D66: 1. Participatie Op welke wijze heeft de participatie plaatsgevonden en welke ondernemersverenigingen hebben de voorliggende startnotitie echt onderschreven? En hoe worden de ondernemersverenigingen in het vervolg betrokken? En welke mogelijkheden worden lokale ondernemers geboden om zelf zaken op te pakken? In Maarn zijn er bijvoorbeeld winkeliers die klagen over verkeerd geparkeerde fietsen dat ze zelf willen aanpakken, maar dat mag niet van Handhaving. Waarom niet? 2. Investering Op pagina 18 staat het investeringsplaatje maar wat gaan we nu concreet doen? Waaraan worden deze bedragen besteed? En wat moet het meetbaar opleveren? Wanneer is het succesvol (SMART doelstelling)? In de Doelenboom staat letterlijk: 'inspelen op kansen die zich voordoen'. Wat wordt hier concreet mee bedoeld en op welke manier gaan we inspelen? 3. Hebben we nu echt behoefte aan een doortastende programmamanager? Of is er meer behoefte aan een persoon die op dorpsniveau dagelijks rondloopt en samen met ondernemers/winkeliers de concrete knelpunten zoals zwerfvuil, scheef hangende borden, bewegwijzering, etc... eindelijk eens en voor altijd goed regelt. Waarom kiest het College niet voor het Alle ondernemersverenigingen zijn tijdens het proces uitgenodigd en op de hoogte gehouden. Tijdens twee bijeenkomsten is bij de ondernemers opgehaald welke thema s zij belangrijk vonden. Bij de eerste bijeenkomst in november hebben enkele ondernemers zich aangemeld als meelezer. Zij hebben de stukken in concept fase gekregen en hen is de mogelijkheid geboden om mee te lezen. Bij het maandelijkse overleg met ondernemersverenigingen is het programma en de uitvoering daarvan een vast agendapunt. Eén van de vervolgstappen is het opstellen van een Retail paragraaf per dorp. Deze worden opgesteld samen met de ondernemers, ondernemersverenigingen en andere partijen zoals bv vastgoedeigenaren. Daarin is zeker ook ruimte om specifieke vraagstukken per dorp aan te pakken. Dit natuurlijk binnen onze andere uitgangspunten zoals deregulering en de maatschappelijke verplichting die we naar andere partijen hebben. Zie ook het antwoord bij vraag 3. Dit programma loopt tot eind 2017. Halverwege 2017 willen we starten met de evaluatie van het voorliggende programma en het opstellen van het programma voor 2018. Ook in dit proces voeren we samen met de ondernemers(verenigingen) uit. De concrete acties zijn gebaseerd op dat wat de ondernemers hebben aangedragen. In het uitvoeringsprogramma zijn gemeente budget en gemeente uren gereserveerd, maar uitvoering zelf is afhankelijk van de inbreng en deelname van de ondernemers; de gemeente faciliteert de projecten. De projecten zelf staan beschreven op blz. 16 ev. een aantal voorbeelden; Opstellen Retail paragrafen per dorp Quick wins openbare ruimte: zoals asbak tegels, fietsklemmen en fiets-oplaadpunten Optimaliseren regionale samenwerking Starters bijeenkomsten organiseren Gastvrijheidsonderzoek Innovatietafel Toerisme Duurzame B&B s Met het programma zetten we in op beide sporen: 1: Eén van de belangrijkste opmerkingen in het overleg met de ondernemersverenigingen was, dat er eerder plannen zijn gemaakt die papieren tijgers bleken te zijn gebleven. In hun optiek heeft de uitvoering van de plannen de hoogste prioriteit. Hiertoe hebben zij gevraagd om iemand die, integraal en in samenhang, de acties uitzet, bewaakt, evalueert en bijstelt. Op dit moment is er niemand in huis beschikbaar die dit zou kunnen uitvoeren, daarom wordt er in eerste instantie naar een externe projectleider gekeken. Op termijn zou dit binnen de staande organisatie kunnen worden
