 15 juni 2006 waarin bepaald wordt dat de aanbestedende overheid uitvoeringsvoorwaarden kan opleggen die het mogelijk maken met de volgende doelstellingen rekening te houden: 1 het verstrekken van beroepsopleidingen aan werklozen en jongeren; 2 het bevorderen van het gelijkekansenbeleid inzake de arbeidsparticipatie van onvoldoende in het arbeidsproces geïntegreerde personen; 3 de strijd tegen de werkloosheid; 4 de verplichting om, in hoofdzaak, de bepalingen van de basisconventies van de Internationale Arbeidsorganisatie na te leven, in de veronderstelling dat die niet reeds worden toegepast in het nationale recht van het land waar de productie plaatsvindt; 5 de bescherming van het leefmilieu. Opgelet: indien het louter gaat over de aankoop van eindproducten zoals dit bij de aankoop van textielproducten, kantoormaterialen of dienstenvoertuigen meestal het geval is, kunnen er door de aanbestedende overheid geen voorwaarden worden opgelegd m.b.t. Het productieproces. Bij 4 Een leveringscontract kan bv. ook een deel onderhoud van de geleverde (of gehuurde) goederen bevatten. Handleiding Producttest 39/75

dienstencontracten, zoals de onderhoudscontracten voor werkkleding, is de integratie van dergelijke bepalingen in de uitvoeringsmodaliteiten wel mogelijk. 4.2.7 Conclusie De geconsolideerde wetgeving rond overheidsopdrachten van 24 december 1993 schept een strak kader voor de procedures van overheidsopdrachten. Dit strak wettelijk kader geeft een beperkt aantal mogelijkheden om op het vlak van toegang en kwalitatieve selectie, de gunningscriteria, de uitvoeringsvoorwaarden en de technische bepalingen duurzame overwegingen te integreren in de bestekken. Globaal gezien zijn de mogelijkheden om groene criteria op te nemen iets ruimer dan de mogelijkheden om sociale criteria op te nemen. Dit kan verklaard worden mede door het feit dat milieu beter en vaker direct geassocieerd kan worden met het voorwerp van de opdracht, terwijl er voor sociale criteria moeilijker een directe link met het voorwerp van de opdracht kan worden gevonden. Ten aanzien van de nieuwe wetgeving rond overheidsopdrachten kunnen er nog weinig conclusies getrokken worden wegens het ontbreken van de uitvoeringsbesluiten. Er wordt in de nieuwe wetgeving aandacht besteed aan duurzaamheidscriteria. De Belgische wetgeving gaat iets dieper in op het gebruik van sociale en ethische criteria als gunningscriterium dan de basistekst voor deze wet, de Europese richtlijn ter (2004/18/EG). De uitvoeringsbesluiten zullen dus een belangrijke rol spelen bij het mogelijk maken van duurzaamheidscriteria in overheidsopdrachten in de toekomst. 40/75 Handleiding Producttest

