Nr. 2012-04403 Notulen van de openbare AB-vergadering op woensdag 16 mei 2012, 20.00 tot 21.00 uur, kantoor BRU te Utrecht voorzitter: secretaris (plv.): leden: Afwezig: A. Wolfsen P. Smit mw. H.J. Mourits, Bunnik H.M. Ostendorp, Bunnik (DB) A.A. de Boer, De Bilt J.L.H. de Jong Schouwenburg C. van Dalen, Houten (DB) P.J.M.J. Moors, Houten (vervangt A.R. van Dijk) A.J. Adriani, Nieuwegein H.J. Schat, Nieuwegein H. Verdouw, Nieuwegein W.G.J. Wijntjes, Nieuwegein R.W. Rollingswier, Utrecht (vervangt B. Fokke) D. Gillissen, Utrecht D. Hoek, Utrecht S. Koopmans, Utrecht (vervangt mw. G.W. Nalis) S. de Vries, Utrecht J.A.E. Landwehr, Vianen (DB) J. Huizinga, IJsselstein M.G.M. de Jong, IJsselstein (DB) H.R. Camstra, Zeist J.J.L.M. Janssen, Zeist (DB, vice-voorzitter) C.A. van Liempde, Zeist D.A.C.A. Gudde, Zeist A.J. Gerritsen, De Bilt (DB) A.R. van Dijk (wordt vervangen door P.J.M.J. Moors) C.H.J. Lamers, Houten R. Roos, Stichtse Vecht mw. M.M. van t Veld, Stichtse Vecht (DB) M.L. Veldhuijzen, Stichtse Vecht K. Wiersema, Stichtse Vecht B.F.M. Beerlage, Utrecht W.W. Buunk, Utrecht P.H. van Corler, Utrecht B. Fokke, Utrecht Mw. G.W. Nalis, Utrecht G.P. Isabella, Utrecht (DB) F.C.W.C. Lintmeijer, Utrecht (DB) J.R. Scheringa, Vianen B.J. Lubbinge, Nieuwegein (DB) mw. C.M.J. van Rooijen, Nieuwegein P.J. Ligtelijn, IJsselstein Verslag: Vergaderdata 2012: M. Kassing-Veenbrink (Kassing Notuleerservice, Odijk) 20 juni, 3 oktober, 12 december 1/5
1. Opening De voorzitter, de heer Wolfsen, opent de vergadering. Het vereiste quorum is aanwezig. De voorzitter stelt voor na agendapunt 2 te spreken over de ontwikkelingen in Den Haag. 2. Benoeming secretaris-directeur De voorzitter stelt voor de heer Van Elteren te benoemen als secretaris-directeur ad interim van het Bestuur Regio Utrecht voor de periode 1 mei 2012 tot en met 1 september 2012 met een optie tot uitloopt tot uiterlijk 1 januari 2013. Afhankelijk van de ontwikkelingen in Den Haag, zal bezien worden of een fulltime directeur secretaris BRU moet worden benoemd. De heer Huizinga (IJsselstein) vraagt of het al of niet opheffen van de WGR-plus regio consequenties heeft voor deze benoeming. De heer Gilissen (Utrecht) sluit zich aan bij voorgaande spreker. De opheffing van de WGRplus is voorzien per 1 januari 2013. De kans is aanzienlijk dat de termijnen niet worden gehaald. BRU staat voor een aanzienlijke opgave zoals de tram, concessie en ook andere onderwerpen spelen. De heer Gilissen vraagt of de ad interim periode niet tot een minimum moet worden beperkt en dat voorzien moet worden in een vaste fulltime vervanger. De heer Janssen (DB) antwoordt dat het DB de periode zo kort en zo minimaal mogelijk wil laten duren. In de huidige omstandigheden denkt het AB aan een periode tot 1 september 2012. Eind mei geeft de Tweede Kamer duidelijkheid over het wetgevingstraject. Op 20 juni 2012 is de eerste AB-vergadering. De heer Janssen stelt voor dat het AB zich dan op de dan ontstane situatie beraadt. Gelet op het zomerreces, is de keuze tot 1 september 2012 verstandig. Het geeft het DB de mogelijkheid om tijdens de zomermaanden naar bewind van zaken te handelen. Het DB is van mening dat het nodig is om een ankerpunt in de organisatie te hebben. Er ligt een aantal grote dossiers zoals tram en OV-concessie. Het DB denkt dat de heer Van Elteren de juiste persoon is op dit moment om zaken goed te laten verlopen. In de komende periode zal een afweging worden gemaakt over de periode tussen 1 september en 31 december 2012. Het zoeken naar een definitieve invulling wordt mede ingegeven door het toekomstperspectief dat kan worden geboden. De heer Huizinga (IJsselstein) stelt voor meer flexibiliteit in het voorstel in te bouwen. De heer Janssen (DB) stelt dat het DB voor 1 september een afweging zal maken. Voor het eventueel verlengen tot 31 december 2012 wil het DB een besluit kunnen nemen en hiervoor niet het AB te hoeven horen. De heer Gilissen (Utrecht) merkt op dat tijdens de vorige AB-vergadering de Utrechtse delegatie heeft gevraagd of de persoon in kwestie voldoende tijd heeft voor het aansturen van BRU. Wanneer het DB toezegt dat de er gezocht wordt naar een fulltime functionaris dan kan de delegatie instemmen met het voorstel. Het voorstel wordt met algemene stemmen aangenomen. 