aannemen van een vaste medewerker voor bijvoorbeeld een periode van 2 jaar, iemand parttime in schaal 12, die echt concreet in de dorpen aan de slag gaat? 4. Detailhandelsvisie Wat is de status/evaluatie van detailhandelsvisie 2009? Heel veel acties zijn toch nog niet uitgevoerd? Hoe worden die nu opgepakt? Waarom moet er nog een nieuwe visie per dorp komen? Hebben we niet meer behoefte aan actie na jarenlange stilstand? 5. Prioriteiten Er is gekozen om in te zetten op eigen inwoners/ondernemers en toerisme. Voor de eigen ondernemers/ winkeliers zijn met name twee zaken belangrijk: parkeren en schone openbare ruimte. Hoe wordt aan deze 2 aspecten invulling gegeven? Welke concrete acties staan hiervoor op stapel en hoeveel geld wordt hieraan besteed? In de Doelenboom staat 'verbeteren openbare ruimte'. Echt belangrijk voor onze ondernemers, maar wat gaan we nu doen en hoe kunnen we ons College hier nu volgend jaar op beoordelen? 6. En waarom hecht het College minder belang aan regionale samenwerking terwijl daar veel kansen liggen. Bijvoorbeeld de versterking van de kennis-as. In de tekst staat: 'Mogelijk biedt Mariniersterrein hier in de toekomst kansen'? Wat vaag! Waarom niet nu al aangeven dat op het Mariniersterrein een opgelost. 2: In het programma is een budget gereserveerd voor quick wins in de openbare ruimte. Hiervoor gaan wij, samen met de afdeling buitenruimte en ondernemersverenigingen aan de slag om per dorpskern dit soort concrete knelpunten aan te pakken. De uitvoering van de Detailhandelsvisie is een gezamenlijk proces van voortdurende herijking. Veel projecten zijn al gerealiseerd, maar van een aantal bleek ook dat deze niet uitvoerbaar waren. Daarnaast is het Retail landschap sinds 2009 behoorlijk veranderd, denk maar aan de stevige opkomst van de internet verkopen en bevolkingssamenstelling. Daarom worden de actuele inzichten en visie en voortgang van de uitvoering van de detailhandelsvisie besproken in het ondernemersspreekuur. Dit heeft geleid tot onder andere: Input van de ondernemers in wat er moet veranderen. Deze zijn overgenomen in het programma Economische Ontwikkeling. De wens om de Retail deal te tekenen. Ondernemersverenigingen hebben zelf punten aangedragen die een visie op de detailhandel actueel maakt. Deze zijn de basis voor de visie per dorp (de Retail paragrafen). Op de participatie avonden zijn juist ook andere prioriteiten vanuit ondernemers naar voren gekomen. Zoals bv meer samen de kansen van recreatie benutten, samenwerking detailhandel en recreatiesector die elkaar nu nog nauwelijks vinden. Daarnaast bv ook online vindbaarheid en, de vermindering van het aantal detailhandelsmeters. Het parkeerprobleem wordt ook aangepakt door de handhaving nu op de blauwe zone en het aangepaste beleid op parkeerontheffingen. De concrete acties met verbeteren openbare ruimte pakken we op met de dorpen, zie daarvoor antwoord vraag 2 en 3. Het college hecht aan regionale samenwerking, daarvoor faciliteren wij nu al Q4. Binnen dit samenwerkingsverband worden juist de mogelijkheden voor kennis-as onderzocht. Daarnaast gaan wij de mogelijkheden verkennen om in meerder samenwerkingsverbanden zoals U10mee te doen. Aangezien hier forse kosten aan verbonden kunnen zijn, willen wij eerst onderzoeken of deze kosten in verhouding staan tot wat het oplevert. Voor het Mariniersterrein is gekozen voor een brede participatieve aanpak waardoor niet op