5 Chemische wetgeving 5.1 Classificatie, etikettering en verpakking van gevaarlijke stoffen 5.1.1 GHS, CLP en REACH GHS (United Nations Globally Harmonized System of Classification and Labelling of Chemicals) is de nieuwe manier van classificatie en etikettering van gevaarlijke stoffen en preparaten ontwikkeld door de Verenigde Naties. Doelstelling is om tot een éénduidig internationaal systeem te komen, zodat eenzelfde stof in elk land en continent dezelfde gevaareigenschappen krijgt toegekend. CLP (Classification, Labelling and Packaging of Chemicals) is de Europese implementatie van het GHS. Vroeger werd classificatie en etikettering van gevaarlijke stoffen in de EU bepaald door de Richtlijn Gevaarlijke Stoffen (Richtlijn 67/548/EEG) en de Richtlijn Gevaarlijke Preparaten (1999/45/EG). De CLP Verordening 1272/2008 zal beide richtlijnen vervangen. Daarnaast is ook de REACH Verordening van kracht. Deze bepaalt dat producenten en importeurs informatie moeten verstrekken over de classificatie en etikettering van de chemische stoffen in de registratiedossiers en via veiligheidsfiches aan de klanten. Gezien REACH echter zelf geen criteria vastlegt voor classificatie van gevaarlijke stoffen wordt deze verordening niet verder besproken. In volgende paragrafen worden de CLP Verordening en de Gevaarlijke Stoffen en Gevaarlijke Preparaten kort toegelicht, en hun implicatie voor de milieucriteria van verven en vernissen. 5.1.2 Gevaarlijke Stoffen Richtlijn 67/548/EEG Richtlijn 67/548/EEG deelt de gevaarlijke stoffen in volgens hun gevaarcategorie: irriterend, ontplofbaar, ontvlambaar, giftig en/of schadelijk. Relevante bijlagen zijn onder meer: Bijlage I: lijst van gevaarlijke stoffen met hun indeling, etiketteringvoorschriften, de voor elke stof te gebruiken symbolen, de standaardzinnen betreffende de bijzondere gevaren van elke stof en de veiligheidsaanbevelingen. Bijlage II: Tekeningen van de gevaarsymbolen Bijlage III: Omschrijving van de R-zinnen Bijlage IV: Omschrijving van de veiligheidsaanbevelingen (S-zinnen) Andere bijlagen betreffen de meetmethode, bepalingen inzake het transport van gevaarlijke stoffen, enz. 5.1.2.1 Impact nieuwe CLP Verordening De nieuwe CLP Verordening vervangt gefaseerd de Gevaarlijke Stoffen Richtlijn. Vanaf 2010 moeten gevaarlijke stoffen geclassificeerd worden volgens de nieuwe CLP-indeling. Maar preparaten (mengsels van gevaarlijke stoffen) moeten pas vanaf 1 juni 2015 volledig voldoen aan de nieuwe regels. Handleiding Producttest 41/75