2a. Haagse ontwikkelingen 2/5
De voorzitter vertelt dat de portefeuillehouder en spreker, de medewerkers van BRU hebben uitgenodigd voor een gesprek. Tijdens dit gesprek is gesproken over de landelijke ontwikkelingen en zijn zij geïnformeerd over de huidige stand van zaken. Op 29 mei debatteert de Kamer over welke onderwerpen controversieel worden verklaard. Tot die tijd is het onduidelijk wat er gaat gebeuren. Om het bedrijf niet te schaden gaan de werkzaamheden in de tussentijd gewoon door. De medewerkers hebben begrip voor de ontstane situatie. In het komende DB zal het DB zich beraden over de ontstane situatie. De heer Janssen (DB) licht toe dat in het AB van 18 april 2012 een uitgangspuntennotitie ter tafel lag. Op 7 mei jl. is deze notitie met de provincie besproken. Tijdens het overleg is aangegeven dat het DB geen handtekening zet voordat duidelijkheid is over het Kamerbesluit. De provincie heeft geen druk uitgeoefend op BRU om handtekeningen te zetten. Mocht de afschaffing van de WGR-plus doorgang vinden, dan ligt er een goed fundament (de notitie die in het AB is besproken op 18 april 2012) voor de gesprekken met de provincie. In het overleg met de provincie in dit kader is afgesproken dat door de provincie en BRU in de komende periode nog een aantal oriënterende stappen zal worden gezet. Het huidige contract voor de huisvesting van BRU aan de Maliebaan loopt af op 1 oktober 2012. Onderzocht wordt of de locatie provinciehuis geschikt is voor BRU. Verder zijn de accountants van BRU en provincie verzocht commentaar te leveren op een factsheet over BRU. Ook wordt de informatie van de dossiers OV-concessie en tram ambtelijk door BRU en provincie met elkaar gedeeld. Mocht blijken dat het opheffen van de WGR-plus niet meer aan de orde is, dan zal op 20 juni, tijdens de AB-vergadering, hier verder over worden gesproken en dan met name over hoe om te gaan met de ingestelde vacaturestop en de verschuivingen van werk die hebben plaatsgevonden om aan de grote dossiers prioriteit te kunnen geven. Er dient een agenda te worden opgesteld voor het komende jaar. Het is van belang dat, wanneer het opheffen van de WGR-plus niet meer aan de orde is, dat geen tijd verloren gaat, en dat de medewerkers van BRU en de bestuurders zich weer richten op de inhoud van het werk en niet meer over de vorm van de transformatie van de bestuurlijke organisatie. De voorzitter deelt mede dat, toen bekend werd dat de WGR-plus, zou worden opgeheven, een bijeenkomst is belegd met de deelnemende BRU-gemeenten en Woerden. Er is een notitie uitgewerkt waarin een nieuwe vorm van samenwerking is beschreven op de thema s wonen, verkeer en vervoer, sociale innovatie en economie. De colleges zijn twee maal bijeen geweest. De notitie wordt momenteel vervolmaakt. Op dit moment is nog niet bekend hoe de samenwerking (juridisch) wordt vormgegeven. De nota wordt voorgelegd aan de colleges en daarna zal er nogmaals een bijeenkomst worden gepland om de nota vast te stellen. Na de zomer zal een bijeenkomst worden georganiseerd voor de gemeenteraden. De stad Utrecht heeft het voortouw genomen om deze samenwerking (U10) vorm te geven. De heer Hoek (Utrecht) vraagt wat is besproken met de provincie betreffende de OVconcessie. De heer Janssen (DB) antwoordt dat er over vier punten afspraken zijn gemaakt in het overleg met de provincie. Ten aanzien van de OV-concessie is afgesproken dat gekeken gaat worden of er synergie is te behalen. Ook bij de provincie gaat een OV-concessie lopen. De voorzitter vult aan dat de OV-concessie van de provincie binnen enige tijd afloopt. Het DB wil dat er nadrukkelijk onderling contact is tussen BRU en provincie over de concessie om informatie te delen en (on)mogelijkheden te peilen. 3/5