kennisinstituut gaat komen? 7. ZZP'ers/startende ondernemers D66 heeft veel aandacht voor onze ZZP'ers en startende ondernemers. Welke concrete maatregelen staan voor deze doelgroepen op stapel? Bijvoorbeeld door startende ondernemers een vrijstelling te geven voor de OZB. Op pagina 6 wordt alleen gesproken over randvoorwaarden scheppen, creëren van verbindingen, etc... Wat betekent 'actief ondersteunen van startende ondernemers'? Wie doet dat en wanneer is dat succesvol? Op pagina 7 wordt alleen over 'faciliteren' gesproken. Zouden we niet een startersloket moeten inrichten? 8. D66 is het met het College eens dat we moeten inzetten op het aantrekken van 'groene' ondernemers? In de Doelenboom wordt gesproken over 'actief acquireren'. Wat betekent dat? 9. Deregulering Al jarenlang dringt D66 aan op vergaande deregulering, maar in deze visie wordt dit niet concreet gemaakt. Er staat nu letterlijk: 'streven naar deregulering'? Dat is wel heel erg soft! Wat zijn concrete doelen/acties? Moeten we niet gewoon een krachtige doelstelling voor deregulering stellen? Nog steeds horen we hierover veel klachten. We moeten niet alleen samen met ondernemers kijken naar regelgeving, zoals het nu staat verwoord, maar onnodige regels gewoon schrappen! Is het College het hiermee eens? 10. Innovatie Volgens D66 moeten we inzetten op innovatie. Hoe wil het College dit concreet vormgeven? In de visie voorhand al aangegeven kan worden dat daar een kennisinstituut gaat komen. Door het stimuleren en activeren van kennisuitwisseling tussen ondernemers denken we de slagkracht van zzp-ers te vergroten en ze beter te laten netwerken, zodat ze ook in samenwerkingsverband grotere opdrachten kunnen acquireren en bij ervaren ondernemers kunnen aankloppen voor problemen waar zij tegenaanlopen. Daarnaast doen we een haalbaarheidsonderzoek naar een bedrijfsverzamelgebouw voor starters, ook hier verwachten we dat zzp-ers een belangrijke doelgroep zullen vormen. Voor een andere suggestie uit het participatietraject, het opzetten van een innovatiefonds voor zzpers, is op dit moment niet gekozen. Hierover kan in de evaluatie van medio 2017 een nieuwe afweging worden gemaakt. U noemt het een startersloket, wij noemen het een buddy-netwerk. Doel is gelijk, de weg weten te vinden. Idee is om starters de eerste cruciale 5 jaar actief te blijven volgen. Het is succesvol als blijkt dat meer starters blijven bestaan. Gedurende de looptijd van het voorliggende programma willen we verkennen hoe we actief kunnen gaan acquireren en op welke wijze wij dat kunnen gaan (laten) uitvoeren. De verwachting is dat een acquisiteur actief ondernemers interesseert om zich in onze gemeente te vestigen. We onderzoeken de mogelijkheid om, wellicht in samenwerking met buurgemeenten en/of Q4, hiervoor personele inzet te plegen. Hiervoor ligt externe inhuur voor de hand. Er zijn in het land de afgelopen periode diverse pilots geweest die gericht waren op deregulering. Eén van de conclusies daarvan was dat er met landelijke wet- en regelgeving in ieder geval rekening gehouden moet worden en dat gemeenten daardoor niet aan deregulering kunnen doen. Gemeenten kunnen wel met hun lokale regelgeving flexibeler omgaan. Waar mogelijk doet de gemeente Utrechtse Heuvelrug dit al, er wordt gekeken waar nog meer knelpunten worden ervaren. Op sommige gebieden blijft regelgeving noodzakelijk, bijvoorbeeld als de leefbaarheid in het gedrang komt. Een conclusie uit de landelijke pilot Verlichte Regelgeving van Platform31 is ook dat er, vooral vanuit detailhandel en horeca, wel kritiek is, maar weinig initiatieven zijn op dit gebied. Wij ervaren aan de andere kant dagelijks ook dat er juist van de ondernemers behoefte is aan regulering, bijvoorbeeld het verwijderen van verkeerd gestalde fietsen en een veel minder flexibel standplaatsen beleid. Wij willen inzetten op vergroting van het glasvezel netwerk in onze gemeente. Daarnaast willen wij de online bereikbaarheid van de dorpen en winkelstraten stimuleren. Dit door bv lokale projecten voor het ontwikkelen van een lokaal internet platform te faciliteren.
