Bloody Mary Vrouwen als dader Mars versus Venus of een beetje van beiden Anne-Marie Slotboom Universitair hoofddocent strafrecht en criminologie, VU 1
2
o Veel stereotypen over verschillen tussen mannen en vrouwen in veel verschillende (psychologische) domeinen MAAR o Weinig sekse verschillen in psychologische kenmerken zijn significant en relatie met functioneren van het brein onduidelijk of niet-bestaand (Fine, 2010, Hyde, 2005) o Geen verschillen in empathie, zelfvertrouwen, leiderschapsstijlen, moreel redeneren, bedriegen gender gelijkheidshypothese 3
o Een belangrijk verschil: o Sekseverschillen in sensation-seeking (nieuwe spannende dingen uitproberen ook als er risico s aan verbonden zijn) o Mannen scoren gemiddeld hoger op sensationseeking (trend over 35 jaar gelijk) (Cross et al. 2013) gender gelijkheidshypothese 4
o Gender ratio probleem: Waarom zijn mannen vaker betrokken bij en verdacht van criminaliteit? o Generaliseerbaarheidsprobleem: Zijn bestaande theorieën, die criminaliteit van mannen verklaren ook van toepassing op criminaliteit bij vrouwen. Twee belangrijke vragen 5
120 100 80 60 40 20 Aantal verdachten per 10.000 inwoners (CBS juni 2016) 0 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 vermogen mannen geweld mannen vermogen vrouwen geweld vrouwen 6
o Type delicten waar mannen en vrouwen van verdacht worden ongeveer gelijk (meest voorkomend diefstal, geweld, vernielingen) o In samenlevingen en groepen waar veel mannen gearresteerd worden, worden ook veel vrouwen gearresteerd. En visa versa 7
1. Gendered Paden levenservaringen die leiden naar criminaliteit en detentie 2. Gendered Criminaliteit sociale organisatie en situationele context van criminaliteit 3. Gendered Levens hoe ervaren mannen en vrouwen de samenleving denk aan onderwijs, gezondheidszorg Gender en criminaliteit 8
Vrouwen komen in contact met criminaliteit via mannen. Waar of Niet Waar? HYPOTHESE 1 9
Vrouwelijke daders hebben altijd een stoornis Waar of Niet Waar? HYPOTHESE 2 10
NIET WAAR! DEELS! 11
Studie van Jones et al. (2013) US sample reclassering 1838 jongens en 663 meisjes 14-19 jaar Meisjes Gendered pad (48%) mishandeld, weggestuurd thuis, armoede, weggelopen van huis, psychische klachten Antisociaal pad (52%) criminele opvattingen, impulsiviteit, antisociale peers, weggestuurd van school, problemen met ouderlijk gezag Jongens Mixed pad (25%) - Verwijderd van school, impulsiviteit, weggestuurd thuis, mishandeld, antisociale opvattingen, psychische klachten Antisociaal pad (59%) - Antisociale peers, problemen met ouderlijk gezag, middelen gebruik, geweld, armoede Paden naar criminaliteit jongens en meisjes 12
N =208 jongens en N= 207 meisjes Etniciteit - 42% Nederlands - 12% Marokkaans - 14% Surinaams/Antilliaans - 7% Turks M leeftijd jongens= 14.8 jaar; M leeftijd meisjes = 15.3 jaar Gemiddelde behandel duur: M = 6 maanden Behandel dossiers: informatie over individuele, gezins-, school en peer domein en gender specifieke factoren Onderzoek de Waag 13
Risico factoren jongens en meisjes, behandeld bij de Waag (Slotboom, Hendriks, in preparation) 90 80 70 60 50 40 30 boys girls 20 10 0 14
Misbruik in jeugd model Slachtofferschap in jeugd psychische klachten middelen gebruik depressie middelengebruik - detentie Relationeel model Disfunctionele relatie mishandeling - self-efficacy laag depressie angst middelengebruik - detentie Sociaal en menselijk kapitaal model Problemen op school/opleiding disfunctionele relaties gebruik aan support van gezin/familie self-efficacy laag problemen met werk en inkomen detentie Gendered paden vrouwen (Salisbury & Van Voorhis, 2009) 15
Vrouwen In Penitentiaire inrichtingen Dr. Katharina Joosen Prof. Candace Kruttschnitt Prof. Catrien Bijleveld Dr. Anne-Marie Slotboom 16
Onderzoek naar de paden naar detentie toe van vrouwen die in NL gevangenis terecht komen 17
Beschrijving dataverzameling Werving en interviews van juni 2012 t/m augustus 2013 80% response bij persoonlijke benadering 397 vrouwen hebben deelgenomen Interviews bestonden uit een levensloopkalender en een vragenlijst op de computer. Onderwerpen o.a. woonsituatie, werk, inkomen, relaties, kinderen, slachtofferschap, verslaving, psychische klachten, hulpverlening, delictgeschiedenis 18
19
20
Steekproef Gemiddelde leeftijd = 34.5 jaar 58% geboren in Nederland 69% veroordeeld op moment interview Huidige delict: 21
Levenservaringen 22
Resultaten: Risicofactoren? De kans op detentie is vergroot door: Schulden (3x meer kans) Inkomsten uit criminaliteit (2.3x) Harddrugsverslaving (1.6x) Prostitutie (2.5x) Dakloosheid (1.6x) Criminele partner (1.4x) Behandeling psychische klachten (1.5x) Factoren jeugd: scheiding van ouders (1.5x) 23
Resultaten: Risicofactoren? (2) De kans op detentie is verkleind als vrouwen: Een kind kregen (0.5x) Tijdelijk/uitzendwerk hadden (0.6x) Regulier werk hadden (0.5x) Een uitkering kregen (0.7x) Een relatie hadden met partner die overmatig alcohol of drugs gebruikte (0.7x) Joosen & Slotboom, 2015 24
Samenvatting paden naar detentie Veelvoudigheid aan problematiek Risico op detentie vergroot door risicofactoren over verschillende domeinen. Met name een serieuze relatie en werk zijn beschermend, maar voor vrouwen is een serieuze relatie niet per se de positieve impact van een prosociale partner (o.a. alcohol/drugsgebruik en partnergeweld) 25
What Works benadering combineren met Gender sensitief werken Interventies waarheen? 26
Gender responsief Samenleving, slachtofferschap Risico concept niet bruikbaar Kwalitatief onderzoek Programma moet zich richten op alle needs Relationele en empowerment modellen, Groepsbehandeling - proces georiënteerd What works Psychosociaal, vermindering recidive Inschatting recidive risico Kwantitatieve en objectieve instrumenten Criminogene needs (behoeften) Cognitieve-gedragsmodellen, probleem-gerichte behandeling, structuur Interventies: waarheen? 27
Onderzoek naar criminaliteit en interventies bij meisjes en vrouwen groeit, maar kan beter Verklaringen zoeken binnen framework van biopsychosociaal model; monocausale verklaringen schieten te kort Onderzoek naar variatie binnen de groep gericht op de persoon Stoornissen soms een bijproduct van opsluiting Genderspecifieke factoren maar ook algemene factoren Geen unieke verklaringen wel gendered model als kapstok gebruiken Interventies: rekening houden met gender, behandeling op maat (ouder-kind interventies, drugs, trauma, relaties) Algemene conclusies 28
Bloody Mary: een beetje van Mars en een beetje van Venus 29
Dank voor jullie aandacht voor verdere info: m.slotboom@vu.nl 30