De heer Hoek stelt dat de OV-concessie van BRU afgemaakt moet worden. De voorzitter antwoordt dat de ingezette lijn wordt vastgehouden. Geprobeerd zal worden vertraging te voorkomen. Er dient onderling contact te zijn tussen BRU en provincie. De heer Gudde (Zeist) vraagt of er gelobbyd wordt in Den Haag. De voorzitter antwoordt dat de lobby voor het behouden van het WGR-plus wordt gecontinueerd. De lobby van BRU en provincie loopt niet parallel. Tijdens de ronde tafel bijeenkomst van de Tweede Kamer heeft hij als burgemeester van Utrecht ingesproken. De voorzitter pleit ervoor dat de aanwezigen ook in de eigen politieke kanalen de lobby inzetten voor het behoudt van de WGR-plus. De heer Gilissen (Utrecht) vraagt of er contact is gelegd met het ministerie van Binnenlandse Zaken en is er een indicatie hoe de minister aankijkt tegen het wetsvoorstel. Voorts vraagt hij of Utrecht kan meeprofiteren van het terugdraaien van de 100 miljoen euro bezuiniging die was voorzien op het OV. De voorzitter antwoordt dat er contact is met het ministerie van Binnenlandse Zaken. De voorzitter heeft geen laatste informatie over de 100 miljoen euro. De heer Smit (plv. secretaris) vult aan dat de 100 miljoen euro korting gekoppeld was aan verplichting aan de drie grote steden om het openbaar aan te besteden. De verwachting is dat Utrecht hier buiten staat. De heer Gilissen (Utrecht) merkt op dat de meerderheid van de gemeenteraad van Utrecht erop heeft aangedrongen om een maximale inspanning te doen om geld voor het OV in Utrecht te behouden. De voorzitter antwoordt dat in G4-verband hierover is gesproken. De heer Schat (Nieuwegein) spreekt zijn verbazing uit dat een medewerker van BRU zich tijdens een informatiebijeenkomst over de SUNIJ-lijn zich voorstelde als medewerker trambedrijf in oprichting. De heer Janssen (DB) antwoordt dat in de AB-notitie voor de vergadering van 18 april over het Uitvoeringsbesluit Uithoflijn gesproken wordt over een trambedrijf. De heer Wolfsen (DB) voegt toe dat het idee is geopperd om binnen BRU een slagvaardige eenheid te maken. Over de vorm moet echter nog verdere besluitvorming plaatsvinden. Wanneer een medewerker zich voorstelt als medewerker trambedrijf in oprichting dan heeft dit geen enkele formele status. De heer De Jong Schouwenburg vraagt zich af of het wenselijk is, wanneer de WGR-plus niet wordt opgeheven, dat BRU in hetzelfde pand wordt gevestigd als de provincie. De voorzitter antwoordt dat het huurcontract van het huidige pand afloopt. Dat verplicht het DB om de contracten door te lopen en te bezien of elders in de regio goedkopere alternatieven beschikbaar zijn, waaronder het provinciehuis. Het DB is niet op voorhand tegen een huisvesting in het pand waar ook de provincie is gevestigd. 4/5
De heer Janssen (DB) merkt op dat op inhoud mogelijk iets te winnen valt wanneer provincie en BRU dicht bij elkaar zijn gevestigd. De voorzitter merkt op dat de mogelijkheden worden onderzocht, tenzij het AB zich op voorhand negatief uitspreekt voor huisvesting van BRU in het pand waar ook de provincie in is gevestigd. 3. Rondvraag Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt. 4. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om 20.50 uur. 5/5