wordt bijvoorbeeld gesproken over het vergroten van de online bereikbaarheid van de dorpen. Wil het College de mogelijkheid onderzoeken voor gratis wifi in de hele gemeente? 11. Vastgoed Het College wil het aanbod beter laten aansluiten, ook commercieel vastgoed? Welke maatregelen heeft College voor ogen? Wat zijn andere ondernemersinitiatieven met een publieksfunctie? 12. Toerisme Aangegeven wordt dat internationaal toerisme een kans biedt. Wat gaan we concreet doen om dit toerisme te intensiveren? Waarom wordt slechts 25% van de inkomsten Toeristenbelasting ingezet? Wanneer is dit beleid nu succesvol? Hoeveel toeristen/overnachtingen? Of zijn we alleen bezig met 'plannen faciliteren'? Daarnaast houden wij houden de ontwikkelingen op Europees vlak qua digitale bereikbaarheid in de gaten. Wij willen bijeenkomsten faciliteren waarbij innovatieve mogelijkheden worden gepresenteerd zodat ondernemers kunnen zien welke technische mogelijkheden er zijn zodat zij kunnen kijken wat voor hen goed zou kunnen werken. Met het opstellen van de Retail paragrafen per dorp komt er een eensluidende en gedragen visie op elk centrum. Hiermee wordt duidelijkheid geschapen in functie per centrum. Hiermee wordt het voor potentiele ondernemers ook duidelijker waar in onze gemeente kansen liggen. De gemeente kan hier vooralsnog uitsluitend voorwaardenscheppend aan bijdragen. Er melden zich regelmatig bedrijven die een geschikte ruimte zoeken. We kunnen een netwerk (per dorpskern) opzetten waarin we actief mee kunnen zoeken naar geschikte ruimte. Met ondernemersinitiatieven met een publieksfunctie worden ondernemingen bedoeld die zich wel richten op het publiek, maar geen winkel of horeca zijn. Te denken valt aan dans- en sportscholen, maar ook de onlangs op de Traaij geopende Theaterwinkel is hiervan een voorbeeld. Via het RBT en andere marketingpartners uit de provincie wordt ingezet op het internationaal toerisme. Dit wordt gecoördineerd door Toerisme Utrecht. Er is een projectplan opgesteld dat de komende periode zal worden uitgevoerd. We hebben in het Programma Economische Ontwikkeling vastgelegd dat 25% van de inkomsten toeristenbelasting terugvloeit naar de recreatie sector. Uiteraard wordt er naast dit percentage vanuit andere beleidsvelden als samenleving ook geïnvesteerd in recreatiemogelijkheden voor inwoners en bezoekers. Het beleid is succesvol als we als gemeente gezamenlijk met de ondernemers ervoor kunnen zorgen dat bezoekers langer verblijven, meer besteden tijdens hun verblijf en ook weer terugkomen én dat we ook voor onze inwoners voldoende mogelijkheden bieden om te recreëren. Voor het aantal overnachtingen 2016 is uitgegaan van het aantal overnachtingen zoals opgegeven bij de definitieve aangifte 2014. Totaal zijn 627.354 overnachtingen gerealiseerd, onderverdeeld in: Hotels: 108.215 overnachtingen Campings: 513.766 overnachtingen B&B s: 5.373 overnachtingen Door middel van de actualisering van het bestemmingsplan recreatieterreinen wordt er aan ondernemers meer flexibiliteit geboden. Via deelname aan de innovatietafel Toerisme (Jan Willem