Concreet betekent dit dat Bijlage I van de Gevaarlijke Stoffen Richtlijn reeds volledig ingetrokken is en vervangen door tabel 3.1 uit bijlage VI van de CLP Verordening. De meeste andere bijlagen worden ingetrokken in 2015, omdat de gevaarsymbolen en gevaarzinnen toegepast kunnen blijven op verpakkingen van preparaten tot 2015. De Gevaarlijke Stoffen Richtlijn wordt volledig opgeheven op 1 juni 2015. 5.1.2.2 Hoe gevaarlijke stoffen en preparaten indelen en etiketteren? Tabel 3.2 van de CLP Verordening bevat een lijst van gevaarlijke stoffen met de oude indeling, waarin voor de opgenomen gevaarlijke stoffen vermeld staat welke gevaarpictogrammen, R-zinnen en S-zinnen van toepassing zijn. Voor heel wat gevaarlijke stoffen geldt echter dat de gevaarrisico s enkel vermeld moeten worden, als een bepaalde concentratie in het eindproduct overschreden wordt. In de tabel zijn deze drempelconcentraties dan ook terug te vinden. In Tabel 3.1 van de CLP-Verordening wordt de oude indeling omgezet naar de nieuwe indeling met de nieuwe gevarenklassen, pictogrammen en zinnen. Voor verpakkingen met de individuele gevaarlijke stoffen vervalt dus tabel 3.2 en geldt enkel nog de nieuwe indeling. Voor producten die een gevaarlijke stof in een bepaalde concentratie bevatten, geldt echter nog steeds tabel 3.2 tot 1 juni 2015. Let wel: Niet alle gevaarlijke stoffen zijn opgenomen in de Gevaarlijke Stoffen Richtlijn. Er zijn meer dan 100.000 chemische stoffen beschikbaar op de markt, terwijl slechts van minder dan 10.000 stoffen bekend is welke gevaarrisico s ze inhouden. Niet alle chemische stoffen zijn immers al onderzocht op hun gevaar. Dit is de reden waarom de REACH regelgeving werd ingevoerd. Als gevolg van REACH zullen álle chemische stoffen beoordeeld moeten worden op hun gevaarrisico s. Op dit moment is het dus goed mogelijk dat producten gevaarlijke stoffen bevatten zonder dat er gevaarsymbolen of R-zinnen worden vermeld op het etiket. Concreet houdt het in dat bepaalde chemische stoffen die in de ecolabels werden opgenomen nog niet ingedeeld zijn, waardoor er ook geen gegevens beschikbaar zijn op het etiket of in de veiligheidsfiche. 5.1.3 Gevaarlijke Preparaten Richtlijn 1999/45/EG Indien een preparaat (= mengsel van twee of meer stoffen) stoffen bevat die volgens de Gevaarlijke Stoffen Richtlijn / CLP Verordening ingedeeld zijn als gevaarlijk, dan valt het preparaat onder de Gevaarlijke Preparatenrichtlijn (tot 1 juni 2015). Deze richtlijn bevat voorschriften inzake onder meer verpakking en etikettering van het product. De gevaarpictogrammen van de verschillende gevaarlijke stoffen in het preparaat dienen op de verpakking gezet te worden. Bovendien moeten de ingedeelde gevaarlijke stoffen ook vermeld worden in de veiligheidsfiche, waarin ook de R- en S-zinnen opgenomen worden. Indien meerdere gevaareigenschappen van toepassing zijn, dan gelden bepaalde voorrangsregels. Artikel 10 stipuleert: Wanneer aan een preparaat meer dan één gevaarsymbool moet worden toegekend: maakt de verplichting om het symbool T aan te brengen, het aanbrengen van de symbolen C e X facultatief, behoudens andersluidende bepalingen van bijlage I bij Richtlijn 67/548/EEG; maakt de verplichting om het symbool C aan te brengen het symbool X facultatief; maakt de verplichting om het symbool E aan te brengen de symbolen F en O facultatief; maakt de verplichting om het symbool Xn aan te brengen, het symbool Xi facultatief. 42/75 Handleiding Producttest

Uit deze voorrangsregels kan in zekere zin een hiërarchie van symbolen afgeleid worden. Zo heeft de eigenschap schadelijk voorrang op irriterend. En heeft de eigenschap bijtend nog voorrang op schadelijk. Van 1 juni 2015 wordt de Gevaarlijke Preparaten Richtlijn volledig opgeheven, en vervangen door de CLP Verordening. 5.1.4 CLP Verordening 1272/2008 Ten opzichte van de Gevaarlijke Stoffen Richtlijn zijn volgende zaken gewijzigd: Gewijzigde terminologie. De gevaarpictogrammen krijgen een andere vorm, en er werden 2 pictogrammen toegevoegd. Nieuw is het gebruik van de signaalwoorden gevaarlijk en waarschuwing. R- en S-zinnen worden respectievelijk vervangen door H-zinnen ( hazard ) en P-zinnen ( Precautionary ). Daarnaast zijn er nog de EUH-zinnen voor R-zinnen waarvoor momenteel nog geen alternatief bestaat. 5.1.4.1 Terminologie Oude indeling Preparaat Gevaarsymbool Gevarencategorie Waarschuwingszin (R-zin) Veiligheidszin (S-zin) CLP Verordening Mengsel Gevarenpictogram Gevarenklasse (binnen de klasse onderscheidt men vervolgens gevarencategorieën) Gevarenaanduiding (H-zin) Veiligheidsaanbeveling (P-zin) 5.1.4.2 Pictogrammen De oude indeling kent volgende pictogrammen: Handleiding Producttest 43/75

De pictogrammen van de nieuwe indeling: 44/75 Handleiding Producttest