13. Visie Aan de ene kant wil D66 de voorliggende nota en uitvoeringsprogramma veel concreter hebben, maar aan de andere kant missen we de visie over hoe de dorpen er over 5 a 10 jaar uitzien. Is leegstand niet een onoplosbaar probleem als de wereld meer digitaliseert? Moeten we dan de winkels niet veel meer gaan clusteren? Welke rol kan de gemeente spelen om leegstaande panden, zoals in Leersum aan Rijksstraatweg bijvoorbeeld het Knaus-pand en andere leegstaande winkels, om te zetten naar woningen? CDA: 14. De aandacht voor de Agrarische sector is erg beperkt. Waarom is dat? Heeft deze sector ook niet juist behoefte aan steun en duidelijkheid. 15. De parkeerproblematiek in sommige dorpen wordt niet benoemd. Zien de ondernemers en/of de gemeente dat als opgelost? 16. In de Retail deal staat dat overleg met zowel winkeliers als vastgoedeigenaren nodig is om oplossingen te vinden voor leegstand (etc.). In het voorstel worden de vastgoedeigenaren echter niet genoemd als partij. Waarom niet? 17. De beeldvorming die in de publiciteit is ontstaan over het 'captains diner' betreuren wij. Hoe gaat u van Dongen is voorzitter) willen we ook provincie breed inzetten op het vitaliseren van de verblijfsrecreatie. De algemene tendens landelijk is dat de vraag naar winkelruimte de komende 5 a 10 jaar verder zal afnemen. Dit betekent dat het belangrijk is, zoals ook in de Retaildeal afgesproken, om de centrumgebieden in te krimpen ( clusteren ) en duidelijk af te bakenen. Leegstand van winkelpanden kan een probleem zijn, daarom is het belangrijk om mogelijkheden voor transformatie naar andere functies te bieden. In onze gemeente zijn de leegstandscijfers op dit moment de laagste van vergelijkbare gemeenten. Het inzetten op de Retaildeal achten wij voldoende. Daarnaast worden de bestemmingen in de winkelgebieden zo veel mogelijk verruimd, zodat daar meerdere functies mogelijk zijn. Daarnaast zullen we bij de Retail paragrafen per dorp concreter samen acties opstellen, waaronder ook tegen de leegstand. Voor het ontwikkelen van woningen op particuliere terreinen zijn we afhankelijk van een initiatiefnemer en de wettelijke vereisten. In de RIB van 26 november 2013 is aangegeven dat we voor de Agrarische sector specifiek een ontwikkelperspectief wilde schetsen, zodat ook deze sector vooraf weet war de kansen voor groei en ontwikkeling liggen. Juist vanwege het spanningsveld tussen de ruimtelijke wensen vanuit de sector en de (landelijke) regelgeving, is dit ontwikkelperspectief is vastgelegd in de verschillende (Ontwerp) bestemmingsplannen Buitengebied. Dit heeft zowel betrekking op de omvang van het agrarisch bouwvlak, als de mogelijkheid om andere activiteiten te ontplooien. Daarnaast vindt er regulier overleg plaats met de LTO, hun connectie naar de achterban is sterk. Daardoor horen wij uit de eerste hand de knelpunten die bij deze sector leven. De parkeerproblematiek is onderwerp tijdens de ondernemersspreekuren. Concreet resultaat daarvan is dat er nu ingezet is op handhaving van de blauwe zones. De vastgoedeigenaren zijn nog veel minder georganiseerd dan horeca- en winkelondernemers. Met individuele vastgoedeigenaren zal in voorkomende gevallen de samenwerking worden gezocht. Verder ligt het in de verwachting dat samenwerking met de vastgoedeigenaren verder zal worden vormgegeven in de Retail paragrafen per dorp. Wij betreuren eveneens de beeldvorming die is ontstaan. Wat wij tegen dergelijke publiciteit nu al doen, is verstrekken van informatie over onze plannen en openstaan voor een gesprek hierover. Hoe
dergelijke publiciteit in de toekomst voorkomen? 18. Het budget is 150.000 euro in 2017. Kunt u aangeven hoeveel van dit budget (ambtenaren-)uren zijn, en (anderzijds) hoeveel vrij besteedbaar is bijvoorbeeld aan activiteiten in de dorpen of voor een specifiek gemeente breed thema. VVD: 19. Waar komt het idee vandaan dat de winkels in Utrechtse Heuvelrug zich vooral (moeten) richten op de eigen inwoners? We hebben toch bijvoorbeeld met de Legowinkel en de rugbywinkel in Driebergen nota bene de enige in Nederland ook winkels met een regionale of zelfs landelijke uitstraling? Daarnaast vinden er ook evenementen plaats zoals Fairs. Die hebben een bredere doelgroep. deze informatie en de uitnodiging voor gesprek wordt opgepakt, is aan de ontvanger. Het doel is juist met de grootste werkgevers afspraken te maken over werk voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dan gaat het over de Inclusieve arbeidsmarkt. Het is niet bedoeld als duur diner, maar een bijeenkomst waarvoor we wat ambtelijke uren en budget reserveren voor voorbereiding en opvolging van de acties die daar uit komen. Van het budget is 60.000 gereserveerd voor het programma management, ondernemer van het jaar verkiezing, regionale samenwerking en begeleiden van de BIZ-en. De rest van het budget is gereserveerd voor concrete producten zoals het opstellen van de Retail paragrafen, de quick wins openbare ruimte, het reguleren van de recreatiedruk, het stimuleren van zakelijke samenwerking, faciliteren kennislabavonden en kennisuitwisseling. Er zijn inderdaad ondernemers die zich specialiseren of zich anderszins onderscheiden (in kwaliteit, aanbod of service). Het koopstromenonderzoek dat is uitgevoerd in 2011 laat echter zien dat de toevloeiing (de omzet die van consumenten van elders komt) zeer gering is. Herkomst bestedingen dagelijkse sector. Herkomst bestedingen niet-dagelijkse sector. Gemeente % Gemeente % Utrechtse Heuvelrug 86,3% Utrechtse Heuvelrug 74,4% Wijk bij Duurstede 4,0% Wijk bij Duurstede 4,3% Zeist 1,8% Zeist 3,7% Bunnik 1,0% Bunnik 2,1% Rhenen 0,9% Rhenen 1,9% Veenendaal 0,7% Drimmelen 1,8% Drimmelen 0,7% Woudenberg 1,0% Amsterdam 0,7% Rotterdam 0,7% Rotterdam 0,6% Utrecht 0,6% Amersfoort 0,4% Veenendaal 0,6% Ede 0,4% Amersfoort 0,3% Geldermalsen 0,3% Barneveld 0,3% Woudenberg 0,3% 's-gravenhage 0,3% Dordrecht 0,3% Barendrecht 0,3% overig Nederland 1,6% overig Nederland 7,5% (Bron: KSO 2011. Provincie Utrecht)
20. Wat bedoelt het college dat we het aanbod van de winkels afstemmen op de markt. 21. Hoe wil het college de leegstand in de winkelstraten bestrijden? 22. Waarom wordt in de nota het RO instrumentarium niet beschreven, zoals bij een andere gelegenheid is gepresenteerd door de heer Nicasie. 23. Waarom wordt er niets gemeld over het belang van bereikbaarheid en het gratis parkeren? 24. Waar wordt het budget uit de 25% toeristen belasting aan besteed? 25. Het onderwerp duurzaam ligt ons na aan het hart, maar in het Programma Economische Ontwikkeling staan vooral algemeenheden. Waarom is dit niet concreter uitgewerkt? Bovendien heeft de gemeente Utrechtse Heuvelrug de laagste winkeldichtheid van de provincie, en daarmee niet veel mogelijkheden voor een dagje shoppen. Overigens laat de provincie op dit moment een nieuw koopstromenonderzoek uitvoeren; het ligt niet in de verwachting dat daaruit zal blijken dat de toevloeiing is gestegen; andersom ligt meer voor de hand. Toeristische evenementen zoals de diverse Fairs in onze gemeente hebben inderdaad een bredere doelgroep, vandaar dat wij ons naast de eigen inwoners, ook willen richten op het toerisme. In de Retail paragrafen zal per centrumgebied een visie worden opgesteld: voor welke doelgroepen (leeftijden, leefstijlen) is dit centrum bedoeld? Eén van de mogelijke (of zelfs waarschijnlijke) maatregelen uit de Retail paragrafen zal een gezamenlijk marketingplan zijn. Hiermee worden de centra gepositioneerd, zowel voor consumenten als voor (toekomstige) ondernemers. De winkelleegstand in onze gemeente behoort tot de laagste. In de Retail paragrafen werken we, samen met de ondernemers, aan een plan om dit zo te houden. Een van de mogelijkheden daarvoor is het begrenzen van de winkelgebieden om zo de concentratie te stimuleren en publieksfuncties zoveel mogelijk in de winkelgebieden te concentreren en faciliteren. In de nieuwste bestemmingsplannen wordt juist gezocht naar het bieden van flexibiliteit om meerdere functies in de winkelgebieden toe te staan. Zie de recent in de Raad voorbijgekomen ontwerpbestemmingsplannen van Centrum Doorn, Driebergen en Leersum (Rijksstraatweg) en beheersverordeningen voor Maarn en Amerongen. Zie de antwoorden op de vragen 5 en 15. Gratis parkeren (m.u.v. stationsgebied Driebergen) is eigenlijk al een vanzelfsprekend uitgangspunt voor alle partijen. De 25% vloeit terug naar de sector. Hiervan worden de huidige activiteiten als regionale marketing en promotie, het lokaal gastheerschap, lidmaatschap recreatieschap UHVK en diverse projecten bekostigd. Concrete uitwerking van dit onderwerp vindt plaats in het nieuwe Uitvoeringsprogramma Milieu dat eind 2016/begin2017 zal worden voorgelegd. GL/PvdA: 26. Voor welke termijn ontwikkelen we nu een visie? De in het programma beschreven Visie in vogelvlucht is een visie voor de lange termijn. Zie verder antwoord op vraag 1 27. Voor het ondernemersklimaat wordt een ton uitgetrokken; klopt indruk dat dit (grotendeels) Nee, uw raad heeft 29 september jl. ingestemd met het raadsvoorstel Dekking onderzoek aanleg glasvezel in het Buitengebied. Daarin staat vermeld dat de bijdrage uit het programma Economische
bestemd is voor glasvezel buitengebied? 28. Welke ideeën heeft het college om de UH te laten uitgroeien tot de missing link op de kennisas Utrecht Wageningen? 29. Is in het buitengebied niet, net als voor de dorpsharten, een aanpak mogelijk waarbij ondernemers worden gestimuleerd en gefaciliteerd om samen op te trekken? 30. Recreatie en toerisme: hoe staat het met de follow up van de aanbevelingen van Dhr. Bijkerk van dit voorjaar? 31. Duurzaamheid: welke concrete acties heeft het college in gedachten om de genoemde ambities te realiseren? 32. Hoe kan de compensatie vanuit de gemeente eruitzien als het gaat om 'faciliteren en ontzorgen waar mogelijk' van inwoners met een achterstand tot de arbeidsmarkt? Er is (slechts) 1.500 voor begroot? 33. Hoe ziet de (eventuele) bijdrage/cofinanciering voor het economisch programma vanuit de ondernemers eruit? 34. Is het mogelijk om voor de oordeelsvorming meer inzicht te krijgen in waar nu wel en niet geld voor is en wat de verschillende genoemde acties/activiteiten mogen gaan kosten? Dit n.a.v. krantenbericht over captains diner Ontwikkeling 18.300 is. De overige kosten komen uit andere budgetten. Dit gaan we doen door alert te blijven op kansen die zich voordoen, daarvoor zijn we afhankelijk voor wat er om ons heen gebeurd. Zie ook antwoord op vraag 6. In aanvulling op het antwoord bij vraag 8; wanneer uit het onderzoek blijkt dat er een acquisiteur kan komen, zou dit ook een van diens taakvelden kunnen zijn. Daarnaast wordt in Q4 verband aan deze vraag gewerkt. Daarnaast wordt in Q4 verband door ondernemers zelf met medewerking van studenten (van de onder andere de Hogeschool Utrecht, Universiteit Wageningen) aan deze vraag gewerkt. De bedrijven die wij in ons kader willen aantrekken passen ook bij deze kennisas. In de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie en Verordening zijn al mogelijkheden opgenomen m.b.t. het invullen van vrijkomende agrarische gebouwen ed. Deze vertalen wij indien nodig/mogelijk naar onze bestemmingsplannen en nemen we mee in onze ontwikkelgesprekken met de bedrijven in het buitengebied, zie verder het antwoord op vraag 14. Het Ondernemersplatform Recreatie en Toerisme UH wordt nieuw leven ingeblazen. Dit pakt de gemeente samen met Recron op. De aanbevelingen uit het rapport van de heer Bijkerk zullen op de agenda komen van dit toeristisch platform. Zie antwoord vraag 25. Hiervoor is de nota Ruggensteun en Vangnet door uw raad vastgesteld. Deze heeft een eigen begroting. U dient deze 1500 euro binnen het perspectief van deze volledige nota te zien. Zie antwoorden vraag 1 en 3. Diverse projecten uit het programma zullen alleen goed van de grond komen / succesvol worden als ondernemers daar zelf actief in meewerken en hun tijd en kennis beschikbaar stellen. In diverse projecten heeft gemeente alleen een faciliterende rol. Voor alle activiteiten die genoemd worden is geld beschikbaar. In onderstaande tabel een aantal voorbeelden van de projecten genoemd op blz 16 ev. gekoppeld aan de bedragen. 2e helft 2016 1e helft 2017 2e helft 2017 Uitvoering (inzet programmamanager) 18.000 18.000 18.000 Detailhandel en horeca (w.o. Retail paragrafen per dorp, aanpassingen openbare ruimte, herijken standplaatsen 7.500 31.000 12.500
beleid) Ondernemersklimaat (w.o. glasvezel buitengebied, faciliteren 22.000 17.000 52.000 zakelijke netwerken, faciliteren buddy netwerk) Toerisme en recreatie (reguleren recreatie druk) 5.000 - - Duurzaamheid - - - Arbeidsparticipatie en werkgelegenheid (captains diner) 1.500-1.500 TOTAAL 54.000 66.000 84.000 BVH: 35. Is er nog ruimte voor projecten uit de samenleving? De projecten in het uitvoeringsprogramma zijn allen gekomen uit de samenleving, zie antwoord op vraag 1. 36. Wij missen meetbare indicatoren We hebben concrete doelen gesteld, maar niet alles is in meetbare doelen te vatten. We kunnen bijvoorbeeld wel stellen dat de winkelleegstand met 1% moet dalen, maar daarop heeft de gemeente maar een zeer beperkte invloed. CU: 37. Wij gaan ervanuit dat de ondernemers zijn uitgenodigd, maar waarom zijn ze er dan niet? NB: de vragen van de SP zijn al tijdens de vergadering beantwoord. De ondernemers zijn inderdaad uitgenodigd. Zij hebben actief bijgedragen aan de totstandkoming van dit programma en onderschrijven de inhoud. Ook bij de uitvoering en de evaluatie worden zij actief betrokken.